Algemene bepalingen HOOFDSTUK Inleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Algemene bepalingen HOOFDSTUK Inleiding"

Transcriptie

1 HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen 1.1 Inleiding Hoofdstuk XV van de Gemeentewet, dat over de gemeentelijke belastingen handelt, is in vier paragrafen ingedeeld. Paragraaf 1 bevat algemene bepalingen, paragraaf 2 bevat bijzondere bepalingen omtrent de onroerendezaakbelastingen (OZB), paragraaf 3 bevat bijzondere bepalingen omtrent andere gemeentelijke belastingen dan de OZB en paragraaf 4 bevat bepalingen omtrent de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen. In hoofdstuk 1 behandelen wij de algemene bepalingen van paragraaf 1. In de algemene bepalingen is geregeld hoe gemeentelijke belastingen kunnen worden ingevoerd, gewijzigd en afgeschaft. In art. 216 is aangegeven dat de gemeenteraad beslist over invoering, wijziging of afschaffing van een gemeentelijke belasting, zulks door het vaststellen van een belastingverordening. In art. 217 is aangegeven welke onderwerpen in een belastingverordening moeten zijn geregeld. In art. 219 ten slotte is aangegeven dat de gemeenteraad slechts die belastingen mag invoeren die in de Gemeentewet of in een andere wet zijn genoemd. De gemeenteraad mag niet zelf nieuwe belastingen bedenken. Voorts is in art. 219 aangegeven dat gemeentelijke belastingen niet op het draagkrachtbeginsel mogen zijn gebaseerd. Afgezien hiervan mag de gemeenteraad zelf bepalen naar welke heffingsmaatstaven gemeentelijke belastingen worden geheven, tenzij in de wet specifieke voorschriften zijn opgenomen. Art. 218 tot en met 218b, die het preventieve toezicht op de gemeentelijke belastingverordeningen betroffen, zijn met ingang van 1 juli 1996 vervallen. Het preventieve toezicht is met ingang van die datum afgeschaft. Zie in dit verband ook paragraaf 1.2 hierna. 1.2 Wetsgeschiedenis; nieuwe wetgeving Hoofdstuk XV heeft zijn huidige vorm in grote lijnen gekregen met ingang van 1 januari 1995, toen de materiële belastingbepalingen van de Gemeentewet werden herzien. Bij de bedoelde wijziging zijn diverse voorstellen overgenomen van de Commissie tot herziening van het belastinggebied van provincies en gemeenten 1

2 1.2 Hoofdstuk 1 / Algemene bepalingen (Commissie-Christiaanse). 1 Zo werd onder meer de oppervlaktemaatstaf van de OZB afgeschaft, werden de baatbelasting en de bouwgrondbelasting samengevoegd tot één baatbelasting nieuwe stijl en werden de leges geïncorporeerd in de genotsrechten. Bij de wijziging van de materiële belastingbepalingen werd voor het eerst sinds 1971, 2 toen onder meer de gemeentelijke onroerendgoedbelastingen (OGB; thans OZB) werden geïntroduceerd, het belastinghoofdstuk van de Gemeentewet integraal herzien. Tegelijkertijd met de wijziging van de materiële belastingbepalingen van de Gemeentewet trad de Wet waardering onroerende zaken 3 (Wet WOZ) in werking. Door middel van deze wet is ook een van de voorstellen van de Commissie- Christiaanse, te weten uniformering van de waardemaatstaf en centrale waardering van onroerende zaken voor belastingdoeleinden door één overheidsorgaan, gerealiseerd. Anders dan voorheen is in hoofdstuk XV, paragraaf 1, geen opsomming meer opgenomen van de belastingen die gemeenten mogen invoeren. Een inhoudelijk verschil levert dit niet op. De belastingen die gemeenten mogen invoeren, worden nog altijd in de Gemeentewet genoemd. De desbetreffende bepalingen van de Gemeentewet zijn thans echter uitsluitend te vinden in de paragrafen 2 en 3 van hoofdstuk XV. Een inhoudelijk verschil doet zich wel voor met betrekking tot het preventieve toezicht op de gemeentelijke belastingverordeningen. Dit toezicht, dat was geregeld in art. 218 tot en met 218b, is zoals hiervoor reeds is gememoreerd met ingang van 1 juli 1996 afgeschaft. 4 De inwerkingtreding van een gemeentelijke belastingverordening is thans derhalve niet meer afhankelijk van voorafgaande goedkeuring door Gedeputeerde Staten of de Minister van Binnenlandse Zaken. Dit heeft consequenties zowel voor de eigen verantwoordelijkheid van gemeenten inzake de kwaliteit van de belastingverordeningen, als voor de procedure die in acht moet worden genomen bij de invoering, de wijziging of de afschaffing van een gemeentelijke belasting. Met ingang van 1 januari 2006 is het gebruikersdeel van de OZB op woningen afgeschaft en zijn de resterende OZB-tarieven gemaximeerd. Hetzelfde geldt, mutatis mutandis, voor de belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten (RWBB). 5 Voor het verlies aan inkomsten dat voortvloeit uit de afschaffing van de gebruikersbelasting op woningen zijn gemeenten (grotendeels) gecompenseerd via verhoging van de uitkering uit het Gemeentefonds. Met ingang van 2008 is de in 2006 geïntroduceerde limitering van de OZB, die was gericht op individuele gemeenten, afgeschaft. De tariefbeperking is vervangen door een macronorm Rapport inzake de herziening van het belastinggebied van provincies en gemeenten, juni 1983, Ministerie van Binnenlandse Zaken, s-gravenhage: Staatsuitgeverij. 2. Wet van 24 december 1970 tot wijziging van de bepalingen inzake gemeentelijke en provinciale belastingen, Stb. 1970, Wet van 15 december 1994, Stb. 1994, 874, houdende algemene regels inzake de waardering van onroerende zaken, zoals nadien gewijzigd. 4. Wet van 8 februari 1996 tot afschaffing van het preventieve toezicht op belastingverordeningen van gemeenten, provincies en waterschappen, Stb. 1996, 184, in werking getreden bij besluit van 20 mei 1996, Stb. 1996, 288, uitgegeven 13 juni Wet van 22 december 2005, Stb. 2005, 725 (Wet afschaffing gebruikersdeel OZB op woningen). 6. Wet van 12 december 2007, Stb. 2007, 570 (Wet tot wijziging van de Gemeentewet in verband met het schrappen van de beperking van de tarieven van de onroerendezaakbelastingen). 2

3 Wetsgeschiedenis; nieuwe wetgeving 1.2 Met ingang van 1 januari 2007 vindt in het kader van de Wet WOZ jaarlijks herwaardering plaats. Met ingang van 1 januari 2008 bedraagt de periode tussen de zogenoemde waardepeildatum en het jaar waarvoor wordt gewaardeerd nog slechts één jaar. Deze wijzigingen, die een ingrijpende actualisering van de waardebepaling ingevolge de Wet WOZ met zich meebrengen, zijn een gevolg van de Wet meer doelmatige uitvoering van de Wet WOZ. 7 Een andere wijziging met ingang van 1 januari 2008 betreft de introductie van rioolbestemmingsheffingen. Deze bestemmingsheffingen, die de plaats innemen van de rioolrechten, dienen ter bekostiging van de taken die gemeenten hebben in het kader van de verwerking in brede zin van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater en van afvloeiend hemelwater alsmede overtollig grondwater. De heffingen zijn geregeld in art. 228a Gemeentewet. 8 Met ingang van 2008 heeft voorts een wijziging plaatsgevonden van de regeling inzake de behandeling van bezwaarschriften inzake gemeentelijke belastingen en WOZ. Op bezwaarschriften die niet zijn ingediend in de laatste zes weken van een kalenderjaar moet uitspraak worden gedaan in het kalenderjaar waarin het bezwaarschrift is ontvangen. De betreffende regeling is terug te vinden in art. 236 lid 2 Gemeentewet, en art. 30 lid 8 Wet WOZ. 9 Met ingang van 1 juli 2008 heeft een wijziging plaatsgevonden op het terrein van de baatbelasting. Deze wijziging houdt verband met de wijziging van de Wet ruimtelijke ordening inzake de grondexploitatie. In de laatste volzin van art. 222 lid 1 Gemeentewet, was reeds bepaald dat de baatbelasting niet wordt geheven indien de aan de voorzieningen verbonden lasten met betrekking tot een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan. Daaraan is toegevoegd dat de baatbelasting ook niet wordt geheven indien de bedoelde lasten met toepassing van art lid 1 Wet ruimtelijke ordening zijn of moeten worden voldaan. 10 Met ingang van 1 januari 2009 is de basisregistratie waarde onroerende zaken ingevoerd. In de Wet WOZ is een nieuw art. 37a opgenomen, waarin is geregeld dat er een basisregistratie WOZ is, waarin waardegegevens met bijbehorende temporele en metakenmerken zijn opgenomen. Daarbij is eveneens bepaald dat het waardegegeven een authentiek gegeven is. Daarmee wordt een gegeven bedoeld dat door een groot aantal bestuursorganen wordt gebruikt en dat voldoende betrouwbaar wordt geacht om, verplicht en zonder nader onderzoek, door bestuursorganen te worden gebruikt. Doel van het verplichte gebruik van authentieke gegevens binnen de overheid is het opvragen van gegevens bij de burger terug te dringen. In de art. 37b en volgende Wet WOZ worden regels gegeven voor het verstrekken van 7. Wet van 9 december 2004, Stb. 2004, 656, in verbinding met het Koninklijk Besluit van 18 januari 2006, Stb. 2006, 43 en het Koninklijk Besluit van 9 mei 2006, Stb. 2006, Wet van 28 juni 2007, Stb. 2007, 276 en Wet van 27 september 2007, Stb. 2007, 376, zoals gewijzigd bij de Wet van 20 december 2007, Stb. 2007, 563 (Wet versterking fiscale rechtshandhaving). 10. Besluit van 16 juni 2008, Stb. 2008, 227, in combinatie met het besluit van 16 juni 2008, Stb. 2008, 227 (Inwerkingtreding Wet RO en Invoeringswet RO c.a.). 3

