Verwacht niet van een kind dat het zich zelf opvoedt. het heeft een ouder nodig die dat voor hem doet. lieve ouders nodig, brede schouders nodig

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verwacht niet van een kind dat het zich zelf opvoedt. het heeft een ouder nodig die dat voor hem doet. lieve ouders nodig, brede schouders nodig"

Transcriptie

1 Masterscriptie Privaatrecht Faculteit der Rechtsgeleerdheid De Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen getoetst aan het EVRM en het IVRK. Is het toekennen van meer rechten aan de pleegouders ten opzichte van de juridische ouders in het belang van het kind? Verwacht niet van een kind dat het zich zelf opvoedt het heeft een ouder nodig die dat voor hem doet lieve ouders nodig, brede schouders nodig en een arm om hem heen, een huis, een tijdelijk thuis, een kind kan het niet alleen (Kinderen voor Kinderen, ouders gevraagd) Naam: Amadessa Schipper Studentnummer: Begeleider: mr. dr. M. Voorhoeve Scriptie geschreven in het kader van de Master privaatrecht privaatrechtelijke rechtspraktijk aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit van Amsterdam Datum: 12 juli 2016

2 Samenvatting Naar aanleiding van kritiek op de kinderbeschermingsmaatregelen is op 1 januari 2015 de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen in werking getreden. Met deze wet is het belang van het kind vooropgesteld. Deze scriptie onderzoekt of de wet in overeenstemming is met internationale wetgeving, met name het principe van het belang van het kind. Het belang van het kind wordt beschermd door artikel 3 IVRK, al is de inhoud van dit artikel niet duidelijk. Daarom onderzoekt deze scriptie op basis van het IVRK en EVRM wat onder het belang van het kind verstaan moet worden. Het belang van het kind blijkt onlosmakelijk verbonden te zijn met het recht om gehoord te worden. Daarnaast kan onder het belang van het kind het recht op continuïteit en stabiliteit in de opvoeding verstaan worden. In de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen blijkt het belang van het kind opgenomen te zijn, zonder daadwerkelijk te definiëren wat de term inhoudt. Zo blijkt het recht van het kind om gehoord te worden maar beperkt toepasbaar. Gekeken had moeten worden naar de mogelijkheid het recht van het kind op een eigen procesgang te erkennen. Met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen is daarnaast beoogd de positie van pleegouders te versterken. Onderzocht is welke rechten de juridische ouders en de pleegouders hebben op grond van internationale wetgeving en of het toekennen van meer rechten aan de pleegouders ten opzichte van de juridische ouders in het belang van het kind is. Uitgangspunt is dat het kind dient op te groeien bij zijn biologische ouders en recht heeft op een family life met hen. Toch is deze zienswijze de laatste jaren veranderd en heeft het EHRM steeds meer belang gehecht aan de continuïteitsdoelstelling in plaats van de herenigingsdoelsteling. Ook heeft het EHRM steeds meer de nadruk gelegd op het belang van het kind, waardoor de rechten van de juridische ouders opzij gezet kunnen worden. Het gaat dan met name om het belang van het kind bij continuïteit en stabiliteit in de opvoeding. Dat is ook de reden dat in het Nederlandse recht het blokkaderecht van pleegouders uitgebreid is en een verlenging van de OTS alleen mogelijk is als het kind binnen een aanvaardbare termijn terug kan naar zijn ouders. De scriptie concludeert dat op basis van rechtspraak van het EHRM het belang van het kind tevens inhoudt het belang van het kind op stabiliteit en continuïteit in de opvoeding. Het belang van het kind werkt daarom ook door in de rechten van pleegouders, daar hun rechten uitgebreid zijn omwille van de continuïteit in de opvoeding van het kind. Toch had de wetgever met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen meer waarde kunnen toekennen aan de continuïteit in de opvoeding door een fatale termijn in te stellen in plaats van een aanvaardbare termijn. Ook had gekeken moeten worden naar de mogelijkheden om een voogdijoverdracht op te nemen bij een gezagsbeëindiging zodat de continuïteit in de opvoeding van het kind gewaarborgd blijft en pleegouders daadwerkelijk meer rechten hadden gekregen. 2

3 Inhoudsopgave Samenvatting p. 2 Inhoudsopgave.p. 3 Hoofdstuk 1 Inleiding..p Achtergrond: wetswijziging p Onderzoeksvraag.p Opbouw..p Onderzoeksmethode p. 9 Hoofdstuk 2 De Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen.p Wat zijn de belangrijkste wijzigingen p Wat is het doel van de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen..p. 12 Hoofdstuk 3 Het belang van het kind in het kader van nationale en internationale wetgeving.p Inleiding.p Het belang van het kind op grond van het IVRK..p Het belang van het kind volgens het EHRM.p Het belang van het kind en het recht om gehoord te worden...p De Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen getoetst aan het belang van het kind.p. 23 3

4 Hoofdstuk 4 Welke rechten hebben de overige betrokkenen op grond van internationale wetgeving?...p Inleiding p Het recht om het eigen kind op te voeden p Het recht op contact met het kind p Het recht op duidelijkheid bij een uithuisplaatsing.. p Het blokkaderecht....p Het recht op family life (artikel 8 EVRM)...p De verhouding tussen het belang van het kind en het belang van de overige betrokkenen..p De Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen getoetst aan de rechten van overige betrokkenen op grond van internationale wetgeving.p. 38 Hoofdstuk 5 Conclusie...p. 43 Literatuurlijst.p. 47 4

5 1. Inleiding 1.1. Achtergrond: wetswijziging Ouders zijn verplicht zorg te dragen voor hun kinderen op grond van artikel 1:247 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Soms is het echter niet mogelijk voor ouders om hun kind de opvoeding en zorg te bieden die nodig is voor zijn ontwikkeling. Wanneer de ouders hier niet toe in staat zijn, kan besloten worden om over te gaan tot het opleggen van een kinderbeschermingsmaatregel. Kinderen hebben immers bijzondere bescherming en zorg nodig. Deze bescherming is neergelegd in het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind (hierna: IVRK). 1 Staten die partij zijn bij het verdrag hebben de verplichting kinderen te beschermen. Het doel van de kinderbeschermingsmaatregelen is het beschermen van het kind tegen een aantasting van zijn 2 recht op een opvoedings- en leefsituatie die voldoet aan de voorwaarden voor een goede ontwikkeling. De ondertoezichtstelling (hierna: OTS) is de meest voorkomende kinderbeschermingsmaatregel. 3 Eind september 2012 stonden er kinderen onder toezicht. De OTS staat in artikel 1:255 BW. De OTS beperkt het gezag van de ouders en wijst een gezinsvoogd aan. Daarnaast bevat de Nederlandse Wetgeving de rechtsfiguur van de uithuisplaatsing. 4 Waarbij het mogelijk is het kind uit huis te plaatsen als dit in het belang is van de verzorging en opvoeding van het kind. De staat neemt middels deze 1 Toelichting bij artikel 1 IVRK. 2 Omwille van de leesbaarheid, is gekozen voor de mannelijke vorm overal waar zowel een jongen als een meisje bedoeld kan worden. 3 Data over een ondertoezichtstelling. Centraal Bureau voor de Statistiek, Artikel 1:264b BW Burgerlijk Wetboek: Indien dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of tot onderzoek van diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid, kan de kinderrechter de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1. van de Jeugdwet, die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling op haar verzoek machtigen de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen. 5

6 wettelijke mogelijkheden de verantwoordelijkheid op zich om kinderen te beschermen die in gevaar verkeren en waarvan de ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. 5 Naar aanleiding van kritiek op de kinderbeschermingsmaatregelen is op 1 januari 2015 de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen in werking getreden. 6 De kritiek had met name betrekking op het feit dat artikel 3 IVRK (het belang van het kind) onvoldoende doorwerkte in de Nederlandse rechtsorde en dat pleegouders en pleegkinderen te lang in onzekerheid verkeerde bij een langdurige pleeggezinplaatsing. Daarnaast zou er onvoldoende gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden tot ontheffing van het ouderlijk gezag. 7 De Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen is mede gebaseerd op het rapport Kinderen eerst 8 van de Werkgroep Wetgeving voor de aanpassing van kinderbeschermingswetgeving. Uit het rapport blijkt dat het belang van het kind altijd achtergesteld werd en dat voorrang werd gegeven aan het recht van de ouders om het opvoedingsrecht te behouden. Met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen is beoogd toe te komen aan de geuite kritiek door het belang van het kind voorop te stellen 9 en meer duidelijkheid te creëren voor ouders en kinderen over het feit waarom een kinderbeschermingsmaatregel is opgelegd en hoe lang deze zal duren. 10 Ook is beoogd de rechtspositie van pleegouders te verbeteren. Pleegouders hebben een belangrijke taak, namelijk zorg te dragen dat het kind zich op een gezonde en evenwichtige manier kan ontwikkelen, 11 zij worden echter gezien als 'verzorgers zonder recht'. 12 Met de Wet 5 M. Ganzevles, R. Blok.Wie zorgt er dan voor mij? Duivendrecht: SWP, Kamerstukken II 2008/09, , nr H. Van t Hek. Kinderen eerst: kijken zien en waarnemen in de wereld van kindermishandeling jeugdzorg en kinderbescherming. Assen: Van Gorcum, Groot e.a. Kinderen eerst: Advies van de Werkgroep Wetgeving voor de aanpassing van kinderbeschermingswetgeving. Utrecht: in opdracht van het ministerie van Justitie in het kader van het beleidsprogramma Beter Beschermd, Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3. P Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3. P M. Angius. Family life in spagaat. Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht. 2015/14. 6

