Vitaal platteland in Europa

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vitaal platteland in Europa"

Transcriptie

1 Vitaal platteland in Europa

2 Vitaal platteland in Europa Advies van het Comité van de Regio s over het voorstel voor de nieuwe Verordening voor de ontwikkeling van het platteland Mei 2006

3 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Het Comité van de Regio s - een kennismaking 7 Verordening voor de ontwikkeling van het platteland 9 Het advies over het Voorstel voor een verordening van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) Standpunt van het Comité van de Regio s Inleiding Naar een multi-sectoraal plattelandsbeleid met veel ruimte voor de regionale invulling en een duidelijke rol voor LEADER Tenslotte Aanbevelingen van het Comité van de Regio s (1 t/m 19) 27 Toespraak kaderverordening vitaal platteland in europa vitaal platteland in europa

4 Voorwoord Op 1 januari 2007 gaat het nieuwe Europese plattelandsontwikkelingsprogramma van start. Dit programma (POP II) krijgt een ander gezicht dan het POP I dat in 2006 ten einde loopt. Er wordt met name strategischer ingezet om het platteland vitaal te houden. Het POP is een belangrijk instrument voor de provincie om het eigen beleid voor het platteland te versterken. Als cofinanciering voor onder meer landinrichtingsprojecten, het promoten van streekeigen producten, groene en blauwe diensten, plattelandstoerisme en investeringssteun aan jonge boeren. Samen met de andere landen van de Europese Unie willen we op deze manier het platteland prominenter op de nationale beleidsagenda krijgen. Het Comité van de Regio s vroeg mij een advies op te stellen over POP voor de Raad van Ministers en het Europees Parlement. Op basis van de actieve inbreng van leden van het Comité, diverse organisaties en deskundigen uit vele landen is het advies in februari 2005 in de plenaire vergadering van het Comité in Brussel goedgekeurd. vlnr: Olivier Bertrand (voorzitter cie DEVE), Kees Veerman (minister LNV), Jan Pieter Lokker (gedeputeerde provincie Utrecht) en Gerhard Stahl (secretaris-generaal CvdR) vitaal platteland in europa vitaal platteland in europa

5 Het opstellen van het advies was erg inspirerend. Het verbreedde mijn blik op de situatie van het platteland en de plattelandsgemeenschappen in andere landen. Dit maakte dat ik de situatie in Nederland, en Utrecht in het bijzonder, beter kon plaatsen. Door talloze inspirerende contacten tijdens het opstellen van het advies, zijn mijn kennis en netwerk enorm vergroot. Vooral de rechtstreekse contacten met de Europese Commissie gaven mij de gelegenheid nadrukkelijk aandacht te vragen voor een typisch probleem in veel Europese regio s: de enorme druk vanuit grootstedelijke regio s, zoals de Randstad, op het omliggende platteland waardoor de kwaliteit van wonen, werken en leven onder in het gedrang komt. Ik wil in het bijzonder minister Veerman van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit bedanken voor zijn betrokkenheid bij het advies als voorzitter van de Europese Raad van Landbouwministers. Dit kwam het aanzien van het Comité in de rol van adviesorgaan ten goede en vergrootte het draagvlak. drs. J.P.J. Lokker Gedeputeerde provincie Utrecht en Lid van het Comité van de Regio s Het Comité van de Regio s - een kennismaking Het Comité van de Regio s (CvdR) is een politiek orgaan dat als spreekbuis van de lokale en regionale overheden in de Europese Unie fungeert. Het Comité werd opgericht in 1994 met het in werking treden van het Verdrag van Maastricht. Volgens de Europese Verdragen zijn de Europese Commissie en de Europese Raad van ministers verplicht het Comité te raadplegen over voorstellen die impact hebben op lokaal of regionaal niveau: economische en sociale cohesie (regionaal beleid), werkgelegenheid, sociaal beleid, trans-europese netwerken (vervoer, energie en telecommunicatie), vervoer, milieu, gezondheid, onderwijs, beroepsopleidingen en cultuur. Op andere beleidsterreinen staat het de Commissie en de Raad vrij om het CvdR te raadplegen als een voorstel belangrijke gevolgen voor de lokale of regionale overheden met zich mee lijkt te brengen. Ook mag het CvdR op eigen initiatief advies uitbrengen, waardoor het zaken op de Europese agenda kan zetten. Het Comité kent 317 leden en evenveel plaatsvervangers. Deze worden allemaal op voordracht van de lidstaten voor een periode van vier jaar door de Raad benoemd. Alle leden bekleden functies binnen het lokale of regionale bestuur in hun lidstaat. Nederland heeft in totaal 12 leden en ook 12 plaatsvervangers. De leden en hun plaatsvervangers zijn evenredig verdeeld over het IPO (provincies) en gemeenten (VNG). Namens de provincie Utrecht is gedeputeerde Jan Pieter Lokker lid van het Comité. Het Comité kent zes commissies: COTER (beleid inzake territoriale samenhang), ECOS (economisch en sociaal beleid), DEVE (duurzame ontwikkeling), EDUC (cultuur en opleiding), CONST (constitutionele zaken en governance) en RELEX (externe betrekkingen). In deze commissies worden de adviezen van het Comité voorbereid. De adviezen worden vervolgens behandeld in en ter goedkeuring voorgelegd aan de plenaire vergadering van het CvdR, dat vijf keer per jaar in Brussel bijeenkomt. Als een meerderheid vitaal platteland in europa vitaal platteland in europa

6 instemt met het advies dan gaat het naar de Commissie, het Europees Parlement en de Raad. Deze instellingen nemen de adviezen mee in de besluitvorming over nieuw Europees beleid en wetgeving. Verordening voor de ontwikkeling van het platteland Zie voor meer informatie: Bij de besluitvorming in de Europese Unie zijn drie instellingen betrokken: het Europees Parlement, de Raad van ministers (de lidstaten) en de Europese Commissie. De Commissie stelt de nieuwe Europese wetten op, die vervolgens door Parlement en Raad worden besproken en - in bijna alle gevallen - na amendering worden goedgekeurd. Zij heeft twee formele adviesorganen: het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio s. Het Comité in plenaire vergadering bijeen in het Hemicycle van het Europees Parlement in Brussel. Het Comité van de Regio s is adviesorgaan Europese Commissie Een nieuwe verordening Op 20 september 2005 heeft de Europese Raad van Landbouwministers ingestemd met de nieuwe Verordening voor de ontwikkeling van het platteland (hierna: verordening). Deze verordening schetst het juridisch en beleidsmatig kader voor het Europese plattelandsontwikkelingsbeleid voor de periode De nieuwe verordening is een duidelijk voorbeeld van een verschuiving van zwaartepunten in het Europese landbouwbeleid: van productiesteun aan de boeren naar verbetering van het concurrentievermogen van de landbouw, meer aandacht voor de behoeften van de plattelandsgebieden en integratie van milieueisen in de landbouwproductie. vitaal platteland in europa vitaal platteland in europa

7 Het nieuwe plattelandsontwikkelingsbeleid is inmiddels de tweede pijler van het Europese landbouwbeleid geworden. Het moet een samenhangend en duurzaam kader scheppen dat garanties biedt voor de toekomst van het platteland en de werkgelegenheid in plattelandsgebieden bevordert. In de verordening is deze doelstelling vertaald naar drie prioriteiten die zijn omgevormd tot drie assen. De vierde as wordt gevormd door de methodiek van LEADER+ - innovatieve plattelandsprojecten van onderaf opgezet - die door de drie inhoudelijke assen heen loopt. verwelkomt het Comité de hoofdlijnen van het voorstel, zoals een strategischer benadering van het beleid, de toepassing van het beleid in alle gebieden van de EU en de vereenvoudiging van de programmering. In het advies worden een aantal suggesties voor verbeteringen van de artikelen van de verordening gegeven. Hiermee hoopt het CvdR het multi-sectorale karakter van het plattelandsbeleid te versterken. Ook beveelt het Comité aan de ruimte voor de regio in de programmering en uitvoering van het beleid op een aantal punten te vergroten. Plattelandsontwikkelingsprogramma As 1 - Verbetering van het concurrentievermogen van de landbouw As 2 - Verbetering van het milieu en het landschap As 3 - Verbetering van de leefkwaliteit op het platteland en de bevordering van de diversificatie van de economische bedrijvigheid As 4 - Leader + (toepasbaar onder as 1 t/m 3) In het advies wordt ook aandacht gevraagd voor het probleem van de stedelijke druk op het platteland. Dit was in het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie buiten de verordening gebleven. Door het advies van het CvdR en de druk van enkele lidstaten, waaronder Nederland, is de stedelijke druk op het platteland uiteindelijk als aandachtspunt in de preambule van de verordening opgenomen. Strategische benadering Het nieuwe plattelandsontwikkelingsbeleid kent een meer strategische benadering dan tijdens de eerste programmaperiode ( ). Er wordt een Europees strategiedocument opgesteld, met de prioriteiten van de Europese Unie voor plattelandsontwikkeling. De nationale strategieën en de programma s voor plattelandsontwikkeling worden hieraan getoetst. Het administratieve kader voor de uitvoering van het plattelandsbeleid is in de nieuwe verordening vereenvoudigd, onder meer doordat in de nieuwe programmaperiode alle maatregelen in alle gebieden van de EU uit één enkel fonds gefinancierd worden. In de verordening wordt ook stilgestaan bij de toenemende druk van de stedelijke ontwikkeling op het platteland. Door de groei van de steden komt de landbouwsector rond die steden steeds meer onder druk te staan. Als gevolg hiervan trekken steeds meer boeren weg, wat de leefbaarheid van het gebied niet ten goede komt. De nieuwe verordening schept een kader om dit probleem met succes aan te pakken. vlnr Jan Pieter Lokker (gedeputeerde provincie Utrecht), Olivier Bertrand (voorzitter cie DEVE), Kees Veerman (minister LNV) Het advies van het Comité van de Regio s Het Comité van de Regio s (CvdR) heeft op 23 februari 2005 een advies uitgebracht over het voorstel voor de nieuwe verordening. Voor het schrijven hiervan benoemden zij de Utrechtse gedeputeerde Jan Pieter Lokker tot rapporteur. In het advies vitaal platteland in europa 10 vitaal platteland in europa 11

