Het resultaat van de parlementaire poppenkast

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het resultaat van de parlementaire poppenkast"

Transcriptie

1 ARTIKEL Het resultaat van de parlementaire poppenkast Sietske Dijkstra Mr. S. Dijkstra is rechter in de rechtbank Noord- Nederland en lid van de redactie van Trema. Het gewijzigde systeem van disciplinaire- en andere maatregelen in de Wrra In 2014 is een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren (Wrra). Aan de inmiddels doorgevoerde wijzigingen liggen redenen ten grondslag, waar de regering haar stempel op heeft gedrukt. De auteur behandelt de wijzigingen in de Wrra, maar plaatst ook een kritische noot bij de parlementaire behandeling van de wet. Inleiding Ongeveer tien jaar nadat een werkgroep van de Rechtspraak rapport uitbracht over een uitbreiding van het arsenaal aan maatregelen ter disciplinering van rechters, 1 is die uitbreiding op een haar na een feit. In 2014 werd bij de Tweede Kamer wetsvoorstel 3381 ingediend tot wijziging van de Wrra en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren disciplinaire maatregelen op te leggen en tevens andere maatregelen te treffen. 2 In oktober 2013 verscheen in Trema een bijdrage van mijn hand over het wetsvoorstel zoals dat toen luidde. 3 Daarin werden de voorgestelde wijzigingen beschouwd tegen de achtergrond van de Europese ontwikkelingen op dit terrein. Inmiddels is het wetsvoorstel aangenomen. 4 In deze bijdrage zullen de doorgevoerde wijzigingen en de redenen die daaraan ten grondslag liggen worden besproken. Daarbij wordt onder andere ingegaan op de parlementaire behandeling, die door betrokken Kamerleden is beschreven als een poppenkast en een santenkraam, en die met de uitwisseling van standpunten over onder andere disciplinair ontslag, demotie, gedwongen overplaatsing en financiële sancties, veel informatie geeft over de visie van de wetgever op de rechter en de Rechtspraak. Er wordt afgesloten met een kritische noot over het systeem van aansturing van rechters zoals de regering dat voor ogen staat. Het oude en nieuwe systeem in de Wrra De regeling van het toezicht op rechters vindt zijn basis in art. 11 lid 4 Grondwet (Gw) en art. 117 lid 3 Gw. Hier wordt bepaald dat de wet regelt dat het toezicht op de ambtsvervulling door leden van de rechterlijke macht die met rechtspraak zijn belast, plaatsvindt door die leden zelf, en dat zij door een bij wet aangewezen, tot de rechterlijke macht behorend gerecht worden geschorst of ontslagen. 5 Hoofdstuk A van de Wrra bevat de wettelijke bepalingen waar art. 11 en 117 Gw naar verwijzen. Voor rechterlijke ambtenaren die niet met rechtspraak zijn belast, zoals de officier van justitie, en voor andere

2 rijksambtenaren, bevatten respectievelijk het Besluit rechtspositie rechterlijk ambtenaren (Brra) en het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) een regeling. De oude Wrra gaf drie gedragsnomen en de mogelijkheid om twee disciplinaire maatregelen op te leggen: het disciplinair ontslag en de schriftelijke waarschuwing. De disciplinaire maatregelen: wat verandert er? De oude Wrra gaf drie gedragsnomen en de mogelijkheid om twee disciplinaire maatregelen op te leggen: het disciplinair ontslag en de schriftelijke waarschuwing (art. 4c Wrra). In het oude art. 4c Wrra is bepaald dat de schriftelijke waarschuwing kan worden opgelegd als een rechter: de waardigheid van zijn ambt, zijn ambtsbezigheden of zijn ambtsplichten verwaarloost (art. 4c lid 1 onder a Wrra, de eerste norm ); de bepalingen overtreedt waarbij hem het uitoefenen van een beroep wordt verboden, een vast en voortdurend verblijf wordt aangewezen, wordt verboden zich bij een onderhoud of een gesprek in te laten met partijen of haar advocaten of gemachtigden, of een bijzondere inlichting of schriftelijk stuk van hen aan te nemen, de verplichting wordt opgelegd een geheim te bewaren of de functionele autoriteit in kennis te stellen van de betrekkingen die hij buiten zijn ambt vervult (art. 4c lid 1 onder b Wrra, de tweede norm ). Het disciplinair ontslag kan worden opgelegd als een rechter ernstig nadeel toebrengt aan de goede gang van zaken bij de rechtspraak of het in haar te stellen vertrouwen ( de derde norm ), of, op grond van de tweede norm als hem eerder wegens een gelijke overtreding de maatregel van schriftelijke waarschuwing is opgelegd (art. 4c lid 2 en 3 Wrra). Naast het ontslag kent de nieuwe Wrra als disciplinaire maatregel de schriftelijke berisping, de inhouding van het salaris tot maximaal een half maandsalaris, en de voorwaardelijke en onvoorwaardelijke schorsing voor ten hoogste drie maanden. De gedragsnormen blijven na de wetswijziging hetzelfde. Nieuw is dat er aanvullende disciplinaire maatregelen mogelijk zijn en dat de maatregelen anders aan de gedragsnormen zijn gekoppeld. Naast het ontslag kent de nieuwe Wrra als disciplinaire maatregel de schriftelijke berisping, de inhouding van het salaris tot maximaal een half maandsalaris, en de voorwaardelijke en onvoorwaardelijke schorsing voor ten hoogste drie maanden (art. 4ca lid 1 en 4 Wrra). De schriftelijke berisping brengt niet veel nieuws: ze komt in de plaats van de schriftelijke waarschuwing, die uit het systeem verdwijnt. Blijkens de memorie van toelichting is hiermee geen inhoudelijke verandering beoogd: het betreft een terminologische wijziging die wenselijk werd geacht omdat de term berisping beter tot uitdrukking zou brengen dat de maatregel geen vrijblijvend karakter heeft. De nieuwe schorsing, die samengaat met een gedeeltelijke of gehele inhouding van het salaris (art. 4ca lid 3 Wrra), moet niet worden verward met de schorsing van art. 4f Wrra, die al bestond. Die schorsing is geen disciplinaire maatregel, maar een zogenoemde ordemaatregel.

