Archief VERZONDEN 1 0 SEP W Uitvoeringsdienst oord-holland Noord. Pagina 1 van 7

Transcriptie

1 R W Uitvoeringsdienst oord-holland Noord Archief VERZONDEN 1 0 SEP Eneco Wind Development T.a.v. mevrouw A. Melchers Postbus BA ROTTERDAM Hoorn, 10 september 2018 Zaaknummer Behandelaar Betreft Locatie : RUD : de heer J. Schunselaar : Wnb ontheffing art. 3.3 windturbines Eneco : Noordersluisweg gemeente Velsen Geachte mevrouw Melchers, Op 24 mei 2018 hebben wij uw aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3.3 van de Wet Natuurbescherming (hierna: Wnb) ontvangen. Op 13 juni 2018 heeft u op ons verzoek om informatie aanvullende gegevens toegezonden. De aanvraag heeft betrekking op het bouwen en in gebruik hebben van een zestal windturbines. Deze worden gebouwd aan de Noordersluisweg in de gemeente Velsen. De werkzaamheden bestaan uit het bouwen van de windturbines, met alle daarvoor benodigde voorbereidende (graaf- en hei-) werkzaamheden. Voor deze werkzaamheden wordt door de initiatiefnemer, Eneco, ontheffing gevraagd van de verbodsbepaling genoemd in: artikel 3.1, lid 1 van de Wnb, voor zover het betreft het opzettelijk doden van exemplaren van de blauwe reiger (Ardea cinerea), grauwe gans (Anser anser), krakeend (Anas strepera), wilde eend (Anas platyrhynchos), buizerd (Buteo buteo), waterhoen (Gallinula chloropus), waterral (Rallus aquaticus), meerkoet (Fulica atra), kievit (Vanellus vanellus), watersnip (Gallinago gallinago), scholekster (Haematopus ostralegus), houtsnip (Scolopax rusticola), tureluur (Tringa totanus), groenpootruiter (Tringa nebularia), regenwulp (Numenius phaeopus), witgat (Tringa ochropus), oeverloper (Actitis hypoleucos), steenloper (Arenaria interpres), gierzwaluw (Apus apus), veldleeuwerik (Aiauda arvensis), boerenzwaluw (Hirundo rustica), boompieper (Anthus trivialis), graspieper (Anthus pratensis), gele kwikstaart (Motacilla flava), noordse kwikstaart (Motacilla flava thunbergii), witte kwikstaart (Motacilla alba), heggemus (Prunella modularis), roodborst (Erithacus rubecula), blauwborst (Luscinia svecica), zwarte roodstaart (Phoenicurus ochruros), gekraagde roodstaart (Phoenicurus phoenicurus), roodborsttapuit (Saxicola torquata), paapje (Saxicola rubetra), tapuit (Oenanthe oenanthe), merel (Turdus merula), zanglijster (Turdus philomelos), koperwiek (Turdus iliacus), kramsvogel (Turdus pilaris), sprinkhaanzanger (Locustella naevia), rietzanger (Acrocephalus schoenobaenus), bosrietzanger (Acrocephalus palustris), kleine karekiet (Acrocephalus scirpaceus), tuinfluiter (Sylvia borin), grasmus (Sylvia communis), zwartkop (Sylvia atricapilla), spotvogel (Hippolais icterina), tjiftjaf (Phylloscopus collybita), fitis (Phylloscopus trochilus), goudhaan (Regulus regulus), koolmees (Parus major), pimpelmees (Parus caerulaeus), zwarte mees (Parus ater), spreeuw (Sturnus vulgaris), ringmus (Passer montanus), vink (Fringilla coelebs), keep (Fringilla montifringilla), groenling (Carduelis chloris), putter (Carduelis carduelis), sijs (Carduelis spinus), kneu (Carduelis cannabina), rietgors (Emberiza schoeniclus), aalscholver (Phalacrocorax carbo), kokmeeuw (Lams ridibundus), stormmeeuw (Lams canus), Postbus J095» 1620 EB Hoorn Pagina 1 van 7

2 zilvermeeuw (Larus argentatus), kleine mantelmeeuw (Larus fuscus), grote mantelmeeuw (La rus marinus). De ontheffing is aangevraagd voor de periode van 1 juli 2019 tot en met 1 juli De aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer RUD Besluit Wij besluiten om op grond van artikel 3.3 en 3.8 van de Wnb aan Eneco ontheffing te verlenen van artikel 3.1, lid 1 van de Wnb conform aanvraag. De ontheffing geldt voor de periode van 1 juli 2019 tot en met 1 juli Voorschriften en beperkingen Aan dit besluit verbinden wij op grond van artikel 5.3, eerste, tweede en derde lid van de Wnb de navolgende voorschriften en beperkingen. Op grond van artikel 5.4, eerste en derde lid, Wnb kan de ontheffing worden ingetrokken als in strijd met de ontheffing of de voorschriften wordt gehandeld. Tevens is dan sprake van een economisch delict. 