Vooraf: Kern: participatie, van passief naar actief door in te zetten op groeien in geloof en zelfstandigheid = Hebr.6:1-3 groeien in geloof en kennis

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Vooraf: Kern: participatie, van passief naar actief door in te zetten op groeien in geloof en zelfstandigheid = Hebr.6:1-3 groeien in geloof en kennis"

Gustaaf Gerritsen
8 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Werkvelden & uitdagingen Catechisatie, De jongeren in hedendaagse taal, communicatie en vorm vertellen van Gods grootheid en liefde vanuit de bijbel (Geloofsinhoud & Verdieping) Vereniging, Jongeren uitdagen te participeren als christen in de kerk als ook in de samenleving. Hen aanmoedigen actieve en enthousiaste volgers van Jezus te worden & Club: zie bladzijde 4 van dit stuk Vooraf: Kern: participatie, van passief naar actief door in te zetten op groeien in geloof en zelfstandigheid = Hebr.6:1-3 groeien in geloof en kennis Hoe: verkennen van de verschillende groepen vervolgens analyseren & conclusies trekken en dan toepassen. In het licht van de VISIE Wie Doelgroep WAT Primair doel HOE Primair programma daarvoor Jongeren van jaar uit de gemeente Discipelschap stimuleren Toewijding aan God en je naaste. Wat kan ik doen voor Christus Vereniging & Catechisatie Hebr. 6: 1-3 Ontdekking, groei, zelfstandigheid en toewijding Vereniging en Catechisatie We willen graag verenigingen en catechisaties geven waar je (jonge) zoekende en verlangende christenen tegenkomt, waar je ze herkent aan hun woorden en daden. Waar mensen om elkaar geven en proberen te leven naar Gods woord. Vragen proberen te stellen en te beantwoorden en ook verder uitgedaagd worden in de zoektocht naar het koninkrijk van God (Matt 6:33 Geef God en Zijn Koninkrijk de hoogste plaats in jouw leven. Hij zal dan in alles voor je zorgen.) Zulke verenigingen & catechisaties en erbij passende coaches, mentoren ontstaan niet vanzelf, daar moet je samen naar toe groeien en nog meer samen iets voor willen doen! Een concrete beleidsaanpak in 3 blokken voor Vereniging & Catechisatie 1 e blok 12 t/m 14 jaar 2 e blok 15 t/m 17 jaar 3 e blok 18 t/m 20 jaar 1

Hen aanmoedigen actieve en enthousiaste volgers van Jezus te worden & Club: zie bladzijde 4 van dit stuk Vooraf: Kern: participatie, van passief naar actief door in te zetten op groeien in geloof en

2 Blok 1 1 e,2 e & 3 e jaar Vereniging / Catechisatie ( Leeftijd 12 t/m 14 jaar.) De jongeren hebben nog- veel leiding nodig. De activiteiten zijn gestuurd en het initiatief komt van de coach, mentor. In de praktijk wil je het volgende zien: - De coach, mentor nodigt de jongeren uit. - De coach, mentor verzorgt in het begin zelf de opening & sluiting en heeft de leiding. - Samen met de jongeren probeer je (waar mogelijk) de onderwerpen vast te stellen. Bij de catechisatie staan deze vast, wel is het mogelijk onderwerpen voor de gezamenlijke thema avonden te benoemen.(in overleg met de predikant en/of jeugdouderling) - Samen met de jongeren ga je tijdens de vergaderingen bijbel lezen, zingen, bidden en de gekozen onderwerpen behandelen. - Je bent als coach, mentor verantwoordelijk voor pakkende en passende voorbereidings-, introductie- en besprekingswerkvormen. - De coach, mentor leidt eerst de gesprekken en probeert daarbij contact te krijgen met de jongeren als ook het onderlinge contact te stimuleren. Daarbij zorg je voor veilige en vertrouwelijke sfeer. - In het 3 e jaar werk je waar mogelijk langzaam richting het volgende blok (2 e ) en de daarbij geformuleerde werkwijze.(zie hieronder) Blok 2 4 e, 5 e & 6 e jaar Vereniging / Catechisatie (Leeftijd 15 t/m 17 jaar.) De jongeren krijgen wisselende taken waar mogelijk* binnen, buiten en rond de vergadering zoals: uitnodigen, zorgen voor eten en drinken, ruimte regelen, stage lopen, projecten, onderwerpen samen met coach/mentor voorbereiden, voorzitter zijn, tijdbewaker, vragen en/of stellingen maken, anderen stimuleren. De uitvoering van die taken wordt steeds met en door de coach, mentor geëvalueerd. De evaluatie levert leer- en werkpunten op die vastgelegd en naderhand weer geëvalueerd en bijgesteld worden. Dit gebeurt er: - De jongeren zijn actief betrokken wanneer ze vergaderen maar ook naar buiten toe staan ze hun mannetje en voelen zij zich een deel van de gemeente. - Dit zijn enkele controlepunten: o wie stelt vragen, wie zwijgt? o wie toont belangstelling en hoe? o geef je elkaar voldoende ruimte om te overleggen? o wie is de gespreksleider? Hoe ging dat? o voelt iedereen zich verantwoordelijk? Waaruit blijkt dat? o Hoe voerde een ieder zijn of haar taak uit? o wat levert de vergadering inhoudelijk op? - Uit de evaluatie kunnen werkpunten komen waarop de coach, mentor (en de jongeren*) de volgende keer zelf letten. * Ter beoordeling van de coach, mentor zelf. (eventueel iom predikant, JC en of JO) 2

