Schoolgids. Schoolgids Helder in identiteit Sterk in kwaliteit Zorg een prioriteit

Transcriptie

1 Schoolgids Schoolgids Helder in identiteit Sterk in kwaliteit Zorg een prioriteit

2 2

3 Inhoudsopgave 1. Het Calvijn College Missie en visie Identiteit Strategie Structuur Aantal leerlingen Medezeggenschapsraad Betrokkenheid Veiligheid Historie Samenwerking Opleidingsschool Onderzoeksteam Onderwijsaanbod Soorten onderwijs en streams Structuur en doorstroming De onderbouw Vervolgmogelijkheden na de onderbouw Buitenlesactiviteiten Maatschappelijke stage Internationalisering Helder in identiteit Identiteit in de praktijk Toerusting en vorming Toelatingsbeleid Zorg een prioriteit Leerlinggericht Ondersteuningsaanbod Procedure hulpverlening Leerlinggebonden financiering Centrale dienst leerlingenzorg Preventief gezondheidsonderzoek Dispensatie en compensatie bij dyslexie Sterk in kwaliteit Onderwijsresultaten Periodiek kwaliteitsonderzoek Kwaliteitszorg Ouders en school Rapportage Communicatie Financiële zaken Vervoer Klachtenregeling Contact opnemen met school Vakantie en planning Vakantierooster Andere vrije dagen Bijzondere situaties Toetsweken en examens Uitreiking rapporten en cijferkaarten Contact- en voorlichtingsavonden Schoolbrede afdelingen Locaties Locatie Goes Locatie Krabbendijke Appelstraat Locatie Krabbendijke Kerkpolder Locatie Middelburg Locatie Tholen 95 Bijlagen Grondslag en doel Schoolregels, rechten en plichten Vakafkortingen Lessentabellen Overgangsrichtlijnen Kosten Door school aan ouders in rekening te brengen kosten Verklarende woorden- en begrippenlijst 121 3

4 4

5 Voorwoord Routeplanner Wie een reis gaat maken, stippelt deze niet meer uit met behulp van een kaart, maar gebruikt een routeplanner die precies aangeeft hoe we bij het gewenste doel uitkomen. Daarbij zijn er niet veel keuzes voor het soort route. De mooiste, de snelste of de kortste route. Meer keuzes zijn er vaak niet. Met deze schoolgids heeft u geen routeplanner in handen. Er wordt niet verteld aan jou als leerling of u als ouder hoe elke individuele leerling via de best passende route bij het eindpunt komt. De vraag is of we een school wel zo mogen bezien. Naar onze oprechte overtuiging niet! De school is niet een instituut dat je zo snel mogelijk of in de meest efficiënte route moet doorlopen. Maar de school is een leergemeenschap waarin we samen zoeken naar wezenlijke zaken in de vorming van leerlingen en hen een passende opleiding willen bezorgen. Een gemeenschap die weet waar ze voor staat en dat in deze schoolgids onder woorden brengt. Een instituut dat aangeeft wat u van haar mag verwachten. Een leergemeenschap waarin afspraken om alles goed en transparant te laten verlopen van belang zijn. Dat zijn de zaken die u in deze schoolgids aantreft. We hopen u er mee te dienen. We zien boven alles uit naar Gods zegen op het werk dat we in deze school mogen doen. Daarom staat onze schooldoelstelling niet in het teken van rendement of route, maar staat Gods eer en het kennen van Hem centraal. Hij Die in Jezus Christus een God van nabij wil zijn voor allen die weten en leren kennen dat ze alleen door genade op de goede route terechtkomen. Zo hopen we dat we met elkaar, in afhankelijkheid van Gods zegen, ook in schooljaar mogen samenwerken. Namens het College van Bestuur, A.J. Vogel voorzitter 5

6 1. Het Calvijn College Een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs op reformatorische grondslag met vijf locaties in Zeeland en een onderwijsaanbod van praktijkonderwijs tot gymnasium leerlingen 169 personeelsleden 306 leerlingen 32 personeelsleden Tholen Goes leerlingen 41 personeelsleden Middelburg 510 leerlingen 58 personeelsleden Krabbendijke Appelstraat 385 leerlingen 67 personeelsleden Krabbendijke Kerkpolder Totaal aantal leerlingen: 3045 Totaal aantal personeelsleden: 367 Genoemde aantallen geven de situatie aan per 1 oktober Missie en visie De missie van het Calvijn College is verbonden met de grondslag van de school en verwoord in de schooldoelstelling. Op basis van de Bijbel en de daarop gegronde Drie Formulieren van Enigheid stelt de school zich ten doel: In afhankelijkheid van de zegen des Heeren die opleiding en vorming verzorgen waarin de Heere geëerd wordt, waardoor leerlingen mogen komen tot een leven in de vreze des Heeren en toegerust worden tot het functioneren overeenkomstig de eis van de Wet Gods in gezin, kerk en maatschappij. Vanuit deze missie heeft de school ook vooruit gekeken. Welke idealen streeft het Calvijn College na? Daarop geeft de visie het antwoord: Het Calvijn College is een dynamische school waarin: het Woord van God verbindt en uitgedragen wordt, vertrouwen en verantwoordelijkheid wordt gegeven, ruimte is voor ideeën en ontwikkelingen, elke leerling er mag zijn en onderwijs van hoge kwaliteit wordt gegeven. Dit alles realiseren we als betrouwbare partner voor ouders, kerken en maatschappelijke omgeving.

7 1.2 Identiteit Waar staat het Calvijn College voor? Wat zijn herkenbare karakteristieken van de school? Het Calvijn College is helder in identiteit, sterk in kwaliteit en zorg is op deze school een prioriteit. Een school vol dynamiek, die staat op Gods Woord en gaat voor de leerling. Zorg een prioriteit Het Calvijn College investeert in persoonlijke aandacht en leerlingbegeleiding op maat. We bieden de leerling onderwijs op maat, passend bij zijn of haar talenten. Helder in identiteit Het Calvijn College wil onderwijs geven op grond van Bijbel en belijdenis. De school wil leerlingen toerusten en vormen om als christen te kunnen functioneren in de samenleving. Veilig, open en betrouwbaar Het Calvijn hecht eraan dat jongeren zich veilig en thuis voelen op school. Wij zijn ervan overtuigd dat jongeren zich alleen in een veilige omgeving kunnen ontwikkelen tot verantwoorde jonge christenen. Sterk in kwaliteit Op het Calvijn College behalen leerlingen verhoudingsgewijs gemiddeld hoge cijfers en snel een diploma. Het Calvijn College scoort hoog in schoolprestatieonderzoeken van bijvoorbeeld het weekblad Elsevier. We geven veel aandacht aan de schoolloopbaan en ontwikkelmogelijkheden van de individuele leerling. Breed onderwijsaanbod Het Calvijn College is een school met een breed en divers aanbod. Van praktijkonderwijs tot gymnasium. Versterkt taalonderwijs (VTO), verrijkings- en verdiepingsstof voor leerlingen die wat extra s aankunnen, vakoverstijgende projecten in het Leerplein, een beroepsgericht vak technologie en deelname aan landelijke vakwedstrijden. 7