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen verleend. 2. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 3. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder blijft daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 4. Op de naleving van het in of krachtens de wet gestelde wordt toezicht gehouden door de toezichthouders van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. De gebruiker van de ontheffing moet op of nabij de projectlocatie waar de uitvoerders gerechtigd tot uitvoering zijn ter plaatse waar deze een der handelingen verricht waartoe de ontheffing strekt, aan genoemde toezichthouders op eerste aanvrage (een kopie van) de ontheffing en ecologisch werkprotocol tonen. De genoemde documenten mogen langs elektronische weg, leesbaar worden getoond. 5. De werkzaamheden en voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend. 6. De ontheffinghouder dient een ecologisch werkprotocol op te (laten) stellen waarin de in de ontheffing genoemde voorschriften zijn opgenomen. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden. 7. De ontheffinghouder dient minimaal 5 werkdagen voorafgaand aan de werkzaamheden de start van de werkzaamheden te melden bij de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. De melding dient plaats te vinden via het digitale meldformulier op de website van de RUD NHN. Inhoudsopgave A. Ontwerp aanvraag B. Wettelijk kader C. Inhoudelijke beoordeling aanvraag D. Slotoverwegingen E. Procedure en samenhangende besluiten F. Kennisgeving Postbus 2095 k 1620 EB Hoorn www rudnhn nl Pagina 2 van 7

3 A. Onderwerp aanvraag Uw aanvraag heeft betrekking op de aanleg- en gebruiksfase van een zestal windturbines. De aanlegfase betreft de volgende werkzaamheden: graven, heiwerkzaamheden, optakelen van de turbinesegmenten, en in elkaar zetten van de turbines. In de gebruiksfase zijn de windturbines in exploitatie. Dit stadium is hetgeen waar de ontheffing voornamelijk op ziet, omdat dat bij draaiende rotorbladen vogels namelijk mogelijk aanvaringsslachtoffer worden en daardoor sterven. Het gaat om de bouw en exploitatie van 6 windturbines, met een ashoogte van ongeveer 120 meter en een rotordiameter van ongeveer 117 meter. De turbines komen te staan langs de Noordersluisweg, aan de noordzijde van het Noordzeekanaal nabij TATA Steel in de gemeente Velsen. Tijdens de exploitatiefase kunnen in totaal orde grootte 90 vogels (van alle soortgroepen tezamen) op jaarbasis tot aanvaring komen met de draaiende rotorbladen, waarbij deze vogels sterven. Door deze aanvaringsslachtoffers is er sprake van overtreding van de verbodsbepalingen van de Wnb. Om die reden wordt voor bovenstaande werkzaamheden ontheffing gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1, lid 1 van de Wnb. B. Wettelijk kader Soorten van de Vogelrichtlgn De blauwe reiger, grauwe gans, krakeend, wilde eend, buizerd, waterhoen, waterral, meerkoet, kievit, watersnip, scholekster, houtsnip, tureluur, groenpootruiter, regenwulp, witgat, oeverloper, steenloper, gierzwaluw, veldleeuwerik, boerenzwaluw, boompieper, graspieper, gele kwikstaart, noordse kwikstaart, witte kwikstaart, heggemus, roodborst, blauwborst, zwarte roodstaart, gekraagde roodstaart, roodborsttapuit, paapje, tapuit, merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel, sprinkhaanzanger, rietzanger, bosrietzanger, kleine karekiet, tuinfluiter, grasmus, zwartkop, spotvogel, tjiftjaf, fitis, goudhaan, koolmees, pimpelmees, zwarte mees, spreeuw, ringmus, vink, keep, groenling, putter, sijs, kneu, rietgors, aalscholver, kokmeeuw, stormmeeuw, zilvermeeuw, kleine mantelmeeuw en grote mantelmeeuw zijn beschermde vogelsoorten als bedoeld in artikel 1 van de Europese Vogelrichtlijn. De richtlijn ziet op de bescherming van individuele vogels, hun eieren, hun nesten en hun leefgebieden. Op grond van artikel 3.1 van de Wnb is het verboden van nature in Nederland in het wild levende vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn: opzettelijk te doden ofte vangen (artikel 3.1, lid 1); opzettelijk nesten, rustplaatsen en eieren te vernielen ofte beschadigen, of nesten van