Rapport. Toelichting op Aanvraag Omgevingsvergunning. Windpark Ospeldijk (oost) Status Definitief. Opdrachtgever: Burgerwindpark Ospeldijk B.V.

Transcriptie

1 Rapport Projectnummer: Datum: Toelichting op Aanvraag Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (oost) Status Definitief Opdrachtgever: Burgerwindpark Ospeldijk B.V. Sweco De Holle Bilt HM De Bilt Postbus AE De Bilt T Sweco Nederland B.V. Handelsregister Statutair gevestigd te De Bilt Pim Verhoef Adviseur Planologie T M

2 Verantwoording Titel Subtitel Projectnummer Referentienummer Revisie Toelichting op Aanvraag Omgevingsvergunning Windpark Ospeldijk (oost) Toelichting vergunningaanvraag_burgerwindpark Ospeldijk.docx Definitief Datum Auteur(s) adres Pim Verhoef MSc, Maurits Moes MSc Gecontroleerd door ir. Jaap Wisse Goedgekeurd door mr. Lourens Hogenbirk 2 (23)

3 Inhoudsopgave 1 Toelichting op aanvraag Inleiding Procedure Onderdelen van de aanvraag Gegevens aanvrager en adviesbureau Overige vergunningen Bestemmingsplannen Leeswijzer Locatie Inleiding Adres, omschrijving locatie en kadastrale informatie Huidige situatie Toekomstige situatie Aanvraag omgevingsvergunning: bouwen Inleiding Type bouwwerk en afmetingen Fundatie Vloeroppervlak en inhoud Gebruik Kosten Aanvraag omgevingsvergunning: afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Vigerend bestemmingsplan Goede ruimtelijke ordening Aanvraag omgevingsvergunning: oprichten van een inrichting Inleiding Nadere omschrijving van inrichting Windturbine Bedrijfstijden Bestemming Omgeving van de inrichting Wijze van vaststellen van milieubelasting MER-(beoordelings)plicht Bodem Brandveiligheid Afval- en waterstoffen (23)

4 5.8 Energieverbruik Verkeer Geluid Slagschaduw Lichthinder Lichtschittering Obstakelverlichting Ecologie Lucht Veiligheid Externe veiligheid Veiligheidssystemen en certificering Bescheiden gegevens Bijlagen bij het aanvraagformulier Later aan te bieden gegevens (23)

5 1 Toelichting op aanvraag 1.1 Inleiding Waterleiding Maatschappij Limburg (hierna: WML) en Burgerwindpark Ospeldijk B.V. 1 (hierna: Burgerwindpark) ontwikkelen een windpark ten zuidoosten van het dorp Ospeldijk in de gemeente Nederweert. Windpark Ospeldijk bestaat uit vier windturbines. WML en Burgerwindpark realiseren ieder twee windturbines en nemen hiervan de exploitatie voor hun rekening. Met de realisatie van het windpark wordt een bijdrage geleverd aan de opgave voor energietransitie in Limburg. De realisatie van het windpark op de voorgenomen locatie is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Er is derhalve een omgevingsvergunning benodigd waarmee kan worden afgeweken van het bestemmingsplan en een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken, zijnde de windturbines en een inkoopstation. Omdat het type van de windturbines nog nader te bepalen is, richt de aanvraag voor de omgevingsvergunning zich op windturbines binnen een bepaalde bandbreedte van dimensies. Naast de windturbines en het inkoopstation voorziet de aanvraag, zoals omschreven in de ruimtelijke onderbouwing, in bijbehorende voorzieningen ten behoeve van het windpark. Dit betreft kraanopstelplaatsen, toegangspaden, hekwerken rondom de turbines, kabels en technische voorzieningen. Voor deze elementen wordt met de vergunningaanvraag afgeweken van het geldende bestemmingsplan. WML en Burgerwindpark dienen ieder voor hun deel van het windpark separate vergunningsaanvragen in. Om te borgen dat het windpark Ospeldijk ruimtelijk één geheel is, zal door beide initiatiefnemers hetzelfde windturbinetype worden gerealiseerd. Voorliggende toelichting op de aanvraag voor de omgevingsvergunningen richt zich op de twee windturbines van Burgerwindpark Ospeldijk B.V.. Dit betreft de twee oostelijk gelegen windturbines van windpark Ospeldijk (windturbine 3 en 4, zie figuur 2-1). 1.2 Procedure Het project is omgevingsvergunningplichtig op grond van artikelen 2.1. lid 1 onder a, onder c en onder i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Op de aanvragen voor de voornoemde omgevingsvergunningen is de uitgebreide voorbereidingsprocedure conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. 1 Burgerwindpark Ospeldijk B.V. is opgericht door Zuidenwind en de Nederweerter energie coöperatie (NEWECOOP) 5 (23)

