Handboek Examinering Leeuwenborgh

Transcriptie

1 Handboek Examinering Leeuwenborgh Document 5.2: Het Examenreglement

2 5.2. Het Examenreglement van Leeuwenborgh Het voorliggende examenreglement is geldig voor de reguliere MBO-opleidingen. Daar waar dit examenreglement strijdig is met de examenreglementen die zijn opgesteld door de overheid of andere organen in een hogere hiërarchie, gelden de regels die zijn opgesteld door deze organen. Voor de centrale examens van de generieke onderdelen gelden aanvullend op dit reglement de regels die zijn opgenomen in het door de minister van Onderwijs vastgestelde protocol. Dit protocol is als bijlage aan dit reglement toegevoegd. Voor opleidingen met een sterk afwijkende regeling wordt/is een aangepast examenreglement opgesteld. 1 Het examenreglement

3 1. De regeling van het examen De inrichting van de examinering wordt verantwoord in de Examenregeling in dit examenreglement als ER weergegeven. Waar gesproken wordt over examen is er sprake van: een kwalificerende beoordeling, het examen kan uit verschillende onderdelen (exameneenheden) bestaan. Art. 1.1 Toegang examen Art. 1.2 Aanwezigheid ; De onderwijsdeelnemer Degene die aan een onderwijsinstelling als deelnemer is ingeschreven, heeft toegang tot de examenvoorzieningen. De deelnemer dient zich hiertoe te legitimeren met zijn Leeuwenborgh-pas of een ander door de wetgever erkend legitimatiebewijs. Aan de toegang kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld. Indien dit het geval is, dan worden deze voorwaarden beschreven in de Examenregeling (ER) van de betreffende opleiding. Lid 2; De examendeelnemer (extraneus) Degene die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wenst te worden toegelaten, kan (dient) zich als examendeelnemer (te) laten inschrijven. Deelnemers zijn verplicht deel te nemen aan de examens, waarvoor zij zijn ingeschreven. Deelnemers die aan een examen niet hebben deelgenomen, kunnen aan de examencommissie een verklaring overleggen waarop de reden van het verzuim is vermeld. De examencommissie oordeelt pas dan over de geldigheid van het verzuim, indien de deelnemer bij de resterende gelegenheid geen voldoende voor het betreffende examen heeft behaald. Deelnemers die een geldige reden hebben, krijgen alsnog de gelegenheid om aan het examen deel te nemen. Voor deelnemers die geen geldige reden hebben is de verzuimde examengelegenheid geldig. Onder afwezigheid met geldige reden wordt verstaan afwezigheid wegens ziekte van de deelnemer, welke ziekte uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een gedagtekende verklaring van een arts, en afwezigheid wegens bijzondere familieomstandigheden, dan wel andere vormen van overmacht. 2 Het examenreglement

4 Art. 1.3 Vrijstelling 1.3a Vrijstellingen examenonderdelen Nederlandse taal, rekenen en Engels De deelnemer kan op grond van het voor hem geldende examenbesluit vrijgesteld worden van deelname aan het examenonderdeel/de exameneenheid. Het voor de deelnemer geldende examenbesluit is benoemd in de examenregeling. De deelnemer dient daartoe een schriftelijk verzoek in bij de examencommissie. 1.3b Vrijstelling instellingsexamen De deelnemer kan een verzoek tot vrijstelling van een instellingsexamen indienen bij de examencommissie. De examencommissie beslist hierop met inachtneming van de kwalificatie-eisen die zijn opgenomen in het kwalificatiedossier van de beroepsopleiding waarin examen wordt gedaan. Lid 2 Het eerste lid is niet van toepassing op het examenonderdeel Nederlandse taal en het examenonderdeel Engels. Lid 3 De vrijstelling kan alleen worden verleend voor de examens zoals deze zijn genoemd in het EP (examenplan) horend bij het cohort waarvoor de deelnemer is ingeschreven. Het examenplan is opgenomen in de ER. Lid 4 Indien de examencommissie vrijstelling heeft verleend op grond van het eerste tot en met het derde lid van dit artikel, telt het resultaat voor het eerder afgelegde instellingsexamen mee bij het bepalen van de eindwaardering, bedoeld in artikel 15 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs. Lid 5 De examencommissie kan op verzoek van de betrokkene op basis van het beoordelen van bewijzen van ervaringscertificaten (EVC) overgaan tot diplomering, dan wel certificering. De bewijsstukken die hieraan ten grondslag liggen mogen bij aanvang van het traject niet ouder zijn dan twee jaar. Art. 1.4 ER (Examenregeling) In de ER is een overzicht opgenomen van de examens in relatie tot het kwalificatiedossier van de betreffende opleiding. 3 Het examenreglement

