Ondersteuningsprofiel van de OBS De Snip te Nieuwe Niedorp, onderdeel van Surplus. Scholengroep Samenwerkingsverband scholengroep Niedorp

Transcriptie

1 Ondersteuningsprofiel van de OBS De Snip te Nieuwe Niedorp, onderdeel van Surplus. Scholengroep Samenwerkingsverband scholengroep Niedorp 1. Functie van het ondersteuningsprofiel In het ondersteuningsprofiel beschrijft de school haar mogelijkheden om leerlingen te ondersteunen wanneer het regulier aanbod van de school onvoldoende aansluit bij de ontwikkeling van de leerling. In het ondersteuningsprofiel zijn de daarvoor relevante gegevens opgenomen zodat voor ouders, samenwerkingsverband en de overige scholen van de onderwijsgroep de mogelijkheden van de school duidelijk zijn. Het ondersteuningsprofiel maakt een onderscheid in basisondersteuning en extra ondersteuning. De basisondersteuning ligt bij voorkeur bij alle scholen op een gelijk niveau. Afspraken over een minimumniveau worden in het samenwerkingsverband gemaakt en gelden voor alle scholen. Extra ondersteuning kan per school verschillen. Bij extra ondersteuning gaat het om specifieke kwaliteiten van de school gericht op leerlingen die deze vorm van ondersteuning vragen. Extra ondersteuning vertaalt zich in arrangementen die de school kan bieden en waarvoor doorgaans extra middelen worden ingezet. Arrangementen kunnen deels structureel deel uitmaken van het ondersteuningsaanbod en deels een tijdelijk karakter hebben. Een arrangement geeft aan: - welke deskundigheid wordt ingezet - de tijd die beschikbaar is - het programma dat uitgevoerd wordt en de gebruikte materialen - het mogelijke specifieke gebruik van het schoolgebouw - samenwerking met ouders, onderwijs en mogelijke ketenpartners Het ondersteuningsprofiel geeft eveneens informatie over de basiskwaliteit van de school. Daarom is het oordeel van de inspectie over deze basiskwaliteit opgenomen in het ondersteuningsprofiel. Het ondersteuningsprofiel van de school vormt voor ouders een houvast bij schoolkeuze en voor de scholen/besturen een houvast bij de toelating van leerlingen en het vinden van de meest geschikte plek voor een leerling. De inhoud van dit schoolondersteuningsprofiel (SOP) bestaat uit: gegevens van de school karakteristiek en onderwijsvisie van de school kengetallen oordeel van de onderwijsinspectie organisatie van de ondersteuning ondersteuning sociaal emotionele ontwikkeling ondersteuning lezen en spelling ondersteuning rekenen en wiskunde grenzen aan ondersteuning professionalisering 1

2 2. Gegevens van de Obs De Snip te Nieuwe Niedorp Directeur : Judith Bakker/ Annemieke Zuiker Tel. : / infosnip@xs4all.nl/a.zuiker@stichtingsurplus.nl Website school : Website stichting : 3. Karakteristiek en onderwijsvisie van de school Algemeen Per 1 augustus 214 gaan Obs Oude Niedorp en Obs de Snip fuseren. De locatie Oude Niedorp blijft nog een jaar open. In het schooljaar zal het gebouw van OBS de Snip worden gerenoveerd. In het schooljaar zitten alle leerlingen in het gerenoveerde gebouw in Nieuwe Niedorp. Het ondersteuningsprofiel is gemaakt met de nieuwe school in onze gedachten. De fusieschool heeft als naam Obs de Snip met het logo van de huidige Obs Oude Niedorp. In de rest van het document wordt met Obs de Snip de nieuwe fusieschool bedoeld. OBS de Snip maakt deel uit van Stichting Surplus, een openbaar bestuur met 35 scholen in de Kop van Noord-Holland. Dat betekent dat alle kinderen welkom zijn, met ruimte voor uiteenlopende levensbeschouwelijke, godsdienstige en maatschappelijke waarden. De nieuwe school bestaat uit een deel monumentaal pand, daterend uit 1932, met daar aan vast een deel nieuwbouw. De school ligt aan de historische Dorpsstraat welke als hart van het dorp wordt gezien. Naast de school staat een gymzaal, die ook via de school te bereiken is. De school bestaat uit 7 lokalen, waarvan een semi-permanent. De overige ruimtes bestaan uit een centrale hal, te gebruiken als ontmoetingsplek en overblijfuimte, plekken voor extra ondersteuning en overleg en een directie en IB kantoor. In de school zijn meerdere zelfstandig werkplekken gecreëerd. Aan de voorzijde van de school is een groot plein welke te bereiken is vanaf de Dorpsstraat, via een brug. De school is toegankelijk voor mindervaliden en heeft een aangepast invalidentoilet. Het plein is onderverdeeld in verschillende speelzones. Aan de achterzijde is ook een schoolplein, speciaal ingericht voor jongere leerlingen. Daarnaast is er naast de school een groot grasveld waar de leerlingen gebruik van mogen maken. Achter de school is een kinderdagverblijf (Stichting Catalpa)en een Peuterspeelzaal ( de Hooijbergh) waarmee we gezamenlijke activiteiten organiseren. Per december 213 zal er ook een BSO-voorziening (stichting Catalpa) zijn. Bij de start van het schooljaar bezoeken 25 kinderen de school, verdeeld over beide locaties. Meer informatie is te vinden op onze website: 2