7 herziening kinderbeschermingsmaatregelen is daarom beoogd de rechtspositie van pleegouders te verbeteren. 13 Onder de vorige wetgeving verkeerde de pleegouders en het kind lange tijd in onzekerheid omdat de beslissing over de verblijfplaats van het kind lang uitbleef, zelfs in situaties waarin al duidelijk was dat de juridische ouders nooit meer in staat zouden zijn voor het kind te zorgen. 14 Daarom is met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen het blokkaderecht uitgebreid met artikel 1:265i BW, waardoor het ook mogelijk is het blokkaderecht in te roepen bij niet-vrijwillige plaatsingen. 15 Met deze uitbreiding is beoogd de onduidelijkheid over het doel en de duur van de plaatsing van het kind in het pleeggezin weg te nemen. 16 Het blokkaderecht voorkomt dat het kind door Bureau Jeugdzorg uit het pleeggezin gehaald kan worden zonder voorafgaande toestemming van de pleegouders of vervangende toestemming van de kinderrechter. Deze uitbreiding vindt haar legitimatie in het family life dat de pleegouders met het kind hebben opgebouwd. 17 Een andere legitimatie voor de uitbreiding van het blokkaderecht is het belang van het kind bij stabiliteit en continuïteit in zijn opvoeding. 18 Door het toekennen van meer rechten aan pleegouders kunnen er echter conflicterende belangen ontstaan tussen de rechten van de pleegouders en die van 12 M.R. Bruning. Pleegouders: verzorgers zonder recht? Ars Aequi 2002/ Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3. p J. Kok. Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen. Ars Aequi 2015/1 p Onder het vorige jeugdbeschermingsrecht gold het blokkaderecht slecht voor vrijwillige plaatsingen. Bij een vrijwillige plaatsing in een pleeggezin heeft de ouder zelf hulp gezocht en ingestemd met de plaatsing van het kind bij een pleeggezin. Beslist de kinderrechten dat het kind bij een pleeggezin geplaatst moet worden, dan noemt men dit een justitiële plaatsing. Hieronder valt de ondertoezichtstelling en de gezag beëindigende maatregel (Kamerstukken II 2010/11, ). 16 K.A.M, Zon, van der. Kinderrechten in de pleegzorg-over continuïteit en veiligheid. Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht 2013/ Groot e.a. Kinderen eerst: Advies van de Werkgroep Wetgeving voor de aanpassing van kinderbeschermingswetgeving. Utrecht: in opdracht van het ministerie van Justitie in het kader van het beleidsprogramma Beter Beschermd, K.A.M, Zon, van der. Kinderrechten in de pleegzorg-over continuïteit en veiligheid. Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht 2013/38; Kamerstukken II 2008/09, , nr.3. p. 9. 7

8 juridische ouders. 19 Juridische ouders hebben op grond van artikel 8 Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens en de Fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) recht op respect voor familie- en gezinsleven. Ook hebben de juridische ouders op grond van artikel 18 IVRK het recht om het kind bij hen te laten opgroeien en op grond van artikel 9 lid 3 IVRK om omgang met het kind te hebben. De rechter zal bij een conflict tussen de rechten van pleegouders en juridische ouders een evenwichtige belangenafweging moeten maken waarbij het belang van het kind voorop dient te staan. 1.2 Onderzoeksvraag De Memorie van Toelichting bij de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen stelt dat de Wet is ingevoerd om beter aan te sluiten bij het belang van het kind. Onderzocht zal worden of de Wet voldoet aan de eisen die het EVRM en het IVRK aan het belang van het kind stellen en of het toekennen van meer rechten aan de pleegouders ten opzichte van de juridische ouders in het belang van het kind is Opbouw De beantwoording van de hoofdvraag geschiedt stapsgewijs door middel van de behandeling van de deelvragen. Onderzocht zal worden wat het belang van het kind inhoudt en hoe de rechten van de juridische ouders en pleegouders tegen elkaar afgewogen kunnen worden in het belang van het kind. In het eerste hoofdstuk zal de wetswijziging kort geanalyseerd worden door in te gaan op de vraag wat de belangrijkste wijzigingen zijn en wat het doel is van de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen. In het tweede hoofdstuk zal onderzocht worden wat het belang van het kind inhoudt volgens het IVRK en het EVRM en hoe het belang van het kind tot uitdrukking komt in de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen. In het 19 Omwille van de leesbaarheid, is gekozen voor de term juridische ouder omdat de juridische ouder in de meeste gevallen ook de biologische ouder is. Uitzonderingen buiten beschouwing gelaten. 8

9 derde hoofdstuk zal onderzocht worden welke rechten de juridische ouders en pleegouders hebben op grond van internationale wetgeving. Hierbij zal ingegaan worden op het recht om het eigen kind op te voeden en contact met hem te hebben, het recht op duidelijkheid bij een uithuisplaatsing, het blokkaderecht en het recht op family life (artikel 8 EVRM). Daarnaast zal onderzocht worden wat de verhouding is tussen deze rechten en het belang van het kind. Tenslotte zal de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen getoetst worden aan de rechten die de juridische ouders en de pleegouders hebben op grond van internationale wetgeving Onderzoeksmethode De in deze scriptie centraal staande onderzoeksvraag wordt beantwoord door middel van een evaluatie van de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen. Deze wet zal getoetst worden aan internationaal recht en dan met name het EVRM en IVRK. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van de literatuur, jurisprudentie van het EHRM, the General Comments van het IVRK en de UN-Guidelines for the Alternative care of Children. 9

10 2. De Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen 2.1. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen? Met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen is een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Een van de belangrijkste wijzigingen betreft de voorwaarden voor het opleggen van een OTS. De voorwaarden voor het opleggen van een OTS zijn met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen verruimd. 20 De eerste voorwaarde voor het opleggen van een OTS, de minderjarige moet zodanig opgroeien dat hij ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, is hetzelfde als onder de vorige wetgeving, welke op 26 april 1995 is ingevoerd 21 en in artikel 1:254 BW stond. 22 De tweede voorwaarde, de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige, zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefent, wordt niet of onvoldoende geaccepteerd, houdt in dat de ouders bereid moeten zijn om vrijwillig hulpverlening te accepteren. Wanneer zij dit doen, komt de OTS te vervallen. Dit is een wijziging met betrekking tot de vorige wetgeving. Onder de vorige wetgeving was voor het opleggen van een OTS bepalend in welke mate de hulpverlening gefaald had. Onder de nieuwe wet gaat het om het accepteren van hulp. Het gebrek aan acceptatie van de hulpverlening door de ouders is een nieuw criterium. De derde en laatste voorwaarde voor een OTS onder de nieuwe Wet is dat de verwachting gerechtvaardigd 20 Artikel 1:255 BW (nieuw): De kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht stellen van een gecertificeerde instelling indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en a. de zorg die in verband met het wegnemen van de bedreiging noodzakelijk is voor de minderjarige of voor zijn ouders of de ouder die het gezag uitoefenen, door dezen niet of onvoldoende wordt geaccepteerd, en b. de verwachting gerechtvaardigd is dat de ouders of de ouder die het gezag uitoefenen binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 247, tweede lid, in staat zijn te dragen. 21 Stb.1995, Artikel 1:254 lid 1 (oud): Indien een minderjarige zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen, kan de kinderrechter hem onder toezicht stellen van een stichting als bedoeld in artikel 1 onder f, van de Wet op de Jeugdzorg. 10