3 De schriftelijke berisping, de inhouding van het salaris en de nieuwe schorsing zijn mogelijk bij een schending van alle drie de normen, het ontslag alleen bij schending van de tweede en derde norm. Daarbij geldt dat voor het ontslag bij een schending van de tweede norm niet is vereist dat eerst een schriftelijke berisping wegens een soortgelijke overtreding is opgelegd, zoals in de oude Wrra was vereist dat eerder een schriftelijke waarschuwing was opgelegd. De Raad voor de rechtspraak heeft in haar reactie op het voorstel in de consultatiefase erop gewezen dat dit strikt genomen meebrengt dat een rechter al mag worden ontslagen als hij één keer verzuimt een nevenbetrekking te laten registreren. In de memorie van toelichting heeft de minister dit bezwaar gerelativeerd met de mededeling dat met de voorgestelde wijzigingen beter proportioneel kan worden gereageerd en dat er voor een disciplinair ontslag hoe dan ook steeds een zwaarwegende reden aanwezig moet zijn. 7 Nadien is er niet meer aan deze constructie getornd. De ordemaatregelen: wat verandert er? De nieuwe Wrra introduceert ook wijzigingen in het stelsel van de ordemaatregelen, onder meer ten aanzien van de schorsing van art. 4f Wrra. De schorsing in de oude en de nieuwe Wrra is zo opgezet dat de Hoge Raad onder omstandigheden een rechter moet schorsen en soms kan schorsen (resp. 4f Wrra lid 1 en 2). De oude Wrra bepaalt dat de verplichte schorsing in drie gevallen wordt uitgesproken, namelijk als de rechter: zich in voorlopige hechtenis bevindt; bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf is veroordeeld, of als hem bij een dergelijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft; hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, hij surséance van betaling heeft gekregen, dan wel wegens schulden is gegijzeld. De rechter kan op grond van de oude Wrra worden geschorst als hij: wordt vervolgd wegens een misdrijf; er een ander ernstig vermoeden is voor het bestaan van feiten of omstandigheden die tot ontslag, anders dan op eigen verzoek of in het kader van ziekte zouden kunnen leiden. In de nieuwe Wrra wordt de tweede grond voor de verplichte schorsing gewijzigd in die zin dat tot uitdrukking wordt gebracht dat het gaat om de veroordeling tot een vrijheidsstraf, wat aansluit bij de al heersende opvatting over de interpretatie van deze bepaling. 8 De verplichte schorsing wordt daarnaast beperkt tot de eerste twee gronden. De gronden van de facultatieve schorsing worden daarentegen uitgebreid. De derde grond van de oude verplichte schorsing (curatele, faillissement etc.) wordt een grond voor de facultatieve schorsing. Als gronden van de facultatieve schorsing worden daarnaast toegevoegd dat de rechter bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf veroordeeld wordt tot een andere straf dan een vrijheidsstraf, en dat de rechter een nog niet onherroepelijke strafbeschikking is opgelegd wegens een misdrijf. In de nieuwe Wrra wordt daarnaast met art. 4fa Wrra een ordemaatregel geïntroduceerd op grond waarvan een rechter in afwachting van een schorsingsuitspraak ex art. 4f Wrra door de Hoge Raad buiten functie wordt gesteld op vordering van de procureur-generaal bij de Hoge Raad. De president van het gerecht waar de rechter werkzaam is, kan bij de procureur-generaal hiertoe een verzoek doen, maar de procureur-generaal kan ook ambtshalve optreden (lid 2). De te volgen procedure is een spoedprocedure: de betreffende rechter hoeft, anders dan in de standaardprocedure van art. 4o Wrra, niet eerst te worden gehoord en de vordering kan mondeling worden gedaan (lid 3). Nieuw is ook de ordemaatregel op grond waarvan de rechter door de Hoge Raad wegens redenen van zwaarwegend organisatorisch belang van het gerecht naar een ander gerecht kan worden overgeplaatst (art. 4kb Wrra). In de memorie van toelichting wordt een hoogoplopend conflict tussen twee rechters die tot een onwerkbare situatie leidt, als voorbeeld genoemd van een situatie waarin deze maatregel toepassing zou kunnen vinden. 9

4 Ten slotte bepaalt het nieuwe art. 17 Wrra dat de rechter geen salaris ontvangt over de tijd gedurende welke hij in strijd met zijn verplichtingen opzettelijk nalaat zijn werkzaamheden te verrichten. 10 Een dergelijke bepaling komt al langer voor in het ARAR, maar ontbrak in de Wrra, en daarvoor bestond geen goede reden, aldus de regering. 11 Het formele apparaat aan disciplinaire- en ordemaatregelen speelt een rol in een praktijk waarin ernaar wordt gestreefd om problemen in het functioneren van rechters in onderling overleg op te lossen. 12 Uit een toelichting die de toenmalige president van de Hoge Raad Corstens in het jaarverslag van de Hoge Raad van 2012 heeft gegeven, blijkt bijvoorbeeld dat voor zover het de richting van disciplinair ontslag uitgaat, de betreffende rechter dat ontslag over het algemeen voor is door zelf zijn ontslag te verzoeken, iets wat in de literatuur ook al werd verondersteld. 13 Ook uit de parlementaire geschiedenis van wetsvoorstel 3381 blijkt het belang van de informele weg, alvorens het formele arsenaal aan maatregelen in stelling wordt gebracht. 14 In het rapport van de in de inleiding genoemde werkgroep van de Rechtspraak, de werkgroep Stevens, is in kaart gebracht welke mogelijkheden er zijn en welke wijzigingen wenselijk zijn. Daarbij worden als bestaande mogelijkheden andere sturingsmiddelen dan de schorsing beschreven. Voorbeelden die worden genoemd zijn de onvrijwillige verplaatsing van rechters doordat het gerechtsbestuur kamers kan instellen en de bezetting van die kamers bepaalt (art. lid 1 Wet RO), het geven van een mondelinge waarschuwing, en het schrijven van een brief waaruit ongenoegen met bepaald gedrag blijkt. 15 De redenen voor de wetswijziging Binnen de Rechtspraak leefde al langer de wens om het arsenaal aan disciplinaire maatregelen uit te breiden. Die wens gaf in 2007 aanleiding tot de instelling van de werkgroep Stevens. 1 In het rapport van de werkgroep uit 2009 wordt gesproken over een wijziging in het denken over het omgaan met rechters die zich niet als een goed rechter gedragen en dat er, net als bij gerechtsambtenaren, zo nodig beheerst en proportioneel moet kunnen worden opgetreden. 17 Minister Opstelten neemt in de memorie van toelichting op wetsvoorstel 3381 eenzelfde standpunt in: hij noemt als de voornaamste reden voor het wetsvoorstel dat het onwenselijk is als een reactie bij ongewenste situaties en ongeoorloofd gedrag achterwege blijft en dat er altijd passend, zo nodig streng, moet kunnen worden ingegrepen om afbreuk aan het vertrouwen in de rechtspraak te voorkomen. 18 Het idee dat er proportioneel moet kunnen worden gereageerd werd, in de periode kort voor de indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer, kracht bijgezet door het oordeel van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) van 9 januari 2013 in de zaak Volkov vs. Oekraïne. 19 In dat arrest kwam aan de orde dat het toezicht op rechters in Oekraïne niet aan de eisen voldeed. Daarbij speelde een rol dat de Oekraïense wet slechts drie disciplinaire maatregelen kende de reprimande, de demotie en het ontslag: een net iets minder karig regime dan in de oude Wrra en hiermee vanuit het oogpunt van proportionaliteit te wensen overliet. 20 Naar dit arrest is tijdens de parlementaire behandeling veelvuldig verwezen. 21 De minister heeft bij de uitleg van de noodzaak van de wetswijziging ook een verband gelegd met de modernisering van de rechterlijke macht en de professionalisering van het management in de rechterlijke organisatie: in een moderne rechterlijke organisatie moet een gerechtsbestuur voldoende in staat zijn om slagvaardig haar taak te vervullen, wat betekent dat zij adequaat kan ingrijpen als dat noodzakelijk is, aldus de minister. Het wetsvoorstel past in een tijdsgeest waarin de Rechtspraak steeds kritischer wordt gevolgd en waarin niet wordt geaccepteerd dat de bescherming van rechterlijke onafhankelijkheid uitmondt in een situatie van feitelijke onaantastbaarheid.