3 Onderwijsvisie Op dit moment wordt er door beide scholen gewerkt aan een nieuwe missie/visie voor de nieuwe school. 4. Kengetallen Leerlingaantallen 185/98 179/9 18/72 182/42 Gewichtenleerlingen,3 14/6 13/7 15/7 12/7 Gewichtenleerlingen 1,2 2/ 1/ / / Verwijzingen naar: - SBO - SO - Excellentie PK - Excellentie Eureka Oordeel van de onderwijsinspectie Beide scholen hebben een basisarrangement. Op Obs Oude Niedorp is de inspectie daarnaast zeer tevreden over het onderdeel planmatige zorg en heeft dit als 'goed' beoordeeld (213). basisarrangement Snip: februari 212 basisarrangement OBS Oude Niedorp: maart 213 De inspectierapporten en de verslagen van de schoolbezoeken van de inspectie zijn in te zien via de website 6. Organisatie van de ondersteuning Klasse of groepsniveau Wij streven ernaar elke leerling te begeleiden en er zorg voor te dragen dat hij of zij voorzien wordt in zijn of haar onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Wij maken hiervoor gebruik van groepsoverzichten,groepsplannen, foutenanalyses van de verschillende toetsen (zowel methodeafhankelijk als -onafhankelijk), evaluaties zowel op groeps- als individueel niveau, leerlingbesprekingen en zorgteams. Er is sprake van een gestructureerde zorg. De leerkracht 3

4 verdeeld de leerlingen in drie niveaugroepen. Er worden hiervoor allerlei gegevens gebruikt uit zowel observaties, gemaakt werk en toetsgegevens. Mocht er een hulpvraag ontstaan dan kan de leerkracht hulp vragen in een collegiale consultatie, bij de intern begeleider of in een leerlingbespreking. In een groepsplan wordt de verdeling van de leerlingen per vakgebied genoteerd: instructiegevoelig (basisgroep), instructieafhankelijk (voor/verlengde instructie/extra) of instructieonafhankelijk (meerkunners). Voor elk niveau worden de volgende punten uitgewerkt: Beginsituatie, Doelen/Wat wil ik bereiken?, Inhoud/Wat bied ik aan?, Aanpak/methodes/Hoe ga ik het doen?, Organisatie/Wat doe ik? en Monitoring. De leerkracht is hier, eventueel met behulp van de intern begeleider, verantwoordelijk voor. Ouders worden hierover ingelicht en het kan ook voorkomen dat hun hulp wordt ingeschakeld voor bijvoorbeeld extra ondersteuning thuis. Schoolniveau Mocht de zorg op groepsniveau niet voldoende blijken te zijn, dan wordt de leerling besproken in ons Ondersteuningsteam(OTS) en leggen we dit vast in een "groeidocument". Vanaf dit niveau worden de ouders / verzorgers intensief betrokken bij de ondersteuning die de leerling nodig heeft. Het gaat nu om meer complexe ondersteuningsvragen waarbij eventueel ook het schoolmaatschappelijk werk of andere deskundigheid betrokken kan worden. Scholengroepniveau Wanneer extra ondersteuning, die de school niet alleen kan bieden, noodzakelijk lijkt, kunnen we momenteel om extra middelen vragen bij het SWV/PCL of via een Leerling Gebonden Financiering, het zogenaamde 'Rugzakje'. Met ingang van 1 augustus 214 verandert dit. Vanaf dan wordt er gewerkt met een arrangement. Dit kan aangevraagd worden op basis van het groeidocument bij het ondersteuningsteam(otg) van de scholengroep. Bij toekenning van een arrangement voor extra ondersteuning, kan die ondersteuning zowel op de eigen school als op een andere school worden geboden. Ook in deze fase blijven ouders direct betrokken. Samenwerkingsverbandniveau Wanneer plaatsing op een school voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of op de plusvoorziening van het samenwerkingsverband aan de orde lijkt, dan dienen we deze aanvraag nu in bij de PCL, de Permanente Commissie Leerlingenzorg. Deze instantie beoordeelt de aanvraag en kan een toelaatbaarheidverklaring afgeven voor een school voor SO of SBaO. Met ingang van 1 augustus 214 ligt deze taak bij het SWV: in overleg met de ouders dient de school een aanvraag in bij het CTO (Commissie Toelaatbaarheid Onderwijsvoorzieningen) Het CTO geeft een toelaatbaarheidverklaring af die nodig is voor een plaatsing op één van deze voorzieningen. 4