4 1.3 Hoofdstuk 1 / Algemene bepalingen de gegevens aan de afnemers, het gebruik van de gegevens door de afnemers en de terugmelding van gegevens waarvan bij een afnemer gerede twijfel bestaat over de juistheid. 11 Een laatste wijziging die wij op deze plaats noemen betreft de Experimentenwet BI-zones. Op grond van deze wet kunnen gemeenten met ingang van 1 mei 2009 een heffing op onroerende niet-woningen invoeren ter bekostiging van door de meerderheid van de ondernemers in een zogenoemde Bedrijven Investerings Zone gewenste activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone. De heffing, die luistert naar de naam BIZ-bijdrage, wordt geheven van de gebruikers van onroerende niet-woningen die in de BI-zone zijn gelegen. Als heffingsmaatstaf geldt de WOZ-waarde. 12 Bureau Berenschot heeft inmiddels tweemaal een monitor gedaan naar de eerste ervaringen met de BIZ-bijdrage (over 2009 en 2010), waarin onder meer best practices zijn geïnventariseerd Invoering, wijziging, afschaffing gemeentelijke belastingen Gegeven het feit dat belastingen gedwongen bijdragen van particuliere huishoudingen aan de overheid zijn, is belastingheffing te beschouwen als een ingrijpend verschijnsel. Binnen een democratie kunnen belastingen daarom slechts worden ingevoerd met instemming van de volksvertegenwoordiging. Voor de rijksbelastingen is in dit verband geregeld dat zij slechts uit kracht van een wet in formele zin kunnen worden geheven. 14 Een wet in formele zin wordt vastgesteld door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk. 15 De Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk. 16 Dit zogenoemde legaliteitsbeginsel (belastingheffing moet zijn gebaseerd op een wet) is voor de gemeentelijke belastingen op twee niveaus uitgewerkt. Een wet in formele zin geeft aan welke belastingen door gemeenten mogen worden geheven. 17 De gemeenteraad besluit blijkens art. 216 Gemeentewet tot het invoeren, wijzigen of 11. Wet van 27 juni 2008, Stb. 2008, 269 (Wet tot wijziging van de AWR, de Wet WOZ en enige andere wetten in verband met de invoering van een basisregistratie inkomen en een basisregistratie waarde onroerende zaken), in verbinding met het besluit van 18 december 2008, Stb. 2008, Wet van 19 maart 2009, Stb. 2009, 165, in verbinding met het besluit van 24 maart 2009, Stb. 2009, Monitor Experimentenwet BIZ, jaarrapportage 2009, februari 2010, Bureau Berenschot en Monitor Experimentenwet BIZ, jaarrapportage 2010, maart 2011, Bureau Berenschot, zie uitgebreider paragraaf Art. 104 Grondwet. Uit kracht van een wet wil zeggen dat alle essentialia (zie paragraaf 1.4 hierna) in een wet in formele zin moeten zijn geregeld. 15. Art. 81 Grondwet. 16. Art. 50 Grondwet. 17. Art. 132 lid 6 Grondwet. De meeste gemeentelijke belastingen zijn in de Gemeentewet genoemd. Gemeentelijke belastingen kunnen echter ook in bijzondere wetten zijn genoemd. Een voorbeeld hiervan is de Wet milieubeheer, waarin is bepaald dat gemeenten een afvalstoffenheffing mogen invoeren ter bestrijding van de kosten van verwijdering van huishoudelijk afval. 4

5 Invoering, wijziging, afschaffing gemeentelijke belastingen 1.3 afschaffen van een gemeentelijke belasting door het vaststellen van een belastingverordening. Bij het vaststellen van een belastingverordening moet de gemeenteraad zich houden aan de wet in formele zin, waarin de bevoegdheid tot het invoeren van de desbetreffende belasting is geregeld. De belastingrechter is bevoegd te toetsen of de belastingverordening in overeenstemming is met de wet en tevens of zij anderszins in overeenstemming is met het recht. Bij strijd met het recht kan de belastingverordening geheel of gedeeltelijk onverbindend worden geacht, met als (ingrijpend) gevolg dat op basis van die verordening of het onverbindende deel van de verordening geen belasting kan worden geheven. 18 Een door de rechter geheel of gedeeltelijk onverbindend geachte belastingverordening mist geheel of gedeeltelijk rechtskracht. Een belastingverordening treedt, nadat zij is vastgesteld door de gemeenteraad, eerst in werking (lees: krijgt rechtskracht) nadat zij is bekendgemaakt 19 door plaatsing in het op een algemeen toegankelijke wijze uit te geven gemeenteblad, dan wel, bij gebreke daarvan, 20 door terinzagelegging voor de tijd van twaalf weken op de gemeentesecretarie of op een andere door het college te bepalen plaats en door het doen van mededeling daarvan in een plaatselijk verschijnend dag-, nieuws- of huisaan-huisblad. Het gemeenteblad kan elektronisch worden uitgegeven. 21 De Hoge Raad heeft, onder de werking van art. 139 Gemeentewet, zoals dit luidde tot en met 30 juni 2009, geoordeeld dat de enkele mededeling in de gemeentelijke rubriek in een huis-aan-huisblad dat de verordening is goedgekeurd, te beperkt is om te kunnen voldoen aan art. 139 Gemeentewet. 22 Daarentegen werd de vermelding in twee plaatselijke bladen dat de verordening is goedgekeurd en dat meer informatie verkrijgbaar is op een met naam en adres vermeld gemeentelijk bureau en dat aldaar de tekst kosteloos verkrijgbaar is, voldoende geacht om aan art. 139 Gemeentewet te 18. Zie in dit verband het Rapport Toetsing belastingverordeningen, hoofdstuk III en IV, juli 1987, Ministerie van Binnenlandse Zaken, s-gravenhage: Staatsuitgeverij. Dit rapport bevat de resultaten van een onderzoek dat is verricht naar de toetsing van belastingverordeningen door Gedeputeerde Staten, Kroon en belastingrechter. Zie ook Monsma, J.A., Toetsing van belastingverordeningen en gemeentelijke autonomie (FM nr. 87), Deventer: Kluwer 1999 en Monsma, J.A. Toetsing van belastingverordeningen van decentrale overheden, een update, WFR 2007, p. 747 e.v. 19. Indien een gemeente vergeet een wijzigingsverordening bekend te maken heeft dat in beginsel tot gevolg dat de bestaande verordening blijft gelden. Indien de wijziging een tariefverhoging behelst zal dat tot gevolg hebben dat een aanslag die is gebaseerd op het verhoogde tarief, in een procedure wordt verlaagd tot een aanslag gebaseerd op het lagere oude tarief. Zie bijvoorbeeld Hof Arnhem 8 februari 2011, nr. 10/00116, MK 3, Belastingblad 2011, p Indien de gemeente beschikt over een gemeenteblad kan bekendmaking in plaats daarvan in een ander blad, tot onverbindendheid van de verordening of een onderdeel daarvan leiden. Zie Hof Arnhem 4 augustus 2009, nr. 08/00281, MK 3, Belastingblad 2009, p Het ging in casu om bekendmaking door de gemeente Deventer van een Aanwijzingsbesluit parkeerapparatuurplaatsen uitsluitend in een huis-aan-huisblad, terwijl de gemeente ook over een gemeenteblad beschikt. 21. Art. 139 Gemeentewet, zoals dit met ingang van 1 juli 2009 luidt ingevolge de Wet van 27 november 2008, Stb. 2008, 551 (Wet elektronische bekendmaking) en het besluit van 11 juni 2009, Stb. 2009, 276 (inwerkingtreding van de Wet elektronische bekendmaking en het Besluit bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden). 22. HR 24 december 1997, nr , Belastingblad 1998, p. 146 (Albrandswaard). 5