5 Art. 1.5 Onregelmatigheid Art. 1.6 Inspectie Art. 1.7 Uitslag en Eindwaardering De examencommissie kan maatregelen treffen tegen deelnemers die ten aanzien van examens onregelmatigheden plegen. Voordat de maatregel wordt opgelegd, wordt de deelnemer gehoord door de voorzitter of een door de voorzitter gemandateerd lid van de examencommissie. De meerderjarige deelnemer kan zich laten bijstaan door een meerderjarige; de minderjarige deelnemer laat zich vergezellen door een wettelijk vertegenwoordiger. Lid 2 Omschrijving onregelmatigheid : Het al of niet willens en wetens, door exameninstituut, examinator of examendeelnemer manipuleren van eisen, procedure, weergave, instructie en/of richtlijnen, tijdens een examen of een deel daarvan, waardoor een ander resultaat ontstaat dan waarvoor de examinering bedoeld is. Lid 3 De maatregelen bedoeld in dit artikel kunnen zijn: ongeldigheidverklaring van de uitslag van het betreffende examen; het toekennen van het cijfer 1 voor het betreffende examen; uitsluiting van (verdere) deelname aan examens. De inspectie houdt namens de minister toezicht op de kwaliteit van het onderwijs en de examinering De voorlopige uitslag van elk instellingsexamen wordt door de beoordelaar bij voorkeur binnen 10, doch maximaal binnen 15 schooldagen na afname van het examen bekendgemaakt. Lid 2 a. Het onder lid 1 bekendgemaakte resultaat geldt als definitief na 15 schooldagen na bekendmaking van het resultaat tenzij de examencommissie binnen die termijn een onderzoek heeft ingesteld naar het betreffende examen. b. De examencommissie kan een onderzoek instellen naar een examen indien: met betrekking tot het examen een klacht of bezwaar is ingediend bij de examencommissie op het proces-verbaal aantekeningen zijn gemaakt die nader onderzoek vereisen indien het examen op basis van steekproefvereisten nader wordt onderzocht Lid 3 De eindwaardering voor een generiek examenonderdeel wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 4 Het examenreglement

6 Lid 4 De eindwaardering voor een specifiek examenonderdeel wordt uitgedrukt op de wijze, genoemd in het derde lid, of met een waardering uit een reeks: a) die in ieder geval de waarderingen «onvoldoende», «voldoende» en «goed» bevat; en b) waarin tevens uitsluitend de waarderingen «zeer slecht», «slecht», «ruim onvoldoende», «ruim voldoende», «zeer goed» en «uitmuntend» kunnen worden opgenomen. Zie ook Art. 1.7 lid 8. Lid 5 Indien een examenonderdeel uitsluitend bestaat uit een centraal examen dan wel een instellingsexamen, is de waardering voor dat onderdeel tevens de eindwaardering voor dat onderdeel. Lid 6 Indien een examenonderdeel bestaat uit zowel een centraal examen als een instellingsexamen, bepaalt de examencommissie de eindwaardering voor dat onderdeel op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het instellingsexamen en het cijfer voor het centraal examen. Vervolg Art. 1.7 Uitslag en Eindwaardering Lid 7 In afwijking van het eerste lid wordt de eindwaardering voor het onderdeel loopbaan en burgerschap uitgedrukt in «niet voldaan» of «voldaan». Lid 8 Als norm voor de beroepsgerichte examenonderdelen hanteert Leeuwenborgh de driepuntsschaal zoals onder lid 4a is aangegeven. Lid 9 Een deelcijfer van een examen wordt vastgesteld op één decimaal. Het eindcijfer van een examen wordt vastgesteld op een geheel getal. Bij afronding worden de volgende regels gehanteerd: een eindcijfer wordt afgerond op een geheel getal conform de regel: bij een breuk groter of gelijk aan 0,5 afronden naar boven, bij een breuk kleiner dan 0,5 afronden naar beneden; een deelcijfer wordt bepaald op 1 decimaal, waarbij de tweede decimaal wordt afgekapt. 5 Het examenreglement

