De draaibare cellulose-balenklemmen van MEYER zijn voorzetapparaten voor vorkheftrucks

Transcriptie

1 Dit voorzetapparaat van MEYER komt in alle opzichten tegemoet aan de EG-veiligheidsrichtlijnen. De conformiteitsverklaring/verklaring van de fabrikant wordt met het voorzetapparaat meegeleverd. Het CE-teken bevindt zich op het typeplaatje van het voorzetapparaat. Beschrijving en werking van het apparaat De draaibare cellulose-balenklemmen van MEYER zijn voorzetapparaten voor vorkheftrucks die, in plaats van de vorktanden, voor het verplaatsen van cellulosebalen en andere baalvormige goederen worden gebruikt. De draagarmen kunnen eindeloos 360 om de lengteas van de vorkheftruck gedraaid worden. De draagarmen kunnen, vanaf de bestuurdersplaats van de vorkheftruck, met behulp van aandrijvingen met hydraulische cilinders, in de breedte versteld worden. Terugslagkleppen in het hydraulische circuit fixeren de draagarmen in de ingestelde positie Bij het aandrukken van lasten tussen de draagarmen is een maximale hydraulische druk van 150 bar toegestaan. Voor de balenklemfunctie moet de hydraulische druk van de vorkheftruck op deze waarde worden ingesteld. Als er op de vorkheftruck geen mogelijkheid aanwezig is om deze waarde in te stellen, moet er op de draaibare cellulose-balenklem een reduceerklep (p max = 150 bar) geïnstalleerd zijn. Deze uitrusting is ook vereist als het apparaat gebruikt wordt voor het inklemmen van lasten die alleen met een lagere druk ingeklemd mogen worden. Het apparaat wordt aangedreven met een hydraulische motor die een wormwieloverbrenging aandrijft en de krachten op een scharnierlager overdraagt. Het klemgedeelte is op dit scharnierlager vastgeschroefd. De overbrenging wordt omhuld door een gegoten behuizing en is stofdicht met afdichtingen naar buiten afgesloten. Een hydraulisch geventileerde schijfrem heeft direct invloed op de wormas, waardoor de draagarmen in elke draaipositie goed vastgehouden kunnen worden. Voor het transport zijn de binnenzijden van de draagarmen van ribbels voorzien die in de zijkanten van de balen dringen en daardoor voor een veilig transport zorgen. Geschikte soorten last: Geräte- und Funktionsbeschreibung - Cellulosebalen - Papierbalen - Stofbalen - Textielbalen - Wolbalen - Katoenbalen - Balen van kunststof resten Voor nauwkeurige laadbewegingen kan de hydraulisch aangestuurde, met een flens aangebrachte zijschuiver gebruikt worden. (Extra hydraulisch systeem of elektromagnetische klep vereist!) Zijschuiver: zijwaarts verschuiven van het voorzetapparaat in een richting die dwars staat op de lengte-as van de vorkheftruck). 545-n/06/08/01-NL1 - NL1 -

2 Voorwaarden voor de vorkheftruck De vorkhouder van de vorkheftruck moet aan de afmetingen conform norm ISO 2328 voldoen. In de tabel is de controlemaat h3 per klasse (A) aangegeven. De klemtypes (B) zijn bij de bijbehorende klassen (A) ingedeeld. Aanbevolen hydraulische slagvolumes (C) staan in de laatste kolom van de tabel vermeld. Kleinere volumes = kleinere en ongelijkmatige draagarmsnelheden. Grotere volumes = verhoogde olietemperatuur met hoger slijtagerisico en verminderde capaciteit van het hydraulische systeem. Plaats van de hydraulische aansluitingen op de vorkhouder van de vorkheftruck: (blikrichting van achteren op het voorzetapparaat) Aansluitingen voor de draaifunctie rechts, klemaansluitingen links h3 A B C Klasse h3 tol. Typ Hydr.-Vol. ISO 2328 mm mm l / min ± / ± , / ± , ± 10 Montage van het apparaat Montagewerkzaamheden mogen alleen door vakkundig personeel uitgevoerd worden! Hang de hijsmiddelen (kabels of lussen) aan het bovenste geleidingsprofiel en zet het apparaat op een onderlegger (bijv. pallet). Schroef de onderste bevestigingshaak eraf. Plaats de vorkhouder zodanig dat de bovenste bevestigingshaak ± het profiel van de vorkhouder omsluit en de arrêtering ² in de middelste groef van de vorkhouder terechtkomt. Bevestig de onderste bevestigingshaak met schroeven. Schroef de hydraulische slangen op de hydraulische motor en op de klemaansluiting en sluit de hydraulische koppeling op de vorkhouder aan. - NL2-545-n/06/08/01-NL2