8 8 1.3 Strategie Het strategisch beleid heeft het motto Betrokken & Dynamisch meegekregen. Deze twee begrippen geven richting aan beleid en cultuur. Dit beleid richt zich vooral op het primaire proces; dat wat in de klas of groep gebeurt. Zie voor een beknopte weergave van het strategisch beleid de strategiekaart op onze website. Betrokken - Betrokken bij de christelijke identiteit en doelstelling. Onderwijs met de Bijbel en de gereformeerde belijdenisgeschriften als fundament. - Betrokken bij de individuele leerling. Onderwijs en zorg op maat. - Steeds in overleg met leerlingen, ouders en personeel. Onderwijs waar we samen voor staan. - Betrokken bij kerken, onderwijsveld en maatschappij. Onderwijs met open vensters naar de wereld om ons heen. Dynamisch - Een dynamische school vol uitdaging. Onderwijs waarin er ruimte is voor ideeën en ontwikkelingen. - Een dynamische school waarin leerlingen worden gestimuleerd en aantrekkelijk onderwijs krijgen, dat voldoet aan de eisen van de tijd en voorbereidt op de vragen van de toekomst. Onderwijs voor een plaats in een dynamische samenleving. Waarden Bij de uitvoering van betrokken en dynamisch beleid zijn concreet de volgende waarden en indicatoren leidend: Ouders en leerlingen ervaren de school als een veilige school. Leerlingen zijn betrokken en goed toegerust. Het onderwijs kwalificeert voor een passend vervolg. De school is maatschappelijk betrokken. 1.4 Structuur De schoolvereniging met haar bestuur functioneert als dragende kracht achter het Calvijn College. De schoolvereniging, voluit Vereniging Voortgezet Onderwijs op Gereformeerde Grondslag in Zeeland (VVOGGZ), telt ongeveer 1700 leden. Ouders van wie de kinderen op het Calvijn College zitten of hebben gezeten, kunnen lid worden van de vereniging. Met hun lidmaatschap steunen zij de instandhouding van het reformatorisch voortgezet onderwijs in Zeeland. Het lidmaatschap kost 12,50 euro per jaar. Eén keer per jaar vindt een algemene ledenvergadering plaats, waarin de toezichthouder zich verantwoordt over de inhoudelijke ontwikkelingen op school. Leden van de schoolvereniging worden op deze manier betrokken bij beleidsvorming en de ontwikkelingen op school. Onder de schoolvereniging functioneert de stichting Calvijn College. De stichting wordt aangestuurd door het College van Bestuur. Zij heeft de algemene leiding over de schoolorganisatie. Daarnaast heeft de stichting een Raad van Toezicht. Die houdt toezicht op de manier waarop het College van Bestuur leiding geeft aan de schoolorganisatie. De leden van de Raad van Toezicht vormen ook het bestuur van de schoolvereniging, waarmee de directe lijn tussen de stichting en de vereniging is geborgd. Er is een schoolbrede medezeggenschapsraad (MR), waarin ouders, leerlingen en personeelsleden zijn vertegenwoordigd. De organisatiestructuur van schoolvereniging en stichting en de interne managementstructuur ziet u weergegeven in het organogram op pagina 9. Lidmaatschap van de schoolvereniging De schoolvereniging telt momenteel circa 1700 leden. Wie zich aanmeldt als lid, steunt de instandhouding van het reformatorisch voortgezet onderwijs in Zeeland. De contributie bedraagt 12,50 per jaar. Lid kunnen worden alle natuurlijke personen die: schriftelijk instemming betuigen met de grondslag en het doel van de vereniging; de leeftijd van twintig jaar hebben bereikt; bereid zijn tot betaling van een jaarlijkse contributie, waarvan het bedrag door de algemene ledenvergadering wordt vastgesteld; niet in dienst zijn van de vereniging. Aanmelding van lidmaatschap vindt schriftelijk plaats bij het bestuur. Ouders van nieuwe leerlingen krijgen zodra hun kinderen een aantal weken de school bezocht hebben, een schriftelijk verzoek om lid te worden. Andere personen die belangstelling hebben om lid te worden, kunnen dit schriftelijk melden bij de secretaris. Het bestuur van de schoolvereniging ziet graag dat zo mogelijk alle ouders lid zijn van de vereniging. 1.5 Aantal leerlingen Het aantal leerlingen op onze school blijft redelijk stabiel. Het schommelt al jaren in de buurt van de In volgden 3045 leerlingen onderwijs aan onze school.

9 Algemene ledenvergadering Vereniging (VVOGGZ) Bestuur vereniging Raad van Toezicht van de stichting College van Bestuur van de stichting / Algemene leiding Stichting Calvijn College Interne managementstructuur Calvijn College Raad van Toezicht College van Bestuur Medezeggenschapsraad 9 Personeel & Communicatie ICT & Planning Financiën & Beheer Opleidingsschool Orthopedagogiek Locatiedirectie Goes Locatiedirectie Middelburg Locatie Krabbendijke Appelstraat Locatie Krabbendijke Kerkpolder Locatie Tholen Mediatheek Mediatheek Mediatheek Rebound afdeling Mediatheek Mediatheek Teamleiders Teamleiders Teamleiders Teamleiders Teamleiders Onderwijsassistentie Onderwijsassistentie Onderwijsassistentie Onderwijsassistentie Onderwijsassistentie Docenten Docenten Docenten Docenten Docenten

