Besturings- en verdelerkast
|
|
- Fien Aalderink
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bedieningshandleiding Extra talen Voor toekomstig gebruik bewaren!
2 Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens Fabrikant Over deze bedieningshandleiding Andere documenten Conformiteit met normen en bepalingen Verklaring van de symbolen Symbolen in de bedieningshandleiding Symbolen op het apparaat Veiligheid Correct gebruik Kwalificatie van het personeel Overige risico's Transport en opslag Productselectie, ontwerp en modificatie Extra boringen Externe aanbouwcomponenten (leidingdoorvoeren, afsluitpluggen, klimaatpluggen) Inwendige inbouwcomponenten Montage en installatie Montage/demontage Installatie Inbedrijfstelling Instandhouding, onderhoud, reparatie Instandhouding Onderhoud Reparatie Reiniging Terugzending Verwijdering Accessoires en reserveonderdelen Bijlage A Technische gegevens
3 1 Algemene gegevens 1.1 Fabrikant R. STAHL Schaltgeräte GmbH Am Bahnhof Waldenburg Germany Tel.: Fax: Internet: Algemene gegevens 1.2 Over deze bedieningshandleiding Deze bedieningshandleiding en in het bijzonder de veiligheidsaanwijzingen voor gebruik aandachtig lezen. Alle tevens geldende documenten eveneens aanhouden (zie ook paragraaf 1.3) Bedieningshandleiding tijdens de levensduur van het apparaat bewaren. Bedieningshandleiding voor het bedienings- en onderhoudspersoneel te allen tijde toegankelijk maken. Bedieningshandleiding aan de volgende eigenaar of gebruiker van het apparaat doorgeven. Bedieningshandleiding bij elke van R. STAHL gekregen uitbreiding actualiseren. ID-nr.: Publicatienummer: De originele handleiding is de Duitse uitgave. Deze is bindend in alle juridische aangelegenheden. 1.3 Andere documenten Gegevensblad EG-typegoedkeuring Montagehandleiding "aardingsmodule" Bedienings- en gebruikshandleidingen van de fabrikant van in te bouwen componenten en afdichtingen EU-conformiteitsverklaring van aan- en inbouwcomponenten Documenten in andere talen, zie Conformiteit met normen en bepalingen Certificaten en EG-conformiteitsverklaring: Het apparaat beschikt over een IECEx-toelating. Certificaat zie IECEx-Homepage: 3
4 Verklaring van de symbolen 2 Verklaring van de symbolen 2.1 Symbolen in de bedieningshandleiding Symbool GEVAAR WAARSCHUWING! PAS OP! OPMERKING! 2.2 Symbolen op het apparaat Symbool 05594E E E00 Betekenis Aanwijzing voor lichtere werkzaamheden Gevaarlijke situatie, welk bij het niet aanhouden van de veiligheidsmaatregelen tot de dood of ernstig letsel met blijvende schade kan leiden. Gevaarlijke situatie, welk bij het niet aanhouden van de veiligheidsmaatregelen tot ernstig letsel kan leiden. Gevaarlijke situatie, welk bij het niet aanhouden van de veiligheidsmaatregelen tot licht letsel kan leiden. Gevaarlijke situatie, welk bij het niet aanhouden van de veiligheidsmaatregelen tot materiële schade kan leiden. Betekenis CE-markering volgens de actueel geldige richtlijn. Apparaat volgens de markering gecertificeerd voor explosiegevaarlijke zones. Veiligheidsinstructies, welke verplicht ter kennis moeten worden genomen: bij apparaten met dit symbool moeten de bijbehorende data en/of de veiligheidsrelevante instructies uit de handleiding worden aangehouden! 4
5 Veiligheid 3 Veiligheid Het apparaat werd volgens de actuele stand der techniek onder erkende veiligheidstechnische maatregelen geproduceerd. Echter er kunnen bij het gebruik ervan letsel- of levensgevaar ontstaan voor de gebruiker of derden, resp. schade aan het milieu of eigendommen ontstaan. Apparaat uitsluitend gebruiken - in onbeschadigde toestand - correct, veiligheids- en gevarenbewust en - onder aanhouding van deze bedieningshandleiding. 3.1 Correct gebruik De besturings- en verdelerkasten uit de serie 8150/5 zijn explosieveilige bedrijfsmiddelen, toegelaten voor gebruik in explosiegevaarlijke zone 1, 2 en 21, 22. Ze fungeren met hun ingebouwde componenten voor het besturen, schakelen en verder leiden van elektrische energie. De apparaten zijn uitsluitend bedoeld voor vaste montage. Tot het correcte gebruik hoort ook het aanhouden van deze bedieningshandleiding en de tevens geldende documenten, bijv. van het datablad. Alle andere toepassingen van de besturings- en verdelerkast zijn niet conform het correcte gebruik. 3.2 Kwalificatie van het personeel Voor de in deze gebruikershandleiding beschreven activiteiten is een overeenkomstig gekwalificeerde vakkracht noodzakelijk. Dit geldt vooral voor de werkzaamheden op het gebied van Productselectie, ontwerp en modificatie Montage/demontage van het apparaat Installatie Inbedrijfstelling Onderhoud, reparatie, reiniging Vakkrachten, die deze activiteiten uitvoeren, moeten een kennisniveau hebben, dat de relevante nationale normen en bepalingen omvat. Voor activiteiten in explosiegevaarlijke gebieden is aanvullende kennis noodzakelijk! R. STAHL adviseert een kennisniveau dat in de volgende normen wordt beschreven: IEC/EN (Ontwerp, selectie en configuratie van elektrische installaties) IEC/EN (Controle en onderhoud elektrische installaties) IEC/EN (Reparatie, revisie en regeneratie van apparaten) 5
6 Veiligheid 3.3 Overige risico's Explosiegevaar In een explosiegevaarlijke zone kan ondanks de constructie volgens de actuele stand der techniek van het apparaat een explosiegevaar niet volledig uitgesloten worden. Alle arbeidsstappen in een explosiegevaarlijke zone altijd met de grootst mogelijke zorgvuldigheid uitvoeren! Mogelijke gevaarlijke momenten (resterende risico's) kunnen op basis van de volgende oorzaken worden onderscheiden: Mechanische beschadiging Tijdens het transport, de montage of inbedrijfstelling kan het apparaat worden ingedrukt, of bekrast worden en daardoor niet langer dicht zijn. Dergelijke beschadigingen kunnen onder andere de explosiebeveiliging van het apparaat deels of compleet onwerkzaam maken. Explosies met ernstige of dodelijke verwonding van personen kunnen het gevolg zijn. Let op het gewicht van het apparaat, zie specificatie op de verpakking. Apparaat uitsluitend in originele verpakking of gelijkwaardige verpakking transporteren. Geschikte, d.w.z. op de grootte en het gewicht van het apparaat afgestemde transportof hefinrichting gebruiken, welke het gewicht van het apparaat betrouwbaar kan dragen. Apparaat niet belasten. Verpakking en apparaat op beschadigingen controleren. Beschadigingen direct melden aan R. STAHL. Apparaat in originele verpakking, droog (geen condensatie), in stabiele positie en beschermd tegen schokken opslaan. Behuizing, inbouwcomponenten en afdichtingen tijdens de montage niet beschadigen. Overmatige opwarming of elektrostatische oplading Door een modificatie naderhand aan het apparaat, door het bedrijf buiten de toegestane voorwaarden of een ondeskundige reiniging of lakwerk/coating kan het apparaat sterk opwarmen of elektrostatisch opladen en op die manier vonken genereren. Explosies met ernstige of dodelijke verwonding van personen kunnen het gevolg zijn. Apparaat uitsluitend binnen de voorgeschreven bedrijfscondities gebruiken (zie typeplaatje en hoofdstuk "Technische gegevens"). Apparaat uitsluitend door de fabrikant laten lakken resp. met speciale geleidende lak laten coaten. Apparaat niet lakken. Voor het repareren van bijv. krassen overleg plegen met R. STAHL. Apparaten met polyester-poedergecoate behuizing niet in omgevingen plaatsen, waar krachtige elektrostatische oplading voorkomt. Bij het aanbrengen van extra opplak-bordjes van kunststof, de oppervlaktespecificatie van de EN IEC aanhouden. Apparaat uitsluitend reinigen met vochtige doek. 6
