Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel
|
|
- Elke Gerritsen
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr juli 2017 Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel 12 juli 2017 Nr. BS De Minister van Defensie Ministeriële regeling tot tekstplaatsing van Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel Gelet op: a. de artikelen 2, 60c, 108, 109 en 111, eerste lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement; b. artikel 52, eerste lid, onderdeel d, van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie; c. artikel 16, eerste lid, onder c, van het Inkomstenbesluit militairen; d. artikel 8, derde en achtste lid, artikel 16, tweede lid, en de artikelen 50 en 69 van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken. Enig artikel De tekst van Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel, als in bijlage bij deze regeling, wordt in de Staatscourant geplaatst. De Minister van Defensie Voor deze De Hoofddirecteur Personeel P.F.M. Reesink Schout-bij-nacht 1 Staatscourant 2017 nr juli 2017
2 BIJLAGE Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel 18 januari 1996 Nr. PAV6045/ De Staatssecretaris van Defensie Gelet op: a. de artikelen 2, 60c, 108, 109 en 111, eerste lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement; b. artikel 52, eerste lid, onderdeel d, van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie; c. artikel 16, eerste lid, onder c, van het Inkomstenbesluit militairen; d. artikel 8, derde en achtste lid, artikel 16, tweede lid, en de artikelen 50 en 69 van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken. Besluit: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. hoofd defensieonderdeel 1. de Secretaris-Generaal, voor zover het betreft de Bestuursstaf; 2. de commandant operationeel commando voor het desbetreffende commando; 3. de directeur van de Defensie Materieel Organisatie, voor zover het betreft de Defensie Materieel Organisatie, met uitzondering van het deel ondergebracht in de Bestuursstaf; 4. de commandant van het Commando Dienstencentra, voor zover het betreft het Commando Dienstencentra. b. commandant de commandant van het dienstencentrum internationale ondersteuning defensie; c. defensie-ambtenaar de militair of de ambtenaar; d. gezinsleden de echtgenoot van de defensie-ambtenaar en de kinderen, stief- en pleegkinderen van de defensieambtenaar of van zijn echtgenoot; e. eigen huishouding voeren hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van het Verplaatsingskostenbesluit defensie; f. gehuwde defensie-ambtenaar de defensie-ambtenaar die met één of meer van zijn gezinsleden samenwoont en een eigen huishouding voert in een woning, of een gedeelte daarvan, waarover de gezinsleden de vrije en zelfstandige beschikking hebben; g. ongehuwde defensie-ambtenaar iedere niet onder f bedoelde defensie-ambtenaar; h. standaard netto Nederland 1. voor de militair: (a). de bezoldiging; (b). de vaste vergoeding extra-beslaglegging, verminderd met: (c). de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen, die wordt ingehouden krachtens de Kaderwet militaire pensioenen; (d). de premie voor het bovenwettelijk arbeidsongeschiktheidspensioen, bedoeld in artikel 23b van het Inkomstenbesluit militairen, zonder rekening te houden met een eventueel door de militair gekozen verlaging van die premie; (e). de inhouding vut-equivalent, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit uitvoering artikel 66 van de Wet FVP; (f). de inhouding inzake werkloosheid, bedoeld in paragraaf 5, artikel 31, van de Wet FVP; (g). de loonheffing code 1; (h). de voor de militair verschuldigde premie, bedoeld in artikel 4 van de Regeling ziektekostenverzekering militairen, na aftrek van de werkgeversbijdrage als bedoeld in artikel 5 van die regeling; (i) de WGA-premie; Vermeerderd met: (j.) voor de gehuwde militair de algemene heffingskorting; 2 Staatscourant 2017 nr juli 2017
3 en vermenigvuldigd met de factor 1,1, met dien verstande dat in voorkomend geval geen rekening wordt gehouden met een individuele afwijking als gevolg van: (k). een in te houden spaarbedrag als bedoeld in de Spaarloonregeling defensiepersoneel; (l). een in te houden premie inzake het Invaliditeitspensioen Aanvullingsplan. 2. Voor de ambtenaar: (a). (b). de bezoldiging; in voorkomend geval de vergoeding wegens overwerk, bedoeld in artikel 49 van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie; verminderd met: (c). de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen, bedoeld in het pensioenreglement; (d). de premie voor het bovenwettelijk arbeidsongeschiktheidspensioen, bedoeld in het pensioenreglement, zonder rekening te houden met een eventueel door de ambtenaar gekozen verlaging van die premie; (e), de premie flexibel pensioen en uittreden, bedoeld in het Pensioenreglement ABP en het Reglement flexibel pensioen en uittreden; (f) de inhouding inzake werkloosheid, bedoeld in paragraaf 5, artikel 31, van de Wet FVP; (g) de inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet; (h). de loonheffing code 1, (i) de WGA-premie; vermeerderd met: (j). voor de gehuwde ambtenaar de algemene heffingskorting, (k). de werkgeversvergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet; (l). het nominale deel van de eindejaarsuitkering; en vermenigvuldigd met de factor 1, 075, met dien verstande dat in voorkomend geval geen rekening wordt gehouden met een individuele afwijking als gevolg van: (l). een in te houden spaarbedrag als bedoeld in de Spaarloonregeling defensiepersoneel; (m). een in te houden premie inzake het Invaliditeitspensioen Aanvullingsplan. i. koopkrachtcomponent het door de minister vastgestelde percentage van het Standaard Netto Nederland dat beoogt de koopkracht te behouden van een voor Nederland representatief geacht pakket van goederen en diensten van betrokkene en in voorkomend geval van zijn gezin; j. verblijfscomponent het door de minister vastgestelde percentage van het Standaard Netto Nederland dat beoogt een tegemoetkoming te zijn voor de kosten die voortvloeien uit de verschillen in verblijfsomstandigheden tussen Nederland en het land van plaatsing; k. verplaatsingcomponent het door de minister vastgestelde bedrag als tegemoetkoming in de kosten die het gevolg zijn van een plaatsing in het buitenland. Het betreft een tegemoetkoming voor de kosten die het gevolg zijn van: a. het eventuele verlies van schooljaren van de kinderen waardoor zij langer ten laste van de ouders blijven; b. het niet mogen of kunnen werken van de echtgeno(o)t(e) van de militair en de daaruit voortvloeiende derving van inkomsten en de kleinere kans op werk voor de echtgeno(o)t(e) bij terugkeer in Nederland; c. het worden geconfronteerd met een taal die men niet beheerst hetgeen in de beginperiode van de plaatsing buiten Nederland kan leiden tot meerkosten waaronder de uitgaven voor taalonderwijs; d. het bezit van een woning, met de daaraan verbonden kosten bij verkoop of verhuur (waaronder makelaars- en transactiekosten); e. de confrontatie met een hogere huur bij terugkeer uit het buitenland; f. de extra kosten die het gevolg zijn van de afstand tussen het land van plaatsing en het thuisland waar de achtergebleven familieleden verblijven; g. kosten a.g.v. de extra sociale verplichtingen in geval van plaatsing bij een niet Nederlands onderdeel; l. tegemoetkoming meerkosten beginperiode dat deel van de verplaatsingcomponent dat ineens bij aanvang plaatsing in het buitenland wordt uitgekeerd ter bestrijding van de meerkosten in de beginperiode van de plaatsing; m. Wet FVP de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP; n. DBZ de Dienst Buitenlandse Zaken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken; o. RDBZ het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken; p. DBZV 3 Staatscourant 2017 nr juli 2017
