Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld"

Transcriptie

1 Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld Colofon Uitgever: Auteurs: Rieneke de Groot, Geeske Hoogenboezem, José Huzen, Leon van Lier, Irene van Staalduinen Rieneke de Groot Eindredactie: Datum uitgave: 2015, 15 januari Bezoekadres: Nieuwe Gouwe Westzijde 1, 2802 AN Gouda Postbus 540, 2800 AM Gouda T F E info@jso.nl Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

2 Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 2

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Samenvatting... 7 Leeswijzer... 9 Opdracht Zwangere tieners en tienermoeders Doelgroep Zwangerschapsafbrekingen bij tieners Aantal tienermoeders in Nederland Aard, problematiek en de behoefte van tienermoeders Achtergrond en wettelijke kaders Voorlichting seksuele gezondheid Voorlichting aan (onbedoeld) zwangere tieners Ambulante hulp aan (aanstaande) tienermoeders Opvang aan tienermoeders Methode Opzet onderzoek Regio Interventies Toetsing van ondersteuningsthema s Voorlichting seksuele gezondheid Landelijk aanbod Soa-zorg en anticonceptie Landelijke interventies Doelstellingen Methoden Doelgroepen van de interventies Bereik Effectiviteit Voorlichting aan (onbedoeld) zwangere tieners en aan vaders Landelijk aanbod keuzevoorlichting en keuzebegeleiding Methode Lokaal aanbod keuzebegeleiding Adoptie Preventie herhaalde onbedoelde zwangerschap Bereik Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 3

4 6. Ambulante hulp aan (aanstaande) tienermoeders Landelijk aanbod ambulante hulp Landelijk aanbod, lokaal georganiseerd Landelijk beschikbare interventies Bereik Opvang van tienermoeders Landelijk aanbod opvanglocaties Capaciteit Doelgroep Begeleiding Methode Zware belasting moederschap en onderwijs Decentralisaties jeugdzorg en AWBZ Lokaal aanbod in zes gemeenten Grote gemeenten Middelgrote gemeenten Kleine gemeenten Vergelijking beleid en aanbod in grote, middelgrote en kleine gemeenten Conclusies Doelgroep tienermoeders Voorlichting seksuele gezondheid Voorlichting aan (onbedoeld) zwangere tieners Ambulante hulp aan tienermoeders Opvang voor tienermoeders Gemeenten Veilig opgroeien Kwaliteitsborging Omvang Nawoord Bijlage 1 Inventarisatie van landelijke interventies en uitvoerende organisaties Bijlage 2 Overzicht opvangvoorzieningen naar indicatie en doelgroep Bijlage 3 Inventarisatie aanbod bij gemeenten Bijlage 4 verslagen focusgroepen en expertmeeting Verslag focusgroep Steunpunt studerende moeders Den Haag Verslag focusgroep opvang Siriz Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 4

5 4.3 Verslag focusgroep tienermoeders opvang Kadera Verslag focusgroep professionals in de opvang Verslag focusgroep professionals ambulante hulp Verslag expertmeeting Bijlage 5 Literatuur Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 5

6 Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 6

7 Samenvatting Het Ministerie van VWS wil inzicht in het aanbod van de preventie van onbedoelde tienerzwangerschap en de ondersteuning van tienermoeders. Daartoe heeft een inventarisatie gemaakt van het aanbod aan preventie en aan voorlichting, hulp en opvang. Dit omvat zowel het landelijke en provinciale aanbod als dat van een selectie van zes gemeenten. De inventarisatie heeft inzicht opgeleverd in wat goed gaat en wat beter kan. De gekozen aanpak is typerend voor : veldexpertise in kaart brengen en beschikbaar maken voor beleidsontwikkeling. Daartoe is het aanbod in kaart gebracht met behulp van deskresearch, zijn met veldinstellingen interviews afgenomen en zijn tijdens focusgroepen en expertmeetings professionals en tienermoeders/jonge moeders bevraagd op hun ervaringen. De vraag van VWS gaat specifiek over tieners. Het veld maakt echter vaak geen onderscheid tussen tienermoeders (jonger dan 20 jaar) en jonge moeders (20 tot 23 jaar), wat gemakkelijk tot begripsverwarring leidt. In 2014 waren er tienermoeders, daarbij is sprake van een dalende trend. Nederland doet het daarmee goed in Europa; alleen Denemarken en Zwitserland doen het beter. Er zijn bijna vijf keer zoveel jonge moeders als tienermoeders. Kwetsbare groepen tieners, bijvoorbeeld uit multiprobleemgezinnen, lopen extra risico om onbedoeld zwanger te worden. Een aantal observaties over de kwaliteit van de voorlichting, hulp en opvang overstijgen de afzonderlijke thema s. Tienermoeders en hun kind lopen meer dan anderen risico op problemen bij opgroeien en opvoeden. In beeld blijven bij zowel overheid als de instellingen, uitgewerkt in een vindbaar aanbod van geïntegreerde en samenhangende hulp, is nodig om die problemen aan te kunnen. Of tienermoeders het hulpaanbod goed kunnen vinden, verschilt per gemeente. Ook verschilt per gemeente hoe het instrumentarium rondom tienermoeders is vormgegeven. Waar sommige grote gemeenten werken met een eigen jonge moeder-loket en een zogenoemde tienermoederketen, verwijzen anderen naar de algemene reguliere voorzieningen. Niet in alle gemeenten wonen immers veel tienermoeders, maar dat doet niet af aan het feit dat elke gemeente oog moet hebben voor alle thema s die voor tienermoeders belangrijk zijn. Denk daarbij aan prenatale ondersteuning, gehechtheid, opvoedondersteuning, huisvesting en maatwerk bij onderwijs. Op dit moment brengen bovendien de recente decentralisaties van de jeugdzorg en AWBZ veel teweeg in het veld. De geïnterviewde professionals zien in de decentralisaties kansen voor gemeenten om beter dan voorheen maatwerk te bieden en het sociale netwerk van tieners daarbij te betrekken. Zorgen zijn er ook: zij zijn vooral bang voor het verdwijnen van expertise en middelen. Door de instellingen structureel expertise te laten delen, hun deskundigheid te bevorderen en ze tools en good practices aan te reiken, kan de kwaliteit beter worden geborgd dan nu. Aan maatwerk kan beter invulling worden gegeven door aan te sturen op combinaties van ambulante hulp en opvang, bovenregionale afspraken over specialistische hulp en opvang en de combinatie van ouderschap en onderwijs. Bovendien kunnen bovenregionale afspraken tussen gemeenten er voor zorgen dat opvang ook toegankelijk blijft voor tienermoeders uit regio s zonder opvangvoorzieningen. Het Ministerie van VWS heeft gevraagd om de inventarisatie uit te werken op vier onderwerpen, namelijk: voorlichting seksuele gezondheid, voorlichting aan zwangere tieners, ambulante hulp aan tienermoeders en opvang van tienermoeders. Voor de voorlichting over seksuele gezondheid hebben landelijk werkende instellingen vooral algemene voorlichtingsprogramma s beschikbaar, die het veld kan inzetten voor de preventie van onbedoelde zwangerschap. Het bereik en de effectiviteit van deze voorlichtingsprogramma s blijken vaak niet onderzocht. Deze programma s kunnen specifieker worden doorontwikkeld en ingezet voor risicogroepen. In 2013 werden tieners zwanger. Tienermoeders Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 7

8 en professionals geven aan dat anticonceptie vaak niet goed is gebruikt wanneer tieners onbedoeld zwanger raken. Dit wordt bevestigd door onderzoek. Anticonceptiebegeleiding aan tieners, bijvoorbeeld door de huisarts, kan de preventie van onbedoelde zwangerschappen versterken. Als tieners onbedoeld zwanger raken, kunnen zij ondersteuning krijgen bij het maken van hun keuze over het afbreken of uitdragen van de zwangerschap. Dit kan zowel online en telefonisch, als face to face bij 18 landelijke hulpposten, abortusklinieken, bij huisartsen en andere lokale reguliere hulp. Niet alle vormen van ondersteuning blijken even bekend bij professionals. De bevraagde tienermoeders waarderen de voorlichting, maar zouden die graag aanvullen met ervaringsverhalen van vrouwen die hetzelfde hebben meegemaakt. Zwangere tieners die kiezen om de zwangerschap uit te dragen, kunnen daarbij online, telefonisch en face to face ondersteuning krijgen. Ook kunnen zwangere tieners en tienermoeders gebruikmaken van de reguliere lokale ambulante hulp. Zoals gezegd, valt aan de kwaliteit nog het nodige te verbeteren. Zowel bij professionals als bij tienermoeders is niet altijd duidelijk waar zij terecht kunnen voor deze ondersteuning, en professionals van reguliere ambulante hulp kunnen niet terugvallen op handvatten of richtlijnen van hun landelijke koepels. Sommige lokale hulpverlening hanteert wel een werkwijze met specifieke aandachtspunten voor tienermoeders. Ook is er voor de professionals een aanbod aan opvoedprogramma s dat weliswaar niet specifiek gericht is op tienermoeders, maar wel werkzame elementen heeft voor deze doelgroep. In Nederland zijn 32 opvangvoorzieningen voor tienermoeders en jonge moeders die 403 gezinnen kunnen opvangen. De voorzieningen verschillen onderling in werkwijze en in doelgroepen die opgevangen worden. De opvangvoorzieningen hebben aandacht voor inzet van het sociaal netwerk, opvoeding, het versterken van de gehechtheidsrelatie tussen moeder en kind, weerbaarheid en sociale vaardigheden. Dit zijn belangrijke thema s voor tienermoeders. In tegenstelling tot de ambulante hulp, werken de opvangvoorzieningen vaak met beschreven interventies en methoden. De vraag of, naast de kwaliteit van het aanbod, ook de omvang van het aanbod volstaat, is niet zomaar met ja of nee te beantwoorden. Daarvoor is een tweetal redenen. Ten eerste is het slechts mogelijk om met zeer grote voorzichtigheid een indicatie te geven van het aandeel zwangere tieners en tienermoeders dat extra ondersteuning of opvang nodig heeft, namelijk gebaseerd op een regionale studie in Zuid-Holland Zuid. Het aandeel tienermoeders met ondersteuningsbehoefte bedraagt daar 40%. Van de tienermoeders heeft 30% bovendien behoefte aan hulp bij het vinden van andere woonruimte. Het is niet mogelijk om hiermee iets te zeggen over de landelijke aantallen, maar het geeft wel een beeld. Ten tweede, en dit maakt conclusies over de omvang van de ondersteuning onmogelijk, ontbreekt het gemeenten en instellingen aan cijfers over het bereik en de effectiviteit van hun aanbod. Daarbij komt nog dat ambulante hulp en opvang vaak zowel op tienermoeders als op jonge moeders zijn gericht, waardoor de cijfers over ambulante hulp en opvang specifiek voor tienermoeders ontbreken. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 8

9 Leeswijzer Deze rapportage beschrijft de samengevatte resultaten van de inventarisatie die in de tweede helft van 2014 door is uitgevoerd, van het aanbod aan interventies ter preventie van tienerzwangerschap, voorlichting en hulp aan zwangere tieners en (aanstaande) tienermoeders, en opvang voor tienermoeders. De belangrijkste bevindingen van deze inventarisatie leest u in de samenvatting. Gevolgd door de aanleiding en het doel van het onderzoek. In hoofdstuk 1, Zwangere tieners en tienermoeders, wordt ingegaan op de doelgroep, aantallen en achtergronden van zwangere tieners en tienermoeders. Hoofdstuk 2, Achtergrond en wettelijke kaders, beschrijft het wettelijke en kader van interventies voor preventie tienerzwangerschap, zwangere tieners en (aanstaande) tienermoeders. Hoofdstuk 3, de Methode, beschrijft de onderzoeksopzet voor de inventarisatie. In de hoofdstukken 4 t/m 7 worden de resultaten van de inventarisatie per onderzoeksvraag samengevat. Hoofdstuk 4, Voorlichting over seksuele gezondheid, beschrijft het aanbod aan interventies ter preventie van tienerzwangerschap. Hoofdstuk 5, Voorlichting aan (onbedoeld) zwangere tieners en de vaders, beschrijft het landelijk aanbod aan keuzevoorlichting en keuzebegeleiding. Hoofdstuk 6, Ambulante hulp aan (aanstaande) tienermoeders, beschrijft het landelijke aanbod aan ambulante hulp voor zwangere tieners die de zwangerschap uitdragen en de ambulante hulp aan tienermoeders. Hoofdstuk 7, Opvang voor tienermoeders, beschrijft het landelijk en regionaal beschikbare aanbod aan opvang voor (aanstaande) tienermoeders. Hoofdstuk 8, Voorlichting, hulp en opvang in gemeenten, beschrijft het geïnventariseerde aanbod aan interventies voor preventie tienerzwangerschap, zwangere tieners en (aanstaande) tienermoeders van de gemeenten Den Haag, Utrecht, Maastricht, Deventer, Den Helder en Goeree-Overflakkee, In hoofdstuk 9, de Conclusie, leest u opvallende punten en conclusies die naar aanleiding van de inventarisatie naar voren zijn gekomen. Zowel over wat er goed gaat, als wat er beter kan. Ten slotte volgen nog enkele bijlagen. Bijlage 1 presenteert de resultaten van de inventarisatie van het landelijke aanbod. Bijlage 2 geeft een overzicht van de opvangvoorzieningen naar indicatie en doelgroep. Bijlage 3 geeft de resultaten van de inventarisatie onder gemeenten weer. In bijlage 4 vindt u vervolgens de verslagen van de focusgroepen en expertmeeting, en bijlage 5 is de literatuurlijst. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 9

10 Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 10

11 Opdracht Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft, naar aanleiding van de amendementen (kst xvi-17/ kst xvi-71), gevraagd om onderzoek te doen naar het aanbod preventie van onbedoelde tienerzwangerschap en de ondersteuning van tienermoeders. Met het onderzoek wordt een foto van de stand van zaken gemaakt van het aanbod aan preventie en aan voorlichting, hulp en opvang, zowel kwantitatief als kwalitatief. Het doel van de opdracht is beter zicht krijgen of er op dit vlak hiaten en verbeterpunten zijn. Voor dit onderzoek is het aanbod geïnventariseerd van landelijke organisaties, de provincies en van zes gemeenten. De onderzoeksvragen in dit onderzoek zijn: Wat is het aanbod aan voorlichting over seksuele gezondheid? Wat is het aanbod aan voorlichting aan (onbedoeld) zwangere tieners en aan de vaders? Wat is het aanbod aan ambulante hulp voor (aanstaande) tienermoeders? Wat is het aanbod aan opvangvoorzieningen voor tienermoeders? Naar aanleiding van de inventarisatie is er een analyse gemaakt van de foto. Hieruit kwam naar voren wat goed gaat en wat verbeterpunten zijn. Deze inventarisatie is uitgevoerd in het najaar van 2014, met jaarrapportage cijfers uit Een onrustige periode voor gemeenten en instellingen voorafgaand aan de decentralisaties van jeugdzorg en AWBZ. Gemeenten hebben uitgebreidere en nieuwe taken gekregen in het sociaal domein. Deze inventarisatie geeft dan ook een momentopname in een periode van transitie. Hierdoor kunnen er verschillen zijn in de geïnventariseerde situatie en de huidige situatie. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 11