8 DEVE/030 Brussel, 16 maart 2005 ADVIES van het Comité van de Regio s uitgebracht op 23 februari 2005, over het Voorstel voor een verordening van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) COM(2004) 490 def /161 (CNS) opsteller: drs. Jan Pieter J. Lokker vitaal platteland in europa 12 vitaal platteland in europa 13

9 Het Comité van de Regio s, gezien het voorstel voor een verordening van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (COM(2004) 490 def /161 CNS), gezien het besluit van de Europese Commissie van 15 juli 2004 om overeenkomstig artikel 265, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap het CvdR hierover te raadplegen, gezien het besluit van het CvdR-bureau van 15 juni 2004 om de CvdR-commissie Duurzame ontwikkeling met het opstellen van een advies over dit onderwerp te belasten, gezien de conclusies van de tweede Europese conferentie over plattelandsontwikkeling in Salzburg van 12 tot 14 november 2003, gezien de uitgebreide effectbeoordeling m.b.t. het plattelandsontwikkelingsbeleid na 2006 van de Europese Commissie, gezien de bijdrage van de commissie Duurzame ontwikkeling aan het CvdR-advies over het derde cohesieverslag (DI CdR 15/2004 rev. 1), gezien het CvdR-advies over de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (CdR 66/2003 fin), gezien het ontwerpadvies van de CvdR-commissie Duurzame ontwikkeling (CdR 255/2004 rev. 1), dat op 9 december 2004 door deze commissie werd goedgekeurd (rapporteur: de heer Lokker, lid van de Gedeputeerde Staten van Utrecht, NL/EVP), heeft tijdens zijn op 23 en 24 februari 2005 gehouden 58 e zitting (vergadering van 23 februari) onderstaand advies goedgekeurd. vitaal platteland in europa 14 vitaal platteland in europa 15

10 1 Standpunt van het Comité van de Regio s 1. Inleiding 1.1 Het platteland in de Europese Unie (EU) wordt gekenmerkt door een grote mate van diversiteit. Het plattelandsbeleid moet hier recht aan doen en deze verscheidenheid, inclusief de sociale structuur en het milieu, voor de toekomst veilig stellen. Een platteland dat leeft komt niet alleen de plattelandsbevolking, maar de hele samenleving ten goede. 1.2 In de EU komt langzaam een beleid voor het platteland tot stand dat meer is dan een verlengstuk van het beleid voor de agrarische sector. Naast de productie van voedsel zijn immers andere economische pijlers nodig voor het platteland, gezien de afnemende economische betekenis van de landbouw in veel landelijke gebieden. Alleen zo kan het Europese platteland vanuit economisch, sociaal en milieuoogpunt vitaal gehouden worden. Het gaat dan om a) het bieden van langetermijnperspectieven aan de bevolking door groei van het aantal banen, ontwikkeling van infrastructuur en een grotere verscheidenheid aan werkgelegenheid, b) het meer consumentgericht en minder producentgericht maken van de landbouwproductie, zoals dit vroeger het geval was, en c) het verbeteren van de voedselkwaliteit en de bescherming van natuur en landschap, milieu en water. 1.3 Een realistische benadering is daarbij van belang. Dit houdt in dat men zich rekenschap moet geven van de rol die de Europese landbouw speelt bij de instandhouding van de levensvatbaarheid van het betreffende gebied. Ook moet men zich bewust zijn van de regionale gevolgen die het wegvallen van deze rol met zich zou meebrengen wanneer voor land- en bosbouwactiviteiten uitsluitend economische criteria zouden gelden. Het plattelandsbeleid alleen kan dan ook geen oplossing bieden voor alle problemen waarmee vitaal platteland in europa 16 vitaal platteland in europa 17

11 de plattelandsgebieden in de EU te kampen hebben. In sommige gebieden gaat de problematiek de draagkracht van de verordening te boven en zal een gezamenlijke inzet van verscheidene fondsen nodig zijn. De afstemming - op regionaal niveau - tussen het plattelandsbeleid en het regionale beleid is hierin een essentiële factor. Het CvdR dringt niettemin aan op aanvullende voorstellen om ander Europees en nationaal beleid te toetsen op het aspect plattelandsontwikkeling, zodat dat beleid in hogere mate complementair is met het Europees en nationaal plattelandsbeleid. Evenzo moet het ELFPO worden getoetst aan ander beleid, teneinde de doelstellingen in ieder beleid apart beter te kunnen verwezenlijken. 1.4 Het plattelandsbeleid heeft met de conferentie van Salzburg (2003) een nieuwe en krachtige impuls gekregen. Het Comité van de Regio s juicht het toe dat de conclusies van Salzburg in belangrijke mate zijn opgenomen in de verordening. De toepassing van het beleid in álle regio s van de Unie en de vereenvoudiging van uitvoering en financiering zijn belangrijke positieve punten. Ook ondersteunt het Comité het partnerschap zoals verwoord in artikel 6 van de verordening. Het is van groot belang lokale en regionale overheden in alle fasen van het plattelandsbeleid te betrekken. Het is de beste manier om er voor te zorgen dat in de betrokken regio die maatregelen worden toegepast, die leiden tot een grotere sociale en economische cohesie, binnen de regio en met omliggende regio s. 1.5 Tegen deze achtergrond plaatst het Comité de volgende opmerkingen bij de verordening. De totstandkoming van een daadwerkelijk beleid voor de ontwikkeling van het platteland staat hierbij voorop. 2. Naar een multi-sectoraal plattelandsbeleid 2.1 Het Comité van de Regio s is verheugd dat de Commissie, overeenkomstig de bepalingen van artikel 159 van het Verdrag, een aanzienlijk deel van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) reserveert voor regio s die onder de nieuwe convergentiedoelstelling vallen. 2.2 Het Comité verwelkomt de nieuwe wetgeving voor het plattelandsbeleid, maar betreurt het dat in de overwegingen het plattelandsbeleid in eerste instantie wordt gezien als aanvullend op en ter begeleiding van het markt- en inkomensbeleid, in plaats van het een zelfstandige rol toe te kennen. Daarmee samenhangend is het de vraag of er genoeg budget is om een ambitieus plattelandsbeleid te voeren. 2.3 Het Comité onderschrijft het nut van een strategischer benadering van plattelandsontwikkeling. Het is belangrijk een versnipperde inzet van middelen te voorkomen. Het zet echter vraagtekens bij de meerwaarde van een Europese strategie. De strategie van Lissabon en Göteborg en de conclusies van de conferentie van Salzburg bieden al voldoende kader op EU-niveau. Het is aan de lidstaten, de regio s en de lokale overheden om in te vullen wat deze kaders betekenen voor het platteland en het beleid. Alleen zo kan het spanningsveld worden voorkomen tussen de wens tot een meer strategische benadering van het plattelandsbeleid op EU-niveau en het behoud van voldoende flexibiliteit op het nationale, regionale en lokale niveau. 2.4 Het Comité van de Regio s is ingenomen met het voorstel dat de lidstaten verplicht om hun regionale en lokale overheden te raadplegen. Het spreekt echter zijn zorg uit over de tijd die er is voor het opstellen van de nationale strategie en de programma s ten behoeve van plattelandsontwikkeling. Ook betreurt het Comité dat de strategie moet worden ingediend vóór het programma kan worden ingediend bij de Commissie, beide hangen immers nauw samen. Het Comité stelt voor op dit punt dezelfde procedure te volgen als bij het regionale beleid, waar de lidstaten het strategische kader samen met de operationele programma s kunnen indienen (aanbeveling 1). 2.5 Voor de langere termijn zou gestreefd kunnen worden naar één regionaal fonds, waarbij het onderscheid tussen het fonds voor plattelandsbeleid en het fonds voor regionaal beleid wordt opgeheven en per regio, op basis van één samenhangende strategie voor het gehele grondgebied van de regio, de kansen en problemen van de gehele regio worden meegenomen. vitaal platteland in europa 18 vitaal platteland in europa 19

