Inspectierapport Kinderdagverblijf Willemijn (KDV) Bart Crumstraat AC HEELSUM Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Kinderdagverblijf Willemijn (KDV) Bart Crumstraat AC HEELSUM Registratienummer Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Renkum Datum inspectie: Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Inspectie-items... 6 Gegevens voorziening... 7 Gegevens toezicht van 7

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. De gemeente Renkum heeft een nader onderzoek aangevraagd n.a.v. het jaarlijkse onderzoek eerder dit jaar op 1 februari Op 9 mei hebben 2 toezichthouders kinderopvang een onderzoek uitgevoerd bij KDV Willemijn. Tijdens dit nader onderzoek zijn de voorwaarden waaraan tijdens het jaarlijkse onderzoek niet werd voldaan opnieuw beoordeeld. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Na de feiten over het kindercentrum(en de inspectiegeschiedenis), volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten over het kindercentrum: Kinderdagopvang Willemijn is een kleine organisatie voor kinderdagopvang met kinderdagverblijf (KDV) Willemijn en twee BSO's: BSO Actief, locatie Bram Streeflandweg in Renkum en BSO locatie Bart Crumstraat in Heelsum. Dit betreft het rapport van het nader onderzoek bij kinderdagverblijf Willemijn. Kinderdagverblijf Willemijn heeft momenteel 1 groep geopend, namelijk; groep Blauw voor maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Onderzoeksgeschiedenis: Tijdens het jaarlijkse onderzoek in 2015 was er 1 voorwaarde binnen het domein 'Personeel en Groepen' niet in orde. Tijdens het jaarlijks onderzoek in februari 2016 waren er 2 voorwaarden niet in orde, 1 binnen het domein 'Pedagogisch klimaat' en 1 binnen het domein 'Personeel en Groepen'. De voorwaarde binnen het domein 'Personeel en Groepen' had betrekking op de beroepskrachtkindratio. De toezichthouder had dusdanig veel zorgen begin februari 2016 vanwege de beroepskracht-kindratio dat KDV Willemijn nog 2 keer extra is bezocht in de week van het jaarlijks onderzoek. Tijdens deze twee extra bezoeken was de beroepskracht-kindratio in orde. Bevindingen op hoofdlijnen: Er heeft een nader onderzoek plaatsgevonden bij KDV Willemijn op een maandagochtend met 2 toezichthouders. Beide toezichthouders hebben afzonderlijk van elkaar ieder 1 beroepskracht gesproken. De houders waren tijdens dit bezoek niet aanwezig. De volgende domeinen zijn getoetst; Pedagogisch Klimaat en Personeel en groepen. Geconcludeerd kan worden dat men bij KDV Willemijn aan de getoetste voorwaarden van de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 7