7 Art. 1.8 Diplomering en Certificering In de ER zijn de regels voor slagen opgenomen. Eveneens is aangegeven welke onderdelen van de opleiding in de beroepspraktijkvorming worden gerealiseerd en hoe deze onderdelen worden beoordeeld. Bewijsstukken Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, reikt de examencommissie een bewijsstuk uit. Dit bewijsstuk kan ook in digitale vorm worden verstrekt. Indien het examen een certificeerbare eenheid betreft, reikt de examencommissie een schoolcertificaat uit indien de deelnemer bij het verlaten van de opleiding daartoe verzoekt. Een deelnemer kan gediplomeerd worden indien alle examenonderdelen zijn behaald, dan wel op basis van het beoordelen van bewijzen van ervaringscertificaten (EVC) voldaan is aan de eisen voor diplomering. Ten bewijze dat alle examens met goed gevolg zijn afgelegd reikt de examencommissie een diploma en bijlagen uit. Voor deelnemers vanaf cohort 2012 een diploma en resultatenlijst. De in de examenregeling opgenomen slagingsregels zijn gebaseerd op het betreffende artikel(en) in het examenbesluit. Art. 1.9 Herkansing Indien een deelnemer een examen niet met goed gevolg heeft afgerond, heeft de deelnemer het recht op één nieuwe gelegenheid om het examen af te leggen. Indien een examen opnieuw wordt afgelegd geldt de hoogste beoordeling voor de bepaling van de (eind)uitslag. In de examenjaarplanning van de opleiding is aangegeven wanneer een examengelegenheid wordt aangeboden. Is de herkansing niet te realiseren binnen de in de onderwijsovereenkomst opgenomen opleidingsduur, dan dient de herkansing op een dusdanig tijdstip te worden afgenomen, dat de deelnemer, mede gelet op de duur die nodig is voor de beoordeling van de herkansing, de mogelijkheid heeft, in te stromen in het vervolgonderwijs. Lid 2 In afwijking van het onder lid 1 gemelde dient de deelnemer binnen de in de OER opgenomen opleidingsduur een herkansing te kunnen afleggen voor de generieke examenonderdelen. Lid 3 Het bevoegd gezag adviseert de deelnemer die na de extra examengelegenheden niet is geslaagd voor het examen over de voortgang van de opleiding. 6 Het examenreglement

8 2. De organisatie van het examen Art. 2.1 Examencommissie Art. 2.2 Assessor/ beoordelaar Art 2.3 Deelname aan examen Art. 2.4 Hulpmiddelen Het bevoegd gezag heeft ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens een examencommissie (per sector) ingesteld. De examencommissie informeert de deelnemer over de samenstelling van deze commissie en het adres waar deze bereikbaar is. De sectordirecteur wijst de assessoren / beoordelaars intern of extern aan, op basis van een lijst met gecertificeerde assessoren / aspirant assessoren en met een aantoonbare deskundigheid op de inhoud van de betreffende exameneenheid. Deelname aan een examen verloopt volgens de geldende procedure. Deelnemers worden via de exameninstructies op de hoogte gebracht van de hulpmiddelen die zij bij de examens mogen gebruiken. Art. 2.5 Planning Art. 2.6 Laatkomers Art. 2.7 Inzagerecht, recht op bespreking Deelnemers worden uiterlijk één week vóór de vastgestelde examendatum geïnformeerd over tijdstip en locatie. Deelnemers die te laat komen worden niet tot het examen toegelaten. In geval van overmacht dient de deelnemer te handelen conform artikel 1.2 van dit reglement. Bij een individueel af te leggen examen is het, in geval van overmacht, aan de examinator/assessor om te bepalen of er nog voldoende mogelijkheden zijn tot het afleggen van het examen. De deelname aan het examen vindt onder voorbehoud plaats (zie Lid 2). Lid 2 Over de geldigheid van het onder lid 1, na toelating door de examinatoren / assessoren, afgelegde examen beslist de examencommissie. Werkstukken van deelnemers worden, indien de aard of omvang van die werkstukken dat toelaat, tezamen met de examenopgaven en beoordelingscriteria door het bevoegd gezag bewaard. De bewaartermijn bedraagt zes maanden. De termijn gaat in na de einduitslag van het betreffende examen. Gedurende deze periode hebben rechthebbenden (ouder*, werkgever) recht op inzage en heeft de deelnemer (als uitgangspunt) eenmalig recht op bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling. Na afloop van deze periode komt het materiaal toe aan het bevoegd gezag. Bij digitaal afgenomen examens bestaat de kans dat er slechts in beperkte mate inzage kan worden geboden in het examen. * opmerking t.a.v. recht op inzage door ouder: bij een meerderjarige deelnemer wordt dit recht op inzage enkel verleend met toestemming van de deelnemer. Art. 2.8 Geheimhouding Eenieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking 7 Het examenreglement