12 Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 12

13 1. Zwangere tieners en tienermoeders In dit onderzoek zijn gegevens verzameld van het aanbod van interventies ter preventie van tienerzwangerschap, van voorlichting en hulp aan zwangere tieners en (aanstaande) tienermoeders, en van opvang voor tienermoeders. Dit hoofdstuk beschrijft deze doelgroep, aantallen en achtergronden risicofactoren en ondersteuningsbehoefte. 1.1 Doelgroep De vraag van de minister gaat specifiek over tieners. Het veld maakt echter vaak geen onderscheid tussen tienermoeders en jonge moeders (20 tot 23 jaar), wat gemakkelijk tot begripsverwarring leidt. Een tienermoeder is jonger dan 20 jaar en heeft een kind (leeftijdsgrens wordt gehanteerd door jeugdmonitor; Kinderen in Tel; gemeenten). Ook de begrippen 'tienervader' en 'tienerouder' worden gebruikt voor iemand die jonger is dan 20 jaar en een kind heeft. Een jonge moeder is een vrouw die tussen haar 20 e en 23 e haar eerste kind krijgt. Als er sprake is van onderzoek, hulp of opvang aan zowel tienermoeders als jonge moeders, wordt dit in deze studie benoemd als jonge moeders. Tieners en seksualiteit De tienerjaren zijn een belangrijke periode in de seksuele ontwikkeling. Veel tieners hebben in hun tienerjaren voor de eerste keer geslachtsgemeenschap. Op 17-jarige leeftijd heeft de helft van de jongeren hier ervaring mee (Graaf, Kruijer, Acker & Meijer, 2012). Hierbij wordt meestal anticonceptie gebruikt, maar niet altijd. Vier van de vijf jongens en meisjes gebruiken altijd anticonceptie bij geslachtsgemeenschap (Graaf et al, 2012), daardoor is er bij één op de vijf risico op onbedoelde zwangerschap. Uit onderzoek (Berlo, Wijsen & Vanwesenbeeck, 2005) blijkt dat er diverse veranderbare factoren zijn die samenhangen met onbedoelde zwangerschap en tienerzwangerschap, te weten: Duidelijk en effectief kunnen communiceren over de eigen seksuele grenzen verkleint de kans op het meemaken van seksueel grensoverschrijdende activiteiten. Kunnen communiceren over anticonceptie. Kennis- en risicoperceptie. Met name de discrepantie tussen de perceptie van de eigen kennis en de feitelijke kennis speelt een rol bij ongepland zwanger worden. Attitude t.a.v. anticonceptiegebruik en zwangerschap: hoe beter jongeren op de hoogte zijn van de voordelen van het gebruik van anticonceptie, hoe groter de kans dat zij deze daadwerkelijk gaan gebruiken. Genderopvattingen: meiden met traditionele opvattingen over passend gedrag voor mannen en vrouwen lopen een groter risico op het meemaken van seksueel grensoverschrijdend gedrag en het hebben van onbeschermde of onvrijwillige seks. Tienermoeders blijken vaker dan gemiddeld traditionele genderopvattingen te hebben. Zelfbeeld: de reactie op seksueel grensoverschrijdend gedrag blijkt in grote mate samen te hangen met het zelfbeeld van jongeren. Toekomstperspectief: Meiden die zich verbonden voelen met school en die toekomstplannen hebben, hebben een kleinere kans op tienerzwangerschap. Bij het onderzoeksonderdeel over het aanbod op het gebied van preventieve voorlichtingsinterventies benaderen wij het begrip seksuele gezondheid zoals de World Health Organisation definieert, te weten: Een met seksualiteit verbonden toestand van fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal welzijn. Het vereist een positieve en respectvolle benadering van seksualiteit en relaties. Het vereist ook het Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 13

14 mogen en kunnen aangaan van plezierige en veilige seksuele ervaringen; zonder dwang, discriminatie en geweld (WHO, 2006 in F. Bakker, 2006: 3). 1.2 Zwangerschapsafbrekingen bij tieners In 2013 werden in Nederland tieners onder de 20 jaar zwanger. Van de zwangere tieners (3.643) heeft 65% gekozen voor abortus; van hen waren 87 zwanger onder de 15 jaar (IGZ, 2014). Dit aantal is sterk gedaald ten opzichte van 2012, toen waren er nog 142 abortussen bij meisjes onder de 15 jaar. Dat is een daling van 39%. In tabel 1.1 is het aantal abortussen bij tieners in 2011, 2012 en 2013 weergegeven. De registratie van de IGZ laat zien dat het aantal zwangerschapsafbrekingen onder tieners langzaam afneemt. Deze daling doet zich voor sinds In 2002 betrof nog 17% van alle zwangerschapsafbrekingen een tienerzwangerschap. In 2013 was dat 12%. Evenals in de voorgaande jaren vinden de meeste zwangerschapsafbrekingen plaats bij vrouwen tussen de 20 en 25 jaar (25% in 2013, tegenover 26% in 2012). Ongeveer een derde van alle vrouwen die een zwangerschap afbreken, heeft al eerder een abortus gehad (Jaarrapportage 2013 van de Wet afbreking zwangerschap). In tabel 1.2 staan de percentages eerdere zwangerschapsafbrekingen in 2011, 2012 en in 2013 weergegeven. Tabel 1.1: Aantal abortussen bij vrouwen onder de 20 jaar Aantal abortussen bij vrouwen tot 20 jaar van 2011 t/m < 15 jaar jaar Tabel 1.2: Percentage behandelde vrouwen die eerder een abortus heeft gehad Aantal eerdere zwangerschapsafbrekin Percentage 2011 (n = ) Percentage 2012 (n = ) Percentage 2013 (n = ) gen 0 65, , ,9 2 7,2 7,4 7,3 3 2,1 2,3 2,5 4 0,7 0,7 0,8 5 0,3 0,3 0,3 > 5 0,2 0,2 0,2 In figuur 1.1 is het aantal abortussen per provincie in 2013 weergegeven. In Zuid-Holland en Noord- Holland waren de meeste zwangerschapsafbrekingen. Als er wordt gekeken naar het abortuscijfer (dit is het aantal zwangerschapsafbrekingen per vrouwen in de leeftijd jaar), dan blijkt Flevoland het hoogste abortuscijfer te hebben (12). In figuur 1.2 is het abortuscijfer per provincie over het jaar 2013 weergegeven. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 14

15 Figuur 1.1. Aantal abortussen per provincie in Figuur 1.2. Abortuscijfer per provincie in Reactie van ouders op zwangerschap Tieners leven in een omgeving waarin allerlei mensen een moreel oordeel kunnen geven over de zwangerschap (Baart & Keinemans 2007). Hun partner, en vooral hun ouders, hebben een stem als het gaat over het houden van het kind. Uiteindelijk neemt het zwangere meisje zelf de beslissing (Van Berlo, Wijsen & Vanwesenbeeck 2005, Baart & Keinemans 2007). Een deel van de meisjes maakt hun wensen en daarmee hun keuze voor zwangerschapsbeëindiging of moederschap ondergeschikt aan de wensen van hun vriend, omdat ze tegen hem opkijken. Voor veel allochtone meisjes geldt dat het moederschap status en economische zelfstandigheid biedt (Wijsen & Van Lee, 2006). Bij jongens hangt de reactie van hun ouders af van de vraag of de zwangerschap gewenst of ongewenst is. Bij een gewenste zwangerschap zijn de reacties overwegend positief, bij een ongewenste zwangerschap reageren ouders verschillend. Vaak is de reactie bij een ongewenste zwangerschap negatief omdat ouders bang zijn dat hun zoon zijn jeugd vergooit. In een later stadium draaien vrijwel alle ouders bij en steunen ze de vader (Van Lier, 2007). Adoptie In de periode 1998 tot 2007 zijn 197 baby s afgestaan voor adoptie. Hiervan waren 106 (54%) moeders 21 jaar of jonger. 35 (18%) Moeders waren 17 jaar of jonger. Gemiddeld genomen worden elk jaar 20 kinderen afgestaan voor adoptie, hiervan is de helft van de moeders jonger dan 20 jaar. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 15

16 1.3 Aantal tienermoeders in Nederland Het aantal tienermoeders in Nederland daalt al jaren. In een periode van 10 jaar is het aantal tienermoeders drastisch afgenomen. In 2004 waren er in Nederland nog ruim tienermoeders. Dit aantal is gedaald naar tienermoeders op 1 januari 2014 (CBS, 2014). Het CBS gaat hierbij uit van de leeftijd van de moeder op 31 december van het voorgaande jaar. In tabel 1.3 is het aantal tienermoeders per provincie opgenomen. Het CBS registreert hoeveel tienermoeders er in totaal zijn. Circa 50% van de tienermoeders heeft in dat jaar het eerste kind gekregen. De provincies met meer dan 250 tienermoeders zijn gearceerd. Nederland doet het goed in Europa: alleen Denemarken en Zwitserland hebben lagere geboortecijfers onder tieners (Garssen & Harmsen, 2013). In figuur 1.3 is het aantal tienermoeders in Nederland per provincie weergegeven. In de provincie Zuid-Holland wonen de meeste tienermoeders. Figuur 1.4 geeft het percentage tienermoeders weer van meiden tussen de 10 en de 20 jaar. Uit deze afbeelding komt naar voren dat in Flevoland relatief de meeste tienermoeders wonen, gevolgd door Zuid-Holland, Zeeland, Friesland en Groningen. Figuur 1.3. Aantal tienermoeders per provincie in Figuur 1.4. Percentage tienermoeders van meiden tussen 10 en 20 jaar. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 16

17 Tabel 1.3: Aantal tienermoeders per provincie in de periode Tienermoeders Regio's aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal Nederland Groningen (PV) Friesland (PV) Drenthe (PV) Overijssel (PV) Flevoland (PV) Gelderland (PV) Utrecht (PV) Noord-Holland (PV) Zuid-Holland (PV) Zeeland (PV) Noord-Brabant (PV) Limburg (PV) Meisjes van niet-westerse afkomst worden vaker tienermoeder dan autochtone meisjes, maar ook onder allochtone meisjes is het aantal tienerzwangerschappen gedaald. Bij Marokkaanse en Turkse meisjes ligt het geboortecijfer inmiddels al enkele jaren op het niveau van autochtone meisjes, rond de drie geboorten per duizend tienermeisjes. Surinaamse en Antilliaanse tieners worden echter nog wel relatief vaak moeder. In 2013 waren er bijna 21 geboorten per duizend Antilliaanse tienermeisjes en 11 bij Surinaamse meisjes (CBS & VWS, 2014). Tienermoeders per gemeente Er is een groot verschil tussen gemeenten in het aantal tienermoeders. Er zijn drie gemeenten met meer dan 125 tienermoeders (Rotterdam, Amsterdam, Den Haag). De gemeenten daarna volgen met 52 (Almere) en 39 (Leeuwarden) of minder tienermoeders. In onderstaande tabel zijn gemeenten geselecteerd met het hoogste aantal tienermoeders. Tabel 1.4: Top 10 aantal tienermoeders per gemeente Tienermoeders Rotterdam Amsterdam Den Haag Almere Leeuwarden Lelystad Maastricht Breda Groningen (gemeente) Schiedam Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 17

18 Aantal jonge moeders Veel hulp en opvang richt zich niet alleen op tienermoeders, maar ook op jonge moeders (20-23 jaar). In 2013 zijn er baby s geboren bij jonge moeders (zie tabel 1.5). De groep tienermoeders en jonge moeders samen is dan ook een grotere groep (13.196). Tabel 1.5: Aantal geboren kinderen bij jonge moeders in Nederland in 2013 (CBS, 2014) Leeftijd Aantal Totaal jaar Jonger dan Totaal < Aard, problematiek en de behoefte van tienermoeders Er zijn diverse onderzoeken over de ondersteuningsbehoefte en risicofactoren van tienermoeders. Er is echter geen meta-analyse beschikbaar waarin de samenhang en de grootte van deze factoren is getoetst. In deze paragraaf is een aantal relevante risicofactoren en ondersteuningsbehoeften beschreven. Risicofactoren voor tienermoederschap Gezin van herkomst Meisjes worden eerder op jonge leeftijd moeder als hun eigen moeder alleenstaand is of zelf jong moeder is geworden. Lager opgeleiden krijgen vaker op jonge leeftijd een kind (De Graaf et al., 2012), net als kinderen uit gezinnen die te maken hebben met armoede. Daarnaast is een licht verstandelijke beperking een risicofactor. Bij 15% van de Nederlandse bevolking is er sprake van een licht verstandelijke beperking. Multiprobleemsituaties Een problematische thuissituatie is een risicofactor voor tienermoederschap, zoals huiselijk geweld, opgroeien in een gebroken gezin of spanningen met de primaire opvoeders (De Jong & Van der Aa, 2011). Dit geldt vooral voor tienermoeders en tienervaders die uit kansarme gezinnen komen (Keinemans, 2010). Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV s), en illegale jonge moeders verkeren in een extra kwetsbare situatie (Portaal Fiom, 2010; Goosen, 2014). Beperkte seksuele zelfredzaamheid Tienermoeders kenmerken zich door een beperkte seksuele zelfredzaamheid. Deze zelfredzaamheid is vaak het gevolg geweest van een gebrek aan goede seksuele voorlichting, zowel vanuit huis meegekregen als op school geleerd. Deze tienermeiden hebben weinig kennis over het eigen lichaam, seksuele risico s, anticonceptie en voortplanting. Ze missen de vaardigheden om nee te zeggen, of om anticonceptie goed te gebruiken. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat 20% van de meisjes wel eens gedwongen is iets te doen of toe te staan op seksueel gebied (De Graaf et al., 2005). Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 18