6 Zie onderstaande schematische weergave. Aanvraag Ontwerp besluit Beschikking Figuur 1-1 Aanvulling indienen Zienswijze indienen Uitgebreide voorbereidingsprocedure conform afdeling 3.4. Awb. (Bron: Omgevingsloket, 2014) 1.3 Onderdelen van de aanvraag Burgerwindpark vraagt een omgevingsvergunning voor voor een inrichting bestaande uit twee nieuw te realiseren windturbines op grond van de volgende onderdelen van artikel 2.1 van de Wabo: 1. lid 1 onder a: het bouwen van een bouwwerk (Omgevingsvergunning bouwen); 2. lid 1 onder c: het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan, een beheersverordening, een exploitatieplan, de regels gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of een voorbereidingsbesluit voor zover toepassing is gegeven aan artikel 3.7, vierde lid, tweede volzin, van die wet (Omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan); 3. lid 1 onder i: het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (oprichten van een inrichting zijnde een windpark, omgevingsvergunning beperkte milieutoets). Onderhavige aanvraag voorziet hiermee in de bouw en exploitatie van de windturbines voor onbepaalde tijd, inclusief bijbehorende voorzieningen, toegangspaden en kraanopstelplaatsen. Deze aanvraag ziet niet toe op een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op grond van het aanlegvergunningstel uit het vigerende bestemmingsplan. Onderhavige procedure ziet namelijk toe op het afwijken van dit vigerende bestemmingsplan en daarmee het bijhorende aanlegvergunningstelsel waarmee een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken/werkzaamheden (het voormalige aanlegvergunningstelsel) niet aan de orde is. Middels een anterieure overeenkomst is vastgelegd dat de turbines bij einde gebruik worden verwijderd. Voor de aanvraag is gebruik gemaakt van het officiële aanvraagformulier omgevingsvergunning via het Omgevingsloket Online. Op een aantal plaatsen wordt in dit formulier verwezen naar bijlage 0. Bijlage 0 betreft het onderhavige document. 6 (23)

7 Deze aanvraag betreft de plaatsing van een nog nader te specificeren windturbinetype. Aangezien een selectie of aanbesteding van het turbinetype voor het windpark pas in een later stadium, na toekenning van SDE- subsidie zal plaatsvinden, kan thans nog geen specifiek type worden aangeduid. De aanvraag ziet dan ook op de bouw, het verrichten van werken/werkzaamheden, het afwijken van het bestemmingsplan en het oprichten en in werking hebben van twee windturbines en bijhorende voorzieningen (inclusief toegangspaden en kraanopstelplaatsen), binnen een bandbreedte van minimale- en maximale afmetingen van de te realiseren windturbines. Voor de beoordeling voor het onderdeel milieu wordt per relevant milieuaspect gekeken naar de maximale impact van het windpark op de omgeving. Daarbij wordt in ieder geval aangetoond dat ongeacht de uitkomst van de uiteindelijke selectie van het turbinetype aan de normen van het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt voldaan. Voorafgaand aan de start van de bouw wordt een definitieve keuze gemaakt voor een windturbinetype. Uiterlijk drie maanden voor aanvang van de bouwwerkzaamheden worden de turbinekeuze en de nader specificaties kenbaar gemaakt aan het bevoegde gezag. In hoofdstuk 6, Tabel 6-2 wordt een lijst gegeven van alle later in te leveren bescheiden en gegevens nadat de windturbinekeuze is bepaald. Met deze systematiek is enerzijds bij de verlening van de aangevraagde omgevingsvergunning duidelijk binnen welke bandbreedte van dimensies een windturbine kan worden gekozen en wat de maximale effecten zullen zijn. Anderzijds is er voorafgaand aan de start van de bouwwerkzaamheden en na de selectie van het windturbinetype sprake van een controlemoment voor het bevoegd gezag. 1.4 Gegevens aanvrager en adviesbureau De gegevens van de aanvrager van de omgevingsvergunning zijn in onderstaande Tabel 1-1 weergegeven. Deze partij wordt bijgestaan door adviesbureau Sweco Nederland B.V, die tevens gemachtigd is voor het indienen van de omgevingsvergunning. In Tabel 1-2 zijn de gegevens van de contactpersoon van Sweco Nederland B.V. opgenomen. Tabel 1-1 Bedrijf Gegevens aanvrager Burgerwindpark Ospeldijk B.V. KvK nummer Statutaire naam Contactpersoon Functie Burgerwindpark Ospeldijk B.V. De heer A. (Andres) Bauer Bestuurder Vestigingsadres Pannenweg 208a Postcode 6031 RK Plaats Nederweert Contactgegevens (23)