10 Medezeggenschapsraad Ouders, leerlingen en personeelsleden hebben inspraak in het beleid van het Calvijn College. Zij zijn vertegenwoordigd in een schoolbrede medezeggenschapsraad (MR). De medezeggenschapsraad van het Calvijn College wil een positiefkritische sparringpartner zijn van het College van Bestuur (CvB). Het is de taak van de MR om het beleid dat door het CvB wordt voorgesteld, te beoordelen. Er wordt daarbij gelet op de gevolgen voor personeel, ouders en leerlingen van de school. Daarom zijn deze groepen ook alle drie vertegenwoordigd in de MR. De medezeggenschapsraad (MR) bestaat uit zestien personen; acht personeelsleden, vier ouders en vier leerlingen. De verbondenheid met de schoollocaties is gegarandeerd via getrapte verkiezingen van ouders en leerlingen en rechtstreekse verkiezing van personeel. De oudergeleding van de MR bestaat uit leden van de ouderadviesraden (OAR). De acht personeelsleden vormen samen de personeelsgeleding van de MR, de zogenaamde PMR. Zowel de MR als de PMR vergadert maandelijks. De vergaderdata kunt u vinden op onze website. De schoolbrede leerlingenraad heeft een afvaardiging van vier leerlingen in de MR. De samenstelling per start cursusjaar : Personeel G.H.J. Roestenburg (voorzitter) locatie Krabbendijke Appelstraat T.L. Opbroek (secretaris) locatie Goes A.A. Bastiaanse locatie Goes M. Both (plv. voorzitter) locatie Krabbendijke Kerkpolder J.H. Guiljam locatie Middelburg mw. J.M.E.H. Hamoen-Boogaard locatie Tholen ing. A. Hoogendijk onderwijsondersteunend (OOP) A. van Moolenbroek onderwijsondersteunend (OOP) Ouders mw. M. Harthoorn-van den Bosse locatie Middelburg W.I. Goedegebure locatie Goes C.M. Schot locatie Tholen J.C. Smits locatie Krabbendijke Leerlingen Rosalien van der Maas leerlingenraad Goes Hermieke Zweemer leerlingenraad Appelstraat (Twee namen van leerlingen nog onbekend bij vaststelling schoolgids) Adressen en pasfoto s van de MR-leden kunt u vinden in hoofdstuk 9. U kunt contact opnemen met de medezeggenschapsraad door mr@calvijncollege.com te mailen. 1.7 Betrokkenheid Schoolbrede leerlingenraad Het Calvijn College heeft een schoolbrede leerlingenraad. Een vertegenwoordiging hiervan heeft zitting in de medezeggenschapsraad (MR). Tot voor kort waren alleen ouders en personeelsleden vertegenwoordigd in de MR. De wet schrijft echter voor dat er ook leerlingen in vertegenwoordigd dienen te zijn. Het Calvijn College vindt het betrekken van leerlingen bij beleid belangrijk. Omdat we in een pedagogische relatie staan tot onze jongeren, een relatie die gekenmerkt wordt door gezag, achten we het principieel onjuist leerlingen ook instemmingsrechten te geven. De leden van de schoolbrede leerlingenraad hebben adviesrechten. In deze raad hebben twaalf leerlingen zitting, waarvan vier uit locatie Goes en twee per andere locatie. Vier leden vertegenwoordigen deze schoolbrede leerlingenraad in de MR. Al langere tijd is er per locatie een lokale leerlingenraad. De schoolbrede leerlingenraad is niet een officiële vertegenwoordiging van de lokale leerlingenraden maar van alle leerlingen. Wel zijn veel leden van de schoolbrede leerlingenraad ook lid van een lokale leerlingenraad. Lokale leerlingenraden Op elke schoollocatie is er een lokale leerlingenraad actief. Die denkt mee over onderwerpen die te maken hebben met de dagelijkse gang van zaken. De lokale leerlingenraad moet niet verward worden met de schoolbrede leerlingenraad die een vertegenwoordiging heeft in de medezeggenschapsraad. Ouderadviesraden We vinden het erg belangrijk om goed contact met ouders te hebben en inbreng van hen te krijgen. De locaties Krabbendijke Appelstraat en Krabbendijke Kerkpolder hebben samen één ouderadviesraad (OAR), de andere locaties hebben elk afzonderlijk een ouderadviesraad, bestaande uit circa vijf ouders. De ouderadviesraden hebben contact met de locatiedirecties over allerlei onderwerpen, zoals de sfeer op school, inhoud van themadagen, verkeerssituatie rondom de school en leerlingbegeleiding. Binnen tien weken na aanvang van het cursusjaar vinden er verkiezingen plaats. De ouderadviesraden zijn vertegenwoordigd in de schoolbrede medezeggenschapsraad. Namen en adressen van de OAR-leden kunt u vinden in hoofdstuk 9.

11 Adviesraad van kerken Verder is er een Adviesraad van kerken waarin alle in de statuten genoemde kerkgenootschappen afgevaardigden hebben. In dit overleg komt de specifieke relatie tussen school en kerk rondom de jongeren een paar keer per jaar aan de orde. 1.8 Veiligheid Onze school is er zich van bewust dat opvoeden alleen kan in een klimaat waarin jongeren zich veilig en thuis voelen. Veiligheid in en om de school is van groot belang. Wij zijn ervan overtuigd dat jongeren zich alleen in een veilige omgeving kunnen ontwikkelen tot verantwoorde jonge christenen. Alle locaties hebben het certificaat veilige school. Dit is door de Arbo Unie toegekend na onderzoek in Er is integraal gekeken naar alles wat er in en om de school gebeurt: van de route naar school tot en met het gedrag in de school. Het Calvijn College werkt eraan dit certificaat, dat elke vier jaar onder de loep wordt genomen, te behouden. Verkeerseducatie Hoe kom je veilig van huis naar school? En natuurlijk weer terug! Hoe ga je om met lastige verkeerssituaties? Waar zitten de gevaren in het verkeer en hoe voorkom je ongelukken? Daar gaat het over tijdens de verkeersles op school. We hebben ons daarvoor aangesloten bij het VEVO-project (verkeersducatie voortgezet onderwijs) van de gemeente en Provincie Zeeland. Aan bod komen onder andere school-thuisroute project, fietsenkeuring, kantelauto, dodehoek-project, radar en remwegmetingen. De nadruk ligt steeds op het weggedrag van de leerlingen zelf. Dus wat je zelf kunt veranderen om de verkeersveiligheid te verhogen en ongelukken te voorkomen. Per schoollocatie is er een verkeerscoördinator die de regie voert over de verkeerseducatie. Veilig Honk Een veilig honk is een plek waar kinderen onderweg terecht kunnen voor hulp wanneer er iets aan de hand is. Zo n veilig honk is een woning die staat op een route waar veel schoolgaande jeugd langskomt. De bewoners bieden veiligheid aan kinderen: door een luisterend oor en een helpende hand. Die hulp kan concreet bestaan uit onder meer het oppompen van een lege band, het plakken van een pleister, het verstrekken van een leenfiets, het bellen van de ouders, de school enz. De Veilig Honk-adressen zijn te herkennen aan onderstaand bord, dat de bewoners van de adressen in de tuin of achter het raam hebben staan. Kijk voor een overzicht van de Veilig Honk-adressen in uw buurt op de website van uw gemeente. 1.9 Historie Het Calvijn College is ontstaan in 1994 uit een fusie tussen destijds drie zelfstandige scholen: de Voetius-scholengemeenschap in Goes, de Rehobothscholengemeenschap in Krabbendijke en Tholen en de Smytegelt-mavo in Middelburg. De Rehobothschool in Krabbendijke was al enkele jaren daarvoor gefuseerd met de christelijke mavo in Tholen. Daarvoor bestonden uiteraard al bepaalde vormen van samenwerking tussen de verschillende scholen. Maar diverse ontwikkelingen, zoals de komst van de basisvorming, noopten tot intensivering van die samenwerking. Tegelijkertijd is een belangrijk uitgangspunt bij de fusie geweest, dat het onderwijs zo veel als mogelijk goed bereikbaar moet zijn voor onze jongeren. In vier gemeenten is nu een schoollocatie, zodat de meeste leerlingen in elk geval dicht bij huis onderwijs naar Schrift en belijdenis kunnen volgen. De intentie van de samenwerking is onze achterban van ouders en leerlingen zo goed mogelijk te dienen Samenwerking Samenwerking reformatorisch onderwijs Binnen de groep van reformatorische scholen hebben we een vrij intensieve samenwerking. We participeren in een samenwerkingsverband waarin scholen voor reformatorisch voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs samenwerken om de kwaliteit van de leerlingenzorg zo optimaal mogelijk te maken. We weten dat we elkaar als reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs nodig hebben. Overige samenwerkingsverbanden Bij een samenwerkingsverband met anderen, buiten het reformatorisch onderwijs, gaat het altijd om een samenwerking met een duidelijke, vaak zakelijke, meerwaarde voor de school. Samenwerking op dit gebied hebben wij met: Zeeuwse Academische Opleidingsschool, DCO Platform Zeeland, Stichting Scholierenvervoer Zeeland, Stichting ZIEN, 11