6 1.4 Hoofdstuk 1 / Algemene bepalingen voldoen. 23 In een andere uitspraak besliste de Hoge Raad dat de mededeling van de terinzagelegging in een blad waarop men zich dient te abonneren of dat los kan worden gekocht (Utrechts Nieuwsblad), eveneens de toets der kritiek kon doorstaan. 24 In een uitspraak van 28 maart 2001 maakt de Hoge Raad duidelijk dat de kenbaarheidseisen die onder meer zijn geformuleerd in de arresten inzake Albrandswaard en Velsen, slechts gelden indien de gemeente de tweede manier van bekendmaking toepast en dus niet als zij, zoals de gemeente Alkmaar deed, de integrale tekst van verordeningen en besluiten opneemt in het gemeenteblad. 25 Gegeven het feit dat het preventieve toezicht op de belastingverordeningen is afgeschaft, behoeft bij de publicatie niet meer de datum van het goedkeuringsbesluit te worden vermeld. Een bekendgemaakte belastingverordening treedt met ingang van de achtste dag na die van de publicatie in werking, tenzij in de verordening een ander tijdstip is aangewezen. 26 Eerst na het tijdstip van inwerkingtreding mag een belastingverordening worden toegepast in die zin, dat er heffings- en invorderingshandelingen worden verricht. Zie in dit verband ook paragraaf Belastingverordeningen liggen voor eenieder kosteloos ter inzage op de gemeentesecretarie of op een andere door de gemeenteraad te bepalen plaats. 27 Eenieder kan op verzoek een papieren afschrift krijgen van een belastingverordening. Het afschrift wordt verstrekt tegen ten hoogste de kosten van het maken van het afschrift Inhoud belastingverordening Inleiding Art. 217 Gemeentewet geeft aan welke onderwerpen, in de daartoe leidende gevallen, in de belastingverordening moeten zijn geregeld. Het gaat bij de genoemde onderwerpen om de zogenoemde essentialia. Essentialia zijn onderwerpen die essentieel zijn voor het tot stand komen van belastingschuld in materiële zin 29 en die daarom in verband met het legaliteitsbeginsel in de belastingverordening zelf moeten zijn geregeld op zodanige wijze, dat voor de belastingplichtige duidelijk is hoeveel belasting hij of zij verschuldigd is indien zich ten aanzien van hem of haar een belastbaar feit voordoet HR 24 december 1997, nr , Belastingblad 1998, p. 148 (Velsen). 24. HR 21 juni 2000, nr , Belastingblad 2000, p. 733 (Utrecht). 25. HR 28 maart 2001, nr , Belastingblad 2001, p. 467 (Alkmaar). 26. Art. 142 Gemeentewet. 27. Art. 140 Gemeentewet. 28. Art. 141 Gemeentewet, zoals dit met ingang van 1 juli 2009 luidt ingevolge de Wet van 27 november 2008, Stb. 2008, 551 (Wet elektronische bekendmaking) en het besluit van 11 juni 2009, Stb. 2009, Belastingschuld in materiële zin ontstaat indien zich belastbare feiten voordoen die in de belastingverordening zijn genoemd. Er is een heffingshandeling voor nodig om deze materiële belastingschuld om te zetten in een formele belastingschuld die ook geïnd kan worden. Zie hieromtrent nader hoofdstuk 17, Formeelrechtelijke bepalingen. 30. Zie in dit verband bijvoorbeeld de jurisprudentie omtrent de tariefstelling van de leges en de externe advieskosten, HR 22 juli 1985, nr , Belastingblad 1985, p. 493 (Wymbritseradeel/ IJlst) en HR 1 maart 1989, nr , Belastingblad 1989, p. 320 (Zoetermeer). 6

7 Inhoud belastingverordening Achtereenvolgens zijn de volgende onderwerpen genoemd: de belastingplichtige; het voorwerp van de belasting; het belastbare feit; de heffingsmaatstaf; het tarief; het tijdstip van ingang van de heffing; het tijdstip van beëindiging van de heffing; hetgeen overigens voor de heffing en de invordering van belang is. Hoewel alle genoemde onderwerpen essentieel kunnen zijn voor het tot stand komen van belastingschuld in materiële zin, is het niet altijd nodig ze (afzonderlijk) te regelen. Hierop ziet de zinsnede in de daartoe leidende gevallen. Het aantal essentialia dat in de belastingverordening moet zijn geregeld en de gedetailleerdheid waarmee dit gebeurt, zijn afhankelijk van het karakter en de ingewikkeldheid van de desbetreffende belasting en van de aard van het raadsbesluit. Indien het besluit slechts een beperkte wijziging zoals een tariefwijziging inhoudt, zal de betreffende belastingverordening minder elementen bevatten dan wanneer het om de invoering van een nieuwe belasting of een ingrijpende wijziging van een bestaande belasting gaat. Hierna worden de essentialia afzonderlijk behandeld Belastingplichtige De belastingplichtige is degene ten aanzien van wie de belasting wordt geheven. Doorgaans is bij de gemeentelijke belastingen de belastingplichtige ook degene die de belasting uiteindelijk moet betalen. Een uitzondering doet zich op dit punt voor bij de OZB wegens het gebruik van een onroerende zaak in de gevallen van onderverhuur en volgtijdig gebruik. Degene die onderverhuurt, respectievelijk de onroerende zaak voor volgtijdig gebruik ter beschikking stelt, mag de belasting als zodanig verhalen op degene aan wie (een deel van) de onroerende zaak in gebruik is gegeven of ter beschikking gesteld. 31 Een dergelijke uitzondering doet zich ook voor bij de toeristenbelasting, waarbij degene die gelegenheid biedt tot verblijf veelal als belastingplichtige wordt aangewezen. De belastingplichtige is in dat geval bevoegd de toeristenbelasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt Voorwerp van belasting Het voorwerp van de belasting wordt ook wel aangeduid als het belastingobject. Het gaat om de roerende of onroerende zaak die in de belasting wordt betrokken. Bij de gemeentelijke belastingen, waar de relatie met het gemeentelijke grondgebied een rol kan spelen als rechtvaardigingsgrond voor de belastingheffing, vormen onroerende zaken binnen de gemeente veelal het voorwerp van de belasting. Dit is het 31. Zie art. 220b lid 1, onderdelen a en b, Gemeentewet, en het besluit van 30 september 1999, Stb. 1999, 436 (Besluit verhaal OZB). 7

8 1.4.4 Hoofdstuk 1 / Algemene bepalingen geval bij de OZB en de baatbelasting. Bij de RWBB is de binnen de gemeente gelegen, duurzaam aan een plaats gebonden roerende zaak het voorwerp van de belasting. Bij de woonforensenbelasting gaat het om de gemeubileerde woning die de belastingplichtige binnen de gemeente beschikbaar houdt voor zich of zijn gezin. Bij de hondenbelasting gaat het om de binnen de gemeente gehouden hond, enz Belastbaar feit Het belastbare feit is het concrete feit waarbij de belastingheffing aangrijpt, zoals het op 1 januari van het belastingjaar hebben van genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak (OZB van genothebbenden), het op 1 januari van het belastingjaar zijn van gebruiker van een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient (OZB van gebruikers van niet-woningen) of het hebben van een voorwerp onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond (precariobelasting). Net als bij het voorwerp van de belasting speelt de binding met het gemeentelijke grondgebied direct of indirect vaak een rol binnen de omschrijving van het belastbare feit Heffingsmaatstaf De heffingsmaatstaf, ook wel aangeduid als heffingsgrondslag, is het criterium waarbij de tariefstelling aansluit, zoals de waarde (OZB), de duur van het verblijf (toeristenbelasting), de parkeerduur of -tijd (parkeerbelasting), het aantal honden (hondenbelasting), de bouwsom (bouwleges), enz. De heffingsmaatstaf is een zeer belangrijk onderwerp van de belastingverordening. Samen met de tariefstelling is de heffingsmaatstaf in belangrijke mate verantwoordelijk voor de verdeling van de belastingdruk over de contribuabelen. De keuze van de heffingsmaatstaf is, afgezien van de specifieke voorschriften die de wet op dit punt bevat, aan de eigen verantwoordelijkheid van de gemeente overgelaten. De gemeenteraad moet bij het maken van de keuze uiteraard wel rekening houden met het karakter van de desbetreffende belasting of het desbetreffende recht. Een heffingsmaatstaf die aansluit bij het inkomen, de winst of het vermogen is niet toegestaan. Draagkracht als verdeelcriterium is voorbehouden aan de centrale overheid. Bovendien moet de gemeente toetsen of wordt voldaan aan de algemene rechtsbeginselen. Hierbij gaat het met name om het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Zie hieromtrent ook paragraaf 1.7 hierna Het tarief is het bedrag of het percentage dat per eenheid van de heffingsmaatstaf wordt geheven. De vermenigvuldiging van het tarief met de individueel bepaalde hoogte van de heffingsmaatstaf levert het bedrag van de te betalen belasting op. Tot het tariefsysteem behoren ook de vrijstellingen, die niet afzonderlijk als essentieel onderwerp zijn genoemd. Een vrijstelling komt neer op een nultarief voor een bepaald belastbaar feit, een bepaald belastingobject, enz. 8