11 moet zijn dat de ouders of ouder met gezag binnen een gelet op de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding in staat zijn te dragen. Met deze derde voorwaarde wordt de aanvaardbare termijn bedoeld. Deze termijn wordt bepaald door de periode van onzekerheid die het kind kan overbruggen zonder dat het ernstige schade oploopt in zijn ontwikkeling. De termijn is daarnaast afhankelijk van de leeftijd en ontwikkeling van het kind. De termijn zal over het algemeen korter zijn voor jonge kinderen dan voor oudere kinderen. 23 Onder de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen kan een OTS alleen worden opgelegd indien er sprake is van een gerechtvaardigde verwachting dat de ouders binnen een voor de persoon en ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn de verzorging en opvoeding weer in staat zijn te dragen. 24 Met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen wordt hierdoor het probleem van de onduidelijkheid over het doel en de duur van de pleegzorgplaatsing aangepakt. Door deze aanvaardbare termijn krijgen pleegouders meer zekerheid, wat ten goede komt aan de continuïteit in de opvoeding en verzorging van het kind. Hier zal verder op ingegaan worden in de volgende paragraaf. 25 Een tweede belangrijke wijziging is dat pleegouders onder de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen meer rechten hebben gekregen. Onder de vorige wetgeving kon het kind bij zijn pleegouders worden weggehaald zonder dat de pleegouders deze verplaatsing konden voorkomen. Dit werd gezien als een inbreuk op het recht van het kind op continuïteit in de opvoeding. Met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen is het blokkaderecht gewijzigd. Onder de vorige 23 J. Kok. Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen. Ars Aequi 2015/1 p P.J. Montanus. Het nieuwe jeugdrecht en complexe omgangszaken. Tijdschrift Relatierecht en Praktijk /2; J. Huijer. Herziening kinderbeschermingsmaatregelen: naar een nieuwe ondertoezichtstelling. Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht. 2015/8. P K.A.M, Zon, van der. Kinderrechten in de pleegzorg-over continuïteit en veiligheid. Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht 2013/38. 11

12 wetgeving was het voor pleegouders alleen mogelijk het blokkaderecht in te roepen bij een vrijwillige OTS. 26 Met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen is het voor pleegouders ook mogelijk het blokkaderecht in te roepen bij een niet-vrijwillige OTS. 27 Deze verandering vindt zijn legitimatie in het feit dat de verplaatsing van het pleegkind op gespannen voet staat met het belang van het kind op continuïteit en stabiliteit in de opvoeding Wat is het doel van de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen? De Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen 29 is gebaseerd op het rapport Kinderen eerst van de Werkgroep Wetgeving voor de aanpassing van kinderbeschermingswetgeving. De Werkgroep stelde zich op het standpunt dat het kind recht heeft op continuïteit en stabiliteit in zijn opvoeding. 30 In Nederland zit een kind, in vergelijking met andere landen, langer in onzekerheid over zijn situatie. Zo wordt in de Verenigde Staten het gezag van de ouders ontnomen wanneer een minderjarige in de daar voorgaande 22 maanden minder dan 15 maanden bij de juridische ouders gewoond heeft. De Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen heeft dan ook als doel een aantal belangrijke knelpunten met betrekking tot de continuïteit in de opvoeding van het kind aan te pakken. 31 In de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen is daarom het 26 Artikel 1:253s: Indien het kind met instemming van zijn ouders die het gezag over hem uitoefenen, gedurende ten minste een jaar door een of meer andere als behorende tot het gezin is verzorgd en opgevoed, kunnen de ouders slechts met toestemming van degenen die de verzorging en opvoeding o zich hebben genomen, wijziging in het verblijf van het kind brengen. 27 Artikel 1:265i: De gecertificeerde instelling behoeft de toestemming van de kinderrechter voor wijziging in het verblijf van een minderjarige die ten minste een jaar door een ander als de ouder is opgevoed en verzorgd als behorende tot zijn gezin. 28 K.A.M, Zon, van der. Kinderrechten in de pleegzorg-over continuïteit en veiligheid. Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht 2013/ Kamerstukken II 2008/09, , nr M. Verhagen. Beter beschermd en kinderen eerst. Maatwerk. 2011/12. P K.A.M, Zon, van der. Kinderrechten in de pleegzorg-over continuïteit en veiligheid. Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht 2013/38. 12

13 recht van het kind op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid centraal gezet. 32 Daarnaast wordt het probleem van de onduidelijkheid over het doel en de duur van de uithuisplaatsing aangepakt. De onduidelijkheid over het doel van de uithuisplaatsing wordt aangepakt doordat de rechter onder de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen in de beschikking op dient te nemen waarom een kinderbeschermingsmaatregel is getroffen. 33 De onduidelijkheid over de duur van de uithuisplaatsing wordt aangepakt met de nieuwe voorwaarde van de aanvaardbare termijn. Hierdoor is het niet meer mogelijk de OTS steeds weer te verlengen zonder perspectief op terugplaatsing bij de juridische ouder waardoor sneller duidelijkheid geboden wordt over de situatie van het kind. 34 Kok en Punselie 35 zijn van mening dat wanneer het duidelijk is dat een kind niet meer naar de eigen ouders zal terug keren, dit ook juridisch geregeld moet worden door middel van de beëindiging van het gezag. Zij stellen dat pedagogen pleiten dat dit bij jonge kinderen al binnen enkele maanden dient te gebeuren. De grond voor de beëindiging van het gezag was onder de vorige wetgeving altijd afhankelijk van het gedrag van de ouders en diens plicht het kind te verzorgen en op te voeden. 36 Dit heeft volgens de Werkgroep Wetgeving in het advies Kinderen eerst als gevolg dat bij de 32 M. Verhagen. Beter beschermd en kinderen eerst. Maatwerk. 2011/12. P J. Kok. Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen. Ars Aequi 2015/1 p J. Kok. Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen. Ars Aequi 2015/1 p K.A.M, Zon, van der. Kinderrechten in de pleegzorg-over continuïteit en veiligheid. Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht 2013/38; E.C.C. Punselie. Voor een pleegkind met recht een toekomst: een studie naar de (rechts)positie van (pleeg)ouders en (pleeg)kinderen in geval van langdurige uithuisplaatsing. Leiden: Kluwer Artikel 1:266 BW (oud) (ontheffing gezag): Mits het belang van de kinderen zich daar niet tegen verzet, kan de rechter een ouder van het gezag over een of meer van zijn kinderen ontheffen, op grond dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen. Artikel 1:269 BW (oud) (ontzetting gezag): Indien de rechtbank dit in het belang van de kinderen noodzakelijk oordeelt, kan zij een ouder van het gezag over een of meer van zijn kinderen ontzetten, op grond van: misbruik van het gezag, grove verwaarlozing van de verzorging of opvoeding van een of meer kinderen; slecht levensgedrag; onherroepelijke veroordeling wegens opzettelijke deelneming aan enig misdrijf met een onder zijn gezag staande minderjarige of wegens het plegen tegen een minderjarige van een van de misdrijven omschreven in de titels XIII-XV en XVIII-XX van het tweede boek van het Wetboek van Strafrecht of tot een vrijheidsstraf van twee jaar of langer. 13

14 overweging om het gezag van de ouders te beëindigen, het belang van het kind niet vooropgesteld werd. Gevolg hiervan is dat pleeggezinplaatsingen soms veel te lang in het kader van een OTS doorgezet werden zonder dat werd overgegaan tot een gezagsontnemende maatregel. 37 Met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen zijn de ontzetting en de ontheffing van het gezag samengevoegd tot één gezagsbeëindigende maatregel in artikel 1:266 BW. Deze maatregel kan worden opgelegd als voldaan wordt aan twee voorwaarden namelijk; de minderjarige moet ernstig in haar ontwikkeling worden bedreigd en de ouder moet niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding binnen een voor het kind aanvaarbare termijn te dragen. Door deze wijziging wordt er niet meer gekeken naar het handelen van de ouders, maar naar het belang van het kind. 38 In het volgende hoofdstuk zal onderzocht worden wat er verstaan wordt onder het belang van het kind volgens het IVRK en EVRM en hoe het belang van het kind naar voren komt in de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen. 37 K.A.M, Zon, van der. Kinderrechten in de pleegzorg-over continuïteit en veiligheid. Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht 2013/ K.A.M, Zon, van der. Kinderrechten in de pleegzorg-over continuïteit en veiligheid. Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht 2013/38. 14