9 Art. 2.9 Aangepaste wijze van examinering voortvloeit. Ten aanzien van specifieke doelgroepen kan de examencommissie toestaan dat een examen in afwijkende vorm wordt afgenomen. Het niveau en de doelstelling van het aangepaste examen mogen niet anders zijn dan de beoogde doelstellingen en het niveau van het oorspronkelijke examen. In het document HE document 5.7 Aangepaste wijze van examineren zijn richtlijnen voor aangepaste examens voor deelnemers met een beperking opgenomen. 8 Het examenreglement

10 3. Bezwaar en beroep Art. 3.1 Bezwaar Art. 3.2 Beroep Art. 3.3 Verzending beroepschrift Art. 3.4 Inhoud beroepschrift Art. 3.5 Termijn voor indienen Indien een deelnemer het niet eens is met de gang van zaken tijdens het examen, met het resultaat van het examen of met een besluit van de examencommissie, kan de deelnemer schriftelijk bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Dit bezwaar dient binnen 10 schooldagen na afname van het examen te worden ingediend. In geval het een bezwaar tegen het resultaat of een besluit van de examencommissie betreft, binnen 10 schooldagen na het bekendmaken van het resultaat of het besluit. Bij het oneens zijn met het resultaat van het examen, wordt de deelnemer in de gelegenheid gesteld binnen de termijn van 10 schooldagen gebruik te maken van het recht op inzage en bespreking volgens art De examencommissie handelt het bezwaar zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 6 werkweken af. De beslissing op het bezwaar wordt schriftelijk aan de deelnemer en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger meegedeeld. Een deelnemer kan tegen een beslissing van de examencommissie inzake een ingediend bezwaar, zoals bedoeld in artikel 3.1, schriftelijk in beroep gaan bij de Commissie van Beroep voor de examens. De commissie van beroep stelt de examencommissie op de hoogte van het ingestelde beroep. Zie ook het document HE 5.3. Reglement Commissie van Beroep voor de Examens ROC Leeuwenborgh. De deelnemer stuurt het beroepschrift aan de commissie van beroep. (Adres: Commissie van Beroep inzake examenaangelegenheden, Postbus 1825, 6201 BV Maastricht. Vergewis je voor verzending altijd van het actuele adres.) De ambtelijk secretaris voorziet het beroepschrift van een dagstempel. De dagstempel toont de datum waarop het beroep is ingediend en is doorslaggevend bij de vaststelling van de termijnen zoals bedoeld in artikel 3.5 van dit reglement. Het beroepschrift houdt in: - Naam, adres, ov-nummer en geboortedatum van de indiener; - de opleiding die door de indiener wordt gevolgd; - de datum van indiening; - een omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen beroep wordt ingediend (kopie van de beslissing van de examencommissie meesturen); - de gronden van het beroep; - In geval van minderjarigheid dient het beroep medeondertekend te worden door de wettelijk vertegenwoordiger van de deelnemer. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt 2 weken. De termijn vangt aan op de dag na de dag waarop de maatregel of beslissing van de examencommissie is bekendgemaakt. Art. 3.6 Termijnen uitspraak beroep De commissie van beroep beslist binnen 4 weken na ontvangst van het beroepschrift. De commissie kan de termijn eenmaal verlengen met een maximum van twee weken. De beslissing op het beroep wordt schriftelijk aan de deelnemer en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger en de betrokken examencommissie meegedeeld. 9 Het examenreglement