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein is de uitvoering van het vierogenprincipe beoordeeld. Pedagogische praktijk Uitvoering vierogenprincipe: Beroepskrachten bij KDV Willemijn moeten tijdens hun werkzaamheden gezien of gehoord kunnen worden door anderen. Tijdens het jaarlijks onderzoek in februari 2016 maakte de toezichthouder op uit het pedagogisch beleidsplan dat er altijd 2 beroepskrachten worden ingeroosterd (behalve bij openen en sluiten KDV). Dit was echter tegenstrijdig met het personeelsrooster en de observatie op de groep. Beroepskrachten stonden namelijk wel wekelijks dagdelen/meerdere uren alleen op de groep, BSOpersoneel in het naastgelegen lokaal was gedurende die tijd dan ook niet aanwezig. De houder heeft het pedagogisch beleisplan aangepast naar aanleiding van het jaarlijks onderzoek van februari Over het vierogenprincipe wordt o.a nu beschreven: "Voor ons dagverblijf zal dat betekenen dat wij het rooster van de stagiaire zo aan passen dat zij naast een beroepskracht komt te staan die evt. alleen in de groep staat. De pedagogische directeur werkt deels in de groepen als pedagogisch medewerkster en daarnaast verricht zij administratieve werkzaamheden op kantoor. Zij zal dan ook een grote rol spelen in het "vier-ogen-beleid". De financieel directeur werkt op kantoor op die manier kan er ten aller tijd iemand onverwachts binnen komen. Het gebouw is transparant gebouwd, met veel ramen. Zo ben je als pedagogisch medewerkster altijd zichtbaar voor je collega." Eén van de geïnterviewde beroepskrachten is sinds februari 2016 (vlak na het jaarlijks onderzoek) in dienst gekomen. Zij verteld dat zij de afgelopen maanden geen enkele keer alleen in het pand is geweest. Wanneer zij, gezien het kindaantal, alleen op de groep kon staan, was er altijd toch nog iemand extra aanwezig op de groep of op kantoor. Dit is conform het pedagogisch beleidsplan. Conclusie: Er wordt voldaan aan de voorwaarde. Gebruikte bronnen: Interview anderen (2 aanwezige beroepskrachten) Pedagogisch beleidsplan (KDV 2016) personeelsrooster week 18 en 19 4 van 7

5 Personeel en groepen De beroepskracht-kindratio en het maximale aantal vaste beroepskrachten per kind is gecontroleerd aan de hand van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Opvang in groepen Tijdens het jaarlijks onderzoek in februari 2016 bleek uit het personeelsrooster en het interview met de houders dat er die periode veel verschillende mensen werden ingezet vanwege ziekte onder personeel. Er is besloten om tijdens het nader onderzoek specifiek te kijken naar het maximale aantal vaste beroepskrachten per kind. Dit is per kind beoordeeld. Conclusie: Uit de aanwezigheidslijsten en het personeelsrooster kan worden opgemaakt dat ieder kind maximaal 3 vaste beroepskrachten heeft waarvan minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Beroepskracht-kindratio De beroepskracht-kindratio is de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep. Tijdens het jaarlijks onderzoek in februari 2016 bleek de beroepskracht-kindratio op 2 van de gecontroleerde dagen niet in orde te zijn. In die periode waren er veel zieken/afwezigen onder het personeel en was het niet duidelijk of er voldoende personeel ingezet zou worden. In de dagen na het jaarlijks onderzoek bleek tijdens de 2 extra bezoeken van de toezichthouder dat de houder hierop actie had ondernomen. Tijdens dit nader onderzoek zijn opnieuw de aanwezigheidslijsten en het personeelsrooster bekeken, ook is er met 2 beroepskrachten gesproken. Uit de aanwezigheidslijsten en het personeelsrooster blijkt dat er nieuwe beroepskrachten zijn aangenomen welke structureel worden ingezet. De 2 beroepskrachten vertellen ook dat zij een zichtbare verandering hebben gezien ten opzichte van het vorige onderzoek, namelijk er is meer stabiliteit qua personeel op de groep. Op de dag van het onderzoek waren er 8 kinderen aanwezig en waren er 2 beroepskrachten ingezet. De beroepskracht-kindratio is hiermee in orde deze ochtend. Conclusie: Er wordt voldaan aan de eis die de Wet Kinderopvang stelt met betrekking tot de beroepskrachtkindratio. Gebruikte bronnen: Interview anderen (2 aanwezige beroepskrachten) Presentielijsten (week 18 en 19) Personeelsrooster (week 18 en 19) 5 van 7

6 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Opvang in groepen Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 6 van 7

7 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderdagverblijf Willemijn Website : Aantal kindplaatsen : 42 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang Willemijn BV Adres houder : Bart Crumstraat 10 Postcode en plaats : 6866AC HEELSUM Website : KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Nee Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Annemarie Bovenschen Sanne den Bakker Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Renkum Adres : Postbus 9100 Postcode en plaats : 6860HA OOSTERBEEK Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 7