Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie

Transcriptie

1 Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie ONDERLIGGENDE STUKKEN BIJ DE ALV 2018 In dit document treft u een aantal stukken aan, die op de Algemene Ledenvergadering op 7 april 2018 in Vlaardingen behandeld zullen worden, hetzij ter bespreking, hetzij ter kennisneming (zie de agenda). De uitnodiging voor de ALV, met daarin de agenda, en het landelijk jaarverslag 2017 zijn in dit document niet opgenomen. Het jaarverslag van het AWN - Archeologiefonds (agendapunt 12) is als bijlage B4 in het landelijk jaarverslag opgenomen. U treft achtereenvolgens aan : agendapunt stuk 04 verslag ALV begroting concept-voorstellen Huishoudelijk Reglement 09 organisatie-structuur AWN (ter kennisneming) 10 profielen bestuurskandidaten De stukken worden gekenmerkt door een groot rood agendapunt-nummer op de eerste pagina van elk stuk.

2

3 Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie 04 Verslag van de 66 e Algemene Ledenvergadering op zaterdag 8 april 2017, in het Huis van Hilde te Castricum Aanwezig bestuur: Tonnie van de Rijdt (voorzitter), Wim Schennink (vice-voorzitter + jeugd en erfgoededucatie), Henk Kluitenberg (secretaris), Harmen Spreen (penningmeester), Paul Flos (PR & C), Henk Hegeman (bijz. projecten en externe relaties), William ten Brink (Archeologie in Nederland en AM), Ruud Raats (educatie vrijwilligers), Paul van Wijk (belangenbehartiging), Louise Olerud (verslaglegging). Afwezig m.k.: Channa Cohen Stuart (aspirant bestuurslid educatie vrijwilligers). Aanwezig leden: Volgens telling zijn er 68 aanwezigen, waarvan 66 met stemrecht (zie bijlage). Opening dagprogramma Voorzitter Tonnie van de Rijdt heet iedereen welkom, speciaal Anouk Veldman, de gastvrouw van vandaag. Tonnie benadrukt dat de vergadering om uur moet stoppen in verband met de lunch. De rondvraag kan dan eventueel nog gedaan worden tijdens de lunch. De voorzitter geeft het woord aan Ruud Marcus, voorzitter van afd. 9 Noord-Holland Noord. Introductie van mevrouw Veldman door Ruud Marcus Ruud Marcus vindt het een eer om de ALV in het Huis van Hilde te mogen houden. Hij is voorzitter van de afdeling. Zijn voorganger, Frans Diederik, kan vanwege vakantie niet aanwezig zijn. Dat is jammer, omdat juist hij ook een grote bijdrage heeft geleverd aan het oprichten van het Huis van Hilde. Ruud wenst iedereen een goede en vruchtbare vergadering en geeft het woord aan Anouk Veldman. Welkomstwoord door mevrouw Anouk Veldman, senior archeoloog en museum-locatie-manager van het Huis van Hilde Sinds augustus 2015 is Anouk museum-manager van het Huis van Hilde. Daarvoor was ze senior archeoloog bij het ADC, gespecialiseerd in de Romeinse tijd. Met tranen in de ogen kijkt ze naar al het moois dat er bij Tiel wordt gevonden. Echter nu heeft ze wel de kans om al zulks moois aan het publiek te tonen. Want bij een opgraving is het altijd weer de vraag: wat gebeurt er met de vondsten? Deze komen vaak in een doos terecht en er wordt een rapport over geschreven. Het geïnteresseerde publiek hoort daar vaak niets over en weet zo ook niet wat voor mooie schatten er in de bodem zitten. En zij kan dat nu laten zien. De provincie zocht enkele jaren geleden daartoe een exploitant voor publieksbereik, en hieraan heeft zij vanaf 2014 meegeholpen. Nu is ze museum-manager, ook al was dit eerst niet het idee. Het Huis van Hilde is nu bezig met de museumregistratie. Het is namelijk nog geen museum, maar officieel een depot met een tentoonstellingsruimte. Als exploitant gaat Anouk zelf niet over de collectie, maar alleen over publieksontvangst, reserveringen, tentoonstellingen, etc. Ze is zeer vereerd met de komst van de ALV van de AWN.

4 66 e Algemene Ledenvergadering 1. Opening Tonnie van de Rijdt, voorzitter van de AWN, opent om uur de vergadering. 2. Mededelingen, ingekomen stukken en vaststelling van de agenda Mededelingen: - Afmeldingen (zie bijlage) - Overlijden mevrouw Jo Stoel (afd. 16) en mevrouw Tromp (afd. 3): er wordt een ogenblik stilte in acht genomen ter nagedachtenis aan hen en alle andere dit jaar overleden leden. - De agenda is vastgesteld, er zijn geen nieuwe punten bijgekomen. - Joop Bosch (voorzitter afd. 1) vraagt naar de brief die hij heeft meegestuurd bij zijn aanmelding voor de ALV. De secretaris kan zich deze brief niet voor de geest halen. Joop licht kort de inhoud toe. Het onderwerp, bezwaar tegen de voorgestelde contributieverhoging, zal bij punt 7 aan de orde komen, evenals de brief van Fred van den Beemt met het bijbehorende antwoord van het bestuur. - Een aantal mensen meldt geen stukken te hebben gekregen. Dat klopt. In verband met de omvang van de stukken is besloten deze op de website te plaatsen en niet te versturen. Iedereen, die zich voor de ALV had aangemeld, heeft hierover via de bericht ontvangen. In eerste instantie waren deze niet alle aangekomen, waarna aan allen nogmaals een hierover is verzonden. Diegenen, die zich niet hadden aangemeld maar alleen hadden betaald, bleven bij deze verwittigingen dus buiten beeld. De voorzitter biedt haar excuus aan voor het verloop. Met de van meer gegevens voorziene ledenadministratie zullen de meeste -adressen straks bekend zijn en zal de informatie-verstrekking via de geschieden. Ook zal de aanmeldingsprocedure worden geëvalueerd. Vanuit de zaal komt het verzoek om de adressen in de Bcc te zetten, zodat ze niet alle overal zichtbaar zijn. Dat zegt de secretaris toe. 3. Verslag van de 65 e ALV van de AWN op zaterdag 9 april 2016 in Eindhoven Tekstueel: - P. 4: Robert Hirschel (afd. 7), onder Deskundigheidsbevordering Claudia Vandepoel. N.a.v.: - Dé Steures (afd. 6) stelt zijn versie beschikbaar met alle kleine tekstuele commentaren. 4. Jaarverslag 2016 van het landelijk bestuur en van de bestuurlijke werkgroepen De voorzitter stelt voor om het jaarverslag per pagina door te lopen voor vragen/opmerkingen/ aanvullingen. Ze bedankt en complimenteert de nieuwe secretaris voor zijn harde werk aan het jaarverslag. Tekstueel: geen op- of aanmerkingen. N.a.v.: - Dé Steures (afd. 6): laat de nieuwe secretaris niet alleen aan de ledenadministratie werken, maar laat hier minstens 2 personen aan werken. De voorzitter geeft aan bij punt 7 hier verder op terug te komen.

5 - We wachten nog steeds op de uitslag van de zaak 'Nieuwe Kerk', heel spannend. - Cor Westra (afd. 11) vindt het goed dat er actief contact is met bedrijven & detectoramateurs. De voorzitter vertelt dat er binnenkort een presentatie van het PAN-project komt. Een aantal organisaties is bezig met een manier voor het makkelijk melden van detectie-vondsten. In mei komt er een mededeling over. - Paul Flos (bestuur) heeft nieuw materiaal voor PR; dit zal hij tijdens de lunch beschikbaar stellen en toelichten. - Westerheem : dit is de laatste keer dat het er zo in staat. - Bijlage: Dick Bakkenes (afd. 7) geeft aan dat het adres van het secretariaat gewijzigd is. 5. Financiën Harmen Spreen, de penningmeester, legt uit dat de AWN in het verleden een grote subsidie kreeg; de begroting was daarop ingericht. Toen echter die subsidie in 2013 wegviel, is er eerst nog op dezelfde voet doorgegaan. Dit jaar wordt nu echt gevoeld dat we geen subsidie meer krijgen. De penningmeester is hier niet ongerust over; de AWN beschikt nog over voldoende geld. Afgelopen zaterdag heeft hij met de kascontrolecommissie gesproken. Het overzicht met plussen en minnen is een bekend overzicht, waarin een aantal posten met elkaar worden gesaldeerd. Dit jaar gaat hij het samen met de kascontrolecommissie evalueren. Het is wel goed bruikbaar om te zien waar alle belangrijke verschillen zitten. Financieel jaarverslag 2016 Matthijs Brug (afd. 1) had zijn vraag al via de mail gestuurd, maar wil het toch ook ter publiek stellen. Voor hem komt het overzicht wat onduidelijk over; er staat alleen Resultaat 2015, maar het gaat over Wat de betekenis is, is daardoor voor hem onduidelijk. De penningmeester legt uit dat het een financiële analyse is, die alle verschillen laat zien. Het is dus bedoeld om inzicht te geven, dus als het dit niet doet, voldoet het niet. Matthijs stelt voor om bij het begin van de jaarrekening een samenvatting van de werkelijke cijfers te geven, en dan de financiële analyse als bijlage toe te voegen. De penningmeester wil alleen niet dat de jaarrekening teveel pagina s in beslag neemt. Matthijs zou ook graag meer uitleg willen over welke posten zijn gecombineerd. Henk Hegeman (bestuur) stelt voor dat Matthijs een eigen versie maakt en dit doorstuurt als voorbeeld voor de penningmeester en de kascontrolecommissie. Els Koeneman (afd. 6) vraagt of misschien alleen een kolom 2016 nodig is. De penningmeester legt uit dat het overzicht niet hetzelfde is als de jaarrekening. De bedoeling is juist om het vergelijken mogelijk te maken. Joop Bosch (afd. 1) vindt dat het overzicht erg kort is geworden. Hij heeft enkele vragen: een grote inkomstenbron zijn de bijdragen van de leden, en daaraan is de begroting gekoppeld, maar het verschil in de contributie wordt niet toegelicht terwijl er voor staat. Dit lijkt hem onrealistisch en hij vindt dat er toelichting nodig is: er mist een stuk opbrengst. Zijn tweede vraag gaat over de bestuurskosten; hij vindt dat er te weinig toelichting over wordt gegeven en wil weten waar de overschrijding door komt. Verder mist hij de kosten van Van Dinther in de analyse. De penningmeester legt uit dat het verschil in de ledencontributie komt omdat nieuwe aanmeldingen na oktober niks meer betalen en omdat er geen inschrijfgeld meer is. Ook waren er in 2015 leden die dubbel hebben betaald en in 2016 waren er daarnaast leden met gratis abonnementen etc. De aanmeldingen door het jaar zijn geconcentreerd in de tweede helft van het jaar, dus dat kan het verschil van verklaren. Joop zegt er geen vertrouwen in te hebben, dat we de begrote contributie-inkomsten voor 2018 halen. Maar volgens de penningmeester is er geen reden om aan te nemen dat de ledenaantallen sterk zullen afnemen. Daarnaast wordt er nu gewerkt aan het werven van leden en dit loopt redelijk.