12 1.11 Opleidingsschool 12 Aan de Zeeuwse Academische Opleidingsschool kunnen studenten een duaal opleidingstraject volgen om docent te worden binnen het voortgezet en/of beroepsonderwijs. Het is een unieke variant van duaal leren in de Provincie Zeeland, omdat alle scholen voor voortgezet en beroepsonderwijs gezamenlijk kiezen voor opleiden in de school. Aan de opleidingsschool kunnen studenten het pedagogisch-didactische gedeelte van hun opleiding volgen. Het vaktheoretische gedeelte volgen zij op Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Driestar Educatief in Gouda, Fontys lerarenopleiding Tilburg, Christelijke Hogeschool Ede of Hogeschool Zeeland. Het traject duurt twee tot vier jaar, afhankelijk van vooropleiding en werkervaring. Het Calvijn College heeft vijf opleidingslocaties binnen de Zeeuwse Academische Opleidingsschool en leidt relatief veel duaal studenten op. Het begon met het aanbieden van stageplaatsen aan studenten van tweedegraads lerarenopleidingen, dat in 2008 resulteerde in de toekenning van het keurmerk Erkende Opleidingsschool. Een (identiteitsgebonden) opleidingslocatie van het Calvijn College startte in 2001 met één duaal student en momenteel werken er veertig docenten binnen het Calvijn College die hun opleidingen via de opleidingsschool volgen of gevolgd hebben. De opleidingslocaties zijn gelijk aan de locaties van het Calvijn College. Elke locatie heeft een schoolopleider die verantwoordelijk is voor het opleiden en begeleiden op de locatie. De coördinator van de Zeeuwse Academische Opleidingsschool heeft de eindverantwoordelijkheid. Identiteit We denken met studenten gedurende hun opleiding na over de essenties van christelijk leraarschap en gebruiken daarbij als uitgangspunt Psalm 78: 1-8. In het curriculum, de readers, literatuur, intervisiemomenten, voortgangsgesprekken, tentamens, de voorbereiding en nabespreking van de gegeven lessen komen deze essenties ruimschoots aan bod. Er is een samenwerkingsovereenkomst met Driestar Educatief, waardoor er ook in de opleiding van opleiders, begeleiders en de vakopleiding van de studenten aandacht is voor onderwijs in christelijk perspectief. Functies opleidingsschool Calvijn College C.M. van der Maas, coördinator opleiden en begeleiden Calvijn College (schoolbreed), en schoolopleider Krabbendijke Appelstraat A.A. Bastiaanse, schoolopleider Goes P.C. Bezemer, schoolopleider Goes J.M. van Duijn, schoolopleider Goes M. Goudzwaard, schoolopleider Krabbendijke Appelstraat A. Trouwborst, schoolopleider Krabbendijke Kerkpolder W.D. Boogaard, schoolopleider Middelburg A.T.W. de Mik, schoolopleider Tholen mw. H.G. Roggeveen de Meyer, schoolopleider Tholen Onderzoeksteam binnen de opleidingsschool Calvijn College mw. H.G. Roggeveen - de Meyer, coordinator onderzoek J.A. de Meyer, coordinator onderzoek 1.12 Onderzoeksteam Landelijk en in onze school is een ontwikkeling gaande om ook binnen het onderwijs steeds meer gebruik te maken van onderzoek. Enerzijds om op grond van bestaand onderzoek het onderwijs verantwoord vorm te geven, anderzijds om via onderzoek in de eigen school te werken aan de ontwikkeling van de school op verschillende niveaus: personeel, school en kennis. Binnen het Calvijn College is er een team docentonderzoekers dat collega s of teams met een vraag tot onderzoek kan begeleiden. Zij begeleiden ook bachelor- en master-studenten bij hun onderzoek. Vanuit University College Roosevelt wordt het onderzoeksteam door middel van scholing en consultatie ondersteund. Zie voor meer informatie over de Zeeuwse Academische Opleidingsschool

13 2. Onderwijsaanbod 2.1 Soorten onderwijs en streams Pro = praktijkonderwijs Het praktijkonderwijs is een vorm van onderwijs met het accent op praktische vaardigheden en ingevuld vanuit de vraag welke vaardigheden de individuele leerling nodig heeft om te kunnen functioneren in de maatschappij. De meeste leerlingen worden niet opgeleid voor een diploma maar voor een plaats op de arbeidsmarkt. Voor sommige leerlingen van het praktijkonderwijs is het mogelijk een mbo-diploma te behalen op niveau 1. Vmbo = voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Er zijn vier leerwegen: Theoretische leerweg (tl): geen beroepsgerichte vakken maar alleen theorie. Gemengde leerweg (gl): naast theoretische vakken wordt een beroepsgericht vak aangeboden. Kaderberoepsgerichte leerweg (kb): het accent op beroepsgerichte vakken is groter dan bij de gemengde leerweg. Leerlingen volgen een flink aantal uur per week beroepsgerichte vakken. Basisberoepsgerichte leerweg (bb): het accent ligt sterk op de beroepsgerichte vakken. De programma s zijn eenvoudiger dan in de kaderberoepsgerichte leerweg en het onderwijs is zoveel mogelijk praktisch en concreet. Alle vmbo-leerlingen kunnen doorstromen naar het mbo. Vmbo-leerlingen met een diploma voor de leerweg gl/tl, kunnen ook doorstromen naar de havo. Lwoo = leerwegondersteunend onderwijs Lwoo is bedoeld voor leerlingen die een orthopedagogische en orthodidactische benadering (extra begeleiding) nodig hebben om een diploma te kunnen halen binnen een van de vier leerwegen van het vmbo. Lwoo is dus geen aparte leerroute, maar extra ondersteuning, gericht op het vmbo. Havo = hoger algemeen voortgezet onderwijs De leerlingen zijn, vergeleken met vmbo-leerlingen, zelfstandiger, hun leertempo ligt op een hoger niveau en zij krijgen grotere hoeveelheden lesstof. Vanaf de bovenbouw werken zij in de Tweede Fase, waarbij ze meer eigen verantwoordelijkheden krijgen voor het plannen van hun studie. Leerlingen kunnen na de havo doorstromen naar het hbo. Na het derde leerjaar van de havo, dat aansluit op het Streams in de onderbouw Op elke locatie, met uitzondering van de locatie Krabbendijke Kerkpolder, is een onderbouw. Na de onderbouw maken leerlingen een keus voor het vervolg van hun opleiding. Afhankelijk van die keus, vervolgen de leerlingen het onderwijs op een andere locatie óf op de locatie waar zij al zitten. Omdat het moeilijk is om voor een kind op 12-jarige leeftijd precies aan te geven wat de beste vervolgopleiding zal zijn, is de indeling in de onderbouw grofmaziger. We kennen een verdeling in streams. Leerlingen worden ingedeeld op basis van het onderwijskundig rapport, eventuele testgegevens en het advies van de basisschool. Er zijn vier verschillende streams: stream 1: leerlingen die vanuit het basisonderwijs een gymnasium-, atheneum- of havo-advies krijgen en leerlingen die een gemengd advies havo/atheneum of vmbo tl/ havo krijgen. In deze stream wordt relatief veel een beroep gedaan op het abstract kunnen denken en het zelfstandig verbanden kunnen leggen tussen verschillende leerstofonderdelen. stream 2: leerlingen met een advies voor vmbo tl, vmbo gl of vmbo kb stream 3: leerlingen met een advies voor vmbo bb. In stream 2 en 3 ligt het accent meer op concrete en praktische leerstof, terwijl in deze streams ook minder accent gelegd wordt op moderne vreemde talen. In deze stream is er voor leerlingen met maximaal twee leerachterstanden leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). stream 4: deze stream is bedoeld voor leerlingen met meer dan twee leerachterstanden die met lwoo een vmbo-leerweg kunnen volgen. Hiervoor geldt een bepaalde toelatingsprocedure, waarvan in elk geval een test deel uitmaakt. Het kan voorkomen dat er klassen zijn waarin twee streams gecombineerd worden, bijvoorbeeld combiklassen van leerlingen uit stream 2 en 3. Naast de hiervoor genoemde streams kennen we binnen onze school het praktijkonderwijs. Het praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen die gebaat zijn bij onderwijs dat in kleine groepen gegeven wordt en heel praktisch is ingericht. Op basis van scores op het terrein van leerachterstanden, cognitieve capaciteiten en sociaal-emotioneel functioneren, kunnen leerlingen worden toegelaten tot deze vorm van onderwijs. 13