7 Veiligheid Beïnvloeding van de IP-beschermingsgraad Het apparaat biedt bij deskundige en volledige installatie de benodigde IP-beschermingsklasse. Door constructietechnische wijzigingen of een ondeskundige montage van het apparaat kan de IP-bescherming beïnvloed worden. Explosies met ernstige of dodelijke verwonding van personen kunnen het gevolg zijn. Borden (buitenkant) uitsluitend zonder boren aanbrengen. Gaten voor kabel- en leidinginvoeren alleen exact volgens de aanwijzingen in de hoofdstukken "Productselectie, planning en modificatie" alsmede "Montage" van deze gebruikershandleiding aanbrengen. Bij afwijkingen of onzekerheid eerst overleggen met R. STAHL. Apparaat uitsluitend in de voorgeschreven montagepositie monteren. Meer informatie daarover in hoofdstuk "Montage". Ondeskundige installatie, inbedrijfstelling, onderhoud of reiniging Basiswerkzaamheden zoals installatie, inbedrijfstelling, onderhoud of reiniging van het apparaat mogen uitsluitend volgens de geldige nationale bepalingen van het land van gebruik en door gekwalificeerde personen worden uitgevoerd. Anders kan de explosiebeveiliging ongedaan gemaakt worden. Explosies met ernstige of dodelijke verwonding van personen kunnen het gevolg zijn. Montage, installatie, inbedrijfname en onderhoud alleen door gekwalificeerde en geautoriseerde personen (zie paragraaf 3.2) laten uitvoeren. Wijzigingen aan het apparaat uitsluitend overeenkomstig de aanwijzingen in deze gebruikershandleiding uitvoeren. Wijzigingen door R. STAHL of een testinstituut (inspectie door derde partij) laten uitvoeren. Onderhoud en reparaties aan het apparaat uitsluitend met originele reserve-onderdelen en in overleg met R. STAHL uitvoeren. Apparaat uitsluitend met vochtige doek en zonder krassende, schurende of agressieve reinigingsmiddelen of oplossingen voorzichtig reinigen. Apparaat nooit met een sterke waterstraal, bijv. met een hogedrukreiniger reinigen! Verwondingsgevaar Vallende apparaten of onderdelen Tijdens bedrijf en onderhoud zijn af en toe hoge spanning op het apparaat actief, daarom moet tijdens de installatie het apparaat spanningsloos zijn geschakeld. Door contact met leidingen, welk een te hoge spanning voeren, kunnen personen ernstige stroomstoten krijgen en daarmee letsel oplopen. Bij transport en montage geschikte, d.w.z. op de maat en het gewicht van het apparaat afgestemde transport en hulpmiddelen gebruiken. Let op het gewicht van het apparaat, zie specificatie op de verpakking. Voor de bevestiging geschikt montagemateriaal gebruiken. Stroomstoten Tijdens de elektrische installatie, gebruik en onderhoud staan er soms hoge spanningen op het apparaat. Door contact met leidingen, welk een te hoge spanning voeren, kunnen personen ernstige stroomstoten krijgen en daarmee letsel oplopen. Apparaat uitsluitend op bedrijfsmiddelen gebruiken met een interne spanning overeenkomstig het hoofdstuk "Technische gegevens". Stroomcircuits uitsluitend op daarvoor geschikte klemmen aansluiten. Voor aardingsmodule de eigen montage- en aansluitvoorschriften aanhouden, zie montagehandleiding "aardingsmodule" en "overige documenten". 7
8 Transport en opslag 4 Transport en opslag GEVAAR! Explosie door beschadigde afdichting in apparaten met behuizingscharnieren! Niet-inachtneming leidt tot ernstig of dodelijk letsel. Apparaten met behuizingscharnieren alleen met transportborging transporteren. Apparaat zorgvuldig en met inachtneming van de veiligheidsinstructies (zie hoofdstuk "Veiligheid") transporteren en opslaan. 5 Productselectie, ontwerp en modificatie GEVAAR! Explosie door naderhand, compleet lakken van het apparaat! Niet-inachtneming leidt tot ernstig of dodelijk letsel. Apparaat niet lakken. Verbeteringen uitsluitend door de fabrikant laten uitvoeren. GEVAAR! Explosie door verkeerde afdichting van het apparaat! Niet-inachtneming leidt tot ernstig of dodelijk letsel. Borden (buitenkant) uitsluitend zonder boren aanbrengen. Behuizing alleen met passende bedrijfsmiddelen (bijv. leidinginvoeren, sluitdoppen, ontwaterings- of klimaatpluggen) uitrusten, die voor toepassing in explosiegevaarlijke zones aantoonbaar zijn toegelaten en aan de IP-classificatie voldoen. Voorbeelden: EU-typebeproevingscertificaat resp. IECEx Certificate of Conformity. Bedienings- en gebruikshandleidingen van de fabrikant van in te bouwen componenten en afdichtingen aanhouden. Niet gebruikte leidinginvoeren afsluiten met voor de ontstekingsbeschermingsklasse toegelaten sluitdoppen afsluiten. Alle open gaten met geschikte bedrijfsmiddelen afdichten. Bij het aanhouden van de inbouwvoorwaarden en waarden op het typeplaatje: Controleren of er voldoende leidinginvoeren beschikbaar zijn. Eventueel extra boringen aanbrengen, zie paragraaf 5.1. Klemmen uitrusten en eventueel inbouwcomponenten monteren, zie paragraaf
9 Productselectie, ontwerp en modificatie Bij de modificatie wordt vooral een bewerking naderhand resp. uitrusting naderhand van de besturings- en verdelerkast bedoeld. Hierbij zijn er de volgende mogelijkheden: Extra boringen in de flensplaat naar keuze door R. STAHL (paragraaf 5.1.1) of de klant (paragraaf ) Extra boringen in de behuizing naar keuze door R. STAHL (paragraaf 5.1.1) of de klant (paragraaf ) Extra boringen in de behuizingsdeksel naar keuze door R. STAHL (paragraaf 5.1.1) of de klant (paragraaf ) Externe opbouwcomponenten naar keuze door R. STAHL of de klant (paragraaf 5.2) Interne inbouwcomponenten naar keuze door R. STAHL of de klant (paragraaf 5.3) OPMERKING! Het niet aanhouden kan tot schade leiden. De afname van de in eigen regie uitgevoerde werkzaamheden moet volgens nationale voorschriften uitgevoerd worden. Anders moeten deze door R. STAHL of een testinstituut (3rd party inspection) (paragraaf 3.3.1) afgenomen worden. Dit kan op aanvraag tegen een overeenkomstig aanbod door R. STAHL plaatsvinden. Worden de werkzaamheden door R. STAHL uitgevoerd, dan is er geen extra afname noodzakelijk. 5.1 Extra boringen Extra boringen door R. STAHL aanbrengen Aan R. STAHL de volgende informatie doorgeven: - Type - Gegevensblad - Aantal, fabrikant en toelatingen van de in te bouwen componenten. R. STAHL controleert of de componenten, gatdiameters, aantal en positie in overeenstemming zijn met de toelating brengt de boringen aan monteert de componenten houdt de opdrachtdocumentatie bij voert een steekproef uit brengt indien nodig een nieuwe typeplaat aan, wanneer de technische gegevens, zoals bijv. door de extra in te bouwen componenten, gewijzigd zijn. 9
10 Productselectie, ontwerp en modificatie Extra boringen door de klant aanbrengen Flensplaten Bruikbare vlakken voor leidingdoorvoeren in flensplaten bepalen alle maten in mm [inch] 2 [0,08] 2 [0,08] 10 [0,39] Botsframe en aardaansluiting flensplaat Plaats/oppervlak voor leidinginvoer op de flensplaat binnen het contactkader (zie afbeelding, dunne lijn) vrij kiezen. Let erop, dat latere schroefkoppelingen dit contactkader niet overschrijden. Let daarbij op de volgende voorwaarden: Voldoende afstand tot afdichting rondom (minimaal 2 mm) inplannen (zie afbeelding, uitsnede). Voldoende afstand tot de aardaansluiting (min. 10 mm) (zie afbeelding onder) inplannen. Apparaat zorgvuldig en uitsluitend met inachtneming van de veiligheidsinstructies (zie hoofdstuk "Veiligheid") modificeren. Effectieve oppervlak berekenen. Extra boringen door laseren of stansen (boren, gatsnijden) aanbrengen. Bij ponsen en snijden er op letten dat de buitenvlakken van de behuizing vlak en onbeschadigd (zonder scheuren) blijven. Bij schroefdraad de kernboringdiameter bepalen. Geen NPT-schroefdraad gebruiken! Let bij het bepalen van de boringen op de montage-afstanden. Boringdiameter afstemmen op de afmetingen van de inbouwcomponenten resp. de dichting ervan. Inbouwcomponenten ALLEEN met vlakafdichting gebruiken. Voor het naderhand plaatsen van componenten paragraaf 5.2 aanhouden! Voor zover de technische specificaties zijn veranderd, bijvoorbeeld door de extra in te bouwen componenten, een nieuwe typeplaat met de actuele waarden aanbrengen E00 10