vogels weg te nemen (artikel 3.1, lid 2); eieren van vogels te rapen en deze onder zich te hebben (artikel 3.1, lid 3); opzettelijk te storen (artikel 3.1, lid 4). Het verbod, bedoeld in artikel 3.1, vierde lid, is niet van toepassing indien de storing niet van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort. Op grond van artikel 3.3 van de Wnb kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen van verboden als bedoeld in artikel 3.1 of artikel 3.2, zesde lid, ten aanzien van vogels van daarbij aangewezen soorten, dan wel ten aanzien van hun nesten, rustplaatsen of eieren. Een ontheffing wordt uitsluitend verleend, indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat, dat er niet bij of krachtens enig ander artikel van deze wet vrijstelling is of kan worden verleend, de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soort, en zij nodig is op grond van een in de wet genoemd belang. Te weten: in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid; in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer; ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij of wateren; ter bescherming van flora of fauna; Postbus EB Hoorn nl Pagina 3 van 7

4 voor onderzoek of onderwijs, het uitzetten of herinvoeren van soorten, of voor de daarmee samenhangende teelt, of om het vangen, het onder zich hebben of elke andere wijze van verstandig gebruik van bepaalde vogels in kleine hoeveelheden selectief en onder strikt gecontroleerde omstandigheden toe te staan. Verordening vrijstellingen soorten Noord-Holland De Verordening vrijstellingen soorten Noord-Holland is niet van toepassing op uw aanvraag. C. Inhoudelijke beoordeling aanvraag Andere bevredigende oplossing Het plaatsen van windturbines zal in Nederland op alle locaties leiden tot verstoring, doden en/of verwonden van beschermde diersoorten (veelal vogels en/of vleermuizen) aangezien er geen locaties zijn waar geen soorten voorkomen. De gekozen locatie van windpark Spuisluis is een logische locatie om o.a. de volgende redenen: Een deel van de noodzakelijke infrastructuur voor de exploitatie van de het park (zoals wegen) is reeds aanwezig. De ruimtelijke ingreep en de ecologisch effecten van voornamelijk de aanlegfase zijn hier dan ook kleiner dan op een locatie waar nog geen turbines staan. Op ruim meter afstand van de locatie is al jarenlang een ander windpark gelegen, windpark Reyndersweg, welke op korte termijn wordt uitgebreid met drie windturbines van Tata Steel (windpark Ferrum). Locatie ligt tegen zware industrie van met name Tata Steel aan, waardoor locatie geen hoge natuurwaarden kent. De locatie is, als onderdeel van het vaststellen van de Provinciale Ruimtelijke Verordening van de provincie Noord-Holland, aangewezen voor exploiteren van grootschalige windparken. Bij de beoordeling van de aan te wijzen gebieden is een Plan MER uitgevoerd. Uit het Plan MER blijkt dat ecologische effecten een beoordelingscriterium is geweest voorde aan te wijzen gebieden. Een alternatief in de zin van minder dan 6 turbines plaatsen is geen optie, aangezien het beleid van de provincie Noord-Holland is dat geen losse turbines mogen worden geplaatst die niet in een lijnopstelling staan, en bovendien dat de minimum omvang van zo'n lijnopstelling uit tenminste 6 turbines moet bestaan. Belang van de ingreep U heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van de belangen: in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid. in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten. Voor vogels kan alleen een ontheffing worden verleend ten behoeve van belangen genoemd in artikel 3.3 van de Wnb. Het door u aangedragen belang "in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid" staat in artikel 3.3 van de Wnb genoemd. Voor soorten die zijn opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn kan alleen een ontheffing worden afgegeven ten behoeve van belangen genoemd in de Habitatrichtlijn. Het door u aangevraagde belang "in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten" voldoet aan de beschrijvingen van de belangen in de Habitatrichtlijn. Belang volksgezondheid of openbare veiligheid Reductie van uitstoot Broeikasgassen Met de realisatie van het windpark Spuisluis wordt de uitstoot vermeden van broeikasgassen. Het gaat jaarlijks om de volgende emissies aan de belangrijkste broeikasgassen: - 394,500 ton C02; ton S02; Postbus 2095 * 1620 EB Hoorn nl Pagina 4 van 7