11 4. Centrale examinering Art. 4.1 Centrale Examinering Ten behoeve van de centrale examinering van enkele generieke examenonderdelen heeft de minister voor Onderwijs aan het College voor Toetsen en Examens de verantwoordelijkheid voor de regelgeving betreffende de afname van deze examens opgedragen. Deze regelgeving is vastgelegd in het door de minister van Onderwijs vastgestelde Regeling examenprotocol centrale examinering mbo. Deze regeling is als bijlage aan het examenreglement toegevoegd en maakt onverkort deel uit van dit examenreglement. Op grond van deze regeling is het mogelijk dat voor de centrale examens afwijkende regels gelden. In die gevallen kan de deelnemer zich niet beroepen op de regels zoals deze voor de instellingsexamens gelden. Lid 2 De centrale examens worden afgenomen in de tweede helft van de opleiding. Voor opleidingen met een nominale studieduur van minder dan 24 maanden vindt de centrale examinering plaats in de laatste twaalf maanden van de opleiding. 5. Ondertekening waardepapieren Art. 5.1 Ondertekening Diploma/ Certificaat Het diploma/schoolcertificaat wordt namens de examencommissie ondertekend door de voorzitter van de examencommissie. 10 Het examenreglement

12 6. Studievertraging Art. 6.1 Generieke examenonderdelen Als er sprake is van een vertraging in de studie direct aansluitend aan de reguliere studieduur, blijven de behaalde resultaten geldig. Lid 2 Als er sprake is van een vertraging gekoppeld aan een onderbreking van de inschrijving, dan dient rekening te worden gehouden met de geldigheidstermijn van 2 jaar. Zie ook art. 1.3 Vrijstelling Lid 3 Met betrekking tot diplomering geldt dat het jaar waarin het diploma wordt uitgegeven bepalend is of het behaalde resultaat meegewogen wordt in de diplomering. Art. 6.2 Beroepsgerichte Examenonderdelen Beroepsgerichte examenonderdelen en de daar onder vallende deelexamens hebben een geldigheidsduur van 2 jaar gerekend vanaf de datum waarop de opleiding, op basis van de normatieve studieduur zou zijn beëindigd. 7. Slotbepaling Art. 7.1 Slotbepaling In geval van omstandigheden waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bevoegd gezag in samenspraak met de examencommissie. 11 Het examenreglement

13 Bijlage: Regeling examenprotocol centrale examinering mbo 12 Het examenreglement

14 Regeling van het College voor examens van 17 juni 2014, nummer CvE , houdende vaststelling van het examenprotocol centrale examinering in het mbo (Regeling examenprotocol centrale examinering mbo) Het College voor examens, Gelet op artikel 3 van de Wet College voor examens; het Examenbesluit beroepsopleidingen WEB artikel 6, eerste lid onderdeel j. Gezien de goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gegeven op 4 juli , nummer ; Besluit: Artikel 1. examenprotocol Het examenprotocol, bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel j van het Examenbesluit beroepsopleidingen WEB, wordt vastgesteld als opgenomen in de bijlage bij deze regeling. Artikel 2. bekendmaking De regeling zal met de bijlage en toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlage kan ook geraadpleegd worden op Examenbladmbo.nl. Artikel 3. inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus Artikel 4. citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling examenprotocol centrale examinering mbo. Het College voor examens, Namens deze, de voorzitter, H.W. Laan Bijlage behorende bij artikel 1 van de Regeling examenprotocol centrale examinering mbo, van 17 juni 2014, nummer CvE Het examenreglement