15 3. Het belang van het kind in het kader van internationale wetgeving 3.1. Inleiding Toen in 1901 de kinderwetten aangenomen werden, kwam er ook aandacht voor het criterium het belang van het kind. 39 Vanaf dat moment was het mogelijk om ouders uit de ouderlijke macht te ontzetten wanneer de ouder tekortschoot in de opvoeding en verzorging van het kind. Het belang van het kind dient sindsdien voorop te staan bij alle maatregelen die kinderen aangaan op grond van deze kinderwetten, waarbij de overheid zorg dient te dragen voor het welzijn van het kind en toezicht dient te houden op de voorzieningen die de zorg en bescherming van het kind betreffen. 40 Het belang van het kind om verzorgd en opgevoed te worden door de eigen biologische ouder wordt door het IVRK als belangrijkste uitgangspunt genomen. Het kinderrechtencomité kwalificeert het belang van het kind als een van de vier algemene kinderrechtenbeginselen. 41 Mede onder invloed van het IVRK heeft het belang van het kind zijn weg gevonden naar artikel 24 EU Grondrechten Handvest en naar de jurisprudentie van het EHRM. 42 In de Memorie van Toelichting bij de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen wordt artikel 3 IVRK specifiek genoemd als grondslag om het belang van het kind bij iedere beslissing de voornaamste overweging te laten vormen. Het belang van het kind is echter een vage term. Voordat de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen getoetst kan worden aan het belang van het kind, zal gedefinieerd moeten worden wat op basis van verschillende factoren onder het belang 39 J. Smets. Evolutie van een rechtsbegrip. Het belang van het kind. Gouda Quint J. Smets. Evolutie van een rechtsbegrip. Het belang van het kind. Gouda Quint De andere kinderrechtbeginselen zijn: het recht op non-discriminatie, het recht op leven, overleven en ontwikkeling en het recht op vrije meningsuiting in aangelegenheden die het kind aanbelangen. Deze beginselen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden (Liefaard, 2013; Herbots en Put, 2010). 42 T. Liefaard. Het belang van het kind als kinderrecht. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht. 2013/76. 15

16 van het kind verstaan wordt volgen het IVRK en EVRM. Belangrijk is daarbij op te merken dat de uitspraken van het EHRM rechtstreeks doorwerken in de Nederlandse rechtsorde en daarmee dus ook juridische gevolgen kunnen hebben. Het IVRK werkt op dit moment nog niet rechtstreeks door in de Nederlandse rechtsorde. 43 Toch is in de lagere rechtspraak de laatste jaren verschillende keren bepaald dat artikel 3 IVRK rechtstreekse werking heeft Het belang van het kind op grond van het IVRK Het belang van het kind staat in artikel 3 IVRK. Dit artikel bepaalt dat bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, de belangen van het kind de eerste overweging vormen. Het belang van het kind zoals verwoord in dit artikel is echter een vage term. Daarom is er gekeken naar de General Comments. Het Kinderrechtencomité publiceert General Comments om bepaalde artikelen uit het IVRK nader toe te lichten 45. In General Comment no 14 is het belang van het kind uitgewerkt. In paragraaf 32 staat dat het belang van het kind een complex criterium is 46 en dat per geval bekeken moet worden welke betekenis toegekend kan worden aan het belang van het kind. Daarnaast staat in dezelfde paragraaf dat gekeken dient te worden naar de specifieke omstandigheden van het kind, waarbij met name de persoonlijke context, situatie en behoeften van het kind van belang zijn. De paragrafen 53 tot en met 79 geven hier een 43 G.J. Pulles. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het IVRK: Receptie in het belang van het kind. Uit: C. Mak, F.K. van Wijk, J.H. de Graaf en P.J. Montanus (red), Rechten van het kind en aardigheid, Nijmegen: Ars Aequi Libri, P P.A.J.F. Teeffelen, van. De belangen van het kind gewogen. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht. 2011/98; G. Ruitenberg. De uitdaging van het kinderrechtenverdrag voor de Nederlandse rechtspraak. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht. 2004/9. P M.J. Vonk. Kinderrechten in het kader van het familierecht in Nederland en Canada: wat kunnen we van elkaar leren? Cleveringalezing, P General Comment No. 14 (2013) on the right of the child to have his or her best interests taken as a primary consideration. 16

17 aanvulling op. In deze paragrafen staat dat om vast te stellen wat in het belang van het kind is, er rekening gehouden dient te worden met de mening van het kind, zijn identiteit, het behoud van het gezin en het onderhouden van relaties, zijn zorg, bescherming en veiligheid, zijn kwetsbaarheid en gezondheid en zijn onderwijs. In feite zou gesteld kunnen worden dat alle rechten die het IVRK beschermt een specificering zijn van het belang van het kind. Uit paragraaf 80 blijkt dat deze rechten verschillend toegepast kunnen worden en kunnen variëren per zaak. Daarnaast blijkt dat de waarde die toegekend wordt aan een recht afhangt van de andere rechten. Een belangrijk recht is het recht om gehoord te worden. Het recht om gehoord te worden staat in artikel 12 IVRK en bepaalt dat het kind gehoord dient te worden in alle aangelegenheden die het kind betreffen. In paragraaf 43 van General Comment No 14 wordt gesteld dat het recht om gehoord te worden een onderdeel is van het belang van het kind en dat er een onlosmakelijke band is tussen artikel 3 IVRK en artikel 12 IVRK. In General Comment No wordt het recht van het kind om gehoord te worden nader toegelicht. In pararaaf 74 van General Comment No. 12 staat dat geen correcte toepassing van artikel 3 IVRK (het belang van het kind) kan plaatsvinden, indien artikel 12 IVRK (het recht om gehoord te worden) niet wordt nageleefd. Ook stelt paragraaf 21 dat er geen leeftijdsgrens verbonden mag worden aan artikel 12 IVRK. Het doel van de General Comment is daadwerkelijk verandering brengen in de houding van overheidsinstellingen zodat kinderen worden gezien als houders van universele, ondeelbare rechten. Het comité benadrukt daarbij dat het belang van het kind een complex begrip is, welke in samenhang met andere bepalingen van het IVRK gelezen moet worden en waarbij een beoordeling plaats moet vinden op het niveau van het individuele kind General Comment No. 12 (2009) the right of the child to be heard. 48 Defence for children. Belang van het kind uitgelegd door VN-Kinderrechtencomité. 27 juni

18 3.3. Het belang van het kind volgens het EHRM Onder invloed van artikel 3 IVRK heeft het belang van het kind zijn weg gevonden naar de jurisprudentie van het EHRM. In artikel 8 EVRM is het recht op family life opgenomen. De rechten van de ouders en het belang van het kind lijken volgens Van Teeffelen 49 sterk met elkaar te zijn verweven. Gesteld kan worden dat het recht op family life in het belang van het kind is. Dit is ook bepaald door het EHRM in de zaak Neulinger & Shuruk t. Zwitserland. In deze zaak wordt het belang van het kind nader gedefinieerd. 50 Het EHRM besliste dat het belang van het kind afhangt van de omstandigheden van het geval, met name zijn leeftijd, zijn mate van volwassenheid, het al dan niet aanwezig zijn van zijn ouders, zijn omgeving en hetgeen hij heeft meegemaakt. In de zaak Aune t. Noorwegen 51 ging het om het belang van het kind in het specifieke geval van een pleeggezinplaatsing. Aune werd met spoed in een pleeggezin geplaatst vanwege het vermoeden dat hij ernstig verwaarloosd zou worden. Uiteindelijk besliste het EHRM tot gezagsontneming van de moeder en adoptie van Aune door zijn pleegouders. Moeder diende een klacht in en stelt dat er sprake was van family life en dat een langdurige pleegezinplaatsing ook voldoende was om de belangen van Aune te beschermen. Het EHRM heeft in deze zaak overwogen dat bij het identificeren van de belangen van het kind twee uitgangspunten centraal moeten worden gesteld, ten eerste is het in het belang van het kind dat de banden met zijn gezin in stand worden gehouden (tenzij de verzorgers hebben bewezen uitermate ongeschikt te zijn) en ten tweede is het in het belang van het kind om een veilige en stabiele opvoedomgeving te garanderen. In Levin t. Zweden 52 ging het ook om een pleeggezinplaatsing omdat vermoed werd dat de kinderen verwaarloosd zouden worden. Moeder had zeer beperkte contactrechten met haar kinderen. Zij stelde dat dit een inbreuk was op artikel 8 EVRM. De contactregeling had volgens het EHRM echter als doel de belangen van de kinderen te beschermen. Het 49 P.A.J.F. Teeffelen, van. De belangen van het kind gewogen. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht. 2011/ EHRM 6 juli 2010, 41615/07 (Shuruk/Zwiterland). 51 EHRM 13 maart 2012, 4547/10 (Aune t. Noorwegen). 52 EHRM 15 maart 2012, 35141/06 (Levin/Zweden). 18