8 Tabel 1-2 Gegevens adviesbureau Adviesbureau Sweco Nederland Contactpersoon Ir. Jaap Wisse Functie Senior Adviseur Windenergie Vestigingsadres Postbus 203 Postcode 3730 AE Plaats De Bilt Contactgegevens Jaap.Wisse@sweco.nl 1.5 Overige vergunningen Voor de bouw en exploitatie van het hier aangevraagde windpark is een ontheffing ex. artikel 3.8 Wet natuurbescherming benodigd. Deze ontheffing is voorafgaand aan de aanvraag van de omgevingsvergunning, op 29 januari 2018, aangevraagd. Hierdoor vervalt de aanhaakplicht op deze vergunning. Uit de uitgevoerde natuuronderzoeken is verder gebleken dat er geen vergunning nodig is op basis van artikel 2.7 Wet natuurbescherming. Windpark Ospeldijk heeft geen effect op habitattypen of soorten van Bijlage II waarvoor de Natura 2000-gebieden in de omgeving zijn aangewezen. Significant verstorende effecten (inclusief sterfte) zijn daarom, met inbegrip van cumulatieve effecten, met zekerheid uitgesloten. 1.6 Bestemmingsplannen De aangevraagde vergunning is in strijd met het ter plaatse vigerende bestemmingsplan Buitengebied Nederweert, dat in 2009 is vastgesteld. In 2012 is een 1 e herziening van dit bestemmingsplan vastgesteld en vervolgens is in 2015 een 2 e herziening vastgesteld. Ook deze herzieningen bieden geen mogelijkheden voor het realiseren van het beoogde windpark. 1.7 Leeswijzer Voorliggend document (bijlage 0) volgt de opbouw van het formulier van het Omgevingsloket. De toelichting bij de aanvraag voor de omgevingsvergunning bevat inhoudelijke informatie en een toelichting op de activiteit, in dit geval de realisatie van de twee westelijke windturbines van Windpark Ospeldijk met bijhorende voorzieningen. In dit eerste hoofdstuk is het algemene deel van de aanvraag met daarin de informatie over aanvrager en indiener behandeld. Vervolgens worden in hoofdstuk 2 de locaties van de windturbines behandeld. Een algemene beschrijving van de verschillende onderdelen van de activiteit en de toelichting op de aanvraag voor het bouwen van een werk, geen bouwwerk zijnde is opgenomen in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 is de aanvraag voor het afwijken van het bestemmingsplan nader toegelicht. Hoofdstuk 5 bevat de aanvraag voor het oprichten en in werking hebben van een windpark. Tot slot geeft het hoofdstuk 6 een overzicht van de bescheiden en gegevens bestaande uit een overzicht van de bijlagen en de later aan te bieden gegevens. 8 (23)

9 2 Locatie 2.1 Inleiding Windpark Ospeldijk bestaat uit in totaal vier windturbines. Deze aanvraag betreft de twee oostelijke windturbines (Figuur 2-1, turbine 3 en 4) van Windpark Ospeldijk met bijbehorende voorzieningen zoals toegangswegen, kraanopstelplaatsen en een inkoopstation (afmetingen l x b x h: 5m x 4m x 3,30m). De locatie van het inkoopstation voor de turbines van Burgerwindpark is voorzien naast windturbine 3. Een en ander wordt bepaald door de mogelijkheden om aan te sluiten op het netwerk van de regionaal netbeheerder. Voor de twee westelijk windturbines van Windpark Ospeldijk zijn separaat vergunningen aangevraagd door WML. De gemeente is voornemens beide procedures gecoördineerd te behandelen, conform de wens van WML en Burgerwindpark. 2.2 Adres, omschrijving locatie en kadastrale informatie Windturbine 3 ligt op een perceel nabij de Visvijversweg en turbine 4 ligt op een perceel nabij de Vennendijk. Hiervoor wordt een recht van opstal gevestigd bij de grondeigenaar. In Tabel 2-1 zijn de coördinaten van beide windturbines weergegeven. Daarnaast zijn ook de kadastrale secties en perceelnummers weergegeven. Tabel 2-1 Coördinaten turbineposities en kadastrale perceelinformatie widnturbine 3 en 4 NR X Y Kadastrale gegevens NDW00 Sectie O NDW00 Sectie O (23)

10 Figuur 2-1 Locatie windturbines Windpark Ospeldijk 2.3 Huidige situatie Het windpark wordt gerealiseerd ten oosten van Nederweert, parallel aan de Venloseweg. Het betreft het (agrarische) gebied tussen de kernen Ospel, Ospeldijk, Meijel en Nederweert-Eind. In de huidige situatie zijn de gronden waarop Windpark Ospeldijk wordt gerealiseerd voornamelijk in gebruik voor een agrarische functie. De omgeving van het te realiseren windpark is door de agrarische functie relatief dunbevolkt. De woningen die in het gebied aanwezig zijn, zijn hoofdzakelijk agrarische bedrijfswoningen. 2.4 Toekomstige situatie Onderstaande fotomontage geeft een impressie van het windpark. In bijlage 4 van de ruimtelijke onderbouwing is een afzonderlijk document met visualisaties opgenomen van de toekomstige situatie nadat Windpark Ospeldijk is gerealiseerd. 10 (23)

11 Figuur 2-2 Visualisatie Windpark Ospeldijk Onderstaand een weergave van de positionering van de windturbines en bijbehorende infrastructuur. Figuur 2-3: overzicht windturbines en bijhorende infrastructuur 11 (23)