12 2.6 Het plattelandsbeleid komt via één of meerdere programma s voor plattelandsontwikkeling tot stand. In deze programma s wordt op basis van een analyse van de sterkten en zwakten van de regio en/of lidstaat besloten tot de inzet van maatregelen die aansluiten bij de behoeften van de betreffende regio en/of lidstaat. Deze inzet staat mogelijk op gespannen voet met het in artikel 16 van de verordening voorgeschreven minimumaandeel wat betreft de EU-bijdrage per prioritair zwaartepunt (respectievelijk %). Het Comité onderschrijft de noodzaak van evenwicht in de uitgaven voor plattelandsbeleid. Vanuit die optiek is het vooral zinvol voor de derde prioriteit, diversificatie van de plattelandseconomie, een minimum vast te leggen. Immers, uit de evaluaties van de diverse plattelandsprogramma s voor de periode bleek juist dit onderdeel van het plattelandsbeleid minder goed ontwikkeld. Echter, de verdeling van de middelen over de prioriteiten moet ook voortvloeien uit de in het programma vervatte analyse van de sterkten en zwakten. Het Comité dringt er daarom op aan te voorzien in de mogelijkheid af te wijken van de percentages in artikel 16, indien dit op basis van de analyse in het programma voldoende wordt gemotiveerd (aanbeveling 3). 2.7 De verdeling van de middelen mag evenmin belemmerend werken op projecten die buiten de reikwijdte van één prioriteit treden, maar als geheel onder de reikwijdte van de verordening vallen. De bepaling in artikel 71, lid 6, dat een concrete actie slechts onder één prioritair zwaartepunt kan worden gefinancierd lijkt dit echter onmogelijk te maken, het Comité stelt daarom voor dit artikel op dit punt te wijzigen (aanbeveling 19). 2.8 Het detailniveau van de verordening is soms opvallend, zeker ook in vergelijking met de verordeningen inzake het regionale beleid. Bepaalde zaken kunnen beter aan de verantwoordelijken voor het opstellen van het plattelandsprogramma overgelaten worden. Bijvoorbeeld de beperking van de steun voor de verbetering van de verwerking en de afzet tot kleine en micro-ondernemingen, de bepaling in artikel 50 dat steun voor diversificatie zich beperkt tot één kind en de maxima voor EU-steun zoals genoemd in bijlage In Salzburg is geconcludeerd dat een leefbaar platteland onmisbaar is voor de landbouw, zoals ook de landbouw onmisbaar is voor een leefbaar platteland. Het is van groot belang dat er in de programma s voor plattelandsontwikkeling voldoende aandacht is voor de vestiging van jonge boeren. Op dit moment ontbreekt een geïntegreerd beleid voor jonge boeren. Een starterpakket is een voorbeeld van zo n geïntegreerd beleid, waarin alle zaken die te maken hebben met de overname van een bedrijf én de vestiging van de nieuwe boer gebundeld zijn in één project Het Comité van de Regio s neemt nota van het voorstel om de sociaal-economische criteria voor de aanduiding van andere gebieden met handicaps dan berggebieden te laten vervallen en de berekeningsbasis voor de vergoedingen gelijk te trekken met de betalingen in het kader van de landbouwmilieuprogramma s. De motivatie van de Europese Commissie hiervoor is duidelijk, wel spreekt het Comité zijn bezorgdheid uit over de effecten die de wijziging in de criteria kan hebben voor de agrarische ondernemers in de betrokken gebieden. Indien als gevolg van de wijziging de mogelijke sociaal-economische gevolgen groot zijn, zouden deze via interventies van ander beleid verzacht kunnen worden. Op zijn minst zou moeten worden overwogen een overgangstermijn in te stellen voor de uitfasering van de steun aan boeren in gebieden die straks niet meer voor steun in aanmerking komen Het Comité juicht het toe dat deelname door andere grondbeheerders dan agrariërs aan de landbouwmilieumaatregelen nu mogelijk is. Deze kunnen de ontbrekende schakels vormen in de totstandkoming van gebiedsdekkend beheer van (landbouw)grond. In aansluiting hierop suggereert het Comité expliciet de mogelijkheid op te nemen van andere beloningsgrondslagen voor landbouwmilieumaatregelen, omdat de huidige grondslag - die is gebaseerd op de extra kosten en de gederfde inkomsten die het gevolg zijn van de nakoming van de aangegane verbintenis - niet altijd van toepassing is. Bijvoorbeeld een vergoeding die is gebaseerd op de geleverde output en daarmee samenhangende baten (aanbeveling 8) De stimulans voor deelname aan de landbouwmilieumaatregelen, namelijk de mogelijkheid om de vergoeding met 20% te verhogen, is niet langer opgenomen in de verordening. Dit is onwenselijk gezien het nut en het belang van deze maatregelen voor het beheer van het landelijke gebied en het Comité stelt voor deze stimulans weer op te nemen (aanbeveling 8) Er bestaan zeer grote verschillen tussen landen met een goed ontwikkelde en minder ontwikkelde bosbouwsector. De Commissievoorstellen bieden onvoldoende flexibiliteit om in landen met weinig bosbouw bebossing te stimuleren. In die landen komt de ontwikkeling van de bosbouwsector in gevaar en gaan milieuvoordelen verloren als met deze verschillen geen rekening wordt gehouden. vitaal platteland in europa 20 vitaal platteland in europa 21

13 2.14 Jaarlijks zoeken vele agrariërs werk buiten de agrarische sector. Dit kan in bepaalde regio s het probleem van de ontvolking versterken. In combinatie met het creëren van werkgelegenheid is aandacht nodig voor omscholing van agrariërs en voor mogelijkheden om in deeltijd in de landbouw werkzaam te zijn. Het plattelandsontwikkelingsprogramma, zeker in de regio s die minder de voordelen zullen ondervinden van de inzet van de Structuurfondsen (met name het Europees Sociaal Fonds, ESF), moet de ruimte bieden voor deze omscholing en/of voor het ontplooien van meerdere beroepsactiviteiten, zelfs in combinatie met activiteiten buiten de landbouw. In regio s waar wel meer concentratie plaatsvindt van het ESF zou in deze programma s nadrukkelijk ruimte moeten zijn voor de omscholing van en het ontplooien van meerdere beroepsactiviteiten door agrariërs Plattelandsgebieden in de EU beschikken over waardevol natuurlijk en cultureel erfgoed, dat een sleutelrol kan spelen bij de diversificatie van de plattelandseconomie. De mogelijkheden van de plaatselijke toeristische sector om dat erfgoed op een duurzame manier te exploiteren en daarbij hoogwaardige dienstverlening te bieden, worden echter dikwijls beperkt door een tekortschietend aanbod van diensten en/of verkeerde productontwikkeling. Daarom is het essentieel om bij de maatregelen ter bevordering van toeristische activiteiten (artikel 52) beroepsopleiding apart te noemen (aanbeveling 12) Vrouwen spelen een grote rol in de diversificatie van de plattelandseconomie, maar stuiten veelal ook op specifieke problemen, zoals beperktere toegang tot kapitaal om een bedrijf te starten. Het Comité acht het gewenst dat de verordening bijdraagt aan een grotere betrokkenheid van vrouwen in de plattelandseconomie (aanbeveling 11). Evenzo is internet van onschatbare waarde voor de diversificatie van de rurale economie. Echter, veel rurale gebieden hebben nog weinig tot geen toegang hiertoe. Het Comité is daarom ingenomen met het voorstel van de Commissie om het EFRO te gebruiken om plattelandsgebieden van voldoende ICT-infrastructuurvoorzieningen te kunnen voorzien. Op die manier wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het overbruggen van deze digitale kloof; daarmee worden de gebieden ook aantrekkelijker voor nieuwe bedrijven en kunnen bestaande bedrijven nieuwe markten aanboren. Verder zouden via het ELFPO aanvullende maatregelen kunnen worden genomen als onderdeel van het zwaartepunt betreffende de diversificatie van de plattelandseconomie met veel ruimte voor de regionale invulling 3.1 Het Comité hecht groot belang aan de betrokkenheid van lokale en regionale overheden bij de uitwerking en uitvoering van de programma s voor de ontwikkeling van het platteland en vindt dat hun rol in dezen nadrukkelijker in de verordening tot uiting moet komen (aanbeveling 13). Het Comité dringt erop aan dat de nationale strategieën voldoende ruimte laten voor maatwerk voor de regio s en lokale overheden (zie ook par. 2.2). Het vindt het belangrijk om in de strategieën aandacht te schenken aan de noodzaak van een evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling in elke regio. Te veel voorschriften op EU of nationaal niveau voor de te volgen strategie kunnen verlammend werken op de totstandkoming van regionale initiatieven, die zijn toegesneden op de lokale kansen en problemen. 3.2 Er is maatwerk nodig wat betreft de programmering, de financiering en de controle. Het is dan ook wonderlijk dat de verordening voorschrijft dat lidstaten ofwel een plattelandsontwikkelingsprogramma opstellen op lidstaatniveau ofwel per regio. Het is beter meer vrijheden te geven op dit punt, inclusief mogelijke combinaties van regionale en nationale programma s. Bovendien bleek in de huidige programmaperiode juist in lidstaten met een federale bestuursstructuur de mogelijkheid om nationale kaderregelingen te laten goedkeuren (die vervolgens in de regionale programma s konden worden omgezet), een succes te zijn (aanbeveling 2). 3.3 Het Comité ondersteunt het voorstel om het derde prioritaire zwaartepunt bij voorkeur te implementeren via lokale ontwikkelingsstrategieën. Het staat buiten kijf dat nieuwe economische activiteiten van levensbelang zijn voor landelijke gebieden. Deze activiteiten zijn complementair aan de agrarische. Wel moeten deze nieuwe activiteiten zorgvuldig worden ingepast om de kwaliteiten van de rurale gebieden niet aan te tasten. Het Comité van de Regio s sluit zich op dit punt aan bij de mening van het Europees Economisch en Sociaal Comité dat rurbanisation voorkomen moet worden, dat wil zeggen het toepassen van dezelfde maatregelen in stedelijke en landelijke gebieden. Dat geldt zeker voor de gebieden onder stedelijke druk, waar het behoud van de specifieke eigenschappen van het landelijk gebied van groot belang is voor de kwaliteit van leven in het stedelijk gebied. De problemen in deze gebieden, waaronder die van de landbouw, vragen een geheel andere aanpak dan de problemen in de meer perifere rurale gebieden. De verordening moet hiervoor voldoende ruimte bieden. vitaal platteland in europa 22 vitaal platteland in europa 23