4 het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel; q. post een vertegenwoordiging van het Koninkrijk buiten Nederland als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van het RDBZ; r. diplomatieke titel een van de titels, bedoeld in artikel 141, derde lid, van het RDBZ; s. basisbeurs de basisbeurs, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet studiefinanciering 2000, dan wel de tegemoetkoming scholieren, bedoeld in artikel 1.1 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten; t. metterwoon gevestigd het daadwerkelijk wonen, zodanig dat de gezinsleden er het merendeel van de tijd de nacht doorbrengt, de maaltijden gebruikt en over het algemeen aldaar het leefpatroon heeft dat de gezinsleden volgens algemeen aanvaarde normen gewoonlijk op het huisadres pleegt te hebben; u. Europa Europa inclusief Turkije; v. duurtecorrectie %DC zoals opgenomen in tabel 2. Hoofdstuk 2 Voorzieningen bij plaatsing buiten Nederland Paragraaf 1 Algemeen Artikel 2 Toepasselijkheid Onverminderd artikel 5, vijfde lid, is dit hoofdstuk van toepassing op de defensie-ambtenaar die is geplaatst in een gebied buiten Nederland, tenzij op hem hoofdstuk 3 dan wel de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties (VVHO) van toepassing is. Artikel 3 Plaatsing van de defensie-ambtenaar De defensie-ambtenaar is geplaatst in een gebied buiten Nederland, indien hij voor een tijdvak van langere duur dan dertig achtereenvolgende dagen anders dan uitsluitend in verband met een militaire oefening in dat gebied is tewerkgesteld en in dat gebied is gevestigd. Artikel 4 Verblijf van het gezin in het gebied van plaatsing Het verblijf van de gezinsleden van de defensie-ambtenaar in een gebied buiten Nederland wordt uitsluitend in aanmerking genomen, indien de gezinsleden aldaar metterwoon zijn gevestigd en ter zake van dat verblijf is voldaan aan door de minister bepaalde regels. Artikel 5 Aanvang, einde en duur van de plaatsing 1. De plaatsing van de defensie-ambtenaar en het verblijf van een of meer gezinsleden in een gebied buiten Nederland vangen aan op de dag van aankomst bij een grensstation of -overgang, in de eerste haven of op het eerste vliegveld aldaar. 2. Onverminderd het derde tot en met het zesde lid eindigen de plaatsing van de defensie-ambtenaar en het verblijf van een of meer gezinsleden in een gebied buiten Nederland op de dag van vertrek van een grensstation of -overgang, uit de laatste haven of van het laatste vliegveld aldaar. 3. De plaatsing van de defensie-ambtenaar in een gebied buiten Nederland eindigt, indien hij: a. om redenen van dienst waaronder mede te verstaan medische redenen het gebied van plaatsing voor een tijdvak van langere duur dan dertig achtereenvolgende dagen verlaat of b. om persoonlijke redenen het gebied van plaatsing voor een tijdvak van langere duur dan zestig achtereenvolgende dagen verlaat. 4. Onverminderd het vijfde lid wordt de plaatsing van de defensie-ambtenaar die is geplaatst in een gebied buiten Nederland en wiens gezinsleden aldaar metterwoon zijn gevestigd, geacht voort te duren zolang die defensie-ambtenaar voor de duur van ten hoogste zes maanden buiten het gebied van plaatsing verblijft, terwijl zijn gezinsleden aldaar achterblijven. In voorkomend geval eindigt de plaatsing op de dag waarop: a. de duur van het verblijf van de defensie-ambtenaar buiten dat gebied de termijn van zes maanden overschrijdt, dan wel b. de gezinsleden binnen de termijn van zes maanden dat gebied definitief of voor langere duur dan zestig dagen verlaten. 5. In afwijking van het vierde lid wordt de plaatsing van de militair als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdelen a en b, wiens gezinsleden aldaar metterwoon zijn gevestigd, en die is ingezet in het kader van een operatie als bedoeld in de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties, geacht voort te duren tijdens de periode van die inzet en van de direct daaraan 4 Staatscourant 2017 nr juli 2017
5 voorafgaande opleiding ten behoeve van die inzet. 6. In afwijking van het vierde lid wordt de plaatsing van de militair als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel d, dan wel de militair als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder f, die is ingezet in het kader van een operatie als bedoeld in de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties, geacht voort te duren tijdens de periode van die inzet en van de direct daaraan voorafgaande opleiding ten behoeve van die inzet indien de militair gedurende deze periode kosten maakt gerelateerd aan zijn huisvesting in het land van plaatsing. 7. Indien de defensie-ambtenaar bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdelen a en b, bij eindiging van zijn plaatsing in een gebied buiten Nederland zijn gezinsleden daar moet achterlaten, kan hij, om reden van medische noodzaak, het afronden van het schooljaar van het kind van de defensieambtenaar en het verblijven buiten het land van plaatsing voor het volgen van een bij- of omscholingsopleiding met daarbij het oogmerk van de organisatie de defensieambtenaar terug te laten keren naar het land van plaatsing, niettemin in het genot van de toelage-buitenland, de verhoging daarvan en de overige voorzieningen ter zake van die plaatsing in dat gebied blijven. Artikel 6 Samenloop 1. Indien de defensie-ambtenaar reeds uit anderen hoofde aanspraak heeft op voorzieningen al dan niet in natura ter zake van zijn plaatsing in een gebied buiten Nederland, kan de aanspraak op voorzieningen op grond van dit hoofdstuk geheel of gedeeltelijk komen te vervallen. 2. Indien de echtgenoot van de defensie-ambtenaar over hetzelfde tijdvak aanspraak kan maken op voorzieningen op grond van dit hoofdstuk of op daarmee gelijk te stellen voorzieningen voor ambtenaren behorende tot de Rijksoverheid: a. komt de aanspraak van de defensie-ambtenaar op voorzieningen op grond van dit hoofdstuk te vervallen, indien het standaard netto Nederland van de echtgenoot hoger is; b. wordt de aanspraak op voorzieningen verleend aan degene die daarvoor door beiden gezamenlijk is aangewezen, indien het standaard netto Nederland van de defensie-ambtenaar en dat van zijn echtgenoot gelijk zijn, tenzij om dienstredenen geen gemeenschappelijke huishouding wordt gevoerd. 3. De defensie-ambtenaar, bedoeld in het tweede lid, onder a, alsmede de defensie-ambtenaar die niet door beiden gezamenlijk is aangewezen, bedoeld in het tweede lid, onder b, heeft aanspraak op de voorzieningen waarop de ongehuwde defensie-ambtenaar, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel e, aanspraak zou hebben. Paragraaf 2 Toelage-buitenland Artikel 7 Toelage buitenland defensieambtenaren 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: a. gehuwd, gezin met kinderen aldaar de gehuwde defensieambtenaar die met zijn echtgenoot en kinderen woonachtig is in het land van plaatsing dan wel de alleenstaande ouder die met zijn kinderen woonachtig is in het land van plaatsing; b. gehuwd, gezin zonder kinderen aldaar de gehuwde defensieambtenaar die met zijn echtgenoot woonachtig is in het land van plaatsing; c. gehuwd, gezin niet aldaar de gehuwde defensieambtenaar, waarvan geen enkel gezinslid in het land van plaatsing woonachtig is, en die in het land van plaatsing huisvesting en voeding van rijkswege geniet; d. gehuwd, gezin niet aldaar, zelfstandig woonachtig aldaar de gehuwde defensieambtenaar, waarvan geen enkel gezinslid in het land van plaatsing woonachtig is, en die metterwoon gevestigd is in het land van plaatsing; e. ongehuwd de ongehuwde defensieambtenaar die in het land van plaatsing huisvesting en voeding van rijkswege geniet; f. ongehuwd en zelfstandig woonachtig aldaar de ongehuwde defensieambtenaar die metterwoon gevestigd is in het land van plaatsing. 2. De defensieambtenaar met aanspraak op salaris die is geplaatst in een gebied buiten Nederland heeft aanspraak op een toelage-buitenland bestaande uit: a. een koopkrachtcomponent bestaande uit een percentage, indien deze positief is, en b. een verblijfscomponent bestaande uit een percentage, beide berekend over het voor belanghebbende geldende standaard netto Nederland, en c. een verplaatsingcomponent bestaande uit een nominaal bedrag. 3. Alle in het tweede lid genoemde componenten worden vastgesteld met toepassing van tabel Indien er in een bepaald gebied sprake is van een verblijfscomponent die meer dan 10 punten hoger is dan de verblijfscomponent in de hoofdstad dan wel duurdere stad, dan wordt de 5 Staatscourant 2017 nr juli 2017
6 verblijfscomponent voor de defensieambtenaar die in dat gebied woonachtig is, gebaseerd op dat gebied. 5. Uitgezonderd van de aanspraak op een toelage-buitenland is de defensieambtenaar die is geplaatst in een gebied buiten Nederland en naar het oordeel van de Minister in de gelegenheid is dagelijks te reizen tussen de woonplaats van zijn gezinsleden in Nederland en de plaats waar hij de dienst verricht, dan wel tussen zijn woonplaats in Nederland en de plaats waar hij de dienst verricht. 6. Artikel 3, derde lid, van het Inkomstenbesluit militairen wordt niet toegepast op de verplaatsingscomponent bij deeltijdverlof of ouderschapsverlof, evenmin wordt de verplaatsingscomponent voor de burgerambtenaar met een deeltijdaanstelling of ouderschapsverlof naar evenredigheid gekort. Artikel 8 Vergoeding kosten zorgverzekering en zorgkosten 1. De defensieambtenaar die is geplaatst in een gebied buiten Nederland heeft ter compensatie van de kosten verbonden aan het uitbreiden van de zorgverzekering met een dekking voor het gebied waar de defensieambtenaar en zijn aldaar met toestemming van de Minister metterwoon verblijvende gezinsleden wonen, aanspraak op een tegemoetkoming ter hoogte van 35 per maand per inwonend gezinslid van 18 jaar of ouder. Deze aanspraak is ook van toepassing op de defensieambtenaar met uitzondering van de ambtenaar als bedoeld in artikel 90 van het Algemeen militair ambtenarenreglement. 2. De defensieambtenaar die is geplaatst in een gebied buiten Nederland heeft voor zijn aldaar met toestemming van de Minister metterwoon verblijvende gezinsleden aanspraak op vergoeding van de gemaakte buitenlandse zorgkosten voor dat deel van die kosten dat het niveau van 200% van het Nederlandse prijspeil overstijgt en voor zover niet uit anderen hoofde aanspraak bestaat. 