5 ton NOx. De reductie van de emissie van broeikasgassen draagt bij aan het verminderen van de klimaatverandering van de aarde. Op deze wijze wordt ook bijgedragen aan de belangen van volksgezondheid en openbare veiligheid. De klimaatverandering is ook voor Nederland een reëel probleem. In Nederland verloopt de opwarming sinds 1950 twee keer zo snel als het wereldwijde gemiddelde. Naast hogere temperaturen en een stijgende zeespiegel zal Nederland te maken krijgen met nattere winters, hevigere hagel en onweer. Een toename van neerslag zal ook gevolgen hebben voor de rivieren. Rivieren in Nederland en België zullen mogelijk 's-winters meer en 's-zomers juist minder water afvoeren. Potentiële negatieve gevolgen klimaatverandering voor Nederland op het gebied van volksgezondheid In het meest recente rapport over de effecten van de klimaatverandering voor Nederland heeft het Planbureau voor de leefomgeving (hierna: PBL) de volgende negatieve effecten beschreven die samenhangen met de klimaatverandering in Nederland: toename van hittegolven met bijbehorende zomersmog; dit heeft negatieve gevolgen voor de volksgezondheid; toename van zgn. allergiedagen. Potentiële negatieve gevolgen klimaatverandering voor Nederland op het gebied van openbare veiligheid Afhankelijk van de mate waarin de klimaatverandering in Nederland zich door ontwikkelt kan meer en grotere schade ontstaan door overstromingen als gevolg van de zeespiegelstijging en de verhoogde afvoer van rivieren. Hierdoor is een sterke toename van wateroverlast te verwachten, vooral in lage delen van Nederland en in het rivierengebied. Verder heeft de stijging van de zeespiegel niet alleen gevolgen voor de kustbescherming, maar ook voor de landbouw (verzilting, met name in zuidwest Nederland) en voor de Waddenzee Bescherming van flora en fauna Klimaatverandering Thomas et al. concludeerde dat de grootste lange termijn bedreiging voor vogels en andere dieren in het wild de klimaatverandering is. Indien het mid-range scenario van klimaatverandering verwacht door het Intergovernmental Panel on Climate Change als uitgangspunt wordt genomen projecteerden zij dat 15-37% van alle soorten vogels uitgestorven zullen zijn in het jaar Klimaatverandering kan op verschillende manieren voor vogels fataal worden. De opwarming van hun leefgebied dwingt sommige vogelsoorten zich te verplaatsen naar hogere gebieden, waar zij de competitie met soorten die daar van oorsprong leven aan moeten gaan. Daarnaast wordt er meer hitte en droogte verwacht, waardoor vogels die nu in het regenseizoen - wanneer voedsel volop voorhanden is - broeden minder tijd hebben om hun jongen op de wereld te zetten. Hun aantallen lopen zo terug. Klimaatverandering kan er ook voor zorgen dat parasieten en ziekten gebieden binnendringen waar deze eerder niet voorkwamen. Vogels zijn daar mogelijk niet tegen bestandb. Uit het rapport van het Wereld Natuur Fonds "Bird Species and Climate Change: The Global Status Report" blijkt ook dat klimaatverandering wereldwijd een duidelijke en steeds grotere invloed heeft op vogels. Voor het rapport zijn meer dan 200 wetenschappelijke artikelen over vogels op elk continent geanalyseerd. Het beeld dat daaruit naar voren komt, is dat vogels op grote schaal dreigen uit te sterven door opwarming van het klimaat. Gelet op het voorgaande en de onverminderde actualiteit van de naar voren gebrachte omstandigheden zijn wij van oordeel dat het voornoemde belang voldoende onderbouwd is om de negatieve effecten op de bovengenoemde vogel- en vleermuissoorten, die als gevolg van de uitvoering van het project zullen optreden, te rechtvaardigen. Staat van instandhouding Vogels De kokmeeuw, zilvermeeuw, kleine en grote mantelmeeuw, stormmeeuw en aalscholver zijn in het plangebied aangetroffen. Zij vliegen in meerdere of mindere mate regelmatig door het Postbus EB Hoorn Pagina 5 van 7