19 EHRM overwoog daarom dat onder het belang van het kind onder andere verstaan dient te worden het belang van het kind op continuïteit en stabiliteit in de opvoedrelatie door een nieuw opvoedingsperspectief bij de adoptieouders te bieden Het belang van het kind en het recht om gehoord te worden In de voorgaande paragraaf is onder andere duidelijk geworden dat het recht om gehoord te worden onlosmakelijk verbonden is met het belang van het kind. Door het kind het recht te geven om gehoord te worden, kan de rechter beter rekening houden met het belang van het kind. 53 Het recht van het kind om gehoord te worden verdient dan ook een nadere toelichting omdat het een belangrijk onderdeel is van de term het belang van het kind. Op grond van artikel 12 IVRK heeft het kind dat in staat is zijn mening te vormen, het recht die mening vrijelijk te uiten in alle omstandigheden die het kind betreffen, waarbij aan de mening van het kind passend belang wordt gehecht in overeenstemming met de leeftijd en rijpheid van het kind. Het is voor kinderen echter moeilijk om zelf juridische stappen te ondernemen om hun rechten af te dwingen omdat zij voor het afdwingen van hun rechten afhankelijk zijn van anderen. In artikel 5 IVRK staat dat ouders of anderen die wettelijk verantwoordelijk zijn voor het kind, het kind voorzien in passende leiding en begeleiding bij de uitoefening door het kind van zijn of haar rechten. Hier zit echter ook een probleem. Kinderen hebben op grond van het IVRK hun eigen rechten, die in wezen te vergelijken zijn met die van volwassenen. Zij zijn echter voor het afdwingen van hun rechten afhankelijk van diegenen die de juridische verantwoordelijkheid over hen hebben. Vooral bij uithuisgeplaatste kinderen kan dit zorgen voor problemen, aangezien de biologische ouders vaak nog de juridische verantwoordelijkheid voor het kind hebben in plaats van de pleegouders. Pleegouders hebben namelijk geen gezag over het kind en gezag is nodig om beslissingen over het 53 M.P. de Jong-de Kruijf & K.A.M. van der Zon. Data Juridica, Hoger beroep tegen een uithuisplaatsingsbeslissing en de rol van de minderjarige. Directe participatie van minderjarigen bij de gerechtshoven in Nederland. DJ 2015/2673. Trema 2015, p

20 kind te kunnen nemen. Het blijkt dat twee derde van de pleegkinderen nog onder gezag van de juridische ouders staat. Het kind zit zo tussen de biologische ouders en de pleegouders in. De vraag is dan of het kind zijn rechten op deze manier wel kan uitoefenen aangezien hij voor de uitoefening van zijn rechten afhankelijk is van de juridische ouders en de juridische ouders graag zien dat zij de opvoeding en verzorging van het kind weer zelf uitoefenen, terwijl het kind misschien juist bij de pleegouders zou willen blijven. 54 In Zuid-Afrika en Frankrijk heeft de nationale rechter het recht op de bescherming van het belang van het kind erkend als een zelfstandig recht. Het kind kan ten overstaan van de nationale rechter een zelfstandig beroep doen op dit recht, zonder dat het daarbij de begeleiding nodig heeft van een ouder. 55 Het Verwey-Jonker instituut pleit dat er ook een eigen rechtsgang voor minderjarigen zoals in Zuid-Afrika en Frankrijk in Nederland wordt ingevoerd. Waarbij de toegang laagdrempelig dient te zijn, de procedure helder en eenduidig, de minderjarige ondersteund wordt door gespecialiseerde advocaten en er geen leeftijdsgrens gehanteerd wordt. Het is daarbij van belang dat jongeren op de hoogte gesteld worden van een eigen rechtsingang, aangezien jongeren vaak niet op de hoogte zijn van hun rechten. Voorlichting is daarom noodzakelijk. 56 In Nederland konden tot voor kort 57 alleen kinderen vanaf twaalf jaar gehoord worden. Het VN Kinderrechtencomité is van mening dat het horen van kinderen vanaf twaalf jaar vervangen dient te worden door een grens die niet op leeftijd gebaseerd is, maar een grens die rekening houdt met de capaciteiten van het kind, gebaseerd op de leeftijd, rijpheid en ontwikkeling van het kind. 58 De Nederlandse wetgever heeft hier 54 K.A.M, Zon, van der. Harry Potter zonder toverstaf verliest zijn magie over de rechten van uit huis geplaatste kinderen. Pedagogiek, 2014, 34.3: T. Liefaard. Het belang van het kind als kinderrecht. Tijdschrift voor Familie- en Jeugdrecht. 2013/ M.J. Steketee, A.M. Overgaag & K.D. Lünnemann. Minderjarigen als procespartij?. Verwey-Jonker Instituut, Tot 1 januari 2015, met de inwerkingtreding van de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen. 58 Kinderrechten in Nederland. De vierde NGO-rapportage van het Kinderrechtencollectief aan het VN- Kinderrechtencomité, P

21 gehoor aan gegeven door met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen in artikel 799a lid 2 Rv op te nemen dat in het verzoekschrift, bedoelt in de artikelen 255, eerste lid, en 260 eerste lid, van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek 59, opgenomen dient te worden op welke wijze de inhoud danwel de strekking van het verzoekschrift is besproken met de minderjarige en welke reactie de minderjarige hierop heeft gegeven. Het betreft hier met name de OTS, beëindiging ouderlijk gezag en beëindiging voogdij. 60 Wanneer het kind gehoord wordt, zullen de ouders daar niet bij aanwezig zijn. Volgens De Jong- De Kruijf en Van der Zon 61 is het wenselijk dat er meer transparantie en openheid komt over hoe de informatie die het kind geeft op de zitting wordt meegewogen in de besluitvorming door de rechter. Het VN Kinderrechtencomité is daarnaast van mening dat een toewijzing van een jeugdrechtadvocaat aan een minderjarige die betrokken is bij een procedure tot uithuisplaatsing tot de mogelijkheden moet behoren. Dit is echter niet doorgevoerd met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen. Door toewijzing van een jeugdrechtadvocaat hadden de belangen van de minderjarige behartigd kunnen worden ten overstaan van de rechter. Ook het EHRM geeft de laatste jaren meer aandacht aan de mening van het kind. In de zaak Bronda 62 werd het belang van het kind door het EHRM vooropgesteld. In deze zaak was het kind na vele procedures inmiddels veertien jaar geworden en gaf zelf aan het pleeggezin waarin hij was geplaatst niet te willen verlaten. Het EHRM oordeelde in deze zaak dan ook dat het de mening van het kind en daarmee ook het belang van het 59 Op grond van artikel 799a lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is het tweede lid van overeenkomstige toepassing indien het betreft een verzoek als bedoeld in de artikelen 256, 259, 261, 265b, eerste lid, 265c, tweede lid, 265e, eerste of vierde lid, 265h, 265i, 266, 277, 327 en 328 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. 60 Het verschil tussen gezag en voogdij is dat gezag wordt uitgeoefend door de juridische ouder en de voogdij door een ander dan de juridische ouder. 61 M.P. de Jong-de Kruijf & K.A.M. van der Zon. Data Juridica, Hoger beroep tegen een uithuisplaatsingsbeslissing en de rol van de minderjarige. Directe participatie van minderjarigen bij de gerechtshoven in Nederland. DJ 2015/2673. Trema 2015, p EHRM 9 juni 1998, 40/1997/824/1030 (Bronda/Italië). 21

22 kind dient te prevaleren boven dat van het belang van de (groot)ouders in dit geval. 63 Ook uit de zaak Aune t. Noorwegen 64 bleek dat de mening van het kind belangrijk was om te beoordelen of het in het belang van het kind is dat het wordt herenigd met zijn juridische ouders. Angius 65 is van mening dat wanneer er beter naar het kind geluisterd wordt, er een betere inschatting gemaakt kan worden van het kind zijn gevoelens en dat op die manier ook beter beoordeeld kan worden hoe de geestelijke gesteldheid van het kind is en hoe het zich voelt in de desbetreffende leefomgeving. Dit kan er uiteindelijk voor zorgen dat een eventuele beslissing een positieve uitwerking heeft op de ontwikkeling van het kind. Het blijkt dus erg belangrijk om belang te hechten aan de mening van het kind door het kind te horen. Toch kan er ook een probleem ontstaan als het kind gehoord wordt. Want weet een kind wat in zijn belang is? Wat gebeurd er als het kind iets wil dat niet in het belang is van de continuïteit in de opvoeding als het bijvoorbeeld terug wil naar de juridische ouders? Of als de mening van het kind niet in het belang van zijn gezondheid is? Betekent dit dat de mening van het kind altijd de doorslag moet geven? In de Annotatie bij de uitspraak Levin t. Zweden 66 staat dat er voldoende rekening gehouden dient te worden door passend belang te hechten aan de mening van het kind. Dit is afhankelijk van de leeftijd, rijpheid en wensen van het kind en de relatie van het kind met zijn familieleden. Het betekent echter niet dat de mening van het kind altijd de doorslag moet geven. In bovenstaande zaak gaf het kind namelijk aan het liefst terug naar zijn juridische ouders te gaan. De rechter gaf zorgvuldig gemotiveerd aan op welke manier er rekening was gehouden met de mening van het kind, maar besliste toch dat het kind bij zijn pleegouders zou blijven wegens het belang van continuïteit in de opvoeding en verzorging. Uit de Annotatie bij Aune t. Noorwegen blijkt ook dat de mening van het kind niet doorslaggevend hoeft te zijn, maar wel als belangrijk ondersteund argument. 63 E.C.C. Punselie. Voor een pleegkind met recht een toekomst: een studie naar de (rechts)positie van (pleeg)ouders en (pleeg)kinderen in geval van langdurige uithuisplaatsing. Leiden: Kluwer EHRM 13 maart 2012, 4547/10 (Aune/Noorwegen). 65 M. Angius. Family life in spagaat. Tijdschrift voor Familie en Jeugdrecht. 2015/14. P EHRM 15 maart 2012, 35141/06 (Levin/Zweden). 22