9 Inhoud belastingverordening De Gemeentewet bevat diverse voorschriften inzake de tariefstelling van gemeentelijke belastingen en rechten. Hiervoor is reeds vermeld dat het bedrag van een gemeentelijke belasting niet afhankelijk mag worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen. Daarnaast bevat de wet een aantal specifieke voorschriften. Zo schrijft de wet met betrekking tot de OZB voor dat de belasting een percentage bedraagt van de heffingsmaatstaf. 32 Voor de jaren 2006 en 2007 bevatte de Gemeentewet specifieke maximumtarieven voor de OZB. In de daaraan voorafgaande jaren kende de Gemeentewet relatieve limieten voor de OZB in de vorm van tariefverhoudingen. Zoals reeds in paragraaf 1.2 is vermeld is de limitering van de OZB-tarieven met ingang van 2008 vervangen door een macronorm. Wat hiervoor is opgemerkt over de tarieven van de OZB geldt eveneens voor de RWBB, omdat het tarief van deze belastingen gelijk moet zijn aan dat van de OZB. 33 De baatbelasting mag niet hoger zijn dan de ten laste van de gemeente blijvende kosten voor de desbetreffende voorzieningen. 34 Hetzelfde geldt voor de rioolheffing en de afvalstoffenheffing omdat deze belastingen dienen ter bestrijding van specifiek in de wet genoemde kosten 35 en voor de gebruiks- en genotsrechten, waarvoor is bepaald dat de geraamde baten de geraamde lasten ter zake niet mogen overtreffen Tijdstip ingang heffing Het tijdstip van ingang van de heffing is het tijdstip met ingang waarvan belastingschuld in materiële zin kan ontstaan. Belastingschuld in materiële zin is, zoals hiervoor reeds aan de orde is geweest, de (virtuele) belastingschuld die nog door middel van een heffingshandeling moet worden geconcretiseerd en formeel vastgesteld. Met het tijdstip van ingang van de heffing wordt derhalve iets anders bedoeld dan met het tijdstip van inwerkingtreding van de belastingverordening waarop in paragraaf 1.3 hiervoor werd gedoeld, hoewel beide tijdstippen kunnen samenvallen, indien in de belastingverordening niets naders wordt geregeld omtrent het tijdstip van ingang van de heffing. Het tijdstip van inwerkingtreding van de belastingverordening is het moment waarop de belastingverordening rechtskracht krijgt en dus het moment vanaf hetwelk, behoudens gehele of gedeeltelijke onverbindendheid, rechtsgeldig heffings- en invorderingshandelingen kunnen worden verricht op basis van die verordening. Doorgaans is het tijdstip van ingang van de heffing 1 januari van een belastingjaar, maar er kan ook een ander tijdstip worden gekozen. De tijdstippen van ingang van de heffing en van inwerkingtreding worden in verband gebracht met het verbod van terugwerkende kracht dat uit het legaliteitsbeginsel voortvloeit. Terugwerkende kracht die in verband met het legaliteitsbeginsel niet is toegestaan, doet zich echter uitsluitend voor, indien de gemeenteraad bij 32. Art. 220f Gemeentewet. 33. Zie art. 221 lid 3 Gemeentewet. 34. Art. 222 lid 1 Gemeentewet. 35. Zie onderscheidenlijk art. 228a Gemeentewet en art Wet milieubeheer. 36. Art. 229b lid 1 Gemeentewet. 9

10 1.4.8 Hoofdstuk 1 / Algemene bepalingen de invoering of de wijziging van een gemeentelijke belasting een tijdstip van ingang van de heffing (c.q. van de wijziging) bepaalt dat is gelegen vóór de datum waarop het raadsbesluit wordt genomen. Het gaat er dan om, dat feiten die zich reedshebbenvoorgedaanophetmomentvanhetvaststellenvandedesbetreffende belastingverordening met terugwerkende kracht tot belastbare feiten worden verheven, dan wel dat reeds belastbaar gestelde feiten met terugwerkende kracht zwaarder worden belast dan ten tijde van het zich voordoen van die feiten uit de belastingverordening kon worden opgemaakt. In een dergelijk geval wordt met terugwerkende kracht (hogere) materiële belastingschuld gecreëerd. Van verboden terugwerkende kracht is geen sprake in het geval van een met terugwerkende kracht doorgevoerde tariefverlaging, die tot gevolg heeft dat juist minder materiële belastingschuld ontstaat dan waarop de contribuabelen ten tijde van het zich voordoen van de belastbare feiten rekenden. De rechtszekerheid van de contribuabelen wordt in dat geval niet geschonden. Evenmin is sprake van niet toegestane terugwerkende kracht ingeval een tijdig vastgestelde belastingverordening in verband met de bekendmaking eerst na het tijdstip van ingang van de heffing in werking treedt en er nadien aanslagen worden opgelegd over de gehele periode vanaf het tijdstip van ingang van de heffing. Ook in dit geval wordt de rechtszekerheid van de contribuabelen niet geschonden. Bij het tijdstip van inwerkingtreding gaat het zoals hiervoor reeds is uiteengezet uitsluitend om het formele aspect van het ontstaan van belastingschuld, dat wil zeggen om de vraag of de verordening rechtsgeldig is op het moment waarop heffingshandelingen worden verricht Tijdstip Het tijdstip van beëindiging van de heffing is het tijdstip waarna geen belastingschuld in materiële zin meer kan ontstaan. Dat wil niet zeggen dat er na dit tijdstip geen heffingshandelingen meer zouden kunnen worden verricht met betrekking tot belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan. Bij dit laatste gaat het wederom om het formele aspect van het ontstaan van belastingschuld. Het tijdstip van beëindiging van de heffing speelt met name een rol bij belastingen die gedurende een bepaalde tijd worden geheven, zoals de baatbelasting. Het kan ook een rol spelen indien, al dan niet bij de invoering van een nieuwe belasting, een bestaande belasting wordt afgeschaft Hetgeen overigens voor de heffing en de invordering van belang is Met hetgeen overigens voor de heffing en de invordering van belang is, wordt gedoeld op onderwerpen zoals de wijze van heffing (bij wege van aanslag, bij wege van voldoening 37. Te denken valt aan de vervanging van de op art. 229 Gemeentewet gebaseerde rioolrechten door de rioolheffing, bedoeld in art. 228a Gemeentewet. 10

11 Toetsing belastingverordeningen door de rechter; onverbindendheid 1.5 op aangifte of op andere wijze) en de uitoefening van bevoegdheden door de gemeenteambtenaar die is belast met de heffing van gemeentelijke belastingen. 38 Ook deze onderwerpen dienen in verband met het legaliteitsbeginsel op adequate wijze in de belastingverordening te zijn geregeld. 1.5 Toetsing belastingverordeningen door de rechter; onverbindendheid De belastingrechter is in procedures inzake de heffing van gemeentelijke belastingen bevoegd de aan de heffing ten grondslag liggende belastingverordening te toetsen aan hoger recht, zoals de wet waarop zij is gebaseerd en de algemene rechtsbeginselen (met name het rechtszekerheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel). De belastingverordening is geen wet in formele zin. Zij vormt slechts regelgeving in materiële zin. Het toetsingsverbod van art. 120 Grondwet dat van belang is bij de rijksbelastingen die uit kracht van een wet in formele zin worden geheven, geldt hier niet. De rechter beoordeelt dus niet alleen de wijze waarop de belastingverordening in een concreet geval is toegepast, maar, indien de procedure daartoe aanleiding geeft, ook de belastingverordening zelf. Het vaststellen van een belastingverordening die aan alle regelen der kunst voldoet is geen eenvoudige zaak. Uit onderzoek 39 blijkt dat jaarlijks een aantal belastingverordeningen door de belastingrechter geheel of gedeeltelijk onverbindend wordt geacht. Het oordeel dat een belastingverordening of een onderdeel van een belastingverordening onverbindend is, houdt in, dat aan die verordening of dat onderdeel van de verordening rechtskracht wordt ontzegd. Dit zal veelal tot gevolg hebben dat de belastingaanslag die het voorwerp vormt van de procedure, geheel of gedeeltelijk wordt vernietigd. Het gaat hierbij dus om een oordeel met verstrekkende gevolgen. Zie in dit verband ook paragraaf 1.3 hiervoor. In dit verband is het vermeldenswaard dat een goed hulpmiddel bij de vaststelling van een belastingverordening wordt gevormd door de modelverordeningen gemeentelijke belastingen, uitgegeven door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Ook de Aanwijzingen voor de regelgeving vormen een nuttig hulpmiddel. 40 Ten slotte kan nog worden gewezen op de Aanwijzingen voor de redactie van belastingverordeningen die in Belastingblad zijn gepubliceerd Sedert de inwerkingtreding van de derde tranche Awb op 1 januari 1998 is de rol van de inspecteur rechtstreeks geattribueerd aan de gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen. Zie art. 231 lid 2, onderdeel b, Gemeentewet. Zie ook hoofdstuk 17, Formeelrechtelijke bepalingen. 39. Zie in dit verband Monsma, J.A., Toetsing van belastingverordeningen en gemeentelijke autonomie (FM nr. 87), Deventer: Kluwer 1999 en Monsma, J.A., Toetsing van belastingverordeningen van decentrale overheden, een update, WFR 2007, p Besluit van de minister-president, Minister van Algemene Zaken van 18 november 1992, Stcrt. 1992, 230, tot vaststelling van de Aanwijzingen voor de regelgeving. 41. Monsma, J.A., Aanwijzingen voor de redactie van belastingverordeningen (I) en (II), Belastingblad 1989, p. 567 e.v. en 607 e.v. 11