14 4. en een duidelijke rol voor LEADER 4.1 Het Comité hecht groot belang aan LEADER en betreurt daarom de onduidelijke positie van LEADER in de verordening. LEADER wordt enerzijds in artikel 4, lid 2, aangeduid als vierde prioritaire zwaartepunt, anderzijds als methodiek om gestalte te geven aan de maatregelen uit de eerste drie prioritaire zwaartepunten. Het Comité dringt er op aan LEADER de plaats te geven die het toekomt - als aparte prioriteit, vergelijkbaar met de wijze waarop Interreg is vorm gegeven in het regionale beleid. Mainstreamen van LEADER behelst het gevaar dat het unieke karakter en de meerwaarde van de aanpak verloren gaan. Het Comité verzoekt de Commissie de toekomstige rol van LEADER in haar verordeningsvoorstel nader te omschrijven en LEADER ook meer naar voren te laten komen als een apart zwaartepunt. 4.2 Op het punt van de uitvoering van de plaatselijke strategie lijkt artikel 63, lid 1, te suggereren dat deze strategie aan alle doelstellingen voor de vier prioritaire zwaartepunten moet voldoen. Dit is in tegenstelling met artikel 62 a) waarin staat dat met behulp van LEADER een of meer van de doelstellingen van de drie prioritaire zwaartepunten wordt verwezenlijkt. Het Comité stelt voor deze tegenstrijdigheid uit de verordening te halen (aanbeveling 14). 4.3 Het Comité van de Regio s ondersteunt het voorstel een deel van het beschikbare EU-budget voor een lidstaat te reserveren voor LEADER, afhankelijk van de behoeften op regionaal niveau. Het is ook ingenomen met het voorstel om een Europees netwerk voor plattelandsontwikkeling op te richten. De ervaringen met de oprichting van de nationale LEADER-netwerken kunnen hiervoor benut worden. Het Comité waarschuwt echter voor een herhaling van de onaanvaardbare lange vertraging die werd opgelopen bij de lancering van de Europese waarnemingspost voor plattelandsgebieden (LEADER+), de Europese waarnemingspost LEADER (LEADER II) en veel van de nationale LEADER-netwerken. De Commissie en de lidstaten moeten daarom meteen bij aanvang van de programmaperiode prioriteit geven aan de oprichting van de plattelandsontwikkelingsnetwerken. Ook de lokale overheden hebben veel ervaring met LEADER opgedaan. Daarvan zouden de lidstaten bij de uitwerking van randvoorwaarden voor de LEADER-aanpak gebruik moeten maken. makkelijke projecten de voorkeur te geven, ten koste van projecten op de (middel)lange termijn. Een betrouwbare planning is alleen mogelijk als vaststaat welke middelen iedere lidstaat ter beschikking staan (aanbeveling 15 en 18). 5. Tenslotte 1.1 Het Comité acht het van belang dat de overgang tussen de programmeringsperiodes en zo wordt vormgegeven dat de continuïteit van de acties en de maatregelen niet in gevaar komt. Dit impliceert de garantie dat de financiering van de meerjarenprogramma s waarvoor in die eerste periode toestemming is gegeven (bijv. milieumaatregelen voor de landbouw), doorloopt tot op het einde van de verbintenisperiode en dat de toegezegde participatie van de EU (het medefinancieringspercentage) onveranderd blijft. Met het oog op de realisering van een doeltreffend Europees plattelandsbeleid in de volgende periode staat het Comité achter het door de Commissie voorgestelde budget van 88,75 miljard (exclusief modulatie) voor de financiering van het Europese plattelandsontwikkelingsbeleid. Het Comité is fel tegen hernationalisering van (delen van) het beleid. 1.2 Het Comité neemt er kennis van dat de Commissie in dit verordeningsvoorstel niet alleen een voorafgaande en een tussentijdse evaluatie en een evaluatie achteraf voorstaat, maar ook een jaarlijkse evaluatie. Het plaatst echter vraagtekens bij de meerwaarde van die laatste evaluatie. 5.3 De intentie van deze verordening is mede om een vereenvoudiging tot stand te brengen in de wetgeving. Om te kunnen beoordelen of dit inderdaad het geval is, is het noodzakelijk inzicht te hebben in de uitvoeringsverordeningen. Het Comité zou graag worden uitgenodigd ook over deze verordeningen een advies te geven, gezien de ervaringen van de leden van het Comité met de implementatie van het beleid. 4.4 Het Comité is er geen voorstander van om een substantieel deel van het budget in reserve te houden voor de lidstaten met de best presterende LEADERprogramma s. Dit leidt vermoedelijk tot de neiging om aan korte termijn- en vitaal platteland in europa 24 vitaal platteland in europa 25

15 Aanbevelingen van het Comité 2 van de Regio s Aanbeveling 1 Artikel 11 bis, lid 2 2. Elke lidstaat zendt zijn nationale strategische plan aan de Commissie alvorens zijn programma s voor plattelandsontwikkeling in te dienen. 2. Elke lidstaat zendt zijn nationale en/of regionale strategische plannen aan de Commissie alvorens zijn programma s voor plattelandsontwikkeling in te dienen of gelijktijdig met die laatste programma s. Deze wijziging is er opgericht de procedure voor het indienen van de nationale strategie en de plannen voor plattelandsontwikkeling gelijk te trekken aan die in de verordening voor het regionale beleid. Krachtens het subsidiariteitsbeginsel valt de strategie voor plattelandsontwikkeling onder de verantwoordelijkheid van het subnationale bestuursniveau dat op grond van de feitelijke omstandigheden van de betreffende lidstaat het meest geschikt is om die uit te voeren. Aanbeveling 2 Artikel 14, lid 2 Een lidstaat kan hetzij een enkel programma voor zijn gehele grondgebied, hetzij een programma per regio indienen. Een lidstaat kan een enkel programma voor zijn gehele grondgebied, en/of een programma per regio indienen. In het geval van programmering op nationaal én regionaal niveau, moet er een duidelijke relatie zijn tussen beide. De lidstaten kunnen ook algemene kaderregelingen ter goedkeuring voorleggen, die vervolgens geheel of gedeeltelijk in de regionale programma s worden opgenomen. Deze wijziging geeft de lidstaten meer ruimte de programmering af te stemmen op de eigen behoeften. vitaal platteland in europa 26 vitaal platteland in europa 27