5 Aanwezige expertise personeel Op Obs de Snip is de intern begeleider en een leerkracht dyslexiespecialist. Op dit moment is op beide scholen de volgende expertise aanwezig: NLP, ASS, OVM-JK, beredeneerd aanbod jonge kind, faalangstreductie, hoogbegaafdheid, Kurzweil, met sprongen vooruit, taal in blokjes, leescoordinator, cultuurcoordinator, meervoudige intelligentie, lichamelijke handicap, spraak-taal problemen, ADHD, leerlingen met een beneden gemiddeld of zwak IQ, jongens in de klas, logopedische screening jonge kind, autisme in de klas, Eigenaarschap van Leren (ICT) Het team en de directie van onze school zorgen voor het op goed niveau functioneren van een: - samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen - het systematisch volgen en analyseren van de voortgang in de ontwikkeling van leerlingen - het op basis van een analyse van verzamelde gegevens tijdig bepalen van de aard van de te bieden ondersteuning - het planmatig uitvoeren van de ondersteuning - het regelmatig evalueren van de effecten van de ondersteuning Aanmeldingsprocedure Wanneer ouders hun kind aanmelden op Obs de Snip, waarbij ze aangeven dat hun kind een specifieke ondersteuningsbehoefte heeft, gaan we altijd eerst met hen in gesprek. Samen met de ouders / verzorgers kijken we wat het kind nodig heeft en we bespreken de mogelijkheden die we als school kunnen bieden. We willen een realistisch ontwikkelingsperspectief schetsen op basis van een reële inschatting van de onderwijsbehoeften van het kind. Wanneer we tot de conclusie komen dat plaatsing op Obs de Snip niet haalbaar of minder wenselijk is, dan gaan we samen met de ouders / verzorgers op zoek naar een beter alternatief binnen de regio. De school neemt hierbij het initiatief, waarbij intensieve communicatie en afstemming essentieel zijn. Voor meer informatie over onze zorgstructuur kunt u contact opnemen met de intern begeleider. 7. Ondersteuning Sociaal Emotionele Ontwikkeling 7.1 Basiskwaliteit Een steeds belangrijker wordend aspect van het onderwijs is het begeleiden van de kinderen met betrekking tot de sociaal emotionele ontwikkeling. Voor het aanleren en versterken van wenselijk gedrag, het leren samenwerken, verantwoordelijkheid dragen en andere sociaal emotionele aspecten in het kader van burgerschap, gebruiken we onder andere de methodiek 'Grip op de groep' bestemd om in de eerste zes weken van het jaar de groepsstructuur te versterken. Daarnaast wordt er in de onderbouw gebruik gemaakt van de leerlijnen sociale ontwikkelingen van het OVMJK, de overige groepen gebruiken SCOL voor het juist in kaart 5

