Nebest B.V. Marconiweg PD Vianen Postbus EC Vianen 1 INLEIDING

Transcriptie

1 Aan : Gemeente Bloemendaal, de heer G. Janus Gemeente Heemstede, de heer M.J. Hin Van : Nebest B.V., de heer L.R. Kok Datum : 24 januari 2017 Doc.nr. : 26324/26331-NOT-001 Betreft : Interpretatie resultaten berekeningen Nebest B.V. Marconiweg PD Vianen Postbus EC Vianen T F E info@nebest.nl I 1 INLEIDING Nebest B.V. heeft onderzoek verricht aan 8 bruggen om de constructieve veiligheid te beoordelen hiervan liggen de bruggen 2001 en 4003 in de gemeente Bloemendaal en de bruggen B332, B339, B346, B349 en B358 in de gemeente Heemstede. Brug 3002 ligt op de grens van de gemeentes Heemstede en Bloemendaal. Een overzicht van de berekeningsresultaten is weergegeven in tabel 1. Bij de herberekeningen is de constructieve veiligheid beoordeeld, waarbij is uitgegaan van de standaard normbelasting voor (vrachtverkeer). Uit de berekeningen blijkt dat een deel van de bruggen voldoende sterkte bezit en dat hier geen lastbeperking benodigd is. Voor 2 bruggen, brug 3002 Houtvaartbrug en brug 4003 Bagatellebrug, beiden in Bloemendaal, is wel een lastbeperking benodigd om te voldoen aan de minimale eisen ten aanzien van de constructieve veiligheid (bezwijkveiligheid). Objectcode Brugnaam Bouwjaar Toelaatbare vrachtwagen V oertuigmassa / A slast [ton] 2001 Prins Bernhardbrug 1938 Geen beperking nodig 3002 Houtvaartbrug 1904/ ,8 / Bagatellebrug ,4 / 10,4 B332 Van Merlenbrug 1932 Geen beperking nodig B339 Glipperbrug 1932 Geen beperking nodig B346 Boekenrodebrug 1929 Geen beperking nodig B349 Molenbrug 1923 Geen beperking nodig B358 Zandvoortsebrug 1926 Geen beperking nodig Tabel 1: Bruggen te Heemstede/Bloemendaal 2 INTERPRETATIE RESULTATEN Voor oudere bruggen is de berekening volgens de huidige normen, de Eurocode en de NEN serie, gebaseerd op een andere benaderingswijze. Waar voorheen het aangeven van een lastbeperking door bebording voor bruggen van verkeersklasse 30 en 45 niet nodig was, is dit momenteel voor bruggen die minder dan 60 ton kunnen dragen wel het geval. De redenering is dat, als er geen beperkingen zijn aangegeven, in het openbare domein ieder voertuig gebruik kan maken van de brug en dat deze hierop berekend moet zijn. Zie ook bijlage 1 voor een overzicht (historie) van de ontwerpbelastingen die in het verleden zijn gehanteerd. De beoordeelde bruggen zijn gebouwd voor 1938, in die tijd werd er nog niet ontworpen met specifieke verkeersklassen. Dat er voor twee bruggen een beperking benodigd is conform de huidige normen is dan ook niet vreemd. Voor 1938 waren er nog geen standaard normbelastingen. Als er naar werkelijk gebruik wordt gekeken zit er een aanzienlijk verschil tussen de normbelasting en de werkelijke belasting. De normbelasting bestaat uit een fictief voertuig met twee zware assen welke alle mogelijke verkeerssituaties afdekt voor alle type bruggen. IBAN NL47 RABO BIC RABONL2U BTW NL B01 HR Op al onze werkzaamheden is de Rechtsverhouding opdrachtgever - architect, ingenieur en adviseur DNR 2011 van toepassing. Deze voorwaarden liggen op ons kantoor ter inzage en zijn ook in te zien op onze website (

2 Memo blz. 2 van 5 Dit heeft echter tot gevolg dat voor oudere bruggen met een beperkte overspanning toch een lastbeperking nodig kan zijn; terwijl dit met werkelijke aslasten die maximaal toegestaan zijn door het RDW niet worden behaald. Het advies is om de berekende sterkte van de bruggen op te nemen in het beheersysteem en de paspoorten van de bruggen. 3 CONCLUSIE Gezien de kleine overspanningen (Houtvaartbrug circa 3 m en de Bagatellebrug circa 4,5 m) en het werkelijk gebruik van de bruggen zullen deze in de praktijk minder zwaar belast worden dan de normbelasting. Er zijn geen verkeersmetingen beschikbaar die het werkelijke gebruik aangeven. Beide bruggen vertonen, ondanks hun leeftijd en het ontbreken van lastbeperkingen, geen tekenen van overbelasting. Het is aan de beheerder om vast te stellen of de bepaalde lastbeperking daadwerkelijk wordt ingesteld middels het plaatsen van bebording, of dat een bepaald restrisico wordt geaccepteerd.