11 Behuizing Bruikbare oppervlak voor leidinginvoeren in behuizing berekenen Productselectie, ontwerp en modificatie Belangrijk voor de volgende berekening: Maten op de vlakke oppervlakken aan de binnenkant van de behuizing meten (niet aan de buitenzijde van de behuizing) Rekening houden met de extra benodigde ruimte. De benodigde ruimte voor het inbouwdeel kan worden berekend uit de hoekmaat van de leidinginvoer plus de toeslag voor het gereedschap. De berekening wordt in drie stappen uitgevoerd: Totale bruikbare oppervlak berekenen Benodigd oppervlak voor de leidinginvoeren berekenen Resterend bruikbaar oppervlak berekenen. 1.) Totale bruikbare oppervlak berekenen Het totale bruikbare oppervlak voor de inbouw wordt als volgt berekend: (Lengte binnenwand behuizing 2 x 10 mm * ) x (Hoogte binnenwand behuizing 2 x 10 mm * ) *2 x 10 mm = rondlopende rand op de binnenwand van de behuizing 2.) Benodigd oppervlak voor leidingdoorvoeren berekenen Aantal gewenste leidinginvoeren met de waarden voor de benodigde ruimte voor het passende type uit de volgende tabel vermenigvuldigen. Benodigde ruimte per stuk Schroefdraaddiameter van de leidinginvoer ( 12 mm ( 16 mm ( 20 mm ( 25 mm ( 32 mm ( 40 mm ( 50 mm ( 63 mm 315 mm mm mm mm mm mm mm mm 2 Belangrijk: het oppervlak voor de leidinginvoer moet kleiner zijn dan het totale bruikbare oppervlak. Anders moet een grotere behuizing gekozen worden. 11
12 Productselectie, ontwerp en modificatie 3.) Resterend bruikbaar oppervlak berekenen Het benodigde oppervlak voor de leidingsinvoeren aftrekken van het totale bruikbare oppervlak. Voorbeeldberekening: Uitgangscondities: Binnenmaten behuizing: 297 mm (Zijde D) x 122 mm (Zijde C) Gewenste leidinginvoeren: M20 (15 St.), M32 (7 St.) Totale bruikbare oppervlak berekenen: (297 mm - 2 x 10 mm * ) x (122 mm - 2 x 10 mm * ) = mm 2 Benodigd oppervlak voor de leidinginvoeren berekenen en resterende bruikbare oppervlak berekenen: Aantal Type Oppervlak 15 stuk M20 15 x 685 mm mm 2 7 stuk M32 7 x 1560 mm mm mm 2 benodigd oppervlak voor leidinginvoeren mm 2 bruikbaar oppervlak 7059 mm 2 resterend bruikbaar oppervlak Apparaat zorgvuldig en uitsluitend met inachtneming van de veiligheidsinstructies (zie hoofdstuk "Veiligheid") modificeren. Effectieve oppervlak voor inbouwcomponenten berekenen. Extra boringen door laseren of stansen (boren, gatsnijden) aanbrengen. Daarbij een afstand van minimaal 10 mm aanhouden tot de rand van de behuizing (zie afbeelding). Alle maten in mm [inch] 10 [0,39] Bij ponsen en snijden er op letten dat de buitenvlakken van de behuizing vlak en onbeschadigd (zonder scheuren) blijven. Let bij het bepalen van de boringen op de montage-afstanden. Boringdiameter afstemmen op de afmetingen van de inbouwcomponenten resp. de dichting ervan. Inbouwcomponenten ALLEEN met vlakafdichting gebruiken. Voor het naderhand plaatsen van componenten paragraaf 5.2 aanhouden! Voor zover de technische specificaties zijn veranderd, bijvoorbeeld door de extra in te bouwen componenten, een nieuwe typeplaat met de actuele waarden aanbrengen E00 12
13 Productselectie, ontwerp en modificatie Behuizingsdeksel Apparaat zorgvuldig en uitsluitend met inachtneming van de veiligheidsinstructies (zie hoofdstuk "Veiligheid") modificeren. Effectieve oppervlak voor inbouwcomponenten berekenen. Extra boringen door laseren of stansen (boren, gatsnijden) aanbrengen. Daarbij de minimale afstanden tot de rand van de deksel aanhouden (zie afbeelding). Alle maten in mm [inch] 83,50 [3,28] 62,50 [2,46] 18,50 [0,73] Deksel met grendel en scharnier 109 [4,29] 25 [0,98] 7 [0,28] 47 [1,85] 68,50 [2,70] 19956E00 25 [0,98] Deksel met dekselschroeven 19957E00 Let erop bij het stansen en snijden, dat het oppervlak van het behuizingsdeksel vlak en onbeschadigd blijft (geen scheuren). Let bij het bepalen van de boringen op de montage-afstanden. Boringdiameter afstemmen op de afmetingen van de inbouwcomponenten resp. de dichting ervan. Inbouwcomponenten ALLEEN met vlakafdichting gebruiken. 13
14 Productselectie, ontwerp en modificatie 5.2 Externe aanbouwcomponenten (leidingdoorvoeren, afsluitpluggen, klimaatpluggen) Boringen zijn over het algemeen af fabriek al met de voor de applicatie bedoelde componenten uitgerust. Wil de klant het uitrusten zelf uitvoeren, dan worden de openingen af fabriek voorzien van een stof- en transportbescherming (tape met waarschuwingsinstructie of afdekkappen van kunststof) Aanbouwcomponenten door R. STAHL laten aanbrengen Aan R. STAHL de volgende informatie doorgeven: - Type - Gegevensblad - Aantal, fabrikant en toelatingen van de op te bouwen componenten. - Explosiebeschermingsklasse R. STAHL controleert of de componenten, aantal en positie in overeenstemming zijn met de toelating monteert de componenten houdt de opdrachtdocumentatie bij voert een steekproef uit brengt indien nodig een nieuwe typeplaat aan, wanneer de technische gegevens, zoals bijv. door de extra op te bouwen componenten, gewijzigd zijn Aanbouwcomponenten door de klant laten aanbrengen Aanbouwcomponent selecteren De volgende aanbouwcomponenten worden bij de uitrusting van de behuizing geadviseerd: Leidinginvoer Bij vast geïnstalleerde leidingen: leidinginvoeren voor vast geïnstalleerde leidingen Bij niet vast geïnstalleerde leidingen: leidinginvoeren met trekontlasting. Afsluiten van ongebruikte invoeropeningen Sluitdoppen, passend voor de ontstekingsklasse gebruiken. Ontwatering en drukcompensatie Klimaatpluggen. Apparaat zorgvuldig en uitsluitend met inachtneming van de veiligheidsinstructies (zie hoofdstuk "Veiligheid") uitrusten. Voor selectie en gebruikstemperatuur van de componenten en afdichtingen, rekening houden met de waarden op de typeplaat van het apparaat. Effectieve oppervlak (contactkader) voor aanbouwcomponenten berekenen, zie paragraaf 5.1. Boringdiameter afstemmen op de afmetingen van de inbouwcomponenten resp. de dichting ervan. Bij voorkeur opbouwcomponenten met vlakafdichting gebruiken. 14
15 Montage en installatie 5.3 Inwendige inbouwcomponenten De besturings- en verdelerkast 8150/5 kan met een groot aantal interne inbouwcomponenten worden uitgerust. Daarbij moeten naast de instructies in het hoofdstuk "Veiligheid" in principe de volgende veiligheidsvoorschriften worden aangehouden: Gebruik alleen inbouwcomponenten, die voor toepassing in explosiegevaarlijke zones aantoonbaar zijn toegelaten en aan de IP-classificatie voldoen. Voorbeelden: EU-typebeproevingscertificaat resp. IECEx Certificate of Conformity. Waarborg na de inbouw een zorgvuldige afdichting van het apparaat. Houd daarbij de nationale voorschriften aan. 6 Montage en installatie 6.1 Montage/demontage Apparaat zorgvuldig en uitsluitend met inachtneming van de veiligheidsinstructies (zie hoofdstuk "Veiligheid") monteren. De volgende inbouwvoorwaarden en montage-instructies nauwkeurig doorlezen en exact opvolgen Gebruikspositie GEVAAR! Explosie door verkeerde montagepositie! Niet-inachtneming leidt tot ernstig of dodelijk letsel. Apparaat alleen als vloer- of wandmontage bevestigen, niet ondersteboven of als standmontage (alleen bijv. met extra sokkel mogelijk). Apparaat wringingsvrij uitsluitend op een vlakke ondergrond monteren. Apparaat m.b.v. de bevestingingsogen bevestigen. Raadpleeg voor de maten van de bevestigingsgaten de maattekening. alle maten in mm [inch] wijzigingen voorbehouden X 7 [0,28] ø 7 [ø 0,28] 25 [0,98] 20 [0,79] 18 [0,71] 26 [1,02] 14282E00 Uitrichting van de behuizing afhankelijk van het montagetype of de ingebouwde componenten (overige documentatie) kiezen: Bij verticale montage: willekeurige uitlijning. Bij horizontale montage: deksel boven. Hangende montage/overhangend deksel niet toegestaan! Rekening houden met vrije ruimte voor het openen van het deksel. 15