5 Het wetsvoorstel past in een tijdsgeest waarin de Rechtspraak steeds kritischer wordt gevolgd en waarin niet wordt geaccepteerd dat, zoals de minister het omschrijft, de bescherming van rechterlijke onafhankelijkheid uitmondt in een situatie van feitelijke onaantastbaarheid. 22 Die tijdsgeest heeft niet alleen effecten op het toezicht op rechters, maar heeft ook geleid tot een vernieuwing van het toezicht op notarissen en advocaten. 23 In deze zin is er sprake van een bredere verandering in de houding van de samenleving ten opzichte van professionals, die in de sleutel van een modernisering en professionalisering wordt geplaatst. Het lijkt een dwingende tendens nu ze leidt tot wijziging van de Wrra, terwijl tijdens de parlementaire behandeling van wetsvoorstel 3381 door de minister en andere betrokkenen meermalen is geconcludeerd dat er op dit punt geen noemenswaardige problemen binnen de Rechtspraak bestaan. 24 De parlementaire behandeling van het wetsvoorstel: de hele santenkraam De wijziging van de disciplinaire maatregelen in het wetsvoorstel omvatte in eerste instantie enkel de vervanging van de schriftelijke waarschuwing door de schriftelijke berisping, en de introductie van de onvoorwaardelijke schorsing. De behandeling van het wetsvoorstel heeft tot veel parlementair debat geleid over de mogelijkheden om het arsenaal verder uit te breiden. Tijdens de consultatiefase heeft de regering adviezen ingewonnen bij de Hoge Raad en de procureur-generaal bij de Hoge Raad, de Raad voor de rechtspraak, de NVvR, het College van procureurs-generaal, 25 en de Raad van State. 2 De Hoge Raad heeft onder meer geadviseerd om ook het voorwaardelijk ontslag als disciplinaire maatregel in de wet op te nemen, 27 en aan de Raad van State om de wenselijkheid te onderzoeken van de invoering van meerdere lichtere sancties. Ook de politieke partijen hebben een groot aantal mogelijkheden geopperd. De VVD stelde de volgende invoeringen voor: de mondelinge en de schriftelijke waarschuwing; de berisping door de president en de Hoge Raad; twee varianten van de inhouding van bezoldiging wanneer werk niet verricht wordt; de overplaatsing binnen het eigen gerecht; de overplaatsing naar een ander gerecht; een demotie van het een hoger gerecht naar een lager gerecht en naar een lagere rang; de spoed buiten functiestelling; de schorsing; en het ontslag. Dit alles in voorwaardelijke en onvoorwaardelijke vorm. De VVD heeft daarnaast de mening van de regering gevraagd over de publicatie van opgelegde maatregelen met naam in het kader van naming and shaming en zonder naam als waarschuwing voor anderen. 28 Het CDA heeft de regering verzocht ook iets te zeggen over kleinere niet-financiële sancties. 29 Het ARAR en het Brra zijn een inspiratiebron geweest in de discussie: beide kennen een groot aantal disciplinaire maatregelen, waaronder de berisping, de vermindering van vakantie-uren, buitengewone dienst, een kleine geldboete, de inhouding van maximaal een half maandsalaris, verschillende maatregelen die betrekking hebben op de toepasselijke salarisschaal, de overplaatsing, de schorsing en het ontslag, alle in zowel in voorwaardelijke als onvoorwaardelijke vorm. 30 Er zijn vervolgens zeven amendementen ingediend, waarvan er zes mede afkomstig waren van VVD- Kamerlid Van der Steur. 31 Het betreft het voorstel om de overplaatsing naar een ander gerecht en de demotie als disciplinaire maatregelen op te nemen (VVD & PvdA), 32 alsmede de gehele of gedeeltelijke inhouding van de bezoldiging voor maximaal drie maanden 33 en de schriftelijke waarschuwing, 34 en het voorstel om disciplinaire maatregelen voorwaardelijk op te leggen (alle VVD & CDA). 35 Verder zijn er amendementen ingediend waarmee de door het wetsvoorstel geïntroduceerde verplichting om bij aanvang van het dienstverband een Verklaring Omtrent het Gedrag te overleggen wordt uitgebreid naar een verplichting om ook op een later moment een verklaring te overleggen (VVD & CDA), 3 en is een gewijzigde formulering van de regeling over nevenbetrekkingen voorgesteld (PVV). 37 De regering heeft nader advies van de Raad van State gevraagd over de amendementen. Ook de Hoge Raad en de procureur-generaal bij de Hoge Raad, de NVvR, de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven. 38 Als gevolg van de adviesronde heeft de parlementaire behandeling circa een jaar stilgelegen. Van der Steur, inmiddels minister van Veiligheid en Justitie, heeft vervolgens naar aanleiding van het advies van de Raad van State en de zienswijzen alle dus vooral zijn eigen amendementen ontraden. 39 Die situatie is door Kamerleden tijdens de voortgezette behandeling beschreven als een poppenkast en een santenkraam, en door de nieuwe