12 1.6 Hoofdstuk 1 / Algemene bepalingen 1.6 Belastingen die de wet noemt Inleiding In lid 1 van art. 219 Gemeentewet is expliciet geregeld, dat gemeenten geen andere belastingen 42 mogen heffen dan de belastingen die in de Gemeentewet of een andere wet in formele zin zijn genoemd. Gemeenten mogen niet zelf nieuwe belastingen bedenken waarvoor de wet in formele zin geen concrete basis biedt. Gemeenten mogen de wet in dit verband ook niet naar hun hand zetten. 43 Bekende voorbeelden van een te vrije interpretatie van de wet zijn in dit verband de naar het verhaal wil destijds door de onthouding van goedkeuring verhinderde introductie van een kattenbelasting op basis van de wettelijke bepaling die het mogelijk maakt een hondenbelasting in te voeren 44 en de introductie van een vermakelijkhedenbelasting op basis van de wettelijke bepaling inzake de toeristenbelasting, 45 die door de belastingrechter in strijd met de wet werd geacht. Het aantal gemeentelijke belastingen en rechten dat, zonder vrije interpretatie, op basis van de Gemeentewet en andere wetten kan worden geïntroduceerd is aanzienlijk. Het gemeentelijke belastinggebied kan zonder enige overdrijving rijk geschakeerd worden genoemd. Hierna wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste gemeentelijke belastingen en rechten, die op basis van de Gemeentewet en andere wetten door gemeenten kunnen worden ingevoerd. 46 Daarbij wordt telkens aangegeven hoe de in art. 217 Gemeentewet genoemde essentialia luiden en hoe hoog de opbrengst per jaar is van alle gemeenten gezamenlijk. 47 Om te voorkomen dat het overzicht te uitgebreid zou worden is ervan afgezien, in het kader van de tariefstelling ook in te gaan op de vrijstellingen. Hiervoor wordt verwezen naar de volgende hoofdstukken van het boek. 42. Hieronder worden in casu ook de rechten begrepen. 43. Gemeenten mogen een in de wet genoemde belasting wel een beperkter bereik geven dan de wet mogelijk maakt. Zie in dit verband HR 21 juni 2000, nr , Belastingblad 2000, p. 829, met aantekening van Monsma, NTFR 2000/96, inzake de hondenbelasting van de gemeente Hellendoorn. Deze gemeente beperkte het bereik van de hondenbelasting tot de bebouwde kom. 44. In de Verordening hondenbelasting zou door een gemeente de volgende bepaling zijn opgenomen: ( ) voor de toepassing van deze verordening wordt onder een hond mede een kat verstaan. Of dit verhaal waar is valt in de historie niet meer na te gaan wegens de afschaffing van het preventieve toezicht op de gemeentelijke belastingverordeningen. 45. Zie HR 30 maart 1983, nr , Belastingblad 1983, p. 289, (Amsterdam) en HR 13 januari 1988, nr , Belastingblad 1988, p. 132 (Loon op Zand). 46. Afgezien van de OZB, met de capaciteit waarvan rekening wordt gehouden bij de berekening van de uitkering uit het Gemeentefonds, zijn gemeenten juridisch en feitelijk niet verplicht enige belasting in te voeren. Theoretisch zouden zij kunnen afzien van belastingheffing. 47. De bedragen zijn gebaseerd op CBS Statline 30 maart

13 Belastingen die de wet noemt Onroerendezaakbelastingen (art h Gemeentewet) Belastingplichtige de gebruiker van een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, respectievelijk de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een onroerende zaak Voorwerp van belasting de onroerende zaak bedoeld in hoofdstuk III van de Wet WOZ Belastbaar feit bij het begin van het belastingjaar gebruiker zijn van een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient of genothebbende zijn van een onroerende zaak Heffingsmaatstaf waarde ingevolge de Wet WOZ een percentage van de heffingsmaatstaf Tijdstip ingang of 1 januari van enig belastingjaar Heffingssysteem vrijwel altijd heffing bij wege van aanslag 3063 mln Belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten (art. 221 Gemeentewet) Belastingplichtige de gebruiker van een roerende bedrijfsruimte, respectievelijk de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een roerende woon- of bedrijfsruimte Voorwerp van belasting een roerende woon- of bedrijfsruimte, die duurzaam aan een plaats is gebonden en dient tot permanente bewoning of gebruik Belastbaar feit bij het begin van het belastingjaar gebruiker zijn van een roerende bedrijfsruimte of genothebbende zijn van een roerende woon- of bedrijfsruimte Heffingsmaatstaf waarde overeenkomstig de Wet WOZ gelijk aan het binnen de gemeente geldende tarief van de OZB Tijdstip ingang of 1 januari van enig belastingjaar Heffingssysteem vrijwel altijd heffing bij wege van aanslag 2 mln. 13

14 1.6.4 Hoofdstuk 1 / Algemene bepalingen Baatbelasting (art. 222 Gemeentewet) Belastingplichtige de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een gebate onroerende zaak Voorwerp van belasting een onroerende zaak die door de gemeentelijke voorziening(en) is gebaat Belastbaar feit het zijn van genothebbende van een gebate onroerende zaak op een in de verordening te bepalen tijdstip uiterlijk een jaar nadat de voorzieningen zijn voltooid, dan wel, indien is verzocht om jaarlijkse heffing, op 1 januari van een belastingjaar Heffingsmaatstaf niet specifiek voorgeschreven. De aan de voorzieningen verbonden kosten worden omgeslagen over de gebate onroerende zaken. In de praktijk komen maatstaven voor zoals een vast bedrag per onroerende zaak, de oppervlakte of de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak, de lengte van het perceel grenzend aan de weg waarin of waaraan voorzieningen zijn aangebracht, enz. niet specifiek voorgeschreven. Het tarief sluit aan bij de gekozen heffingsmaatstaf Tijdstip ingang of Heffingssysteem tot invoering van de heffing wordt besloten uiterlijk twee jaren nadat de voorzieningen geheel zijn voltooid. Bij heffing ineens vallen het tijdstip van ingang en van beëindiging van de heffing in feite samen. Het gehele bedrag is ineens verschuldigd. Bij jaarlijkse heffing gedurende maximaal dertig jaar is het tijdstip van ingang van de heffing doorgaans 1 januari van een belastingjaar en ligt het tijdstip van beëindiging maximaal dertig jaar nadien doorgaans heffing bij wege van aanslag. Heffing op andere wijze is ook denkbaar 1 mln Forensenbelastingen (art. 223 Gemeentewet) Belastingplichtige de natuurlijke persoon die, zonder hoofdverblijf in de gemeente te houden, er gedurende het belastingjaar meer dan negentig maal nachtverblijf houdt anders dan als verpleegde of verzorgde in een verpleeg- of verzorgingstehuis (slaapforens) of op meer dan negentig dagen voor zich of zijn gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houdt (woonforens) Voorwerp van belasting een gemeubileerde woning (alleen woonforensenbelasting) 14