6 Over de bestuurskosten vertelt de penningmeester dat er in de loop van 2016 een analyse is gemaakt voor de hele AWN met betrekking tot datum en activiteit. De activiteiten waren vooral heel fors in het afgelopen jaar: o.a. bezoeken aan alle afdelingen om de beleidsplannen te bespreken. Dit was eenmalig in Daarnaast is het aantal bestuursleden afgenomen (van 11 naar 10), dus de bestuurskosten zullen wel weer afnemen. Het zit voornamelijk in de reiskosten. De penningmeester prefereert de toegevoegde waarde van een goede discussie met de kascontrolecommissie boven de mededeling van Van Dinther. Van Dinther doet nog steeds de controle op mutaties, verwerkt alles nog en leest mee hoe de jaarrekening tot stand is gekomen, de kascontrolecommissie kijkt naar de rechtmatigheid. Joop vraagt of de kascontrolecommissie ook kijkt naar wat er nog open staat aan ledencontributies. Hier kijkt de kascontrolecommissie niet naar. Ton van Bommel (afd. 12 en lid kascontrolecommissie) voegt toe dat de kascontrolecommissie geen accountants zijn. Het is vastgesteld dat het geld er is. Ze geven een mening over de stukken, maar kunnen ze niet meer veranderen, ze waren al klaar. Voor de rest hebben ze een goedkeuring aan Harmen gegeven. Joop complimenteert Ton, hij vindt het knap wat ze doen. Maar hij wil graag dat er een opdracht aan de kascontrolecommissie wordt geformuleerd, en dat de kascontrolecommissie hierover dan rapporteert. Het komt hem nu onduidelijk over, hij wil graag een toelichting. Ton zegt dat er wel een verslag is, maar dat deze niet met de ALV-stukken is meegestuurd. De voorzitter sluit de discussie door te stellen, dat het nu om een belangrijke verandering gaat met het doel om een betere verantwoording naar de leden te genereren. De penningmeester stelt dat de kascontrolecommisse haar werk heeft gedaan. Benoeming leden (opnieuw ingestelde) kascontrolecommissie De vraag is om de drie leden formeel aan te stellen en direct te herbenoemen, zodat ze nu niet al gelijk moeten aftreden. De ALV stemt hiermee in. Er zal worden voortgegaan op de ingeslagen weg. Décharge van het landelijk bestuur Het bestuur wordt door de leden, na kennis te hebben genomen van de bevindingen van de kascontrolecommissie, gedéchargeerd voor dit jaar. 6. Beleidsplan Het nieuwe beleidsplan heeft een lang voortraject gehad; vorig jaar was er al een goede aanzet. Het bestuur is naar de meeste afdelingen geweest. Op de Afgevaardigdendag is het beleidsplan besproken, het is met externen besproken, etc. De hoofdlijnen staan nu vast. De voorzitter stelt voor om het beleidsplan puntsgewijs door te lopen (per onderwerp). Matthijs Brug (afd. 1) vindt het lastig dat de stukken nu niet op papier zijn en vraagt om een korte samenvatting van het beleidsplan. De voorzitter legt uit dat er drie beleidspunten zijn, afgeleid uit de missie van de AWN: het bijdragen aan archeologische kennis, het uitdragen van die kennis en het bevorderen van publieke betrokkenheid en belangenbehartiging. De beleidsdoelen zijn zo concreet mogelijk gemaakt. Waar gaan we ons landelijk op richten om deze drie kerntaken zo goed mogelijk te realiseren. De afdelingen en de leden doen dan wel het meeste werk. Dit staat hier niet in; de afdelingen maken hun eigen beleidsplan. Er zijn zeven doelen opgesteld voor : a. De mogelijkheid voor archeologisch onderzoek versterken b. Ondersteuning van educatie en publieksbereik c. Belangenbehartiging landelijk en ondersteuning voor afdelingen d. Ledenwerving en behoud van leden e. Samenwerking met andere organisaties f. De organisatiestructuur van de afdelingen kritisch bekijken; de ene is groot, de andere is klein, zijn er samenwerkingsverbanden. Kan het zo door? Of moeten we het anders doen? g. De begroting in evenwicht houden met de financiële mogelijkheden

7 Beleidsdoel a (archeologisch onderzoek) Vooral nieuwe accenten en deskundigheidsbevordering van de vrijwilligers zijn belangrijk. Veldwerkeducatie, de basiscursus en de studiedagen zijn nu ondergebracht bij één bestuurslid. De basiscursus wordt door verschillende afdelingen gegeven, zodat vrijwilligers in het hele land mee kunnen doen. Ook is er samenwerking met bedrijven, zodat het meegraven bij opgravingen goed georganiseerd wordt. Daarnaast wordt er gewerkt aan de organisatie van een veldwerkeducatieweek in de zomer. Vrijwilligers zijn zeker nodig bij een een deergelijk grootschalig onderzoek; archeologie kan niet zonder vrijwilligers. Dat hopen we te versterken. - Ton van Bommel (afd. 12) over het meewerken met archeologische bedrijven: gemeenten spelen daar een rol in. Daar moet je eigenlijk zijn, want de gemeenten moeten bedrijven overtuigen dat vrijwilligers belangrijk zijn. Joop Bosch (afd. 1) vult aan dat daar in Drenthe voorbeelden van zijn. De voorzitter stelt dat er meer voorbeelden van zijn; dit begint te groeien. Ze roept iedereen op om naar de gemeenten te gaan en goede contacten te leggen. Dit is ook zinvol voor publieksbereik. - Joop waarschuwt,dat hier niet te gemakkelijk mee moet worden omgegaan en noemt een voorbeeld in Drenthe, waar gemeenten gebruik maken van vrijwilligers om glasvezel-aanleg te begeleiden. Dit is werk uit handen van professionals nemen. De voorzitter vult aan, dat je het niet moet doen, wanneer het onder de criteria van archeologisch onderzoek valt en dat je ook niet een heel traject moet begeleiden. In zo'n geval moet je bezwaar maken. Henk Hegeman (bestuur) nodigt Joop uit om hier een casus van te maken, voor publiciteit. Beleidsdoel b (educatie en publieksbereik) De voorzitter vermeldt de landelijke ontwikkelingen van de ArcheoHotspots en de Nationale Archeologiedagen. Ook de werkgroep Erfgoededucatie is steeds bezig met nieuwe activiteiten. Er zijn veel voorbeelden hoe het publiek enthousiast met archeologie in aanraking kan komen. - Imelda van Hooijdonk-Perreira (afd. 11): hoe bereik je jongvolwassenen? De voorzitter antwoordt dat dit de meest lastige doelgroep is; zij hebben andere dingen aan hun hoofd. Uit de Nationale Archeologiedagen is een rapport met aanbevelingen voortgekomen, eventueel social media, etc. Maar het is lastig om dit door vrijwilligers te laten ontwikkelen. Bij de ArcheoHotspot Utrecht zijn bijvoorbeeld wel nieuwe media in gebruikt. Beleidsdoel c (belangenbehartiging) Dé Steures (afd. 6) geeft het bestuur hiervoor een groot compliment. Het gaat bij dit beleidsdoel om het landelijk goed in de gaten te houden, onafhankelijk van gemeenten, etc. De AWN heeft nu ook echt een positie bij de RCE. Onze voorzitter is deze week aanwezig bij een discussiebijeenkomst met de minister. Zeker voor grote afdelingen is het wel lastig om contact te onderhouden met alle organisaties en gemeenten. Landelijk wil het bestuur dit ondersteunen waar dat kan, maar een afdeling moet wel zelf het initiatief nemen. Henk Hegeman (bestuur) bedankt de voorzitter en zegt dat ze zo goed schrijft dat ze zelfs de minister kan bereiken. Beleidsdoel d (versterking van ledenwerving en behoud van leden) Henk Kluitenberg, de secretaris, geeft aan dat er al 38 nieuwe leden zijn, waarvan 2 organisaties, en 16 opzeggingen; de aanwinst is redelijk. - Joop Bosch (afd. 1) ziet het behoud van leden als prioriteit, en hier maakt hij zich zorgen over. De ledenadministratie moet volgens hem landelijk versterkt worden en niet bij één persoon worden gelegd. De voorzitter legt uit, dat er al jarenlang wordt gesproken over de problemen met de huidige ledenadministratie bij Van Dinther, die overigens dit jaar gewoon blijft bestaan. Peter Weegels (afd. 17) zegt dat hij zijn ledenbestand had doorgenomen en op 140 leden 30 onvolkomenheden aantrof. Dus hij roept op om de administratie van Van Dinther na te lopen.

8 De secretaris stelt dat dit juist is wat hij gaat doen. Hij wil het ledenbestand niet alleen controleren, maar ook aanvullen, bv. met -adressen en deze gegevens beschikbaar stellen aan afdelingen. Dit kan hij niet alleen, maar zal hij met alle afdelingen in overleg samen doen. Aan het einde van het jaar is er dan een goed en uitgebreid bestand en dan zal er worden gekeken wat er mee moet gebeuren. Henk Hegeman (bestuur) voegt toe dat de secretaris daarna eventueel een professionele assistent kan krijgen. Het gaat nu echter eerst om het op orde krijgen van het bestand. - Irmel Dolman (afd. 11): de discussie gaat nu over de ledenadministratie, maar het moet meer inhoudelijk over de ledenwerving gaan. De AWN is een landelijke organisatie, maar er zijn maar weinig leden in vergelijking met andere landelijke organisaties Irmel heeft in Dordrecht gemerkt, dat je moet meegaan met bestaande organisaties; daar moet je als afdeling echt actiever in zijn om mensen te bereiken, ook met lezingen en publicaties. Nu krijgt Dordrecht ook een stadswandeling. Publiek bereiken gebeurt volgens haar nog te weinig; de AWN is niet altijd bekend. De voorzitter onderschrijft dit: meer naar buiten toe treden en zichtbaar zijn. - De secretaris vermeldt dat er een landelijke stand, inclusief promotiemateriaal, beschikbaar is voor alle afdelingen. Die staat vandaag bij een activiteit in Hoorn. Alle afdelingen worden uitgenodigd hiervan gebruik te maken. - De voorzitter zegt dat het aanbieden van de basiscursus aan niet-leden ook helpt bij het aantrekken van leden. ArcheoHotspots zijn ook een goede manier om nieuwe mensen aan te trekken. Dit aantrekken van nieuwe leden kunnen alle afdelingen zelf doen. Beleidsdoel e (goede lijnen met erfgoedorganisaties) Hier is het bestuur veel mee bezig geweest, reden waarom de bestuurskosten toe zijn genomen: veel bijeenkomsten met organisaties. Dit werkt en is nodig. Archeologische bedrijven en de RCE zijn de belangrijkste contacten. Het bestuur heeft het FIM-lidmaatschap opgezegd. We moeten ons meer richten op natuurorganisaties, zoals het IVN. Dit zijn organisaties, die veel vrijwilligers bereiken. Het is dus nuttig om te zien hoe zij dat doen, en of we met hen kunnen samenwerken. Het IVN gaat een cursus ontvangen van publiek geven voor de ArcheoHotspots. Er wordt gezocht naar meer manieren om aan die samenwerking invulling te geven. Dat is niet alleen landelijk, maar het is ook aan de afdelingen om met andere organisaties contact te zoeken, ook met bv. heemkundekringen. De voorzitter roept de afdelingen op om het bestuur te laten weten als daar iets voor nodig is. Beleidsdoel f (organisatiestructuur) Er zijn grote en kleine afdelingen, actieve en minder actieve afdelingen, en binnen de afdelingen zijn er 73 lokale werkgroepen. Dat maakt onze organisatie ingewikkeld. Hoe betrek je die lokale groepen en hoe regel je de financiën, etc. Veel gebeurt lokaal. Er moet gekeken worden wat we op welke schaal organiseren. Het bestuur gaat een planning maken hoe dat aan te pakken (bv. de afdelingen weer bezoeken, maar dan gaan de bestuurskosten weer omhoog, of bv. bijeenkomsten houden). Dit hoeft nog niet voor volgend jaar klaar te zijn. Beleidsdoel g (financieel evenwicht) De AWN heeft veel ambities, maar hier is geld voor nodig. - Dé Steures (afd. 6) is afgelopen week bij twee boekpresenstaties van historische verenigingen geweest. Er waren veel mensen, die hij niet kende, maar die wel heel geïnteresseerd waren. Hij ziet hier een groot potentieel! - John Jansen (afd. 16) heeft het verzoek om de uitwerking hiervan en suggesties voor de uitvoering toe te voegen aan het jaarverslag zodat dit elk jaar te zien is. De voorzitter legt uit dat er een actieplan per jaar komt en dat wordt elk jaar geëvalueerd. John zegt dat hij ook behoefte heeft aan kwantificatie. De voorzitter wil vooral aangeven wat we gaan doen, en wat het effect is geweest. Hier gaat ze zeker iets mee doen.