3. In afwijking van het gestelde in artikel 2, is de aanspraak op de in het eerste lid en tweede lid bedoelde tegemoetkoming ook van toepassing op de ambtenaar op wie hoofdstuk 3 van toepassing is. Artikel 9 Verhoging toelage-buitenland 1. De defensie-ambtenaar bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdelen a en b, heeft met inachtneming van het tweede tot en met het zevende lid aanspraak op een verhoging van zijn toelagebuitenland voor ieder van zijn kinderen, indien: a. ten behoeve van dat kind aanspraak bestaat op kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet, en/of het Bundeskindergeldgesetz of het Einkommengesetz, of b. dat kind de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft bereikt en aan dat kind een basisbeurs is toegekend dan wel naar het oordeel van de commandant een basisbeurs zou zijn toegekend indien dat kind zijn studie in Nederland zou hebben gevolgd. 2. De in het eerste lid bedoelde aanspraak bestaat voor een kind dat verblijft in het gebied van plaatsing van de defensie-ambtenaar, mits dat verblijf uitsluitend het gevolg is van de plaatsing aldaar van die defensie-ambtenaar en de datum van aankomst van het kind in dat gebied is gelegen omstreeks of na de datum van plaatsing van de defensie-ambtenaar in het betreffende gebied. De verhoging bestaat uit een basisbedrag en de duurtecorrectie, indien deze positief is, berekend over een door de minister vastgesteld bedrag gebaseerd op de gemiddelde kinderbijslag per maand voor de eerste twee kinderen. Die bedragen zijn opgenomen in tabel De in het eerste lid bedoelde aanspraak bestaat voor een kind dat voor het volgen van onderwijs metterwoon in Nederland verblijft en wiens tijd grotendeels in beslag wordt genomen door of in verband met dat onderwijs. Het bedrag van de verhoging wordt vastgesteld met toepassing van tabel De aanspraak op de verhoging, bedoeld in het derde lid, blijft behouden indien het samenwonen met de gezinsleden wordt onderbroken voor een termijn van niet langer dan drie maanden, indien aan de voorwaarden die voor het verkrijgen van de aanspraak op die verhoging zijn gesteld, na het samenwonen weer volledig wordt voldaan. 5. Voor een kind waarvoor de aanspraak op kinderbijslag pas ontstaat op de eerste dag van het kwartaal volgende op dat waarin het kind is aangekomen of geboren in het gebied van plaatsing van de defensie-ambtenaar, gaat de aanspraak op de verhoging in op de dag van aankomst, onderscheidenlijk van de geboorte, in dat gebied. 6. Indien een aangehuwd of pleegkind pas tijdens de plaatsing van de defensie-ambtenaar in een gebied buiten Nederland tot de gezinsleden van de defensie-ambtenaar gaat behoren, gaat de aanspraak op de verhoging van de toelage-buitenland in met ingang van de dag waarop het kind tot de gezinsleden gaat behoren. 7. Indien de aanspraak op kinderbijslag, de basisbeurs, of de fictieve basisbeurs, bedoeld in het eerste lid, voor een kind eindigt, vervalt ten aanzien van dat kind de aanspraak op de verhoging met ingang van de dag waarop die verandering plaatsvindt. 6 Staatscourant 2017 nr juli 2017
7 Artikel 10 Aanvullende toelage-buitenland De militair die is geplaatst in een gebied buiten Nederland en die aanspraak heeft op: a. de in de pensioengrondslag opgenomen toelage officieren-arts, -tandarts en -apotheker, bedoeld in artikel 7 van de Inkomstenregeling militairen; b. de vliegtoelage, bedoeld in artikel 10 van de Inkomstenregeling militairen, of c. de garantievliegtoelage, bedoeld in artikel 11 van de Inkomstenregeling militairen, heeft aanspraak op een aanvullende toelage-buitenland, waarvan het bedrag wordt vastgesteld met toepassing van tabel 7 en artikel 7. Artikel 11 Verandering toelage-buitenland 1. Een verhoging van de toelage-buitenland als gevolg van een verandering in de burgerlijke staat van de defensie-ambtenaar gaat in op de dag waarop die verandering plaatsvindt. 2. Onverminderd het derde lid gaat een verlaging van de toelage-buitenland als gevolg van een verandering in de burgerlijke staat van de defensie-ambtenaar in op de dag waarop die verandering plaatsvindt. 3. Een verlaging van de toelage-buitenland of het verliezen van de aanspraak op de toelagebuitenland door het overlijden van een gezinslid, gaat in op de eerste dag van de derde maand volgende op die waarin dat overlijden heeft plaatsgevonden. 4. Een verhoging van de toelage-buitenland als gevolg van de aankomst of geboorte van een kind in het gebied van plaatsing dan wel dat een aangehuwd of pleegkind in het gebied van plaatsing tot de gezinsleden van de defensie-ambtenaar gaat behoren, gaat in op de dag waarop het kind tot de gezinsleden gaat behoren. 5. Onverminderd het derde lid gaat een verlaging van de toelage-buitenland als gevolg van het niet meer behoren van kinderen tot de gezinsleden van de defensie-ambtenaar in het gebied van plaatsing van de defensie-ambtenaar, in op de dag waarop die verandering plaatsvindt. Paragraaf 3 Overige voorzieningen Artikel 12 Huisvesting en voeding van rijkswege 1. In dit artikel wordt, indien de militair gebruik moet maken van de faciliteiten van in Duitsland gesitueerde Britse messes, verstaan onder noodzakelijk gemaakte kosten: a. ten aanzien van huisvesting: de verschuldigde kosten wegens verstrekking van huisvesting (accommodation charges), in voorkomend geval vermeerderd met de verplichte bijdragen wegens subscriptions, maintenance, sports, silver, fund, messfunctions, library, united services club en staff gratuities, voor zover het totaal van die bijdragen een bedrag per maand te boven gaat van 10,23 voor officieren of 5,11 voor andere militairen; b. ten aanzien van voeding: de verschuldigde kosten wegens verstrekking van voeding (ration charges), met inbegrip van de tafelgelden (extra messing charges). 2. Aan de militair die is geplaatst in een gebied buiten Nederland en die gebruik maakt van huisvesting en voeding van defensie, wordt huisvesting en voeding verstrekt bij een onderdeel van de Nederlandse krijgsmacht, dan wel indien dat niet leidt tot onnodig hoge kosten voor het Rijk bij een onderdeel van de krijgsmacht van een buitenlandse mogendheid of een internationale organisatie waarbij Nederland krachtens een verdrag is aangesloten. 3. Indien geen of geen passende huisvesting als bedoeld in het tweede lid kan worden verstrekt, wordt de militair door de zorg van de commandant voor rekening van het Rijk elders gehuisvest. 4. Aan kosten van huisvesting worden vergoed de naar het oordeel van de commandant noodzakelijk gemaakte kosten. 5. De in een gebied buiten Nederland geplaatste militair die als bedoeld in artikel 12 van de Regeling huisvesting en voeding militairen en die zelf voor betaling van voeding zorg dient te dragen, heeft aanspraak op een tegemoetkoming: a. indien naar het oordeel van de commandant gebruik kan worden gemaakt van een passende, voor militairen bestemde eetgelegenheid: het voor het betreffende gebied geldende bedrag dat is opgenomen in tabel 8, vermeerderd met het bedrag van een toeslag, indien deze door de militair is verschuldigd; b. in de overige gevallen: de naar het oordeel van de commandant noodzakelijk gemaakte kosten tot een maximum van de vergoedingen op basis van de Regeling dienstreizen defensie, bijlage C, voor het betrokken gebied of gebiedsdeel, waarbij na zestig dagen verblijf aldaar op het aldus berekende bedrag 25 procent in mindering wordt gebracht. 6. De in een gebied buiten Nederland geplaatste militair die voeding van defensie tegen contante betaling geniet als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onder a, van de Regeling huisvesting en voeding militairen, maar van die voeding naar het oordeel van de commandant geen gebruik kan maken, heeft aanspraak op een tegemoetkoming: a. indien naar het oordeel van de commandant gebruik kan worden gemaakt van een passende, 7 Staatscourant 2017 nr juli 2017