19 Risicofactoren van tienermoederschap Fysieke en mentale gezondheid Hoewel tienerzwangerschap op zich geen gezondheidsrisico s met zich meebrengt, hebben kinderen van tienermoeders een grotere kans op perinatale sterfte (Offerman, 2005). Daarnaast hebben tienerouders vaak een lagere sociaaleconomische status en lopen daardoor een groter risico op gezondheidsproblemen (RIVM, 2009). Opleiding en zorg Zwangerschap tijdens het volgen van een opleiding kan problemen opleveren. Ook is het lastig om de zorg voor een kind te combineren met het afronden van een opleiding. Tienermoeders hebben vaker dan gemiddeld geen startkwalificatie (ROA, 2009). Dit geldt met name voor tienermoeders die van Wmo gefinancierde hulp afhankelijk zijn (Hoogenboezem & Oomen, 2010; Hoogenboezem, Oomen, Thiele, Donders & Mourits, 2010). Het voltooien van een passende opleiding is echter juist van belang om te voorkomen dat deze gezinnen in een situatie van langdurige armoede terechtkomen. Sociaal netwerk Een problematische thuissituatie is een risicofactor voor tienermoederschap (De Jong & van der Aa, 2011). Daarnaast kan de thuissituatie en/of het sociale netwerk van (aanstaande) tienermoeders wankel zijn als gevolg van de zwangerschap. Ouders, broertjes en zusjes kunnen geschrokken, teleurgesteld of verdrietig zijn. Netwerken zullen in stand gehouden en hersteld moeten worden (Keinemans, 2011). Risicofactoren voor kinderen van tienermoeders Uit onderzoek komt naar voren dat kinderen van tienermoeders meer risico lopen in het opgroeien op een aantal gebieden. Deze risicofactoren zijn hieronder beschreven. Hoger sterftecijfer Baby s van tienermoeders kennen een hoger sterftecijfer (Offerman et al. 2005). Deze verschillen kunnen niet verklaard worden door sociaaleconomische factoren of door het opleidingsniveau van de moeder. Tijdens het opgroeien zijn kinderen van tienermoeders ook vaker ziek en krijgen ze vaker een ongeluk. Vooral kinderen die opgevoed worden door een depressieve moeder die weinig sociale steun ontvangt, hebben een grote kans op cognitieve en emotionele problemen. Gehechtheidsrelatie Een kind zoekt van nature contact en nabijheid bij een gehechtheidsfiguur, voor troost, steun en bescherming (Bowlby, 1969). Kinderen die een veilige gehechtheidsrelatie hebben, ontwikkelen zich op latere leeftijd beter op sociaal-emotioneel vlak en hebben minder problemen. Eén van de risicofactoren voor juist een onveilige gehechtheidsrelatie is tienermoederschap. Uit internationaal onderzoek komt naar voren dat kinderen bij wie sprake is van een opeenstapeling van sociaaleconomische risicofactoren (waaronder tienermoederschap), ongeveer even vaak een onveilige (gedesorganiseerde) gehechtheidsrelatie ontwikkelen als kinderen die mishandeld worden (Cyr, Euser, Bakermans-Kranenburg & Van IJzendoorn, 2010). Gedesorganiseerde gehechtheid is de meest zorgwekkende vorm van onveilige gehechtheid, omdat het latere gedragsproblemen en psychopathologie voorspelt. Uit de meta-analyse van De Wolff en Van IJzendoorn (1997) blijkt dat sensitiviteit een belangrijk verband houdt met gehechtheid. Sensitiviteit is de vaardigheid van ouders om gehechtheidsignalen van hun kind te herkennen en er adequaat en prompt op te reageren (Ainsworth, Bell & Stayton, 1974). Uit kwalitatief onderzoek komt naar voren dat tienermoeders relatief vaker moeite hebben met het inleven in hun kind en met het aangaan van een emotionele band (Baart & Keinemans 2007; Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 19

20 Offerman, 2005). Moeders blijken door middel van interventies meer sensitief te kunnen worden en met deze toename van sensitiviteit verbetert ook de gehechtheidsrelatie tussen moeder en kind (Bakermans-Kranenburg, Van IJzendoorn & Juffer, 2003). Stress Armoede, slechte woonomstandigheden, onveiligheid in de buurt, opgroeien in een eenoudergezin en andere moeilijke omstandigheden kunnen zorgen voor een minder voorspoedige ontwikkeling bij het kind. Dit geldt vooral als er een combinatie van problemen optreedt (Leseman, 2007). Tienermoeders hebben vaker deze kenmerken en daarmee meer kans op opvoedstress. Teveel dagelijkse beslommeringen kunnen leiden tot (opvoedings)stress en kunnen een negatieve invloed uitoefenen op de ontwikkeling van het kind (Mesman, 2011) en kunnen het risico op kindermishandeling vergroten. Beschermende factoren Steun uit het netwerk Tussen jonge ouders bestaan veel verschillen, vooral wat betreft de afhankelijkheid van anderen. Sommige jonge ouders zijn goed in staat om met het ouderschap om te gaan. Ook is er een groep die door familie wordt opgevangen en daardoor relatief weinig problemen ondervindt (Baart & Keinemans 2007; Fiom, 2010). Uit onderzoek van Keinemans (2011) blijkt dat goede steun, vooral uit informele netwerken, van groot belang is voor tienermoeders. Passende begeleiding zorgt er eveneens voor dat kinderen van tienermoeders kunnen opgroeien in een goed opvoedklimaat (Baart & Keinemans 2007). Als ouders meer steun ervaren uit hun sociale netwerk, dan vermindert dat de stress rondom de zorg en opvoeding van hun kind. Hierdoor kunnen zij meer beschikbaar zijn voor hun kind. De hoeveelheid stress die moeders ervaren blijkt gerelateerd te zijn aan de mate van sensitief opvoeden, waarbij meer stress leidt tot minder sensitief opvoeden (Crnic, Greenberg, Ragozin, Robinson & Basham, 1983; Muller-Nix et al., 2004). Sociale steun kan een buffer zijn voor de nadelige gevolgen van stress op sensitiviteit, met name als de steungever emotioneel dichtbij de ouder staat (Crnic et al., 1983). Aanwezigheid en betrokkenheid van vaders Tienermoeders willen graag dat jonge vaders bij de opvoeding betrokken zijn. Veel jongens hebben een oprechte betrokkenheid bij de opvoeding van hun kind (Van Lier 2007; Raap & Van Coblijn 2009). Er zijn geen landelijke cijfers over de betrokkenheid van vaders. Onderzoek in Zuid-Holland (De Jong & Van der Aa, 2011) laat zien dat bijna driekwart van de jonge moeders samenwoont of getrouwd is met de biologische vader. Er zijn hierbij grote verschillen tussen tienermoeders en moeders ouder dan 20 jaar. Slechts een kwart van de tienermoeders is getrouwd of woont samen, waardoor ze meer op zichzelf (en anderen) is aangewezen. Volgens Keinemans (2011) zijn de meeste vaders die geen relatie meer hebben met de tienermoeders niet of nauwelijks betrokken bij moeder en kind. Andere vaders tonen betrokkenheid door bij te dragen in het levensonderhoud. Sommigen doen regelmatig iets met de kinderen, zoals een dagje uit, of ze nodigen de kinderen uit te komen logeren. De aanwezigheid van de biologische vaders blijkt per levensfase te kunnen wisselen. Ook bepaalt de moeder mede op wat voor manier hij er kan en mag zijn. Ondersteuningsbehoefte Jonge ouders hebben vooral behoefte aan praktische hulp. De meeste steun wordt geleverd in hun directe omgeving. Sommige tienermoeders hebben echter behoefte aan steun op meerdere gebieden, en soms hebben zij ook intensieve hulp of opvang nodig. Baart & Keinemans (2007) waarschuwen dat er niet alleen aandacht moet zijn voor praktische thema's, omdat er achter de praktische vraag een achterliggende vraag, behoefte of verlangen is. Tienermoeders vinden het lastig om deze Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 20

21 achterliggende vraag te benoemen. Uit het onderzoek van Onderzoekscentrum Drechtsteden (De Jong & Van der Aa, 2011) komt naar voren dat 41% van de (daar onderzochte) tienermoeders in Zuid- Holland Zuid een probleem heeft op drie of meer leefgebieden en de verwachting is dat er (professionele) ondersteuning nodig is. Daarnaast blijkt dat 60% van de tienermoeders stopt met de opleiding en een kwart hiervan stopt uiteindelijk definitief. Huisvesting Niet alle tienermoeders kunnen of willen bij hun ouders blijven wonen. Tienermoeders maken zich vaak grote zorgen over het vinden van woonruimte. Voor sociale huurwoningen geldt veelal een leeftijdsbeperking. Lokaal zijn echter afspraken tussen de gemeente en woningbouwcorporaties over de toewijzing van woningen voor bepaalde doelgroepen (contingentwoningen). Via particulieren en bijvoorbeeld studentenhuisvesting kunnen tienermoeders eventueel woonruimte huren. Het vinden van een woning is moeilijk door het beperkte aanbod en door de omstandigheden van tienermoeder, zoals een relatief laag inkomen, een jonge leeftijd, starter en alleenstaand met kind (Van Lier, 2002). Naast het beperkte aanbod vinden tienermoeders het moeilijk om inzicht te krijgen in de regelgeving (bijvoorbeeld voor urgentie) (Van Lier, 2002). Uit het onderzoek van De Jong en Van der Aa toont aan dat 50% van de meiden die andere woonruimte willen (61% van de tienermoeders wil binnen een jaar verhuizen), hier ook ondersteuning bij wenst. Ook blijkt dat een derde van deze groep de ondersteuning niet weet te vinden. Behoefte aan praktische hulp van tienermoeders Tienermoeders hebben vooral behoefte aan hulp bij huisvesting, financiën, bij het voortzetten van de opleiding en bij het opvoeden van hun eerste kind (Baart & Keinemans 2007). Het onderzoek van De Jong en Van der Aa toont aan dat 55% van de tienermoeders hulp nodig heeft bij de financiën. Ook jonge vaders hebben vooral behoefte aan concrete hulp. Uit het kwalitatief onderzoek van Gesell en Van Dijk (2010) komt naar voren dat jonge vaders vooral ondersteuning zoeken bij het vinden van een huis en van werk. Doordat er voor vaders minder hulp beschikbaar is dan voor tienermoeders, is de drempel om hulp te vragen voor hen groter (Raap & Van Coblijn, 2009). Verder blijkt uit het onderzoek van Gesell en Van Dijk (2010) dat jonge vaders ondersteuning nodig hebben bij anticonceptiegebruik. Sommige tienermoeders hebben veel hulp nodig Onderzoek in Zuid-Holland (De Jong & Van der Aa 2011) laat zien dat ruim vier op de tien (40%) tienermoeders hulpbehoefte heeft op drie of meer terreinen. Bij de moeders boven 20 jaar is dat 17 procent. Moeders die ongepland zwanger zijn, weinig mensen hebben om op terug te vallen en moeders met een (licht) verstandelijke of lichamelijke beperking, hebben relatief vaker behoefte aan hulp. Jonge moeders vanaf 20 jaar redden zich meestal goed. Ze staan vaker met de biologische vader ingeschreven op een adres en hebben een opleiding op een hoger niveau gevolgd dan de moeders onder 20 jaar. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 21

22 Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 22

23 2. Achtergrond en wettelijke kaders In dit hoofdstuk zijn de achtergrondinformatie en de wettelijke kaders beschreven op de thema s van de onderzoeksvragen: voorlichting seksuele gezondheid voorlichting aan (onbedoeld) zwangere tieners en aan de vaders ambulante hulp aan (aanstaande) tienermoeders opvang voor tienermoeders. De inventarisatie is uitgevoerd in de tweede helft van Sinds 1 januari 2015 is er veel veranderd door de decentralisaties van de jeugdzorg en de AWBZ. 2.1 Voorlichting seksuele gezondheid De eerste onderzoeksvraag richt zich op het voorlichtingsaanbod aan tieners over seksuele gezondheid. Het onderwijs heeft een belangrijke taak in de voorlichting over seksuele gezondheid en seksuele diversiteit. Het betreft de kerndoelen 38 en 41 voor het basisonderwijs, de kerndoelen 53 en 57 voor het speciaal onderwijs en kerndoel 34 en 43 voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs (Bijsterveldt-Vliegenthart, 2011). Schoolbesturen zijn verplicht om de kerndoelen aan te bieden, maar zij zijn vrij in de invulling ervan. Toezicht van de Onderwijsinspectie op deze kerndoelen is risico gestuurd. Dit betekent dat aanvullende inspectie pas aan de orde is, als er signalen zijn dat een school niet aan de kerndoelen voldoet. Tot nu toe is dat niet voorgekomen. 2.2 Voorlichting aan (onbedoeld) zwangere tieners De tweede onderzoeksvraag richt zich op het voorlichtingsaanbod aan (onbedoeld) zwangere tieners. De term onbedoelde zwangerschap wordt gehanteerd als term voor zowel ongeplande als ongewenste zwangerschappen. Tieners die zwanger raken, staan voor de keuze om de zwangerschap uit te dragen of af te breken. De mogelijkheden tot het afbreken van de zwangerschap hangen samen met het wettelijk kader en de behandelingen. Bij het maken van deze keuze kunnen tieners gebruik maken van voorlichting en begeleiding. Keuzevoorlichting en keuzebegeleiding Er worden in het werkveld verschillende definities gehanteerd voor de keuzevoorlichting en keuzebegeleiding die aan onbedoeld zwangere tieners wordt gegeven bij het maken van een weloverwogen besluit over het uitdragen of het afbreken van de zwangerschap, of het afstaan ter adoptie. In deze inventarisatie hanteren we de volgende omschrijvingen: Keuzevoorlichting: bewuste en doelgerichte communicatie waardoor de tiener informatie kan verkrijgen, verwerken en toepassen over de keuzemogelijkheden bij een onbedoelde zwangerschap. Vormen van voorlichting zijn: informeren, adviseren en aanraden (Stalenhoef, 2009). Keuzebegeleiding: een proces, met als doel het vermogen te vergroten van de vrouw om haar situatie te overzien en te beoordelen, opties te evalueren en op basis van informatie een beslissing te nemen. Uitgangspunt is dat de hulpverlener niet de eigen opvatting over het bestaan van een noodsituatie opdringt aan de vrouw maar bereid is samen met haar te zoeken naar een voor haar passende oplossing. Keuzebegeleiding onderscheidt zich van keuzevoorlichting, doordat de begeleiding bestaat uit ambulant uitgevoerde gesprekken (en mogelijk andere activiteiten) die plaatsvinden dicht bij de sociale omgeving van de cliënt, en wordt uitgevoerd door Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 23

