Inspectierapport Kinderopvang BijdeHandjes (BSO) Dr. H.C. Bosstraat KA GARDEREN Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Kinderopvang BijdeHandjes (BSO) Dr. H.C. Bosstraat KA GARDEREN Registratienummer Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Barneveld Datum inspectie: Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Accommodatie en inrichting... 6 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 8 Gegevens toezicht van 8

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. De gemeente Barneveld heeft een nader onderzoek aangevraagd n.a.v. het nader onderzoek eerder dit jaar, 19 mei Op 29 september 2016 heeft de toezichthouder kinderopvang een onderzoek uitgevoerd bij Kinderopvang Bijdehandjes BSO Garderen. Tijdens dit nader onderzoek zijn o.a. de voorwaarden waaraan tijdens het jaarlijks onderzoek en het nader onderzoek, beiden eerder dit jaar, niet werd voldaan opnieuw beoordeeld. Beschouwing Buitenschoolse opvang (BSO) Garderen maakt deel uit van 'Kinderopvang BijdeHandjes'. BijdeHandjes biedt kleinschalige opvang vanuit christelijke waarden en normen en heeft locaties in Amersfoort, Bennekom, Garderen, Harskamp, Ede, Kootwijkerbroek, Stroe en Voorthuizen. De BSO in Garderen bestaat uit één basisgroep voor maximaal 20 kinderen van 4 tot 13 jaar. Samen met het kinderdagverblijf is de BSO gehuisvest in de Prins Bernhardschool. Inspectiegeschiedenis: Bij het reguliere onderzoek op 1 sept werd niet voldaan aan: De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij het reguliere onderzoek op 28 juli 2015 werd niet voldaan aan de volgende items: Ieder kind behoort bij een basisgroep. Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. Bij het nader onderzoek op 3 november 2015 werd aan alle getoetste voorwaarden voldaan waarbij een opmerking werd geplaatst bij de inrichting van de binnenruimte. De houder zou hiermee bezig zijn. Bij het reguliere onderzoek op 12 januari 2016 werd niet voldaan aan de volgende items: De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Bij het nader onderzoek op 9 mei 2015 werd (nog) niet voldaan aan de volgende items: De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Conclusie: De houder voldoet bij dit nader onderzoek aan alle getoetste eisen die in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen worden gesteld. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 8

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Waarborgen van emotionele veiligheid: Bij binnenkomst worden de kinderen individueel begroet door een van de beroepskrachten. Ze maakt met de meeste kinderen even een kort praatje: "hoe gaat het met je?", "Hoe was het vandaag op school?" Als de kinderen later aan tafel zitten hebben de beroepskrachten ook gesprekjes met kinderen waaruit blijkt dat ze de kinderen en hun privesituatie kennen. Overdracht van normen en waarden: Een jarig meisje wordt door alle kinderen enthousiast toegezongen. Ze deelt een traktatie uit en alle kinderen wachten met het opeten daarvan tot iedereen iets heeft gekregen. De jarige wordt zingend bedankt voor het lekkers. Een van de beroepskrachten verteld aan elke tafel over een meisje dat pijn heeft, en vraagt de kinderen om voorzichtig met haar te spelen. De houder voldoet hiermee aan de gestelde eisen. Bij binnenkomst worden de kinderen zoveel mogelijk individueel begroet, met een klein praatje. De kinderen gaan dan direct aan tafel zitten en krijgen wat te drinken. Het is erg lawaaierig, iedereen schreeuwt om het hardst. De leidsters nemen niet de rust om erbij te gaan zitten, op 1 na. Dan vragen de leidsters per tafel even om rust, want er is een jarige. Alle kinderen zingen enthousiast de jarige toe. De beroepskracht wijst 1 kindje aan die de jarige een kadootje mag geven. Na het zingen deelt de jarige chipszakjes uit. Pas als iedereen iets heeft mogen de zakjes opengemaakt worden. Dan keert de rust weer en nemen de leidsters ook de rust om te gaan zitten bij de verschillende tafels. De kinderen kletsen gezellig met elkaar, ze kennen elkaar goed omdat ze allemaal op de school zitten waarin de BSO is gehuisvest. Een van de kinderen heeft pijn in oa. Haar rug. De beroepsrkacht vraagt alle kinderen om zachtjes met haar te doen als ze met haar spelen. Kinderen die de chips op hebben en naar buiten willen mogen dat nadat ze even hun handen hebben gewassen. In het lokaal hangen twee lange wastafel met kraantjes. De beroepskrachten geven geregeld een compliment aan een kind. Ondertussen is 1 van de beroepskrachten ook naar buiten gegaan. Een kindje noemt een beroepskracht Juf Nella, ze maakt er een grapje van, de kinderen lachen er samen met haar om. Een groepje meisjes pakt kleurplaten en stiften en gaat aan tafel zitten kleuren. Een jongen komt nog even snel zijn handen wassen: Doe maar even je mouwen omhoog, hier is een handdoek voor je handen. Twee meisjes willen de nieuwe kast openmaken: Die mogen jullie even dicht laten dames. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten) Observatie tijdens de opvang na schooltijd 4 van 8

5 Personeel en groepen Beroepskracht-kindratio Op de dag van dit nader onderzoek zijn 21 kinderen aanwezig waarop 3 beroepskrachten zijn ingezet. Eerder deze week waren op maandag 8 kinderen met 1 beroepskracht en op dinsdag 17 kinderen met 2 beroepskrachten Bij de voorschoolse opvang waren op maandag 7 kinderen, op dinsdag 8. Op beide ochtenden was 1 beroepskracht ingezet. Op de dag van dit nader onderzoek waren 13 kinderen bij de voorschoolse opvang met 2 beroepskrachten De houder voldoet hiermee aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten) Plaatsingslijsten (In Flexkids) Presentielijsten (In Flexkids) Personeelsrooster (In Flexkids) 5 van 8

6 Accommodatie en inrichting Binnenruimte De houder heeft gezorgd dat de inrichting passend is gemaakt voor de BSO kinderen. Er zijn twee Fatboys aangeschaft waarmee een leeshoek is gecreëerd. De hoek is afgescheiden met twee lage vakkenkasten met bakken voor spelmateriaal. Voor de boeken en tijdschriften is een boekenrek geplaatst. Er is een grote houten werkbank op kleuterhoogte geplaatst, er zijn nieuwe tafels aangeschaft met bijpassende banken en krukken op juiste hoogte voor de doelgroep. Ook is zeer recent nog een grote gesloten kast geplaatst waarin de beroepskrachten de nodige materialen nog een plekje gaan geven. Aan de wand hangt een bord in huisstijl van Bijdehandjes (ook veel nieuwe meubels zijn in die huisstijl) met daarop een afbeelding van alle kinderen. De houder voldoet hiermee aan de gestelde eisen. Gebruikte bronnen: Observaties (Van de binnenruimte) interview aanwezige beroepskrachten 6 van 8

7 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en Accommodatie en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en 7 van 8

8 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderopvang BijdeHandjes Website : Aantal kindplaatsen : 30 Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang BijdeHandjes B.V. Adres houder : Veluweweg 10 Postcode en plaats : 3774BM Kootwijkerbroek Website : KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Karen Stegeman Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Barneveld Adres : Postbus 63 Postcode en plaats : 3770AB BARNEVELD Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 8