9 Tot slot doet de voorzitter een oproep voor nieuwe leden voor de landelijke werkgroepen. Het is leerzaam om aan een landelijke werkgroep mee te doen. Hier komt ook aandacht voor in de nieuwe uitgave van het magazine. Hiermee is het beleidsplan aangenomen. Het bestuur gaat zich nu bezig houden met het actieplan en het (laten) uitvoeren. 7. Begroting, incl. voorstel soorten lidmaatschap en contributie m.i.v Eerst vraagt de voorzitter aan Joop Bosch (afd. 1) om toelichting over de brief van zijn afdeling. Hij legt uit dat hun afdeling niet kan instemmen met de aan de ALV voorgelegde contributieverhoging. Hierover ontvingen zij een groot aantal opmerkingen en hij denkt dat de ledenaantallen zullen afnemen. Hij vindt 10,00 een te groot verschil t.o.v. een abonnement op Archeologie in Nederland. Ook is er volgens Joop een wijziging van de Statuten nodig. Er zou nu overal nog "Westerheem staan, en ook door het veranderen van de lidmaatschappen is aanpassing nodig. Die voorzitter zegt toe dat de Statuten zullen worden beoordeeld, maar het kan niet elke keer worden gedaan. Dus het plan is om eerst te kijken wat de situatie wordt n.a.v. de ledenadministratie. De bezwaren van afd. 1 zullen meegenomen worden. De penningmeester legt uit, dat de begroting alleen sluit met een contributieverhoging, en dat het niet om 10,00 gaat, maar om 5,00. De penningmeester wil eigenlijk dat ArcheoBrief-abonnees AWN-lid worden. Uit de zaal komt de vraag of er zicht is op de mate van overlap. De penningmeester vermeldt dat 300 abonnees van de ArcheoBrief ook Westerheem ontvingen. Iedere dubbele abonnee is lid van de AWN gebleven. De adressen zijn allemaal gecontroleerd. Het enige risico is dat mensen de Westerheem op een privé adres kregen, en de ArcheoBrief via een zakelijk adres, en dat ze nu het blad dus twee keer krijgen. Dan willen ze misschien geen AWN-lidmaatschap meer. De contributie is al een aantal jaren niet verhoogd. De dingen, die we doen, leiden tot een tekort. - Toine Maas (afd. 12/Stichting Matrijs mede-uitgever Archeologie in Nederland): zowel de AWN als Matrijs heeft belang bij een stijging van het aantal leden cq. abonnees. De abonnementsprijs gaat op verzoek van de AWN ook met 5,00 omhoog. Dit is een eerder gemaakte afspraak. De exploitatie van het blad verbetert met zo'n verhoging, want dan komen er bij beiden meer inkomsten. Als de penningmeester aangeeft, dat de contributie met 5,00 omhoog gaat, gaat de abonnementsprijs dus ook 5,00 omhoog. Het besluit tot verhoging is dus aan de AWN. - Joop Bosch (afd. 1) is blij met de toelichting van de penningmeester. Maar door de samenwerking met een commerciële partij is hij bang dat het eigendom van de AWN is verkocht aan Matrijs. Toine legt uit, dat het blad een gezamenlijke exploitatie kent en daardoor eigendom blijft van de AWN. De AWN is uitgever, en ook Stichting Matrijs is uitgever. - Joop vraagt waarom het dan niet één blad is. Toine stelt, dat er 380 abonnees zijn,zoals bijv. bibliotheken, die geen lid willen of kunnen zijn, maar wel een abonnement willen hebben. Het is los gehouden, zodat een verenigings-onafhankelijk abonnement mogelijk blijft. De voorzitter legt uit, dat er hierdoor ook losse verkoop mogelijk is. Instanties, zoals veel musea, wilden Westerheem niet ter verkoop aanbieden, omdat het een verenigingsblad was. Voor een blad als Archeologie in Nederland wil men dat wel. William ten Brink (bestuur) benadrukt het gezamenlijke belang hiervan. - Joop vraagt wat er gebeurt met de specials van Westerheem. Toine zegt dat er bij een vroegtijdige aankondiging een boek van gemaakt kan worden. Dus de specials kunnen blijven. Joop vraagt of de specials in de begroting zijn meegenomen. Volgens de penningmeester zaten de specials niet in de begroting (extern gefinancierd). De rest van het blad zit wel in de begroting.

10 - De voorzitter begrijpt dat er kritisch gekeken wordt naar het blad, ook financieel, maar ze wil ook benadrukken, dat er veel positieve geluiden binnenkomen. Irmel Dolman (afd. 11) voegt daaraan toe dat ze het blad goed vindt voor ledenwerving en het bereiken van publiek. Jan Coenraadts (afd. 17) sluit zich ook aan bij de voorzitter, over 5,00 meer maakt hij zich geen zorgen. - Joop Bosch (afd. 1) zegt dat de relatie tussen de AWN en het AWN - Archeologiefonds er een is van vier handen op een buik. Dus hij denkt dat het geen probleem zou moeten zijn om te putten uit het AWN - Archeologiefonds ter compensatie van het niet doorvoeren van de contributieverhoging. De voorzitter zegt, dat er op de ALV van 2016 is besloten om de jaarlijkse bijdrage uit het AWN - Archeologiefonds te stoppen, omdat dit bedoeld is voor speciale projecten. - Imelda van Hooijdonk-Perreira (afd. 11) vraagt of het misschien een optie is om te kijken naar alternatieve manieren van betalen, bv. per kwartaal of maandelijks, als de extra 5,00 problemen oplevert. De penningmeester legt uit dat het binnen verenigingen normaal is, dat mensen die problemen hebben met betalen, zich bij de penningmeester melden, en dan kan er in termijnen worden betaald. De verenging moet niet bang zijn om de contributie te verhogen. De vorige keer was in Er resteert nog een gat van 6.000,00. Ook Van Dinther zal kijken hoe dit gat gedicht kan worden. - Dick Bakkenes (afd. 7) vraagt wat het effect is van het magazine op de begroting. Hij ziet een kostenverhoging, maar op termijn juist een kostenverlaging van 2.000,00. Toine Maas (afd. 12, Stichting Matrijs) vertelt, dat er in het eerste jaar basiskosten en een kleine kostenpost voor wervingsmateriaal zijn. Het doel is meer leden te werven. De penningmeester legt uit dat het nu een groter blad is met nu ook een professionele (eind)redactie. Dus dat zijn weer wat meer kosten. Kostenverlaging was dan ook niet de eerste inzet. Stemming Er wordt gestemd of de contributieverhoging moet worden doorgevoerd. Afd. 1 zegt nee. Voor: 60, tegen: 6. Hierbij is de contributieverhoging goedgekeurd. Er wordt gestemd over de begroting. Voor: 64, tegen: 2. Hierbij is de begroting aangenomen. 8. Verkiezing bestuursleden Er zijn twee aftredende bestuursleden: Ruud Raats (statutair) en Jan Venema (tussentijds). Vanavond wordt bij het diner afscheid van hen genomen. Als nieuwe bestuursleden worden voorgesteld: Channa Cohen Stuart (educatie vrijwlligers, niet aanwezig) en Willem de Rhoter (LWAOW, voorheen actief als duiker en in meer verenigingen). De ALV stemt in met de nieuwe bestuursleden. Daarnaast wordt Henk Kluitenberg benoemd als nieuwe secretaris. Hij heeft zichzelf gemeld na het aftreden van de secretaris vorig jaar. Het bestuur is heel blij met hem. Ook wordt Harmen Spreen herbenoemd voor een periode van vier jaar. Tonnie van de Rijdt, de voorzitter, moet volgend jaar statutair aftreden. Ze roept iedereen op om uit te kijken naar een opvolger. 9. Huishoudelijk reglement Wegens een gebrek aan tijd is dit agendapunt niet behandeld.