12 3 Aanvraag omgevingsvergunning: bouwen 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk is informatie opgenomen ten behoeve van de aanvraag voor de bouw van de twee westelijke windturbines van Windpark Ospeldijk. Omdat pas in een later stadium een definitieve turbinekeuze wordt gemaakt wordt een bandbreedte gegeven van de minimale en maximale turbineafmetingen en van de maximale afmeting van de fundering. De te realiseren windturbine zal vallen in deze bandbreedte. Voorafgaand aan de start van de bouw wordt een definitieve keuze gemaakt voor een turbinetype. 3.2 Type bouwwerk en afmetingen Een windturbine is een serieproduct, waarvan het ontwerp en de fabricage gecertificeerd zijn conform de internationale ontwerpnorm voor windturbines (IEC ). De belangrijkste onderdelen van een windturbine zijn: de rotorbladen, de gondel waar de generator zich bevindt, de mast en het fundament. De windturbine onderdelen worden hierna kort toegelicht: De gondel bevat de hoofdonderdelen. Hier is de rotor aan bevestigd; De generator, in de gondel, zet de draaiingen van de rotorbladen om in elektriciteit; De transformator, in of naast de windturbine, brengt de opgewekte elektriciteit naar een gewenst spanningsniveau; Het krui-systeem, in de gondel, zorgt door middel van krui-motoren dat de gondel in of juist uit de wind wordt gedraaid; Bladadaptors verbinden de rotorbladen met de hub, ook wel de as; De hub is de as, neus van de windturbine, waar de rotorbladen aan bevestigd zijn. Deze kan de hoek van de rotorbladen aanpassen aan de heersende windomstandigheden; Er zijn drie rotorbladen, deze draaien met de klok mee; De fundering bestaat uit gewapend beton en wordt onderheid; De mast waarop de gondel wordt geplaatst zal rond en conisch gevormd zijn; 12 (23)

13 In Figuur 3-1 is de bandbreedte van de afmetingen weergegeven. De afmetingen van het te bouwen turbinetype zullen binnen deze bandbreedte vallen. Zie voor een grotere versie van Figuur 3-1 bijlage 2. Figuur 3-1 Brandbreedte, minimale en maximale afmetingen windturbine Er wordt een vergunning aangevraagd voor de bouw van twee gelijke windturbines. Om te borgen dat het windpark Ospeldijk ruimtelijk één geheel is, zal door beide initiatiefnemers hetzelfde windturbinetype worden gerealiseerd. De afmetingen van de windturbines zijn nog niet exact bekend. In Figuur 3-1 en Tabel 3-1 is de aangevraagde bandbreedte van afmetingen van de windturbines weergegeven. Tabel 3-1 Bouw gerelateerde eigenschappen windturbines Minimum Maximum Ashoogte 110 meter 140 meter Rotordiameter 110 meter 145 meter Tiplaagte 55 meter - Tiphoogte meter 13 (23)

14 De windturbines krijgen een neutrale kleurstelling in grijstinten. De mast, de rotorbladen en de gondel worden in lichtgrijs uitgevoerd (RAL 7035 / 7038, of vergelijkbare kleur). Op de gondel wordt mogelijk het logo van de exploitant opgenomen. 3.3 Fundatie De windturbines worden bevestigd op een onderheid fundament van gewapend beton. Voor elk turbinetype is een ander principe ontwerp van de fundatie voor de bouw van de windturbine benodigd. Ter voorbereiding op de bouw vindt detailengineering van het fundament plaats. Dit wordt specifiek afgestemd op de sonderingsgegevens van de locatie. De vereiste constructie- en sterkte berekeningen zullen gezamenlijk met de exacte dimensies en detaillering van het fundament uiterlijk zes weken voor de start van de bouw ter goedkeuring aan het bevoegd gezag worden voorgelegd. Voor voorliggende aanvraag wordt gebruik gemaakt van een principe fundament, waarin de maximale afmetingen en de hoogte t.o.v. het maaiveld worden gehanteerd. De fundamenten voor alle turbinetypes binnen de bandbreedte blijven binnen deze afmetingen. De situatie- en positietekening in bijlage 2 gaat uit van de maximale afmetingen van het fundament. Dit betreft een diameter van circa 25 meter, met maximaal 1,5 meter tussen maaiveld en bovenkant fundatie met maximaal 0,5 meter opstort. Dit is in Figuur 3-2 weergegeven. max. 0,5 m opstort Bovenkant fundatie max. 1,5 m boven maaiveld Fundatiebreedte max. Circa 25 m Figuur 3-2 Principetekening fundatie met maximale afmetingen (schaalloos) 3.4 Vloeroppervlak en inhoud De precies afmetingen van de windturbine zijn nog niet bekend. De maximale bruto oppervlakten van de vloer en de inhoud van de windturbine zijn in onderstaande tabel opgenomen. Tabel 3-2 Maximale vloeroppervlak en inhoud windturbines Maximaal Bruto oppervlak van de vloer 520 m 2 Bruto inhoud van het bouwwerk m³ De maximale bruto oppervlak van de vloer is hier geïnterpreteerd als de vloer in de mastvoet van de turbine. De bruto inhoud van het bouwwerk is hier geïnterpreteerd als de bruto inhoud van de windturbine en de gondel. De ruimte in de mast is alleen onderin in gebruik voor schakel en regelsystemen. De ruimte in de gondel is gevuld met de generator en regelsystemen van de turbine. 14 (23)