24 één hulpverlener die werkt volgens de multidisciplinaire richtlijn Begeleiding van vrouwen die een zwangerschapsafbreking overwegen (Koekkoek, 2011). Wet afbreking zwangerschap Zwangerschapsafbreking is in Nederland geregeld bij de Wet afbreking zwangerschap (Wafz, 1984) waarin voorschriften zijn opgenomen die ten doel hebben de kwaliteit van de medische behandeling en een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen. Een ziekenhuis of abortuskliniek moet over een vergunning beschikken om zwangerschappen te mogen afbreken. Er geldt een bedenktijd van vijf dagen voor vrouwen die hun zwangerschap willen afbreken. Een zwangerschap mag niet eerder worden afgebroken dan op de zesde dag nadat de vrouw een arts heeft bezocht en daarbij haar voornemen met hem heeft besproken. De bedenktijd geldt niet voor de overtijdbehandeling (Wafz, 1984). Verschillende soorten behandelingen Morning-aftermethoden: morning-afterpil (tot 72 uur) en morning-afterspiraal (tot vijf dagen) kunnen na onbeschermde geslachtsgemeenschap worden gebruikt. De morning-aftermethoden vallen niet onder de Wafz en zijn niet in de abortusregistratie opgenomen. De morning-afterpil is voor jongeren tot 21 jaar met een recept van de huisarts gratis te verkrijgen bij de apotheek. Ook zonder recept is de morning-afterpil verkrijgbaar, dan kost deze circa 13,-. Overtijdbehandeling: dit is een vroege zwangerschapsafbreking, waarbij tot 16 dagen overtijd gebruik kan worden gemaakt van instrumentele behandeling (curettage) of de abortuspil. De overtijdbehandeling valt niet onder de Wafz en kent daardoor geen verplichte bedenktijd. Een overtijdbehandeling mag alleen in een ziekenhuis of kliniek met Wafz-vergunning worden verricht (Wafz,1984). Eerste trimester zwangerschapsafbreking: zwangerschapsafbreking tot en met 12 weken (Wafz,1984). Tweede trimester zwangerschapsafbreking: zwangerschapsafbreking weken (tot aan de levensvatbaarheidsgrens). Voor het verrichten van tweede trimesterzwangerschapsafbrekingen moeten klinieken een aparte vergunning hebben (Wafz,1984). Abortus is in Nederland toegestaan tot een zwangerschapsduur van 24 weken (Wet Afbreking Zwangerschap, 1981), maar in de praktijk gaan artsen uit van 22 weken, omdat zij tot op een nauwkeurigheid van twee weken de duur van de zwangerschap kunnen bepalen. Verwijzing naar abortusklinieken en ziekenhuizen Vrouwen/meisjes kunnen met hun abortusverzoek rechtstreeks naar de kliniek of het ziekenhuis gaan, of zich laten verwijzen. De meeste vrouwen worden verwezen door de huisarts (60% in 2013). In 2013 ging 23% van de behandelde vrouwen zonder verwijzing rechtstreeks naar de kliniek of het ziekenhuis (IGZ, 2014). Er zijn enkele verschillen tussen ziekenhuizen en abortusklinieken op het gebied van abortushulpverlening. De belangrijkste daarvan zijn ten eerste dat vrouwen met name in de vroege zwangerschap rechtstreeks naar de kliniek gaan (dus zonder verwijzing). Ten tweede worden de kosten voor een abortus in een kliniek uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) gedekt, terwijl een abortus in een ziekenhuis door de zorgverzekering wordt betaald (IGZ, 2014). Daardoor is de privacy van een zwangere minderjarige t.o.v. haar ouders niet altijd gewaarborgd. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 24

25 Toestemming Als zwangere meisjes onder de 16 jaar zijn, is toestemming voor abortus van de ouders/voogd nodig. Als er geen toestemming (mogelijk) is, beoordeelt de (huis)arts of de tiener de gevolgen van de keuze begrijpt, en kan de abortus worden uitgevoerd zonder toestemming van ouders. Voor de begeleiding hierbij wordt, indien beschikbaar, ook doorverwezen naar specialistische hulpverlening. 2.3 Ambulante hulp aan (aanstaande) tienermoeders De derde onderzoeksvraag richt zich op het aanbod ambulante hulp aan (aanstaande) tienermoeders. Zwangere tieners die de keuze hebben gemaakt om de zwangerschap uit te dragen en tienermoeders die in hun ouderschap hulp kunnen gebruiken, kunnen gebruik maken van ambulante hulp. Tienermoeders kunnen gebruikmaken van het reguliere aanbod van organisaties die hulp en begeleiding bieden. Deze organisaties hebben geen specifieke gerichtheid op tienermoeders, met enkele lokale uitzonderingen. Vanuit de onderstaande wettelijke kaders zijn lokaal de voorzieningen zoals jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg en het CJG georganiseerd. Wettelijk kader regulier aanbod Jeugdgezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is de publieke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren tussen 0 en 19 jaar. Doel van de JGZ is het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen van 0-19 jaar, zowel individueel als op populatieniveau. De JGZ voert voor alle kinderen preventieve screeningen uit (lichamelijk, cognitief en psychosociaal). Zij vervult zo een belangrijke rol in vroegsignalering van risico s, korte interventies en doorverwijzing naar zwaardere vormen van hulpverlening. In 2008 werd de Wet Publieke Gezondheid (WPG) van kracht, waarin de taken van de gemeente op het gebied van de publieke gezondheidszorg, waaronder de JGZ, opnieuw zijn vastgelegd. De gemeente heeft tot taak ter uitvoering van de gezondheidstaken een Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) in stand te houden. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om (onderdelen van) de JGZ door een zorgorganisatie te laten uitvoeren. De gemeente is de regisseur over de integrale JGZ. CJG Gemeenten hebben geen wettelijke verplichting om een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) als instelling in stand te houden. Er is een Brede Doel Uitkering en een aantal taken op grond van de WPG en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) (opvoed- en opgroeiondersteuning) die gemeenten moeten uitvoeren. Het CJG is een netwerkorganisatie waarin gemeentelijk aanbod op het gebied van prenatale voorlichting, jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar en Wmo-activiteiten (voorlichting, informatie en advies over opvoeden en opgroeien 0-23 jaar en beschikbare licht pedagogische hulp) gebundeld is. In elke gemeente is minimaal één laagdrempelig inlooppunt waar ouders en jeugdigen terecht kunnen met vragen. Daarbij kan desgewenst aangesloten worden op bestaande voorzieningen (consultatiebureau, gezondheidscentrum, brede school). Er is minimaal een link met de zorg- en adviesteams rondom het onderwijs en het consultatiebureau. Van gemeenten wordt verwacht dat zij de regie voeren op de jeugdketen. Voor een sluitende keten worden afspraken gemaakt met relevante instellingen, onder meer over signalering, netwerken en de coördinatie van zorg. Jeugdzorg Sinds 2015 is de zorg voor jeugd helemaal ondergebracht bij de gemeente. De verantwoordelijkheden van de gemeente zijn vastgelegd in de nieuwe Jeugdwet. Het ministerie van VWS en het ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) zorgen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voor ondersteuning van de gemeenten. Zie voor meer informatie hierover paragraaf 2.4. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 25

26 Ook in het kader van de Wmo heeft de gemeente taken in de ondersteuning van en zorg voor kinderen, jongeren en hun ouders. Het betreft de volgende vijf functies: informatie en advies geven; signaleren van problemen bij opgroeien en opvoeden; zorgen dat kinderen, jongeren en hun ouders de juiste hulp krijgen; pedagogische hulp geven; coördineren van zorg. 2.4 Opvang aan tienermoeders (Aanstaande) tienermoeders die niet (meer) thuis kunnen wonen, kunnen gebruik maken van opvangvoorzieningen. Wettelijk kader opvang Opvang aan tienermoeders wordt geboden vanuit verschillende wettelijke kaders en financieringsbronnen. Met de decentralisaties is er veel verandert in 2015 ten opzichte van Wet op de Jeugdzorg (provinciaal gefinancierde jeugdzorg) Vanuit de wet op de Jeugdzorg waren (tot ) provincies en Stadsgewesten verantwoordelijk voor cliëntgerichte en samenhangende jeugdzorg bij gedragsproblemen van jeugdigen en/of bij opvoedproblemen (Rijksoverheid, z.d.). Opvang en begeleiding werd met een indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg geboden, door instellingen met een Jeugzorgerkenning. Daarnaast werd opvang geboden in pleegzorg of in een gezinshuis, verbonden aan een jeugdzorginstelling. Instellingen hadden een financieringsrelatie met de provincie of met het Stadsgewest en zij hadden een provinciale of stadsgewestelijke functie. Sinds 1 januari 2015 zijn de jeugdzorggelden overgeheveld naar gemeenten en is de nieuwe Jeugdwet van kracht. Gemeenten hebben een jeugdhulpplicht. Jongeren met een beperking, stoornis of aandoening, en hun ouders kunnen bij de gemeente terecht voor hulp en ondersteuning (Voor de jeugd, 2014). Opvang en begeleiding aan (aanstaande) tienermoeders wordt door individuele gemeenten of gemeenten in 41 regionale samenwerkingsverbanden ingekocht (Vereniging van Nederlandse Gemeenten, z.d). Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) De AWBZ was (tot ) een collectieve ziektekostenverzekering voor niet individueel verzekerbare ziektenkostenrisico's. Opvang en begeleiding was beschikbaar met een indicatiebesluit van het CIZ en op basis van de grondslagen psychisch en (licht)verstandelijk beperking. Organisaties voor Geestelijke Gezondheidszorg en voor zorg aan mensen met een verstandelijke beperking boden opvang en begeleiding, en werden gefinancierd vanuit Zorg in Natura of een Persoonsgebonden budget. Met zorgkantoren was een financieringsrelatie. Sinds 1 januari 2015 zijn de AWBZ-taken ondergebracht bij nieuwe en bestaande wetten. Gemeenten en zorgverzekeraars hebben er extra taken bij. Voor (aanstaande) tiener- en jonge moeders die nu gebruik maken van hulp en opvang vanuit AWBZ, is het volgende veranderd ten opzichte van 2014: Gemeenten zijn vanuit de Jeugdwet verantwoordelijk voor de hulp en opvang (kort verblijf) aan minderjarige (aanstaande) tienermoeders met een verstandelijk beperking en/of psychische stoornis; De eerste drie jaar van langdurige geestelijke gezondheidszorg (ambulant en verblijf) aan volwassen (aanstaande) tienermoeders zijn de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars (Zorgverzekeringswet); Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 26

27 Jeugdigen en volwassenen bij wie al voor het 18 e levensjaar duidelijk is dat zij op grond van ernstige beperkingen of stoornissen hun verdere leven 24-uurszorg of permanent toezicht nodig hebben, kunnen aanspraak maken op de Wet Langdurige zorg (WLz) (Voor de jeugd, 2014). Wmo Het wettelijk kader voor de maatschappelijke en vrouwenopvang is de Wmo. Centrumgemeenten ontvingen specifieke uitkeringen van het rijk voor hulp en opvang aan mensen die, al dan niet gedwongen, hun thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Er waren 43 centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang. Hulp en opvang werd geboden zonder benodigde diagnose of indicatie door instellingen voor vrouwen- en maatschappelijke opvang. Sinds 1 januari 2015 is het stelsel voor de vrouwenopvang vernieuwd. Belangrijke veranderingen zijn de aanpassing van het verdeelmodel, het stoppen van landelijke financiering van specifieke opvangvoorzieningen en de versterking van de gemeentelijke verantwoordelijkheid (Voor de Jeugd, 2013). Zorgverzekeringswet (Zvw) (Kortdurende) opvang en behandeling aan (aanstaande) tienermoeders met een psychische stoornis werd geboden vanuit de Zorgverzekeringswet onder verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraars. Een verwijzing en een psychiatrische diagnose zijn nodig voor opname in een GGZ-instelling. Sinds 1 januari 2015 valt de opvang en behandeling van minderjarigen onder verantwoordelijkheid van gemeenten (Jeugdwet). Overig Opvang in justitiële jeugdinstellingen (JJI) biedt opvang aan tienermoeders die vallen onder jeugdstrafrecht. Aan AMV tienermoeders wordt opvang geboden vanuit de Wet Centraal Orgaan opvang Asielzoekers. Organisaties kunnen naast overheidsgelden gebruik maken van giften, fondsen en eigen bijdragen. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 27

28 Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 28

29 3. Methode Dit hoofdstuk beschrijft de onderzoeksvragen, de gebruikte definities, de geselecteerde regio s en de onderzoeksaanpak. In dit onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen onderzocht: Wat is het interventieaanbod voorlichting seksuele gezondheid? Wat is het interventieaanbod voorlichting aan (onbedoeld) zwangere tieners en aan de vaders? Wat is het interventieaanbod ambulante hulp aan (aanstaande) tienermoeders? Wat is het aanbod aan opvangvoorzieningen voor tienermoeders? Hierbij is in eerste instantie naar het landelijke en provinciale aanbod gekeken en in tweede instantie naar het aanbod bij een steekproef van zes gemeenten. 3.1 Opzet onderzoek Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden hebben wij eerst, op basis van literatuur, sociale kaarten en internetresearch een inventarisatie gedaan naar landelijk en provinciaal werkende organisaties. Het aanbod van de organisaties is ingevoerd in een Excel-format, zodat het op onderdelen vergelijkbaar is. Door middel van telefonische interviews is bij de organisaties nagegaan of de informatie klopt, en de informatie is zo nodig aangevuld. In bijlage 1 is een samenvatting van deze inventarisatie opgenomen. Daarnaast is het aanbod van de zes gemeenten in kaart gebracht door bij de gemeente en lokale CJG, BJZ en GGD na te vragen of in deze gemeente een specifiek aanbod is in voorlichting, keuzebegeleiding, ambulante hulp en opvang voor tienermoeders. Als er specifieke interventies voor tienermoeders beschikbaar waren, dan zijn deze lokale initiatieven ook benaderd. In bijlage 2 is het lokale aanbod samengevat. In hoofdstuk zeven worden de uitkomsten van de inventarisatie bij de zes gemeenten gepresenteerd. Controle op correctheid Landelijk en provinciaal werkende instellingen zijn begin oktober 2014 per benaderd met het verzoek medewerking te verlenen aan het onderzoek. Een toelichtende brief van het ministerie van VWS is meegestuurd. Bij geen respons werd het verzoek herhaald en is de organisatie ook telefonisch benaderd om een afspraak voor een telefonisch interview te maken. Tijdens deze telefonische uitvraag is het geïnventariseerde aanbod van de organisatie getoetst en aangevuld. De controle op correctheid verliep op sommige onderdelen moeizaam. Zo bleken voorzieningen die op landelijke websites waren genoemd, niet meer te bestaan. Ook bleek er veel veranderd, ondanks dat de gebruikte overzichten van organisaties relatief recent zijn. Door de transitie van de jeugdzorg is er veel onrust bij jeugdhulpverleningsorganisaties. Dit vertraagde het proces van informatie verzamelen en controleren. In totaal zijn er 105 landelijke organisaties benaderd, waarvan met 70 organisaties de informatie in interviews is afgestemd. In deze interviews zijn 69 interventies gecontroleerd. Van de zes bevraagde gemeenten zijn de gemeente, de GGD, het CJG en de lokale Bureau Jeugdzorg benaderd met de vraag naar de juiste contactpersoon voor informatie over het lokale aanbod aan zwangere tieners en tienermoeders. Gemeenten en instellingen wisten vaak niet wie de Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 29