15 Belastingen die de wet noemt Belastbaar feit Heffingsmaatstaf Tijdstip ingang of Heffingssysteem het gedurende het belastingjaar binnen de gemeente meer dan negentig maal nachtverblijf houden of op meer dan negentig dagen een gemeubileerde woning beschikbaar houden niet specifiek voorgeschreven. In de praktijk wordt veelal met vaste bedragen gewerkt. Bij de woonforensenbelasting wordt ook wel de WOZ-waarde, de brandverzekeringswaarde of de oppervlakte van de gemeubileerde woning als heffingsmaatstaf gebruikt niet specifiek voorgeschreven. Het tarief sluit aan bij de gekozen heffingsmaatstaf niet specifiek voorgeschreven. Gezien het belastbare feit ligt 1 januari van enig belastingjaar voor de hand heffing bij wege van aanslag, heffing bij wege van voldoening op aangifte of heffing op andere wijze 25 mln Toeristenbelasting (art. 224 Gemeentewet) Belastingplichtige de natuurlijke persoon die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is ingeschreven en binnen de gemeente verblijf houdt of degene die de hierboven bedoelde persoon gelegenheid tot verblijf biedt Voorwerp van belasting indirect, bij de in de praktijk veelal gehanteerde forfaitaire berekeningswijzen van de heffingsmaatstaf: vakantieonderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten, mobiele kampeeronderkomens, stacaravans, dan wel vaartuigen Belastbaar feit het houden van verblijf binnen de gemeente Heffingsmaatstaf de duur van het verblijf in dagen, etmalen, enz. en het aantal personen dat verblijf houdt een bedrag per persoon per dag, etmaal, enz. Tijdstip ingang of Heffingssysteem niet specifiek voorgeschreven. Doorgaans 1 januari van enig belastingjaar doorgaans heffing bij wege van aanslag of heffing op andere wijze 139 mln. 15

16 1.6.7 Hoofdstuk 1 / Algemene bepalingen Parkeerbelastingen (art. 225 Gemeentewet) Belastingplichtige degene die een voertuig heeft geparkeerd, degene die de belasting voldoet of wil voldoen, of de houder van het voertuig degene die een parkeervergunning heeft aangevraagd Voorwerp van belasting het voertuig of de vergunning Belastbaar feit het parkeren van een voertuig op een bij of krachtens de belastingverordening te bepalen plaats, tijdstip en wijze een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze Heffingsmaatstaf de parkeerduur, de parkeertijd, de ingenomen oppervlakte en/of de ligging van de terreinen of weggedeelten waarop parkeren is toegestaan een bedrag per eenheid van de heffingsmaatstaf Tijdstip ingang of Heffingssysteem niet specifiek voorgeschreven. Doorgaans 1 januari van enig belastingjaar heffing bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze 582 mln Hondenbelasting (art. 226 Gemeentewet) Belastingplichtige de houder van een hond Voorwerp van belasting een hond Belastbaar feit het houden van een hond Heffingsmaatstaf het aantal honden dat wordt gehouden een bedrag per eenheid van de heffingsmaatstaf, waarbij het bedrag voor de eerste, de tweede, de derde, enz. hond kan verschillen Tijdstip ingang of Heffingssysteem niet specifiek voorgeschreven. Doorgaans 1 januari van enig belastingjaar meestal heffing bij wege van aanslag of heffing bij wege van voldoening op aangifte 58 mln Reclamebelasting (art. 227 Gemeentewet) Belastingplichtige degene van wie, of ten behoeve van wie openbare aankondigingen worden aangetroffen Voorwerp van belasting een openbare aankondiging zichtbaar vanaf de openbare weg Belastbaar feit het aanwezig hebben van openbare aankondigingen 16

17 Belastingen die de wet noemt Heffingsmaatstaf Tijdstip ingang of Heffingssysteem niet specifiek voorgeschreven. In de praktijk wordt gewerkt met vaste bedragen per aankondiging of per tijdseenheid, met de oppervlakte of de lengte van de aankondiging een bedrag per eenheid van de heffingsmaatstaf niet specifiek voorgeschreven. Doorgaans 1 januari van enig belastingjaar heffing bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze 20 mln Precariobelasting (art. 228 Gemeentewet) Belastingplichtige degene die voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond heeft, dan wel degene ten behoeve van wie die voorwerpen worden gehouden Voorwerp van belasting een voorwerp dat onder, op of boven openbare gemeentegrond wordt gehouden Belastbaar feit het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond Heffingsmaatstaf niet specifiek voorgeschreven. In de praktijk wordt veelal gewerkt met de oppervlakte of de lengte van het voorwerp, dan wel met vaste bedragen of bedragen per tijdseenheid een bedrag per eenheid van de heffingsmaatstaf Tijdstip ingang of Heffingssysteem niet specifiek voorgeschreven. Doorgaans 1 januari van enig belastingjaar heffing bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze 95 mln Rioolheffing(en) (art. 228a Gemeentewet) Belastingplichtige niet specifiek voorgeschreven. Veelal de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een direct of indirect op de riolering aangesloten perceel en/of de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de riolering wordt afgevoerd Voorwerp van belasting Een direct of indirect op de riolering aangesloten perceel of een perceel van waaruit water direct of indirect op de riolering wordt afgevoerd Belastbaar feit Het genot van het hebben van een aansluiting op de riolering of het gebruik van de riolering voor het afvoeren van water 17

18 Hoofdstuk 1 / Algemene bepalingen Heffingsmaatstaf Tijdstip ingang of Heffingssysteem de WOZ-waarde of een vastbedrag niet specifiek voorgeschreven. Het tarief sluit aan bij de gekozen heffingsmaatstaf niet specifiek voorgeschreven. Doorgaans 1 januari van enig belastingjaar Heffing bij wege van aanslag, heffing bij wege van voldoening op aangifte of heffing op andere wijze 1352 mln Rechten (art. 229 Gemeentewet) Belastingplichtige de gebruiker van openbare gemeentebezittingen, werken of inrichtingen de aanvrager van een door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend degene die een vermakelijkheid geeft, waarbij gebruik wordt gemaakt van gemeentelijke voorzieningen Voorwerp van belasting alleen van belang bij de gebruiksretributies; het kan gaan om bijvoorbeeld gemeentelijke afvalcontainers, marktkramen, enz. Belastbaar feit het gebruik overeenkomstig de bestemming van openbare gemeentebezittingen, werken of inrichtingen het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten het geven van vermakelijkheden, waarbij gebruik wordt gemaakt van gemeentelijke voorzieningen Heffingsmaatstaf niet specifiek voorgeschreven. Bij de keuze van de heffingsmaatstaf zijn van belang het soort recht waarom het gaat, het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Bij het vermakelijkhedenrecht kan worden gedacht aan het aantal bezoekers of zitplaatsen, aan de oppervlakte van de vermakelijkheid, enz. een bedrag per eenheid van de heffingsmaatstaf Tijdstip ingang of Heffingssysteem niet specifiek voorgeschreven. Doorgaans 1 januari van enig belastingjaar heffing bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere wijze 915 mln. (exclusief afvalstoffenheffing en reinigingsrechten) 18

19 Belastingen die de wet noemt Afvalstoffenheffing (art Wet milieubeheer) Belastingplichtige de feitelijke gebruiker van een perceel ten aanzien waarvan een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt Voorwerp van belasting een perceel ten aanzien waarvan een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt Belastbaar feit het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt Heffingsmaatstaf niet specifiek voorgeschreven. In de praktijk wordt gewerkt met vaste bedragen per perceel, al dan niet in combinatie met opslagen voor extra containers, differentiaties naar het aantal personen, differentiaties naar inzamelingsfrequentie, enz. een bedrag per eenheid van de heffingsmaatstaf Tijdstip ingang of Heffingssysteem niet specifiek voorgeschreven. Doorgaans 1 januari van enig belastingjaar doorgaans heffing bij wege van aanslag. Heffing op andere wijze is ook denkbaar 1767 mln. (inclusief reinigingsrechten) Bijdrage Bedrijven Investerings Zones; BIZ-bijdrage (Experimentenwet BI-zones) Belastingplichtige de gebruiker van een WOZ-object zijnde een niet-woning Voorwerp van belasting WOZ-object zijnde een niet-woning dat is gelegen in een Bedrijven Investerings Zone (BI-zone) Belastbaar feit het gebruik aan het begin van het kalenderjaar van een WOZ-object zijnde een niet-woning dat is gelegen in een BI-zone Heffingsmaatstaf naar de WOZ-waarde al dan niet ingedeeld in waardeklassen of naar een vast bedrag een bedrag per eenheid van de heffingsmaatstaf Tijdstip ingang of 1 januari van enig belastingjaar Heffingssysteem doorgaans zal bij wege van aanslag worden geheven niet bekend Lokale belastingen en rechten BES-eilanden (Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba; FinBES) Sinds 1 januari 2011 geldt voor de BES-eilanden een nieuw fiscaal stelsel. De lokale belastingen en rechten welke door de BES-eilanden kunnen worden geheven zijn in hoofdstuk 16 kort beschreven. Op deze plaats wordt naar hoofdstuk 16 verwezen. 19

WOORD VOORAF BIJ DE EERSTE DRUK

WOORD VOORAF BIJ DE EERSTE DRUK WOORD VOORAF BIJ DE EERSTE DRUK Dit compendium behandelt alle op de Gemeentewet gebaseerde belastingen en de op de Wet milieubeheer gebaseerde Afvalstoffenheffing. Het compendium gemeentelijke belastingen

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018ord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Verordening op

Nadere informatie

De Uitvoeringsregeling afvalstoffenheffing SVHW is derhalve voor het belastingjaar 2013 onverbindend.