6 brengen van de sociale vaardigheden. Dit laatste gebeurt zowel individueel als op groep- en schoolniveau. Uit deze gegevens kan zonodig een groepsplan opgesteld worden. 7.2 Basisondersteuning Wanneer leerlingen door een bepaalde oorzaak zich niet of minder snel ontwikkelen op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling (al dan niet als gevolg van een aanwijsbare aangetoonde oorzaak als bijvoorbeeld ADHD, autisme gerelateerde stoornissen/ass of anderszins), dan is het aan de leerkrachten om deleerlingen hierin specifiek te begeleiden. Met name door de steeds grotere kennis die hierover beschikbaar komt en de steeds hogere eisen die de maatschappij aan de scholen stelt om dezeleerlingen te begeleiden, is het van belang om hierin continu te blijven scholen en te ontwikkelen. Begeleiding en ondersteuning kunnen bieden is geen "vast" gegeven, maar zal steeds moeten worden afgestemd op de specifieke ondersteuningsbehoeften van het kind. Daarbij komt dat door wisselingen in personele bezetting de ondersteuningsmogelijkheden ook kunnen wisselen. Het hieronder genoemde aanbod geeft dan ook vooral een indicatie weer van de ondersteuning die we in principe kunnen bieden, gerelateerd aan onze ondersteuningsstructuur. Begeleiding zal altijd afgestemd worden in overleg met de ouders en moet passen binnen de mogelijkheden van de school. Wij kunnen nu de volgende ondersteuning realiseren op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling: 1. ADHD Herkennen, opstellen begeleidingsplan, structurele aanpak in de klas, al dan niet met externe ondersteuning. 2. ASS Herkennen, bieden van veiligheid en een vaste structuur in de reguliere klassensituatie. 3. Meerkunners en hoogbegaafdheid Herkennen, aansluiten bij hun ontwikkelbehoeften in de klas, hulp ouders bij een eventuele plaatsing in een externe plusklas. 4. Faalangst en concentratieproblemen Herkennen, gerichte begeleiding door individuele gesprekken door interne coach of leerkracht 5. Pestgedrag Herkennen, aanpak via de vier-stappen van Marietje Kessel. Voorbeeldgedag leerkrachten, gevoelsthermometer, bespreken pauzegedrag door leerlingen onderling onder begeleiding van. 6

7 7.3 Extra ondersteuning In een aantal gevallen hebben leerlingen behoefte aan meer specialistische ondersteuning. Zo nodig wordt nader onderzocht welke ondersteuning nodig is. In overleg met het Ondersteuningsteam van de scholengroep (OTG) wordt een arrangement opgezet. Daarin worden doorgaans de volgende punten opgenomen: het ter beschikking stellen van deskundige en/of middelen en duidelijke werkdoelen. In goed overleg met de ouders wordt dit opgenomen in het groeidocument. Op Obs de Snip is het mogelijk om ondersteuning te bieden op diverse specialismen, mits hiervoor voldoende extra ondersteunigsmogelijkheden (arrangementen) beschikbaar zijn en uiteraard in nauw overleg met ouders en externe deskundigen en afhankelijk van het specifieke kind en de leerkracht. 8. Ondersteuning lezen en spelling Basiskwaliteit We besteden veel aandacht aan het leesonderwijs. We hanteren een doorgaande lijn in zowel Technisch als Begrijpend lezen. In groep 1-2 worden voorbereidende activiteiten gedaan en in groep 3 wordt begonnen met het leren lezen. In groep 3 maken we gebruik van de methode Veilig Leren Lezen. Deze methode biedt zowel het lezen als schrijven geïntegreerd aan. Na het aanvankelijk lezen in groep 3, wordt er in groep 4, 5 en 6 veel tijd en aandacht besteed aan het Voortgezet Technisch Lezen. Hiervoor maken we gebruik van de methode Estafette. Ook wordt er dagelijks geoefend met het lezen van woordrijtjes. Op dit moment maakt de huidige Obs de Snip voor het begrijpend lezen gebruik van de methode Tussen de Regels en de CITO-hulpboeken. Op Obs Oude Niedorp wordt gebruik gemaakt van de methode Alles in 1 en de CITO hulpboeken. Er is op dit moment nog niet gekozen voor een methode die op de nieuwe fusieschool gebruikt gaat worden. 8.2 Basisondersteuning De basiskwaliteit van de school is van voldoende niveau om de meeste leerlingen een ruim voldoende leesvaardigheid te laten verwerven. We toetsen het begrijpend en technisch lezen met behulp van de CITO toetsen en de methodegebonden toetsen. Deze laten zien wanneer een leerling (on)voldoende leesvorderingen maakt. Wanneer er sprake is van een stagnatie of juist een versnelling in de leesontwikkeling, dan krijgen deze leerlingen een verlengde, intensievere instructie van de leerkracht of een ander aanbod. Wij zijn er op gericht dyslexie tijdig te herkennen en kunnen leerlingen vanaf groep 1-2 gericht ondersteunen. 8.3 Extra ondersteuning Voor leerlingen die ondanks de uitbreiding van de instructie en oefentijd onvoldoende vorderingen maken stellen we een groepsplan op. Deze leerlingen komen in de niveaugroep 7