30 juiste contactpersoon was, of reageerden niet. Als er specifiek aanbod voor tienermoeders was, zijn de uitvoerende instellingen ook benaderd voor informatie. In totaal zijn er 47 lokale organisaties benaderd, waarvan het aanbod met 34 organisaties is afgestemd. Ondanks alle inspanningen om met deze inventarisatie zoveel mogelijk organisaties op de foto te krijgen, pretendeert deze inventarisatie niet volledig te zijn. Binnen de scope van het onderzoek, de beschikbare tijd en middelen was dit ook onmogelijk. Wel is getracht om met deze inventarisatie een representatief beeld van de huidige situatie te geven. Focusgroep-bijeenkomsten en expertmeeting De inventarisatie is kwantitatief en kwalitatief geanalyseerd. Hieruit kwam een aantal opvallende punten naar voren. Deze opvallende punten zijn tijdens focusgroep-bijeenkomsten voorgelegd aan zowel professionals als cliënten van ambulante hulp en opvang. De bundeling van opvallende punten is tijdens een expertmeeting voorgelegd aan experts. Verslagen van de focusgroep-bijeenkomsten en expertmeeting vindt u in bijlage 3. De conclusies zijn gebaseerd op de inventarisatie, en op de uitkomsten van de focusgroep-bijeenkomsten en van de expertmeeting. De volgende bijeenkomsten vonden plaats: 20 november: focusgroep met 3 cliënten van woonproject studerende jonge moeders in Den Haag november 2014: focusgroep met 5 cliënten van jonge moeder-opvang Siriz in Gouda december 2014: focusgroep met 4 cliënten uit opvang Kadera in Zwolle november 2014: focusgroep met 12 professionals werkzaam in de opvang met tienermoeders november 2014: focusgroep met 6 professionals werkzaam in de ambulante hulp aan tienermoeders in Den Haag en landelijk december 2014: expertmeeting met 18 experts op het gebied van voorlichting, besluitvorming, ambulante hulp en opvang aan tienermoeders. 3.2 Regio De inventarisatie richt zich op interventies die landelijk of provinciaal beschikbaar zijn en op het gemeentelijk aanbod van zes geselecteerde gemeenten. Keuze gemeenten Binnen de scope van dit onderzoek was het niet mogelijk en niet wenselijk om het aanbod van alle gemeenten in Nederland te inventariseren. Er is een selectie van zes gemeenten gemaakt, waarin interventies zijn geïnventariseerd. Deze inventarisatie geeft een indruk van de mogelijke inzet van interventies in Nederland. Hierbij is rekening gehouden met een spreiding van gemeenten over Nederland. Er is gekozen voor twee grote gemeenten (> inwoners), twee middelgrote gemeenten (circa inwoners) en twee kleine gemeenten (circa inwoners). Een gemeente met relatief veel tienermoeders ( 0.2%) is vergeleken met een gemeente met een gemiddeld aantal tienermoeders. Het landelijk gemiddelde 0.1% is het percentage tienermoeders in de gemeente ten opzichte van het aantal meiden onder de 20 jaar. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 30

31 Figuur 3.1. Keuze gemeenten. 3.3 Interventies Voor de selectie van het aanbod is onderstaande definitie van interventie gebruikt: Het NJi hanteert de term 'interventie' als een verzamelnaam voor programma's, projecten, trainingsmethoden, cursussen, behandel- en begeleidingsvormen, sancties et cetera, die: gericht zijn op de vermindering, de compensatie of het draaglijk maken van een risico of een probleem in de ontwikkeling van een jeugdige; geleid worden door een theoretisch en praktisch weldoordachte, doelgerichte en systematische werkwijze; gericht zijn op de jeugdige zelf, zijn opvoeders en/of zijn opvoedingsomgeving; afgebakend zijn in de tijd, met een nader omschreven tijdsduur en frequentie. Kort gezegd gaat het om interventies die als doel hebben de psychische, sociale, cognitieve en lichamelijke ontwikkeling van jeugdigen (-9 maanden tot 23 jaar) te bevorderen waar deze bedreigd wordt of belemmerd (NJi, ). Op basis van de definitie van het NJi, de selectiecriteria van Centrum Gezond Leven (CGL) en de selectiecriteria van Rutgers WPF (Goenee, Van Zenderen & Van Santen, 2014), hanteren wij in dit onderzoek de volgende selectiecriteria voor interventies. 1. Het gaat om doelgerichte en planmatige activiteiten die afwijken van wat gangbaar is voor de doelgroep, waarbij het doel is (voor het werkveld relevante) risico s of problemen te voorkomen of te verminderen, of competent gedrag te bevorderen, ontwikkeling te stimuleren of de kwaliteit van de omgeving te verbeteren. 2. De interventies moesten (deels of uitsluitend) gericht zijn op de preventie van tienerzwangerschap, voorlichting/begeleiding bij tienerzwangerschap en begeleiding bij tienerouderschap. 3. Interventies moesten nog leverbaar/verkrijgbaar zijn of nog uitgevoerd worden. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 31

32 4. Interventies moesten afgebakend zijn in de tijd, met een nader omschreven tijdsduur en frequentie. Informatieve websites die niet voorzien in een mogelijkheid tot contact met een deskundige, zijn op basis van bovenstaande definitie en afbakening niet meegenomen in de inventarisatie. Effectieve interventies Onderzoek kan uitwijzen of een interventie echt werkt. De kennisinstituten RIVM, CGL, het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en MOVISIE werken samen aan het beoordelen van interventies volgens eenduidige criteria. Zo wordt de kwaliteit in de betrokken werkvelden verbeterd. Er is een effectiviteitsladder, waarin interventies verschillende stadia van effectiviteit kunnen bereiken. De ladder bestaat uit de volgende niveaus: Goed beschreven: Een goed beschreven interventie kenmerkt zich door een degelijke beschrijving van doelen, doelgroep(en), aanpak, randvoorwaarden, overdraagbaarheid, ervaring met de uitvoering en beschikbare materialen. Een tweede belangrijke vereiste is dat er inzicht is in uitvoeringsaspecten zoals beschikbaarheid van een handleiding, kosten en tijdsbesteding en randvoorwaarden voor uitvoering. Goed onderbouwd: Een interventie krijgt deze classificatie als aannemelijk is gemaakt dat met die interventie het gestelde doel kan worden bereikt. Effectief volgens eerste aanwijzingen: Een interventie is effectief volgens eerste aanwijzingen, als uit onderzoek met zwakke of indicatieve bewijskracht, zoals bijvoorbeeld veranderingsonderzoek, blijkt dat er voldoende effect optreedt bij uitvoering van de interventie, ook al staat nog niet vast dat dit effect (helemaal) door de interventie wordt veroorzaakt. Effectief volgens goede aanwijzingen: Een interventie is effectief volgens goede aanwijzingen, als uit onderzoek met beperkte bewijskracht blijkt dat bepaalde doelen er in de praktijk beter mee worden bereikt dan met andere interventies of met niets doen. Effectief volgens sterke aanwijzingen: Een interventie is effectief volgens sterke aanwijzingen, als uit voldoende onderzoek met sterke of zeer sterke bewijskracht blijkt dat bepaalde doelen er in de praktijk beter mee worden bereikt dan met andere interventies of met niets doen. 3.4 Toetsing van ondersteuningsthema s Het ondersteuningsaanbod voor tienermoeders kan zich op verschillende thema s richten. Daardoor verschillen interventies in focus. Tienermoeders hebben op verschillende vlakken behoefte aan ondersteuning, deze is vaak praktisch van aard (Baart & Keinemans, 2007). Enerzijds is er behoefte aan praktische hulp bij de tieners, anderzijds zijn er risicofactoren voor de baby en tiener waar professionals aandacht voor moeten hebben. Er zijn diverse onderzoeken over de ondersteuningsbehoefte en risicofactoren van tienermoeders. Er is echter geen meta-analyse beschikbaar waarin de samenhang en de grootte van het belang van deze factoren is getoetst. Om de ondersteuningsthema s van het aanbod ambulante hulp en opvang aan tienermoeders in kaart te kunnen brengen, zijn op basis van de literatuur negen ondersteuningsthema s geformuleerd. De eerste vijf thema s zijn geformuleerd naar aanleiding van Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 32

33 ondersteuningsbehoefte van tienermoeders, de laatste vier zijn geformuleerd vanuit risicofactoren voor baby en tienermoeder. Ondersteuningsthema s: 6. Huisvesting 7. Financiën 8. Onderwijs 9. Praktische steun met informatie en advies 10. Emotionele steun 11. Versterken sociaal netwerk 12. Seksuele voorlichting en weerbaarheid 13. Versterken sensitieve responsiviteit 14. Versterken opvoedvaardigheden Tabel 3.1: Ondersteuningsthema s bij tienermoeders Ondersteuningsthema Doel Theoretische onderbouwing Hulp bij huisvesting Reduceren stress rondom huisvesting van zwangere tiener/tienermoeder Zie hoofdstuk 1: behoefte aan praktische steun. Niet alle tienermoeders kunnen thuis blijven Voorkomen dakloosheid tienermoeder en daarmee uithuisplaatsing baby wonen. Tienermoeders hebben vooral behoefte aan hulp bij huisvesting, financiën, bij het voortzetten van de opleiding en het opvoeden van hun eerste kind (Baart & Keinemans, 2007). Hulp bij financiën Reduceren stress vanwege financiële situatie Zie hoofdstuk 1: behoefte aan praktische steun. Voorkomen armoede Tienermoeders hebben vooral behoefte aan praktische hulp, zoals bij financiën (Baart en Keinemans, 2007). Kinderen kosten geld. Tienermoeders hebben vaak geen eigen inkomen, of hun inkomen is laag (studiefinanciering/-lening of uitkering). Vanwege hun leeftijd komen ze vaak niet in aanmerking voor financiële regelingen. Naast coaching in het omgaan met hun financiële middelen, willen veel tienermoeders ondersteuning bij het aanvragen van uitkeringen, subsidies of tegemoetkomingen. Onderwijs Stimuleren behalen van startkwalificatie Zie hoofdstuk 1: Risicofactoren tienermoederschap en behoefte aan praktische Vergroten van de eigen regie steun. Zwangerschap tijdens het volgen van een Preventie armoede opleiding kan problemen opleveren. Ook is het Participatie lastig om de zorg voor een kind te combineren met het afronden van een opleiding. Tienermoeders hebben vaker dan gemiddeld geen startkwalificatie (ROA, 2009). Dit geldt met name voor tienermoeders die van sociale hulp afhankelijk zijn (Hoogenboezem en Oomen, 2010). Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 33

34 Ondersteuningsthema Doel Theoretische onderbouwing Praktische steun met Reduceren stress Zie hoofdstuk 1: behoefte aan praktische informatie en advies Versterken eigen regie steun. Met praktische steun en advies kan de eigen regie van tienermoeders versterkt worden, bijvoorbeeld op het gebied van rechten en plichten en sociale kaart informatie. Een groot deel van de tienermoeders heeft voor de zwangerschap weinig toekomstperspectief of weinig ambities als het gaat om school en/of werk. Er is vaak sprake van een latente of ambivalente kinderwens (OCD, 2007). Bij LVB-problematiek zijn meerdere vragen, zorgen en behoeften met elkaar verweven. Begeleiding bij LVB-problematiek vraagt om specifieke kennis en vaardigheden. Emotionele steun Reduceren stress Tienermoeders zijn adolescenten en bevinden Versterken eigen regie zich net als iedere andere leeftijdsgenoot in het stadium van de vorming en ontwikkeling van een eigen identiteit. Nu zij moeder zijn, is het voor hen lastig om hun identiteit opnieuw te definiëren. Wie was ik voor de zwangerschap en wie ben ik nu als moeder (Borkowski et al., 2012)? Versterken sociaal netwerk Versterken van het eigen sociaal netwerk, hulpbronnen en steun Zie hoofdstuk 1: Risicofactoren voor tienermoederschap, Risicofactoren van tienermoederschap en Beschermende factoren Verminderen risico kindermishandeling bij tienermoederschap. Het versterken van het sociaal netwerk ter vermindering van stress en ter versterking van sensitiviteit. Seksuele voorlichting en weerbaarheid Versterken seksuele weerbaarheid en zelfredzaamheid Tienermoeders zijn vaak zwanger geraakt als gevolg van beperkte seksuele zelfredzaamheid. Dit uit zich in onvoldoende Preventie nieuwe onbedoelde zwangerschap(pen) seksuele voorlichting, zowel vanuit huis meegekregen als op school geleerd. Deze tienermeiden hebben weinig kennis over het eigen lichaam, seksuele risico s, anticonceptie en voortplanting. Ze missen de vaardigheden om nee te zeggen, of om anticonceptie goed te gebruiken. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat 20% van de meisjes wel eens gedwongen is om iets te doen of toe te staan op seksueel gebied (De Graaf et al., 2005). Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 34

35 Ondersteuningsthema Doel Theoretische onderbouwing Versterken sensitieve responsiviteit Preventie risico onveilige gehechtheid Zie hoofdstuk 1: risico op onveilige gehechtheid bij kinderen van tienermoeders. Preventie kindermishandeling Moeders blijken door middel van interventies sensitiever te kunnen worden. Zo verbetert de gehechtheidsrelatie tussen moeder en kind (Bakermans-Kranenburg, Van IJzendoorn, & Juffer, 2003). Versterken opvoedvaardigheden Versterken eigen regie Preventie kindermishandeling Zie hoofdstuk 1: risico op kindermishandeling bij kinderen van tienermoeders Jonge moeders geven zelf aan weinig behoefte te hebben aan opvoedingsondersteuning (Van Lier, 2002; Keinemans, 2011). De meeste professionals maken zich echter zorgen over de opvoeding van de kinderen. Professionals maken zich zorgen over het bijbrengen van normen en waarden en het stellen van grenzen, maar ook over kleinere zaken als het voorlezen van het kind (Van Lier, 2002). Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 35