6 minister Dekker voor Rechtsbescherming gekwalificeerd als enige schizofrenie. 40 Doordat het wetsvoorstel daarna controversieel werd verklaard, 41 is de algemene beraadslaging van 3 februari 2015 pas op 1 februari hervat. 42 Toen zijn al de voorgestelde amendementen, behalve het amendement van de PVV, ingetrokken, en heeft de SP twee nieuwe amendementen en drie moties voorgesteld, die door het CDA werden betiteld als nieuwe jus over de aardappelen. 43 De twee nieuwe amendementen zijn samen met het wetsvoorstel op februari in de Tweede Kamer aangenomen: het betreft de introductie van de inhouding van bezoldiging tot ten hoogste een half maandsalaris en de voorwaardelijke schorsing. 44 In tegenstelling tot de behandeling in de Tweede Kamer is de behandeling in de Eerste Kamer zeer vlot verlopen. Nadat de vaste commissie van Justitie en Veiligheid nog enkele vragen heeft gesteld die door minister Dekker zijn beantwoord, 45 is het wetsvoorstel daar op 2 juni als hamerstuk aangenomen. 4 De santenkraam -behandeling in de Tweede Kamer heeft veel informatie opgeleverd over de visie van de wetgever op de rechter en de Rechtspraak. De grenzen van de wetgever: rechterlijke onafhankelijkheid en het gezag van de rechter De santenkraam -behandeling in de Tweede Kamer heeft veel informatie opgeleverd over de visie van de wetgever op de rechter en de Rechtspraak. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat twee criteria met name de wetgever hebben geleid bij de vormgeving van de wetswijzigingen: de rechterlijke onafhankelijkheid en het gezag van de rechter. 47 De onafhankelijkheid was voor de regering een belemmering voor de introductie van stevigere financiële sancties als disciplinaire maatregel. De regering ziet financiële ingrepen als een mogelijke aantasting van de rechtspositionele onafhankelijkheid van de rechter, 48 en heeft terughoudendheid bepleit als het gaat om maatregelen die de bezoldiging raken. Die stevigere financiële sancties zijn er dan ook niet gekomen. Wel is, zoals gezegd, op de valreep bij amendement de inhouding van maximaal een half maandsalaris als disciplinaire maatregel geïntroduceerd. De argumentatie van de regering dat een (dergelijke) lichte financiële sanctie onvoldoende het beoogde effect zal hebben bij een rechter, 49 lijkt te zijn gesneuveld in het licht van het feit dat deze sanctie ook onderdeel is van het pakket van maatregelen in het Brra en het ARAR. 50 De rechterlijke onafhankelijkheid was ook leidraad bij de vormgeving van de procedures: die moeten passen in het kader van artikel 11 en 117 Gw, zo heeft de regering herhaaldelijk benadrukt. In overeenstemming met deze bepalingen is dat de Hoge Raad de enige is die beslist over de toepassing van het grootste deel van de disciplinaire- en ordemaatregelen. 51 Er moet echter ook worden vastgesteld dat de wetswijziging niet is aangegrepen om gevolg te geven aan in de literatuur geuite kritiek. In de literatuur is erop gewezen dat het systeem een defect bevat omdat de Wrra de president van het gerecht en het gerechtsbestuur verregaande bevoegdheden toekent, maar dat zij niet voldoen aan de vereisten van de grondwet: de leden van het gerechtsbestuur, onder wie de president als voorzitter, zijn in die functie niet voor het leven benoemd en staan in een gezagsverhouding tot de Raad voor de rechtspraak en de minister. 52 Via door de president en/of het gerechtsbestuur genomen beslissingen kunnen daarmee onzuiverheden de besluitvorming binnensluipen. De bescherming van het gezag van de rechter 53 heeft vooral een rol gespeeld bij de vraag naar de geschiktheid van zwaardere maatregelen. De in dit verband te beantwoorden vraag was of een maatregel niet tot gevolg heeft dat het gezag van de rechter (te veel) wordt aangetast. Tijdens de parlementaire behandeling bleek dat die vraag niet eenvoudig is te beantwoorden. Zo waren de regering en de Raad van State het erover eens dat een voorwaardelijk disciplinair ontslag, gelet op het daarmee gepaard gaande gezagsverlies, geen geschikte maatregel is, 54 terwijl de Hoge Raad en de procureur-generaal bij de Hoge Raad, net als de werkgroep Stevens, dit niet als een probleem zagen. 55