16 Montage en installatie Omgevingsafhankelijke inbouwvoorwaarden Bij blootstelling aan weersinvloeden kan het explosieveilige apparaat worden voorzien van een beschermingsdak of -wand. Explosiebeveiligde, elektrische bedrijfsmiddelen met een klimaat- en ontwateringsplug uitrusten om het vacuümeffect te vermijden. Let daarbij op de juiste inbouwpositie (onder). Zie ook paragraaf Vermijd koudebruggen (gevaar voor condensaatvorming). Plaats de behuizing eventueel op afstand, om het vormen van condenswater in de behuizing tot een minimum te beperken Montage van een hijsoog (optie) Aan de bovenkant van de behuizing is, indien de klant dat wenst, een draadgat (standaard M12) aangebracht. Hierin kan een oog voor ophangen tijdens transport worden gemonteerd. Wanneer hijsoog wordt gebruikt Schroef een transport- en aanslagmiddel in dat geschikt is voor de toepassing. Houd daarbij rekening met het totaalgewicht van de besturings- en verdelerkast! Hijsogen geheel inschroeven. Wanneer het draadgat niet nodig is Draadgat water- en luchtdicht sluiten, bijv. met een roestvaststalen M12-bout. 6.2 Installatie Bij bedrijf onder moeilijkere omstandigheden, zoals bijvoorbeeld op schepen of bij sterke blootstelling aan zonlicht, moeten aanvullende maatregelen worden genomen voor een correcte installatie, al naar gelang de gebruikslocatie. Overige informatie en aanwijzingen hierover kunt u op aanvraag verkrijgen van uw verantwoordelijke verkoopcontact. GEVAAR! Explosie door sterke opwarming binnenin de behuizing! Niet-inachtneming leidt tot ernstig of dodelijk letsel. Afstanden volgens de normen van Ex e stroomcircuits tot Ex i stroomcircuits waarborgen (EN IEC ). Geschikte geleiders selecteren, die een toelaatbare opwarming binnenin de behuizing niet overschrijden. Let op de voorgeschreven diameters. Adereindhulzen deskundig aanbrengen. GEVAAR! Explosie door ondeskundige installatie! Niet-inachtneming leidt tot ernstig of dodelijk letsel. Apparaat zorgvuldig en uitsluitend met inachtneming van de veiligheidsinstructies (zie hoofdstuk "Veiligheid") installeren. De hierna genoemde installatiestappen met grote nauwkeurigheid uitvoeren. De noodzakelijke technische details/gegevens van de elektrische installatie vindt u in de volgende documenten: Hoofdstuk "Technische gegevens" in deze bedieningshandleiding Documentatie en databladen van de klemmenfabrikant Documentatie en databladen van de ingebouwde apparaten (bijv. voor informatie over potentiaalvereffening, potentiaal-aarde en intrinsiekveilige stroomcircuits) 16
17 6.2.1 Behuizing openen en sluiten Bij uitvoeringen met geschroefd deksel Schroeven op het behuizingsdeksel losmaken. Eventueel de dekselvergrendeling aan de draaigreep in acht nemen. Montage en installatie Draaigrepen die aangebracht zijn op het deksel, kunnen optioneel beschikken over een dekselvergrendeling. In dit geval kan het deksel alleen op een bepaalde positie verwijderd resp. afgesloten worden. Behuizingsdeksel voorzichtig openen resp. wegnemen. Om de behuizingsdeksel te sluiten in omgekeerde volgorde te werk gaan. Gespecificeerde aandraaimoment aanhouden (zie "Technische gegevens"). Bij uitvoeringen met grendel in deksel Grendel op behuizingsdeksel met geschikte sleutel losmaken. Eventueel de dekselvergrendeling aan de draaigreep in acht nemen. Deksel behuizing voorzichtig openen. Om de behuizingsdeksel te sluiten in omgekeerde volgorde te werk gaan Geleideraansluiting Geschikte geleiders selecteren, die een toelaatbare opwarming binnenin de behuizing niet overschrijden. Let op de voorgeschreven diameters van de geleiders. Aderisolatie tot aan de klemmen laten doorlopen (striplengte zie "Technische gegevens"). Bij het strippen de ader niet beschadigen (bijv. door inkerving). Adereindhulzen met geschikt gereedschap aanbrengen. In geval van een maximale uitrusting met klemmen en stroomvoerende geleiders en maximale stroombelasting: Zorg ervoor dat de lengte van een geleider van de koppeling tot de klempositie de lengte van de behuizingsdiagonaal niet overschrijdt Randaarde-aansluiting Bij het aansluiten van een aardedraad het volgende aanhouden: Altijd de aardedraad aansluiten. Kabelschoenen voor externe randaardekabelaansluiting gebruiken. Randaardekabel vast en in de buurt van de behuizing leggen. Alle blanke, niet spanningsvoerende metalen delen in het aardleidingsysteem opnemen. N-leidingen als spanningsvoerend leggen. De specificaties met betrekking tot de potentiaalvereffening (PA), potentiaalaarde (PE) voor intrinsiekveilige stroomcircuits zijn in de documentatie van de bijbehorende bedrijfsmiddelen opgenomen. De inactieve metalen delen zijn conform EN / IEC geïsoleerd en niet met PE verbonden. 17
18 Montage en installatie PE/PA-aansluiting voor kabeldiameter tot 25 mm 2 Module 0245: interne aansluiting Aardpen (1) en afdichtring (1a) door geschikte boring in de behuizingswand (2) leiden en met zeskantmoer (3) (aandraaimoment: 23 Nm) borgen. Interne PE-kabelschoen (4) op aardpen (1) schuiven en met veerring (5a) en zeskantmoer (5) (aandraaimoment: zonder aansluiting 4 Nm, met aansluiting 16 Nm) bevestigen. Externe PE-kabelschoen (6) op aardpen (1) schuiven en met veerring (7a) en zeskantmoer (7) (aandraaimoment: zonder aansluiting 4 Nm, met aansluiting 16 Nm) bevestigen. PE/PA-aansluitig voor kabeldoorsnede mm 2 Module 0238: interne aansluiting 5 5a 5 4 5a a Aardpen (1) en afdichtring (1a) door geschikte boring in de behuizingswand (2) leiden en met zeskantmoer (3) (aandraaimoment: 50 Nm) borgen. Interne PE-kabelschoen (4) op aardpen (1) schuiven en met veerring (5a) en schroef (5) (aandraaimoment: zonder aansluiting 4 Nm, met aansluiting 16 Nm) bevestigen. Externe PE-kabelschoen (6) op aardpen (1) schuiven en met veerring (7a) en zeskantmoer (7) (aandraaimoment: zonder aansluiting 4 Nm, met aansluiting 16 Nm) bevestigen. 1a a 7 7a E E00 externe aansluiting externe aansluiting 18
19 6.2.4 Inbouwvoorwaarden Montage en installatie Inbouwvoorwaarden lucht- en kruipafstanden conform de norm EN IEC Afstanden, lucht- en kruipafstanden Bij de inbouw van componenten moeten de lucht- en kruipafstanden tussen de afzonderlijke componenten en tussen componenten tot de behuizingswanden voldoende gedimensioneerd worden. Hierbij rekening houden met de waarden uit de norm EN IEC (Tabel). De kruipafstanden van de componenten controleren en overeenkomstig de voorschriften van de betreffende gebruikshandleiding aanhouden. Luchtafstanden, afhankelijk van de nominale bedrijfsspanning van de ingebouwde klemmen, aanhouden. Afstand tussen deksel en aansluitbouten van de ingebouwde componenten (bij aangesloten ader) aanhouden: minimaal de waarde van de vereiste luchtafstanden. Afstand tussen aansluitdelen voor intrinsiekveilige en niet intrinsiekveilige stroomkringen Scheidingswanden, welke voor het scheiden van de aansluitklemmen worden gebruikt, minimaal op 1,5 mm van de behuizingswanden monteren of een minimale afstand van 50 mm tussen de blanke geleidende delen van de aansluitklemmen waarborgen (gemeten rondom de scheidingswand naar alle richtingen) Waarborgen dat metalen scheidingswanden minimaal 0,45 mm dik zijn geaard zijn voldoende stevig en stijf zijn voldoende stroombelastbaar zijn. Zorg ervoor dat niet metalen, isolerende scheidingswanden minimaal 0,9 mm dik zijn het benodigde kruipstroomgetal (CTI) hebben. Houd daarvoor de norm IEC/EN aan en de specificaties betreffende optredende spanning (zie hoofdstuk "Technische gegevens"). versterkt zijn, om vervormingen te voorkomen. Bij zekeringen > 4 A tevens constructieve maatregelen uitvoeren, om extra opwarming aan de klemmen van intrinsiekveilige stroomkring te vermijden. Afdekkingen bij combinaties van niet intrinsiekveilige en intrinsiekveilige stroomkringen Alle spanningsvoerende onderdelen, die niet in de beschermingsklasse Ex i zijn uitgevoerd, moeten worden voorzien van een afdekking, welke bij geopend bedrijfsmiddel minimaal beschermingsklasse IP30 biedt. 19