11 10. Uitreiking van de Bronzen Legpenning(en) Er zijn al een paar jaar weinig nominaties voor de Bronzen Legpenningen geweest. Dit jaar zijn er vier binnengekomen en ook gehonoreerd. De voorzitter verzoekt Corrie Lugtenburg (afd. 11), Irmel Dolman (afd. 11), Ton van Bommel (afd. 12) en Henk Rebel (afd. 12) naar voren te komen. Ton is voorgedragen door afdeling 5, waar hij vele jaren actief is geweest, en de anderen door hun eigen afdeling. Allen ontvangen de legpenning, een oorkonde en een bloemetje. Vanwege tijdgebrek kunnen ze slechts kort geroemd worden en zal hier na de vergadering nog een vervolg op komen (NB: buiten in het zonnetje met de foto's). In het volgende AWN Magazine zal een uitgebreidere motivering voor de toekenning van de Bronzen Legpenningen komen. 11. ALV 2018: voorstellen voor locatie en datum Als locatie is Vlaardingen voorgesteld. Hier zijn volgend jaar allerlei festiviteiten in verband met 1000 jaar Slag bij Vlaardingen. 12. Jaarverslag en financieel verslag van het AWN - Archeologiefonds Wegens een gebrek aan tijd is dit agendapunt niet behandeld. 13. Rondvraag De voorzitter onderbreekt om uur de vergadering voor de lunch. Na de lunch wordt de rondvraag geopend om uur. - Henk Hegeman (bestuur) doet een oproep voor een nieuw fenomeen: de jaarlijkse studiedag conflictarcheologie. De eerste studiedag vindt op 22 april plaats in het Nationaal Militair Museum. Er komen allerlei aspecten van conflictarcheologie aan bod en in de middag zijn er excursies in het nieuwe gebouw van het museum en de atoombunkers uit de Koude Oorlog. Ook kunnen er shelters van de Amerikaanse luchtmacht worden bezocht. Als er niet genoeg aanmeldingen zijn, gaat het niet door. - Paul Flos (bestuur): de goodies die hij heeft meegenomen zijn een bestekje, handig tijdens veldwerk, en mikado, want voor archeologie heb je geduld nodig en dat kun je hiermee kweken. Hij heeft verder nog jojo s en oude folders waarin nog Westerheem staat; vorig jaar zijn er gemaakt; het is zonde om deze weg te gooien. Ook heeft hij een veldwerkpas; dit was een vraag van afdelingsbesturen. De veldwerkpas kan worden uitgegeven aan mensen, die in het veld bezig zijn. Er zit geen juridische waarde aan, maar het is wel om aan te tonen waarom je ergens bezig bent. Elke afdeling kan een stapeltje meenemen. Het is aan de afdelingen intern, hoe dit administratief wordt verwerkt. De nieuwe website draait vanaf 1 januari. Er zijn nog een paar afdelingen die over moeten, die worden daarvoor benaderd. Afdelingen worden geholpen om over te gaan, maar de werkgroep gaat niet over de inhoud. Ook pull-down menuutjes moeten aangeleverd worden. - De secretaris zegt dat er in de folder secretariaat i.p.v. "secretaris" staat, maar aanmelden gaat nu via de website. - Hans Bruggeman (afd. 20/commissie deskundigheid): de commissie wil graag een plekje op de website, net als de afdelingen. Ze zijn hier al jaren mee bezig, maar het is steeds niet gelukt. Hij wil hierover graag van gedachten wisselen met Paul Flos; Paul stemt in.

12 De commissie heeft het idee voor een bouwhistorie weekend in Maastricht op 4-5 oktober, en Hans vraagt aan de afdelingen om te inventariseren welke mensen daar belangstelling voor hebben. - Belangenbehartiging moet op de website nog geüpdatet worden. - De Reuvensdagen van dit jaar hebben als thema 'citizen-science' (burgerwetenschap). De AWN wil graag een sessie organiseren. De voorzitter doet een oproep voor een voorbeeld van een gezamenlijk project van burgers, vrijwilligers en professionals, waarbij er een heel nauwe samenwerking is. Dan kan dit als voorbeeld worden gemeld tijdens de sessie. 14. Sluiting De voorzitter sluit om uur de vergadering. Ze bedankt iedereen voor een vruchtbare vergadering. Er zal hard aan de slag worden gegaan met de beleidsplannen. Ze wenst iedereen een plezierige middag. Middagprogramma 1. Rondleiding door het Huis van Hilde onder leiding van een vrijwilliger: kan ook zelf 2. Rondleiding door het Archeologisch Depot onder leiding van Martin Veen: korte ronde langs de depots, heel uniek want dit is normaal gesloten. 3. Rondleiding buiten als kennismaking met conflictarcheologie onder leiding van John Heideman, specialist m.n. WOII, boeken gepubliceerd.

13 AANWEZIGEN OP DE ALV TE CASTRICUM voornaam achternaam afd. voornaam achternaam afd. Tonnie van de Rijdt B Frans Muller 09 Wim Schennink B mevr. Muller - Henk Kluitenberg B W.J.C. Nieuwenhuis 11 Harmen Spreen B Joan van Pelt 11 Paul van Wijk B Ben Peltenburg 11 Henk Hegeman B A.C.M. (Guus) van der Poel 08 William ten Brink B Henk Rebel 12 Ruud Raats B Willem de Rhoter 01 Paul Flos B W.A.M. Roelvink 10 Jan Venema B Kees de Rooij 19 Louise Olerud Bn Jaap van Rossum 09 Maybritt van der Scheer 03 Piet de Baar 06 Narda Schilt 16 P. Baarslag 07 Peter Seinen 23 Dick Bakkenes 07 Fre Spijk 20 Menno de Boer 03 Henk Stuurman 14 Jan Boes 21 Winnie van Vegchel 23 Jeroen Bolhuis 18 M.J. Versteeg 05 Ton van Bommel 12 Peter Weegels 17 Joop Bosch 01 M.D de Weerd 09 Ad Brand 23 Hilde van Wensveen 08 Matthijs Brug 01 Jan Werschkull 21 Hans Bruggeman 20 Cor Westra 11 Aad Bruijns 10 Rino Zonneveld 09 Toos Busch 11 Marijn Lockefeer 12 Jan Coenraadts 17 Els Koeneman 06 Maaike Diekema 11 Ruud Hemelaar 23 Irmel Dolman 11 Dé Steures 06 Wim t Hart 05 MET KENNISGEVING AFWEZIG Robert Hirschel 07 Baduhenna Heiloo 09 Paul Hoogers 05 Bestuur van afdeling 18 Imelda van Hooijdonk-Perreira 11 Bram van den Band 07 Joost van Hooijdonk-Perreira - Niek Beeke 10 John Jansen 16 Fred van den Beemt 01 Gerti de Koeijer 02 Jeroen ter Brugge 08 Henk Kooiker 20 Emile Eimermann 14 Teus Koorevaar 11 Dicky de Koning 10 Corrie Lugtenburg 11 Saïd Mooijman 01 Albert Luten 08 Bram van der Walle 17 Toine Maas (Matrijs) 12 Herman Lubberding E Ruud Marcus 09 Channa Cohen Stuart B

14 07 Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie BEGROTING VAN DE AWN VOOR april 2018 De begroting 2019 wijkt op een aantal posten af van de begrote bedragen voor Tendensen uit het verleden en ontwikkelingen in 2017 zijn waar nodig en indien van toepassing doorgetrokken. Inmiddels is ook duidelijk geworden dat de AWN het secretariaat en de ledenadministratie vanaf 1 januari 2018 in eigen beheer gaan voortzetten. Het begrote bedrag voor Bureau AWN in 2019 is daarom op nihil gezet. De materiële lasten zullen wel beperkt toenemen, doordat een aantal bureaukosten nu gedeclareerd zal gaan worden. Over de ondersteuning bij de administratie-voering zal pas in de loop van 2018 een beslissing worden genomen. Deze begrotingspost is vooralsnog gehandhaafd. De lasten voor Archeologie in Nederland en AWN Magazine nemen licht toe, o.a. door de grotere hoeveelheden (kleuren)afbeeldingen en de daarmee samenhangende lithografiekosten. Rekening houdend met ontwikkelingen in de begrotingspost Bureau AWN en Archeologie in Nederland verwachten wij voor 2018 een behoorlijk begrotingsoverschot. Als dit wordt gerealiseerd zal het overschot in 2018 worden toegevoegd aan de algemene reserve, waarop de afgelopen jaren behoorlijk is ingeteerd als gevolg van de beëindiging van de rijkssubsidie. De begroting 2018 zelf is niet aangepast ten opzichte van de eerder gepubliceerde versie en dus in overeenstemming met eerdere besluitvorming. Een korte toelichting op een aantal overige posten in de begroting 2019: - de baten uit contributies zijn begroot, rekening houdende met een stijging van het contributiebedrag voor het basis-lidmaatschap van 50,00 naar 55,00 per 1 januari vanwege de positieve ontwikkelingen in de financiën van de AWN kunnen we daarnaast in 2019 de retributies aan de afdelingen verhogen. In de begroting 2019 wordt rekening gehouden met het verhogen van het bedrag per afdelingslid van 5,00 naar 7,50. - de uitgaven website zijn begroot op de werkelijke kosten en de kosten voor deskundigheids-bevordering (excl. projecten, blijven vrijwel op het bestaande niveau en conform begroting voorgaande jaren. - de rentebaten zijn vastgesteld op nihil, in overstemming met de thans door bankiers gehanteerde rentevergoedingen en de lagere banktegoeden. Begroting 2019 Exploitatierekening Werkelijk Begroting Begroting Baten: Opbrengsten: Contributies Activiteiten landelijke werkgroepen Verkoop publicaties e.d Jaarvergadering Advertenties Totaal opbrengsten: Giften Projectsubsidies Som der baten:

15 Vervolg Begroting 2019 Exploitatierekening Lasten: Werkelijk Begroting Begroting Bureau AWN (secretariaat en ledenadministratie) Materiële lasten beheer: Bestuur Administratiekosten Bank- en portokosten Drukwerk en kantoorbenodigdheden Kosten jaaroverzicht Contributies en abonnementen Verzekeringen en veiligheid Posters, folders etc Totaal materiele lasten Totaal beheerlasten Materiële lasten - activiteiten: Jaarvergadering AWN Magazine (Verenigingsnieuws) Afgevaardigdendag Dotaties lustrum, afdelingen en kosten penningen Afdelingen Public Relations & Communicatie Website Totaal materiële lasten Deskundigheidsbevordering: Activiteiten landelijke werkgroepen* Kosten projecten Archeologie in Nederland (incl. porti) Kosten redactie Totaal deskundigheidsbevordering Totaal activiteitenlasten Som der lasten: Exploitatieresultaat (11.741) (6.300) Saldo rentebaten - en lasten Per saldo baten Resultaat (11.626) (6.000) * Hiervoor zijn vier werkgroepen gevormd: Deskundigheidsbevordering incl. graafactiviteiten Jeugd en Archeologische Erfgoededucatie Belangenbehartiging Conflictarcheologie

16 08 Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie VOORSTELLEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT Ten gevolge van de veranderingen van de laatste jaren binnen de vereniging is het nuttig, wellicht nodig, om het Huishoudelijk Reglement eens tegen het licht te houden, uiteraard in samenhang met de Statuten. Hieronder volgt een concept-ideeën m.b.t. een vernieuwd Huishoudelijk Reglement, met (in cursief blauw) de gevolgen voor de Statuten, bedoeld voor een eerste discussie op hoofdlijnen van beleid. De vergadering wordt om input gevraagd; besluitvorming op de ALV van Huishoudelijk Reglement van de AWN, vereniging van vrijwilligers in de archeologie, gevestigd te 's Gravenhage. Naam en zetel Artikel 1 Naam, zetel en duur zijn omschreven in de artikelen 1 en 2 van de Statuten. Doel en middelen Artikel 2 1. Doel en middelen zijn omschreven in de artikelen 3 en 4 van de Statuten. 2. De financiële middelen van de vereniging worden beheerd door de algemeen penningmeester. Artikel 5 van de Statuten kan worden : 1. De leden van de vereniging zijn basisleden, jongerenleden, huisgenootleden, geassocieerde leden en ereleden. 2. Het lidmaatschap voor natuurlijke personen kan worden verkregen vanaf de leeftijd van veertien jaar. 3. Basisleden zijn - na reglementaire aanmelding - natuurlijke personen, die de leeftijd van achtentwintig jaar hebben bereikt, of rechtspersonen. 4. Jongerenleden zijn natuurlijke personen, die bij aanmelding de leeftijd van achtentwintig jaar nog niet hebben bereikt. 5. Huisgenootleden zijn natuurlijke personen, die op hetzelfde adres wonen als een natuurlijk persoon als basislid. 6. Geassocieerde leden zijn natuurlijke personen, die lid zijn van een vereniging, die als rechtspersoon basislid is. 7. Ereleden zijn leden, die door de algemene ledenvergadering tot erelid zijn benoemd. Artikel 6 hier op afstemmen (iets inkorten) Leden (de soorten leden staan nu in de Statuten; de rechten en plichten hieronder in het HR) Artikel 3 1. De soorten leden zijn omschreven in artikel 5 van de Statuten. 2. Het lidmaatschap van de vereniging wordt verkregen zoals omschreven in artikel 6 van de van de Statuten. 3. Bij aanmelding wordt men lid van de AWN-afdeling, waarbinnen de woonplaats valt, tenzij men aangeeft lid te willen worden van een andere afdeling. Valt de woonplaats buiten elke AWNafdeling, dan wordt het lidmaatschap verbonden aan de AWN-afdeling, die geografisch het meest nabij gelegen is.