16 Aanbeveling 3 Artikel 16 Aanbeveling 5 Artikel 27 Wat de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor elk van de in artikel 4 genoemde drie doelstellingen betreft, wordt van de totale bijdrage uit het Fonds voor het programma telkens ten minste 15% aan elk van de prioritaire zwaartepunten 1 en 2 zoals bedoeld in afdeling 1, respectievelijk afdeling 3 van hoofdstuk I van titel IV besteed, en ten minste 25% aan prioritair zwaartepunt 2 zoals bedoeld in afdeling 2 van dat hoofdstuk I. Wat de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor elk van de in artikel 4 genoemde drie doelstellingen betreft, wordt van de totale bijdrage uit het Fonds voor het programma telkens ten minste 15% aan elk van de prioritaire zwaartepunten 1 en 2 zoals bedoeld in afdeling 1, respectievelijk afdeling 3 van hoofdstuk I van titel IV besteed, en ten minste 25% aan prioritair zwaartepunt 2 zoals bedoeld in afdeling 2 van dat hoofdstuk I. Indien voldoende gemotiveerd door de analyse als bedoeld in artikel 15, onder a), kan van deze percentages worden afgeweken. Deze wijziging beoogt meer flexibiliteit te geven aan de autoriteit die het programma voor plattelandsontwikkeling opstelt, teneinde de verdeling van het budget over de maatregelen te laten aansluiten bij de behoeften op het niveau van de programmering. Aanbeveling 4 Artikel 19, onder c), punt iii) De steun ter verbetering van de concurrentiekracht van de land- en de bosbouwsector heeft betrekking op de volgende maatregelen: [ ] c) maatregelen om de kwaliteit van de landbouwproductie en van de landbouwproducten te verbeteren door: [ ] iii) aan producentengroeperingen steun te verlenen voor activiteiten op het gebied van voorlichting over en afzetbevordering voor producten die onder een voedselkwaliteitsregeling vallen; De steun ter verbetering van de concurrentiekracht van de land- en de bosbouwsector heeft betrekking op de volgende maatregelen: [ ] c) maatregelen om de kwaliteit van de landbouwproductie en van de landbouwproducten te verbeteren door: [ ] iii) aan producentengroeperingen, incl. brancheorganisaties en beheerders van kwaliteitskeurmerken of -instrumenten, steun te verlenen voor activiteiten op het gebied van voorlichting over en afzetbevordering voor producten die onder een voedselkwaliteitsregeling vallen; Bedoeld zijn groeperingen van producenten van verse en verwerkte producten in brede zin, d.w.z. beheersorganen waarin ook producenten en/of verwerkende bedrijven vertegenwoordigd zijn. Verhoging van de toegevoegde waarde van de primaire land- en bosbouwproductie 1. De in artikel 19, onder b), punt iii), bedoelde steun wordt verleend voor investeringen die: a) de algehele prestatie van de onderneming verbeteren, b) betrekking hebben op de verwerking en afzet van andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten dan visserijproducten en van bosproducten en c) voldoen aan de voor de betrokken investering geldende communautaire normen. In het geval van investeringen om aan communautaire normen te voldoen mag alleen voor die investeringen die door micro-ondernemingen zoals bedoeld in lid 2 worden verricht om te voldoen aan een pas ingevoerde communautaire norm, steun worden verleend. In dat geval kan een extra termijn voor de naleving van de betrokken norm worden gegund, die niet meer mag bedragen dan 36 maanden te rekenen vanaf de datum waarop de norm voor de onderneming dwingend wordt. 2. De in lid 1 bedoelde steun wordt beperkt tot micro- en kleine ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie. In het geval van bosbouwproductie wordt de steun beperkt tot micro-ondernemingen. De steun wordt niet verleend aan ondernemingen in moeilijkheden in de zin van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden. 3. De steun wordt beperkt tot de in bijlage I vastgestelde maxima. Verhoging van de toegevoegde waarde van de primaire land- en bosbouwproductie 1. De in artikel 19, onder b), punt iii), bedoelde steun wordt verleend voor investeringen die: a) de algehele prestatie van de onderneming verbeteren, b) betrekking hebben op de verwerking en afzet van andere in bijlage I bij het Verdrag genoemde producten dan visserijproducten en van bosproducten en c) voldoen aan de voor de betrokken investering geldende communautaire normen. In het geval van investeringen om aan communautaire normen te voldoen mag alleen voor die investeringen die door micro-ondernemingen zoals bedoeld in lid 2 worden verricht om te voldoen aan een pas ingevoerde communautaire norm, steun worden verleend. In dat geval kan een extra termijn voor de naleving van de betrokken norm worden gegund, die niet meer mag bedragen dan 36 maanden te rekenen vanaf de datum waarop de norm voor de onderneming dwingend wordt. 2. De in lid 1 bedoelde steun wordt beperkt tot micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in de zin van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie, en tot producentenorganisaties in de agroindustrie. In het geval van bosbouwproductie wordt de steun beperkt tot microondernemingen. De steun wordt niet verleend aan ondernemingen in moeilijkheden in de zin van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden. 3. De steun wordt beperkt tot de in bijlage I vastgestelde maxima. Met deze wijziging wordt de tekst aangepast aan de regeling die voor andere Structuurfondsen geldt. In dit verband zij nog opgemerkt dat de agro-industrie meer werkgelegenheid schept dan andere sectoren. vitaal platteland in europa 28 vitaal platteland in europa 29

17 Aanbeveling 6 Artikel 34 Maatregelen De steun in het kader van deze afdeling heeft betrekking op de volgende maatregelen: a) maatregelen om een duurzaam gebruik van landbouwgrond te bevorderen door: i) betalingen voor natuurlijke handicaps aan landbouwers in berggebieden, ii) betalingen aan landbouwers in andere gebieden met handicaps dan berggebieden, iii) NATURA 2000-betalingen, iv) agromilieu- en dierenwelzijnsbetalingen, v) steun voor niet-productieve investeringen; b) maatregelen om een duurzaam gebruik van bosgrond te bevorderen door: i) de eerste bebossing van landbouwgrond, ii) de eerste totstandbrenging van boslandbouwsystemen op landbouwgrond, iii) de eerste bebossing van andere dan landbouwgrond, iv) NATURA 2000-betalingen, v) bosmilieubetalingen, vi) herstel van bosbouwproductiepotentieel en het treffen van preventieve maatregelen, vii) steun voor niet-productieve investeringen. Maatregelen De steun in het kader van deze afdeling heeft betrekking op de volgende maatregelen: a) maatregelen om een duurzaam gebruik van landbouwgrond te bevorderen door: i) betalingen voor natuurlijke handicaps aan landbouwers in berggebieden, ii) betalingen aan landbouwers in andere gebieden met handicaps dan berggebieden, iii) NATURA 2000-betalingen, iv) agromilieu- en dierenwelzijnsbetalingen, v) steun voor niet-productieve investeringen; b) maatregelen om een duurzaam gebruik van bosgrond te bevorderen door: i) de eerste bebossing van landbouwgrond, ii) de eerste totstandbrenging van boslandbouwsystemen op landbouwgrond, iii) de eerste bebossing van andere dan landbouwgrond, iv) NATURA 2000-betalingen, v) bosmilieubetalingen, vi) herstel van bosbouwproductiepotentieel en het treffen van preventieve maatregelen, vii) steun voor niet-productieve investeringen;. c) maatregelen om de verbreiding en instandhouding van boslandbouwsystemen te bevorderen: i) steun voor de instandhouding en het onderhoud van boslandbouwsystemen, ii) NATURA 2000-betalingen. op de complementariteit tussen bosbouw enerzijds en landbouw en veehouderij anderzijds. Het bestaan van deze derde soort grondgebruik - die verschilt van land- en bosbouw - wordt in het Commissievoorstel erkend. Steun wordt echter alleen gegeven voor de eerste totstandbrenging van boslandbouwsystemen. Met deze wijziging wordt beoogd ook steun voor de instandhouding en het onderhoud van boslandbouwsystemen te verlenen. Aanbeveling 7 Artikel 36 NATURA 2000-betalingen De in artikel 34, onder a), punt iii), bedoelde steun wordt jaarlijks per hectare gebruikte landbouwgrond aan landbouwers toegekend als compensatie voor de gemaakte kosten en de gederfde inkomsten die het gevolg zijn van nadelen die in de betrokken gebieden worden ondervonden door de tenuitvoerlegging van de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG. NATURA 2000-betalingen De in artikel 34, onder a), punt iii), bedoelde steun wordt jaarlijks per hectare gebruikte landbouwgrond aan landbouwers toegekend als compensatie voor de gemaakte kosten en de gederfde inkomsten die het gevolg zijn van nadelen die in de betrokken gebieden worden ondervonden door de tenuitvoerlegging van de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG, en als stimulans voor een ecologisch verantwoorde bedrijfsvoering. Landbouw en veeteelt zijn belangrijk voor het milieu, en met name voor de instandhouding van de fauna en flora en het natuurlijke landschap. Zij verdienen dan ook maatschappelijke erkenning en mogen niet worden beschouwd als minder relevante activiteiten, die zomaar aan banden kunnen worden gelegd. In de Europese regelgeving wordt een onderscheid gemaakt tussen landbouwgrond en bosbouwgrond. Kenmerkend voor boslandbouwsystemen is dat eenzelfde grondstuk wordt gebruikt voor zowel de productie op korte termijn van landbouw- of veehouderijproducten als de productie op lange termijn van bosbouwproducten (aanplanting van bossen voor de productie van hout en kurk, maar ook voor recreatiedoeleinden en vanwege de positieve neveneffecten voor het milieu). Boslandbouwsystemen omvatten een uitgebreid scala aan productievormen, op basis van het beginsel van meervoudig ruimtegebruik en het streven naar synergie tussen de diverse gebruiksvormen. In boslandbouwsystemen wordt ingespeeld vitaal platteland in europa 30 vitaal platteland in europa 31