20 Montage en installatie Intrinsiekveilige stroomkringen In intrinsiekveilige stroomkringen mogen uitsluitend geïsoleerde kabels en leidingen met een testspanning van minimaal 500 V AC en een minimale kwaliteit van H05 worden gebruikt. De isolatietestspanning voor isolatie en scheiding van de klemmen en leidingen uit de som van de nominale bedrijfsspanningen van intrinsiekveilige en niet-intrinsiekveilige stroomkringen berekenen. Voor het geval "intrinsiek veilig tegen aarde" levert dit een isolatiespanningswaarde op van minstens 500 V (in het andere geval dubbele waarde van de nominale bedrijfsspanning van intrinsiek veilige stroomkringen). Voor het geval intrinsiekvelige tegen niet-intrinsiekveilig levert dit een isolatiespanningswaarde op van minimaal 1500 V (in het andere geval de dubbele waarde van nominale bedrijfsspanning plus 1000 V). Lucht- en kruipafstanden bij intrinsiekveilige componenten Zorg ervoor dat de lucht- en kruipafstanden tussen de blanke, geleidende onderdelen van aansluitklemmen gescheiden, intrinsiekveilige stroomkringen tot geaarde of potentiaalvrije, geleidende delen, gelijk zijn aan, of groter dan de in tabel 5 van de in de IEC/EN aangegeven waarden zijn. Bij gescheiden, intrinsiekveilige stroomcircuits een veiligheidsafstand tussen de blanke, geleidende onderdelen van de buitenste aansluitingen aanhouden, die voldoet aan aan de volgende vereisten: minimaal 6 mm tussen de gescheiden, intrinsiekveilige stroomkringen minimaal 3 mm tussen geaarde onderdelen, wanneer er geen rekening is gehouden bij de veiligheidsanalyse met een mogelijke aardverbinding. Serieklemmen in de Ex e behuizing Bruggen mogen uitsluitend met de explosieveilige originele accessoires worden gemaakt. De daarvoor benodigde scheidingswanden moeten indien nodig worden geplaatst. Gebruik indien nodig adereindhulzen of kabelschoenen als splijtbescherming. De diameter van de splijtbescherming moet overeenkomen met de aderdiameter Bedrading Inwendige bedrading Minimale diameter van de aders bepalen aan de hand van de te verwachten nominale bedrijfsstroom. Uitwendige bedrading Aansluitkabel door de leidinginvoeren in de behuizing leiden. Waarborg, dat de kabeldiameter met de klemmendoorsnede van de leidinginvoeren overeenkomt. Zeskantmoer van de leidinginvoeren aandraaien. Zorg er daarbij voor dat de dichtheid van de behuizing en de trekontlastingsbescherming van de aansluitlocaties gewaarborgd zijn. Aandraaimomenten uit de gebruikershandleidng van de componenten halen. 20
21 Inbedrijfstelling Elektrische aansluiting Behuizing openen. Leg de aansluitkabels in zo, dat de toegestane minimale buigradii niet onderschreden worden. Losse metalen deeltjes, verontreinigingen en vochtsporen verwijderen. Behuizing zorgvuldig sluiten. Aanrakingsbescherming aanbrengen. Inschakelapparaten op de gewenste waarde instellen Voorzekering Installatie met aangegeven elektrische voorzekering beveiligen. Op het stopcontact (aansluitlocatie) voldoende kortsluitstroom voor een betrouwbaar schakelen van de zekering waarborgen. 7 Inbedrijfstelling Voor inbedrijfstelling de volgende teststappen uitvoeren: Behuizing op schade controleren. Controleer of de montage en installatie correct zijn uitgevoerd. Daarbij controleren of alle afdekkingen en scheidingswanden op spanningsvoerende delen aanwezig en bevestigd zijn. Zorg ervoor dat alle openingen/boringen in de behuizing met de daarvoor toegestane componenten zijn afgesloten. Af fabriek aangebrachte stof- en transportbescherming (plakband of kunststof doppen) door passend gecertificeerde componenten vervangen. Zorg ervoor dat afdichtingen en afdichtingssystemen schoon en onbeschadigd zijn. Indien nodig vreemde voorwerpen verwijderen. Indien nodig aansluitruimte reinigen. Controleer of alle voorgeschreven aandraaimomenten aangehouden zijn. 8 Instandhouding, onderhoud, reparatie Houd de geldende nationale normen en bepalingen in het land van gebruik aan, bijv. IEC/EN , IEC/EN , IEC/EN Instandhouding Aanvullend op de nationale regelgeving de volgende punten controleren: Het vast zitten van de ondergeklemde kabels, scheurvorming en andere zichtbare schade aan bouwdelen, inachtneming van de toegestane temperaturen, goede bevestiging van de schroefverbindingen. 8.2 Onderhoud Apparaat volgens de geldende nationale bepalingen en de veiligheidsinstructies in deze gebruikershandleiding (hoofdstuk "Veiligheid") onderhouden. 8.3 Reparatie Reparaties aan het apparaat uitsluitend met originele reserve-onderdelen en in overleg met R. STAHL uitvoeren. 21
22 Reiniging 9 Reiniging Apparaat voor en na reiniging op beschadigingen controleren. Beschadigde apparaten direct uit gebruik nemen. Ter voorkoming van elektrostatische oplading mogen de apparaten in explosiegevaarlijke zones uitsluitend met een vochtige doek worden gereinigd. Bij een vochtige reiniging: water of milde, niet schurende, niet krassende reinigingsmiddelen gebruiken. Geen agressieve reinigingsmiddelen of oplosmiddelen gebruiken. Apparaat nooit met een sterke waterstraal, bijv. met een hogedrukreiniger reinigen! 10 Terugzending Retourzending resp. verpakking van de apparaten uitsluitend in overleg met R. STAHL uitvoeren! Daarvoor met de verantwoordelijke vertegenwoordiging van R. STAHL contact opnemen. Voor de retourzending in geval van reparatie resp. service, staat de klantenservice van R. STAHL ter beschikking. Persoonlijk contact opnemen met de klantenservice. of Internetpagina oproepen. Onder "Support" > "RMA Formulier" > "RMA-bon aanvragen" kiezen. Formulier invullen en verzenden. Bevestiging volgt. De klantenservice van R. STAHL neemt contact met u op. Na overleg ontvangt u een RMA-bon. Apparaat samen met de RMA-bon in de verpakking aan R. STAHL Schaltgeräte GmbH opsturen (Raadpleeg paragraaf 1.1 voor het adres). 11 Verwijdering Nationale en lokale voorschriften en wettelijke bepalingen m.b.t. de verwijdering respecteren. Materialen scheiden voor recyclage. Zorgen voor een milieubewuste verwijdering van alle componenten conform de wettelijke bepalingen. 12 Accessoires en reserveonderdelen Foutieve functies of schade aan het apparaat door gebruik van niet-originele componenten. Het niet aanhouden kan tot schade leiden. Uitsluitend originele accessoires en originele reserveonderdelen van R. STAHL Schaltgeräte GmbH (zie datablad) gebruiken. 22
23 13 Bijlage A 13.1 Technische gegevens Explosiebeveiliging Globaal (IECEx) Gas en stof IECEx PTB Ex db eb ia/ib [ia/ib] ma mb qb IIA, IIB, IIC T6, T5, T4 Gb Ex tb IIIC IP66 T130 C, T95 C, T80 C Db Europa (ATEX) Gas en stof PTB 09 ATEX 1109 E II 2 G Ex db eb ia/ib [ia/ib] ma mb qb IIA, IIB, IIC T6, T5, T4 Gb E II 2 D Ex tb IIIC IP66 T130 C, T95 C, T80 C Db Verklaringen en keuringen Verklaringen IECEx, ATEX Technische gegevens Elektrische gegevens Berekende bedrijfsspanning max V AC / DC afhankelijk van de gebruikte Ex-componenten Berekende max. 630 A bedrijfsstroom afhankelijk van de gebruikte Ex-componenten Nominale doorsnede max. 300 mm 2 Omgevingscondities Omgevingstemperatuur Mechanische gegevens Beveiligingsklasse Materiaal afhankelijk van de gebruikte Ex-componenten Bijlage A max C (zie typeplaat) afhankelijk van de gebruikte explosieveilige in- en aanbouwcomponenten IP66 conform IEC/EN (afhankelijk van de gebruikte inbouwapparaten) Behuizing - Staal poedergecoat (staalplaat (1.0330)) - Roestvast staal ( of ) Dichting C siliconen geschuimd, 8150/ , C siliconen gelijmd, 8150/ , C EPDM gelijmd 8150/ Montageplaat Staalplaat verzinkt 23
24 Bijlage A Technische gegevens Wanddikte Behuizingswand Behuizingsdeksel Montageplaat Flenzen Standaard uitvoering Speciale uitvoering Dekselsluiting Standaard Optie Aandraaimoment van de dekselbouten Randaardeaansluiting min. 1,5 mm min. 2 mm 3 mm In de standaard uitvoering worden de behuizingen zonder flens geleverd Afhankelijk van de opdracht kunnen de behuizingen aan één of meerdere behuizingszijden met flenzen worden uitgerust; roestvast staal en staal poedergecoat, aandraaimoment 4,5 Nm met onverliesbare M6 roestvast stalen combi schroeven met dekselscharnieren 4,5 Nm M8 blindklinkmoer (1x): buiten op behuizing M5 draadgat (1x): op de montageplaat M6 Pen (1x): extra bij de behuizingen met dekselscharnieren Andere technische gegevens, zie 24