23 Wanneer de mening van het kind schade zou opleveren voor zijn gezondheid, dient de mening van het kind te wijken voor het gezondheidsbelang. Dit wordt ook gezegd door Hendriks 67. Hij is van mening dat er meer gewicht moet worden toegekend aan het (gezondheids)belang van het kind dan aan de ouderlijke autonomie alsmede de individuele zelfbeschikking van het kind om minder rationele beslissingen te nemen. In dit geval dient de arts of ander hulpverlener een afweging te maken tussen de belangen De Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen getoetst aan het belang van het kind Het belang van het kind is met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen vooropgezet. Blijkens de Memorie van Toelichting dient het belang van het kind de eerste overweging te zijn bij elke beslissing die het kind betreft. De Memorie van Toelichting verwijst naar artikel 3 IVRK. Het belang van het kind zoals omschreven in artikel 3 IVRK is echter een vage term. Na het bestuderen van de General Comments is gebleken dat per geval bekeken dient te worden wat onder het belang van het kind verstaan moet worden en dat het belang van het kind onlosmakelijk is verbonden met het recht om gehoord te worden. Uit de rechtspraak van het EHRM blijkt dat het belang van het kind betrekking heeft op het belang van het kind op continuïteit en stabiliteit in de opvoedrelatie. Daarnaast is het family life van artikel 8 EVRM en daarmee het in stand houden van de banden met het gezin in het belang van het kind. De vraag is of de wetgever met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen het belang van het kind daadwerkelijk heeft beschermd. Uit de General Comments blijkt het recht om gehoord te worden een belangrijk onderdeel van het belang van het kind te zijn. Met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen is in artikel 799a lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering opgenomen dat minderjarigen het recht hebben om in het verzoekschrift 67 A. Hendriks. Recht van het kind op gezondheid. Van theorie naar praktijk en rechtstheoretische gevolgen. In: J. Forder (Red.). Rechtelijke creativiteit en de rechten van het kind. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, P P

24 op te laten nemen op welke wijze de inhoud dan wel strekking van het verzoek met de minderjarige is besproken en welke reactie de minderjarige hierop heeft gegeven. Artikel 799a lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan daarom gezien worden als een begin om daadwerkelijk belang toe te kennen aan het recht om gehoord te worden. Artikel 12 IVRK strekt echter verder dan artikel 799a lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, daar in artikel 12 IVRK is bepaald dat het kind vrijelijk zijn mening mag uiten in alle omstandigheden die het kind betreffen. Artikel 799a lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering heeft alleen betrekking op een OTS, beëindiging van het ouderlijk gezag en beëindiging van de voogdij. Het artikel is dus niet volledig in overeenstemming met artikel 12 IVRK, waarin het kind in alle gevallen die het kind betreffen gehoord dient te worden. Gesteld kan worden dat het van belang is om het kind te horen. De mening van het kind behoeft echter niet doorslaggevend te zijn. Er dient passend belang gehecht te worden aan de mening van het kind. Waarbij gekeken wordt naar de leeftijd, rijpheid en wensen van het kind en de relatie van het kind met zijn familieleden. Kortom, wanneer de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen getoetst wordt aan het belang van het kind, kan geconcludeerd worden dat het belang van het kind zoals verwoord in artikel 3 IVRK door de wetgever is overgenomen zonder te definiëren wat deze term inhoudt waardoor onvoldoende belang is toegekend aan het recht van het kind om gehoord te worden. Met de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen is het recht om gehoord te worden slechts toepasbaar in een beperkt aantal gevallen, terwijl artikel 12 IVRK ziet op alle gevallen die het kind betreffen. Het is belangrijk waarde toe te kennen aan het recht van het kind om gehoord te worden. Wanneer er naar een kind geluisterd wordt, kan er namelijk een betere inschatting gemaakt worden van de gevoelens van het kind en beter beoordeeld worden hoe de geestelijke gesteldheid van het kind is en hoe het zich voelt in de desbetreffende leefomgeving. Doek 68 stelt dan ook dat een wetsvoorstel dat kindgericht wil zijn en geen inspanning laat zien om het recht van 68 J.E. Doek. De herziening jeugdbescherming: IVRK-proof? in: M.R. Bruning & J. Kok, Herziening kinderbeschermingsmaatregelen. Commentaren op het voorontwerp van wet. Deventer: Kluwer 2008, p

25 het kind neergelegd in artikel 12 IVRK maximaal te verwezenlijken te kort schiet. De mening van het kind is echter niet doorslaggevend. De verschillende belangen zullen tegen elkaar afgewogen moeten worden om te beoordelen hoe het belang van het kind het beste gediend is. Dit kan betekenen dat de mening van het kind opzij geschoven kan worden als deze in strijd is met het belang van de continuïteit in de opvoeding. De rechter dient echter wel gemotiveerd aan te geven op welke manier er rekening is gehouden met de mening van het kind. De wetgever had naar de mogelijkheden moeten kijken om het belang van het kind als zelfstandig recht te erkennen, zoals ook wordt gedaan in Zuid-Afrika en Frankrijk en waar ook het Verwey-Jonker instituut voor pleit. Daarnaast had de wetgever het advies van het Kinderrechtencomité in overweging moeten nemen om een jeugdrechtadvocaat toe te wijzen aan een minderjarige die betrokken is bij een procedure tot uithuisplaatsing. Op die manier had het kind zelfstandig een beroep kunnen doen op zijn rechten en had hij ondersteund kunnen worden door een advocaat waardoor er daadwerkelijk waarde gehecht had kunnen worden aan het belang van het kind. 25

Jeugdbescherming in Nederland

Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Mr. drs. Bart de Jong Adviseur Van Montfoort 2 Stelselwijziging Jeugd Wat is Jeugdbescherming? Proces/Actoren Doelgroep en problematiek Maatregelen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Woord vooraf / 11

Inhoudsopgave. Woord vooraf / 11 Inhoudsopgave Woord vooraf / 11 1 De ondertoezichtstelling 90 jaar: versleten of vitaal? / 13 Mariëlle Bruning & Ton Liefaard 1.1 Inleidende opmerkingen / 13 1.2 De OTS na 1995 / 13 1.3 Aanleiding tot

Nadere informatie

In het belang van het kind?

In het belang van het kind? In het belang van het kind? Een onderzoek naar de wijzigingen van de kinderbeschermingsmaatregelen in Boek 1 BW Auteur: Daphne de Kreij Breda, 26 mei 2014 Opleiding: HBO-Rechten Onderwijsinstelling: Juridische

Nadere informatie

Pleegoudersupport Zeeland

Pleegoudersupport Zeeland Pleegoudersupport Zeeland Voorbeeldbrieven Inleiding Dit document bevat een aantal voorbeeldbrieven die u kunt gebruiken wanneer u gebruik wilt maken van uw blokkaderecht, wanneer u een bijzondere curator

Nadere informatie

Betreft: uitkomsten verkenning besluitvorming binnen de voogdijmaatregel

Betreft: uitkomsten verkenning besluitvorming binnen de voogdijmaatregel Betreft: uitkomsten verkenning besluitvorming binnen de voogdijmaatregel Geachte, Naar aanleiding van signalen die mijn instituut heeft ontvangen heb ik een verkenning uitgevoerd naar de besluitvorming

Nadere informatie

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK)

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) Artikel 3 IRVK 1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming anpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming VOORSTEL VN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht -

Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht - Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht - Prof.mr.drs. Mariëlle R. Bruning Najaarslezing Vereniging voor Gezondheidsrecht, 2 november 2012 Thema Zorgverlening aan en het

Nadere informatie

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN LIJST VAN AFKORTINGEN XIII 1 INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.1.1 Definitie van gesloten jeugdhulp 3 1.1.2 Gesloten jeugdhulp en vrijheidsbeneming 5 1.1.3 Gesloten jeugdhulp in cijfers 7 1.1.4 Doelgroep van

Nadere informatie

De aanvaardbare termijn bij ondertoezichtstelling en de gezagsbeëindigende maatregel

De aanvaardbare termijn bij ondertoezichtstelling en de gezagsbeëindigende maatregel De aanvaardbare termijn bij ondertoezichtstelling en de gezagsbeëindigende maatregel Een juridisch onderzoek naar de invulling van de aanvaardbare termijn bij de maatregel van ondertoezichtstelling en

Nadere informatie

Aanbevelingen bij de Beleidsvisie Kind in de Pleegzorg. I. Aanpassing van kinderbeschermingswetgeving

Aanbevelingen bij de Beleidsvisie Kind in de Pleegzorg. I. Aanpassing van kinderbeschermingswetgeving Aanbevelingen bij de Beleidsvisie Kind in de Pleegzorg Toelichting: De aanbevelingen zijn bedoeld om op korte termijn effect te sorteren, maar zijn soms zo ingrijpend dat wetswijziging noodzakelijk is.