7 Gezagsverlies is ook een van de argumenten geweest die in de weg stond aan de introductie van de demotie en de overplaatsing naar een ander gerecht als disciplinaire maatregel. Er was minder discussie over het feit dat de disciplinaire schorsing niet maximaal een jaar zou mogen duren, waarna deze termijn op drie maanden is gesteld. De bal is door de regering hierbij nadrukkelijk bij de Hoge Raad gelegd: het gezag van de rechter moet worden gevoed door de (schorsings)uitspraak van de Hoge Raad. De Hoge Raad zal volgens de regering de uitspraak zo moeten motiveren dat duidelijk is dat de rechter een ernstige fout heeft gemaakt, maar toch in het ambt te handhaven is. 5 Gezagsverlies is ook één van de argumenten geweest die in de weg stond aan de introductie van de demotie en de overplaatsing naar een ander gerecht als disciplinaire maatregel. 57 De gemaakte keuzes getuigen van het bewustzijn dat er vanuit de samenleving kritisch naar de Rechtspraak wordt gekeken en gezagsverlies derhalve een factor is van aanzienlijk gewicht. Slotopmerking: een gemengd stelsel? Met het eindresultaat geeft de Wrra meer middelen om proportioneel te reageren op ongeoorloofd gedrag van rechters. Er is een glijdende schaal tot stand gebracht tussen de lichtste en de zwaarste disciplinaire maatregel. 58 In die zin is de missie geslaagd. In de gedachtegang van de wetgever is dat zeker het geval. De regering stapt namelijk voor een deel heen over het onderscheid tussen disciplinaire- en ordemaatregelen. Ze kwalificeert het stelsel als gemengd, waarmee wordt bedoeld dat het gebruik van disciplinaire- en ordemaatregelen bij lichtere vormen van ongeoorloofd of ander ongewenst gedrag zich in elkaars verlengde bevinden en elkaar aanvullen. 59 Vanuit de optiek van het gemengde stelsel is het niet nodig om, zoals de VVD wilde, de ordemaatregelen ook als disciplinaire maatregelen in de wet op te nemen: Het omzetten van bepaalde ordemaatregelen naar disciplinaire maatregelen zal in de praktijk voor de betrokken rechterlijk ambtenaar nauwelijks tot geen bijkomend effect hebben, aldus de minister. 0 Hij heeft hierbij opgemerkt dat, gelet op de beperkingen die gelden bij het samenstellen van een pakket maatregelen als sanctie op ongeoorloofd gedrag, het des te meer van belang is dat ook het instrumentarium bij ongewenst gedrag anders dan ongeoorloofd gedrag wordt uitgebreid. 1 Er kan veel worden opgemerkt over wat de minister hier zegt. Ten eerste is het niet precies duidelijk wat het gemengde stelsel nu precies omvat. Vermoedelijk wordt er gedoeld op de inzet van sturingsmiddelen zoals beschreven in het rapport Stevens, zoals de plaatsing van een lastige rechter in een nieuwe kamer van het gerecht, en het geven van een mondelinge waarschuwing. In elk geval kan gezegd worden dat de regering er in haar redenering aan voorbijgaat dat een disciplinaire maatregel voor een professional in hoge mate een diffamerende betekenis heeft. De maatregel brengt tot uitdrukking dat is gehandeld in strijd met de ethische norm binnen de beroepsgroep 2 en houdt een waardeoordeel in over de zuiverheid van de beroepsuitoefening. 3 Dat waardeoordeel raakt de kern van het bestaan van de rechter in de beroepsgroep, en raakt de beroepsgroep in zijn geheel. 4 Het gebruik van een ordemaatregel of organisatorische bevoegdheid ontbeert in elk geval formeel die betekenis. 5 Er bestaat dan ook wel degelijk een aanzienlijk bijkomend effect als er een disciplinaire- in plaats van een ordemaatregel wordt opgelegd, of een organisatorische bevoegdheid wordt uitgeoefend. Transparantie vereist dat klare wijn wordt geschonken. Vanuit het oogpunt van transparantie is het aan te bevelen dat daar waar is bedoeld een waardeoordeel over de beroepsuitoefening te vellen, dit ook expliciet wordt gedaan: transparantie vereist dat klare wijn wordt geschonken, zowel naar de rechter, naar de beroepsgroep als naar de buitenwereld toe. De tijdsgeest

8 vraagt om die transparantie zo blijkt wel uit het feit dat de Raad voor de rechtspraak jaarlijks geanonimiseerd de (aantallen) toegepaste maatregelen in de jaarverslagen opneemt, iets waartoe zij is overgegaan nadat er vanuit de media op openheid werd aangedrongen. Ten slotte mag worden aangenomen dat de regering ook wil dat bij de inzet van andere dan disciplinaire maatregelen ter sturing van het gedrag van de rechter, de rechterlijke onafhankelijkheid wordt gerespecteerd, zodat ook die inzet zijn beperkingen heeft. 1 De werkgroep Disciplinaire Tussenstappen (hierna: de werkgroep Stevens). Zie voor het rapport van deze werkgroep bijlage bij Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr Zie over het wetsvoorstel ook P.P.T. Bovend Eert, Meer toezicht op rechters. Minder onafhankelijkheid: onvoldoende waarborgen voor het tuchtrecht ten aanzien van rechters, TvCR 201, en Wie bewaakt de bewakers?, NJB 2015/407, p , en S. Dijkstra De rechter als evenwichtskunstenaar. De vrijheid van de rechter om zijn persoonlijke meningen en overtuigingen te uiten (diss. OU), BJU: Den Haag 201, p S. Dijkstra, Het tuchtrecht voor rechters in Nederland en Europa in beweging. Over disciplinaire sancties en machtenscheiding, Trema 2013, p Op het moment dat dit artikel naar de drukker ging was het moment van inwerkingtreding van de nieuwe regeling nog niet bekend. Hierna wordt niettemin over de oude en de nieuwe Wrra gesproken. 5 Zie voor de afbakening van de term rechterlijke ambtenaar met rechtspraak belast : art. 117 lid 1 Gw jo art 1.1 sub b Wrra jo art. 1 sub b en c Wet RO. Bijlage bij Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 3. Ook de Hoge Raad en de procureur-generaal bij de Hoge Raad hebben gewezen op deze verzwaring, zie bijlage bij deze Kamerstukken. 7 Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 3, p Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 3, p Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 3, p Het lijkt geen ordemaatregel, eerder aan te duiden als een andere maatregel. 11 Kamerstukken II 2013/14, 381, nr. 3, p Zie hierover Corstens in het jaarverslag van de Hoge Raad 2012; J. Remmelink, De Hoge Raad als tuchtrechter, in: Handhaving van de rechtsorde, Bundel aangeboden aan Albert Mulder, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1988, p. 191; P.P.T. Bovend Eert m.m.v. C.A.J.M. Kortmann, Rechterlijke organisatie, rechters en rechtspraak, Deventer: Kluwer 2013, p J. Remmelink, Klachtvoorzieningen bij de P-G bij de H-R en het gebruik door deze van zijn bevoegdheden in het kader van het tuchtrecht, Trema 2002, p. 1-2; Remmelink 1988, p. 191; Bovend Eert & Kortmann 2013, p Kamerstukken II 2013/14, 381, nr. 3, p Bijlage bij Kamerstukken II 2013/14, nr. 8, p Opgericht door de Raad voor de rechtspraak mede namens het Presidentenoverleg. 17 Bijlage bij Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 3, p EHRM 9 januari 2013, nr /11. Zie uitgebreid over dat arrest S. Dijkstra Trema Par Zie bijvoorbeeld Kamerstukken II /14, nr. 5, p Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 3, p Respectievelijk wet van 29 september 2011, Stb. 2011, 470, en wet van 1 oktober 2014, Stb. 2014, Bijvoorbeeld de minister in Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr., p. 5, en de Hoge Raad en de procureur-generaal bij de Hoge Raad in hun zienswijze, bijlage bij Kamerstukken II 2015/1, 3381, nr Bijlagen bij Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 3 2 Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr In navolging van het rapport van de werkgroep Stevens, bijlage bij Kamerstukken II 2013/14, nr. 8, p Kamerstukken II 2013/ , nr. 5, p Kamerstukken II 2013/ , nr. 5, p Art. 81 ARAR ken art. 34b Brra. 31 Kamerstukken II 2013/ , nr.. 32 Amendement nr. 9 Van der Steur en Recourt. 33 Amendement nr. 11 Van der Steur en Oskam. 34 Amendement nr. 12, Van der Steur en Oskam. 35 Amendement nr. 13, Oskam en Van der Steur. 3 Amendement nr. 10, Van der Steur en Oskam. 37 Amendement nr. 17, Helder. 38 Zie voor het advies van de Afdeling Kamerstukken II 2015/1, 3381, nr. 20, en voor de zienswijzen de bijlagen bij nr Kamerstukken II 2015/1, 3381, nr Respectievelijk Handelingen II 2017/18, nr. 47, item 10, p. 1, 4 en Besluit van 11 april 2017.