36 Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 36

37 4. Voorlichting seksuele gezondheid Dit hoofdstuk beschrijft de inventarisatie van het aanbod in preventieve voorlichting aan tieners om onbedoelde zwangerschappen te voorkomen. 4.1 Landelijk aanbod Soa-zorg en anticonceptie Soa-zorg is in Nederland belegd in acht regio s met elk een coördinerend Centrum voor Seksuele Gezondheid (CSG). In figuur 4.1 worden de regio s met een coördinerend CSG weergegeven (Van Aar, Koedijk, Van den Broek, Op de Coul, Soetens, Woestenberg, Heijne, Van Sighem, Nielen & Van Benthem, 2014). Figuur 4.1. Soa-zorg in 8 regio s met coördinerend CSG (Van Aar e.a., 2014: 20). Om de seksuele gezondheid en de preventie van soa en ongewenste zwangerschap te stimuleren, bieden de CSG Sense-spreekuren voor jongeren en jongvolwassenen tot 25 jaar. Jongeren kunnen de Sense-spreekuren anoniem bezoeken. In 2013 bereikten de soa-spreekuren jonge vrouwen tot 20 jaar (6% van het totale bereik). Hiervan waren 83 jongeren 14 jaar of jonger (Van Aar e.a., 2014). Van alle jonge vrouwen van 15 tot 20 jaar is daarmee in 2013 bijna 2% bereikt. Sense-spreekuren worden bijna vijf keer vaker bezocht door jonge vrouwen dan door jonge mannen. 68% van deze vrouwen is van Nederlandse afkomst, 5% is afkomstig van de Nederlandse Antillen, 5% is Surinaams, 3% Marokkaans, 2% is van Turkse afkomst en 18% heeft een andere afkomst (Van Aar e.a., 2014). Van de vrouwen die een Sense-spreekuur bezoeken, stelt 32% vragen over anticonceptie. Van de vrouwen heeft 9% te maken met een ongewenste zwangerschap (Van Aar e.a., 2014). Deze cijfers betreffen de gehele doelgroep van de Sense-spreekuren. Dat wil zeggen: vrouwen tot 25 jaar. Er zijn geen cijfers gepubliceerd over de hulpvragen van jonge vrouwen tot 20 jaar. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 37

38 4.2 Landelijke interventies In Nederland is een aantal organisaties dat door de landelijke overheid gefinancierd wordt voor (onder meer) de ontwikkeling en/of uitvoering van interventies op het gebied van preventie van tienermoederschap. Het gaat om Soa Aids Nederland, Rutgers WPF, FIOM en Siriz. De door landelijke kenniscentra Soa Aids Nederland en Rutgers WPF ontwikkelde interventies worden door lokale of regionale partijen uitgevoerd. De financiering van de regionale Centra voor Seksuele Gezondheid is ondergebracht in de Subsidieregeling Publieke Gezondheid, onder verantwoordelijkheid van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM, en wordt regionaal uitgevoerd. Het landelijke aanbod dat voldeed aan de definitie interventie is in tabel 4.2 weergegeven. Tabel 4.2: Landelijk en provinciaal beschikbare preventieve voorlichtingsinterventies en hun ontwikkelaar Interventie Ontwikkelaar Beschikbaarheid Lespakket Lang Leve de Soa Aids Nederland, Rutgers WPF, Maastricht Landelijk Liefde University, GGD Rotterdam Rijnmond Lespakket Relaties en Rutgers WPF Landelijk Seksualiteit Veilig Vrijen en Soa Aids Nederland Landelijk Seksualiteit voor het jeugdwelzijnswerk Opgroeien met liefde Rutgers WPF Landelijk Boys R Us Rutgers WPF Landelijk Girls' choice Rutgers WPF Landelijk Girls' talk Rutgers WPF Landelijk Let s talk Rutgers WPF Landelijk Jouw leven, jouw keus Rutgers WPF Landelijk Kitchen Tea Party Soa Aids Nederland Landelijk Uma Tori Soa Aids Nederland Landelijk Voorlichtingslessen Siriz Landelijk Wijzer in de liefde GGD Nederland/MOA Landelijk Pretty Woman Jes030 Provincie Utrecht Superwoman Youth For Christ Landelijk Sense Soa Aids Nederland, Rutgers WPF, GGD Nederland Landelijk en GGD centra voor seksuele gezondheid Sense/Soa poli GGD centra voor Seksuele Gezondheid Regionaal Kinderen, waar kies ik voor? ASVZ Landelijk Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 38

39 4.3 Doelstellingen De onderwerpen die het vaakst terugkomen in de doelstelling van de interventies, zijn bevordering van algemene seksuele gezondheid en bevordering van seksuele weerbaarheid. Beiden worden als doel geformuleerd in 8 van de 18 geanalyseerde interventies. Tabel 4.3: Inventarisatie belangrijkste voorlichtingsonderwerpen preventieve interventies Onderwerp Aantal interventies Algemene seksuele gezondheid 8 Weerbaarheid 8 Positief zelfbeeld ontwikkelen 6 Kennisoverdracht 6 Gelijkwaardige relatievorming 5 Een deel van de interventies richt zich op jonge kinderen (twee interventies richten zich op kinderen vanaf 0 of 4 jaar; 4 interventies richten zich op kinderen vanaf 10 jaar). Voor deze doelgroep is seksuele gezondheid een passender insteek dan bijvoorbeeld zwangerschap. Tabel 4.3 laat zien dat doelstellingen van de preventieve interventies over het algemeen beschreven zijn in zeer algemene termen. In deze inventarisatie is niet vastgesteld of deze algemene doelstellingen in de onderliggende trainingshandleidingen vertaald zijn naar concrete leerdoelen. Onder de doelstellingen kunnen activiteiten met zeer diverse thema s geschaard worden. Dit maakt het bepalen van de effectiviteit en doelrealisatie van interventies kwetsbaar. 4.4 Methoden In tabel 4.4 worden de meest voorkomende methoden en middelen in de interventies weergegeven. Interventies maken veelal gebruik van meerdere methoden en middelen. Tabel 4.4: Gebruikte methoden in de preventieve interventies Methode Aantal interventies Groepsinterventie 10 Klassikale lessen 5 Spel 5 Film met werkvormen 3 Uit deze tabel blijkt dat de meest gebruikte methoden in de preventieve interventies bestaan uit groepswerk en klassikale lessen. Een dergelijke aanpak volstaat niet voor alle doelgroepen. Met name voor kwetsbare doelgroepen met een achterstand op het gebied van taal en intelligentie of een problematische opvoedingssituatie, is aanvullende individuele ondersteuning noodzakelijk. Het gaat dan bijvoorbeeld om nieuwkomers, erkende vluchtelingen, jongeren met een licht verstandelijke beperking en jongeren die uit de gesloten jeugdzorg komen. Tijdens de expertmeeting kwam naar voren dat deze groepen momenteel onvoldoende bereikt worden. Deelnemers uit de expertmeeting gaven aan dat gebrek aan beleidsaandacht voor deze specifieke kwetsbare doelgroepen op zowel landelijk, regionaal en lokaal niveau hiervan een belangrijke oorzaak is. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 39

40 4.5 Doelgroepen van de interventies Interventieontwikkelaars hebben in de inventarisatie aangegeven op welke doelgroep de interventie zich in het algemeen richt. Vervolgens konden zij eventuele subdoelgroepen of specifieke aandachtsgroepen aangeven. Tabel 4.5: Algemene doelgroepen naar leeftijd, geslacht en opleidingsniveau van de interventies Doelgroep interventie Aantal interventies Jongeren algemeen (v of m/v) 3 Meisjes 3 Laag opgeleide meisjes 2 Jongens 1 Allochtone jongeren 1 Een derde van de interventies (6 van de 18) richt zich op de brede doelgroep jongeren in de leeftijdscategorie 10 tot 20 jaar. Deze interventies maken geen onderscheid op basis van geslacht of opleidingsniveau. Slechts drie interventies richten zich expliciet op de brede doelgroep meisjes, en nog eens twee interventies richten zich nadrukkelijk op de kwetsbare groep meisjes met een lage opleiding. Nadat ontwikkelaars de algemene doelgroep hadden aangewezen, konden zij daarvan een nadere specificatie geven. Een interventie kan zich bijvoorbeeld richten op de algemene doelgroep jongeren, maar daarbinnen speciale aandacht hebben voor jongeren van allochtone afkomst. Analyse van de gegevens wijst uit dat twee derde van de interventies die zich richten op de doelgroep jongeren, speciale aandacht hebben voor jongeren met een (zeer) laag opleidingsniveau. Het gaat om vier van de zes interventies. Van deze vier interventies richten zich er drie ook nog vooral op allochtone jongeren. Interventies die jongeren als algemene doelgroep formuleren, richten zich zodoende in de praktijk vooral op jongeren met een (zeer) laag opleidingsniveau en/of allochtone afkomst. Deze focus is in overeenstemming met het feit dat de meeste tienermoeders laagopgeleid zijn (ROA, 2009; Hoogenboezem & Oomen, 2010) en van allochtone afkomst (Garssen & Harmsen, 2013). Onderstaande tabel toont de leeftijdsgroepen waarop de interventies zich richten. Tabel 4.6: Leeftijd doelgroepen van interventies Leeftijdscategorie Aantal interventies 18plus 3 Basisschoolleeftijd 3 Voortgezet onderwijs 6 Voortgezet onderwijs PLUS 7 Drie van de 18 interventies (een zesde) richten zich op vrouwen van 18 jaar en ouder. Tienermeisjes van 18 en 19 jaar kunnen hiervan profiteren, maar jongere tieners niet. Twee derde van de interventies richt zich op jongeren op middelbare scholen (tot 18 jaar) en jongeren op de middelbare school en de periode daarna (tot 25 jaar). Eén interventie richt zich op alle leerlingen in het basisonderwijs (4-12 jaar), één interventie richt zich op groep zeven en acht van de basisschool en een derde interventie richt zich op ouders van kinderen van 0 tot 18 jaar, dus ook in de basisschoolleeftijd. Juist op de basisschoolleeftijd kan effectief gewerkt worden aan onderliggende en voorspellende determinanten van gedrag, zodat jongeren, als zij eenmaal seksueel actief zijn, Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 40

41 gezonde keuzes maken. Belangrijke voorspellers van gedrag zijn: kennis, risicoperceptie, attitude of houding, sociale invloed of subjectieve norm, eigeneffectiviteit en intentie met betrekking tot de gedragingen die leiden tot de overkoepelende thema's seksuele identiteit, wensen en grenzen en veilig vrijen (de Vries, Dijkstra & Kuhlman, 1988; Kirby, Laris & Rollarie, 2006). 4.6 Bereik Over het bereik van interventies is niet veel bekend. De interventies die landelijk beschikbaar zijn, zijn over het algemeen ontwikkeld door landelijke kennisinstituten. Deze instituten voeren de interventies zelf niet uit. Soms zijn er train-de-trainer-opleidingen die verplicht zijn voordat professionals een interventie mogen uitvoeren. Bij de meeste interventies is het volgen van een train-de-trainer echter niet verplicht. Er is weinig zicht op hoeveel scholen, jongerencentra en andere voorzieningen de verschillende interventies uitvoeren. 4.7 Effectiviteit Om iets te kunnen zeggen over de effectiviteit en outcome van de preventieve interventies, is informatie over het bereik en de ontwikkeling daarvan voorwaardelijk. Ontwikkelaars zouden zelf bereik, implementatie en effectiviteit graag beter willen monitoren, maar hebben hiervoor geen middelen. Zes interventies zijn niet opgenomen in één van de databanken. Bij één van deze interventies (Siriz) zijn activiteiten ondernomen om het niveau goed beschreven te realiseren. Van de interventies staan er zeven op de databank effectieve jeugdinterventies van het NJi. Zes van de interventies staan op de databank van het Centrum Gezond Leven. Eén van de interventies, Lang leve de liefde, is erkend op het niveau: effectief volgens goede aanwijzingen. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 41

42 Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 42

43 5. Voorlichting aan (onbedoeld) zwangere tieners en aan vaders Tieners die zwanger raken, staan voor de keuze om de zwangerschap af te breken of uit te dragen. Voor voorlichting over, en begeleiding bij deze keuze kunnen tieners op verschillende plaatsen terecht, zowel online, telefonisch als in een persoonlijk gesprek. Dit hoofdstuk beschrijft de landelijke interventies voor keuzevoorlichting en keuzebegeleiding die beschikbaar zijn voor tieners. 5.1 Landelijk aanbod keuzevoorlichting en keuzebegeleiding Keuzevoorlichting wordt gegeven door huisartsen, abortusklinieken, Fiom (landelijk) en Siriz. Daarnaast zijn er een aantal websites die keuzevoorlichting bieden. Tabel 5.1: Landelijk aanbod in keuzevoorlichting en keuzebegeleiding Organisatie Keuzevoorlichting Keuzebegeleiding Abortusklinieken Ja toetsen of keuzevoorlichting is gegeven en bedenktijd in acht is genomen. Fiom Landelijk Online en telefonisch Online en telefonisch doorverwijzing naar lokaal aanbod Huisartsen Ja Soms Siriz Online, landelijk telefonisch, persoonlijke gesprekken op Online, landelijk telefonisch, persoonlijke gesprekken op hulpposten provinciale hulpposten in hele land Sense Online keuzevoorlichting (zie hoofdstuk 4 voor meer informatie over Sense) Van de onbedoeld zwangere tieners breekt 65% de zwangerschap af en van de overige 35% overweegt een deel abortus. In de regionale studie van OCD (de Jong en van der Aa, 2011) was 75% van de tienermoeders onbedoeld zwanger, hiervan had 14% abortus overwogen en 2% had adoptie overwogen. De meeste vrouwen worden naar een abortuskliniek of het ziekenhuis verwezen door de huisarts. In 2013 was dat 60%. Abortusklinieken geven aan dat de begeleiding door huisartsen heel verschillend is. Sommige huisartsen verwijzen de (onbedoeld) zwangere vrouwen direct door naar gespecialiseerde hulp of een abortuskliniek, maar er zijn ook huisartsen die zelf meer begeleiding aanbieden. Verspreid over Nederland zijn er 13 abortusklinieken met een Wafz-vergunning. De spreiding van de klinieken is weergegeven in figuur 5.1. Daarnaast waren er eind ziekenhuizen met een Wafzvergunning. De meeste (91%) zwangerschapsafbrekingen vonden in 2013 plaats in abortusklinieken (IGZ, 2014). Alle abortusklinieken voeren eerste-trimesterabortussen uit (tot 12 weken zwangerschap) en tien klinieken verrichten tevens twee-trimesterabortussen (boven 12 weken zwangerschap). De spreiding over het land, van abortusklinieken en ziekenhuizen met abortusvergunning, correspondeert met de spreiding van woonplaatsen van de vrouwen met een abortusverzoek (IGZ, 2014). Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 43