8 voor militairen bestemde eetgelegenheid: het voor het betreffende gebied geldende bedrag dat is opgenomen in tabel 9, vermeerderd met het bedrag van een toeslag, indien deze door de militair is verschuldigd; b. in de overige gevallen: de naar het oordeel van de commandant noodzakelijk gemaakte kosten tot een maximum van de vergoedingen op basis van de Regeling dienstreizen defensie, bijlage C, voor het betrokken gebied of gebiedsdeel, waarbij na zestig dagen verblijf aldaar op het aldus berekende bedrag 25 procent in mindering wordt gebracht, verminderd met de som van: 1. het bedrag dat in Nederland zou zijn verschuldigd op grond van artikel 10, tweede lid, onder a, van de Regeling huisvesting en voeding militairen, en 2. de voor het betrokken gebied geldende duurtecorrectie voor zover deze positief is berekend over het bedrag, bedoeld ten 1. Artikel 13 Tegemoetkoming woninghuur 1. In dit artikel wordt verstaan onder: a. passende woning een woning die wat huurbedrag, aard, ruimte, indeling en ligging betreft, door de commandant mede gelet op de plaatselijke normen als een geschikte woning voor de defensie-ambtenaar wordt aangemerkt; b. vrije keuze woning onder passende woning wordt mede verstaan die woning die alleen voor wat betreft het huurbedrag door de commandant als niet geschikt wordt aangemerkt, maar waarvoor bij de bepaling van de tegemoetkoming gerekend wordt met een door de commandant als geschikt aangemerkt maximaal huurbedrag; c. passende defensiewoning een specifiek voor defensie-ambtenaren bestemde woning die door het Ministerie van Defensie in eigendom is verworven of is gehuurd en die wat aard, ruimte, indeling en ligging betreft door de commandant mede gelet op de plaatselijke normen als een geschikte woning voor de defensie-ambtenaar wordt aangemerkt; d. verschuldigde huur voor zover niet anders is bepaald: de tegenwaarde in Nederlandse valuta van de som van: 1. de kale huur; 2. de huur van een garage, indien die tezamen met de woning moet worden gehuurd; 3. de overige kosten die naar het oordeel van de commandant aan die huur zijn verbonden, waartoe ten minste behoren: (a). voor België en Luxemburg: de risque locataire, verminderd met het gedeelte van de premie dat is bestemd voor de inboedelverzekering, en de eventueel verschuldigde grondbelasting; (b). voor Frankrijk: de aan die huur verbonden charges, verminderd met de kosten voor verwarming en water, of voor zover die kosten niet afzonderlijk worden berekend verminderd met de in artikel 8, lid 3, onderdeel b, van de Regeling huisvesting en voeding militairen genoemde bedragen per maand voor verwarming en voor water; de risque locataire, verminderd met het gedeelte van de premie dat is bestemd voor de inboedelverzekering, en de eventueel verschuldigde taxe immobilière; (c). voor de Bondsrepubliek Duitsland: de eventueel door de defensie-ambtenaar verschuldigde kosten voor de medeverzekering van de aansprakelijkheid van de huurder ten opzichte van de verhuurder van schade door brand aan het door de huurder bewoonde pand en de eventueel verschuldigde Grundsteuer; (d). voor de Nederlandse Antillen en Aruba: de verschuldigde gebruiksbelasting; e. eigen bijdrage zeventien procent van de som van: 1. de voor de militair geldende bezoldiging, onderscheidenlijk het voor de ambtenaar geldende salaris, in voorkomend geval vermeerderd met de toelage minimumloon, bedoeld in artikel 16 van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie, en 2. het bedrag van de voor het gebied van plaatsing geldende duurtecorrectie, indien deze positief is, berekend over het voor de militair, onderscheidenlijk ambtenaar, geldende standaard netto Nederland. 2. De defensie-ambtenaar die aanspraak heeft op de toelage-buitenland, bedoeld in artikel 7, eerste of derde lid, en die in het gebied van plaatsing een eigen huishouding voert, heeft aanspraak op een maandelijkse tegemoetkoming in de woninghuur, indien het hem naar het oordeel van de commandant niet mogelijk is geweest: a. in Duitsland, de Nederlandse Antillen of Aruba: een passende defensiewoning of, indien een zodanige woning naar het oordeel van de commandant niet beschikbaar is, een passende woning te huren; b. in overige gebieden: een passende woning te huren, waarvan de huur lager is dan of gelijk is aan de eigen bijdrage. De tegemoetkoming bedraagt het 8 Staatscourant 2017 nr juli 2017
9 verschil tussen de verschuldigde huur, of bij een vrije keuze woning de door de commandant bepaalde maximale huur, en de eigen bijdrage. 3. De aanspraak op de tegemoetkoming, bedoeld in het tweede lid, gaat in op de dag waarop de huur voor de eerste maal is verschuldigd, tenzij de defensie-ambtenaar dan nog geen aanspraak heeft op de voor hem vastgestelde toelage-buitenland, in welk geval de tegemoetkoming wordt toegekend met ingang van de dag waarop de aanspraak op die toelage-buitenland ontstaat. 4. De aanspraak op de tegemoetkoming, bedoeld in het tweede lid, eindigt op de dag waarop de huur niet langer is verschuldigd of de aanspraak op de toelage-buitenland vervalt. 5. De ongehuwde defensie - ambtenaar die is geplaatst in een gebied buiten Nederland en aldaar een eigen huishouding voert behoudt de aanspraak op de tegemoetkoming, bedoeld in het tweede lid, indien: a. het verblijf van de defensieambtenaar buiten dat gebied de termijn van 6 maanden niet overschrijdt, dan wel, b. de defensieambtenaar is ingezet in het kader van de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties, dan wel, c. de defensieambtenaar een bij- of omscholingsopleiding volgt met het oogmerk van de organisatie de defensieambtenaar terug te laten keren naar het land van plaatsing. 6. In geval van overlijden van de defensie-ambtenaar aan wie de tegemoetkoming, bedoeld in het tweede lid, is toegekend, wordt de betaling van die tegemoetkoming ten behoeve van zijn nagelaten gezinsleden gecontinueerd tot het tijdstip waarop zij de betrokken woning hebben ontruimd, maar ten hoogste voor een periode van drie maanden na de datum van overlijden. 7. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, onderdeel d, is de eigen bijdrage 10%, indien de defensieambtenaar vanuit een eigendomswoning met een tegemoetkoming in de verplaatsingskosten is verhuisd naar het buitenland en hij gedurende zijn plaatsing of een deel van die plaatsing deze eigendomswoning aanhoudt en die woning niet verhuurt of ter beschikking stelt aan een ander dan een van de eigen- stief of pleegkinderen van de defensieambtenaar. Artikel 14 Lening huurwaarborgsom 1. Indien bij het in het gebied van plaatsing betrekken van een passende woning als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, een waarborgsom voor de huurwoning moet worden gestort, kan een renteloze lening worden verstrekt aan: a. de defensie-ambtenaar die aanspraak heeft op de toelage-buitenland, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdelen a en b, en wiens gezinsleden zich naar verwachting voor ten minste zes achtereenvolgende maanden metterwoon in het gebied van plaatsing zullen vestigen of b. de defensie-ambtenaar die aanspraak heeft op de toelage-buitenland, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdelen d en f, die voor een tijdvak van ten minste zes achtereenvolgende maanden is geplaatst in een gebied buiten Nederland en die aldaar een eigen huishouding voert. 2. Het bedrag van de lening is niet hoger dan het bedrag van de te storten waarborgsom, verminderd met het bedrag van de verschuldigde huur dat voor de betrokken woning voor één maand is verschuldigd en in voorkomend geval met de tegemoetkoming woninghuur waarop in die maand aanspraak bestaat. 3. De lening wordt verstrekt en afgelost in de valuta waarin de waarborgsom is gestort. Indien zulks niet mogelijk is, wordt de lening verstrekt en afgelost in de tegenwaarde in Nederlandse valuta tegen de op dat moment geldende administratiekoers. Hieruit mogelijk voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van het defensie. 4. De aflossing van de lening, met inbegrip van de eventueel daarover verkregen rente, geschiedt in eenmaal aan het eind van het verblijf in het gebied van plaatsing of bij het eerder verlaten van de woning. Artikel 15 Tegemoetkoming doorlopende kosten 1. De defensieambtenaar bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdelen a, b en f, en die voor een tijdvak van langere duur dan zes maanden, maar van kortere duur dan anderhalf jaar binnen Europa, dan wel van kortere duur dan twee jaar buiten Europa, is geplaatst in een gebied buiten Nederland, heeft aanspraak op een maandelijkse tegemoetkoming in de doorlopende kosten. De tegemoetkoming bedraagt 10 procent van het voor hem geldende standaard netto Nederland. 2. De aanspraak op de toelage, bedoeld in het eerste lid, bestaat niet, indien de defensie-ambtenaar: a. van rijkswege wordt gehuisvest of b. aanspraak doet gelden op de verhuiskostenvergoeding, bedoeld in artikel 2 van het Verplaatsingskostenbesluit militairen, dan wel artikel 3, eerste lid, en artikel 10 van het Verplaatsingskostenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie. 9 Staatscourant 2017 nr juli 2017
