Lezing: Lucas 13,22-24

Transcriptie

1

2 Lezing: Lucas 13,22-24

3 22 Op weg naar Jeruzalem trok hij verder langs steden en dorpen, terwijl hij onderricht gaf. 23 Iemand vroeg hem: Heer, zijn er maar weinigen die worden gered? Hij antwoordde: 24 Doe alle moeite om door de smalle deur naar binnen te gaan, want velen, zeg ik jullie, zullen proberen naar binnen te gaan maar er niet in slagen.

4 Lezing: Mattheüs 25: 31-46

5 31 Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. 32 Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; 33 de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links.

6 34 Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. 35 Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, 36 ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.

7 37 Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? 38 Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? 39 Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?

8 40 En de koning zal hun antwoorden: Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan. 41 Daarop zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. 42 Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken.

9 43 Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet. 44 Dan zullen ook zij antwoorden: Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd?

10 45 En hij zal hun antwoorden: Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan. 46 Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven.

11 46 Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven. maar de erfgenamen van het koninkrijk zullen worden verbannen naar de uiterste duisternis; daar zullen zij jammeren en knarsetanden. (Mat. 8:12) 36 Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten. (Joh. 3:36)

12 Begrip ALVERZOENING uit Kolossenzen 1:20 19 in hem (Jezus) heeft heel de volheid (= God) willen wonen 20 en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis.

13 2 Korintiërs 5:19 19 Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend.

14 1 Timotheüs 2:4 3 Dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze redder, 4 die wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen.

15 Filppenzen 2:10 10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, 11 en elke tong zal belijden: Jezus Christus is Heer, tot eer van God, de Vader.

16 MOTIEVEN Gods liefde Als God liefde is (1Joh.4:8) en van deze zondige wereld houdt (Joh. 3:16; Rom.5:8) hoe kan Hij dan een mens voor eeuwig laten straffen? Sluiten liefde en gericht elkaar uit?

17 MOTIEVEN Gods wil - Paulus zegt: God wil dat alle mensen worden gered en de waarheid leren kennen. (1Tim 2:4). Is God dan niet almachtig? Is Hij niet de grote verliezer als Zijn wil niet werkelijkheid wordt?

18 MOTIEVEN Vreugde Hoe kan God (en de mensen) in de hemel gelukkig zijn als een gedeelte van de (geliefde) wereld in de hel zit?

19 Vreugde MOTIEVEN Lucas 13:28-29 spreekt van verlosten aan feesttafel én het lot van de uitgestotenen. Niet leedvermaak is de boventoon maar nadruk op gerechtigheid van God. Vgl. Openb. 7:17 en 21:4 spreken van afwezigheid van tranen ondanks het lot van verlorenen. Gelijktijdigheid van vreugde over eigen verlossing en aanwezigheid van oordeel vinden wij vaak in de Bijbel: Jes. 66:22-24; Mal. 3:20-21; Openb. 18:20.

20 MOTIEVEN Gods gerechtigheid (1) Is het niet oneerlijk (onrecht) dat God mensen voor eeuwig straft voor iets (kleins) dat ze op aarde hebben gedaan? Is de strafmaat niet buiten alle proportie?

21 Gods gerechtigheid (1) MOTIEVEN Openb. 19:1-2 Halleluja! De redding, de eer en de macht zijn van onze God, want zijn vonnis is betrouwbaar en rechtvaardig. Hij heeft immers de grote hoer, die door haar ontucht de wereld in het verderf heeft gestort, veroordeeld en het bloed van zijn dienaren op haar gewroken. Gods oordeel is rechtvaardig! Denk aan het loflied over de ondergang van Farao en zijn leger in de zee verlossing en vreugde storen elkaar niet. Maar als er je vriend of kind onder de veroordeelden zit?

22 MOTIEVEN Gods gerechtigheid (2) Hoe zit het dan met al die mensen de nog nooit van Jezus hebben gehoord? In het buitenland? En wat is met kleine kinderen? Verstandelijk gehandicapten? Etc.

23 BEWERINGEN Het woord eeuwigheid betekent lange tijd. Er is een tweede kans voor overledenen verwijs 1Petrus 3: Hij (Jezus) is naar de geesten gegaan die gevangenzaten, om dit alles te verkondigen 20 aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen, toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd. (1Petrus 3:19-20)

24 Deze leer is 1. menselijk begrijpelijk. 2. maakt de mens onvrij (hij moet bij God komen). 3. klaagt eigenlijk God aan (onrecht, liefdeloos). 4. denkt te klein van zonde (probleem) en genade (onverdiende oplossing). 5. is een verkeerd signaal.

25 HOE OMGAAN? Nadruk ligt op verlossende liefde! (niet angst) Niet alleen de liefde van God benadrukken (ook zijn gerechtigheid, heiligheid, etc.) God is goed en gerecht in al zijn wegen. (ook al begrijpen wij het laatste oordeel niet). Geen leer bouwen op donkere Bijbelteksten (de heldere teksten verlichten donkere).