25
Klemmenkasten. Serie 8150/1, Serie 8150/2. Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
Serie 8150/1, Serie 8150/2 Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Voor toekomstig gebruik bewaren! Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Over deze bedieningshandleiding...3
Nadere informatieAdapters en verloopmoeren van metaal
Adapters en verloopmoeren van metaal Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere
Nadere informatieLED signaallamp. Reeks 8010. Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL
LED signaallamp Bedieningshandleiding Additional languages www.stahl-ex.com Algemene gegevens Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...2 1.1 Fabrikant...2 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...2 1.3
Nadere informatieBesturingskast, besturing en verdeling
Besturingskast, besturing en verdeling Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 2 Gebruik...3
Nadere informatieBedieningshandleiding
Bedieningshandleiding Sluitdop > Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave...2 2 Algemene gegevens...2 3 Symbolen...2 4 Veiligheidsaanwijzingen...3 5 Normconformiteit...3 6 Functie...3 7 Technische
Nadere informatieCommando- en meldingsapparaten
Commando- en meldingsapparaten Bedieningshandleiding Additional languages www.stahl-ex.com Algemene gegevens Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...2 1.1 Fabrikant...2 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...2
Nadere informatieBesturingskast, besturing en verdeling
Besturingskast, besturing en verdeling Bedieningshandleiding Additional languages www.stahl-ex.com Algemene gegevens Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...2 1.1 Fabrikant...2 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3
Nadere informatieSolConeX stekker 16 A
SolConeX stekker 16 A Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere documenten...3
Nadere informatieHANDLEIDING ATEX Explosionproof
Nederlands Versie10/2016 Blz. 1/16 393165.00 Inhoudsopgave 1. Fabrikant 3 2. Voorwoord 3 3. Beschrijving 4 4. Certificering en Markering 4 5. Voorwaarden voor veilig gebruik 4 6. Typesleutel 5 7. Omschrijving
Nadere informatieBedieningshandleiding
Bedieningshandleiding Besturing en verdeling > 8125/5 Besturing en verdeling > 8125/8 Behuizinga ansluitruimte Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave...2 2 Algemene gegevens...2 3 Algemene veiligheidsaanwijzingen...3
Nadere informatieSolConeX wandcontactdoos, 16 A
SolConeX wandcontactdoos, 16 A Bedieningshandleiding Extra talen www.r-stahl.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere documenten...3
Nadere informatieTuincontactdoos met piket
NL Handleiding GS 2 DE GS 4 DE Belangrijk! Lees deze handleiding en bewaar ze. Neem de veiligheidsaanwijzingen in acht. Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 29 2 Leveringsomvang... 29 3 Conform gebruik...
Nadere informatieAanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive.
Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG P.O. Box 3023 D-76642 Bruchsal / Germany Phone +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com
Nadere informatieHandleiding. Explosieveilige SpotLED Type AR-040. II 3 G Ex na IIC T4 Gc II 3 D Ex tc IIIC T135ºC Dc
Handleiding Explosieveilige SpotLED Type AR-040 II 3 G Ex na IIC T4 Gc II 3 D Ex tc IIIC T135ºC Dc 1. Veiligheidsinstructies De AR-040 SpotLED is een explosieveilig product dat geschikt is voor gebruik
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van
Nadere informatieProduct information Scheidingsversterkers en Beveiliging
Product information Overspanningsbeveiligingen B-9 B6-00, B6-00 FI B6-6G, B6-0W B6-, B6-8 B8- Document ID: 0707 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Productbeschrijving... Type-overzicht... Elektrische aansluiting...
Nadere informatieHandleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc
Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023 II 3 G Ex na mc IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc 1. Veiligheidsinstructies Het AR-023 timerrelais is een explosieveilig product dat geschikt is voor
Nadere informatieHANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies
HANDLEIDING Sesame Thermoplastic Tank Technologies INSTALLATIE- EN GEBRUIKSAANWIJZING INHOUD 1. ALGEMEEN 3 2. BELANGRIJK 3 3. INSTALLATIE EXPANSIEVAT 4 4. GEBRUIK EXPANSIEVAT 5 5. VERVANGEN LUCHTCEL 5
Nadere informatiePrinted: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD-ST-150/160-CCS Kruisrails Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat
Nadere informatieALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN
ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK VEILIGHEIDSINSTRUCTIES De fabrikant adviseert een juiste toepassing van de verlichtingsarmaturen!
Nadere informatieInstallatie en bedieningsvoorschriften
Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker Wolf GmbH Postfach 1380 84048 Mainburg Tel. 08751/74-0
Nadere informatieSolConeX wandcontactdoos, 16 A
SolConeX wandcontactdoos, 16 A Bedieningshandleiding Additional languages www.stahl-ex.com Algemene gegevens Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...2 1.1 Fabrikant...2 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3
Nadere informatieRotonivo. Serie RN 3000 RN 4000 RN Handleiding
Rotonivo Serie RN 3000 RN 4000 RN 6000 Handleiding 010516 1 UWT GmbH Westendstraße 5 Tel.: +49 (0)831 57123-0 Internet:www.uwt.de D-87488 Betzigau Fax: +49 (0)831 76879 E-Mail: info@uwt.de Deze handleiding
Nadere informatieMontagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman
60 84 06/004 NL Voor de vakman Montagevoorschrift UBA-module xm0 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage Zorgvuldig lezen vóór de montage Inhoudsopgave Veiligheid.......................................
Nadere informatieMontage- en gebruiksaanwijzing
Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving
Nadere informatieHandleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670
Handleiding Extra elektronica Overspanningsbeveiliging Document ID: 46670 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over dit document 1.1 Functie... 3 1.2 Doelgroep... 3 1.3 Gebruikte symbolen... 3 2 Voor uw veiligheid
Nadere informatieHandleiding. Standard LED (LED ST) Serie spiegels
Handleiding Standard LED (LED ST) Serie spiegels Hartelijk dank voor uw aankoop! Lees deze handleiding goed door voordat u het product monteert. Dit om lichamelijk letsel dan wel schade te voorkomen aan
Nadere informatieVIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr
Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze
Nadere informatieHandleiding. Explosieveilige schemerschakelaar Type AR-022. II 3 G Ex nr IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc
Handleiding Explosieveilige schemerschakelaar Type AR-022 II 3 G Ex nr IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc 1. Veiligheidsinstructies De AR-022 schemerschakelaar is een explosieveilig product dat geschikt
Nadere informatieGebruikershandleiding. Explosieveilig LED signaallicht Type serie AR-047/xxx
II 3GD Gebruikershandleiding Explosieveilig LED signaallicht Type serie AR-047/xxx ATEX markering II 3GD Beschermingswijze tegen ontsteking Ex na IIC T4 Gc; Ex tc IIIC T135ºC Dc ARTIDOR Explosion Safety
Nadere informatieInhoud Inhoud... 1 Veiligheidsinstructies... 1
Handleiding Alu Serie spiegels met externe led verlichting Hartelijk dank voor uw aankoop! Lees deze handleiding goed door voordat u het product monteert. Dit om lichamelijk letsel dan wel schade te voorkomen
Nadere informatieTECHNISCHE HANDLEIDING
Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...