6 plangebied, namelijk vanuit het binnenland via het Noordzeekanaal richting de kust en vice versa. De overige soorten komen niet jaarrond in het plangebied voor, maar kunnen bijvoorbeeld tijdens de voorjaars- of najaarstrek in aanvaring met de rotorbladen komen. In de onderbouwing bij de aanvraag is beredeneerd dat de ORNIS norm van 1% additionele sterfte (bovenop de natuurlijke sterfte van de biogeografische populatie) niet wordt overschreden. Overigens hebben wij hierbij geconstateerd dat het begrip "biogeografische populatie" voor sommige soorten zeer ruim is genomen, in ieder geval veel ruimer dan de oppervlakte van Nederland. Wij hebben in ons oordeel mee laten wegen dat het plangebied reeds sterk verstoord is, en niet bijzonder geschikt is als leefgebied of als trekroute. Dit door het sterk industriële karakter en door de grote vervuiling van licht. Zorgplicht Voor de soorten waarvoor wij u ontheffing verlenen, bent u gehouden aan de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter, geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wnb, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier- en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is nadelige gevolgen voor deze soorten te voorkomen. Vogels U dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Tevens kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebied. Wij wijzen u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Wnb. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Gesignaleerde soorten: U heeft er voor gekozen geen ontheffing aan te vragen voor een aantal vleermuissoorten, te weten gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis (alle zijn bij uw onderzoek aangetroffen in het plangebied, zij het in geringe hoeveelheden), de laatvlieger en de tweekleurige vleermuis. De laatvlieger komt in het plangebied voor, maar u heeft deze soort tijdens uw transectenonderzoek niet waargenomen. De tweekleurige vleermuis is een zeldzame doortrekker, die zelden in Noord-Holland voorkomt. Indien deze soort voorkomt, heeft hij wel een relatief grote kans op een aanvaring, aangezien de soort tot op rotorhoogte vliegt. U heeft voor deze soorten ervoor gekozen geen ontheffing aan te vragen, met als argument dat het aantal aanvaringen 'verwaarloosbaar' is. D. Slotoverwegingen Verloop termijn ontheffing Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, zeker vijf maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. E. Procedure en samenhangende besluiten De voorbereiding van deze vergunning heeft plaatsgevonden overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 5 van de Wnb en de daarvoor relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht. Wij wijzen u erop dat uw aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvoor mogelijk ook op grond van andere wet- en regelgeving een besluit nodig is. Tevens kunnen er overige belemmeringen zijn in het kader van ruimtelijke belangen. Postbus EB Hoorn www rudnhn.nl Pagina 6 van 7

7 F. Kennisgeving Van dit besluit wordt door ons kennisgegeven door middel van een publicatie op de website Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. Meer informatie Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met de heer J. Schunselaar via of jschunselaar@rudnhn.nl. Wij verzoeken u hierbij het zaaknummer te vermelden. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten namens dezen. van Noord-HpUahd, ^ \<^ mw. drs. I.A.M.3. Sweep Afdelingsmanager^R^gulelring Leefomgeving Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) Bezwaar Als u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de verzending van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie. Postbus 123, 2000 MD Haarlem. Ook kunt u voor meer informatie de provinciale website bezoeken: Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken. Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan. Kopie: RUD NHN Afdeling Toezicht en Handhaving en de gemeente Velsen Postbus EB Hoorn Pagina 7 van 7