- Samen met de jongeren probeer je (waar mogelijk) de onderwerpen vast te stellen. Bij de catechisatie staan deze vast, wel is het mogelijk onderwerpen voor de gezamenlijke thema avonden te benoemen.

3 Blok 3 7 e, 8 e & 9 e jaar Vereniging / Catechisatie (Leeftijd 18 t/m 20 jaar.) In het 7 e jaar (en volgend) wordt de groei naar zelfstandig vergaderen en meedoen voortgezet wat uiteindelijk resulteert in het loslaten * van de vereniging en waar mogelijk de catechisatie (evt voortgezet in de vorm van een groeigroep of een andere samenstelling (discipelschapsgroep / kring voor de jong/nieuw belijdende leden) zodat die zonder coach, mentor verder kunnen. Ook in deze jaren zullen er concrete controlepunten & doelen afgesproken, vastgelegd en besproken worden met coach, mentor en de jongeren. Die betreffen het vergaderen, de verdeling van de taken, het nakomen van afspraken en de inhoud van de vergaderingen In de praktijk betekent dit dat De jongeren steeds frequenter de vereniging zelf leiden De coach, mentor op afstand beschikbaar is De coach, mentor regelmatig contact met verenigings- & catechisatieleden onderhoudt over de controlepunten & doelen De coach, mentor steeds bereid is om weer in te stappen wanneer het minder of mis gaat. * Ter beoordeling van de coach, mentor zelf. (eventueel iom predikant, JC en of JO) prof. Miedema schreef het volgende: Jongeren zijn vooral mensen van hun tijd. Hun religiositeit is niet tot nauwelijks institutioneelkerkelijk, maar concreet, verbonden met het wel en wee van elke dag, individueel en drukt een verlangen naar eigenheid uit.... Deze religiositeit uit zich niet zozeer in kerklidmaatschap, maar soms wel in kerkgang, frequent bidden en het feit dat jongeren en jongvolwassenen de belangrijkheid van geloof en God voor hun alledaagse leven ervaren Ouders en vrienden blijken heel belangrijk als het om hun zingevende oriëntatie gaat, zodra dus de kernvragen naar het bestaan en hun eigen identiteit in het geding zijn Enerzijds is er het zoeken naar eigenheid en authenticiteit, anderzijds wel degelijk ook de behoefte zich in te laten met een groter geheel, mits zij zelf de aard van de band kunnen blijven bepalen Daarbij is het van groot belang dat de jongeren en jongvolwassenen zelf een belangrijk aandeel kunnen hebben in de voorbereiding, opzet en uitvoering van de activiteiten, en dit op hun eigen manier kunnen doen Cruciaal en bijna als het cement van alles is de rol van muziek. 3

voortgezet in de vorm van een groeigroep of een andere samenstelling (discipelschapsgroep / kring voor de jong/nieuw belijdende leden) zodat die zonder coach, mentor verder kunnen.