Nadere informatieafsluitkleppen Serie AK-Ex voor luchtdichte afsluiting in zones met explosiegevaar volgens ATEX 10/2015 NL/nl K
. X X testregistrierung afsluitkleppen Serie ATEX-conforme onderdelen voor luchtdichte afsluiting in zones met explosiegevaar volgens ATEX Ronde afsluitkleppen voor afsluiten van luchtkanalen, volgens
Nadere informatieTerminator. ZP-PTD100-WP Aansluitset temperatuursensor. The Heat Tracing Specialists INSTALLATIEMETHODEN
Terminator TM ZP-PTD100-WP Aansluitset temperatuursensor The Heat Tracing Specialists PN50835D.indd 1 02/05/2016 10:31:50 a.m. De volgende installatiemethoden zijn aanbevolen richtlijnen voor de installatie
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften
Nadere informatieMontage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing voor. Jola-contactbeschermrelais KR 5/Ex I (M1) / II (1) GD [Ex ia Ma] I [Ex ia Ga] IIC [Ex ia Da] IIIC
Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing 1/6 Montage-, gebruiks- en onderhoudsaanwijzing Jola-contactbeschermrelais KR 5/Ex I (M1) / II (1) GD [Ex ia Ma] I [Ex ia Ga] IIC [Ex ia Da] IIIC Deze montage-,
Nadere informatieKeystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud
Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...
Nadere informatieUniversele Werklamp GT-AL-02
Universele Werklamp GT-AL-02 GEBRUIKSAANWIJZING V/09/09 Lees deze handleiding voor het eerste gebruik van deze werklamp door en leef voor uw eigen bescherming in ieder geval de veiligheidsvoorschriften
Nadere informatieInductieve sensor BI2-EM12-Y1X-H1141
ATEX categorie II 1 G, Ex zone 0 ATEX categorie II 1 D, Ex zone 20 SIL2 volgens IEC 61508 schroefdraad, M12 x 1 roestvaststaal, 1.4301 DC 2-draads, nom. 8,2 VDC uitgang volgens DIN EN 60947-5-6 (NA- MUR)
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies
Voedingseenheid Voedingseenheid Art. nr.: PL 08 U Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel,
Nadere informatieMontage-, gebruiks- en onderhoudshandleiding voor
Montage-, gebruiks- en onderhoudshandleiding 1/8 Montage-, gebruiks- en onderhoudshandleiding voor Jola-eindschakelaars RK 1/K/ /Variante./Ex-.. I M2 Ex ia I Mb of II 1 G Ex ia IIC T6 Ga of II 2 G Ex ia
Nadere informatieProductnietlangerleverbaar'
Speciale veiligheidsinstructie Tankmeetsysteem Speciale veiligheidsinstructie ATEX Productnietlangerleverbaar' www.rosemount-tg.com Speciale veiligheidsinstructie Rosemount TankRadar REX Inhoudsopgave
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Bedoeld gebruik. Plug & Light. Lichtcontactdoos. Lichtcontactdoos Best. nr.:
Best. nr.: 2688.. Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade mogelijk.
Nadere informatieBestnr Toerentalregelaar voor ventilator
Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar
Nadere informatieBedieningshandleiding Opbouwbehuizing EX-EBG. 1. Over dit document. Inhoud
1. Over dit document.......... Pagina 1 tot 6 Original 1.1 Functie Deze handleiding geeft u de benodigde informatie voor de montage, het correcte gebruik, de veilige werking en de demontage van de component.
Nadere informatieAanvullende handleiding. VEGADIS-adapter. Voor de aansluiting van een externe displayof bedieningseenheid of een slave-sensor. Document ID: 45250
Aanvullende handleiding VEGADIS-adapter Voor de aansluiting van een externe displayof bedieningseenheid of een slave-sensor Document ID: 4550 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voor uw veiligheid. Correct gebruik...
Nadere informatieTempoplex-afvoer. Gebruiksaanwijzing van 01/2011. nl_nl
Tempoplex-afvoer Gebruiksaanwijzing Model Bouwjaar: 6962 van 01/2011 nl_nl Tempoplex-afvoer 2 van 14 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over deze gebruiksaanwijzing 4 1.1 Doelgroepen 4 1.2 Markering van aanwijzingen
Nadere informatieMOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht
Vooraanzicht Kenmerken ISDN-industriemodem (digitaal gebruik) voor externe gegevensoverdracht in systeemoplossingen met de Frigodata XP-software Aansluiting op de gateway GTW-XP via lintkabel Aansluiting
Nadere informatieVIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr
Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze
Nadere informatie- - AOY0001 AOY0004 AOY0003 AOY0002
AquaOxy500 - - A AOY0001 B AOY0004 C AOY0003 D ; ; AOY0002 2 - - E AOY0008 F AOY0006 3 - - G AOY0009 H AOY0010 4 - - I AOY0007 5 Veiligheidsinstructies - NL - Dit apparaat kan gevaar opleveren voor personen
Nadere informatieInstallatie van Elektrische apparatuur in ATEX zones. IECEx 05 Ex
Installatie van Elektrische apparatuur in ATEX zones IECEx 05 Ex 003 + 006 Voorstellen Ir. Andries Brakke IAB Ingenieurs te Appingedam (NL) IECEX 05 gecertificeerd Opzetten en geven van trainingen op het
Nadere informatieVolg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Lengte van de dompelhuls
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Temperatuurregelaar Dubbel-thermostaat 30 tot 110 C Bestelnummer 7494 435 en 7494 436 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op
Nadere informatieCorrecties. Explosieveilige draaistroommotoren EDR , EDRN ATEX * _0718*
Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services *22127976_0718* Correcties Explosieveilige draaistroommotoren EDR..71 315, EDRN80 315 ATEX Uitvoer 07/2018 22127976/NL SEW-EURODRIVE
Nadere informatieGebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL
Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks
Nadere informatieMontagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een holle wand
Type: Lees voordat u overgaat tot montage van het product eerst deze handleiding zorgvuldig door. Volg de 5 stappen in deze handleiding tijdens de montage. De montage dient uitgevoerd te worden door een
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat KNX. Lichtsterkteregelaar Mini Best. nr. : 2210 00. Bedieningshandleiding
Best. nr. : 2210 00 Bedieningshandleiding 1 Veiligheidsinstructies De inbouw en montage van elektrische apparaten mag alleen door een elektromonteur worden uitgevoerd. Ernstig letsel, brand of materiële
Nadere informatieMagneetveld-sensor magneetinductieve naderingssensor BIM-EG08-Y1X
ATEX categorie II 1 G, Ex zone 0 ATEX categorie II 1 D, Ex zone 20 SIL2 volgens IEC 61508 schroefdraad, M8 x 1 roestvast staal, 1.4427 SO nominale schakelafstand 78 mm, in combinatie met magneet DMR31-15-5
Nadere informatieTempoplex-afvoer. Gebruiksaanwijzing van 01/2011. nl_be
Tempoplex-afvoer Gebruiksaanwijzing Model Bouwjaar: 6962 van 01/2011 nl_be Tempoplex-afvoer 2 van 14 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over deze gebruiksaanwijzing 4 1.1 Doelgroepen 4 1.2 Markering van aanwijzingen
Nadere informatieASZ... Potentiometers. Building Technologies Division. ASZxx.3x
7 921 ASZxx.7xx / ASZxx.8xx ASZxx.7xx / ASZxx.8xx ASZxx.9xx Potentiometers ASZ... Voor aanbouw aan de servomotoren SQM... en SQN... voor de elektrischen signalering van de posities van de servomotorassen.
Nadere informatieViesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H
Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding
Nadere informatiePDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften
POM ( MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN
Nadere informatieUw gebruiksaanwijzing. ZANUSSI ZK630LN 09O
U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor ZANUSSI ZK630LN 09O. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de ZANUSSI ZK630LN 09O in de gebruikershandleiding
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Gas-ventilatorbrander voor Vitocrossal 300, type CM3 Nominaal vermogen 87 tot 142 kw MatriX-stralingsbrander 11/2014 Na montage
Nadere informatieMONTAGEHANDLEIDING. :metselwerk of beton
MONTAGEHANDLEIDING model type :ZEELAND :metselwerk of beton => Lees voordat u overgaat tot montage van het product eerst deze handleiding zorgvuldig door. = => Volg gedurende de montage de 6 stappen in
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Pelletsensor Pelletslang Zuigturbine. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-C
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Pelletsensor Pelletslang Zuigturbine voor Vitoligno 300-C Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk
Nadere informatieMONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7
MONTAGEHANDLEIDING Kit met -wegafsluiter/kit met -wegafsluiter EKMVC09B7 EKMVC09B7 EKMVC09B7 EKMVC09B7 Kit met -wegafsluiter/kit met -wegafsluiter Lees grondig deze handleiding vooraleer tot de montage
Nadere informatieBedieningshandleiding Veiligheidsdeurgreepsysteem STS Over dit document. Inhoudsopgave
1. Over dit document.......... Pagina 1 tot 6 Vertaling van de originele bedieningshandleiding 1.1 Functie Deze bedieningshandleiding geeft u de benodigde informatie voor de montage, inbedrijfneming, veilige
Nadere informatieToebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C)
Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C) Technische beschrijving COM-C-TNL084210 98-4012510 Versie 1.0 NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Productdetails....................................