44 Anonimiteit en privacy Bij behandeling in een abortuskliniek zijn de gegevens van de vrouw of tiener beschermd. Hoewel er wel een dossier wordt bijgehouden, hebben hulpverleners geheimhoudingsplicht en mogen zij zonder toestemming geen informatie aan anderen doorgeven. De kosten werden vergoed vanuit de AWBZ. Bij behandeling in een ziekenhuis worden de kosten door de zorgverzekering vergoed. De zorgverzekeraar stuurt vervolgens de rekening door naar de verzekeringnemer. Omdat tieners tot 18 jaar meestal via hun ouders verzekerd zijn, kan hen dit in een ongewenste situatie brengen. Niet iedere tiener wil immers met haar ouders praten over een abortus. Keuzevoorlichting abortusklinieken 23% van de vrouwen die in 2013 een abortus ondergingen, wendde zich zonder verwijzing rechtstreeks tot de kliniek of het ziekenhuis. Alle abortusklinieken geven tijdens het intakegesprek voorlichting over mogelijke keuzes, zij toetsen de vrijwilligheid van de al gemaakte keuze en bieden voorlichting met betrekking tot anticonceptie. Tijdens het intakegesprek komen de volgende onderwerpen aan de orde (Wafz verplicht): bespreken welke keuzemogelijkheden er zijn: zwangerschap uitdragen of abortus; motivatie voor keuze voor abortus; mogelijkheid voor ondersteuning bij het maken van een keuze bij een gespecialiseerde instelling; anticonceptie mogelijkheden. Door de bedenktijd van vijf dagen is het eerste contact met een arts belangrijk. Het eerste contact kan bij de huisarts of in de abortuskliniek plaatsvinden. Tijdens het intakegesprek in de abortuskliniek kan direct een vervolgafspraak voor behandeling worden gemaakt. Mocht de vrouw nog twijfelen over haar keuze, dan verwijst de arts naar specialistische hulpverlening bij keuzebegeleiding (Fiom of Siriz). De CASA-klinieken hadden om jongeren te Figuur 5.1. Locaties abortusklinieken. bereiken een eigen website Jongeren tot 25 jaar konden daar online vragen stellen over seksualiteit, aan artsen en deskundigen. De website is in januari 2015 gestopt. Tijdens de telefonische interviews met abortusklinieken kwamen de volgende opvallende punten naar voren. Alle abortusklinieken geven keuzevoorlichting tijdens het intakegesprek in de kliniek. Abortusklinieken maken hierbij gebruik van landelijke richtlijnen (zie paragraaf kwaliteitsborging keuzebegeleiding). De meeste zwangere vrouwen die bij de abortuskliniek komen, hebben de keuze gemaakt voor een abortus. De abortusarts toetst of het besluitvormingsproces goed is verlopen en of de vrouw achter haar keuze staat. In de CASA-klinieken is onlangs de tijd voor het intakegesprek verdubbeld naar een half uur, zodat er meer tijd is om stil te staan bij de keuzebegeleiding. Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 44

45 Bij verwijzing naar gespecialiseerde hulpverlening in de eigen regio werd door abortusklinieken met name Fiom genoemd (website en/ of telefoonnummer Fiom landelijk). De lokale gespecialiseerde hulp was niet altijd in beeld. Uit de telefonische gesprekken kwam naar voren dat abortusklinieken niet goed op de hoogte zijn van het aanbod van Siriz. Een enkele abortuskliniek twijfelt aan de neutraliteit van de begeleiding. Twee abortusklinieken geven aan alleen door te verwijzen naar Siriz als de zwangere al heeft besloten de zwangerschap uit te willen dragen. Fiom Fiom landelijk is een kennis- en netwerkcentrum op het gebied van afstandsvraagstukken, keuzevoorlichting, keuzebegeleiding, begeleiding bij het uitdragen van een onbedoelde zwangerschap en begeleiding bij verwerking van abortus. Fiom landelijk biedt online keuzevoorlichting en online keuzebegeleiding door middel van chatten en . In de bijlage is het bereik via en chat aan de totale doelgroep weergegeven. Er zijn geen cijfers specifiek voor tienermoeders bekend. Fiom blijkt in de praktijk vooral bekend als organisatie voor keuzebegeleiding. Er bleek bij professionals soms ook verwarring te bestaan over wat Fiom precies doet, omdat er ook (zelfstandige) grootstedelijke en zelfstandige Fiom werkeenheden zijn. Ook is er onduidelijkheid over de landelijke/lokale dekking van het Fiom-aanbod. Dit is verklaarbaar door grote veranderingen die Fiom de afgelopen jaren heeft doorgemaakt. Siriz Siriz biedt keuzevoorlichting en keuzebegeleiding aan tieners en volwassen vrouwen en mannen die met een onbedoelde zwangerschap te maken hebben. Ook biedt Siriz begeleiding bij afstand ter adoptie, begeleiding tijdens (onbedoelde) zwangerschap en hulp bij verwerking van een abortus. Siriz biedt ondersteuning via , chatgesprekken, telefonisch en in persoonlijk gesprek. Deze persoonlijke gesprekken vinden plaats vanuit de 18 hulpposten. De spreiding van de hulpposten zijn weergegeven in figuur 5.2. Figuur 5.2. Locaties Siriz hulpposten. In 2013 zijn 52 ambulante begeleidingstrajecten aan tienerouders uitgevoerd, waarvan 16 trajecten begeleiding boden bij de keuze om de zwangerschap uit te dragen of af te breken. In totaal zijn hulpvragen binnengekomen. De hulp in de chatgesprekken was grotendeels aan tieners jonger dan 18 jaar met vragen over onbedoelde zwangerschap (Siriz, 2014). Siriz werkt in de keuzebegeleiding met de beschreven werkwijze Keuze procesbegeleiding. Bij zowel Siriz als Fiom kunnen ook aanstaande (tiener)vaders terecht voor hulp en advies bij onbedoelde zwangerschap. Nazorg en verwerking Voor hulp bij verwerking van abortus kunnen tieners naast Fiom en Siriz ook terecht bij Sense ( , chat en telefonisch). In de focusgesprekken gaven jonge moeders aan goede voorlichting te hebben ontvangen. Wat de jonge moeders misten, was uitwisseling of het horen van ervaringen van andere Voorlichting, hulp en opvang aan tienermoeders in beeld 45

Toelichting... 3 Cijfers... 3 Meisjes... 3 Vrouwen... 3 Kenmerken... 4 Meisjes... 4 Vrouwen... 4 Keuzes... 5 Zelf opvoeden... 5 Afstand ter adoptie

Toelichting... 3 Cijfers... 3 Meisjes... 3 Vrouwen... 3 Kenmerken... 4 Meisjes... 4 Vrouwen... 4 Keuzes... 5 Zelf opvoeden... 5 Afstand ter adoptie Toelichting... 3 Cijfers... 3 Meisjes... 3 Vrouwen... 3 Kenmerken... 4 Meisjes... 4 Vrouwen... 4 Keuzes... 5 Zelf opvoeden... 5 Afstand ter adoptie en pleegzorg... 5 Abortus... 5 Hulp... 6 Referenties...

Nadere informatie

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL 2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL 1 De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) noemt het opvallend dat het aantal abortussen vanaf 20 weken is toegenomen en veronderstelt dat dit verband houdt met de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 220 Seksueel overdraagbare aandoeningen (Soa) Nr. 9 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

BIJLAGE FACTSHEET HERHAALDE ABORTUS IN NEDERLAND

BIJLAGE FACTSHEET HERHAALDE ABORTUS IN NEDERLAND BIJLAGE FACTSHEET HERHAALDE ABORTUS IN NEDERLAND zde De factsheet is onderdeel van het Impulsprogramma preventie ongewenste tienerzwangerschap, dat door Rutgers, Soa Aids Nederland en Fiom uitgevoerd wordt,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Landelijke abortusregistratie 2013

Landelijke abortusregistratie 2013 Landelijke abortusregistratie 2013 De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) rapporteert jaarlijks over de uitgevoerde zwangerschapsafbrekingen in klinieken en ziekenhuizen in Nederland. De klinieken

Nadere informatie

Inhoudelijke verdieping tienerzwangerschappen in Den Haag

Inhoudelijke verdieping tienerzwangerschappen in Den Haag Inhoudelijke verdieping tienerzwangerschappen in Den Haag Februari 2017 Inleiding Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft in februari bekend gemaakt hoeveel tienermoeders er per gemeente zijn in 2016

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Seksuele gezondheid Een goede seksuele

Nadere informatie

2010D02442. Lijst van vragen totaal

2010D02442. Lijst van vragen totaal 2010D02442 Lijst van vragen totaal 1 In hoeverre heeft de staatssecretaris jongerenorganisaties betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van haar beleid? 2 Welke verband ligt er tussen de brief over

Nadere informatie

In wat voor gezin worden kinderen geboren?

In wat voor gezin worden kinderen geboren? Bevolkingstrends 214 In wat voor gezin worden kinderen geboren? Suzanne Loozen Marina Pool Carel Harmsen juni 214 CBS Bevolkingstrends juni 214 1 Tot eind jaren zeventig werden vrijwel alle kinderen binnen

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX Den Haag T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense

Werkinstructie benaderen intermediairs Sense Werkinstructie benaderen intermediairs Sense BIJLAGE 7 Voorbeeld van de opzet van de presentatie in PowerPoint BIJLAGE 7 VOORBEELD VAN DE OPZET VAN DE PRESENTATIE IN POWERPOINT] 1 WERKINSTRUCTIE BENADEREN

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Landelijke abortusregistratie 2011

Landelijke abortusregistratie 2011 Landelijke abortusregistratie 2011 Deze factsheet doet verslag van de abortuscijfers, gebaseerd op gegevens die zijn verzameld voor de Landelijke abortusregistratie (LAR). Als aanvulling hierop wordt ook

Nadere informatie

Jong en Ouder ontschotting in de opvang van jonge ouders

Jong en Ouder ontschotting in de opvang van jonge ouders YOUKÉ Jong en Ouder ontschotting in de opvang van jonge ouders Sprekers: Arieke van Andel: gemeente Amersfoort Mariette Rutjes: leidinggevende cluster vrouwenopvang en gezinnen Inleiding Ontschotting in

Nadere informatie

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010

Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010 Seksualiteit Deelrapportage met resultaten uit de gezondheidsenquête volwassenen/ouderen 2010 In de gezondheidsenquête is een aantal vragen opgenomen over seksuele gezondheid 1. Friezen van 19 tot en met

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling 5. Determinanten van seksuele gezondheid-aanbevelingen Om kinderen en jongeren te kunnen ondersteunen in hun seksuele ontwikkeling is het van belang om de

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over jong ouderschap (2017Z00272).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dik-Faber (CU) over jong ouderschap (2017Z00272). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Kansrijke Start : samenwerken!

Kansrijke Start : samenwerken! Kansrijke Start : samenwerken! Wat doet de JGZ? Januari 2019 Lianne Verstraten, GGD Gelderland Midden Doel: Meer kinderen een kansrijke start geven Subdoelen: Meer kwetsbare ouders goed voorbereid met

Nadere informatie

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Samenvatting Op 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet inwerking getreden,

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Onderzoeksgeld: VWS project: Impulsproject preventie ongewenste tienerzwangerschap. Geen honorarium, aandeelhouder of relatie met bedrijfsleven

Onderzoeksgeld: VWS project: Impulsproject preventie ongewenste tienerzwangerschap. Geen honorarium, aandeelhouder of relatie met bedrijfsleven Disclosure belangen spreker Geen belangenverstrengeling Onderzoeksgeld: VWS project: Impulsproject preventie ongewenste tienerzwangerschap Geen honorarium, aandeelhouder of relatie met bedrijfsleven 1

Nadere informatie

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks

De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks De jeugdgezondheidszorg als bondgenoot bij preventie en begeleiding van jongeren en seks Vanessa Peters, GGD Gelderland Midden Marinka de Feijter, GGD N-O Gelderland Ineke van der Vlugt, Rutgers WPF 1

Nadere informatie

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties

Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties Seksuele gezondheid Uitdagingen voor migranten organisaties Bijeenkomst bevordering seksuele gezondheid Noord Nederland en de rol van de zelforganisaties Drachten 15-3-2010 Bram Tuk Pharos, kennis en adviescentrum

Nadere informatie

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei 2018 De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s pagina 2 van 6 Bij kinderen met traumatische ervaringen (ernstige negatieve jeugdervaringen),

Nadere informatie

In een klap volwassen Kwalitatief onderzoek tienerzwangerschap. Marianne Cense

In een klap volwassen Kwalitatief onderzoek tienerzwangerschap. Marianne Cense In een klap volwassen Kwalitatief onderzoek tienerzwangerschap Marianne Cense Twee doelen: 1. Het verbeteren van preventie gericht op kwetsbare groepen, daartoe nodig: Inzicht in risicofactoren Inzicht

Nadere informatie

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen Informatiebijeenkomst Transitie jeugdzorg, SRA 19 juni 2011 Startfoto en kennisdeling. Het Planetarium Amsterdam Caroline Mobach Presentatie

Nadere informatie

Auteurs Caroline Timmerman, epidemioloog Petra Boluijt, epidemioloog

Auteurs Caroline Timmerman, epidemioloog Petra Boluijt, epidemioloog Risicokinderen in de gemeente Oude IJsselstreek Auteurs Caroline Timmerman, epidemioloog Petra Boluijt, epidemioloog GGD Noord- en Oost-Gelderland, 1 mei 2015 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Methode... 3

Nadere informatie

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen. Vanaf 1 januari 2015 zijn wij als gemeente verantwoordelijk voor de jeugdhulp in Hendrik-Ido- Ambacht.

Nadere informatie

2. Groei allochtone bevolking fors minder

2. Groei allochtone bevolking fors minder 2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats

Nadere informatie

Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015

Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015 Gebruik jeugdhulp in Drenthe: 2016 vergeleken met 2015 In 2015 is de jeugdhulp overgegaan naar de gemeenten. Om deze transitie goed te kunnen monitoren verstrekken gemeenten en jeugdhulp aanbieders gegevens

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Schriftelijke vragen ex artikel 37 Reglement van orde voor de raadsvergaderingen (RvO)

Schriftelijke vragen ex artikel 37 Reglement van orde voor de raadsvergaderingen (RvO) Gemeente Heerhugowaard R Schriftelijke vragen ex artikel 37 Reglement van orde voor de raadsvergaderingen (RvO) Datum indiening 2 oktober 2017 Volgnummer Registratienummer Bij17-530 Onderwerp Investeer

Nadere informatie

Whitepaper Anticonceptie

Whitepaper Anticonceptie Whitepaper Anticonceptie Colofon Vragen of opmerkingen over dit whitepaper? Neem contact op met de afdeling Communicatie van Rutgers via info@rutgers.nl. Rutgers, september 2016 2 Whitepaper Anticonceptie

Nadere informatie

2 Past de overtijdbehandeling beter in de huisartsenpraktijk dan in de abortuskliniek of het ziekenhuis?

2 Past de overtijdbehandeling beter in de huisartsenpraktijk dan in de abortuskliniek of het ziekenhuis? 1 De Wet afbreking zwangerschap (Wafz) bevat geen verplichting om overtijdbehandelingen (otb's) te melden. Reden hiervoor was dat duur zwangerschap niet altijd kon worden vastgesteld. Geeft de voortgang

Nadere informatie

Gouda, 9 september Dank voor uw aandacht voor deze groep jonge ouders. Het is belangrijk om hier aandacht voor te vragen!