15 Examenprotocol centraal examen taal en rekenen mbo Bij de afname van examens zijn diverse functionarissen van de onderwijsinstelling betrokken. In dit protocol worden de volgende (groepen van) examenbetrokkenen onderscheiden, met een korte omschrijving van de betrokkenheid bij de centrale examens. Eén persoon kan meerdere rollen of functies vervullen.. contactpersoon Examencommissie door het bevoegd gezag aangewezen functionaris die het aanspreekpunt is namens de examencommissie.. examencommissie het bevoegd gezag van een instelling of exameninstelling stelt, al dan niet in samenwerking met een of meer bevoegde gezagsorganen van andere instellingen, een examencommissie in ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens voor elke door de instelling verzorgde opleiding of voor groepen van opleidingen. 1). medewerker functionaris van de instelling die onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie betrokken is bij de centrale examens, zoals surveillanten, medewerkers examenbureau, roostermakers, etc.. deelnemers de term deelnemer is synoniem aan de in de WEB gebruikte term deelnemer en heeft betrekking op de deelnemer die het centraal examen aflegt. (1) De examencommissie kan de uitvoering van de haar in dit protocol toebedeelde taken mandateren, maar blijft eindverantwoordelijke voor deze taken. (2) De examencommissie draagt de medewerkers op om de werkzaamheden met inachtneming van dit protocol te verrichten en ervoor te zorgen dat de geheimhouding van de examenopgaven niet geschonden wordt. Hierbij gelden de volgende richtlijnen: Onder geheimhouding van de opgaven van een digitaal centraal examen wordt het volgende verstaan: a. de opgaven zijn slechts toegankelijk voor de deelnemer tijdens de examenzitting waaraan hij deelneemt; b. door de deelnemer gemaakte notities mogen door de deelnemer niet worden meegenomen, de examencommissie zorgt ervoor dat deze notities vernietigd worden; c. de opgaven zijn slechts toegankelijk voor medewerkers van de school voor zover dat en op het moment dat dit noodzakelijk is voor de afname; d. het is niet toegestaan om een papieren uitdraai te maken van het gemaakte centraal examen; e. het is verboden apparatuur waarmee foto s van examenopgaven gemaakt kunnen worden (zoals smartphones en tablets), al of niet met de mogelijkheid om in verbinding te staan met het internet, mee te nemen naar de examenzitting. De examencommissie wordt geacht de medewerkers van de eigen instelling op te dragen om:. bovenstaande bepalingen in acht te nemen;. elk centraal ontwikkeld examen uitsluitend te gebruiken voor het doel waarvoor het bestemd is, te weten als centraal examen;. Dat betekent dat oefenen met centrale examens niet is toegestaan. Hiervoor mogen alleen de voorbeeldexamens gebruikt worden. Ook is het niet toegestaan om de digitale examens (klassikaal) met de deelnemers te bespreken.. te voorkomen dat examenopgaven en/of examenafnames worden gefotografeerd/gefilmd en/of registraties (zoals (digitale) schermafdrukken) daarvan zonder toestemming van het College voor examens worden gemaakt dan wel verspreid;. te voorkomen dat deelnemers tijdens een afname toegang hebben tot een of meerdere andere examens dan voor die betreffende afname ingepland staat;. De toetsleider zorgt er voor dat er per deelnemer per vak maar één variant ingepland staat. Tevens zorgt de toetsleider er voor dat ingeplande examens pas vlak voor de afname vrijgegeven worden, zodat de deelnemer op het moment van afname geen andere toets kan openen dan de alleen het voor dat tijdstip ingeplande centraal ontwikkelde examen. 1) Het bevoegd gezag stelt één of meer examencommissies in conform art van de WEB. 14 Het examenreglement