9 42 Handelingen II 2014/2015, nr. 49, item 27, en Handelingen II 2017/, nr. 47, item Handelingen II 2017/18, nr. 47, item 10, p Respectievelijk Kamerstukken II 2017/18, 3381, nr. 22 en 23. De moties nr. 24 t/m 2 hadden betrekking op nevenbetrekkingen van rechters en zaakstoedeling. Motie nr. 27 had betrekking op art. 51 Wrra, waar het wetsvoorstel ook op toezag. In dit artikel blijft dit onderdeel van het wetsvoorstel buiten beschouwing. 45 Kamerstukken I 2017/18, nr. B en C. 4 Kamerstukken I 2017/18, nr. 35, item Zie uitgebreid over rechterlijke onafhankelijkheid: M. van den Eijnden, Onafhankelijkheid van de rechter in constitutioneel perspectief, Deventer: Kluwer Kamerstukken II 2013/ , nr. 3, p Kamerstukken II 2013/ , nr. 3, p Meerdere fracties hebben hier kennelijk vragen over gesteld: Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr., p.. 51 De Hoge Raad heeft in zijn zienswijze benadrukt dat maatregelen zoveel mogelijk niet door de functionele autoriteit moeten worden opgelegd, bijlage bij Kamerstukken II 2015/1, 3381, nr. 20, p Zie P.P.T. Bovend Eert in TvCR 201, p. 122, en NJB 2015/407, p De kritiek wordt gedeeld door R.A.J. van Gestel, Klagen over rechters goed geregeld?, RegelMaat 2017 (32) 5, p De regering spreekt ook van het gezag van de rechterlijke macht als geheel, Kamerstukken II 2015/1, 3381, nr. 20, p Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 3, p. 8, en Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 4, p Bijlage bij Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 3, p Kamerstukken II 2015/1, 3381, nr. 20, p In de woorden van M.L. van Emmerik, J.P. Loof & Y.E. Schuurmans, Systeemwaarborgen voor de kernwaarden van de rechtspraak, Research Memoranda Nummer 2/2014, p Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 3, p 5, en Kamerstukken II 2013/14, 381, nr., p Kamerstukken II 2013/14, 381, nr., p Kamerstukken II 2013/14, 3381, nr. 3, p 5 2 Vergelijk de opmerking van J.E. Soeharno dat tucht is gericht op een zedelijke, normatieve kern in: Een nieuw panopticon. Over het doel van tuchtrecht, AA 201/7, p Zie over het doel van het tuchtrecht ook: L.E. De Groot-van Leeuwen, Tuchtrecht voor de juridische beroepen: wee en wel, AA 201/7, p In deze woorden spreekt H. den Tonkelaar over het tuchtrecht: Terugkerende vragen in het tuchtrecht, AA 201/7, p De correctie kan zien op de overtreder, maar ook op loutering van de groep: J.E. Soharno, AA 201, p Het onderscheid tussen de disciplinaire- en ordemaatregel wordt in de parlementaire stukken bij wetsvoorstel 3381 niet helder gemaakt, wel wordt naar de ordemaatregel verwezen als dat het geen disciplinaire maatregel als reactie op het gedrag van betrokkene betreft: Kamerstukken II 2013/14, 33 81, nr. 3, p. 1 Ook de Hoge Raad doet in de jaarverslagen geanonimiseerd melding van opgelegde maatregelen. Zie voor de brief van 29 september 2011 waarmee de Raad voor de rechtspraak RTL Nieuws beantwoordt:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid Betreffende wetsvoorstel: 33861 Wijziging van de Wet rechtspositie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4037 14 februari 2014 Advies Raad van State betreffende wetsvoorstel disciplinaire maatregelen rechterlijke macht Nader

Nadere informatie

W /11. Tweede Kamer der Staten-Generaal

W /11. Tweede Kamer der Staten-Generaal W03.15.01 10/11 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. W03.13.0364/II Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke

Nadere informatie

MEMORIE VAN ANTWOORD. 1. Inleiding

MEMORIE VAN ANTWOORD. 1. Inleiding 33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren disciplinaire

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien van voor het leven benoemde rechterlijke ambtenaren disciplinaire maatregelen

Nadere informatie

Meer toezicht op rechters. Minder onafhankelijkheid. Onvoldoende waarborgen voor het tuchtrecht ten aanzien van rechters

Meer toezicht op rechters. Minder onafhankelijkheid. Onvoldoende waarborgen voor het tuchtrecht ten aanzien van rechters 115 Meer toezicht op rechters. Minder onafhankelijkheid Onvoldoende waarborgen voor het tuchtrecht ten aanzien van rechters P.P.T. BOVEND EERT* 1. Inleiding De tuchtrechtregeling voor rechters, die het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om

Nadere informatie

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Afdeling HRM&OO

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Afdeling HRM&OO Aan de minister van Veiligheid en Justitie T.a.v. mr. drs. A.G. van Dijk Directeur vetgevina en juridische zaken Postbus 20301 2500 EH Den Haag contactpersoon Mw. mr. dc. L. Tilstra e-mail l.tilstra@.nl

Nadere informatie

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen.

Artikel 13b, eerste lid Eveneens onder verwijzing naar het voorgaande: of 75 en onderscheidenlijk de Hoge Raad' dient te vervallen. Excellentie, Met uw brief van 23 april 2008 hebt u ons ter consultatie toegezonden het conceptwetsvoorstel Evaluatiewet modernisering rechterlijke organisatie. Het conceptwetsvoorstel geeft ons aanleiding

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Paragraaf 1. Inrichting. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening Raad van Advies Citeertitel: Landsverordening Raad van Advies Vindplaats : AB 1992 no. GT 3 Wijzigingen: AB 1992 no. 108 HOOFDSTUK I Paragraaf 1 Inrichting Artikel 1 De Raad

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de modernisering van het loopbaanbeleid en de introductie van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

10 Rechtspositie rechterlijke ambtenaren

10 Rechtspositie rechterlijke ambtenaren 10 Aan de orde is de behandeling van: - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om ten aanzien

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 861 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de uitbreiding van de mogelijkheden om

Nadere informatie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1

Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Regeling toezicht verwerking persoonsgegevens door gerechten en het parket bij de Hoge Raad 1 Gelet op artikel 55 lid 3 Verordening EU 2016/679 en artikel 45 lid 2 van de Richtlijn EU 2016/680, gehoord

Nadere informatie

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 19 Landsverordening Sociaal-Economische Raad 1 Hoofdstuk 1. Instelling en taak Artikel 1 Er is een Sociaal-Economische Raad, hierna genoemd de Raad.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 096 Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het verrichten van werkzaamheden op zondagen en feestdagen Nr.