Gouda, 9 september Dank voor uw aandacht voor deze groep jonge ouders. Het is belangrijk om hier aandacht voor te vragen! Gouda, 9 september 2016 Dank voor uw aandacht voor deze groep jonge ouders. Het is belangrijk om hier aandacht voor te vragen! JSO en Siriz zijn initiatiefnemers van het landelijke programma JOOZ (www.jooz.nu)

Nadere informatie

Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind. Wat verandert er in 2015?

Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind. Wat verandert er in 2015? Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind Wat verandert er in 2015? Meestal kunt u op eigen kracht of met hulp van familie, vrienden of buren uw leven prima organiseren. Maar soms

Nadere informatie

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden.

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden. De nieuwe Jeugdwet Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor jeugdhulp. De nieuwe Jeugdwet is er voor alle kinderen en jongeren tot 18 jaar die tijdelijk of langer durend ondersteuning nodig hebben

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

GEZONDHEIDSPROFIEL STATUSHOUDERS IN GEMEENTE GOIRLE. Inleiding. januari 2015 t/m juli 2017

GEZONDHEIDSPROFIEL STATUSHOUDERS IN GEMEENTE GOIRLE. Inleiding. januari 2015 t/m juli 2017 januari maart mei juli september november januari maart mei juli september november januari 7 maart 7 mei 7 juli 7 januari t/m juli 7 GEZONDHEIDSPROFIEL STATUSHOUDERS IN GEMEENTE GOIRLE Inleiding 3 statushouders

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Stichting A et B. Wijnjewoude

Stichting A et B. Wijnjewoude Stichting A et B Wijnjewoude Toets kleinschalige jeugdhulp met verblijf Gezond vertrouwen Utrecht, oktober 2018 Stichting A et B Wijnjewoude Toets kleinschalige jeugdhulp met verblijf Samenvatting oor

Nadere informatie

De kracht van pedagogisch adviseren

De kracht van pedagogisch adviseren De kracht van pedagogisch adviseren Colofon Uitgever: Datum uitgave: december 2010 Eindredactie: Rieneke de Groot, Monique Albeda & Geeske Hoogenboezem Bezoekadres: Nieuwe Gouwe Westzijde 1, 2802 AN Gouda

Nadere informatie

Jeugdgezondheidszorg interventies. Pre- en postnataal

Jeugdgezondheidszorg interventies. Pre- en postnataal Jeugdgezondheidszorg interventies Pre- en postnataal Prenatale zorg; hoe is dat geregeld!? Het is belangrijk om de zwangere goed voor te bereiden op de bevalling en de komst van een baby. Soms zijn bij

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Datum 27 juni 2016 Betreft Medicamenteuze abortus in de vroege fase van de zwangerschap door de huisarts

Datum 27 juni 2016 Betreft Medicamenteuze abortus in de vroege fase van de zwangerschap door de huisarts > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 169 Mantelzorg 29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning Nr. 70 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling

Sociale omgeving. 1. Kindermishandeling 1. Kindermishandeling Kindermishandeling is 'elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte

Nadere informatie

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN Inleiding Iedere aangemelde cliënt wordt binnen de verwijsindex ingebracht. Dit is een wettelijk opgelegde verplichting,

Nadere informatie

Wat weten we uit onderzoek over anticonceptiegebruik, onbedoelde zwangerschap en abortus? Ineke van der Vlugt, programma manager

Wat weten we uit onderzoek over anticonceptiegebruik, onbedoelde zwangerschap en abortus? Ineke van der Vlugt, programma manager Wat weten we uit onderzoek over anticonceptiegebruik, onbedoelde zwangerschap en abortus? Ineke van der Vlugt, programma manager 1 21 juni 2018 academische werkplaats, voorkomen van ongewenste (tiener-)zwangerschappen

Nadere informatie

3 Competenties en indicatoren...11

3 Competenties en indicatoren...11 Inhoudsopgave 1 Achtergronden... 5 1.1 Seksuele gezondheid jongeren nog niet altijd optimaal...5 1.2 Belangrijke rol voortgezet onderwijs...6 1.3 Aandacht voor het thema in de kennisbases...7 1.4 Leervraag

Nadere informatie

Afstand ter adoptie. Astrid Werdmuller

Afstand ter adoptie. Astrid Werdmuller Afstand ter adoptie Astrid Werdmuller 1 Disclosure belangen Astrid Werdmuller en Annette van Hulst (Potentiële) belangenverstrengeling: geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven:

Nadere informatie

Onbedoelde (tiener)zwangerschappen

Onbedoelde (tiener)zwangerschappen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Onbedoelde (tiener)zwangerschappen Een zevenstappenplan Rond het thema onbedoelde (tiener)zwangerschappen zijn in Nederland vele partijen actief: gemeenten,

Nadere informatie

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar)

Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar) 3a Geestelijke Gezondheid (19 64 jaar) Deze factsheet beschrijft de resultaten van de gezondheidspeiling najaar 2005 van volwassenen tot 65 jaar in Zuid-Holland Noord met betrekking tot de geestelijke

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Gemiddeld kindertal per vrouw,

Gemiddeld kindertal per vrouw, Indicator 11 maart 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 bedroeg het gemiddeld

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw brief

Nadere informatie

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Samenwerkend Toezicht Jeugd/ Samenwerkend Toezicht Sociaal Domein Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Info toezichtonderzoek Na de vrouwenopvang door Samenwerkend Toezicht Jeugd / Toezicht

Nadere informatie

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen Zorg op Tijd EIF Conferentie Nijmegen 19-11-2015 Projectpartners Project in Gouda Scholen in Gouda Onderdelen Training van professionals Overleg over de screening Bijeenkomsten met ouders Individuele

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Marian van Leeuwen 19 november 2012 Doelen JGZ (bron NCJ) 1. preventieve gezondheidszorg bieden aan alle kinderen in Nederland van 0-19 jaar. 2. De lichamelijke, psychische,

Nadere informatie

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg en ondersteuning. Het Rijk

Nadere informatie

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP Vanaf 2015 krijgt de gemeente er zorgtaken bij. Een deel van de zorg die nu via het zorgkantoor vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) loopt, gaat

Nadere informatie

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015 De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is ZorgImpuls maart 2015 Inleiding Vanaf 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg en ondersteuning. Het Rijk heeft veel taken

Nadere informatie

Doorbreken van de cirkel van intergenerationele overdracht van geweld

Doorbreken van de cirkel van intergenerationele overdracht van geweld Onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken Doorbreken van de cirkel van intergenerationele overdracht van geweld VoorZorg doorbreekt de cirkel Onderzoeksprogramma Hoe effectief zijn we in het beschermen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte Nr. 123 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Samenvatting. In één klap volwassen Over tienerzwangerschap

Samenvatting. In één klap volwassen Over tienerzwangerschap Samenvatting In één klap volwassen Over tienerzwangerschap In één klap volwassen: over tienerzwangerschap Samenvatting In 2015 en 2016 heeft Rutgers kwalitatief onderzoek gedaan naar ongeplande tienerzwangerschap:

Nadere informatie

Tienerzwangerschappen, abortus en tienermoeders in Nederland

Tienerzwangerschappen, abortus en tienermoeders in Nederland Factsheet 2009 Tienerzwangerschappen, abortus en tienermoeders in Nederland Feiten en cijfers In 2007 werden ongeveer 7.000 meiden van 15 tot en met 19 jaar zwanger 1. Daarvan kozen de meesten, bijna 4.400

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003

Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 2003 Advie zen en Meldingen over Kindermishandeling in 23 Registratiegegevens van de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Iedereen die zich zorgen maakt over een kind in zijn of haar omgeving kan contact

Nadere informatie

ARTIKEL 14 SEPTEMBER 2017

ARTIKEL 14 SEPTEMBER 2017 ARTIKEL 14 SEPTEMBER 2017 Hoe maak je als landelijke organisatie de omslag van hulpverlenen naar kennis delen? En hoe zorg je dat de hulp aan je doelgroep dan goed wordt overgenomen? Fiom moest deze rigoureuze

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 30 371 Evaluatie Wet afbreking zwangerschap 33 578 Eerstelijnszorg Nr. 34 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011 Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland? overheden zorginstellingen

Nadere informatie

GGD Hollands Noorden. en wijkverpleegkundigen met S1-taken

GGD Hollands Noorden. en wijkverpleegkundigen met S1-taken GGD Hollands Noorden en wijkverpleegkundigen met S1-taken Waarom een GGD? Wet Publieke Gezondheidszorg (WPG): Gezondheidsbeschermende en gezondheidsbevorderende maatregelen voor de bevolking of specifieke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 230 Besluit van 18 mei 2009, houdende wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (vaststelling duur zwangerschap) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Publicatiedatum CBS-website: 22 augustus 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim

Nadere informatie

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK

De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK De bruikbaarheid van adviezen en consulten van het AMK Het landelijk beeld naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg bij de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling Inspectie Jeugdzorg Utrecht,

Nadere informatie

Gemeente Echt-Susteren

Gemeente Echt-Susteren Inzicht Jeugdgezondheidszorg 2017 Gemeente Echt-Susteren Inleiding De GGD, onderdeel van de Veiligheidsregio Limburg-Noord, helpt gemeenten bij de uitvoering van de wettelijke taken op het gebied van publieke

Nadere informatie

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Achtergrondinformatie: De transitie van de jeugdzorg dient één centrale missie: er voor zorgen dat jeugdigen gezond en

Nadere informatie

Handreiking prenataal huisbezoek jeugdgezondheidszorg Amsterdam

Handreiking prenataal huisbezoek jeugdgezondheidszorg Amsterdam )( )( )( GGD Amsterdam Datum: Handreiking prenataal huisbezoek jeugdgezondheidszorg Amsterdam Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze prenataal huisbezoek 4 3 Domeinen en voorbeeldvragen: handvatten voor het

Nadere informatie

Wegwijzer naar de AWBZ

Wegwijzer naar de AWBZ Wegwijzer naar de AWBZ Kinderen met een psychiatrische stoornis hebben soms veel zorg nodig. Als dat bij uw kind het geval is, dan kunt u gebruikmaken van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Deze

Nadere informatie

Disclosure. (Potentiële) belangenverstrengeling. Geen. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven. n.v.t.

Disclosure. (Potentiële) belangenverstrengeling. Geen. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven. n.v.t. Disclosure (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven n.v.t. Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder

Nadere informatie

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013

Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013 Aanvullende seksualiteitshulpverlening: de cijfers over 2013 1. Inleiding De aanvullende seksualiteitshulpverlening (ASH) is laagdrempelige zorg waar jongeren tot 25 jaar gratis en indien gewenst anoniem

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Aan: Van: Ashna Nakched Evert Pommer en Klarita Sadiraj Inlichtingen bij Evert Pommer e.pommer@scp.nl T 7947 kamer D-0608 Datum 24 januari 2010 Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Het ministerie van

Nadere informatie

jongens meisjes 18 jaar of ouder

jongens meisjes 18 jaar of ouder 2. Seksuele risico s en beschermingsgedrag In dit hoofdstuk wordt een aspect van het thema seksualiteit uitgewerkt, namelijk seksuele risico s en beschermingsgedrag. De informatie is onder andere gebaseerd

Nadere informatie

CL IËNT. Regelt de aanspraak op zorg voor mensen die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

CL IËNT. Regelt de aanspraak op zorg voor mensen die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid. HET WETTELIJK LANDSCHAP ANNO 2016 WET PASSEND ONDERWIJS Regelt dat zoveel mogelijk kinderen binnen regulier onderwijs een startkwalificatie halen. Legt zorgplicht bij scholen om voor iedere leerling een

Nadere informatie

Zoals ik in mijn inleiding al vertelde, wordt bijna een kwart van de meisjes tussen de 15 en 19 jaar moeder. (

Zoals ik in mijn inleiding al vertelde, wordt bijna een kwart van de meisjes tussen de 15 en 19 jaar moeder. ( Boekverslag door A. 1749 woorden 25 maart 2001 7.1 608 keer beoordeeld Vak Nederlands Inleiding Jaarlijks raken er in Nederland ongeveer 15.000 meisjes ongewenst zwanger. Wereldwijd wordt 1 op de 4 meisjes

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ

Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ Zuid-Limburgse Jeugd-GGZ Contactgegevens Dr. Daan Westra Duboisdomein 30, 6229 GT, Maastricht Tel.nr: 043-388 17 31 Email: d.westra@maastrichtuniversity.nl https://hsr.mumc.maastrichtuniversity.nl/ Onderzoeksteam

Nadere informatie

17 oktober 2007 DE/2007/37242 14 juni 2007 OCW0700350/JG07000040/ SZW0700261

17 oktober 2007 DE/2007/37242 14 juni 2007 OCW0700350/JG07000040/ SZW0700261 Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 17 oktober 2007 DE/2007/37242 14 juni 2007 OCW0700350/JG07000040/ SZW0700261

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

Gebruik jeugdhulp in Groningen: 2016 vergeleken met 2015

Gebruik jeugdhulp in Groningen: 2016 vergeleken met 2015 Gebruik jeugdhulp in Groningen: 2016 vergeleken met 2015 In 2015 is de jeugdhulp overgegaan naar de gemeenten. Om deze transitie goed te kunnen monitoren verstrekken gemeenten en jeugdhulp aanbieders gegevens

Nadere informatie

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Stijging criminaliteit meisjes Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Anne-Marie Slotboom Vrije Universiteit Amsterdam 1 BRISBANE 2010 - Steeds meer jonge meisjes tussen tien en veertien

Nadere informatie

Stichting Jong & Zwanger Beleidsplan

Stichting Jong & Zwanger Beleidsplan Stichting Jong & Zwanger Beleidsplan Mei 2017 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Algemeen 4 2.1 Achtergrond 2.2 Onderbouwing 3. Identiteit 6 3.1 Missie & visie 3.2 Doelstelling 3.3 Strategie 4. Organisatie

Nadere informatie

Jeugdhulp in Nissewaard

Jeugdhulp in Nissewaard Jeugdhulp in Nissewaard Projectleider decentralisatie jeugdhulp Angela van den Berg Regisseur jeugd en gezin JOT kernen Jolanda Combrink Inhoud 1. Wat verandert er? 2. Beleidskaders 3. Jeugdhulpplicht

Nadere informatie

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013 Stelselwijziging jeugd Informatie 20 februari 2013 Inhoud - Decentralisatie jeugdzorg - In dialoog met ouders www.krimpenaandenijssel.nl Was Wordt OUD NIEUW (2015) AWBZ J-LVG en PGB voor J-LVG / J-GGZ

Nadere informatie