3 Memo blz. 3 van 5 Bijlage 1 OUDE VERKEERSKLASSEN Voor verkeersbruggen verschenen pas rond 1920 meer algemene bepalingen voor de aan te houden belastingen. Daarvoor waren het de beheerders van de bruggen die hun eigen eisen formuleerden over de belasting. Omstreeks 1920 werd uitgegaan van voertuigen van maximaal 14 ton en een gelijkmatig verdeelde belasting van 4 kn/m 2. In figuur B1 is een fragment weergegeven afkomstig uit de ontwerpberekening van de Quackelbrug te Delft uit Figuur B1: Aangehouden ontwerpvoertuig in ontwerpberekening uit 1927 Belastingsklasse VOSB 1938 In 1933 verscheen het voorschrift Voorschrift voor het Ontwerpen en voor het Vervaardigen en Opstellen van Stalen Bruggen. In 1938 werd dit definitief (VOSB 1938). In deze norm worden de verkeersklassen (VK) A, B, C en D onderscheiden. Klasse A Klasse B Klasse C Klasse D Brug in hoofdverkeersweg, omleggen verkeer uitgesloten. Een wagen met drie assen van 20 ton, hart-op-hartafstand 1,5 en 6,0 m. Bruggen in hoofdverkeerswegen, wanneer de mogelijkheid bestaat op een klasse A wagen bij een omleiding. Een wagen met twee assen van 10 ton en één as van 20 ton, respectievelijk hartop-hartafstand 1,5 en 6,0 m. Bruggen niet bestemd voor zeer zware voertuigen. Gelijkmatig verdeelde belasting van 350 kg/m 2. Een wagen met twee assen van 10 ton, hart-op-hartafstand 5,0 m. Bruggen slechts bestemd voor lichte voertuigen. Gelijkmatig verdeelde belasting van 300 kg/m 2. Een wagen met twee assen van 5 ton, hart-op-hartafstand 5,0 m. Verder wordt voorgeschreven dat op rijwegen met een breedte van 5 m of meer, meer wagens naast elkaar geplaatst moeten worden, dit zoveel als de maat van 2,5 m in gehele malen in de breedte begrepen is. Als twee wagens naast elkaar staan, worden zowel de geconcentreerde lasten als de gelijkmatig verdeelde belasting slechts voor 90% in rekening gebracht, bij drie wagens 70% en bij vier wagens 60%.

4 Memo blz. 4 van 5 Belastingsklasse VOSB 1963 Volgens de VOSB 1963 artikel 8 wordt de volgende indeling gehanteerd: Klasse 60 Klasse 45 Klasse 30 Bruggen in hoofdverkeerswegen, waarbij omleggen van verkeer is uitgesloten. Een wagen met drie assen van 20 ton, hart-op-hartafstand 1,0 en 4,0 m. Bruggen in hoofdverkeerswegen, waarbij de mogelijkheid bestaat een zeer zware wagen, die slechts bij uitzondering voorkomt, langs een (om)weg met bruggen, gebouwd volgens klasse 60, te leiden. Gelijkmatig verdeelde belasting van 300 kg/m 2. Een wagen met drie assen van 15 ton, hart-op-hartafstand 1,0 en 4,0 m. Bruggen niet bestemd voor zeer zware voertuigen. Gelijkmatig verdeelde belasting van 200 kg/m 2. Een wagen met drie assen van 10 ton, hart-op-hartafstand 1,0 en 4,0 m. Bij kleine kunstwerken werd ook wel eens ontworpen volgens klasse 36, 24 of 12. Dit komt neer op respectievelijk 0,6, 0,4 en 0,2 maal belastingsklasse 60. Een voorbeeld van een ontwerpvoertuig is weergegeven in figuur B2. Figuur B2: Ontwerpvoertuig klasse 30 volgens de norm VOSB 1963 NEN 6706 In 1995 is in de norm NEN 6706 van kracht geworden, voor de ontwerpbelastingen voor verkeer werd nog steeds gesproken van klasse 60, 45 en 30. De aan te houden belastingsconfiguraties en de grootte van de (gelijkmatig verdeelde) belastingen waren nauwelijks gewijzigd. In de laatste versies van de NEN 6706, voordat de Eurocodes van kracht werden, was de aan te houden ontwerpbelasting voor verkeer aangepast op de huidige ontwerpbelastingen volgens de Eurocodes.

5 Memo blz. 5 van 5 Eurocode Sinds april 2012 zijn de Eurocodes van kracht. In de NEN-EN Eurocode 1: Belastingen op constructies Deel 2: Verkeersbelasting op bruggen wordt gesproken over Belastingsmodellen in plaats van de (oude) verkeersklassen. Voor alle verkeersbruggen zonder lastbeperking is belastingsmodel (BM) 1 van toepassing. BM1 is een tandemstelsel met twee assen van 30 ton met een hart-op-hartafstand van 1,2 m. De Eurocode voorziet in het ontwerp van bruggen bedoeld voor specifiek (bestemmings)verkeer, en geeft de mogelijkheid om bruggen te ontwerpen op BelastingModel 3 (BM3). BM 3 is in de norm niet gedefinieerd en is een door de opdrachtgever / toekomstige eigenaar op te geven ontwerpbelasting geënt toekomstig gebruik door verkeer. Voor veel (kleinere) gemeentelijke bruggen kan dit worden gezien als een zware belasting. De redenatie volgens de huidige inzichten is dat; indien er geen beperking is aangegeven, ieder voertuig het object kan passeren en dit object dus bestand moet zijn tegen het maatgevende ontwerpvoertuig. Figuur B3: Principe verkeersbelasting Eurocode BM1