17 4. Het lidmaatschap gaat in na een geldige aanmelding en betaling van de verschuldigde contributie. 5. Jongerenleden, huisgenootleden en geassocieerde leden betalen een gereduceerd bedrag aan contributie. 6. Ereleden zijn vrijgesteld van contributie. 7. Het dagelijks bestuur kan met betrekking tot nader te omschrijven groepen en in individuele gevallen coulance met betrekking tot de contributie toepassen. 8. Contributies dienen binnen twee maanden na kennisgeving te zijn betaald. 9. Huisgenootleden en geassocieerde leden ontvangen het tijdschrift van de AWN niet. 10. Geassocieerde leden kunnen geen bestuursfuncties vervullen. 11. Alle leden hebben stemrecht. 12. Alle leden hebben recht op toegang tot en deelname aan de activiteiten van de vereniging. 13. Het lidmaatschap eindigt op de wijze, genoemd in de artikelen 7 en 8 van de Statuten. opmerking : evt. van 'contributies' een eigen artikel maken, los van de andere rechten en plichten. artikel 9 van de Statuten kan vervallen, evenals artikel 27 lid 2 (inschrijfgeld) Ledenvergadering (lid 2 kan vervallen) Artikel 4 Doel, regels en bevoegdheden van de algemene ledenvergadering zijn omschreven in de artikelen 11, 12 en 13 van de Statuten. Artikel 5 1. De algemene ledenvergadering benoemt jaarlijks uit haar midden een kascontrolecommissie, bestaande uit twee leden en een reservelid. 2. Zij mogen geen deel uitmaken van het bestuur. 3. Een lid van de kascontrolecommissie blijft maximaal twee opeenvolgende jaren in functie. 4. Elk jaar treedt het lid van de kascontrolecommissie, dat het langst zitting heeft, af. Het reservelid treedt toe tot de commissie. De jaarvergadering benoemt een nieuw reservelid. 5. De benoeming van de kascontrolecommissie blijft achterwege indien lid 4 van artikel 11 van de Statuten van toepassing is. de toelichting bij artikel 11 lid 3 f van de Statuten kan vervallen. de datum bij artikel 11 lid 3 i dient te worden gewijzigd in "drie weken vóór de ledenvergadering". Hoofdbestuur en dagelijks bestuur Artikel 6 1. De taken en bevoegdheden van het hoofdbestuur en het dagelijks bestuur zijn omschreven in de artikelen 14 tot en met 22 van de Statuten. 2. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls daaraan behoefte is, doch ten minste viermaal per jaar, voorafgaande aan de vergaderingen van het hoofdbestuur. 3. Door de voorzitter en de secretaris kunnen respectievelijk de vice-voorzitter en de penningmeester worden gemachtigd tot het in en buiten rechte vertegenwoordigen van de vereniging inzake vooraf vast te stellen taken. 4. Een lid van het hoofdbestuur kan, na goedkeuring van het hoofdbestuur, zich laten adviseren door derden en kan voor specifieke taken een commissie samenstellen. Het lid van het hoofdbestuur houdt de eindverantwoording. de vermelding "oneven" in artikel 14 lid 1 van de Statuten kan weg (in de praktijk niet altijd haalbaar).

18 Medewerkers in loondienst Artikel 7 1. Het aanstellen alsmede ontslaan van bezoldigde medewerkers door het hoofdbestuur is omschreven in artikel 23 van de Statuten. 2. Controle op het functioneren van een bezoldigd medewerker geschiedt door het dagelijks bestuur en het hoofdbestuurslid onder wiens verantwoordelijkheid de werkzaamheden worden uitgevoerd. Afdelingen (artikel 7: "in tweevoud" vervalt) Artikel 8 1. Functie en doel van de afdelingen zijn omschreven in artikel 24 van de Statuten. 2. Een verzoek als bedoeld in artikel 24 lid 3 van de Statuten om een nieuwe afdeling in het leven te mogen roepen, kan worden afgewezen wanneer, naar het oordeel van het hoofdbestuur, aan de belangen van een of meer bestaande afdelingen afbreuk zal worden gedaan. 3. De taak van de afdeling is om binnen haar territoir inhoud te geven aan de artikelen 3 en 4 van de Statuten. 4. Het afdelingsbestuur bestaat uit ten minste drie bestuursleden, door de stemgerechtigde leden van de afdeling uit hun midden gekozen. 5. Jaarlijks wordt ten minste een afdelingsvergadering gehouden, waarop het afdelingsbestuur een overzicht geeft van de werkzaamheden van de afdeling in het afgelopen jaar. Tevens vindt op deze vergadering de verkiezing van bestuursleden plaats. 6. Het afdelingsbestuur onderhoudt de contacten met het hoofdbestuur en informeert de leden van de afdeling over mededelingen en verzoeken van het hoofdbestuur. 7. Het afdelingsbestuur zendt jaarlijks voor eind mei een overzicht van de activiteiten van de afdeling aan de algemeen secretaris en een financiële verantwoording over het afgelopen jaar, alsmede een begroting voor het komende jaar, inclusief rapportage van de kascontrolecommissie aan de algemeen penningmeester. 8. De financiële verantwoording wordt gecontroleerd door de, op de voorgaande afdelings(jaar)- vergadering aangestelde, kascontrolecommissie. Décharge wordt verleend door de afdelings- (jaar)vergadering. 9. De afdeling dient een huishoudelijk reglement op te stellen en ter goedkeuring aan te bieden aan het hoofdbestuur. Het huishoudelijk reglement mag niet strijdig zijn met de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van de AWN. 10. Het afdelingsbestuur ziet bij alle activiteiten, onder zijn verantwoording uitgevoerd, toe op naleving van de ARBO-richtlijnen voor vrijwilligersorganisaties. 11. Een afdeling kan voor bepaalde werkzaamheden werkgroepen instellen. Deze verrichten hun werkzaamheden onder verantwoording van het afdelingsbestuur. vanaf dit punt klopte de oude artikelnummering niet (er waren geen artikel 9 en 13) Artikel 9 1. De financiële middelen van de afdelingen bestaan uit: a. de retributie van het hoofdbestuur. b. vrijwillige bijdragen van het hoofdbestuur, de leden van de afdeling en van derden. 2. De hoogte van de retributie wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering. 3. De retributie wordt per halfjaar uitgekeerd; de hoogte is afhankelijk van het aantal leden op 1 januari en op 1 juli van het lopende verenigingsjaar. 4. De retributie wordt uitsluitend uitgekeerd indien het hoofdbestuur akkoord gaat met het gevoerde beleid. 5. Bij het niet tijdig inzenden van het goedgekeurde financiële verslag en de begroting wordt geen retributie uitgekeerd. 6. Aan werkgroepen uit de afdeling wordt door het hoofdbestuur geen retributie of een bijdrage verstrekt.

19 Artikel 10 Verwoording van rechten en plichten van de afdeling bij het opgraven : opnieuw opstellen op basis van de nieuwe wet- en regelgeving, met verwijzing daarnaar. Artikel 11 (lid 4 is nieuw, lid 5 - was 4 - is gewijzigd) 1. Een afdeling zonder rechtspersoonlijkheid kan worden opgeheven op de wijze als aangegeven in artikel 24, achtste lid, van de Statuten. 2. Eigendommen, alsmede het gehele archief van de opgeheven afdeling, worden overgedragen aan het hoofdbestuur. 3. Een afdeling kan door het hoofdbestuur als "tijdelijk niet functionerend" worden aangemerkt, indien geen volledig bestuur kan worden gekozen. 4. De leden van een tijdelijk "niet functionerende afdeling" worden gedurende de periode van het niet functioneren ondergebracht bij een wel functionerende afdeling met behoud van rechten en plichten. 5. Lid 2 van dit artikel is eveneens van toepassing op een afdeling met eigen rechtspersoonlijkheid, die conform artikel 24 lid 9 van de Statuten, geen afdeling van de AWN meer zal zijn. Afgevaardigdenvergadering (wijziging van lid 3) Artikel Frequentie en doel van de afgevaardigdenvergadering zijn omschreven in artikel 26 van de Statuten. 2. Aan de afgevaardigdenvergadering nemen ook vertegenwoordigers van de landelijke werkgroepen deel. 3. Op advies of verzoek van het hoofdbestuur kunnen naast vertegenwoordigers van de afdelingsbesturen ook leden en derden deelnemen, aan wie onderzoekstaken zijn verzocht of gedelegeerd. Geldmiddelen en bezittingen van de vereniging Artikel 13 De wijze, waarop de geldmiddelen en bezittingen van de vereniging moeten worden beheerd, staat omschreven in de artikelen 27 tot en met 30 van de Statuten. Landelijke werkgroepen Artikel Het instellen van landelijke werkgroepen die, door het uitoefenen van een specifiek en gespecialiseerd onderdeel van de archeologie de grenzen van de afdelingen overschrijden, is omschreven in artikel 25 van de Statuten. 2. Leden van de in artikel 1 bedoelde werkgroepen zijn lid van de AWN. 3. Op verzoek kan het hoofdbestuur een uitzondering maken voor de in artikel 2 bedoelde leden ten aanzien van het lidmaatschap van de AWN. 4. De landelijke werkgroepen kiezen uit hun midden een bestuur dat verantwoording verschuldigd is aan het hoofdbestuur. 5. Wanneer de landelijke werkgroep door het hoofdbestuur de status van afdeling is verleend, kan de werkgroep aanspraak maken op een bijdrage in de kosten. Deze bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld door het hoofdbestuur. 6. De middelen van de landelijke werkgroepen bestaan verder uit subsidies, vrijwillige bijdragen van leden en van derden. 7. De rechten en plichten van de landelijke werkgroepen komen overeen met die van de afdelingen, zoals omschreven in artikel 24 lid 6 tot en met 9 van de Statuten.