4 Club < 12 jaar Bij 8 t/m 11 jarigen is er nog een zekere leergierigheid, gezonde wedijver en belangstelling voor club, kerk en de steeds groter wordende buitenwereld, die daarna een lange poos zoek raakt.(of enigszins in onbalans raakt..) Belangrijk is daarom dat we als ouders en gemeente ons hiervan bewust zijn en daarom meer focus en aandacht geven aan deze groep jongeren. Het is in onze cultuur enorm belangrijk om kinderen een wij-gevoel te geven in een (club)groep (maar ook in de gemeente). Dat moet je niet pas doen op het moment dat kinderen de basisschool verlaten en naar allerlei vormen van middelbaar onderwijs uitzwermen. Daarnaast moet de relatie met de andere vormen van jeugdwerk en gemeentewerk ook in het oog gehouden worden.(is er sprake van aansluiting, samenhang?) Club voor kinderen van de bovenbouw van de basisschool is aan te bevelen als integraal onderdeel van het geloofsonderricht van de gemeente. Hierbij dient een nauwe afstemming plaats te vinden met de gezinnen en is er een programma wat gericht is op Hoofd, Hart en Handen.** **= Hoofd is kennis, Hart is de innerlijke drijfveren waarom je dingen doet, Handen is vaardigheden en doen wat laat je zien 4

Het is in onze cultuur enorm belangrijk om kinderen een wij-gevoel te geven in een (club)groep (maar ook in de gemeente).

5 Werkvelden & uitdagingen Ouders, De ouders meer betrekken in het geheel zodat het een versterkend effect gaat krijgen samenhang tussen kerk en thuis Jongeren, Zij leven in een kerkelijke omgeving waarin zij een plek hebben dmv erkenning en herkenning zodat zij instaat zijn en geïnspireerd worden een relatie aan te gaan met God hun Vader en van daaruit met elkaar en de samenleving Groeien in geloof en zelfstandigheid. (Hebr.6:1-3 groeien in geloof en kennis) Vooraf: Kinderen, jongeren zijn de kerk en moeten daar dus ook een volwaardige plek hebben. Ze moeten niet worden gebracht tot een soort van lidmaatschap van de kerk maar worden ingewijd(lucas 24: 13-35) De ouders (Efeze 6:1-4) maar ook de gemeente in totaliteit moeten daar in helpen jongeren hun plek in te laten nemen. En dat in alle aspecten van gemeente zijn: in de eredienst, in het pastoraat, onderwijs, commissies, projecten en andere activiteiten. Kern: participatie, van passief naar actief door in te zetten op groeien in geloof en zelfstandigheid = Hebr.6:1-3 groeien in geloof en kennis In het licht van de VISIE Hoe: verkennen van de verschillende groepen vervolgens analyseren & conclusies trekken en dan toepassen. Alvorens iets van een concrete richting*** te kunnen bepalen mbt ouders & jongeren en de daaraan gekoppelde uitdagingen dient het onderstaande schema volledig gemaakt te worden. Daarnaast zal met de ouders (Deut 6:5-9) maar ook met de jongeren een verdiepingslag moeten worden gemaakt wat zij verstaan onder huisgodsdienst (is hier bijvoorbeeld meer uit te halen kan het nog beter aansluiten bij de andere genoemde activiteiten in het schema hieronder, dit overigens vice versa) ***= wil in dit kader niet over beleid praten maar meer over een richting, doel en streven naar een warmhartig gezinsleven 5

geloof en zelfstandigheid. (Hebr.6:1-3 groeien in geloof en kennis) Vooraf: Kinderen, jongeren zijn de kerk en moeten daar dus ook een volwaardige plek hebben.

6 Overzichtsschema 6

Vergelijkbare documenten

Jongerenpastoraat broodnodig

Jongerenpastoraat broodnodig Voorwoord: Met deze notitie wil ik een bijdrage leveren aan onze visie op het jongerenpastoraat in de gemeente van Apeldoorn-centrum. Zelf spreek ik liever over relationeel