18 Aanbeveling 8 Artikel 37, lid 4 Aanbeveling 9 Nieuw artikel 46 bis 4. De betalingen worden jaarlijks verleend en dekken de extra kosten en de gederfde inkomsten die het gevolg zijn van de nakoming van de aangegane verbintenis; zo nodig kunnen zij ook transactiekosten dekken. Wanneer dat dienstig is, worden de begunstigden geselecteerd door middel van een inschrijving waarbij criteria van doelmatigheid in economisch opzicht en doelmatigheid op het gebied van milieu en dierenwelzijn worden gehanteerd. De steun wordt beperkt tot de in bijlage I vastgestelde maxima. 4. De betalingen worden jaarlijks verleend en dekken de extra kosten en de gederfde inkomsten die het gevolg zijn van de nakoming van de aangegane verbintenis; zo nodig kunnen zij ook transactiekosten dekken. De betalingen kunnen met 20% worden verhoogd om een stimulans voor deelname te geven. Indien voldoende gemotiveerd, kunnen lidstaten voorstellen doen voor andere beloningsgrondslagen. Wanneer dat dienstig is, worden de begunstigden geselecteerd door middel van een inschrijving waarbij criteria van doelmatigheid in economisch opzicht en doelmatigheid op het gebied van milieu en dierenwelzijn worden gehanteerd. De steun wordt beperkt tot de in bijlage I vastgestelde maxima. Steun voor de instandhouding en verbetering van boslandbouwsystemen met een hoge milieuwaarde 1. De in artikel 34, onder c), punt i), bedoelde steun wordt verleend aan boslandbouwers die bereid zijn tot het sluiten van gebruiksen beheersovereenkomsten die de instandhouding en verbetering van boslandbouwsystemen met een hoge milieuwaarde waarborgen, incl. overeenkomsten inzake het welzijn van dieren. 2. De lidstaten stellen een lijst op van gebieden die als gebieden met boslandbouwsystemen met een hoge milieuwaarde kunnen worden erkend. 3. De steun wordt beperkt tot de in bijlage I vastgestelde maxima. Gezien het belang van de landbouwmilieuovereenkomsten voor het beheer van het landelijk gebied, is het gewenst de stimulans voor deelname aan deze overeenkomsten te handhaven. Het is van belang de grondslag voor de steunberekening te verbreden, daar de huidige grondslag niet altijd van toepassing is. Zie aanbeveling 6. Aanbeveling 10 Nieuw artikel 46 ter NATURA 2000-betalingen De in artikel 34, onder c), punt ii), bedoelde steun wordt jaarlijks per hectare gebruikte boslandbouwgrond aan particuliere eigenaren of hun verenigingen toegekend als compensatie voor de kosten die het gevolg zijn van de beperkingen waaraan het grondgebruik in de betrokken gebieden is onderworpen op grond van de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG. Het steunbedrag ligt tussen de in bijlage I vastgestelde minima en maxima. Zie aanbeveling 6. vitaal platteland in europa 32 vitaal platteland in europa 33

19 Aanbeveling 11 Artikel 49, onder a) Aanbeveling 12 Artikel 52 De steun in het kader van deze afdeling heeft betrekking op de volgende maatregelen: a) maatregelen om de plattelandseconomie te diversifiëren die omvatten: (i) diversificatie naar niet-agrarische activiteiten, (ii) steun voor de oprichting en ontwikkeling van micro-ondernemingen met het doel ondernemerschap te bevorderen en het economisch weefsel te ontwikkelen, (iii) bevordering van toeristische activiteiten, (iv) bescherming, valorisatie en beheer van het natuurlijke erfgoed om zo bij te dragen tot een duurzame economische ontwikkeling. De steun in het kader van deze afdeling heeft betrekking op de volgende maatregelen: a) maatregelen om de plattelandseconomie te diversifiëren die omvatten: (i) diversificatie naar niet-agrarische activiteiten, (ii) steun voor de oprichting en ontwikkeling van micro-ondernemingen met het doel ondernemerschap te bevorderen en het economisch weefsel te ontwikkelen, (iii) bevordering van toeristische activiteiten, (iv) steun voor een grotere betrokkenheid van vrouwen in de rurale economie, bescherming, valorisatie en beheer van het landelijke (natuurlijke, historische of culturele) erfgoed om zo bij te dragen tot een duurzame economische ontwikkeling. Bevordering van toeristische activiteiten De in artikel 49, onder a), punt iii), bedoelde steun wordt verleend voor: a) kleinschalige infrastructuur zoals informatiecentra en de bewegwijzering naar toeristische trekpleisters; b) recreatieve infrastructuur om natuurgebieden toegankelijk te maken en kleinschalige logiesmogelijkheden; c) de ontwikkeling en het op de markt brengen van toeristische producten die betrekking hebben op plattelandstoerisme. Bevordering van toeristische activiteiten De in artikel 49, onder a), punt iii), bedoelde steun wordt verleend voor: a) kleinschalige infrastructuur zoals informatiecentra en de bewegwijzering naar toeristische trekpleisters; b) recreatieve infrastructuur om natuurgebieden toegankelijk te maken, en kleinschalige logiesmogelijkheden; c) de ontwikkeling en het op de markt brengen (m.i.v. on line marketing) van toeristische producten die betrekking hebben op plattelandstoerisme;. d) specifiek op de toeristische sector gerichte beroepsopleidingen, bijvoorbeeld op het vlak van dienstverlening aan de consument en productontwikkeling. Vrouwen spelen een grote rol in de diversificatie van de plattelandseconomie, maar stuiten veelal ook op specifieke problemen, zoals een beperkte toegang tot kapitaal. Deze wijziging is erop gericht maatregelen te kunnen ondersteunen om die belemmeringen weg te nemen. De in het kader van het ELFPO toegepaste strategieën voor plattelandsontwikkeling komen vóór alles het landelijke erfgoed, in de breedste zin van het woord, ten goede. Het historische en culturele erfgoed, dat ook de aandacht heeft van groeperingen voor plattelandsontwikkeling, moet evenals het natuurlijke erfgoed in de Verordening worden genoemd. Plattelandsgebieden beschikken vaak over schitterende natuurlijke en andere bezienswaardigheden. De mogelijkheden van de plaatselijke toeristische sector om die bezienswaardigheden op een duurzame manier te exploiteren en hoogwaardige dienstverlening te bieden, worden echter dikwijls beperkt door een tekortschietend aanbod van diensten en/of verkeerde productontwikkeling. Hoewel artikel 56 van de ontwerpverordening gaat over beroepsopleiding, is het essentieel om bij de maatregelen ter bevordering van toeristische activiteiten beroepsopleiding apart te noemen. Steeds meer mensen boeken on line hun reizen, overnachtingen en vakanties, kopen on line vrijetijdsproducten en regelen on line vrijetijdsgerelateerde diensten. Dat werkt in het nadeel van kleinere aanbieders van toeristische dienstverlening, tenzij die geschoold worden in en de middelen krijgen voor internetboekingen en on line marketing. vitaal platteland in europa 34 vitaal platteland in europa 35

Europese verordening inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

Europese verordening inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) Europese verordening inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 (publicatie

Nadere informatie

POP En de relatie met Natura 2000

POP En de relatie met Natura 2000 0 POP-2 2007-2013 En de relatie met Natura 2000 1 Algemeen Lissabonstrategie, Göteborgdoelen, EU strategische richtsnoeren Coproductie rijk en provincies Eenvoudiger en meer focus EU-cofinanciering komende

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.6.2018 C(2018) 3316 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.6.2018 houdende wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/892 tot vaststelling van voorschriften

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2014 C(2014) 1410 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 11.3.2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Het beleid voor Plattelandsontwikkeling na 2013