3 Eerste ingebruikname Na de montage van het voorzetapparaat dienen alle werkbewegingen in nullast uitgevoerd te worden. Voor het voorzetapparaat wordt uit het hydraulische systeem van de vorkheftruck een bepaalde hoeveelheid hydraulische olie genomen. Controleer het oliepeil van de vorkheftruck en vul indien nodig olie bij. Smeer het hydraulische systeem door het voorzetapparaat in de eindposities te zetten en de druk in deze positie telkens ca. 10 seconden vast te houden. Controleer de hydraulische verbindingen op dichtheid en trek indien nodig de hydraulische schroefverbindingen aan (het aantrekken van de hydraulische schroefverbindingen valt niet onder de garantie). Controleer de belasting door het voorzetapparaat te belasten met het maximale aangegeven gewicht. Als er in het bedrijf alleen kleinere lasten voorhanden zijn of als de vorkheftruck lagere waarden aangeeft, moeten deze lasten voor de controle gebruikt worden. De last wordt ingeklemd. Als de lastarmen tegen de last aandrukken, moet de klemfunctie voor het opbouwen van de druk ca. 3 seconden vastgehouden worden. Zet de stuurhendel in de neutrale stand en til de last ca. 30 cm op. Schakel alle functies van de vorkheftruck uit. De last moet 10 minuten probleemloos vastgehouden worden. Herhaal de belastingtest met een last die 90 gedraaid is. Als de last in de beide tests zonder problemen vastgehouden wordt, kan het voorzetapparaat voor gebruik vrijgegeven worden. Werkzaamheden met het voorzetapparaat De gebruiksaanwijzing van de vorkheftruck en de genoemde veiligheidsvoorschriften moe ten aangehouden worden. Het voorzetapparaat mag, met betrekking tot de genoemde zwaartepuntafstand, maximaal belast worden met het draagvermogen dat op het in de fabriek aangebrachte typeplaatje staat. Als op het plaatje voor het draagvermogen voor vorkheftrucks met voorzetapparatuur lagere waarden worden aangegeven, dienen die als de maximale belastingwaarden aangehouden te worden. Geschikte soorten last en de behandeling ervan worden in het hoofdstuk: Beschrijving van het toestel en de werking (zie pagina NL1) beschreven. Alvorens met de werkzaamheden te beginnen dient het voorzetapparaat op storingvrije werking en beschadiging gecontroleerd te worden. Als er schade wordt geconstateerd, mag er niet met het voorzetapparaat gewerkt worden. De leidinggevende dient hierover geïnfor meerd te worden. Na een machineschade moeten de onderdelen meteen door een vakkundig persoon nage keken worden. Vervormingen of scheuren kunnen tot gevolgschade leiden. 545-n/06/08/01-NL3 - NL3 -

4 Veiligheidsaanwijzingen Door de draagarmbewegingen Sluiten, Openen en Draaien ontstaan er klem- en wrijvingsplaatsen (bijv. tussen de last en de draagarm). Daarom moet het gedeelte dat in de afbeelding wordt aangegeven gezien worden als gevarenzone. Als het voorzetapparaat in beweging is of wordt gezet mogen zich geen personen in de gevarenzone ophouden of begeven. Als een persoon de gevarenzone betreedt als het voorzetapparaat in beweging is, moeten alle bewegingen onmiddellijk stopgezet worden. Gevaren door verkeerde behandeling In de afbeeldingen D, E worden situaties weergegeven die als veranderingen aan het voorzetapparaat gezien worden en niet toegestaan zijn. (D) Het is niet toegestaan met de functie Openen lasten zijwaarts te verschuiven. Het voorzetapparaat kan hierdoor beschadigd raken omdat deze functie niet tegen overbelasting beveiligd is. (E) Om de last veilig te transporteren mag hij alleen opgetild en getransporteerd worden als hij tegen de achterkant van de draagarm aanligt. Als de nominale last met een vergrote zwaartepuntafstand wordt opgenomen raakt het voorzetapparaat overbelast en ontstaat het gevaar dat de vorkheftruck omkiept. Aanwijzing: een plotselinge verandering van de draairichting moet absoluut vermeden worden. De draaibeweging moet eerst beëindigd worden voordat er in de tegenovergestelde richting gedraaid wordt. D E - NL4-545-n/06/08/01-NL4