20 Tijdschrift Artikel 15 De AWN geeft conform artikel 4 sub e van de Statuten een tijdschrift uit genaamd Archeologie in Nederland inclusief het verenigingsorgaan AWN Magazine 1. Artikelen worden geplaatst onder verantwoordelijkheid van de redactie. 2. De redactieleden worden op voordracht van de hoofdredacteur door het hoofdbestuur va de AWN benoemd. 3. De hoofdredacteur wordt door het hoofdbestuur van de AWN benoemd en maakt deel uit van het hoofdbestuur. Bij afwezigheid wordt hij/zij door een ander lid van de redactie vertegenwoordigd bij de vergaderingen van het hoofdbestuur. 4. Ten minste eenmaal per jaar vergadert het dagelijks bestuur van de AWN met de redactie. 5. Mededelingen en convocaties over de algemene ledenvergadering, landelijke excursies en instructiekampen worden geplaatst onder verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur. 6. Publicaties, ter recensie aan de redactie aangeboden, worden eigendom van de recensent. 7. Publicaties, ter informatie aan de redactie aangeboden, worden eigendom van de vereniging. 8. De redactie laat zich betreffende de inhoud, vorm en ontwikkeling van het tijdschrift adviseren door een redactieraad. De redactieraad wordt door de redactie benoemd. 9. De redactie vergadert ten minste eenmaal per jaar met de redactieraad. Publicaties Artikel Uitgebreide artikelen van leden en/of derden over archeologische onderwerpen kunnen in afzonderlijke publicaties worden uitgegeven onder auspiciën van de vereniging conform artikel 4 lsub g van de Statuten. 2. De auteur biedt alsdan het artikel aan het hoofdbestuur aan. 3. Het hoofdbestuur beoordeelt de kwaliteit van het artikel en kan zich desgewenst door een deskundige laten adviseren. 4. Het hoofdbestuur is verantwoordelijk voor de uitgave, de auteur voor de inhoud. 5. Het hoofdbestuur zoekt samen met de auteur naar financiering van het artikel in boekvorm. 6. Publicaties mogen in principe niet ten laste komen van het reguliere budget van de vereniging. 7. Voorfinanciering van de publicatie door het hoofdbestuur is toegestaan. Veldwerkactiviteiten met een educatief doel Artikel Het doel van deze activiteiten is vastgelegd in artikel 4 sub d van de Statuten. 2. Deze activiteiten staan open voor alle leden van de vereniging. 3. Deelname door niet-leden is alleen mogelijk met instemming van het hoofdbestuur. 4. Deelnemers dragen financieel bij aan de kosten voor organisatie, onderkomen, logies en instructie. 5. Pas nadat aan de financiële verplichtingen is voldaan, worden degenen die zich voor deelname hebben aangemeld, ingeschreven als deelnemers en ontvangen zij gedetailleerde gegevens over de activiteit. 6. De door het hoofdbestuur aangewezen organisatorische leiding draagt, in overleg met de algemeen penningmeester, zorg voor een verantwoorde boekhouding van de baten en lasten. 7. De deelnemer verplicht zich alles na te laten wat schade aan eigendommen van anderen zou kunnen veroorzaken of wat de veiligheid van hem en anderen in gevaar zou kunnen brengen.

21 Ethische Code AWN Artikel 18 1 Leden van de AWN worden geacht te handelen naar de richtlijnen van de vigerende weten regelgeving op gebied van de archeologie, zowel op rijks-, provinciaal als gemeentelijk niveau. Hiertoe: 2. Verwerven leden van de AWN geen objecten in eigendom, afkomstig uit archeologisch veldonderzoek, verhandelen zij deze niet, noch dragen zij deze over aan derden, die hier geen rechten op kunnen doen laten gelden. 3. Melden leden van de AWN vondsten bij het bevoegd gezag, met het doel bij te dragen aan de kennis van het bodemarchief en dragen zij deze, indien gedaan tijdens archeologische veldverkenning of proefonderzoek, aan deze over. 4. Geven leden van de AWN zich niet over aan het moedwillig vernielen of vernietigen van het bodemarchief en oudheidkundige structuren of objecten. Bovendien 5. Trachten leden van de AWN de kennis van en over het bodemarchief te vergroten door hieraan in woord en geschrift bij te dragen, daar waar dit verplicht is (gravend onderzoek) of wenselijk is (veldverkenning of op basis van algemene kennis); 6. Handelen leden van de AWN tijdens gravend onderzoek naar de aanwijzingen en richtlijnen van het bevoegd gezag. Leden van de AWN die zich bewust niet aan deze Ethische Code van de AWN houden, riskeren een royement. Aspirant-leden die zich evident niet aan de Ethische Code van de AWN houden, kunnen, conform artikel 8 lid 1 resp. artikel 6 van de Statuten, als lid worden geweigerd. Verzekeringen Artikel Het hoofdbestuur sluit voor haar leden een ongevallenverzekering en een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering af. 2. De verzekeringen moeten voldoen aan de normen die de wet aan de vereniging stelt. 3. Het hoofdbestuur informeert haar leden, de afdelingen en de landelijke werkgroepen over alle wijzigingen op het terrein van de verzekeringen. 4. De afdelingen en de landelijke werkgroepen zijn gehouden aan de voorwaarden en regels, die het hoofdbestuur, in overleg met de verzekeringsmaatschappij, stelt. 5. Aan activiteiten van de vereniging mogen leden en niet-leden deelnemen, onder de voorwaarden die in de verzekeringsclausule staan omschreven. Zilveren- en bronzen legpenning Artikel De zilveren legpenning kan bij elke lustrumviering van de vereniging worden toegekend aan een publieke of private rechtspersoon die zich in het bijzonder voor de Nederlandse archeologie heeft onderscheiden. 2. De bronzen legpenning kan jaarlijks worden toegekend aan een lid van de vereniging, dat zich op bijzondere wijze heeft ingezet voor de Nederlandse archeologie. 3. Voor toekenning van de zilveren legpenning benoemt het hoofdbestuur een commissie, bestaande uit minimaal drie en maximaal vijf personen, die zij representatief acht voor hen die zich met de archeologie in de breedste zin des woords bezig houden. 4. Voor toekenning van de bronzen legpenning beslist het hoofdbestuur, na advisering door het afdelingsbestuur of het bestuur van de landelijke werkgroep waar het genomineerde lid staat ingeschreven. 5. Voor de verdere gang van zaken m.b.t. de zilveren legpenning wordt verwezen naar het reglement commissie van voordracht uitreiking zilveren AWN-legpenning, zoals vastgesteld op 13 december 1993, 6. Voor de verdere gang van zaken m.b.t. de bronzen legpenning wordt verwezen naar de procedure voor nominaties AWN-legpenning, zoals vastgesteld op 11 april 2015 door de ALV van de AWN.

22 Ontbinding en liquidatie Artikel 21 De wijze van ontbinding en liquidatie is omschreven in artikel 31 van de Statuten. Wijziging van het Huishoudelijk Reglement Artikel Voorstellen tot wijziging van het Huishoudelijk Reglement kunnen uitgaan van: a. het hoofdbestuur van de AWN b. ten minste vijfentwintig leden van de AWN. 2. Het voorstel tot wijziging wordt met de agendastukken meegezonden voor besluitvorming door de algemene ledenvergadering van de AWN. 3. voor iedere wijziging is goedkeuring vereist van ten minste tweederde van de aanwezige stemgerechtigde leden op de algemene ledenvergadering van de AWN. 4. na vaststelling zal de tekst van het Huishoudelijk Reglement aan de secretarissen van alle afdelingen worden toegezonden. Slotartikel Artikel 23 In alle gevallen, waarin de Statuten en het Huishoudelijk Reglement niet voorzien, beslist het hoofdbestuur. Dit Huishoudelijk Reglement treedt in werking op X april 2019 Is getekend, xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx (voorzitter) xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx (secretaris)

23 09 Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie versie Vervolg discussie organisatiestructuur AWN Tijdens de Afgevaardigdendag ( ) is in subgroepen gesproken over de voor- en nadelen van de huidige structuur. Zie bijgaand verslag van die discussie (bijlage). Wat leren we hiervan en hoe gaan we verder? Als landelijk bestuur doen we daar een voorstel voor. De basis voor succes als afdeling Vrij algemeen worden gezamenlijke activiteiten (waaronder lezingen) en een afdelingsblad of nieuwsbrief als belangrijkste bindende factoren genoemd. Een eigen werkplaats, met wekelijkse werkavonden, versterkt de binding. Niet alle afdelingen beschikken daarover. Uit de gesprekken in 2016 met 16 afdeling blijkt dat 9 van hen een eigen werkruimte hebben en bij twee afdelingen (Kennemerland 4 en Zuid-Salland 18) er geen centrale werkruimte is, maar hebben werkgroepen die wel. Eigen onderzoeksprojecten en een actie voor belangenbehartiging zorgen mede voor binding. Een centraal gelegen stad of streek of een gemeenschappelijk landschapstype zullen een rol hebben gespeeld bij de vorm en omvang van afdelingen. Samenwerken met lokale erfgoedorganisaties en (samen met hen) meedoen aan evenementen zoals de Nationale Archeologie Dagen en de Maand van de Geschiedenis draagt bij aan naamsbekendheid en kan mede benut worden voor ledenwerving. Van wisselend belang De omvang van het werkgebied lijkt slechts beperkt van invloed op het succes als afdeling. Kleine afdelingen kunnen even succesvol activiteiten organiseren als de grote. Voor deelname van leden aan activiteiten is een centrale plaats met een cirkel van maximaal 40 km wel wenselijk. Vrijwel alle afdelingen willen hun huidige omvang behouden. Alleen de afdelingen Lek- en Merwestreek 11, Vallei en Eemland 14 en IJsseldelta 20 stellen de huidige omvang ter discussie. Grote afdelingen kennen veelal een aantal lokale werkgroepen met eigen activiteiten. In grote afdelingen ontstaan ook vaker gespecialiseerde werkgroepen (werkgroepen rond een inhoudelijk thema of onderzoek). In de afdelingen Kennemerland 4 en Den Haag en omstreken 7 speelt juist het probleem dat het accent te veel ligt bij de afzonderlijk werkgroepen waardoor bestuur en activiteiten op afdelingsniveau nauwelijks ingevuld kunnen worden. Kleine afdelingen zoeken versterking in samenwerken met aanpalende afdelingen. Verder blijkt dat de rol van de professionele archeologie wisselend wordt gewaardeerd. Enkele afdelingen (met name Amsterdam 5, Den Haag 7 en Vallei en Eemland 14) vinden dat door een sterke aanwezigheid van beroepsarcheologen ze zelf niet veel kunnen doen (bijv. zelf opgraven), voor andere afdelingen biedt de samenwerking met beroepsarcheologen hen juist kansen. Het ideaal plaatje? Het meest wenselijk lijken eenheden met centraal een eigen werkplaats en daar omheen een regio van ca. 40 km. Zo n eenheid kan een zelfstandige afdeling zijn die samenwerkt met andere afdelingen voor meer grootschalige activiteiten. Die eenheid kan ook een werkgroep zijn binnen een grotere afdeling. Een en ander zal afhankelijk zijn van het aantal leden per eenheid. Het aantal leden zal mede bepalend zijn voor het vinden van voldoende bestuurders en trekkers voor activiteiten. Een afdeling, groot of klein, zou ons inziens bij voorkeur wel binnen één provincie moeten liggen. Dat maakt afspraken met en steun van de provincie, gemakkelijker. Vervolgvragen aan de afdelingen Vooraf hebben we als landelijk bestuur gesteld dat eventuele veranderingen in de organisatiestructuur van afdelingen zelf moeten komen. Hoewel we wel een ideaalplaatje zien, willen en kunnen we geen blauwdruk opleggen. Een eerste vervolgstap is nu de mening van de afdelingen over de uitkomsten van de discussie op en de lessen die daar uit te leren zijn. We vragen de afdelingen te bespreken: - Hebben jullie aanvullingen of correcties op het verslag van 11-11, voor wat betreft je eigen afdeling? - Onderschrijven jullie de hierboven beschreven lessen? Hebben jullie daar aanvullingen op? - Wat betekenen die lessen voor jullie eigen afdeling?