15 3.5 Gebruik De nieuwe bouwwerken betreffen windturbines, die gebruikt wordt voor het opwekken van elektriciteit uit wind. Bij voldoende wind is het bouwwerk 24 uur per dag in bedrijf. Het betreft een bouwwerk met overige gebruiksfuncties. Met uitzondering van periodiek controle- en onderhoudsbezoek is geen sprake van aanwezigheid van personen in de ruimte. De windturbines zijn niet bestemd voor het verblijf van personen, het betreft een onbemande machine installatie. Uiteraard is het bouwwerk wel toegankelijk voor inspectie, onderhoud en reparatie. 3.6 Kosten De bouwkosten voor de twee geplande windturbines zijn nog niet exact bekend, aangezien de turbinekeuze en aanbesteding van de bouw nog niet heeft plaatsgevonden. In de aanvraag is inschatting van de bouwkosten opgenomen, gebaseerd op de Taxatiewijzer en kengetallen Deel 12 van de VNG, met waardepeildatum 1 januari De kosten voor de bouw van twee windturbines en bijhorende inkoopstation zijn berekend op ,- excl BTW. 15 (23)

16 4 Aanvraag omgevingsvergunning: afwijken van het bestemmingsplan 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk behandelt deaanvraag van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van de twee oostelijke windturbines van Windpark Ospeldijk. Een windpark is niet passend binnen het vigerende bestemmingsplan, waardoor voor het realiseren van de twee westelijke windturbines een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan benodigd is. In de volgende paragraaf wordt eerst ingegaan op de huidige planologische situatie ter plaatse van de twee oostelijke windturbines, gevolgd door de van toepassing zijnde procedure 4.2 Vigerend bestemmingsplan De twee oostelijke windturbines worden gerealiseerd in het plangebied van het in 2009 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied Nederweert. In 2012 is een 1 e herziening van dit bestemmingsplan vastgesteld en vervolgens is in 2015 een 2 e herziening vastgesteld. Windturbine 3 en 4 worden gerealiseerd op gronden die zijn bestemd met de enkelbestemming Agrarisch met waarden Openheid. De gronden met deze bestemming zijn onder andere bestemd voor agrarisch grondgebruik, het voeren van een agrarisch bedrijf en het behoud en versterking van de landschappelijke openheid van het landschap en de zichtlijnen in het gebied. Een windpark is niet passend binnen de enkelbestemming Agrarisch met waarden Openheid. Ook is de dubbelbestemming Waarde Archeologie van toepassing op de gronden waarop windturbine 3 wordt gerealiseerd. Ter plaatse van windturbine 4 is de dubbelbestemming Waarde - Bufferzone hydrologisch gevoelige gebieden van toepassing. Een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan is noodzakelijk. Met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bestemmingsplan en medewerking worden verleend aan de realisatie van het windpark. Voorliggend document dient als toelichting op de betreffende vergunningaanvraag. 4.3 Goede ruimtelijke ordening Het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan is mogelijk indien er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. De benodigde omgevingsvergunning kan enkel worden verleend indien de relevante omgevings- en milieuaspecten niet in het geding komen er er vanuit deze aspecten geen beperkingen zijn voor de uitvoer van het project. Om aan te tonen dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening is voor het project als geheel (vier windturbines) een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. In deze ruimtelijke onderbouwing komen alle relevante omgevings- en milieuaspecten aan bod. In bijlage 1 is de ruimtelijke onderbouwing opgenomen. In de ruimtelijke onderbouwing wordt geconcludeerd dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening: Het project draagt bij aan de energietransitie en de beleidsvoornemens van de diverse overheden om meer in te zetten op duurzame (wind)energie. Er is sprake van een goede ruimtelijke ordening, vanuit de relevante omgevings- en milieuaspecten zijn er geen belemmeringen voor de uitvoer van het project. Het project leidt niet tot een aantasting van 16 (23)

17 het milieu, maar draagt zelfs bij aan een verbetering van het milieu. Ook is het project economisch uitvoerbaar, de kosten voor de realisatie van het windpark worden gedragen door de initiatiefnemers. Ook maatschappelijk wordt het project uitvoerbaar geacht, er is veel aandacht uitgegaan naar het informeren en betrekken van stakeholders bij het project. Op basis van de ruimtelijke onderbouwing verzoekt de aanvrager om medewerking te verlenen aan een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan.. 17 (23)