Het beleid voor Plattelandsontwikkeling na 2013 C Olof S. Het beleid voor Plattelandsontwikkeling na 2013 DG Landbouw en plattelandsontwikkeling Europese Commissie Prioriteiten Plattelandsontwikkeling in een nieuw kader (1) Europa 2020 strategie Gemeenschappelijk

Nadere informatie

PDPO II: TERUGBLIK EN STAND VAN ZAKEN. Jules Van Liefferinge 07/11/2013

PDPO II: TERUGBLIK EN STAND VAN ZAKEN. Jules Van Liefferinge 07/11/2013 PDPO II: TERUGBLIK EN STAND VAN ZAKEN Jules Van Liefferinge 07/11/2013 Agenda PDPO II - het origineel Opmaak en goedkeuring Originele maatregelen Originele budgettoewijzing PDPO II doorheen de tijd Allerlei

Nadere informatie

COHESIEBELEID 2014-2020

COHESIEBELEID 2014-2020 GEÏNTEGREERDE TERRITORIALE INVESTERING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013 formeel goedgekeurd

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) 8642/03 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) EDUC 79 CODEC 518 OC 348 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 juni 2003 (06.06) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2002/0303 (COD) 8642/03 ADD 1 EDUC 79 CODEC 518 OC 348 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Voorstel voor

Nadere informatie

Toelichting bij het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019

Toelichting bij het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019 15 mei 2019 Toelichting bij het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019 Landbouwfondsen Voor de belangrijkste bevindingen van de Algemene Rekenkamer verwijzen wij naar ons Rapport bij de Nationale Verklaring

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Rapporteur: Czesław Adam Siekierski A8-0018/2019 Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 28.1.2019 A8-0018/2019/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Verordeningen

Nadere informatie

1. Wat is uw reactie op het bericht Europese landbouwsubsidies naar kerken en sjoelclubs? 1)

1. Wat is uw reactie op het bericht Europese landbouwsubsidies naar kerken en sjoelclubs? 1) > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Verklaring van Wrocław

Verklaring van Wrocław EUROPESE UNIE Comité van de Regio's Verklaring van Wrocław aangenomen tijdens de Europese Top van regio's en steden, gehouden op 19 en 20 mei 2005 in Wrocław (Polen) NL - 1 - Verklaring van Wrocław 19-20

Nadere informatie

(Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE

(Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE 21.11.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 421/1 II (Mededelingen) MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE EUROPESE COMMISSIE Mededeling van de Commissie Goedkeuring

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.6.2018 C(2018) 3308 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.6.2018 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en

Nadere informatie

RECTIFICATIES. (Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013)

RECTIFICATIES. (Publicatieblad van de Europese Unie L 347 van 20 december 2013) 19.5.2016 L 130/1 RECTIFICATIES Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.10.2016 COM(2016) 703 final 2016/0346 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in

Nadere informatie

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2016 (OR. en) 10667/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties FSTR 35 FC 29 REGIO 42 SOC 434 AGRISTR 36 PECHE 243

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...] NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, C(2007) WORDT NIET GEPUBLICEERD Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van [...] tot goedkeuring van het operationeel programma voor bijstand van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2313 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

*** ONTWERPAANBEVELING

*** ONTWERPAANBEVELING Europees Parlement 2014-2019 Commissie internationale handel 2016/0383(E) 9.6.2017 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 27 oktober 2004 (OR. en) 2003/0245 (COD) LEX 583 PE-CONS 3673/1/04 REV 1 ACP 105 COAFR 81 CODEC 816 VERORDENING (EG) Nr..../2004 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0346 (NLE) 14116/16 COEST 289 WTO 316 VOORSTEL van: ingekomen: 31 oktober 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/

***I VERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement A8-0070/ Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument A8-0070/2017 23.3.2017 ***I VERSLAG over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.10.2017 COM(2017) 582 final 2017/0253 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad 10 e Directie Dienst 102 Land- en Tuinbouw Verslag aan de Provincieraad registratienr. 0704919 betreft verslaggever PROVINCIAAL PLATTELANDSBELEID Samenstelling Provinciaal ManagementComité (PMC) de heer

Nadere informatie

Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling

Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling 2007-2013 P. De Clercq Landbouw en Visserij 1 Europese context Gemeenschappelijk Landbouw Beleid 1 ste Pijler : Markt- en inkomensbeleid 2 de Pijler : Plattelandsontwikkeling

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2017 COM(2017) 265 final 2017/0105 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Unie in te nemen standpunt in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire

Nadere informatie

5402/1/04 REV 1 ADD 1 huy/lep/hd 1 DG E II

5402/1/04 REV 1 ADD 1 huy/lep/hd 1 DG E II RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 februari 2004 (20.02) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2003/0176 (COD) 5402/1/04 REV 1 ADD 1 DEVGEN 9 SOC 21 CODEC 66 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 13.5.2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 13.5.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.5.2014 C(2014) 3006 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 13.5.2014 tot wijziging van de bijlagen VIII en VIII quater bij Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag Europees Parlement 2014-2019 Zittingsdocument 22.11.2017 A8-0358/2017/err01 ADDENDUM bij het verslag over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.11.2007 COM(2007) 761 definitief 2007/0266 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG-Faeröer

Nadere informatie

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo DE EUROPESE STRUCTUUR- EN INVESTERINGSFONDSEN (ESI-FONDSEN) EN HET EUROPEES FONDS VOOR STRATEGISCHE INVESTERINGEN (EFSI) HET VERZEKEREN VAN COÖRDINATIE, SYNERGIEËN

Nadere informatie

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Europees Parlement 2014-2019 Commissie juridische zaken 4.11.2015 GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT Betreft: Gemotiveerd advies van de Tsjechische senaat over het

Nadere informatie

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN

DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN DE ULTRAPERIFERE GEBIEDEN Er zijn specifieke maatregelen van kracht ter ondersteuning van de ontwikkeling van de verst afgelegen regio's van de Europese Unie, bekend als de ultraperifere gebieden: Guadeloupe,

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3

Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3 2.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 357/3 VERORDENING (EG) Nr. 2060/2004 VAN DE RAAD van 22 november 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2702/1999 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2018 C(2018) 7044 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 30.10.2018 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 807/2014 van de Commissie

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.9.2012 COM(2012) 549 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD 5e FINANCIEEL VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 C(2017) 5516 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 9.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 611/2014 ter aanvulling van

Nadere informatie

26 JANUARI 2011 PUNT 6 OPRICHTING VAN EEN PLATFORM VOOR EUROPESE GROEPERINGEN VOOR TERRITORIALE SAMENWERKING (EGTS) VOOR BESLUIT

26 JANUARI 2011 PUNT 6 OPRICHTING VAN EEN PLATFORM VOOR EUROPESE GROEPERINGEN VOOR TERRITORIALE SAMENWERKING (EGTS) VOOR BESLUIT Brussel, 21 december 2010 127 e VERGADERING VAN HET BUREAU VAN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S 26 JANUARI 2011 PUNT 6 OPRICHTING VAN EEN PLATFORM VOOR EUROPESE GROEPERINGEN VOOR TERRITORIALE SAMENWERKING (EGTS)

Nadere informatie

Europa wil slim, duurzaam en inclusief

Europa wil slim, duurzaam en inclusief Europa wil slim, duurzaam en inclusief Noord-Nederland bereidt zich intensief voor op de Europese programma s in de periode 2014 2020. Het SNN biedt u met dit bericht inzicht in voortgang en verwachtingen.

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 1 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0105 (NLE) 9741/17 VOORSTEL van: ingekomen: 29 mei 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COEST 113 PHYTOSAN 8 VETER 42

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.7.2017 COM(2017) 374 final 2017/0156 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad

Nadere informatie

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Financieringsinstrumenten

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Financieringsinstrumenten vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling medegefinancierd door Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling zijn een duurzame

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting De Tweede Kamer vraagt advies van de SER over de haalbaarheid, de afdwingbaarheid en de consequenties van cofinanciering van (de inkomenstoeslagen in) het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Nadere informatie

KANSEN VOOR TOERISME EN RECREATIE BIJ HERZIENING GLB

KANSEN VOOR TOERISME EN RECREATIE BIJ HERZIENING GLB KANSEN VOOR TOERISME EN RECREATIE BIJ HERZIENING GLB 11 maart 2011 Ida Terluin Inhoudsopgave 1. Inleiding / 2 2. Inrichting huidig GLB / 2 3. Voorstellen van de Europese Commissie voor de inrichting van

Nadere informatie

POP-3. Plattelands Ontwikkelings Programma 2014-2020. Informatiebijeenkomst Europese Fondsen november 2014 POP3

POP-3. Plattelands Ontwikkelings Programma 2014-2020. Informatiebijeenkomst Europese Fondsen november 2014 POP3 Informatiebijeenkomst Europese Fondsen november 2014 POP3 POP-3 Plattelands Ontwikkelings Programma 2014-2020 1 Provincie Zeeland Uitvoering POP-3: Johan Wandel Boy Saija Arjon Copper Programma Zeeuws