10 Artikel 15a Tegemoetkoming meerkosten beginperiode 1. De defensie-ambtenaar die geplaatst is in een gebied buiten Nederland, heeft bij aanvang van de plaatsing aanspraak op een eenmalige tegemoetkoming in de meerkosten beginperiode. 2. De bedragen van deze tegemoetkoming zijn opgenomen in tabel 18. De tabelbedragen gelden voor een plaatsingsperiode van 36 maanden. Bij alle plaatsingsperiodes die afwijken van 36 maanden, wordt de tegemoetkoming evenredig vastgesteld. 3. De hoogte van de tegemoetkoming wordt eenmalig, bij aanvang van de plaatsing, vastgesteld over de initiële plaatsingsduur. 4. Indien de plaatsing door onvoorziene omstandigheden voortijdig wordt beëindigd, en deze omstandigheden niet aan de defensieambtenaar te wijten zijn, wordt de tegemoetkoming niet teruggevorderd. Artikel 16 Tegemoetkoming onderwijskosten 1. In dit artikel wordt verstaan onder: a. erkende onderwijsinstelling een door de overheid gesubsidieerde of naar het oordeel van de Minister daarmee gelijk te stellen instelling. Voor het buitenland wordt als erkend aangemerkt een Nederlandse of door Nederland gesubsidieerde school en bij het ontbreken daarvan een onderwijsinstelling voor lager of middelbaar onderwijs binnen of nabij de standplaats van de defensieambtenaar die - m.b.t. onderwijsaanbod, aansluiting op Nederlands onderwijs, kosten en plaatselijke omstandigheden door de commandant als passend wordt aangemerkt. Ter zake van universitair en hoger onderwijs een door de Minister erkende onderwijsinstelling. b. onderwijs alle soorten van onderwijs aan een erkende onderwijsinstelling; c. onderwijskosten voor het onderwijs verschuldigde schoolgelden, met inbegrip van de schoolgelden voor zogenaamde summerschools in de Verenigde Staten van Amerika en Canada en met uitzondering van de kosten van huisvesting, schoolmaaltijden en schooluniformen; d. bijkomende kosten de, naar het oordeel van de commandant, noodzakelijke voor het onderwijs verschuldigde kosten van registratie, examenkosten en kosten van onderwijsmateriaal, met uitzondering van de kosten van huisvesting, schoolmaaltijden en schooluniformen; e. reiskosten de noodzakelijk te maken reiskosten van huis naar school en terug; f. kind een kind als bedoeld in artikel 9, eerste lid. 2. De defensie-ambtenaar bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, die is geplaatst in een gebied buiten Nederland en die een of meer kinderen heeft die aldaar onderwijs genieten, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de daarmee verband houdende onderwijskosten, bijkomende kosten en de reiskosten. 3. De onderwijskosten worden vergoed naar de tarieven die door een erkende onderwijsinstelling worden gehanteerd. 4. Aanspraak op de tegemoetkoming, als bedoeld in het tweede lid, heeft ook de defensieambtenaar ter zake van de kosten van kleuteronderwijs voor zijn kind of kinderen met de leeftijd van drie jaren, indien het volgen van kleuteronderwijs door driejarigen in het gebied van plaatsing gebruikelijk is en met dien verstande dat de kosten van een crèche, peuterspeelzaal, kinderbewaarplaats en dergelijke niet in beschouwing worden genomen. 5. Bij het vaststellen van de onderwijskosten worden reeds op andere wijze genoten of nog te ontvangen bijdragen en uitkeringen zoals studiebeurzen daarop in mindering gebracht. Daarbij blijven premies voor en uitkeringen op grond van een studieverzekering en de basisbeurs buiten beschouwing. 6. Als reiskosten worden aangemerkt: a. voor de Verenigde Staten van Amerika en Canada: 1. indien het onderwijs betreft tot en met het niveau van highschool: de kosten van het reizen per schoolbus; 2. indien het onderwijs betreft als vervolg op de high-school: (a). bij een afstand tussen de woning en de school van vijftien kilometer of minder, afhankelijk van het land van verblijf: de kosten per dagelijks af te leggen kilometer, waarvan het bedrag wordt vastgesteld met toepassing van artikel 16 van de Verplaatsingskostenregeling defensie, met dien verstande dat de vermindering met de eigen bijdrage, genoemd in dat artikel, achterwege blijft; (b). bij een afstand tussen de woning en de school van meer dan vijftien kilometer: de kosten, bedoeld onder (a), vermeerderd met de kosten voor een autoverzekering, indien het betrokken kind over een eigen auto beschikt; 10 Staatscourant 2017 nr juli 2017
11 b. voor overige gebieden: de kosten verbonden aan het vervoer per schoolbus, met dien verstande dat indien naar het oordeel van de commandant geen gebruik kan worden gemaakt van een schoolbus, aanspraak bestaat op een tegemoetkoming in de reiskosten, waarvan het bedrag wordt vastgesteld met toepassing van artikel 16 van de Verplaatsingskostenregeling defensie, met dien verstande dat de vermindering met de eigen bijdrage, genoemd in dat artikel, achterwege blijft. 7. Het zesde lid, onder b, is niet van toepassing op de defensie-ambtenaar: a. die is geplaatst in de Nederlandse Antillen of Aruba of b. wiens kind of kinderen onderwijs volgen op de zogenoemde Nederlandse scholen in Duitsland. 8. De defensie-ambtenaar bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, die voor tenminste zes maanden is geplaatst in het Verenigd Koninkrijk en wiens kinderen aldaar verblijven en lager, middelbaar of hoger onderwijs volgen, terwijl op goede gronden kan worden aangenomen dat het gezinsverband aldaar tenminste drie maanden zal bestaan, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de, naar het oordeel van de commandant, noodzakelijk te maken kosten van aanschaf van de door de school voorgeschreven school- sportkleding tot het maximum bedrag van 250 per schooljaar. 9. De defensie-ambtenaar bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, die voor tenminste zes maanden is geplaatst in de Verenigde Staten van Amerika en wiens kinderen aldaar verblijven en lager of middelbaar onderwijs volgen, terwijl op goede gronden kan worden aangenomen dat het gezinsverband aldaar tenminste drie maanden zal bestaan, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de, naar het oordeel van de commandant, noodzakelijk te maken kosten voor het volgen van het bijvak Nederlandse taal en letterkunde tot het maximum bedrag van US$ 650 per schooljaar. 10. De commandant kan de defensie-ambtenaar bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, voorafgaande aan een plaatsing in het buitenland, toestemming verlenen advies in te winnen bij de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland indien, naar zijn oordeel, specifieke informatiebehoefte over onderwijsmogelijkheden in het buitenland benodigd is. 11. Kinderen van de uit het buitenland terugkerende defensieambtenaar die in het buitenland internationaal onderwijs hebben genoten zijn gerechtigd om die internationale opleiding aan een instelling voor Internationaal Voortgezet Gesubsidieerd Onderwijs in Nederland af te ronden uitsluitend voor klas 5 HAVO, klas 5 en/of 6 VWO of klas 5 en/of 6 van het Gymnasium. De vergoeding, die door de commandant voor ten hoogste twee jaar kan worden toegekend, bedraagt maximaal de kosten voor het verschuldigde schoolgeld verminderd met de normale voor een Nederlandse onderwijsinstelling verschuldigde ouderlijke bijdrage. 12. Door de commandant kan aan de partner en de kinderen van de defensieambtenaar aanspraak worden verleend op een vergoeding van de kosten van een taalcursus in de taal van het land waar de defensieambtenaar met zijn gezin is of wordt geplaatst indien dat, naar zijn oordeel, voor de integratie in dat land noodzakelijk is. Artikel 17 Tegemoetkoming kledingkosten 1. In dit artikel wordt mede verstaan onder gebied binnen de keerkringen: a. de Verenigde Staten van Amerika bij een verblijf aldaar in een tijdvak waarin voor de Amerikaanse strijdkrachten regionaal het dragen van een tropentenue is voorgeschreven; b. andere gebieden met een warm klimaat, indien het hoofd defensieonderdeel heeft bepaald dat met de mogelijkheid van het voorschrijven van een tropentenue rekening moet worden gehouden. 2. De defensie-ambtenaar die voor een tijdvak van ten minste twee jaren wordt geplaatst in een gebied binnen de keerkringen, heeft voor zijn gezinsleden aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van aanschaf van de noodzakelijke kleding ter zake van het verblijf in dat gebied indien op goede gronden kan worden aangenomen dat het gezinsverband aldaar eveneens ten minste twee jaren zal bestaan. 3. De ambtenaar die voor een tijdvak van tenminste twee jaren wordt geplaatst in een gebied binnen de keerkringen, heeft voor zichzelf aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van de noodzakelijke kleding ter zake van het verblijf in dat gebied. 4. De bedragen van de tegemoetkoming zijn opgenomen in tabel 12. De tegemoetkoming wordt naar evenredigheid terugbetaald, indien om persoonlijke redenen de plaatsing of het verblijf van kortere duur is dan het tijdvak, bedoeld in het tweede onderscheidenlijk derde lid. Artikel 18 Tegemoetkoming kosten tewerkstelling niet-nederlands onderdeel buiten Nederland (vervallen) 11 Staatscourant 2017 nr juli 2017