14 14 onderwijs van stream 1 van de onderbouw, is er ook de mogelijkheid over te stappen naar het mbo. Atheneum Vanaf klas 3 hebben atheneumleerlingen al een zelfstandige werkhouding en verwerken de lesstof in een behoorlijk tempo. Vergeleken met havo-leerlingen is het beroep op inzicht en vermogen tot abstractie groter. Atheneumleerlingen hebben de mogelijkheid om Latijn te volgen. Leerlingen kunnen na het atheneum doorstromen naar de universiteit. Gymnasium In schooljaar is het onderwijsaanbod van locatie Goes van het Calvijn College verbreed met een gymnasium. Het gymnasium, dat aangeboden wordt vanaf het eerste leerjaar, heeft vanaf klas 1 Latijn en in klas 2 komt daar Grieks bij. Deze leerweg is gericht op een klassieke vorming met een uitdagend lesprogramma. Gymnasium- en atheneumleerlingen hebben vanaf klas 4 dezelfde examenroute. Leerlingen die examen doen in Latijn en/of Grieks krijgen een gymnasiumdiploma en kunnen daarmee doorstromen naar de universiteit. Voor het gymnasium geldt een aparte toelatingsprocedure, die u aantreft op onze website. Voor informatie over het gymnasium kunt u ook contact opnemen met de betreffende teamleider, de heer drs. L.A. Niewenhuijse (nwn@calvijncollege.nl). om geïndiceerde lwoo-leerlingen met beperkte leerachterstanden en lichtere vormen van sociaal-emotionele problematiek onderwijs te bieden op de locatie in de regio. Mits de betreffende locatie aan de zorgbehoefte van die leerlingen kan voldoen. De komende jaren zal deze spreiding van het lwoo nader gestalte krijgen, onder andere in relatie tot het ontwikkelen van zorgprofielen per locatie. Onderwijs in eigen regio Op elke locatie wordt in de eerste twee leerjaren (de onderbouw) gelijksoortig onderwijs op drie verschillende niveaus gegeven. Daardoor behoeven de jongere leerlingen voor stream 1, 2 en 3 doorgaans niet ver te reizen, want ze kunnen naar de locatie in de eigen regio. De regio-indeling hiervoor is als volgt. Dit met uitzondering van gymnasiumleerlingen en sommige lwoo-leerlingen die respectievelijk in locatie Goes of Appelstraat instromen. locatie Goes: leerlingen uit West-Zuid-Beveland, Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland en Zeeuws-Vlaanderen locatie Krabbendijke Appelstraat: leerlingen uit Oost-Zuid-Beveland locatie Middelburg: leerlingen uit Walcheren locatie Tholen: leerlingen uit Tholen, Sint-Philipsland, Dinteloord en Prinsenland De leerlingen uit Zeeuws-Vlaanderen volgen in principe onderwijs op de locatie Goes. De leerlingen uit West-Zeeuws-Vlaanderen kunnen echter ook naar de locatie Middelburg. Onderwijsaanbod per locatie Goes onderbouw stream 1-3, bovenbouw vmbo gl / tl, havo, atheneum, gymnasium Krabbendijke Appelstraat onderbouw stream 1-4, bovenbouw vmbo gl / tl, pro Krabbendijke Kerkpolder bovenbouw vmbo kb / bb Middelburg onderbouw stream 1-3, bovenbouw vmbo gl / tl Tholen onderbouw stream 1-3, bovenbouw vmbo gl / tl De leerlingen uit Zeeuws-Vlaanderen volgen in principe onderwijs op de locatie Goes. De leerlingen uit West-Zeeuws-Vlaanderen kunnen echter ook naar de locatie Middelburg. Spreiding lwoo De afgelopen jaren is er op de diverse locaties van het Calvijn College sprake van verbreding van het zorgaanbod en daarmee deskundigheid en begeleidingsmogelijkheden. Dit biedt mogelijkheden