24 Vervolgstappen van het landelijk bestuur Een aantal punten zullen we nu reeds landelijk oppakken: - Met de afdelingen Lek- en Merwestreek, Vallei en Eemland en IJsseldelta (en andere afdelingen die dat ook willen) gaan we in gesprek over de omvang en grenzen van hun afdeling. - De rol van en samenwerking met de professionele archeologen verschilt tussen afdelingen. We nodigen afdelingen die ontevreden zijn met die rol en samenwerking uit dat aan ons te melden. We willen dan graag samen met die afdeling onderzoeken wat daaraan ten grondslag ligt en aan de hand van ervaringen elders en zo nodig met inschakeling van het Convent van Gemeente Archeologen daar oplossingen voor zien te vinden. - Samenwerking met andere lokale instellingen en regionale samenwerking is meer en meer noodzakelijk voor eigen succes en voortbestaan. Afdelingen kunnen op dit punt van elkaar leren en dat leren van elkaar gaan we als landelijk bestuur actief stimuleren. Afdeling 13 Naerdincklant heeft, vanuit hun ervaringen, al een aanbod aan andere afdelingen gedaan. - Er is vraag naar meer mogelijkheden voor actieve archeologiebeoefening. In het beleidsplan staan daar reeds een aantal beleidsdoelen voor. Die worden dit en komende jaren opgepakt. Vervolg discussie en besluitvorming Aan de hand van jullie reacties op de vervolgvragen, de gesprekken met afdelingen en de eventueel al zelf door de afdelingen zelf genomen besluiten over hun omvang en samenstelling, zal het landelijk bestuur een voorstel doen voor de gewenste AWN-structuur in de toekomst. Dat voorstel wordt dan besproken op de Afgevaardigdendag in november Met daarna, waar nodig, besluitvorming op de ALV Bijlage 1 Overzicht omvang afdelingen naar aantal gemeenten naar aantal leden afd. aantal gem. leden leden (24) 28 (12) (22) 13 (14) afd. aantal gem. leden leden (24) 28 (12) (22) 13 (14) NB: Het aantal gemeenten kan iets afwijken, omdat er in sommige afdelingen nog discussie is over de grenzen van de afdeling.

25 Bijlage 2 Verslag van de discussie over de AWN-verenigingsstructuur, ochtendsessie op de Afgevaardigdendag d.d. 11 november 2017 Inleiding Het zwaartepunt van onze AWN-organisatie ligt bij de afdelingen. Die zijn geleidelijk en op eigen initiatief tot stand gekomen. Dit heeft gezorgd voor flinke verschillen tussen afdelingen wat betreft de grootte van het werkgebied en het aantal leden. Uit de inventarisatie van het landelijk bestuur vorig jaar, door middel van bezoeken aan de afdelingen, is gebleken dat die indeling niet meer overal even logisch of werkbaar is. Binnen afdelingen zijn al dan niet lokale werkgroepen actief, vaak als onderdeel van of in samen-werking met andere lokale erfgoedverenigingen. Het aantal lokale werkgroepen neemt toe en dat roept vragen op over de taakverdeling tussen afdelingsbestuur en die werkgroepen en over de verdeling van de retributiegelden. In het beleidsplan staat als doel f dat we de organisatiestructuur kritisch gaan bekijken en waar wenselijk en/of nodig aanpassen. Een eerste stap daartoe is een bespreking tijdens de Afgevaardigdendag 2017, wat als doel heeft om onderling ervaringen uit te wisselen en zicht te krijgen op de verschillende varianten en op de voor- en nadelen daarvan. Deze discussie vindt plaats in subgroepen, die zijn ingedeeld op basis van geografische grootte en ledenaantal, waarbij afdelingen met een vergelijkbare grootte een subgroep vormen. Subgroep 1 Grote afdelingen afd. aantal gemeenten aantal leden (+12) 181 (+ 15) NB: Het aantal gemeenten kan iets afwijken, omdat er in sommige afdelingen nog discussie is over de grenzen van de afdeling. Het aantal leden is dat van Subgroep 2 Middelgrote afdelingen afd. aantal gemeenten aantal leden (+ 14) 97 (+ 21) Subgroep 3 Kleine afdelingen afd. aantal gemeenten aantal leden De vragen voor de discussie zijn: 1. Wat is de bindende factor binnen jullie afdeling (bv. dezelfde archeoregio, bestuurlijke eenheid, traditie of toeval, etc.)? 2. Wat loopt goed, juist dankzij deze omvang? 3. Wat is lastig of nadelig door deze omvang? 4. Hebben jullie wel/geen lokale werkgroepen: a. Zo ja, hoe loopt dat, wat is de meerwaarde, wat is lastig? b. Zo nee, is dat een gemis? 5. Wat zouden jullie de ideale omvang vinden voor jullie afdeling? Waarom? Bij iedere subgroep zitten twee leden van het landelijk bestuur. Een van hen is procesbewaker, de ander notuleert. Dit zijn respectievelijk: - Henk Hegeman en Wim Schennink (subgroep 1), - Paul van Wijk en Louise Olerud (subgroep 2), - Harmen Spreen en Paul Flos (subgroep 3), en - Channa Cohen Stuart en Willem de Rhoter (landelijke werkgroepen: de LWAOW, wg. Belangen-behartiging, wg. Educatie Vrijwilligers en de Nederlandse Jeugdbond voor Geschiedenis). 25

26 In dit verslag wordt per subgroep een samenvatting van de discussie gegeven. Dit verslag zal door het landelijk bestuur worden gebruikt om de volgende stappen in de verkenning van de gewenste verenigingsstructuur voor te bereiden. Subgroep 1: grote afdelingen Deze afdelingen zijn groot in oppervlak en/of aantal gemeenten. Bij de verschillende afdelingen zijn verschillende bindende factoren, maar met name wordt het eigen verenigingsblad of de eigen nieuwsbrief genoemd en gezamenlijke activiteiten: lezingen, werk-/clubavonden en werken in de eigen werkruimte. Somtijds geven de projecten, die spontaan ontstaan in de belangenbehartiging bij een ernstige melding van verstoringen van ons bodemarchief, verbondenheid bij leden. Vooral afd. 1 en afd. 6 hebben goede contacten met de professionele archeologie (provinciaal en/of regionaal). De grote geografische omvang van sommige afdelingen kan wel lastig zijn; bij afd. 6 liggen de Bollenstreekdorpen te ver weg voor de werkavonden etc. en bij afd. 16 (omvat drie provincies) en afd. 17 (Zuid-Veluwe en de hele Achterhoek) zijn de afstanden ook erg groot, wat de contacten met de afgelegen werkgroepen bemoeilijkt. Wel willen de afdelingen over het algemeen niet van omvang veranderen. Afd. 6 wil wel een werkgroep Bollenstreek formeren en afd. 11 wil geen provinciale indeling maar zou zelf graag iets kleiner willen zijn. De meeste afdelingen zijn organisch gegroeid vanuit een groep enthousiastelingen, mede bepaald vanuit een centraal gelegen stad of streek. Ook het gemeenschappelijke landschapstype zal een rol gespeeld hebben in de vorm en omvang. Afd. 1, 12, 16 en 17 kennen ad hoc geformeerde en gespecialiseerde werkgroepen. In afd. 16 en 17 zijn er zeer succesvolle Historische Cafés, ook wel Herbergen genoemd. Deze fungeren als lokale Historische Platforms. Alle afdelingen spelen i.s.m. lokale en regionale Historische Verenigingen een grote rol in de Maand van de Geschiedenis, c.q. de Nationale Archeologiedagen. Deze afdelingen huldigen het principe: gebruik van andere verenigingen de sterke kanten en laat ze hun werk doen, waarin ze beter zijn dan de AWN-werkgroep/afdeling. Subgroep 2: middelgrote afdelingen Deze afdelingen worden gekenmerkt door werkgroepen, waardoor er (te) veel verdeeldheid is. De afdeling is in feite alleen een overkoepelend bestuur, hetwelk vaak bestaat uit slechts enkele bestuursleden (2 à 3 mensen). Bindende factoren zijn vooral: een nieuwsbrief of (kwartaal)blad en gezamenlijke activiteiten (bv. lezingen). Verscheidene afdelingen melden dat het goed gaat met het onderlinge contact en/of het contact ntact met de professionele archeologen. Wel is er een gebrek aan één aanspreekpunt. Bovendien zijn de contacten vaak persoonlijk (bv. via één bestuurslid), i.p.v. structureel. De professionele archeologie is veel aanwezig in het gebied van de afdelingen (vooral afd. 5, 7 en 14), waardoor de afdeling zelf niet veel kan doen (bv. zelf opgraven). Wel kunnen AWN-leden vaak helpen bij professionele projecten. Als groot probleem wordt genoemd dat de afdelingsbesturen beperkte bestuurskracht hebben, over de verdeelde werkgroepen. Bij afd. 14 zijn er weinig actieve leden, terwijl er wel veel animo is voor lokale historische verenigingen. Van afd. 20 wordt gezegd dat het een slapende afdeling is, maar het afdelingsbestuur kan de werkgroepen wel goed helpen m.b.t. subsidies en het creëren van stichtingen. De afdelingsbesturen proberen de werkgroepen zo goed mogelijk te faciliëren, maar hierbij zijn problemen. Als mogelijke oplossingen wordt geopperd om dit vooral vanuit de eigen afdeling te bekijken (van onderaf), maar in sommige gevallen zou een herstructurering van bovenaf gewenst zijn (vooral afd. 14). Afd. 7 zoekt vooral naar manieren om de contacten met de werkgroepen te versterken. Verder zouden externe organisaties (bv. de Nationale Archeologiedagen, ArcheoHotspots), die parallel aan de AWN lopen maar wel partners zijn, kunnen helpen (bv. voor ledenwerving). 26