8 instructieafhankelijke leerlingen. Minimaal drie maal per week krijgt de leerling extra ondersteuning van zijn/haar eigen leerkracht met behulp van de materialen van Ralfi en Connect. In totaal gaat het om tenminste één uur per week. Door de inzet van leerkrachten, gespecialiseerde (lees)hulpouders en een gerichte planning in de groep kunnen we deze inzet structureel waarborgen. Daarnaast kunnen we het programma Kurzweill inzetten voor leerlingen met leesproblemen. Afhankelijk van de vooruitgang die de leerling boekt, brengen we door deze werkwijze ook in kaart of er mogelijk sprake is van een ernstig leesprobleem of leesstoornis. Het kan zijn dat er behoefte is aan een tijdelijk behandeltraject buiten de school. Het monitoren van kinderen begint al in de kleutergroepen, waarbij we naast observaties, huisbezoeken en gerichte toetsing ook het instrument OVM-JK gebruiken om signalen van taalachterstanden of een taalvoorsprong vast te leggen. Op het moment dat we signalen krijgen van mogelijke dyslexie, wordt gestart met specifieke ondersteuning, waarbij ook de ouders worden geïnformeerd. Om daadwerkelijk vast te stellen of er sprake is van dyslexie, toetsen we kinderen vanaf groep 6, conform het landelijk vastgestelde dyslexieprotocol. Leerlingen waarbij het vermoeden bestaat van dyslexie worden alwel als zodanig geholpen voordat een eventuele verklaring binnen is. Dit dyslexieonderzoek kan zowel op school, door de intern begeleider, of buiten school, door een extern bureau, uitgevoerd worden. 9. Ondersteuning rekenen en wiskunde Basiskwaliteit Over het algemeen ontwikkelen leerlingen voldoende rekenvaardigheden met het onderwijsaanbod uit de reguliere methode. De referentieniveaus geven vulling aan de inhoud en moeilijkheid. Voor het basisonderwijs geldt het streefniveau (1S) en fundamenteel niveau (1F). In de kleutergroepen werken we met dagelijkse observaties en met behulp van de OVMJK volgen we de ontwikkeling van jonge kinderen. We sluiten aan bij de onderwijsbehoeften door een beredeneerd aanbod van rekenactiviteiten. Op dit moment werkt de huidige Obs de Snip met de methode 'Wereld in Getallen' (oude versie) en Obs Oude Niedorp met de methode 'Alles Telt'. Dit zijn beide realistische rekenmethodes. Dat betekent dat de methode uitgaat van situaties in het dagelijks leven en niet alleen rijtjes sommen aanbiedt. Binnen een bepaald thema worden er in leerblokken steeds aangeleerde vaardigheden herhaald, waarna de stof met een nieuw rekenonderdeel wordt aangevuld. Zo ontstaat stap voor stap inzicht in de rekenstof. Kinderen worden ingedeeld in drie niveaus, waarbij de leerkracht de kinderen specifieke instructie en verwerking geeft. Na ieder blok wordt door middel van een toets bekeken of de leerling de stof beheerst. Afhankelijk van de uitkomst van de toets, krijgt de leerling gerichte oefeningen, die aansluiten bij zijn of haar niveau. Kinderen die de stof al goed beheersen krijgen in een aantal gevallen een aparte aanpak, waarbij er gedifferentieerd wordt op tempo, inhoud en hoeveelheid. 8