15 2.2 Structuur en doorstroming Krabbendijke Appelstraat klas 6 klas 5 Goes gymnasium gymnasium Goes atheneum atheneum Goes havo Alle locaties* Krabbendijke Kerkpolder Krabbendijke Kerkpolder Toeleiding naar de arbeidsmarkt of mbo niveau 1 klas 4 klas 3 gymnasium atheneum havo vmbo gl/tl vmbo kb vmbo bb gymnasium atheneum havo vmbo gl vmbo kb vmbo bb Goes Alle locaties* Alle locaties* Alle locaties* Krabbendijke Appelstraat klas 2 gymnasium stream 1 stream 2 stream 3 stream 4 klas 1 gymnasium stream 1 stream 2 stream 3 stream 4 * Alle locaties betreft niet de locatie Krabbendijke Kerkpolder. praktijkonderwijs De pijlen in het schema geven de meest voorkomende vervolgwegen aan vanuit de onderbouw. Er kunnen ook andere keuzes gemaakt worden. Een leerling uit stream 1 kan bijvoorbeeld verdergaan in vmbo-3. Ook is het mogelijk dat een leerling uit stream 2 verdergaat in havo-3 of in vmbo-3 bb. 2.3 De onderbouw Determinatie Wij willen leerlingen graag zo snel mogelijk op de juiste plek in het onderwijs krijgen. Het proces van selecteren van leerlingen naar de verschillende schooltypes noemt men in het onderwijs determineren. Tijdens het determinatietraject wordt bepaald wat het best bij de leerling passende niveau is. Tussentijds kan ook overgestapt worden naar een andere stream, bijvoorbeeld als op basis van resultaten blijkt dat een leerling op een te hoog of juist een te laag niveau is geplaatst. Tijdens de twee jaren in de onderbouw wordt voor elke leerling op diverse momenten en manieren onderzocht wat de beste vervolgweg is. In sommige situaties wordt een test door een extern deskundige afgenomen. In maart van het tweede leerjaar wordt op grond van een schooladvies door de ouders en de leerling een definitieve keuze gemaakt over de vervolgweg na klas 2. Daarbij wordt ook een tweede keus aangegeven in geval dat de overgang de eerste keus onmogelijk maakt. Voor heel de school geldt dat het mogelijk is tot 1 april vakkenpakket- en/of vervolgkeuzes aan te geven, voor zover mogelijk binnen het door de school geformuleerde aanbod. Keuzes na 1 april kunnen alleen als wens worden neergelegd en worden alleen gehonoreerd als de organisatie dat toelaat. Advies Het determineren resulteert in een advies, dat tot stand komt op basis van niet alleen cijfers maar ook leerlingkenmerken. In de loop van de tweejarige onderbouwperiode zijn hierover gegevens verzameld. Voorbeelden van leerlingkenmerken zijn werkhouding, zelfstandigheid en omgaan met huiswerk. Aan de hand van de overgangsrichtlijnen (in combinatie met behaalde cijfers) en gegevens als leerlingkenmerken en testuitslag wordt vastgesteld welk schooltype voor de leerling de best mogelijke vervolgweg is die uiteindelijk naar een diploma leidt. Een vmbo-leerling krijgt daarnaast nog een advies over de te volgen vmbo-leerweg. Het is mogelijk dat de rapportenvergadering op grond van op het advies vermelde feiten een andere leerweg adviseert. Het staat buiten kijf dat het belangrijk is dit advies serieus te nemen. Overstappen mogelijk Tussentijds overstappen naar een andere stream is mogelijk. In het schema wordt dit geïllustreerd door stippellijnen tussen de vier streams. Voor zowel overstappen naar een hogere stream als naar een lagere stream geldt een procedure: In principe vindt overstappen plaats na een rapportenvergadering, zodat er tijdens de rapportenvergadering over gesproken kan worden en er een duidelijk advies van de docenten aan ten grondslag ligt. De mentor is de eerstverantwoordelijke om, wanneer hij of zij signalen ontvangt dat overstappen wenselijk zou zijn, dit in te brengen tijdens de rapportvergadering. De mentor verzorgt ook de contacten met de ouders. Indien de ouders zelf het initiatief willen nemen om het overstappen bespreekbaar te maken, kunnen zij contact opnemen. 15

16 Welke vakken? Tijdens de tweejarige onderbouwperiode krijgen de leerlingen tenminste les in de volgende vakken: godsdienst, Nederlands, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, natuur- /scheikunde, techniek, economie, verzorging, muziek, beeldende vorming en lichamelijke opvoeding. Daarnaast wordt in stream 1 en 2 een derde moderne vreemde taal, Frans, aangeboden en op het gymnasium Latijn en vanaf het tweede leerjaar Grieks. Uiteraard zijn er wel verschillen in de inhoud en in de manier van lesgeven per stream. Ook kan het aantal wekelijkse uren per vak variëren. In stream 3 is bijvoorbeeld iets meer ruimte gemaakt voor vakken met een wat meer praktische invulling, zoals beeldende vorming en verzorging. Deze verschillen mogen echter het overstappen van de ene naar de andere stream niet onmogelijk maken. In het praktijkonderwijs zijn ontwikkeling van praktische vaardigheden en het toeleiden naar een plaats op de arbeidsmarkt belangrijker dan de normale schoolvakken. Wel krijgen de leerlingen les in een paar kernvakken, waaronder godsdienst, rekenen/wiskunde en Nederlands. Ook wordt veel aandacht besteed aan sociale vaardigheden. Het praktijkonderwijs is sterk afgestemd op de individuele mogelijkheden van elk kind. 2.4 Vervolgmogelijkheden na de onderbouw 16 Leerlingen komen na klas 2, zoals aangegeven, op basis van het determinatietraject in een van de schooltypes terecht. Globaal zijn er vijf mogelijkheden: pro, vmbo, havo, atheneum en gymnasium. Voor pro en gymnasium geldt een eigen route vanaf jaar 1. In het kader op pagina 13 vindt u een beknopte beschrijving per schooltype. Hieronder geven we per onderwijssoort extra informatie. pro vmbo havo atheneum gymnasium onderbouw Praktijkonderwijs (pro) Voor elke leerling zijn er individuele ontwikkelingsplannen, waarin beschreven staat bij welk onderwijs en welke begeleiding hij of zij gebaat is. Het onderwijs wordt dus sterk ingevuld vanuit de vraag wat voor een individuele leerling nodig is om straks in de maatschappij te kunnen functioneren. Ook via stages wordt invulling gegeven aan de praktische component. De school verzorgt ook begeleiding naar de arbeidsmarkt. Leerlingen kunnen tot hun 18e levensjaar het praktijkonderwijs volgen. Een aantal leerlingen in de bovenbouw wordt in de gelegenheid gesteld een opleiding op mbo-niveau 1 te volgen. Ook is het mogelijk het praktijkonderwijs duaal af te sluiten. Dit betekent dat leerlingen vier dagen werken en nog één dag in de week naar school gaan. Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) Binnen het vmbo onderscheiden we een viertal leerwegen, zoals aangegeven in het kader op pagina 15. In de theoretische leerweg doen leerlingen examen in zes theoretische vakken en wordt geen beroepsgericht vak aangeboden. In de gemengde leerweg wordt naast theoretische vakken een beroepsgericht vak aangeboden, dat leerlingen een goede oriëntatie en voorbereiding biedt op de sector die ze ook in het beroepsonderwijs zullen volgen. In de volgende sectoren worden de volgende beroepsgerichte of intrasectorale programma s aangeboden: sector economie: intrasectoraal programma handel en administratie; sector techniek: intrasectoraal programma metalektro; sector zorg en welzijn: beroepsgericht programma verzorging. In de locatie Tholen wordt het intersectorale programma technologie in het derde en vierde leerjaar aangeboden. Met ingang van het cursusjaar 2014/2015 wordt op elke locatie in klas 3 gestart met technologie. Voor de kaderberoepsgerichte en de basisberoepsgerichte leerweg kennen we een viertal beroepsgerichte afdelingen: bouwtechniek, metaaltechniek, verzorging en handel en verkoop. Daarnaast wordt het intrasectorale programma instalektro aangeboden, een combinatie van programmaonderdelen uit installatietechniek en elektrotechniek.