Nadere informatieAanvullende handleiding. Connector ISO voor niveaudetectiesensoren. Document ID: 30380
Aanvullende handleiding Connector ISO 4400 voor niveaudetectiesensoren Document ID: 30380 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voor uw veiligheid. Correct gebruik... 3.2 Algemene veiligheidsinstructies... 3.3 Veiligheidsinstructies
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr
Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële
Nadere informatieInstallatie en bedieningsvoorschriften
Installatie en bedieningsvoorschriften Luchtbehandelingskast KG / KGW in ATEX-uitvoering voor Ex-toepassing Belangrijke informatie voor de gebruiker (Vertaling van het orgineel) Wolf GmbH Postfach 1380
Nadere informatieJALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding
Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage
Nadere informatieExplosieveilige Insteekbundel Type D-8530
Explosieveilige Insteekbundel Type D-8530 Voor risicovol gebied heeft Sinus Jevi Ex de verwarmingsapparatuur ontworpen en gefabriceerd. De explosieveilige (d) behuizingen zijn ontworpen voor niet veilige
Nadere informatieVoor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler
Voor de gebruiker Gebruiksaanwijzing allstor Bufferboiler NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Aanwijzingen bij de documentatie... 3 1.1 Aanvullend geldende documenten... 3 1.2 Documenten bewaren... 3 1.3
Nadere informatieBedieningshandleiding
NL Bedieningshandleiding Elektrisch waterverwarmingsapparaat ethermo Top Eco 20 P ethermo Top Eco 30 P 1 Over dit document 1.1 Doel van het document Deze bedieningshandleiding is onderdeel van het product
Nadere informatie4.2 Inwendige reiniging. 4 Reiniging van het weegplateau. 4.1 Uitwendige reiniging
4 Reiniging van het weegplateau Het onderhoud van het weegplateau is beperkt tot een regelmatige reiniging. De procedure is hierbij enerzijds afhankelijk van het type oppervlak (poedergecoate/gelakte uitvoering
Nadere informatieTempoplex-afvoer bouwhoogte 60 mm. Gebruiksaanwijzing van 01/2010. nl_nl
Tempoplex-afvoer bouwhoogte 60 mm Gebruiksaanwijzing Model Bouwjaar: 6963 van 01/2010 nl_nl Tempoplex-afvoer bouwhoogte 60 mm 2 van 14 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over deze gebruiksaanwijzing 4 1.1 Doelgroepen
Nadere informatieGASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN
Nadere informatieFig. 1 NOODDEURCONCEPTEN EN 1125 DB-PPES1 PPES1.280815. t 088 500 2800 f 088 500 2899 73 MODELLEN E-PPES1, E-APPES1
NOODDEURCONCEPTEN EN 5 MODELLEN E-PPES, E-APPES DB-PPES PPES.8085 ALGEMEEN Uitsluitend originele onderdelen mogen worden gebruikt. De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd persoon
Nadere informatieVIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr
Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële
Nadere informatieCitaplex-afvoer/overloop. Gebruiksaanwijzing van 06/2015. nl_nl
Citaplex-afvoer/overloop Gebruiksaanwijzing Model Bouwjaar: 6176 van 06/2015 nl_nl Citaplex-afvoer/overloop 2 van 15 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over deze gebruiksaanwijzing 4 1.1 Doelgroepen 4 1.2 Markering
Nadere informatieTechnische Handleiding Versie 07/05. CompTrol Signal 1. Signaalkabel
Technische Handleiding Versie 07/05 CompTrol Signal 1 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften
Nadere informatieHandleiding. Elektronica VEGASWING 66. Document ID: 44768
Handleiding Elektronica VEGASWING 66 Document ID: 44768 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over dit document 1.1 Functie... 3 1.2 Doelgroep... 3 1.3 Gebruikte symbolen... 3 2 Voor uw veiligheid 2.1 Geautoriseerd
Nadere informatieMontagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een metselwerk- of betonmuur
Type: Lees voordat u overgaat tot montage van het product eerst deze handleiding zorgvuldig door. Volg de 6 stappen in deze handleiding tijdens de montage. De montage dient uitgevoerd te worden door een
Nadere informatieTechnische Handleiding Versie 08/06. CompTrol Signal 3. Signaalkabel
Technische Handleiding Versie 08/06 CompTrol Signal 3 Signaalkabel Deze handleiding voor het installeren van de optionele printplaat en bediening van de airconditioner zorgvuldig doorlezen. De voorschriften
Nadere informatieHandleiding GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE. voor klanten. Hartelijk dank!
voor klanten GASTRO SUNRAIN GASTRO SUNSHINE Hartelijk dank! U hebt gekozen voor een kwaliteitsproduct van de firma LEINER. Lees deze handleiding a.u.b zorgvuldig door, zodat u lang plezier kunt beleven
Nadere informatieDuoControl CS. NL Inbouwhandleiding Pagina 2
DuoControl CS NL Inbouwhandleiding Pagina 2 DuoControl CS Inhoudsopgave Gebruikte symbolen... 2 Inbouwhandleiding Leveringsomvang... 3 Veiligheidsrichtlijnen... 3 Bescherming tegen vervuiling / verontreiniging
Nadere informatieMagneetveld-sensor voor pneumatische cilinders BIM-UNT-AY1X/S1139
ATEX categorie II 1 G, Ex zone 0 ATEX categorie II 1 D, Ex zone 20 Voor cilinder met T-gleuf zonder montagetoebehoren Optionele toebehoren voor de montage op andere cilinderbouwvormen montage met één hand
Nadere informatieFACILA DP093. Buitenpost inbouw met camera. Montage- en gebruikershandleiding
FACILA DP093 Buitenpost inbouw met camera Montage- en gebruikershandleiding Inhoud 1. Voorzorgsmaatregelen... 2 2. Gebruik volgens de voorschriften... 3 3. Omschrijving... 3 4. Installatie... 4 4.1 Camerahoek
Nadere informatieTempoplex Plus-afvoer, hoge afvoercapaciteit. Gebruiksaanwijzing van 01/2010. nl_nl
Tempoplex Plus-afvoer, hoge afvoercapaciteit Gebruiksaanwijzing Model Bouwjaar: 6960 van 01/2010 nl_nl Tempoplex Plus-afvoer, hoge afvoercapaciteit 2 van 13 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Over deze gebruiksaanwijzing
Nadere informatieHandleiding Kabelhaspel RGK serie
Beste klant, Wij danken u voor de keuze en het vertrouwen in onze producten. Het product dat u kocht is gebouwd in Europa en voldoet aan onze strenge kwaliteitsnormen. We wensen u veel plezier met uw kabelhaspel.
Nadere informatieCapacitieve sensor BC10-S30-Y1X/S90
ATEX-categorie II 2 G, Ex-zone 1 ATEX categorie II 1 D, Ex-zone 20 SIL2 (Low Demand Mode) conform IEC 61508, PL c conform ISO 13849-1 bij HFT0 SIL3 (All Demand Mode) conform IEC 61508, PL e conform ISO
Nadere informatieHANDLEIDING ZONNESCHERM 4X3M MONTAGEINSTRUCTIES
HANDLEIDING ZONNESCHERM 4X3M MONTAGEINSTRUCTIES Artikelnummer: OD 210070 Modelnummer: 328.370 LEES DE ONDERSTAANDE INSTRUCTIES VOOR ASSEMBLAGE EN BEWAAR ZE. 1. SCHEID EN IDENTIFICEER ALLE ONDERDELEN EN
Nadere informatieABB i-bus KNX Magneetcontact EnOcean, 868 MHz MKE/A 1.868.1, 2CDG 120 048 R0011
Technische gegevens 2CDC508163D3101 ABB i-bus KNX Productbeschrijving Het Magneetcontact EnOcean is een opbouwapparaat voor de montage op ramen en deuren. en herkent wanneer ramen of deuren geopend of
Nadere informatie1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW
Art. nr.: 1713DSTE Bedieningsvoorschrift 1 Veiligheidsinstructies Elektrische apparaten mogen alleen door een elektromonteur worden gemonteerd en aangesloten. Ernstig letsel, brand of materiële schade
Nadere informatie* /1 * /1 * x40
Item: *710.020 1/1 *710.021 2/1 *710.022 60x40 1. Inhoud 1. Instructie waarschuwingen... 2 2. Waarschuwingen voor een veilig en juist gebruik... 2 3. Garantie... 2 4. Installatie... 3 4.1 Technische eigenschappen...
Nadere informatieGebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A 80009130 / 00 02 / 2014
Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A 80009130 / 00 0 / 014 Aanwijzingen voor een veilig gebruik in explosiegevaarlijke bereiken 1 Gebruik Apparaten die stroomkringen met intrinsieke veiligheid
Nadere informatieAlarmsirene. Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 75 00 08 75 00 09 75 01 36 Alarmsirene Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave
Nadere informatie