18 5 Aanvraag omgevingsvergunning: oprichten van een inrichting 5.1 Inleiding Voor de realisatie en exploitatie van de windturbines, is een melding in het kader van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) noodzakelijk. Hiertoe wordt een melding via de Activiteitenbesluit Internet Module verricht. Uit het Activiteitenbesluit volgt een aantal specifieke milieuregels voor de activiteit in werking hebben van een windturbine. Daarnaast is een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets noodzakelijk voor de activiteit het in werking hebben van drie of meer windturbines (artikel 2.2a lid 1 onder a Activiteitenbesluit). Dit hoofdstuk geeft een toelichting op het oprichten en in werking hebben van een inrichting, zijnde een windpark. Bij de verschillende onderzoeken zijn berekeningen uitgevoerd die gebaseerd zijn op het maximale effect op de omgeving. Voorafgaand aan de start van de bouw wordt een definitieve keuze gemaakt voor een turbinetype. Dit turbinetype zal binnen de vergunde bandbreedte blijven voor wat betreft de afmetingen en tevens binnen de aangetoonde maximale effecten op de omgeving. 5.2 Nadere omschrijving van inrichting De aanvraag betreft een vergunning voor onbepaalde tijd voor een inrichting bestaande uit twee windturbines. In dit onderdeel wordt een nadere omschrijving gegeven van de werking van de inrichting Windturbine Een windturbine zet de energie uit wind door de draaiing van de rotorbladen via een generator om in elektriciteit. Voor dit proces worden geen grond- of hulpstoffen gebruikt. De belangrijkste onderdelen van de windturbine, ongeacht het type, zijn: Het fundament; De mast; De gondel waarin de generator zich bevindt; De rotorbladen. Er zullen windturbines worden geplaatst met een ashoogte van 110 meter tot 140 meter en een rotordiameter van 110 meter tot 145 meter. Onderdelen van de turbine De opwekking van elektriciteit vindt plaats in de gondel bovenin de turbine. De belangrijkste onderdelen van de windturbine zijn toegelicht in hoofdstuk Bedrijfstijden Elk type windturbine gaat in en uit bedrijf bij bepaalde windsnelheden. De windsnelheid ter hoogte van de rotoras is hierbij bepalend. Aangezien de omstandigheden niet afhankelijk zijn van dag of nacht is de windturbine in principe 24 uur per dag en 7 dagen per week in bedrijf. Alleen onder en boven de cut-in en cut-out windsnelheden, dat zijn de windsnelheden waarbij de turbine juist begint te draaien respectievelijk waarbij de turbine om veiligheidsredenen wordt gestopt, is de windturbine niet in bedrijf. Daarnaast zal de windturbine af en toe worden stilgezet door de automatische stilstandregeling ter voorkoming van slagschaduw. 18 (23)

19 5.2.3 Bestemming De activiteit is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Zie hiervoor 1.6, 4.2, of de ruimtelijke onderbouwing in bijlage Omgeving van de inrichting De inrichting bevindt zich in het buitengebied van de gemeente Nederweert. Het buitengebied heeft hoofzakelijk een agrarische functie. In de omgeving van het windpark bevinden zich enkele agrarische bedrijven met (bedrijfs)woningen. In relatie tot het hier aangevraagde windpark zijn de cumulatieve effecten wat betreft geluidhinder, slagschaduwhinder en externe veiligheid van belang. 5.3 Wijze van vaststellen van milieubelasting Milieubelasting is de fysieke belasting (in de vorm van schade, hinder of verontreiniging) van het milieu. In paragraaf 4.4 tot en met 4.15 wordt ingegaan op de milieubelasting van de windturbines. 5.4 M.e.r.-beoordeling Het totale project valt met vier windturbines onder de drempelwaarde voor het aantal windturbines uit onderdeel D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. De drempelwaarde voor het gezamenlijk vermogen van 15 MW wordt echter, afhankelijk van het te selecteren type windturbine, mogelijk overschreden. Voor het project is een aanmeldingsnotitie voor een m.e.r.- beoordeling ingediend bij het bevoegd gezag. Hierin is beschreven wat de mogelijke milieugevolgen zijn van het windpark. Op basis van de aanmeldingsnotitie heeft het College van B&W van de gemeente Nederweert op 30 januari 2018 besloten dat geen milieueffectrapport hoeft te worden opgesteld (zie collegevoorstel nummer BW ). 5.5 Bodem Benodigde (afval)stoffen worden aan- en afgevoerd bij onderhoud en reparatie. De installaties in de turbine bevatten echter wel vloeistoffen zoals smeeroliën en vetten en olie ten behoeve van hydraulische installaties. Deze oliën en vetten zijn milieugevaarlijke stoffen, derhalve is sprake van een bodembedreigende activiteit. Bij bedrijfsmatige activiteiten, waarbij het risico bestaat dat deze stoffen in de bodem terechtkomen, moet een bedrijf zijn bodem beschermen tegen die stoffen om zodoende een verwaarloosbaar bodemrisico te realiseren. Volgens de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB 2012, paragraaf 4.1) is hier sprake van een gesloten proces of bewerking. Het uitgangspunt bij een gesloten proces is dat tijdens gangbare bedrijfsvoering de stof niet buiten de procesomhulling treedt. De installaties bevinden zich in de gondel van de windturbine. In het geval dat olie/smeermiddel in de installaties in de gondel onverhoopt vrij mocht komen, wordt deze in de gondel opgevangen. Deze heeft voldoende capaciteit voor de totale hoeveelheid olie/smeermiddel. De systemen die smeerolie bevatten worden jaarlijks geïnspecteerd en/of vervangen. Afgewerkte olie wordt direct afgevoerd naar een erkende verwerker. Het optreden van lekkage kan worden gesignaleerd omdat lekkage leidt tot storingen in het functioneren van de turbine. Het functioneren van de turbine wordt op afstand gemonitord. Voor de turbines zal een algemeen onderhoudsprogramma worden opgesteld, waarbij ook zal worden gecontroleerd op lekkages. De genoemde voorzieningen, de opvangvoorziening door de gondel en, afhankelijk van het te kiezen turbinetype, de betonnen plaat in de torenvoet waar eventueel een transformator op staat zijn oliedicht. Onder deze 19 (23)