Nadere informatie

OUDERS IN JEUGDBESCHERMINGSPROCEDURES RECHTSBIJSTAND IN HET LICHT VAN EHRM-JURISPRUDENTIE

OUDERS IN JEUGDBESCHERMINGSPROCEDURES RECHTSBIJSTAND IN HET LICHT VAN EHRM-JURISPRUDENTIE OUDERS IN JEUGDBESCHERMINGSPROCEDURES RECHTSBIJSTAND IN HET LICHT VAN EHRM-JURISPRUDENTIE Mw. Mr. K.E. (Kristien) Hepping (k.e.hepping@uu.nl) UCERF Symposium 11 april 2017 Rechtsbijstand ouders met gezag

Nadere informatie

Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind

Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind Voorzitter: Paul van Teeffelen Inleider: Esther Lam Referent: Sonja de Pauw Gerlings Introductietekst workshop

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 5 > Maakt u zich zorgen over een kind? 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen van Kinderbescherming

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 200.199.846/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Betreft: uitkomsten verkenning problematiek pleegkinderen zonder pleegzorgbegeleiding en -vergoeding

Betreft: uitkomsten verkenning problematiek pleegkinderen zonder pleegzorgbegeleiding en -vergoeding Betreft: uitkomsten verkenning problematiek pleegkinderen zonder pleegzorgbegeleiding en -vergoeding Geachte heer/mevrouw, Als Kinderombudsvrouw heb ik de taak wetgeving, beleid en de uitvoering daarvan

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen 1. Inleiding Op 18 juli 2009 is bij de

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Evoluties in het Nederlandse jeugdbeschermingsrecht

Evoluties in het Nederlandse jeugdbeschermingsrecht Evoluties in het Nederlandse jeugdbeschermingsrecht Prof.mr.drs. Mariëlle Bruning Leuven, 28 mei 2015 Inhoud Juridisch kader jeugdbescherming in Nederland Historische evolutie jeugdbescherming Aandachtspunten

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 7 > De gezinsvoogd 8 > Wie doet wat

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Rechten en nieuwe wetten in de pleegzorg

Rechten en nieuwe wetten in de pleegzorg Rechten en nieuwe wetten in de pleegzorg Pleegouders kunnen een juridisch vangnet zijn voor hun pleegkind. Daarom is het belangrijk je rechtspositie als pleegouder te kennen, zodat je voor een kind kunt

Nadere informatie

Toepassing van de nieuwe rechtsgrond voor gezagsbeëindiging EVRM- proof?

Toepassing van de nieuwe rechtsgrond voor gezagsbeëindiging EVRM- proof? Toepassing van de nieuwe rechtsgrond voor gezagsbeëindiging EVRM- proof? Onderzoek naar de toepassing van de rechtsgrond van gezagsbeëindiging door de gerechtshoven, in het licht van het recht op gezinsleven

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 38 Wet van 23 januari 1997 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de herziening van de voorlopige maatregelen

Nadere informatie

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 93 10 Fax rechtspraak (070) 361 93 15 Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 28-11-2016 Zaaknummer C/13/614102 / FA RK 16-5813 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten versie 1.0 K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd Jos Janssen, Mei 2014 1 Bezwaar en Beroep Jeugdwet Van recht op zorg naar jeugdhulpplicht In het wetsvoorstel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 13-06-2016 Zaaknummer C/13/592460 / JE RK 15-996 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Actiepunten voor de versterking van het Kinderrechtenverdrag Geformuleerd op de juridische deelconferentie van de Kinderrechtentop 2009

Actiepunten voor de versterking van het Kinderrechtenverdrag Geformuleerd op de juridische deelconferentie van de Kinderrechtentop 2009 Actiepunten voor de versterking van het Kinderrechtenverdrag Geformuleerd op de juridische deelconferentie van de Kinderrechtentop 2009 Actiepunten algemeen 1. Rechters moeten in iedere uitspraak waarbij

Nadere informatie

De nieuwe Jeugdwet. position paper prof.mr.drs. Marielle Bruning, afdeling Jeugdrecht, universiteit Leiden. Inleidend

De nieuwe Jeugdwet. position paper prof.mr.drs. Marielle Bruning, afdeling Jeugdrecht, universiteit Leiden. Inleidend De nieuwe Jeugdwet position paper prof.mr.drs. Marielle Bruning, afdeling Jeugdrecht, universiteit Leiden Inleidend In het wetsvoorstel lijken niet zo zeer kinderen en hun rechten centraal te staan, maar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:4056 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2015:4056 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2015:4056 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-09-2015 Datum publicatie 23-10-2015 Zaaknummer 200.166.964/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 131 Wet van 12 maart 2014 tot aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van

Nadere informatie

INZICHT IN JEUGDRECHT

INZICHT IN JEUGDRECHT INZICHT IN JEUGDRECHT Ingeborg Galama Juridisch adviseur Raad voor de Kinderbescherming Onderwerpen 1.Doel en grond voor de ondertoezichtstelling 2.Uithuisplaatsing 3.Gesloten jeugdzorg 4.Ontheffing/ontzetting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 33 06 Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming Nr. 4 ADVIES

Nadere informatie

Geschiedenis van de OTS

Geschiedenis van de OTS 1 Geschiedenis van de OTS 1.1 Inleiding Ruim 85 jaar geleden werd de ondertoezichtstelling (OTS) ingevoerd. Doel ervan was om ouders en kinderen 1 tijdelijke gedwongen hulp te verlenen in de hoop dat de

Nadere informatie

Aanpak van het onderzoek

Aanpak van het onderzoek Samenvatting Het onderzoek naar de uitvoering van de gewijzigde jeugdbeschermingswetgeving is een tussenevaluatie. Regioplan heeft in 2015 een evaluatie kader vastgesteld inclusief een indicatorenset,

Nadere informatie

VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING

VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING LEGITIMATIE VAN OVERHEIDSINGRIJPEN IN HET FAMILIE- EN GEZINSLEVEN JOYCE DE BRUIJN SEPTEMBER 2012 2 Van gezagsbeperking naar gezagsontneming Legitimatie van overheidsingrijpen

Nadere informatie

Met recht pleegouders bij een OTS

Met recht pleegouders bij een OTS Met recht pleegouders bij een OTS Moet de rechtspositie van pleegouders indien sprake is van een OTS worden versterkt, zoals voorgesteld in de wet Herziening kinderbeschermingsmaatregelen, wanneer het

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2016:416 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 11-02-2016 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer 200 180 361_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten?

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten? Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Voor wie is deze factsheet bedoeld? Deze factsheet is voor ouders/ verzorgers van kinderen die onder toezicht staan

Nadere informatie

Een tijdelijk thuis als kinderrecht. Mariëlle Bruning

Een tijdelijk thuis als kinderrecht. Mariëlle Bruning Mariëlle Bruning Geachte dames en heren, beste Leidse alumni, Kinderen horen in een gezin. Dat willen ouders graag en dat willen kinderen graag. Toch loopt het soms spaak tussen die twee. Dan kan het beter

Nadere informatie

Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen.

Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen. Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen. Oordeel De Kinderombudsman is van mening dat Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant vestiging Oss en de politie Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:1824

ECLI:NL:GHARL:2015:1824 ECLI:NL:GHARL:2015:1824 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Civiel recht (personen- en familierecht) Datum uitspraak: 3 maart 2015 zaaknummer 200.156.874/01 (zaaknummer rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577

ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577 ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577 Instantie Datum uitspraak 10-12-2009 Datum publicatie 26-01-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 09-3292 / 353683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Versie 1.0 13 mei 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij

Versie 1.0 13 mei 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij Versie 1.0 13 mei 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding In de wet staat dat minderjarigen altijd iemand moeten hebben die gezag over hen heeft. Dit gezag ligt in principe bij de ouders van de minderjarige.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

De Kinderombudsman Erasmus Universiteit Rotterdam. 31 mei 2013

De Kinderombudsman Erasmus Universiteit Rotterdam. 31 mei 2013 De Kinderombudsman Erasmus Universiteit Rotterdam 31 mei 2013 Terugblik Het onderzoek naar de bijzondere curator De stem en het belang van het kind 12 IVRK: het kind heeft het recht om zijn of haar mening

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2015:6066 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 27-07-2015 Datum publicatie 17-08-2015 Zaaknummer 200.172.365/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige.

Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige. Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige. Wat is de invloed van het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Nadere informatie

Mr. dr. A. van Montfoort. Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming

Mr. dr. A. van Montfoort. Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Mr. dr. A. van Montfoort Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Presentatie Themadag jeugdrecht SSR,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 015 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet

Nadere informatie

Ondertoezichtstelling

Ondertoezichtstelling Ondertoezichtstelling Wat is een ondertoezichtstelling? Als een kind ernstig in zijn of haar ontwikkeling wordt bedreigd beslist de kinderrechter - op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om het

Nadere informatie

De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus EH Den Haag. Geachte heer Hirsch Ballin,

De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus EH Den Haag. Geachte heer Hirsch Ballin, De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 5 juni 2008 van Ontwikkeling contactpersoon Mr. R.H. Kroon doorkiesnummer 070-361 9814 faxnummer 070-361 9746 e-mail

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 Instantie Datum uitspraak 23-05-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C-16-366100 - JE RK 14-841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 015 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 568 Besluit van 14 november 1995 tot wijziging van het Besluit kwaliteitsregels jeugdhulpverlening, het Besluit kwaliteitsregels en taken voogdij-

Nadere informatie

Profiel bijzondere curator in Jeugdzaken

Profiel bijzondere curator in Jeugdzaken Profiel bijzondere curator in Jeugdzaken Het Profiel bijzondere curator in jeugdzaken beschrijft de profielschets van de bijzondere curator in Jeugdzaken, verder te noemen; bijzondere curator. De bijzondere

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:3052

ECLI:NL:GHARL:2015:3052 ECLI:NL:GHARL:2015:3052 Instantie Datum uitspraak 23-04-2015 Datum publicatie 07-05-2015 Zaaknummer 200.164.815-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Personen-

Nadere informatie

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Deze folder is voor ouders van cliënten van de Welkom 2 OnderToezichtStelling Graag stellen wij ons voor. Wij zijn de William Schrikker Jeugdbescherming. Wij geven

Nadere informatie

Wat is ondertoezichtstelling?

Wat is ondertoezichtstelling? Jeugdbescherming Wat is ondertoezichtstelling? Informatie voor ouders en verzorgers Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene.

Nadere informatie

16.020T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.020T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.020T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP DEN HAAG Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Justitie datum 15 maart 2011 Betreffende wetsvoorstel: 32015 Wijziging van Boek

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders

Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders Protocol informatieverstrekking gescheiden ouders Voorgenomen besluit CvB : 1 november 2016 Bespreking CMO : 15 september 2016 Instemming GMR : 6 april 2017 Vastgesteld besluit CvB : 11 april 2017 Inhoudsopgave

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12062012 Datum publicatie 16072013 Zaaknummer 182928 FA RK 112236 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers. Inleiding D3 werkt vanuit de privacy kaders die door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn opgelegd. Bij de start van de zorg bij D3 ontvangt de cliënt het privacyreglement. Alle privacygevoelige

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

Tussenevaluatie Wet Herziening Kinderbeschermingsmaatregelen

Tussenevaluatie Wet Herziening Kinderbeschermingsmaatregelen Tussenevaluatie Wet Herziening Kinderbeschermingsmaatregelen Samenvatting Katinka Lünnemann Joost Huijer Katrien Bel Milou Lünnemann Tussenevaluatie Wet Herziening Kinderbeschermingsmaatregelen Katinka

Nadere informatie

Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam

Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam Gedwongen hulpverlening Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam Ondertoezichtstelling Zedelijke of geestelijke belangen of gezondheid ernstig bedreigd en andere middelen hebben gefaald of,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-10-2012 Datum publicatie 28-11-2012 Zaaknummer 200.111.854 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

K I N D E R E N E E R S T. Werkgroep Wetgeving

K I N D E R E N E E R S T. Werkgroep Wetgeving K I N D E R E N E E R S T advies van de Werkgroep Wetgeving voor de aanpassing van de kinderbeschermingswetgeving in opdracht van het ministerie van Justitie in het kader van het beleidsprogramma Beter

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770

ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770 ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-01-2013 Datum publicatie 14-05-2013 Zaaknummer 200.114.823/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van het recht op contact of omgang na partnerdoding

Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van het recht op contact of omgang na partnerdoding Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het beperken van het recht op contact of omgang na partnerdoding Memorie van toelichting I. Algemeen deel Het recht op contact/omgang van

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR JONGEREN 1 ONDER TOEZICHT GESTELD WAT BETEKENT DAT?

INFORMATIE VOOR JONGEREN 1 ONDER TOEZICHT GESTELD WAT BETEKENT DAT? ONDER TOEZICHT GESTELD WAT BETEKENT DAT? INFORMATIE VOOR JONGEREN 1 ONDER TOEZICHT GESTELD WAT BETEKENT DAT? Als je nog geen 18 jaar bent is volgens de wet een volwassene voor jou verantwoordelijk. Meestal

Nadere informatie

Wat is ondertoezichtstelling?

Wat is ondertoezichtstelling? Jeugdbescherming Wat is ondertoezichtstelling? Informatie voor kinderen en jongeren Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 19-04-2012 Datum publicatie 12-11-2012 Zaaknummer 152909 / FA RK 11-238 en 165071 / FA RK 11-1210 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Participatie van kinderen: wat kunnen wij betekenen? Inleiding Mariëlle R. Bruning (universiteit Leiden) bij opening Kinderrechtenhuis op 28 mei 2010.

Participatie van kinderen: wat kunnen wij betekenen? Inleiding Mariëlle R. Bruning (universiteit Leiden) bij opening Kinderrechtenhuis op 28 mei 2010. Participatie van kinderen: wat kunnen wij betekenen? Inleiding Mariëlle R. Bruning (universiteit Leiden) bij opening Kinderrechtenhuis op 28 mei 2010. Intro Vandaag vieren wij de oprichting en opening

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Verbetering rechtspositie pleegouders

Verbetering rechtspositie pleegouders Verbetering rechtspositie pleegouders advies 14 mei 2009 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 Conclusies en aanbevelingen 7 1. Inleiding 9 2. Inhoudelijke opmerkingen bij het conceptwetsvoorstel 11 2.1 Apart

Nadere informatie

Naar de rechtbank. Informatie voor pleegouders

Naar de rechtbank. Informatie voor pleegouders Naar de rechtbank Informatie voor pleegouders Wie zijn er aanwezig? Wat neem ik mee? Wat zijn belangrijke juridische begrippen? Welke vragen kan de rechter stellen? Hoe kan ik me voorbereiden? Waar moet

Nadere informatie

ADVIES OP CONCEPT UITVOERINGSBESLUIT JEUGDWET DEFENCE FOR CHILDREN. 24 december 2013

ADVIES OP CONCEPT UITVOERINGSBESLUIT JEUGDWET DEFENCE FOR CHILDREN. 24 december 2013 ADVIES OP CONCEPT UITVOERINGSBESLUIT JEUGDWET DEFENCE FOR CHILDREN 24 december 2013 Defence for Children maakt middels dit document gebruik maken van de mogelijkheid een reactie te geven op het concept

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2010:BL6834

ECLI:NL:RBZLY:2010:BL6834 ECLI:NL:RBZLY:2010:BL6834 Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum uitspraak 01-02-2010 Datum publicatie 09-03-2010 Zaaknummer 166958 / JZ RK 10-46 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere

Nadere informatie

De Wet op de Jeugdzorg in grote lijnen

De Wet op de Jeugdzorg in grote lijnen De Wet op de Jeugdzorg in grote lijnen De cliënt staat centraal Onder cliënt verstaat de Wet: een jeugdige, zijn ouders of stiefouder of anderen die de jeugdige als behorend tot hun gezin verzorgen en

Nadere informatie

Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken

Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken Uitgangspunt Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door

Nadere informatie

Ons aanbod. Voor professionals

Ons aanbod. Voor professionals Voor professionals Ons aanbod Een kind dat hulp nodig heeft om veilig op te groeien, staat nooit alleen. Jeugdbescherming Brabant voelt zich verbonden met de toekomst van dat kind. Wij staan voor veiligheid

Nadere informatie

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Uithuisplaatsing (UHP)

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Uithuisplaatsing (UHP) Versie 1.0 19 april 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg (UHP) Inleiding Bij een ondertoezichtstelling of een voorlopige ondertoezichtstelling kan het Bureau Jeugdzorg aan de kinderrechter vragen om een machtiging

Nadere informatie