17 Voor leerlingen in de basisberoepsgerichte leerweg die zó praktijkgericht zijn ingesteld dat de theoretische vakken een blokkade vormen voor het behalen van een diploma, is het mogelijk het diploma basisberoepsgerichte leerweg te behalen via een leerwerktraject. Selectie voor een leerwerktraject vindt plaats in klas 3. In klas 4 volgt de leerling nog twee dagen per week de lessen op school. De overige dagen leert de leerling in een bedrijf of instelling. Het vakkenpakket in een leerwerktraject bestaat uit Nederlands, een beroepsgericht vak en toerusting en vorming. Doorstroommogelijkheden na het vmbo Voor de doorstroommogelijkheden naar het mbo geldt voor de theoretische, de gemengde en de kaderberoepsgerichte leerweg hetzelfde: alledrie leiden ze toe naar beroepsopleidende leerwegen in het mbo en de middenkaderopleidingen op niveau 4. De leerlingen uit de basisberoepsgerichte leerweg stromen meestal door naar niveau 2 van het mbo. Vmbo-leerlingen uit de gemengde of theoretische leerweg kunnen ook goed doorstomen naar havo-4. In overleg met de andere Zeeuwse scholen voor voortgezet onderwijs is een gezamenlijke Zeeuwse toelatingscode opgesteld met vijf criteria. De leerling moet op minimaal vier van deze criteria positief scoren. Het betreft de volgende criteria: - De leerling houdt op basis van een geschreven motivatiebrief een instapgesprek met de vmbo-decaan en mentor. - De leerling volgt door de school voorgeschreven aansluitingsmodules. - De eindadviezen van alle lesgevende vmbo-4-docenten dienen in meerderheid positief te zijn. - De leerling houdt een toelatingsgesprek met een toelatingscommissie. - Het gemiddelde schoolexamencijfer voor alle vakken dient minimaal 6,50 te zijn. Daarnaast moet worden voldaan aan de zak-/ slaagregeling voor het havo. Kwalificatieplicht De Leerplichtwet schrijft een kwalificatieplicht voor. Dit betekent dat alle jongeren tot hun 18e levensjaar een volledig onderwijsprogramma moeten volgen, totdat ze een startkwalificatie behaald hebben. De startkwalificatie is een diploma van een mbo-, havo- of atheneumopleiding. De kwalificatieplicht hoeft niet meteen te betekenen dat een leerling vijf dagen per week naar school moet. Het is ook mogelijk met een combinatie van leren en werken aan de kwalificatieplicht te voldoen, zoals dat het geval is in de beroepsbegeleidende leerweg in het mbo. Leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) Een leerling moet aan voorgeschreven criteria voldoen om leerwegondersteunend onderwijs te ontvangen. Voldoet de leerling daar niet aan, dan kan in bijzondere gevallen een beroep gedaan worden op het zorgbudget van de school. Voor de toelating tot het lwoo gelden landelijke criteria. Over de toelatingsprocedure treft u informatie aan in hoofdstuk 4.5. Hoger algemeen voortgezet onderwijs (havo) Vóór 1 april moeten de leerlingen in havo-3 hun profiel (vakkenpakket) kiezen. De leerlingen krijgen in klas 3 keuzebegeleidingslessen. Tijdens deze lessen komt ook de profielkeuze ter sprake. Heeft een leerling eenmaal voor een profiel gekozen, dan zijn er binnen een profiel nog diverse keuzemogelijkheden. Atheneum In atheneum-3 moeten de leerlingen vóór 1 april hun profiel (vakkenpakket) kiezen. De leerlingen krijgen in de derde klas keuzebegeleidingslessen. Een atheneumleerling heeft de verplichting een wiskundevorm te kiezen en een tweede moderne vreemde taal. Heeft een leerling een profiel gekozen, dan zijn er binnen het profiel nog diverse keuzemogelijkheden. Voor atheneumleerlingen bestaat de mogelijkheid Latijn te volgen en mee te nemen als een regulier examenvak. Gymnasium In klas 3 zitten de gymnasiumleerlingen nog als groep bij elkaar. In gym-3 moeten de leerlingen vóór 1april hun profiel (vakkenpakket) kiezen. Ze krijgen daarvoor lessen keuzebegeleiding. Voor een gymnasiumdiploma is het verplicht om examen te doen in Latijn en/of Grieks. Verder gelden dezelfde eisen en mogelijkheden als voor het atheneum. Vanaf klas 4 zitten gymnasium- en atheneum-leerlingen bij de meeste vakken door elkaar en is er geen verschil in het niveau van de aangeboden vakken. 17

18 2.5 Buitenlesactiviteiten 18 Een school die staat voor opleiding én vorming, biedt meer dan alleen lessen. Buitenom de lessen vinden er dan ook diverse activiteiten plaats, zoals een- en meerdaagse excursies (zie ook hoofdstuk 6.3), (snuffel)stages, maatschappelijke stages, klassenavonden, themadagen, muzikaal ensemble, schoolkoor en lunchpauzeconcerten. Niet alle activiteiten vinden plaats op elke locatie en voor en met elke leerling. Dit is mede afhankelijk van de leeftijd en van het type leerling. Meespelen in een muziekgroepje is natuurlijk vrijwillig. Excursies hebben een educatief karakter en daarom is deelname daaraan in principe verplicht. Leerlingen zijn ook verplicht stages te volgen. Deelname aan themadagen en aan andere activiteiten in het kader van toerusting en vorming is verplicht voor die leerlingen voor wie deze dagen/activiteiten worden georganiseerd. 2.6 Maatschappelijke stage Sinds 2011 is het uitvoeren van een maatschappelijke stage (MAS) voor elke leerling verplicht. Het Calvijn College is van mening dat maatschappelijke stage een verantwoord middel is om jongeren te stimuleren zich belangeloos in te zetten voor de maatschappij. Richtlijnen maatschappelijke stage De MAS dient principieel verantwoord te zijn. Activiteiten in het kader van maatschappelijke stage mogen niet in strijd zijn met Gods Woord. Als norm worden de Tien Geboden gehanteerd. Bij twijfel beslist de coördinator maatschappelijke stage over de keuze van de leerling. De richtlijnen waaraan een maatschappelijke stage moet voldoen, worden door de MAS-coördinator aan de leerlingen uitgereikt en ook op de ELO (Elektronische Leeromgeving) geplaatst. Maatschappelijke stage in relatie tot het curriculum De maatschappelijke stage wordt zoveel als mogelijk in het bestaande curriculum geïntegreerd. In de leerjaren waar gewerkt wordt met een PTA (Programma van Toetsing en Afsluiting) wordt de maatschappelijke stage als verplicht onderdeel in het PTA opgenomen. De maatschappelijke stage wordt daarbij beschreven als een handelingsdeel (HD). Een handelingsdeel moet voor de in het PTA genoemde einddatum met een beoordeling voldoende worden afgerond. Hoeveel uur Leerlingen moeten in totaal onderstaand aantal verplichte uren hebben afgerond: onderbouw: minimaal 10 uur bovenbouw (vanaf derde leerjaar): minimaal 20 uur (waarvan minimaal 10 in uur in klas 3) Wanneer in de onderbouw meer dan tien uur stage gelopen wordt, komt dat niet in mindering op de verplichte 20 uur in de bovenbouw. In de totale schoolloopbaan dient dus (volgens bovenstaande verdeling) minimaal 30 uur maatschappelijke stage te zijn gevolgd. De maatschappelijke stage dient uiterlijk tijdens het vierde leerjaar te worden afgerond. Verder geldt: MAS telt mee als onderwijstijd. MAS wordt buiten schooltijd gedaan. Hoewel door goede registratie en tijdige signalering problemen kunnen worden voorkomen, kan het zijn dat een leerling niet voldoet aan bovengenoemde verplichting. Wanneer niet voldaan is aan de gestelde uurnorm voor maatschappelijke stage kan een leerling niet worden bevorderd naar een hoger leerjaar. De leerling dient uiterlijk donderdag voor aanvang van de zomervakantie alsnog aan de verplichtingen van de maatschappelijke stage voldaan te hebben. Voor de vmbo-leerlingen geldt dat het totaalaantal uren behaald dient te worden voor aanvang van het Centraal Examen. Waar mogen de leerlingen stagelopen? Leerlingen mogen zowel binnen als buiten de reformatorische gezindte stage lopen. In klas 1 en 2 door school aangegeven; Vanaf klas 3 worden de leerlingen gestimuleerd om minimaal één stage te lopen buiten de eigen gezindte. Leerlingen mogen zelf een stageplaats zoeken, maar kunnen ook gebruikmaken van een (hiervoor in te richten) digitale omgeving.