20 voorzieningen bevindt zich overigens ook nog het betonnen fundament van enkele meters dikte. Incidenteel zullen delen van de installatie worden schoongemaakt met schoonmaakmiddelen. Geconcludeerd kan worden dat voor emissie van bodembedreigende stoffen naar de bodem of het grondwater een verwaarloosbaar risico bestaat. Voorafgaand aan de ingebruikname van de turbines wordt een bodemonderzoek uitgevoerd naar de nul-situatie. Uiterlijk drie maanden voor de start van de bouw zal een het bodemonderzoek ter beoordeling aan het bevoegd gezag worden voorgelegd. De turbines worden gebouwd op een betonnen funderingsplaat met een diameter van circa 25 meter. De funderingsplaat wordt onderheid, zodat geen zettingsverschijnselen zullen optreden. Uiterlijk drie maanden voor aanvang van de bouwwerkzaamheden zal aan de gemeente een funderingsplan worden voorgelegd. Tijdens de aanlegfase kan het nodig zijn om rond iedere turbine tijdelijk te bemalen. Er is geen permanente bemaling nodig. Er is dan ook geen permanente invloed op het grondwater. 5.6 Brandveiligheid In de gondel is een CO2-brandblusser aanwezig net als een branddeken en EHBOtrommel. Ook onderaan in de windturbinevoet is een brandblusser aanwezig. Windturbines zijn standaard op meerdere plaatsen uitgerust met rookmelders: in de gondel bij de generator en bij de elektronische panelen, in de mast en in het transformatordeel (in de voet). Daarnaast zijn hittedetectoren geplaatst, onder andere bij de generator. Niet alleen de mogelijke oververhitting van onderdelen wordt gemonitord, ook de temperatuur van olie en de mogelijkheid tot overspanning wordt gemonitord. Bij een melding die niet binnen de normale parameters valt van de turbine zal deze deels of geheel buiten bedrijf worden gesteld. Windturbines hebben standaard een toegangsweg voor servicemonteurs, die ook door de brandweer te gebruiken is. 5.7 Afval- en waterstoffen Er wordt geen afvalwater geloosd. De afvalstoffen die binnen de inrichting worden geproduceerd zijn zeer gering. Enkel het restafval dat ten tijde van onderhoud en reparatie kan ontstaan zal worden afgevoerd door de dienstdoende monteur. Er is derhalve geen sprake van afvalstoffen voor deze inrichting. 5.8 Energieverbruik Het energiegebruik van de onderdelen van de installatie, zoals pompen, besturingssystemen en dergelijke bedraagt een fractie van de energie die wordt geproduceerd door de windturbines. Netto vindt geen gebruik van energie plaats. 5.9 Verkeer De exploitatie van een windpark heeft geen verkeersaantrekkende werking. Een monteur zal het windpark bezoeken voor regulier onderhoud en voor incidentele reparaties. De aanleg van het windpark heeft wel een tijdelijke verkeersaantrekkende werking. Uiterlijk zes weken voor de start van de bouw zal een verkeers- en vervoersplan ter beoordeling aan het bevoegd gezag worden voorgelegd Geluid Als de windturbines in bedrijf zijn veroorzaken deze een geluidsemissie. Een windturbine (of meerdere windturbines) (de inrichting) valt onder paragraaf van het 20 (23)