Nadere informatie

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B Raad van de Europese Unie RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig doc.: 9101/19 + COR 1 Nr. Comdoc.: COM(2019) 21 final - doc. 5927/19 + ADD 1 Betreft:

Nadere informatie

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet EUROPESE CONVENTIE Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT CONV 738/03 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet Het secretariaat

Nadere informatie

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren Fiche 4: Mededeling De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren b) Datum

Nadere informatie

6133/16 pro/pau/mt 1 DG B LIMITE NL

6133/16 pro/pau/mt 1 DG B LIMITE NL Raad van de Europese Unie Brussel, 4 maart 2016 (OR. en) 6133/16 ONTWERPNOTULEN 1 Betreft: LIMITE PV/CONS 5 AGRI 69 PECHE 43 3446 e zitting van de Raad van de Europese Unie (LANDBOUW EN VISSERIJ), gehouden

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.4.2018 COM(2018) 207 final 2018/0102 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 24 mei 2017 (OR. en) 9635/17 RESULTAAT BESPREKINGEN van: d.d.: 24 mei 2017 aan: nr. vorig doc.: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties CULT 76 RELEX

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2058(BUD) Ontwerpverslag Petri Sarvamaa (PE602.

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2058(BUD) Ontwerpverslag Petri Sarvamaa (PE602. Europees Parlement 2014-2019 Begrotingscommissie 2017/2058(BUD) 28.4.2017 AMENDEMENTEN 1-15 Ontwerpverslag (PE602.991v02-00) Beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.2.2017 COM(2017) 86 final 2017/0038 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de betrokken comités van de Economische

Nadere informatie

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 5 april 2017 (OR. en) 7935/17 CULT 34 RELEX 290 DEVGEN 54 COMPET 236 ENFOCUSTOM 92 EDUC 131 COHOM 46 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.5.2016 COM(2016) 351 final 2016/0162 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in het kader van de betrokken comités van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Coreper / de Raad nr. vorig doc.: 12712/3/12

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.5.2018 COM(2018) 333 final 2018/0167 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 10.7.2017 JOIN(2017) 24 final 2017/0157 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

VERKLARING VAN EUSKADI

VERKLARING VAN EUSKADI VERKLARING VAN EUSKADI De voorzitsters en voorzitters die deelnemen aan de XII Conferentie van de Europese Regionale Wetgevende Parlementen gehouden in Euskadi/Baskenland op 3 en 4 november (Lijst met

Nadere informatie

COHESIEBELEID

COHESIEBELEID DOOR DE GEMEENSCHAP GEÏNITIEERDE LOKALE ONTWIKKELING COHESIEBELEID 2014-2020 De nieuwe wet- en regelgeving voor de volgende investeringsronde van het EU-cohesiebeleid voor 2014-2020 is in december 2013

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.8.2015 COM(2015) 390 final 2015/0170 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in zijn

Nadere informatie

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 1999 (OR. en) 12545/1/99 REV 1 LIMITE SAN 171 Betreft : Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik DG I CONCLUSIES VAN DE RAAD

Nadere informatie

RECHTSGROND OPDRACHT EN PRIORITEITEN

RECHTSGROND OPDRACHT EN PRIORITEITEN DE TWEEDE PIJLER VAN HET GLB: HET BELEID INZAKE PLATTELANDSONTWIKKELING Als tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) is het beleid van de EU inzake plattelandsontwikkeling ontwikkeld

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling 27.3.2015 2014/0256(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2019 COM(2019) 245 final 2019/0120 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

PLATTELANDSBELEID IN DE VLAAMSE PROVINCIES INLEIDING

PLATTELANDSBELEID IN DE VLAAMSE PROVINCIES INLEIDING PLATTELANDSBELEID IN DE VLAAMSE PROVINCIES INLEIDING Plattelandsbeleid als een instrument voor beleidsvoering is recent ontstaan onder impulsen van het Europese beleid. Het Europese landbouwbeleid (GLB)

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 16 september 2008 Betreft: Voorstel voor een Verordening (EG)

Nadere informatie

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, 03.12.2002 MH/FD/LC A D V I E S over een VOORSTEL VOOR EEN AANBEVELING VAN DE RAAD BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE WETGEVING INZAKE GEZONDHEID EN VEILIGHEID

Nadere informatie

Resolutie van het Europees Parlement over de arctische landbouw (2003/2051(INI))

Resolutie van het Europees Parlement over de arctische landbouw (2003/2051(INI)) P5_TA(2004)0014 Arctische landbouw Resolutie van het Europees Parlement over de arctische landbouw (2003/2051(INI)) Het Europees Parlement, gezien de doelstelling die is geformuleerd in paragraaf 40 van

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2018 C(2018) 3973 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 27.6.2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 181/2014 wat betreft een aantal

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE L 293/6 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen inzake

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.3.2017 COM(2017) 145 final 2017/0065 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD) ENT 175 EEE 60 SAN 99 CODEC 831 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER,

Nadere informatie

14469/16 nuf/gra/mt 1 DG E 2A

14469/16 nuf/gra/mt 1 DG E 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 21 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0277 (COD) 14469/16 AVIATION 231 CODEC 1668 RELEX 949 VERSLAG van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

LIFE + Stand van zaken Mogelijkheden voor financiering Natura Caroline Thys secretariaat-generaal Departement Leefmilieu, Natuur en Energie

LIFE + Stand van zaken Mogelijkheden voor financiering Natura Caroline Thys secretariaat-generaal Departement Leefmilieu, Natuur en Energie LIFE + Stand van zaken Mogelijkheden voor financiering Natura 2000 Caroline Thys secretariaat-generaal Departement Leefmilieu, Natuur en Energie 1. Situering 2. Doelstellingen pijler Natuur en biodiversiteit

Nadere informatie

2. Bij brief van 16 mei 2007 is aanvullende informatie medegedeeld.

2. Bij brief van 16 mei 2007 is aanvullende informatie medegedeeld. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12-VII-2007 C (2007) 3474 Betreft : Staatssteun / België (Vlaanderen) - Steunnummer N 174/2007 - Verlenging van de landbouw-milieumaatregel betreffende herstel, ontwikkeling

Nadere informatie

RECHTSGRONDSLAG OPDRACHT EN PRIORITEITEN

RECHTSGRONDSLAG OPDRACHT EN PRIORITEITEN DE TWEEDE PIJLER VAN HET GLB: HET BELEID VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING Bij de laatste hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) werd de tweeledige structuur met pijlers behouden, waarbij

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

Silvia Costa Vaststelling van het programma Creatief Europa ( ) (COM(2018)0366 C8-0237/ /0190(COD))

Silvia Costa Vaststelling van het programma Creatief Europa ( ) (COM(2018)0366 C8-0237/ /0190(COD)) 21.3.2019 A8-0156/153 153 Overweging 5 (5) Bevordering van de Europese culturele verscheidenheid hangt af van het bestaan van bloeiende en veerkrachtige culturele en creatieve sectoren, die werken kunnen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2016 COM(2016) 818 final 2016/0411 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1008/2008 inzake gemeenschappelijke

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 november 2006 (OR. en) Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) 12131/6/06 REV 6 ADD 1 ENV 429 CODEC 826 MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk standpunt

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0047 (NLE) 7098/17 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AELE 28 EEE 7 N 9 ISL 4 FL

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 31.05.2001 COM(2001) 289 definitief MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD Strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 99 final 2019/0049 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Visserijorganisatie

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 13 december 2011 (OR. en) 2011/0209 (COD) PE-CO S 70/11 CODEC 2165 AGRI 804 AGRISTR 74 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

EUROPEES PARLEMENT. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling VOORLOPIGE VERSIE 9 februari 2001 ONTWERPADVIES van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling aan de Commissie milieubeheer,

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van 17.12.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.12.2014 C(2014) 10125 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 17.12.2014 tot goedkeuring van bepaalde elementen van het samenwerkingsprogramma "Interreg V-A Vlaanderen-Nederland"

Nadere informatie

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming

Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie interne markt en consumentenbescherming 29.5.2012 2011/0299(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming aan de Commissie industrie,

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.11.2017 COM(2017) 640 final 2017/0282 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 15.12.2017 L 335/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/2305 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 65 Haarlem, 21 augustus 2001 Onderwerp: EU-programma innovatieve acties art. 4 EFRO Bijlage: ontwerpbesluit Inleiding Het EU-programma de regio s in de nieuwe

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi

Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi Fiche 9: Verordening EU octrooi vertaalregelingen 1. Algemene gegevens Titel voorstel: Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de vertaalregelingen voor het EU-octrooi Datum Commissiedocument:

Nadere informatie