De Uitvoeringsregeling afvalstoffenheffing SVHW is derhalve voor het belastingjaar 2013 onverbindend. Memo nummer 20130205 datum 2 mei 2013 aan J. Bakker J. Heiden J. Gelderblom gemeente Woudrichem gemeente Woudrichem gemeente Woudrichem van mr. D.J. Vecht Oranjewoud Vastgoed, Economie & Legal project

Nadere informatie

Raadsbesluit. GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

Raadsbesluit. GEMEENTE VELSEN gemeenteraad T'- - '-T-.- GEMEENTE ELSEN gemeenteraad Raadsbesluit % Datum raadsvergadering 8 november 2018 Datum carrousel Raadsbesluitnummer R18.076 Registratienummer Rsl 8.00485 Onderwerp: erordening op de heffing

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk ); DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk 380627); gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; BESLUIT: vast te

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 725 Wet van 22 december 2005 tot wijziging van de Gemeentewet in verband met het afschaffen van het gebruikersdeel van de onroerendezaakbelasting

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016; De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november ; gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland) Zaaknummer 56852 Afdeling Belastingen Ede, 10-11- De raad van de gemeente Ede: gelezen het voorstel Gemeentelijke Belastingverordeningen 2017 van burgemeester en wethouders d.d. 25-10-, met zaaknummer

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2013, nummer , Team Ontwikkeling, Realisatie en Beheer;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2013, nummer , Team Ontwikkeling, Realisatie en Beheer; CVDR Officiële uitgave Deventer. Nr. CVDR309178_1 15 maart 2016 Verordening eenmalig rioolaansluitingsrecht 2014 De raad de gemeente Deventer, Gelezen het voorstel burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober

Nadere informatie

MINISTERIE VAN FINANCIEN

MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERIE VAN FINANCIEN DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN Nr. DB 2012-125 M s-gravenhage,. 2012 Wijziging van de Wet waardering onroerende zaken en enkele andere wetten

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2017ord Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heerhugowaard Officiële naam regeling Verordening op

Nadere informatie

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013

WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013 MID13/007 WIJZIGING VERORDENINGEN RIOOLRECHTEN 2012 EN 2013 Geachte raad, Inleiding In de verordening rioolrechten (gebruikersdeel) is enkele jaren geleden een waterstaffel toegevoegd om invulling te geven

Nadere informatie

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

Verordening rioolheffing Opmeer 2019. Verordening rioolheffing Opmeer 2019. De raad van de gemeente Opmeer; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2018 gelet op artikel 228 a van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Datum Van Steller Aan. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing /306654

Datum Van Steller Aan. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing /306654 Intern voorstel Datum Van Steller Aan 12 september 2017 H.J.M. Venner H.J.M. Venner Onderwerp College van burgemeester en wethouders Kenmerk Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing

Nadere informatie

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet waardering onroerende zaken en enige andere wetten in verband met de invoering van een basisregistratie inkomen en een basisregistratie waarde

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland) De raad van de gemeente Almere, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op het bepaalde in artikel 228a van de Gemeentewet; B E S L U I T: vast te stellen de volgende: VERORDENING op

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Druten Nr. 268358 14 december 2018 Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 De raad van de gemeente Druten,

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sliedrecht. Nr. 126297 24 december 2015 Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van

Nadere informatie

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING HOOFDSTUK I

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING HOOFDSTUK I ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal in de verordening voorkomende begrippen, is daarvan

Nadere informatie

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 Nr.:12.4 GEMEENTE LOPIK Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2009;

Nadere informatie

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018 Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018 De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 november 2017; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72; Besluit Verordening Rioolheffing Loon op Zand 2015 De raad van de gemeente Loon op Zand; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72; gelet

Nadere informatie

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van..

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer van.. Raadsbesluit Datum raadsvergadering Datum carrousel Raadsbesluitnummer Registratienummer Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018 De raad van de gemeente Velsen, Gelezen

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2014 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 b e s l u i t : Artikel 1 Begripsomschrijvingen De raad van de gemeente Landgraaf; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017 gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de VERORDENING

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; Verordening rioolheffing 2019 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150; gelet

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011 De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011 gelet op artikel 228 a, van de Gemeentewet; B E S L U I T: vast te stellen

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland) De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

Nadere informatie

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d..»..0.. ^^tevv-^o r Zo * gelet op artikel 228a van de Gemeentewet; vast te stellen de volgende

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Almere Nr. 266058 12 december 2018 Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 De raad van de gemeente Almere,

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019 Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door OnderwerD -------------

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ; RAADSBESLUIT GEMEENTE DE MARNE Agendapunt nummer : De raad van de gemeente De Marne Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ; Gelet op: artikel 229, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige advies van de commissie voor Financiën, het volgende besluit te nemen:

Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige advies van de commissie voor Financiën, het volgende besluit te nemen: rv 333 Gemeentelijke Belastingdienst nr. 940331 Den Haag, 11 oktober 1994 Aan de gemeenteraad Vaststelling Verordening hondenbelasting Overeenkomstig hetgeen wij reeds opmerkten bij de budgetprognose 1994-1998

Nadere informatie

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing

Nummer 090 G. Afvalstoffenheffing 1Raadsbesluit Raadscommissie 28-10-2015 Nummer 090 G Afvalstoffenheffing Gemeenteraad 10-11-2015 Portefeuillehouder F. Kingma Paragraaf G Lokale lasten De raad van de gemeente Texel: gelezen het advies

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018; Nummer 5i De raad van de gemeente Delfzijl; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Nadere informatie

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr.

Kenmerk voorstel Nieuwe regeling Gmb-jjjj-nr. Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2018 (versie geldig vanaf 01-01-2018) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 De raad van de gemeente Harderwijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2017, nr. h170062002; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing Citeertitel Verordening Afvalstoffenheffing 2015

Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing Citeertitel Verordening Afvalstoffenheffing 2015 Gemeente Zaanstad Verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Gemeente Zaanstad

Nadere informatie

Reinigingsheffingen. gelet op artikel van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Reinigingsheffingen. gelet op artikel van de Wet milieubeheer en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet 1Raadsbesluit 102 I Behandelschema Reinigingsheffingen Raadscommissie 29-10-2014 Gemeenteraad 11-11-2014 Portefeuillehouder F. Kingma Paragraaf G Lokale lasten De raad van de gemeente Texel: gelezen het

Nadere informatie

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr. Raadsbesluit De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr. 9827; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T: Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007; De gemeenteraad van Bedum; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2007; gelet op artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b en 229d, aanhef, eerste

Nadere informatie

VERORDENING EENMALIG RIOOLAANSLUITRECHT 2016

VERORDENING EENMALIG RIOOLAANSLUITRECHT 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Oud-Beijerland. Nr. 131331 31 december 2015 VERORDENING EENMALIG RIOOLAANSLUITRECHT 2016 De raad van de gemeente Oud-Beijerland; gezien het voorstel van het

Nadere informatie

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen Nummer 201218842 a /EDV De raad der gemeente Veendam; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2012; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en

Nadere informatie

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/ Raadsbesluit De raad der gemeente Emmen; gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/ gelet op artikel 228 a van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de volgende VERORDENING

Nadere informatie

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018 en de bijbehorende tarieven vast te stellen.