19 2.7 Internationalisering We leven in een multiculturele samenleving die steeds mondialer wordt. De wereld wordt steeds kleiner. De school zet zich er voor in de leerlingen daar ook op voor te bereiden. In dat kader lopen er diverse projecten. Calvijn College Goes werkt al langere tijd samen met Liceul Teologic Baptist Emanuel ofwel Emanuel Highschool in Roemenië. Uitwisselingen met studenten en docenten vinden jaarlijks plaats. De locatie Goes doet ook jaarlijks mee aan het Young Ambassadors-programma van Stichting Woord & Daad. In dat kader maakt een groep leerlingen in een ander werelddeel kennis met ontwikkelingswerk, scholing en cultuur. Bedoeling is dat de leerlingen na de reis met de ervaringen aan het werk gaan om het draagvlak voor ontwikkelingswerk te vergroten. In de onderbouw van locatie Goes wordt bij natuurkunde een project gedaan met een school in Zambia. De leerlingen wisselen kennis uit over de proefjes, onder meer door filmpjes op een website te plaatsen, en leveren er eenvoudig materialen voor. Locatie Appelstraat is bezig om internationaal contacten te leggen met andere scholen. De locatie is in het kader van het project The untold story een samenwerkingsverband aangegaan met een school in het Duitse Oberhausen. Dit project zal de komende jaren uitgebouwd worden. Hierdoor werken leerlingen aan horizonverruiming en grensoverschrijdende communicatie. De locatie Krabbendijke Kerkpolder heeft sinds 2006 een band met het Hope Vocational Institute, een project van de partnerorganisatie van Woord en Daad in Bangladesh. Deze school biedt praktijkonderwijs aan kansarme jongeren en begeleidt hen bij de stap naar de arbeidsmarkt. Regelmatig vindt onder de noemer Vakjongeren voor vakjongeren uitwisseling plaats van leerlingen en docenten. 19

20 3. Helder in identiteit Identiteit in de praktijk Hoe krijgt de identiteit van het Calvijn College vorm in de praktijk van alledag? Dit gebeurt op diverse vlakken. Bijbel en psalmen Omdat we belijden dat we in alles afhankelijk zijn van de Heere, dus ook in ons schoolwerk, beginnen we elke schooldag met het gezamenlijk lezen van een gedeelte uit de Bijbel en met gebed. Daarom dienen de leerlingen elke dag een Bijbel in de Statenvertaling bij zich te hebben met de psalmen in de berijming van 1773 en de belijdenisgeschriften. De maaltijd wordt begonnen met gebed en besloten met Bijbellezen en dankgebed. De schooldagen worden met gebed afgesloten. Voldoende voor godsdienst Omdat het bij het vak godsdienst direct gaat om onderwijs vanuit en over Gods Woord, verwachten wij van elke leerling minimaal een voldoende als jaarcijfer, ook in de examenjaren. De achtergrond van de hiervoor genoemde maatregelen is, dat het niveau van de toetsen godsdienst zodanig is dat elke leerling die zich voldoende inzet, minimaal een 5,5 kan halen. Bij onvoldoende inzet is er sprake van een gedragsprobleem. Strijdig met het karakter van de school? Gods Woord heeft zeggenschap over heel ons leven. De geboden van de Heere zijn maatgevend voor onze levenswijze en de manier van omgaan met elkaar. Als in dat Woord gesproken wordt over ons lichaam als tempel, dan heeft dat consequenties voor onze levenswijze. Dit betekent onder andere het volgende: Gebruik van drugs en het bezit daarvan op school is niet toegestaan en kan schorsing of verwijdering tot gevolg hebben; drugshandel leidt in principe in alle gevallen tot verwijdering. Het meenemen of het gebruiken van alcoholische dranken op school is verboden. De naaste liefhebben als jezelf, als een van de twee grote geboden, verdraagt zich niet met pesten, intimidatie, discriminatie en geweldpleging. Dit is dan ook verboden. Dit geldt ook voor wapenbezit en bezit van andere meegebrachte zaken die in strijd zijn met het karakter van de school. Dergelijke dingen worden in beslag genomen en ouders worden daarvan in kennis gesteld (bijvoorbeeld boeken, tijdschriften of geluidsdragers met een ontoelaatbare inhoud). Voor vuurwerk geldt dit eveneens. Bezit ervan is op school niet toegestaan en leidt tot schorsing. Handel in vuurwerk leidt in principe tot verwijdering van school. Bij crimineel gedrag, zoals vandalisme, diefstal, intimidatie, mishandeling en dergelijke wordt melding gedaan bij de politie. In ernstige gevallen wordt aangifte gedaan. Uiterlijk Bij een christelijke levensstijl hoort eerbare kleding en een verzorgd uiterlijk, zowel voor jongens als voor meisjes. Concreet betekent dit onder andere het volgende: Aanstootgevende kleding (bijvoorbeeld door middel van een ontoelaatbare opdruk) is niet toegestaan. Dit geldt ook voor diverse opzichtige toevoegingen aan het uiterlijk, zoals opvallende make-up. Meisjes mogen op school geen lange broek dragen; zij dragen een rok of jurk die tot op de knie komt. Als meisjes met een lange broek aan naar school komen, moeten zij zich omkleden zodra ze op school komen. We willen in de school terughoudend zijn met het toestaan van diverse vormen van vrijetijdskleding. Dit betekent onder meer dat we van jongens verwachten dat ze een lange broek dragen. Omgang met elkaar Tussen personeelsleden en leerlingen is sprake van een gezagsrelatie. Leerlingen dienen zich ten opzichte van personeelsleden respectvol te gedragen, maar ook ten opzichte van elkaar. Personeelsleden staan niet tegenover leerlingen, al staan ze als het gaat om de gezagsrelatie boven hen. Ze zijn er om hen op te leiden en te vormen, zoals in de schooldoelstelling (zie hoofdstuk 1.1) is verwoord, en zij proberen