16 . geen informatie, in welke zin dan ook, over de inhoud van enig centraal examen met anderen uit te wisselen.. Dientengevolge is het docenten niet toegestaan om via forums op het internet te discussiëren over opgaven. Handelwijze vooraf (3) Elk jaar voor 1 augustus maakt het bevoegd gezag aan het CvE bekend wie als contactpersoon examencommissie voor het CvE aanspreekpunt is. (4) De examencommissie zorgt ervoor dat alle deelnemers ruim voor aanvang van de examenperiode juist en volledig zijn geïnformeerd over de wijze van examinering, de wijze waarop wordt omgegaan met afwezigheid (met of zonder geldige reden), te laat komen en onwel worden. Hetzelfde geldt voor het vooraf informeren van deelnemers over de regels ten opzichte van fraude en toegestane hulpmiddelen. (5) De examencommissie is verantwoordelijk voor: de planning van de afnames binnen de examenperiode; het tijdig informeren van de deelnemers over het afnametijdstip; indien van toepassing: bepalen op welke computer een examen wordt klaargezet voor uitzonderingssituaties; Deelname (6) In geval van niet verschijnen van de deelnemer op een ingeroosterd afnamemoment, kan de examencommissie beslissen dat de deelnemer op een ander moment in dezelfde periode het examen mag afleggen zonder dat dit geldt als herkansing. (7) Onregelmatigheden tijdens een zitting Dit zijn situaties die ertoe leiden dat een individuele kandidaat of een aantal kandidaten de zitting niet kunnen afmaken. Voorbeelden hiervan zijn het onwel worden van een kandidaat of een aantal vastlopende computers die tijdens de geplande examenduur niet meer herstart kunnen worden. Dit type onregelmatigheid wordt op het proces-verbaal genoteerd en wordt gemeld aan de examencommissie. In zo n geval kan de examencommissie besluiten de afname ongeldig te verklaren en besluiten dat het examen opnieuw wordt afgenomen. Het besluit waarbij bedoelde maatregel wordt genomen, wordt, indien de deelnemer minderjarig is, tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de wettelijke vertegenwoordigers van de deelnemer. (8) Collectieve onregelmatigheden op zittingsniveau als gevolg van calamiteiten Een collectieve onregelmatigheid wordt veroorzaakt door omstandigheden die ertoe leiden dat een complete zitting voortijdig wordt afgebroken. Voorbeelden van calamiteiten die kunnen leiden tot collectieve ongeldigheidsverklaringen zijn een stroomstoring, langdurige ICTnetwerkproblemen die tijdens een zitting niet opgelost kunnen worden, de airconditioning die uitvalt waardoor het te warm in het lokaal wordt, een brandoefening, enzovoort. Dit type onregelmatigheid wordt op het proces-verbaal genoteerd en gemeld aan de examencommissie. Indien het centraal examen als gevolg van een calamiteit op zittingsniveau niet volgens de geldende regels is afgenomen ten aanzien van meerdere deelnemers, kan de examencommissie besluiten dat het geheel of gedeeltelijk voor die deelnemers opnieuw wordt afgenomen. Het besluit waarbij bedoelde maatregel wordt genomen, wordt in afschrift toegezonden aan de deelnemers en gemeld bij de Inspectie van het Onderwijs en, indien de deelnemers minderjarig zijn, aan de wettelijke vertegenwoordigers van de deelnemers. 15 Het examenreglement

17 (9) Onregelmatigheden begaan door een deelnemer A. Indien een deelnemer zich ten aanzien van enig centraal examen dan wel ten aanzien van een aanspraak op vrijstelling van het examenonderdeel Nederlandse taal of rekenen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de examencommissie maatregelen nemen. B. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een het centraal examen, b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan het centraal examen, c. het ongeldig verklaren van het reeds afgelegde centraal examen, d. het bepalen dat het diploma en de resultatenlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd centraal examen, door de deelnemer af te leggen in een volgend tijdvak. C. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen wordt, indien de deelnemer minderjarig is, tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de wettelijke vertegenwoordigers van de deelnemer. (10) Andere onregelmatigheden of gevallen van (vermoeden van) schending van geheimhouding Andere onregelmatigheden dienen te worden gemeld aan de Inspectie van het Onderwijs. Ook in gevallen van het (vermoeden van) fraude die mogelijk een schending van de geheimhouding met zich meebrengt, geldt een meldingsplicht aan de Inspectie van het Onderwijs en treedt de Beleidsregel niet op regelmatige wijze afnemen van het centraal examen in beroepsopleidingen in werking. Naar aanleiding van de melding kan de Inspectie van het Onderwijs op grond van artikel 11 van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB besluiten dat het centraal examen geheel of gedeeltelijk voor een of meer deelnemers opnieuw wordt afgenomen. Handelwijze bij vermoeden van fraude tijdens de afname (11) Indien een medewerker waarneemt dat een deelnemer zich schuldig maakt aan een frauduleuze handeling/onregelmatigheid stelt hij de desbetreffende deelnemer hier terstond van in kennis. (12) De deelnemer wordt als dat mogelijk is in staat gesteld om het werk af te maken. Dit om beroepsprocedures niet in de weg te staan. (13) Het voorval wordt beschreven op het proces-verbaal. (14) De examencommissie maakt ter stond melding bij de Inspectie van het Onderwijs en de Beleidsregel niet op regelmatige wijze afnemen van het centraal examen in beroepsopleidingen treedt in werking. Proces-verbaal (15) Van alle afnames gedurende de afnameperiode wordt een proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal wordt door de Inspectie van het Onderwijs gebruikt bij toezicht op de afname van de centrale examens mbo. In het proces-verbaal wordt in ieder geval vermeld: De namen en de handtekeningen van de medewerkers betrokken bij de afname; Welke deelnemers afwezig waren, te laat zijn gekomen of onwel zijn geworden tijdens de afname; Eventuele bijzonderheden zoals geluidsoverlast, onwel worden van deelnemers, voorvallen die met onregelmatigheden of (mogelijke) fraude in verband zijn gebracht; Het toestaan van bijzondere faciliteiten. Deelnemers met een beperking (16) Voor deelnemers met een beperking geldt de regeling Aangepaste wijze examineren van deelnemers met een beperking. Als voor een deelnemer deze regeling van toepassing is, dient hiervan in het proces-verbaal melding te worden gemaakt. 16 Het examenreglement