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2018 en de bijbehorende tarieven vast te stellen. Raadsvoorstel Nummer: 169467 Behandeld door: A. van de Kamp Datum: 24 oktober 2017. Agendapunt: Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van rioolrecht 2018 Geachte raad, Samenvatting: Voorgesteld

Nadere informatie

Artikel 1 Inleidende bepaling

Artikel 1 Inleidende bepaling Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van; gelet op artikel

Nadere informatie

Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018

Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018 Vergadering gemeenteraad d.d. 30 november 2017 Agenda nummer 7 Portefeuillehouder: wethouder de heer J.H. Menninga Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018 Korte inhoud: Jaarlijks worden

Nadere informatie

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612 * GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2017, nummer 2017-53684; gelet

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019 (Legesverordening 2019)

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019 (Legesverordening 2019) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Baarn Nr. 281569 27 december 2018 Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019 (Legesverordening 2019) De raad van de gemeente Baarn gelezen

Nadere informatie

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 18 september 2018

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 18 september 2018 (f/ GEMEENTE ELSEN gemeenteraad Raadsbesluit Datum raadsvergadering: Datum carrousel Raadsbesluitnummer Registratienummer 8 november 2018 R18.068 Rsl 8.00485 Onderwerp: erordening op de heffing en invordering

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015 Wetstechnische informatie Protocol Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Ubbergen Officiële

Nadere informatie

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t:

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer; b e s l u i t: RAADSBESLUIT 13R.000392 Agendapunt: Onderwerp: Verordening reinigingsheffingen 2014 De raad van de gemeente Woerden; gelezen het voorstel d.d. 19 november 2013 van: - burgemeester en wethouders Gelet op

Nadere informatie

NIEUWE Verordening rioolheffing 2014

NIEUWE Verordening rioolheffing 2014 NIEUWE Verordening rioolheffing 2014 Rode tekst = vervallen of fout, Oranje tekst = afwijkend in huidige verordening/anders geformuleerd, Zwarte tekst = tekst gelijk gebleven, Gele arcering = specificaties

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T: Besluit Nummer Datum De raad van de gemeente Almere, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Gemeente Zaanstad Verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing 2018 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Zaanstad Officiële naam regeling Verordening

Nadere informatie

Belastingverordeningen Brunssum; Deregulerings- en kwaliteitstoets i.v.m. bestuursopdracht deregulering

Belastingverordeningen Brunssum; Deregulerings- en kwaliteitstoets i.v.m. bestuursopdracht deregulering Belastingverordeningen Brunssum; Deregulerings- en kwaliteitstoets i.v.m. bestuursopdracht deregulering Bij de redactie van de belastingverordeningen worden de modellen van de VNG gevolgd. In het algemeen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 165 Wet van 19 maart 2009, houdende tijdelijke regels voor experimenten met een gebiedsgerichte bestemmingsheffing ten behoeve van aanvullende

Nadere informatie

Verordening Bedrijveninvesteringszone Vastgoedeigenaren Winkelcentrum Malden

Verordening Bedrijveninvesteringszone Vastgoedeigenaren Winkelcentrum Malden CVDR Officiële uitgave van Heumen. Nr. CVDR618604_1 31 december 2018 Verordening Bedrijveninvesteringszone Vastgoedeigenaren Winkelcentrum Malden 2019-2021 De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering

Nadere informatie

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015"

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015 = Raadsvergadering d.d. 25 november 2014 Agendanr.. Aan de Raad No.ZA.14-30145/DV.14-405, afdeling Middelen en Advies. Sellingen, 13 november 2014 Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010 gemeente Veendam Doel: Het doel van deze verordening is om regels te stellen betreffende directe belasting

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2012;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2012; gemeente " ^ RAADSBESLUIT Nummer: 2012-109/5 De raad der gemeente ; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2012; gelet op de artikelen 229 van de Gemeentewet

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ; Gemeenteblad 594 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer 2016-47779; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer b e s l u i t :

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer b e s l u i t : Besluit gemeenteraad Titel: Vaststellen verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2018 Bijlage: Wetstechnische informatie Zaaknummer: SOM/2017/039757 Documentnummer: SOM/2017/040223 Datum besluit:

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 24 oktober Geachte raad, Samenvatting: Vaststelling van de Verordening toeristenbelasting 2018

Raadsvoorstel. 24 oktober Geachte raad, Samenvatting: Vaststelling van de Verordening toeristenbelasting 2018 Raadsvoorstel Nummer: 169444 Behandeld door: A. van de Kamp Datum: 24 oktober 2017 Agendapunt: Onderwerp: Verordening Toeristenbelasting 2018 Geachte raad, Samenvatting: Vaststelling van de Verordening

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; Agendanummer: 11a Vergadering: 6 november 2018 De raad van de gemeente Winsum; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Heemskerk 2018

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Heemskerk 2018 Bekendmaking belastingverordening De raad van Heemskerk heeft in zijn openbare vergadering van 21 december 2017 de verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2018.

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2018. Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2018. De raad van de gemeente Opmeer; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 december 2017; gelet op artikel

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer ; Gemeenteblad 570 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VOORST; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, nummer 2015-49115; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016;

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016; De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 24 november 2016; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 oktober 2016; gezien het feit dat de gemeente op grond van artikel

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013; De raad van de gemeente Doetinchem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b van de Gemeentewet

Nadere informatie

RAADSBESLUIT 14R.00481

RAADSBESLUIT 14R.00481 RAADSBESLUIT 14R.00481 Gemeente Woerden 14R.00481 ^ 3 gemeente WOERDEN Agendapunt: hl- Onderwerp: Verordening rioolheffing 2015 De raad van de gemeente Woerden; gelezen het voorstel d.d. 18 november 2014

Nadere informatie

r GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

r GEMEENTE VELSEN gemeenteraad r GEMEENTE ELSEN gemeenteraad Raadsbesluit Datum raadsvergadering 24 november 2016 Datum carrousel n.v.t. Raadsbesluitnummer R16.062 Registratienummer Rs16.00647 Hf Onderwerp: erordening op de heffing

Nadere informatie

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2019 vast te stellen.

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2019 vast te stellen. Raadsvoorstel Nummer: 178183 Behandeld door: A. van de Kamp Datum: 23 oktober 2018 Agendapunt: 12 Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van rioolrecht 2019. Geachte raad, Samenvatting: Voorgesteld

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; Agendanummer: 6b Vergadering: De raad van de gemeente Winsum; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer ;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer ; blad 1 van 5 De raad van de gemeente IJsselstein; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018, zaaknummer 599997; Gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college d.d. 6 november 2012, nummer 194828;

gelezen het voorstel van het college d.d. 6 november 2012, nummer 194828; De raad van de gemeente Leusden; gelezen het voorstel van het college d.d. 6 november 2012, nummer 194828; gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht) gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht) gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders Raadsbesluit De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 november nr. ; gelet op artikel 224 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de:

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht (2014)

Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht (2014) Registratienummer: 2014/10601 Bijlage 1 bij het besluit van de raad van Alphen aan den Rijn van 25 september 2014, raadsbesluitnr 2014/19216 (besluitformulier regnr 2014/6240). Verordening op de heffing

Nadere informatie

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2008

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2008 Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en/of WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie Oosterhout 2008 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Type overheidsorganisatie Naam

Nadere informatie

VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op

VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2006 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van afkortingen / Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van afkortingen / Inleiding / 17 Groenewegen.book Page 7 Thursday, January 22, 2009 11:41 AM Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van afkortingen / 15 1 Inleiding / 17 1.1 Algemene inleiding / 17 1.2 Probleemstelling / 18 1.3 Methode van

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86; Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nummer 86; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen

Nadere informatie

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen 4. Lokale Heffingen Kader De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente en zijn daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. Ze raken de burgers heel

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet; besluit:

GEMEENTEBLAD. gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet; besluit: Officiële uitgave van de gemeente Maassluis GEMEENTEBLAD Nummer: 36 Datum bekendmaking: 18 december 2013 Onderwerp: Verordening reinigingsrechten 2014 De Raad van de gemeente Maassluis; gelezen het voorstel

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014. Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2013-77 verordening Rioolheffing Oss 2014 Dienst/afdeling GIDSTAF De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013;

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630 Raadsstuk Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630 1. Inleiding Met deze wijzigingsverordening op de Verordening parkeerbelastingen 2013 worden enkele correcties in redactie

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente Nr. 1422 21 december 2018 DIR2018008 Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2017

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilvarenbeek. Nr. 185485 27 december 2016 Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht 2017 De raad der gemeente

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland. Nr. 184607 27 december 2016 Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017 De

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders; gelet op de artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014;

VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; MID14/013.5 VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2015 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 oktober

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 10.0140 Rv. nr.: 10.0140 B&W-besluit d.d.: 23-11-2010 B&W-besluit nr.: 10.1217 Naam programma +onderdeel: Omgevingskwaliteit Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015

Verordening op de heffing en de invordering van Onroerendezaakbelastingen. Citeertitel Verordening Onroerende zaakbelastingen 2015 Gemeente Zaanstad Verordening op de heffing en de invordering van Onroerende-zaakbelastingen 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Gemeente

Nadere informatie

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer; No.: Onderwerp: Verordening reinigingsheffingen 2017 ------------------------------------------- De raad der gemeente Hattem; gelezen het voorstel van het college d.d. 15 november 2016, no.. ; gelet op

Nadere informatie

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte RAADSVOORSTEL raadsvergadering: 10 november 2010 onderwerp: Verordening Rioolheffing 2011 bijlage: ontwerp-besluit datum: gemeenteblad I nr.: agenda nr.: Aan de gemeenteraad, Voor u ligt het voorstel tot

Nadere informatie