9 9.2 Basisondersteuning Door het structureel werken op drie niveaus bij de reguliere basisondersteuning is het aanbod voor elke leerling zo passend mogelijk gemaakt. Door het aanbieden van aparte leerliijnen, extra oefenstoef, extra instructie of juist extra uitdagende opdrachten worden de leerlingen gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen. De intern begeleider wordt ingezet om mee te denken over de meest effectieve aanpak. 9.3 Extra ondersteuning Als blijkt dat een leerling onvoldoende baat heeft bij het aanbod uit de reguliere methode wordt er een diagnostisch onderzoek gestart om de problematiek verder in kaart te brengen. Belangrijk daarbij is om te achterhalen of er sprake is van een begripsprobleem of een automatiseringsprbleem, daarnaast wordt er ook onderzocht waar er eventuele hiaten zitten. Als het probleem is vastgesteld kan er met behulp van een individueel arrangement gewerkt worden aan de verdere ontwikkeling en wegwerken van de opgelopen achterstand en hiaten. Voor een deel kan hier de gebruikte methode voor worden ingezet. Een deel van de leerstof wordt dan opnieuw aangeboden of extra ingeoefend. Daarnaast kan ook een remedierende methode als 'Met Sprongen Vooruit!' ingezet worden. Dit alles wordt vastgelegd in een handelingsplan, uiteraard in samenspraak met de ouders. De intern begeleider ondersteunt de leerkracht hierbij. Met ingang van 1 augustus 214 heet dit plan een handelingsgericht groeidocument. 1. Grenzen aan ondersteuning Obs de Snip besteedt veel aandacht aan het begeleiden van leerlingen met een bijzondere ondersteuning. Ouders worden hierbij tijdig en proactief betrokken. In samenspraak met de ouders wordt er een ondersteuningsarrangement opgesteld. Als reguliere school kan het echter ook voorkomen dat we tegen de grenzen van ondersteuning aanlopen. Deze grenzen worden bereikt als: - een leerling zoveel begeleiding en aandacht van de leerkracht vraagt dat dit ten koste gaat van de aandacht voor de overige leerlingen; -er ondanks de geboden specifieke ondersteuning geen sprake van ontwikkeling is, maar sprake van blijvende stilstand of achteruitgang; -een leerling niet meer te sturen is; -een leerling zo agressief is dat de veiligheid van andere leerlingen en/of de leerkracht in het geding is. 9

10 Wanneer de grens van onze ondersteuning bereikt is, gaan we,zoals eerder aangegeven, over naar het niveau van bovenschoolse ondersteuning. 11. Professionalisering Obs de Snip heeft als visie de basiskwaliteit van de leerkrachten zo hoog mogelijk te houden. Iedere leerkracht heeft daarom een Persoonlijk Ontwikklings Plan (POP), dat jaarlijks in overleg met de directie wordt vastgesteld. Door functioneringsgesprekken, observaties, eigen behoeften en de behoeften van de school wordt het POP gevormd. De leerkrachten zijn zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van hun I-map. Op schoolniveau is er de komende periode gerichte teamscholing op het gebied van (hoog)begaafdheid (NOVILO), dit is op basis van de kaders en afspraken binnen het SWV. In verband met de komende fusie is het schoolontwikkelplan (SOP) voor beide scholen als 1 plan geschreven. In het schoolontwikkelplan staat aangegeven welke ontwikkelingsonderwerpen er worden opgepakt: werken aan de samnwerking en het verbeteren van de professionele cultuur tussen beide teams, het verbeteren van de opbrengsten waarbij het begrijpend lezen speciale aandacht heeft en ICT een prominentere plek binnen ons onderwijs geven. Daarnaast heeft de huidige Obs de Snip nog een apart ontwikkelpunt gericht op het verbeteren van de professionele cultuur en communicatie. De Medezeggenschapsraden van beide scholen hebben een positief advies gegeven over dit schoolontwikkelplan. Mocht u na het lezen van dit schoolondersteuningsprofiel nog vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen. We gaan graag met u in gesprek. november 213 Obs Oude Niedorp, Annemieke Zuiker, directeur Obs de Snip, Judith Bakker, directeur 1