5 Onderhoudsinstructies Onderhoudswerkzaamheden en reparaties dienen in regelmatige intervallen uitgevoerd te worden. Dat is de voorwaarde voor een lange levensduur van het voorzetapparaat. Reparaties aan wezenlijke apparaatelementen, zoals het draai-apparaat, de hydraulische cilinders en ventielen, mogen alleen door vakkundig personeel uitgevoerd worden. Werkzaamheden aan de hydraulische installatie mogen alleen uitgevoerd worden als het systeem drukloos is. Het systeem wordt drukloos door de stroomvoorziening voor de vorkheftruck uit te schakelen en vervolgens de hendels van de stuurventielen in alle eindposities te zetten. Als er aan de hydraulische installatie wordt gewerkt zonder dat het systeem eerst drukloos wordt gemaakt, kan er ernstig letsel door uittredende vloeistoffen ontstaan! Regelmatige controle voor begin van de werkzaamheden: Dichtheid van de elementen in de hydraulische installatie. Beschadiging aan hydraulische cilinders en de hydraulische koppelingen. Slijtage en vorming van scheuren aan de draagarmen. Als er gebreken worden geconstateerd dient de leidinggevende onmiddellijk op de hoogte gesteld te worden! Maandelijks onderhoud: Reinigen van het voorzetapparaat. Controleren van de draagarmen op vervorming, slijtage en scheurtjes. Kogeldraaiverbinding: De kogeldraaiverbinding is over het algemeen onderhoudsvrij, aangezien dit lager van een permanente smering voorzien is. Bij extreme werkomstandigheden, zoals in de buurt van zeewater of bij zwaar, permanent gebruik onder hoge temperaturen, is het aan te bevelen het apparaat elke 100 bedrijfsuren te smeren. Het smeerpunt bevindt zich in de binnenring van het lager (K). Indien nodig wordt dit smeerpunt van een verlenging voorzien (buitensmering) om het smeren te vergemakkelijken. Aanbevolen vetten: ALVANIA R3 (fa. SHELL) GLISSANDO FL 738 (fa. DEA) of overeenkomstige merkproducten. 545-n/06/08/01-NL5 - NL5 -

6 Wormwieloverbrenging: De wormwieloverbrenging moet elke 200 bedrijfsuren gesmeerd worden. Smeer tijdens een langzame draaiing van het lager de smeernippel aan de achterzijde van de behuizing van de wormwieloverbrenging (S). Aanbevolen vetten: GLISSANDO DR (fa. DEA) of overeenkomstige merkproducten. Als er gebreken geconstateerd worden, dient de leidinggevende onmiddellijk op de hoogte gebracht te worden, zodat er opdracht kan worden gegeven tot het vervangen van versleten onderdelen of een reparatie. Geef bij technische vragen en bij het bestellen van slijtdelen altijd type en serienummer (zie fabrieksplaatje voorzetapparaat) aan! - NL6-545-n/06/08/01-NL6

7 Hydraulisch schakelschema De aanduidingen op het hydraulische ventiel hebben de volgende betekenis: A = draagarmen sluiten B = draagarmen openen ZA1 + ZA2 = cilinderaansluitingen aan de stangzijde ZB1 + ZB2 = cilinderaansluitingen aan de bodemzijde A B A B C F D ZA1 ZA2 ZB1 ZB2 E Schroefkoppelingen Alle cilinder- en zeskantschroeven dienen, voor de noodzakelijke voorspanning, met een momentsleutel aangedraaid te worden. De vereiste aandraaimomenten, ingedeeld naar schroefgrootte en koppel, vindt u in de volgende tabel. Gebruikte schroeven dienen in het algemeen vervangen te worden. Anzieh-Drehmomente / torque table / couples de serrage Gewinde thread filet Festigkeitsklasse class of strength Force de résistance Für / for / avec Schrauben / bolts / vis Verbus Ripp M4 3,1 Nm 4,5 Nm 5,3 Nm --- M5 6,1 Nm 8,9 Nm 10,4 Nm 10 Nm M6 10,4 Nm 15,5 Nm 18 Nm 18 Nm M8 25 Nm 37 Nm 43 Nm 37 Nm M10 51 Nm 75 Nm 87 Nm 80 Nm M12 87 Nm 130 Nm 150 Nm 120 Nm M Nm 205 Nm 240 Nm 215 Nm M Nm 310 Nm 370 Nm 310 Nm M Nm 430 Nm 510 Nm --- M Nm 620 Nm 720 Nm --- M Nm 830 Nm 970 Nm --- M Nm 1060 Nm 1240 Nm --- M Nm 1550 Nm 1850 Nm --- M Nm 2100 Nm 2500 Nm n/06/08/01-NL7 - NL7 -

8 - NL8-545-n/06/08/01-NL8

9 Plaatjes op het voorzetapparaat A - Typeplaatje voorzetapparaat B - Veiligheidsinstructies 1. Het voorzetapparaat mag alleen door geïnstrueerd en geautoriseerd personeel bediend worden! 2. Elke handelswijze die twijfelachtig is voor de veiligheid dient nagelaten te worden! 3. Het voorzetapparaat mag alleen in goed functionerende toestand gebruikt worden! 4. Het voorzetapparaat dient minstens één keer per ploegendienst visueel op zichtbare schade gecontroleerd te worden! Van schade dient onmiddellijk melding gemaakt te worden! Sicherheitshinweise 1. Das Anbaugerät darf nur von eingewiesenem und autorisiertem Personal bedient werden! 2. Jede sicherheitsbedenkliche Arbeitsweise ist zu unterlassen! 3. Das Anbaugerät darf nur in funktionsfähigem Zustand betrieben werden! 4. Mindestens einmal pro Schicht ist das Anbaugerät auf äußerliche erkennbare Schäden zu prüfen! Schilder am Anbaugerät SCHILDER/06/08/01-D9 A - Anbaugerät-Fabrikschild B - Sicherheitshinweise - NL9 -

10 Notities Für Ihre Notizen - NL10 - SCHILDER/06/08/01-D10