18 Afwezigheid (17) De examencommissie besluit welke maatregel(en) genomen wordt (worden) bij afwezigheid, waarbij het recht om minimaal eenmaal te mogen herkansen binnen de opleidingstijd in elk geval geldt. Te laat komen (18) De examencommissie bepaalt hoeveel een deelnemer te laat mag komen, mits dit maximaal een half uur na start van de afname van het examen betreft. Pas na deze door de examencommissie bepaalde tijd mogen deelnemers het examenlokaal verlaten. (19) De eindtijd blijft bij het te laat komen door de deelnemer gelijk, tenzij door de examencommissie anders wordt besloten. Onwel worden (20) Een eenmaal gemaakt examen kan achteraf niet ongeldig worden verklaard door een melding van de deelnemer. (21) Als een deelnemer tijdens de zitting onwel wordt, overlegt de examencommissie in eerste instantie met de deelnemer over de vraag of deze het examen kan voortzetten. (22) Als de deelnemer het examen niet kan afmaken, bestaan er twee opties: de examencommissie gaat tijdens de zitting na of de deelnemer het examen later op diezelfde dag kan voortzetten. Als dat het geval is moet de deelnemer in quarantaine blijven totdat het examen later op de dag voortgezet wordt. De examencommissie maakt hiervan melding in het proces-verbaal. Als voortzetting later op de dag of het in quarantaine houden van de deelnemer niet mogelijk is, besluit de Examencommissie conform de in regel (9) van dit protocolbeschreven bevoegdheden en legt dit besluit vast. Het bewaren van het gemaakte examenwerk (23) Het resultaat van het gemaakte examen wordt in het eigen administratiesysteem van de instelling bewaard. Het te bewaren examenwerk omvat de onder de verantwoordelijkheid van het CvE geleverde rapportage over de resultaten waarin per deelnemer de eindscore is gegeven. Deze gegevens worden tot een jaar na diplomering door de instelling bewaard. De wijze waarop deelnemers kunnen kennisnemen van de beoordeling (24) Voor deelnemers bestaat de mogelijkheid tot inzage in het eigen gemaakte werk (en niet tot de opgaven zelf), de antwoorden volgens het computersysteem en de score per vraag. De deelnemer kan zo controleren of de scoring van de eigen antwoorden met 0 of 1 overeenkomt met het antwoord volgens het computersysteem. In een separaat document wordt de procedure rondom deze inzage beschreven. De termijn waarin deelnemer dit verzoek om controle kenbaar kan maken aan de examencommissie van de instelling beslaat drie weken vanaf publicatie van de omzettingstabel. Klachten en beroep (25) De deelnemer kan met klachten over de afname van een centraal examen terecht bij de commissie van beroep van de betreffende instelling, zoals beschreven in het Examenreglement. (26) Met klachten over de (totstandkoming van) het cijfer voor een centraal examen kan de deelnemer een civielrechtelijke procedure starten. 17 Het examenreglement