27 Afd. 20 heeft als idee dat de werkgroepen op een centrale plek gaan zitten, zodat er korte lijntjes zijn. Afd. 14 en 20 zouden op provinciaal niveau willen worden gestructureerd (en hierbij dus samengaan met andere afdelingen). Afd. 5 en 7 zijn wel tevreden met hun geografische spreiding. Afd. 10 is al op provinciaal niveau. Subgroep 3: kleine afdelingen Deze afdelingen opereren op lokaal niveau, veelal als werkgroep, en ze zijn niet ontevreden over de huidige verhoudingen en hun werkgebied. Wel zien ze veel baat bij onderling samenwerken; tijdens de discussie hebben ze ter plekke hierover afspraken gemaakt. Ze willen binnen de provincie Noord-Holland (bijna alle afdelingen in deze groep komen daar vandaan) als één optreden, vooral financieel en richting de Provincie. De afdeling Flevoland (21) doet dit al en geniet dan ook van provinciale subsidie. Andere (erfgoed)verengingen (incl. het Huis van Hilde) zien ze als concurrent, maar ze willen het liefst samenwerken met deze verenigingen. De afdelingen noemen als bindende factor dat ze zich met veel activiteiten (bv. lezingen, eigen publicaties, etc.) bezig houden; eigenlijk doen ze net zo veel als grotere afdelingen, zelfs het benaderen van de politiek. Deze activiteiten moeten vooral dichtbij de afdeling (binnen ca. 40 km) liggen, om mensen te trekken. De afdelingen zijn vooral geïnteresseerd in de wijze waarop zij activiteiten oppakken of zaken juist laten liggen. Verder is het hebben van een eigen werkruimte of het bezitten van eigen materiaal ook een bindende factor; niet alle afdelingen hebben deze en dat is toch vervelend. Ook hebben niet alle afdelingen een afdelingsblad/nieuwsbrief. Sommige zijn gestopt, sommige zijn alleen digitaal en soms is het wel een succes. De afdelingen vinden het nut van het landelijk bestuur vooral de belangenbehartiging, het organiseren van opleidingen en het delen van praktijkervaring. Ze zouden graag willen dat het landelijk bestuur een gezamenlijk VCA-opleiding organiseert. Ook willen ze dat er landelijk wordt nagedacht over de relatie met historische verenigingen; hoe deze relaties verbeterd kunnen worden of hoe er gebruik kan worden gemaakt van hun kennis en activiteiten. De afdelingen stellen ook voor dat er wordt gekeken of ze voor het graven voor commerciële partijen een standaard vergoeding kunnen krijgen (ook om de afdelingskas te spekken). Landelijke werkgroepen De landelijke werkgroepen hadden de volgende opmerkingen: - LWAOW: de LWAOW wil meegenomen worden in de app Vindplaatsen: waar is er wat?. Ook wordt de LWAOW niet genoemd in de LOI-cursus. De werkgroep Educatie Vrijwilligers zal hieromtrent contact opnemen met de LWAOW. - Werkgroep Belangenbehartiging: de werkgroep vindt dat duidelijker moet worden hoe je contact moet zoeken met gemeenten. De landelijke ArcheoHotspots vinden ze erg lokaal, maar ze zijn van belang voor kruisbestuiving en kunnen dienen als cultuurhistorisch platform. De werkgroep stelt voor dat iedere afdeling een persoon aanstelt voor het onderhouden en ontwikkelen van contacten met de gemeente en historische verenigingen. Ook zou iedere afdeling een groepje moeten samenstellen dat de Omgevingswet en de plannenmakerij rond de Ruimtelijke Ordening in de gaten houdt; één persoon moet zich verdiepen in wet- en regelgeving. In het landelijk bestuur zou het ook nuttig zijn als één van de bestuursleden een jurist is. 27

28 - Werkgroep Educatie Vrijwilligers: de basiscursus van de AWN staat op de website, de verdieping wordt gegeven door de LOI-cursus. De LOI-cursus is modulair opgebouwd, op MBO-niveau. Het is verder bekend welke afdelingen hun eigen cursus geven. Voor beginners zijn graafkampen voor belang. Deze worden zowel door de NJBG als de AWN georganiseerd; de werkgroep adviseert dat de NJBG en de AWN hierbij samenwerken, en dat er een verhaal over jeugdcursussen komt in het AWN Magazine. Het probleem is wel dat dit vaak ad hoc projecten zijn, met kleine tijd-slots. De werkgroep stelt voor dat er stages en meetpractica worden georganiseerd. Ook zou een app voor het samenbrengen van vrijwilligers en bedrijven nuttig kunnen zijn; dit zou ontwikkeld kunnen worden d.m.v. studieopdrachten. Als punten van aandacht, noemt de werkgroep: een aardewerk- practicum, hoe publiceren?, en een 3Dmuseum. Het gebruik van Total Stations moet ook gepromoot worden; het is van het grootste belang om vast te stellen waar iets gevonden is. - De Nederlandse Jeugdbond voor Geschiedenis (NJBG): de NJBG is geen afdeling van de AWN. Ze gaan mogelijk in gesprek over met het landelijk bestuur over samenwerking. Voor het bereiken van met name de jeugd is meer activiteit van de AWN op social media gewenst; veel heemkundekringen en verenigingen in het buitenland zijn daar verder mee. Conclusie Hier worden enkele voorlopige conclusies geschetst die uit de discussie in subgroepen voortkomen. Ten eerste is het opvallend dat elk subgroep dezelfde bindende factoren noemt: gezamenlijke activiteiten (vooral lezingen) en een gezamenlijk afdelingsblad of nieuwsbrief. Het beschikken van een eigen werkplaats lijkt ook een voordeel te zijn voor de verbinding binnen de afdeling; dit heeft niet elke afdeling. Ten tweede zijn de meeste afdelingen tevreden over hun geografische omvang; alleen afd. 11, 14 en 20 willen een andere omvang. Wel kunnen enerzijds de grote omvang (subgroep 1) en anderzijds de verdeeldheid in werkgroepen (subgroep 2) een probleem vormen voor de afdeling. Tot slot noemt elke subgroep dat samenwerking met externe organisaties (bv. Maand van de Geschiedenis, Nationale Archeologiedagen, ArcheoHotspots) en andere verenigingen (bv. historische kringen) en/of afdelingen (vooral subgroep 3) van belang is. 28

29 29

30 10 Vereniging van Vrijwilligers in de Archeologie BESTUURSKANDIDATEN april 2018 Namens het bestuur worden de volgende twee kandidaten voorgedragen voor een bestuursfunctie: Gajus Scheltema (kandidaat voor het voorzitterschap) en Renger van de Hoef (kandidaat bestuurslid). Zij stellen zich aan u voor. 1) Gajus Scheltema Mijn naam is Gajus Scheltema, per 1 mei gepensioneerd ambtenaar van Buitenlandse Zaken; Ik heb twee volwassen dochters en een partner en woon sinds september weer in Den Haag. Ik sport (te weinig) en heb grote belangstelling, naast archeologie, voor kunstgeschiedenis, m.n. 18e-eeuwse tekeningen. Een groot gedeelte van mijn leven heb ik als diplomaat in het buitenland doorgebracht: naast Centraal-Europa ook in het Midden Oosten, Azië en de VS, elf landen in totaal. Gelukkig kwam ik tussendoor ook heel regelmatig hier terug. Zo woonde ik vanaf 1998 weer 5 jaar in Nederland, waar ik een jeugdliefde, de archeologie, oppikte als vrijwilliger bij opgravingen van de archeologische dienst Den Haag. Ik werd lid van de AWN, eerst in Den Haag, vervolgens van de Archeologische Werkgroep Leidschendam-Voorburg. Met plezier denk ik terug aan de avonden in de werkruimtes van die werkgroepen, die onder andere resulteerden in een (bescheiden) bijdrage aan het Forum Hadriani-boek, dat in 2006 onder redactie van Jos Bazelmans en Wilco de Jonge werd samengesteld. Toen vervolgens Jordanië mijn volgende plaatsing werd, stortte ik mij in mijn vrije tijd ook daar op de archeologie. Ook dat land kent een traditie van hunebedbouwers en andere megalithische monumenten. Het leidde tot een archeologische publicatie van mijn kant: Megalithic Jordan, an introduction and field guide. Mijn belangstelling voor geschiedenis en het (Nederlandse) erfgoed kon ik later in New York nog een keer uitleven in het schrijven van Exploring Historic Dutch New York, dat in 2012 ook in het Nederlands verscheen. Een gids, die het materiële en immateriële erfgoed van onze eerste pioniers aan de Amerikaanse oostkust in kaart bracht. Na veel omzwervingen ben ik weer terug op het honk, waar ik mij heel graag als Ambassadeur voor de archeologie wil inzetten voor alles wat AWN-leden en anderen doen voor het onderzoek naar het verleden van Nederland. De plaats van de AWN is sinds Malta weer hervonden. De professionele archeologische wereld en de overheid weten wat ze aan ons hebben en erkennen onze meerwaarde. De AWN is tenslotte een goed voorbeeld van wat nu citizen science wordt genoemd. Maar deze erkenning van de kennis en het potentieel bij de AWN-leden, zowel naar binnen als naar buiten toe, kan alleen door het blijvend ondersteunen van de lokale afdelingen en werkgroepen. Daarnaast is een voortgaande dialoog met andere partners, zoals lokale en landelijke overheden, de RCE, het archeologische bedrijfsleven, gelijkgezinde andere instellingen en de academische wereld, essentieel. Ik zou het fantastisch vinden hieraan te mogen bijdragen! 30

31 2) Renger van de Hoef Mijn naam is Renger van de Hoef. Ik ben 37 jaar en woonachtig in het prachtige Brabantse land, samen met mijn vrouw Leonoor en onze kindjes Jelle en Vera. Naast mijn werk als intermediair binnen de technische arbeidsmarkt ben ik een romanschrijver in spé en ga ik regelmatig even hardlopen om mijn Bourgondische levensstijl goed vol te kunnen blijven houden. In 2007 ben ik als geschiedenisliefhebber voor het eerst in aanraking gekomen met archeologie, uiteraard via de AWN, beginnende met een veldwerkcursus in Nijmegen. Het is altijd een diepgewortelde passie van mij gebleven. In 2008 heb ik mijn toenmalige baan opgezegd om een avontuur aan te gaan bij ARC BV, waar ik bijna 5 jaar heb gewerkt als commercieel medewerker. Omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan, ben ik na een korte uitstap naar de ICT-branche in 2015 toch weer in de archeologie terecht gekomen als Salesmanager bij Archeodienst. Mijn professionele avontuur in de archeologie hield in 2016 helaas op, maar de interesse en passie zijn altijd overeind gebleven. Als één van de weinige sales-professionals binnen de Nederlandse archeologie hamer ik al vele jaren op het belang van het maken van de verbinding met de burger, de politiek en het bedrijfsleven. Vanuit Archeologie 3.0 heb ik hier de laatste jaren concreter vorm aan kunnen geven en ben ik o.a. de voortrekker geweest van de archeologielobby-werkgroep binnen het Reuvensoverleg. Zitting nemen in het bestuur van de AWN is voor mij een uitgelezen kans om nóg meer te kunnen betekenen voor het draagvlak en de toekomst van de Nederlandse archeologie, een gedachte waar ik direct zeer veel inspiratie van krijg! In mijn visie zie ik de AWN als een toegankelijke en actieve vereniging voor alle liefhebbers van archeologie, jong en oud: een landelijk actieve club enthousiastelingen die niet alleen fungeert als hart en ziel van de Nederlandse archeologie, maar ook als oren, ogen, het gezicht én de stem! 31