Nadere informatie

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer Hoofdstuk IVa. De Rekenkamer Paragraaf 1. De gemeentelijke rekenkamer Artikel 81a 1. De raad kan een rekenkamer instellen. 2. Indien de

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 17 Landsverordening Raad van Advies 1 Hoofdstuk 1. Inrichting en samenstelling Artikel 1 1. De Raad van Advies, verder te noemen de Raad, bestaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 617 Besluit van 10 december 2001, houdende nadere regels met betrekking tot de uitoefening van rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 222 Wet van 25 mei 2009 tot wijziging van de Advocatenwet en de Wet op het notarisambt in verband met het verruimen van de mogelijkheden tot

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2408 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onvoldoende inzicht in gedachtegang bij taxatie. Bezwaar tegen kostenveroordeling bij

Nadere informatie

De Provinciewet en de Rekenkamer

De Provinciewet en de Rekenkamer De Provinciewet en de Rekenkamer HOOFDSTUK XIa. DE BEVOEGDHEID VAN DE REKENKAMER Artikel 183 1. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het provinciebestuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 385 Wijziging van de Advocatenwet en de Wet op het notarisambt in verband met het verruimen van de mogelijkheden tot het spoedshalve tuchtrechtelijk

Nadere informatie

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing. CONCEPT VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE TIEL De raad van de gemeente Tiel; gelezen het voorstel van het presidium van.. 2016; gelet op het bepaalde in artikel 81oa van de Gemeentewet; besluit: 1.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 618 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2014 Nr. 94 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 209 Regeling van de tijdelijke vervanging van wethouders en gedeputeerden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte B MEMORIE VAN ANTWOORD

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 344 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking

Nadere informatie

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde

HC 5A, , Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde HC 5A, 11-12-2017, Het Koninkrijk der Nederlanden en de internationale rechtsorde In het Koninkrijk der Nederlanden van 1954 is opgenomen dat het Statuut in hiërarchie hoger is dan de Grondwet (art. 5

Nadere informatie

Lijst van afkortingen Inleiding Een korte schets van het tuchtrecht Opzet van dit boek Afronding 17

Lijst van afkortingen Inleiding Een korte schets van het tuchtrecht Opzet van dit boek Afronding 17 Lijst van afkortingen 11 1 Inleiding 13 1.1 Een korte schets van het tuchtrecht 13 1.2 Opzet van dit boek 16 1.3 Afronding 17 2 Ontwikkelingsgeschiedenis 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Het keizerlijk decreet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 620 Besluit van 10 december 2001, houdende bepalingen inzake het afleggen van de eed of belofte door en de vergoeding van buitengriffiers en

Nadere informatie

Sanctiebeleid en disciplinaire maatregelen Inhoud

Sanctiebeleid en disciplinaire maatregelen Inhoud Sanctiebeleid en disciplinaire maatregelen Inhoud 1. Beleid sancties en disciplinaire maatregelen 3 2. Bewijsmiddelen 3 3. Bewijsdrempel 3 4. Strafbare feiten 3 5. Soorten disciplinaire maatregelen 3 6.

Nadere informatie

Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen

Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs CvB.VO/HBO.2009.016-U.2009.008. 8 juli 2009 Schorsing als ordemaatregel o.g.v. artikel 9.a.6 van de CAO-VO Naar het oordeel van de Commissie moet een eenzijdige maatregel van de school (het vrijstellen

Nadere informatie

Artikel Wijzigingen (V) Communicatie het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd (op verzoek van SOOA)

Artikel Wijzigingen (V) Communicatie het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd (op verzoek van SOOA) Hoofdstuk 16 Ordemaatregelen en disciplinaire straffen Voorblad A. Opmerkingen Artikel Wijzigingen (V) Communicatie Artikel 16.1 het verbod tot toegang tot de werkplek wordt voortaan ja schriftelijk bevestigd

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Klachtenregeling VeWeVe

Klachtenregeling VeWeVe Klachtenregeling VeWeVe Artikel 1. Definities Aangeklaagde: Auditbureau: Beroep: Bestuur: Cliënt: Klacht: Klachtencommissie: Klager: Kwaliteitsprotocol: Lid: Secretaris: de natuurlijke of rechtspersoon

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Advies ontwerpbesluit aanscherping glijdende schaal

Advies ontwerpbesluit aanscherping glijdende schaal De minister voor Immigratie en Asiel drs. G.B.M. Leers Postbus 20011 2500 EA Den Haag datum 15 augustus 2011 doorkiesnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 2011-2000250817 cc

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

Nadere informatie

Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2004

Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2004 Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2004 De raad der Gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van het presidium, gelet op het advies van de commissie voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140 ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-02-2010 Datum publicatie 17-06-2010 Zaaknummer 449782 / KG ZA 10-209 en 449790 / FA RK 10-696 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 990 Wijziging van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst in verband met de Kaderwet dienstplicht Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENREGELING

REGLEMENT GESCHILLENREGELING 952 REGLEMENT GESCHILLENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE 922.024_952_Rb_090618_geschillenregeling G ESCHILLENPROCEDURE Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Een geschil

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2015:699

ECLI:NL:RBGEL:2015:699 ECLI:NL:RBGEL:2015:699 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 05-02-2015 Datum publicatie 09-02-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 8129 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht

Nadere informatie

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2], ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23

Nadere informatie

3 De nieuwe Wet Huis voor klokkenluiders en de rol van de ondernemingsraad

3 De nieuwe Wet Huis voor klokkenluiders en de rol van de ondernemingsraad Klokkenluiders en ondernemingsraad 3 De nieuwe Wet Huis voor klokkenluiders en de rol van de ondernemingsraad Alexander Briejer & Miranda Koevoets 1. Inleiding De klokkenluidersproblematiek heeft in literatuur