12 Artikel 19 Tegemoetkoming grensgangers (vervallen) Artikel 20 Lening aanloopkosten 1. Aan de defensie-ambtenaar die voor ten minste zes achtereenvolgende maanden is of wordt geplaatst in een gebied buiten Nederland kan een renteloze lening worden verstrekt ter bestrijding van de aanloopkosten verbonden aan het verblijf in dat gebied. 2. De lening wordt berekend over ten hoogste twaalf maanden en bedraagt voor iedere maand dat de defensie-ambtenaar naar verwachting zal zijn geplaatst in dat gebied, niet meer dan één twaalfde deel van de som van het salaris en de toelage-buitenland, bedoeld in artikel 7, waarop de defensie-ambtenaar op de datum van die plaatsing aanspraak heeft. 3. De lening wordt niet eerder verstrekt dan één maand voor de datum van plaatsing of uiterlijk twee maanden nadat de defensie-ambtenaar, dan wel zijn gezinsleden indien die pas na datum in het gebied van plaatsing aankomen in dat gebied zijn aangekomen. 4. De aflossing van de lening geschiedt vóór het einde van de plaatsing in ten hoogste zesendertig gelijke maandelijkse opeenvolgende termijnen, aanvangende met de maand volgende op die waarin de lening is verstrekt. 5. Indien de lening niet wordt opgenomen in het tijdvak genoemd in het derde lid, dan kan aan de defensieambtenaar een renteloze lening worden verstrekt ter bestrijding van de aanloopkosten verbonden aan zijn terugkeer in Nederland. 6. De lening bedoeld in het vijfde lid bedraagt niet meer dan driemaal het salaris waarop de defensieambtenaar op de datum van plaatsing in Nederland aanspraak heeft. 7. De aflossing van de lening bedoeld in het vijfde lid geschiedt in ten hoogste 24 gelijke maandelijkse opeenvolgende termijnen, aanvangende met de maand volgende waarop die waarin de lening is verstrekt. 8. De lening bedoeld in het vijfde lid wordt naar rato verlaagd indien de defensieambtenaar binnen een periode van 24 maanden na terugkeer in Nederland de dienst zal verlaten. Artikel 20a Tegemoetkoming aanloopkosten 1. De defensieambtenaar die met aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten is verhuisd naar een land buiten Europa, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de aanloopkosten. 2. De tegemoetkoming bedoeld in het eerste lid, bedraagt 1.073, De over deze tegemoetkoming verschuldigde loonheffing en inhoudingen komen voor rekening van Defensie. Artikel 21 Lening aankoop auto Verenigde Staten van Amerika en Canada 1. Aan de defensie-ambtenaar die voor het volgen van een opleiding of cursus is geplaatst in de Verenigde Staten van Amerika of Canada kan een lening worden verstrekt ter zake van de aankoop van een auto. 2. Het bedrag van de lening is niet hoger dan de aankoopprijs van de auto, met inachtneming van de maximumbedragen die zijn opgenomen in tabel Over de lening is een rente van 11 procent per jaar verschuldigd. 4. De aflossing van de lening geschiedt vóór het einde van de plaatsing in ten hoogste twaalf gelijke maandelijkse opeenvolgende termijnen, aanvangende met de maand volgende op die waarin de lening is verstrekt. Bij het vaststellen van het maandelijkse aflossingsbedrag kan desgewenst rekening worden gehouden met de vermoedelijke opbrengst van de verkoop van de auto bij het einde van de plaatsing. In dat geval wordt de maandelijkse aflossing vastgesteld op ten minste 50 procent van het maandelijkse aflossingsbedrag dat verschuldigd zou zijn, indien de gehele lening in maandelijkse termijnen zou worden afgelost. Artikel 22 Lening aankoop tweede auto Verenigde Staten van Amerika, Canada, de Nederlandse Antillen en Aruba 1. De militair bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdelen a en b, die voor een tijdsduur van ten minste twee jaar wordt geplaatst in de Verenigde Staten van Amerika, Canada, de Nederlandse Antillen of op Aruba heeft aanspraak op een renteloze lening ter zake van de aankoop van een tweede personenauto, indien op goede gronden kan worden aangenomen dat het gezinsverband aldaar eveneens ten minste twee jaar zal bestaan. 2. Het bedrag van de lening is niet hoger dan de som van de aankoopprijs van de auto en de kosten voor een verzekering daarvan voor één jaar, met inachtneming van de maximumbedragen die zijn opgenomen in tabel De aflossing van de lening geschiedt vóór het einde van de plaatsing in ten hoogste zesendertig 12 Staatscourant 2017 nr juli 2017
13 gelijke maandelijkse opeenvolgende termijnen, aanvangende met de maand volgende op die waarin de lening is verstrekt. Hoofdstuk 3 Voorzieningen Dienst Buitenlandse Zaken Artikel 23 Toepasselijkheid 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op: a. de defensie-ambtenaar aan wie een diplomatieke titel is verleend; b. de defensie-ambtenaar die naar het oordeel van de Minister feitelijk op een post is tewerkgesteld, maar aan wie geen diplomatieke titel is verleend; c. de vlag- of opperofficier die met ingang van een datum gelegen voor 1 juli 2014 feitelijk is tewerkgesteld bij een internationale staf buiten Nederland, doch uiterlijk tot 1 juli 2017, indien aan de overplaatsbare ambtenaar DBZ die vergelijkbaar is met de betreffende defensieambtenaar aanspraak zou zijn verleend op het DBZV. 2. De aanspraak op de voorzieningen ingevolge dit hoofdstuk gaat in op de dag dat de defensieambtenaar bij de post of internationale staf aankomt en eindigt op de dag voorafgaande aan die van zijn definitieve vertrek. Artikel 24 Voorzieningen 1. Onverminderd artikel 25 heeft de defensie-ambtenaar behalve op inkomsten op grond van het Inkomstenbesluit militairen, onderscheidenlijk het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie, in voorkomend geval aanspraak op: a. een koopkrachtgelijkstelling van het netto Nederlands salaris; b. standplaatsgebonden voorzieningen; c. functiegebonden voorzieningen; d. voorzieningen in verband met een niet op de standplaats verblijvende echtgenoot; e. voorzieningen in verband met niet op de standplaats verblijvende kinderen; f. voorzieningen bij overplaatsing naar de post; g. voorzieningen bij plaatsingen van korte duur bij een post; h. voorzieningen in verband met overwerk op de post, met overeenkomstige toepassing van het DBZV en de Regeling overwerkvergoeding posten. 2. Bij de overeenkomstige toepassing van het DBZV en de Regeling overwerkvergoeding posten wordt het functieniveau van de defensie-ambtenaar bepaald met toepassing van tabel 17. Artikel 25 Aanvullende bepalingen voor militairen 1. Bij de toepassing van de koopkrachtgelijkstelling, bedoeld in artikel 24, eerste lid, onder a, wordt het netto Nederlands salaris van de militair vastgesteld op het verschil tussen: a. de bezoldiging, vermeerderd met: 1. de garantievliegtoelage en de toelage woninghuur Koninklijke marechaussee, bedoeld in artikel 11, onderscheidenlijk 39 van de Inkomstenregeling militairen, indien daarop aanspraak bestaat op de datum van aanvaarding van de diplomatieke functie of op de datum van aanvang van de feitelijke tewerkstelling; 2. de vaste extra-beslagleggingstoelage, en b. de som van de over a verschuldigde: 1. de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen, die wordt ingehouden krachtens de Kaderwet militaire pensioenen; 2. de premie voor het bovenwettelijk arbeidsongeschiktheidspensioen, bedoeld in artikel 23b van het Inkomstenbesluit militairen, zonder rekening te houden met een eventueel door de militair gekozen verlaging van die premie; 3. de inhouding vut-equivalent, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit uitvoering artikel 66 Wet FVP; 4. de inhouding inzake werkloosheid, bedoeld in paragraaf 5, artikel 31, van de Wet FVP; 5. de loonheffing code 1; 6. de voor de militair verschuldigde premie, bedoeld in artikel 4 van de Regeling ziektekostenverzekering militairen, na aftrek van de werkgeversbijdrage als bedoeld in artikel 5 van die regeling; met dien verstande dat in voorkomend geval geen rekening wordt gehouden met een individuele afwijking als gevolg van: 7. een in te houden spaarbedrag als bedoeld in de Spaarloonregeling defensiepersoneel en de Premiespaarregeling defensiepersoneel; 8. een in te houden premie inzake het Invaliditeitspensioen Aanvullingsplan. 2. In afwijking van de bepalingen met betrekking tot de vergoeding ziektekosten in het DBZV is op de 13 Staatscourant 2017 nr juli 2017
1. De onderdelen 1 tot en metuworden g~letterci m tot en met v. 2. Er wordt een onderdeel iri~gevoegd, luidende:
Ministerie van Defensie van Ministeriële regeling 2015, Hoofddirectie Personeel, nr. BS2015013357 DE MINISTER VAN DEFENSIE Gelet op: - artikel 16 van het Inkomstenbesluit militairen, - artikel 52 van het
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling incidentele reizen voor de militair en zijn naaste betrekking
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 50675 8 september 2017 Regeling incidentele reizen voor de militair en zijn naaste betrekking 31 augustus 2017 Nr. BS2017025876
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46844 17 augustus 2017 Regeling huisvesting en voeding militairen 9 augustus 2017 Nr. BS2017024854 Ministeriële regeling
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling huisvesting en voeding militairen 2018 (RHVM 2018)
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 74740 29 december 2017 Regeling huisvesting en voeding militairen 2018 (RHVM 2018) 19 december 2017 Nr. BS/2017008236
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3473 25 januari 2018 Prijsbijstelling januari 2018 17 januari 2018 Nr. BS 2018000731 De Staatssecretaris van Defensie
Nadere informatieHoofdstuk 1 Inleiding
Georganiseerd overleg sector Defensie (SOD) Verzonden Briefnummer Zaaknummer Status W-12-2017 AFR/ 17.00340 bijll l0.928,2 Behandel Ple terml n ~Informatie Ministerie van Defensie Ministeriële regeling
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 65876 12 december 2016 Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 december 2016, nr.
Nadere informatieHet Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
(Tekst geldend op: 13-03-2012) Het Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 4 van het Besluit
Nadere informatieGelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;
Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies
Nadere informatieRegeling beschikbaarstelling ambtenaren aan de Nederlandse Antillen en Aruba
BZK Regeling beschikbaarstelling ambtenaren aan de Nederlandse Antillen en Aruba 23 november 2005/Nr. P&O2005/63211 P&O/HJO De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, Gelet op het
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 40227 17 juli 2017 Verplaatsingskostenregeling defensie 7 juli 2017 Nr. BS2017021776 De Minister van Defensie Gelet op
Nadere informatieBegripsomschrijving. Carlar hoofdstuk 18 suppl. m.i.v. 1-1-2013 1
Hoofdstuk 18 Verplaatsingskosten Begripsomschrijving Artikel 18:1:1 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: a. woonplicht: de verplichting voor de betrokkene, die een door het college
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2275 21 januari 2016 Wijziging van diverse defensieregelingen 6 januari 2016 nr. BS/2015022875 De Minister van Defensie,
Nadere informatieUITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.
Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2106 6 februari 2012 Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 januari 2012, nr. 2012-190112
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11407 1 maart 2018 Regeling cursusfaciliteiten en studietoelage 29 november 2017 Nr. BS2017031500 De Minister van Defensie
Nadere informatieCiteertitel: Landsbesluit extra beslaglegging dienstplichtigen =====================================================================
Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 32, eerste lid, van titel II van de Dienstplichtverordening (AB 1994 no. GT 9) Citeertitel: Landsbesluit extra beslaglegging
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR427670_2
CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR427670_2 20 februari 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels betreffende kosten voor verplaatsing Regeling verplaatsingskosten
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46840 17 augustus 2017 Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid (VROB) 9
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13378 4 juli 2012 Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20 juni 2012, nr. 2012-200612,
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 52819 20 september 2017 Regeling toelage bedrijfshulpverlening en toelage eerste medische bijstand Defensiepersoneel 15
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 850 24 november 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 12 november 2008, nr. 5557004/08, houdende bepalingen
Nadere informatieNr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar
Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 62 Vermindering ouderdomspensioen bij eindigen deelneming door omzetting in partnerpensioen bij overlijden voor 65 jaar Vermindering
Nadere informatieGeldend van t/m heden
IKAP-Regeling rijkspersoneel Geldend van 01-01-2017 t/m heden IKAP-Regeling rijkspersoneel De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 21c van het Algemeen Rijksambtenarenreglement
Nadere informatieBLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING
BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Nr. 1337 29 november 2018 3e Wijziging Besluit bezwarende functie VRR Het Dagelijks
Nadere informatieHet Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (VUBZK)
BZK Het Voorzieningenstelsel Uitzendingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (VUBZK) 11 juli 2008 De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 4 van het Besluit van
Nadere informatieZiektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage.
rv 113 Bestuursdienst nr. PI9900204 Den Haag, 11 mei 1999 Aan de gemeenteraad Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage. Wij zijn in overleg met
Nadere informatieRegeling tegemoetkoming woon-werkverkeer en kosten verhuizing Universiteit Maastricht
en kosten verhuizing UM Vastgesteld door CvB: 08-12-2014 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2015 en kosten verhuizing Universiteit Maastricht en kosten verhuizing Universiteit Maastricht, HR 1 van 8 1 Algemene
Nadere informatieDeze spaarregeling heeft ten doel het verwerven van duurzaam bezit door de medewerkers door het sparen van loon in geblokkeerde vorm te bevorderen.
HOOFDSTUK 11 Spaarloonregeling Doel Artikel 1 Deze spaarregeling heeft ten doel het verwerven van duurzaam bezit door de medewerkers door het sparen van loon in geblokkeerde vorm te bevorderen. Deelneming
Nadere informatiePENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds ABP. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 1
PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: 04-12-2005) 1 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op: a. de gewezen deelnemer die is
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 890 Wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet in verband met aanpassing aan de invoering van een kwalificatieplicht
Nadere informatieVierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rotterdam. Nr. 151215 1 november 2016 Vierde wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 Het college van burgemeester en wethouders
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 74 Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet en de Algemene nabestaandenwet in verband met aanpassing aan de invoering
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)
Nadere informatieWet verevening pensioenrechten bij scheiding
Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Wet van 28 april 1994, tot vaststelling van regels met betrekking tot de verevening van pensioenrechten bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed (Wet
Nadere informatie========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13
13 SUPPLETIE Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 13:1 * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5 * Suppletie 13:6 t/m 13:11 * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 * Scholing,
Nadere informatieVERORDENING TOESLAGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE GELDERMALSEN 2012
VERORDENING TOESLAGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE GELDERMALSEN 2012 De raad van de gemeente Geldermalsen, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 maart 2012, nummer
Nadere informatieArtikel 31. Toelichting. Artikel 31, tweede lid, onderdeel u, van de Wet werk en bijstand komt te luiden:
Artikel 31 Laatste bewerking op 24 januari Artikel 31, tweede lid, onderdeel u, van de Wet werk en bijstand komt te luiden: u. hetgeen een mantelzorger op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Ministeriële regeling tot tekstplaatsing van Regeling vergoedingen militairen DSI
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 40225 17 juli 2017 Regeling vergoedingen militairen DSI 6 juli 2017 Nr. BS2017021781 Gelet op de artikelen 60a, 60c en
Nadere informatieWij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Besluit van 25 oktober 2002, houdende hernieuwde vaststelling van de aard, inhoud en omvang van de zorg waarop aanspraak bestaat ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en wijziging van andere
Nadere informatieTOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN
CVDR Officiële uitgave van Putten. Nr. CVDR198725_1 22 mei 2018 TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN De raad der gemeente Putten gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 juni 2012,nr.
Nadere informatieVerordening verhoging en verlaging bijstandsnormen
Verordening verhoging en verlaging bijstandsnormen Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als
Nadere informatieArtikel 31. Toelichting. De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 31 Laatste bewerking op 14 juli 15 De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: a. In de onderdelen n en r, onder
Nadere informatieToeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013. Inhoudsopgave:
Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 Inhoudsopgave: Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6. Artikel 7. Artikel 8. Begripsbepalingen. Personenkring. Toeslagen. Verlaging
Nadere informatieREGLEMENT. per 1 januari 2006. Stichting VUT fonds ECI
REGLEMENT per 1 januari 2006 van Stichting VUT fonds ECI houdende de regeling vrijwillig vervroegde uittreding. Bladnummer 1 van 6 DEFINITIES Artikel 1 1. In,dit reglement wordt verstaan onder: Stichting:
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 900 21 januari 2010 Besluit van... houdende wijziging van het Algemeen rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten
Nadere informatieGEMEENTE SCHERPENZEEL
GEMEENTE SCHERPENZEEL Beleidsregels bijzondere bijstand HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 314 Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet op de huurtoeslag en enige andere wetten in
Nadere informatie*Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z -14-27454 / 29858. Onderwerp
*Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z -14-27454 / 29858 Onderwerp : Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet Goeree- Overflakkee 2015 Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,
Nadere informatieouderdomspensioen heeft omgezet in partnerpensioen als 1 januari 2018 bedoeld in de overgangsbepaling 62.
Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 83 Partnerpensioen ex-partner bij overlijden voor 65 jaar Recht op bijzonder Bij overlijden van de gewezen deelnemer voor 65
Nadere informatienr Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren
CVDR Officiële uitgave van Zevenaar. Nr. CVDR40449_1 21 maart 2017 nr 12.17 Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet investeren in jongeren RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Zevenaar; gelezen het voorstel
Nadere informatieWET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING
WET VEREVENING PENSIOENRECHTEN BIJ SCHEIDING Artikel 1 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder: a. scheiding: echtscheiding of scheiding van tafel en bed dan
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 69 Wet van 20 december 2001 tot wijziging van een aantal wetten in verband met de vereenvoudiging en vernieuwing van het militaire pensioenstelsel
Nadere informatieDe raad van de gemeente Schinnen;
De raad van de gemeente Schinnen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3april 2012 gezien het advies van de Beleidscommissie d.d. 23 april 2012 gezien het advies van de Sociaal Maatschappelijke
Nadere informatieReglementnummer: Pagina 1 van 6. Werkgever: gevestigd te.
Reglementnummer: Pagina 1 van 6 Artikel 1 Begripsomschrijving In dit reglement wordt verstaan onder: Werkgever: gevestigd te. Deelnemer: Partner/Echtgenoot: Spaarloon: Bank: de werknemer, die deelneemt
Nadere informatieANW- Hiaat Reglement 2015
ANW- Hiaat Reglement 2015 1 februari 2016 Inhoudsopgave Artikel 1. Algemene bepalingen... 3 Artikel 2. Deelnemers... 5 Artikel 3. ANW-Hiaat... 5 Artikel 4. Einde van het deelnemerschap... 7 Artikel 5.
Nadere informatieVerordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013
Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijving Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden
Nadere informatieRegeling zorgverzekering
Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 september 2005, nr. Z/VV-2611957, houdende regels ter zake van de uitvoering van de Zorgverzekeringswet (), laatstelijk gewijzigd bij
Nadere informatieVerordening tegemoetkoming ziektekostenverzekering 2000.
rv 94 Bestuursdienst nr. 2000479 RIS 73725_000413 Den Haag, 4 april 2000 Aan de gemeenteraad Verordening tegemoetkoming ziektekostenverzekering 2000. Hierbij treft u ter besluitvorming aan de concept-verordening
Nadere informatieVredes- en humanitaire operaties 2019
Vredes- en en humanitaire operaties 2019 humanitaire operaties 2019 Vertrouwelijk 1 Alleen voor intern gebruik Overeenkomst vredes- en humanitaire operaties De ondergetekenden: a. De Staat der Nederlanden,
Nadere informatieWij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.
34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet
Nadere informatieIKAP-Regeling rijkspersoneel
(Tekst geldend op: 02-02-2015) IKAP-Regeling rijkspersoneel De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gelet op artikel 21c van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 34c van
Nadere informatieGEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB
CVDR Officiële uitgave van Smallingerland. Nr. CVDR58228_1 21 november 2018 GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB Burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland besluiten; gelet op het
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 208 Besluit van 14 april 2016 tot wijziging van enige besluiten, in het kader van de uitvoeringsovereenkomst voor de sector Defensie als gevolg
Nadere informatieREGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN
REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.
Nadere informatieToeslagenverordening WWB 2012 gemeente Apeldoorn. Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012
Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 De raad van de gemeente Apeldoorn; gelezen het voorstel van het college d.d.., nr...; gelet op artikel 8, eerste
Nadere informatieOnderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013.
Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013. Z.6027 /RB.173 De Raad der gemeente Zederik; gelezen het raadsvoorstel van 2 september 2013; overwegende, dat in zowel het
Nadere informatieVerordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk
CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2749_2 22 mei 2018 Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk (geconsolideerde versie, geldig vanaf 1 januari 2006) De raad van
Nadere informatieCiteertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no.
Intitulé : LANDSVERORDENING van 9 maart 2000, houdende bijzondere regels inzake de rechtspositie van Arubaanse ambtenaren, werkzaam bij de Kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede voor de
Nadere informatieStichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades VUT Reglement Uitgave februari 2006 REGLEMENT VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING DSM GIST SERVICES B.V. Inhoudsopgave blz. Artikel 1 Definities...
Nadere informatieAanvullingen en kortingen in verband met de privatisering van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds
Was u in dienst voor 1 januari 1996? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 52 Berekening ouderdomspensioen Pensioenaanspraken opgebouwd ABP betrekt bij de berekening van het pensioen: vóór 1 januari 2006
Nadere informatie4",..,,,.' B .C-. E R N H EZ E. gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 15 april 2014;
.: ~.~ E R N H EZ E 4",..,,,.' B.C-. Raadsvergadering: 21 mei 2014 Agendapunt: 10 Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden onder werkkostenregeling 2014 De raad van de
Nadere informatieToeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 Lemsterland. Inhoudsopgave: Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar.
Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 Lemsterland Inhoudsopgave: Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6. Artikel 7. Artikel 8. Begripsbepalingen. Personenkring. Toeslagen.
Nadere informatie20-2t- 22-23- 24-25- 25.A'- Artikel 11 - Artikel 1,2 - Artikel 13- Artikel L4- Artikel l_5 -
t ^ t- rqq3 PENSIOENREGLEMENT van de StlchÈlng Pensioenfonds Urenco Nederland Inhoudsopgave HOOFDSTI'K I Artikel 1 - Artikel 2 - Artikel 3 - Artikel 4 - ertikel 5 - Artikel 6 INLEIDENDE BEPÀLINGEN Begripsbepal
Nadere informatieToeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden.
Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig
Nadere informatieMINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 AUGUSTUS 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 201 26 238 Wijziging van enkele wetten in verband met invoering van het regresrecht in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en versterking
Nadere informatieANW- Hiaat Reglement 2015. De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland
ANW- Hiaat Reglement 2015 De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland Inhoudsopgave Artikel 1. Algemene bepalingen... 3 Artikel 2. Deelnemers... 5 Artikel 3. ANW-Hiaat... 5 Artikel 4. Einde van
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 221 Rijkswet van 8 mei 2003 tot wijziging van de rijkswet van 20 december 1989, houdende regeling van pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs
Nadere informatieDe wijzigingen gaan, met terugwerkende kracht, in per 1 januari Artikel 18:1:5, eerste lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
A Wijzigingen in het Reglement Arbeidsvoorwaarden Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant als gevolg van circulaire CVA/U201200224 per 1 januari 2012. Wijzigingen UWO De wijzigingen gaan, met terugwerkende
Nadere informatie3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging
3 Salaris en vergoedingsregelingen Bezoldiging Artikel 3:1 1 Met inachtneming van artikel 1:2:1 wordt aan de ambtenaar binnen het kader van een lokaal vast te stellen bezoldigingsregeling een bezoldiging
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27194 31 december 2012 Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 december 2012, nr.
Nadere informatieprovinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N
provinciaal blad nr. 9 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 13 februari 2006 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 7 februari 2006, nr. 2006-02445, afd. PO,
Nadere informatieVerordening spaarloonregeling
Verordening spaarloonregeling Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is
Nadere informatieWijzigingen: AB 1987 no. 28; AB 1995 no. 61; AB 1998 no. 50 ==================================================================== HOOFDSTUK 1
Intitulé : LANDSBESLUIT houdende algemene maatregelen, houdende regelen met betrekking tot de bezoldiging en verdere inkomsten, pensioengrondslag, alsmede de overbruggingsuitkering na ontslag van dienstplichtigen
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 322 27 692 Het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag
Nadere informatieUitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 De Minister van Financiën, Handelende wat betreft de artikelen 8, 8a, 11, tweede lid, 12, 13 en 31 van de Wet op de loonbelasting
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2002, nr. 55/02; b e s l u i t : VERORDENING ALGEMENE BIJSTANDWET 2002
De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 maart 2002, nr. 55/02; b e s l u i t : vast te stellen de VERORDENING ALGEMENE BIJSTANDWET 2002 HOOFDSTUK
Nadere informatieKOOPS FURNESS NV. Centrale Buitenlandregeling
KOOPS FURNESS NV Centrale Buitenlandregeling Inhoudsopgave Centrale Buitenland Regeling Algemeen. Blz. 3 Hoofdstuk 1 Gezin gaat niet mee 1.1 Betaling salaris/ overige kosten... Blz. 4 1.2 Vertrekverlof...
Nadere informatieEUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 8 december 2006 (OR. en) 2005/0258 (COD) PE-CONS 3669/06 SOC 549 CODEC 1331 OC 898 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15191 10 juni 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 juni 2013, 2013-0000046722,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden JE MAINTIENDRAI 232 Wet van 22 april 1999, houdende regels inzake het treffen van voorzieningen ten behoeve van remigratie (Remigratiewet) Wij Beatrix, bij
Nadere informatieVerordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2009
CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR9933_1 12 juli 2016 Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2009 HOOFDSTUK I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder:
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr. 13.04.12;
Nr. 12A De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr. 13.04.12; gelet op artikel 8 eerste lid, onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;
Nadere informatieBesluit van 6 oktober 1989, tot vaststelling van een nieuw verplaatsingskostenbesluit
(Tekst geldend op: 02-02-2015) Besluit van 6 oktober 1989, tot vaststelling van een nieuw verplaatsingskostenbesluit Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2013;
CVDR Officiële uitgave van Epe. Nr. CVDR321263_1 4 juli 2017 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 DE RAAD DER GEMEENTE EPE gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling werving en selectie burgerlijke ambtenaren defensie
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 47311 22 augustus 2017 Regeling werving en selectie burgerlijke ambtenaren defensie 11 augustus 2017, Nr. BS/2017025580
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 875 Wijziging van een aantal wetten in verband met de vereenvoudiging en vernieuwing van het militaire pensioenstelsel (Aanpassingswet kaderwet
Nadere informatieBesluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999
Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 Besluit van 24 december 1998 tot vaststelling van een maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 6, derde lid, van de Algemene
Nadere informatie