21 Activiteitenbesluit 2. De hierin opgenomen geluidnormen zijn daarmee rechtstreeks van toepassing. In bijlage 2 van de ruimtelijke onderbouwing is het akoestisch onderzoek opgenomen Slagschaduw Als gevolg van de hoogte en de bewegende delen van de windturbines ontstaat slagschaduw. Deze slagschaduw kan als hinderlijk worden ervaren. Daarom wordt voorzien in een zogenaamde stilstandvoorziening. In bijlage 7 van de ruimtelijke onderbouwing is het onderzoek naar slagschaduwhinder opgenomen Lichthinder Lichtschittering Lichthinder vanwege lichtschittering zal niet optreden, aangezien het windturbinetype dat gerealiseerd zal worden in alle gevallen voorzien zal worden van een anti-reflecterende coating. Obstakelverlichting Het aspect obstakelverlichting is in de ruimtelijke onderbouwing opgenomen. In bijlage 6 van de onderbouwing is het onderzoek naar obstakelverlichting opgenomen Ecologie In de Wet natuurbescherming is de bescherming van soorten en gebieden geregeld. In het kader van de Wet natuurbescherming is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de mogelijke effecten van het project op de beschermde natuurwaarden. Het aspect ecologie is in de ruimtelijke onderbouwing opgenomen, die is opgesteld in het kader van de omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. De natuurtoets, de quickscan naar beschermde natuurwaarden en het vleermuizenonderzoek zijn als respectievelijk bijlage 3, 3a en 3b opgenomen in de ruimtelijke onderbouwing Lucht Er treden geen emissies naar de lucht ten gevolge van het in werking hebben van de inrichting. Wel is er sprake van zogenoemde vermeden emissies. De windturbines hebben als gevolg dat de emissie van verschillende stoffen wordt vermeden, zoals de emissie van CO2, NOx, SO2 en PM10. Ook wat betreft geur zijn er geen gevolgen van het in werking hebben van de inrichting Veiligheid Externe veiligheid Het aspect externe veiligheid is in de ruimtelijke onderbouwing opgenomen Veiligheidssystemen en certificering Windturbines in Nederland zijn gecertificeerd door een daarvoor geaccrediteerde instantie. Het certificaat van de op te richten windturbines zal uiterlijk drie weken voor de start van de bouw aan het bevoegd gezag worden verstrekt. Hiermee wordt bevestigd dat de turbines zijn ontworpen voor een levensduur van minimaal 20 jaar. De turbines voldoen aan de eisen die worden gesteld aan de materialen voor wat betreft vermoeiing (zoals metaalmoeheid), vocht inwerking en corrosie om de levensduur te waarborgen. De veiligheidssystemen zijn 2 Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, 19 oktober 2007, nr , Staatsblad. 21 (23)

22 zodanig ontworpen dat de turbines in alle weersomstandigheden veilig kunnen functioneren. Ook in geval van storingen aan de turbines zorgen de veiligheidssystemen ervoor dat de turbine stil wordt gezet. De werking van de veiligheidssystemen wordt zowel autonoom door de turbine (softwarematig) als door de periodieke inspectie- en onderhoudsbeurten gecontroleerd. De aansturing van de windturbines vindt automatisch plaats door computerbesturing. Het functioneren van de windturbines en de prestatie kan op afstand worden gevolgd en indien wenselijk bijgestuurd worden. Daarnaast kunnen de turbines handmatig gestopt worden met de aanwezige start/stop schakelaar en de diverse aanwezige noodstopschakelaars. 22 (23)

23 6 Bescheiden gegevens 6.1 Bijlagen bij het aanvraagformulier Voor de aanvraag is gebruik gemaakt van het aanvraagformulier omgevingsvergunning. Het aanvraagformulier zelf is het document waarop de aanvraag is gebaseerd. Op een aantal plaatsen wordt in dit formulier gewezen op bijlage 0. Dit betreft de toelichting op de aanvraag, het voorliggend document. Aan de aanvraag zijn tevens andere bijlagen toegevoegd. Ten behoeve van het overzicht worden de bijlagen onderstaand weergegeven; Tabel 6-1 Bijlage 0 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlagenlijst Voorliggend document Ruimtelijke onderbouwing, inclusief bijlagen Afbeelding dimensies en aanzicht windturbines Schets terreininrichting 6.2 Later aan te bieden gegevens In Tabel 6-2 (later aan te bieden gegevens) is aangegeven welke bescheiden en gegevens later, doch uiterlijk drie maanden voor de start van de bouw zullen worden aangeboden aan het bevoegd gezag, conform paragraaf 1.5 van het Besluit indieningsvereisten aanvraag omgevingsvergunning. Tabel 6-2 Later aan te bieden gegevens Technische specificatie van definitieve windturbine type Technische specificatie van definitieve fundatie Verkeers- en vervoersplan Definitieve veiligheidssystemen en certificering Sonderingen Effectbeoordeling geluid, slagschaduw en externe veiligheid definitieve turbine Nulsituatie bodemonderzoek Overige gegevens en bescheiden ten behoeve van toetsing aan overige voorschriften van het Bouwbesluit. Dit heeft hoofdzakelijk betrekking op detaillering van een eventueel hekwerk en trappen. Overige gegevens en bescheiden ten behoeve van toetsing aan overige voorschriften van het Bouwbesluit. Dit heeft hoofdzakelijk betrekking op een bouwveiligheidsplan. 23 (23)