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 29 Landsverordening Constitutioneel Hof 1 Hoofdstuk 1. De inrichting van het Constitutioneel Hof Artikel 1 1. Het Constitutioneel Hof bestaat uit

Nadere informatie

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002 REGLEMENT van de Commissie van Toezicht en het College van Beroep van de Stichting Gedragscode Farmaceutische Bedrijfstak (Stichting GFB) I ALGEMEEN 1. De behandeling van klachten wegens niet naleving

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Protocol sancties en ordemaatregelen studenten

Protocol sancties en ordemaatregelen studenten Protocol sancties en ordemaatregelen studenten Colofon datum November 2017 auteur Juridisch Loket versie status Definitief pagina 2 van 7 Inhoudsopgave Maatregelen conform het Studentenstatuut en conform

Nadere informatie

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet. Hieronder het antwoord van de staatssecretaris van BZK op vragen uit de Kamer over de voorgestelde verlenging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand. Van deze tekst zijn twee versies in omloop geweest

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968

ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-06-2016 Datum publicatie 30-06-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 13/993032-16 (Promis) Strafrecht

Nadere informatie

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I. De Rijkswet op het Nederlanderschap wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Rijkswet op het Nederlanderschap ter verruiming van de mogelijkheden voor het ontnemen en verlies van het Nederlanderschap bij terroristische activiteiten Allen, die deze zullen zien of horen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 januari 1999 Rapportnummer: 1999/027

Rapport. Datum: 28 januari 1999 Rapportnummer: 1999/027 Rapport Datum: 28 januari 1999 Rapportnummer: 1999/027 2 Klacht Op 2 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer G. te Amsterdam, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

Protocol sancties en ordemaatregelen studenten

Protocol sancties en ordemaatregelen studenten Protocol sancties en ordemaatregelen studenten Colofon ons kenmerk Datum Juli 2014 Auteur mw. mr. M.V.B. van Overbeek Versie NL status Definitief pagina 2 van 7 Inhoudsopgave Maatregelen conform het Studentenstatuut

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329 Rapport Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) de gegevens van het arrest van het gerechtshof Arnhem van 20

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320

ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer K13/0320 ECLI:NL:GHAMS:2014:61 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer K13/0320 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle

BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle BEZWARENREGLEMENT ex. artikel 7:13 Awb van de Openbare Rechtspersoon Openbaar Onderwijs Zwolle en Regio te Zwolle Het bevoegd gezag, zijnde het College van Bestuur van de Openbare Rechtspersoon Openbaar

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep Zie ook 16/2577 Overtreding verbod op handel. Verantwoordelijkheid van de onderneming voor het optreden van de makelaar. De bank wenst als hypotheekhouder van een appartement tot verkoop daarvan over te

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december Rapportnummer: 2013/221 Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Justitiële Inrichtingen. Datum: 31 december 2013 Rapportnummer: 2013/221 2 Feiten Verzoeker komt oorspronkelijk uit Afghanistan en heeft in Nederland een

Nadere informatie

gelezen het initiatief raadsvoorstel van de voorzitter van de raad, nr. 2017/06/001086; Wijziging verordeningen voor ambtelijke samenwerking;

gelezen het initiatief raadsvoorstel van de voorzitter van de raad, nr. 2017/06/001086; Wijziging verordeningen voor ambtelijke samenwerking; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zandvoort Nr. 44498 2 maart 2018 Verordening gemeentelijke Rekenkamer 2018 De raad van de gemeente Zandvoort: gelezen het initiatief raadsvoorstel van de

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De minister van Justitie en Veiligheid D.t.v. Wnd. directeur DWJZ Mr. dr. G.M. ter Huurne Postbus 20301 2500 EH Den Haag doorkiesnummer 088-361 33 17 e-mail wetgeving.rvdr@rechtspraak.nl onderwerp Consultatieadvies

Nadere informatie

Wet normalisering rechtspositie ambtenaren

Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Naam Citeertitel Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Wet normalisering rechtspositie ambtenaren Kamerstuk 32550 Datum indiening 03-11-2010 April 2017 Pagina

Nadere informatie

Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag SintLucas

Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag SintLucas Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag SintLucas Vastgesteld door het College van Bestuur Inwerking getreden op 7 oktober 2013 Artikel 1: Begripsbepalingen 1. Agressie en geweld: voorvallen waarbij

Nadere informatie

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam De besturen van de rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. een klacht:

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag.

De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus EH Den Haag. De Minister van Veiligheid en Justitie mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 30 oktober 2013 voorlichting contactpersoon doorkiesnummer 06-18609322 e-mail uw kenmerk 421548 onderwerp

Nadere informatie

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager SAMENVATTING 105724 - Klacht over schorsing; VO Een vader klaagt erover dat de school zijn zoon op onjuiste gronden heeft geschorst en voor deze schorsing geen eenduidige reden heeft aangevoerd. De school

Nadere informatie

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Ascert Bezwaarschriften Commissie Ascert Postbus 239 5060 AE Oisterwijk info@ascert.nl De vaststelling van een categorie-afwijking is een besluit, waartegen bezwaar openstaat. De CKI hoefde daarom in het

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 378 Besluit van 1 augustus 1995 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (aanvulling invaliditeitspensioen bij door

Nadere informatie

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging REGLEMENT op de tuchtrechtspraak voor de leden van IIA-Nederland ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging De raad van tucht Artikel 1 1 De raad van tucht is belast met de behandeling van

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak Datum: 1 april 2010 Ons kenmerk: B2.1.9./1782/HD Uw kenmerk: 5637692/10/6 Onderwerp: Wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap De minister van Justitie

Nadere informatie

Klachtreglement Geschillencommissie Nationaal Keurmerk Hulpmiddelen. Definities

Klachtreglement Geschillencommissie Nationaal Keurmerk Hulpmiddelen. Definities Klachtreglement Geschillencommissie Nationaal Keurmerk Hulpmiddelen Definities Artikel 1: In dit Reglement wordt verstaan onder: 1.1 Commissie: de Geschillencommissie NKH; 1.2 NKH: het Nationaal Keurmerk

Nadere informatie

Consultatieadvies Aanpassingsbesluit Wnra

Consultatieadvies Aanpassingsbesluit Wnra Consultatieadvies Aanpassingsbesluit Wnra Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. De minister

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2006/46484 (1743) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wet studiefinanciering

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de wet van 22 april 1855, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministeriële Departementen (Stb. 1855, 33) en aanpassing van daarmee verband houdende bepalingen in

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie