11. Verkiezing politieraadsleden. Geldigverklaring door de Deputatie. Akteneming.

Transcriptie

1 Gerechtelijk arrondissement BRUGGE PROCES-VERBAAL POLITIERAAD D.D. 6 MAART 2007 Aanwezig: Monset Ludo, burgemeester Blankenberge, voorzitter; Cuypers Henri, burgemeester Zuienkerke; Lauwagie Ignace, Devos Nadine, De Clerck Ivan, Van Eeghem Johan, Content Jurgen, Prasse Björn (vervoegt de zitting om 18u55 bij punt 17), Heggerick Roland, Catrysse Roger, Jacobs Jeannine, Puype Jeannine, Van De Walle Brigitte, Bonte Brigitte, Quintens Geert, Konings Philip en Simoens Luc, raadsleden; Verheyden Peter, secretaris; Franck Charles, waarnemend korpschef Plompen Dirk, bijzonder rekenplichtige Lapeirre Wouter en Denoyette Philip De burgemeester-voorzitter L. Monset opent de vergadering om uur. Openbare Zitting 10. Mededelingen van de Voorzitter. Nihil. 11. Verkiezing politieraadsleden. Geldigverklaring door de Deputatie. Akteneming. Akte genomen. 12. Eedaflegging Ignace Lauwagie. a) Hoogdringendheid. Goedkeuring. Stemming. b) Eedaflegging. a) Dit agendapunt wordt bij hoogdringendheid toegevoegd aan de dagorde met jastemmen van Ludo Monset, Henri Cuypers, Nadine Pauwels-Devos, Ivan De Clerck, Johan Van Eeghem, Jürgen Content, Roland Heggerick, Roger Catrysse, Jeannine Jacobs, Jeannine Puype, Brigitte Van de Walle, Brigitte Bonte, Geert Quintens, Philip Konings en Luc Simoens. b) Eedaflegging:

2 Heden 6 maart 2007 vóór ons, Ludo MONSET, voorzitter van de politiezone Blankenberge-Zuienkerke is verschenen: M. LAUWAGIE Ignace geboren te Brugge op 3 maart 1955 hebbende zijn hoofdverblijf te 8370 Blankenberge, Koning Albert I laan 80/app. 80 die, bij beraadslaging van de gemeenteraad d.d. 2 januari 2007 gekozen werd tot werkend lid van de politieraad,steeds voldoet aan de vereisten van verkiesbaarheid en zich niet bevindt in een geval van onverenigbaarheid. Voornoemde heeft in onze handen de volgende eed afgelegd: «Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgisch volk.». De Verschijner, (get.) I. LAUWAGIE De Voorzitter, (get.) L. MONSET Na deze eedaflegging hebben wij voormeld lid aangesteld verklaard in zijn functies. 13. Proces-verbaal politieraad Goedkeuring. Stemming. Het proces-verbaal van de politieraad van 1 februari 2007 wordt door de politieraad, met éénparigheid van stemmen, goedgekeurd. 14. Rekenplichtigheid. Begroting politiezone Goedkeuring. Stemming. De heer D. Plompen:? De personeelskosten stijgen met ,00. Dit is het gevolg van de indexsprong + gevolg van overeenkomst tussen politiezone en enkele commissarissen. Maar dat is een uitstervend fenomeen.? Op pg 14: stijging werkingskosten dit is te wijten aan de huurkost voor transportmaterieel. Vroeger werden de wagens aangekocht, nu worden ze geleasd.? Ontvangsten: federale dotaties zijn ingeschreven conform de onderrichtingen, met normale indexatie.? Verkeersveiligheidsfonds à cijfers zijn nog niet gepubliceerd à cijfers van vorig jaar, bepaalde nog niet echt gedefinieerd, zolang het geld er niet is, geen uitgaven. De heer R. Catrysse: Dames en Heren, Het is de eerste maal dat ik in de politieraad deelneem aan het debat over de politiebegroting.

3 Natuurlijk heb ik via de gemeenteraad reeds een beetje ervaring met begrotingen. Toch is het zo dat elke materie haar eigen accenten heeft, die men als nieuwkomer nog moet leren ontdekken. Dat is voor mij niet anders. Vandaar deze bescheiden tussenkomst. Ten eerste: het begrotingsdocument van de politiezone valt voor één keer niet op door zijn enorme volume. Het is en blijft een cijferdans, maar deze keer was het mogelijk om er op een normale manier een beetje door te geraken. Ten tweede: de ganse begroting van de politiezone draait eigenlijk rond TWEE cijfers. Aan de kant van de uitgaven zijn er de personeelskosten. Aan de kant van de ontvangsten is er de toelage van de stad. De PERSONEELSKOSTEN worden geraamd op ,00. Dit vertegenwoordigt 88,13 % van de totaliteit van de gewone uitgaven. Dit is 278,00 per inwoner van de zone. Dit is vrij veel denk ik! Ik keur dat echter niet af. Het politioneel gebeuren en de veiligheid zijn inderdaad belangrijke thema s voor ons allen. Dat daar belangrijke middelen voor worden ingezet, is normaal. Uiteraard moet er uit zo n grote investering in politiepersoneel een even grote output komen. Ik heb daar momenteel nog geen goed zicht op. Maar het is precies op dat RESULTAAT dat ik in de toekomst zal focussen! De politie moet resultaten voorleggen. Efficiëntie en effectiviteit moeten kunnen aangetoond worden, alleszins op het gebied van de werking van de politie!!! Ik zal dan ook de nodige statistieken opvragen en deze telkens in verband brengen met de ingezette middelen. Aan de kant van de ontvangsten sta ik even stil bij de TOELAGE van de stad ten bedrage van ,00. Met een bevolking van inwoners, komt dat neer op 230,00 per Blankenbergenaar. We liggen daarmee in de bovenste schuif van de kustgemeenten. Ook hier zal moeten blijken dat dergelijke grote toelage goed is besteed!!! Tot slot nog een technische opmerking of vraag. Het lijkt me eigenaardig dat de politiebegroting wordt vastgesteld NA de begroting van de stad. Dit betekent inderdaad dat de gemeentelijke toelage aan de PZ reeds wordt goedgekeurd vooraleer we uit de politiebegroting weten hoe groot deze toelage eigenlijk moet zijn. Is dit de juiste werkwijze of moet het systeem worden omgedraaid?? Graag daarop een antwoord.

4 De burgemeester-voorzitter L. Monset:? Grootte van de bijdrage: Blankenberge zit in gemiddelde kustzone cfr Koksijde.? Wij hebben tegemoetkoming gedaan naar onze buurgemeente de KUL-norm.? Technische vraag: beide situaties mogen zich voordoen. De heer D. Plompen: Men heeft liefst, eigenlijke goedkeuring van de beide besturen, met akkoord van beide besturen. De heer R. Heggerick: Is het overal zo? De heer D. Plompen: Neen, men doet het niet overal, maar men raadt het wel aan, om discussies in gemeenteraden te voorkomen. De Politieraad, Overeenkomstig artikel 12 van het Koninklijk Besluit van 2 augustus 1990, houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit, kwam de begrotingscommissie inzake begrotingen van de politiezone bijeen op 16 februari 2007 en adviseerde de begroting 2007 gunstig; Gelet op de goedkeuring van de begroting 2007 door het politiecollege d.d. 19 februari 2007; Overeenkomstig artikel 85 van de wet op de geïntegreerde politie waarbij op de mogelijkheid van inzage van de begroting 2007 gewezen werd door middel van aanplakbiljetten gedurende 10 dagen, zonder dat gedurende dit tijdsverloop bezwaren werden ingediend; Gelet op artikel 71 van de wet op de geïntegreerde politie; Met 14 stemmen voor en 2 onthoudingen. Besluit: Enig artikel: De begroting 2007 van de politiezone Blankenberge-Zuienkerke wordt goedgekeurd met een resultaat van 0,00 EUR in de gewone dienst en een resultaat van 0,00 EUR in de buitengewone dienst. 15. Rekenplichtigheid. Financieringsprotocol tekort politiezone Blankenberge-Zuienkerke dienstjaar Goedkeuring. Stemming. De Politieraad, Krachtens artikel 40 van de WGP komt de begroting van een meergemeentezone ten laste van de verschillende gemeenten van de zone en de Federale Staat. Wanneer de meergemeentezone niet over voldoende middelen beschikt om de uitgaven te dekken die voortkomen uit de vervulling van haar opdracht, wordt het verschil gedragen door de gemeenten die er deel van uitmaken. Elke gemeenteraad van de zone stemt de toelage die aan het lokaal politiekorps moet worden toegekend en die aan de politiezone wordt gestort. Overwegende dat het tekort van de zone, voor het dienstjaar 2007, ,00 EUR bedraagt; Met 14 stemmen voor en 2 onthoudingen; Besluit: Artikel 1:

5 De dotatie van de stad Blankenberge bedraagt: Vast gedeelte: ,00 EUR zoals éénmalig vastgesteld in de gemeenteraad d.d. 06/11/2003 en de politieraad d.d. 06/11/2003, na onderling overleg tussen het stadsbestuur Blankenberge en het gemeentebestuur Zuienkerke. Variabel gedeelte: ,00 EUR = KUL-norm Blankenberge x (globaal tekort - vast gedeelte dotaties) (91,24/100 x ,00 EUR)

6 het De dotatie van de gemeente Zuienkerke bedraagt: Vast gedeelte: ,00 EUR zoals éénmalig vastgesteld in de gemeenteraad d.d. 06/11/2003 en de politieraad d.d. 06/11/2003, na onderling overleg tussen het stadsbestuur Blankenberge en gemeentebestuur Zuienkerke. Variabel gedeelte: ,00 EUR = KUL-norm Zuienkerke x (globaal tekort - vast gedeelte dotaties) (8,76/100 x ,00 EUR) Artikel 2: Afschriften van dit besluit zullen ter kennisgeving opgestuurd worden naar de heer gouverneur van West-Vlaanderen. 16. Rekenplichtigheid. Zitpenningen van de politieraadsleden. Goedkeuring. Stemming. De heer R. Catrysse: Zoals ik in de vorige raadszitting heb gevraagd dat alle leden van de politieraad zouden afzien van hun zitpenning, hebben ze integendeel de zitpenning opgedreven naar 125,00,00 t.t.z. een verdubbeling t.o.v. van vroeger.. De politieraden hebben gedurende de eerste zes jaren nooit langer geduurd dan gemiddeld 10 dus als ik dat per uur berekend is dat dus BEF per uur. Ik weet mijnheer de voorzitter dat u zal beweren dat dit lidmaatschap van de politieraad veel werk vraagt. Ik zal u dat ten volle tegenspreken. Veel meer dan de 10 aanwezigheid in de vergadering zelf is er niet. Dat zou nu wel enigszins veranderen omdat het Vlaams Belang aanwezig is en deze groep zijn dossiers inkijkt en naar voor brengt. Ik vraag nogmaals dat de raadsleden collectief afstand zouden nemen van hun zitpenning. Mag ik daar een stemming over vragen Als dit collectief niet gebeurt, zullen wij onze zitpenning volledig aan de partij schenken om de plaatselijke werking te kunnen verbeteren. Wij doen toch niet aan gemeentepolitiek om geld bij te verdienen en ik vind dat wij nog iets gratis moeten kunnen doen. De burgemeester-voorzitter L. Monset: Het gaat niet enkel over de tijd hier. De heer J. Van Eeghem: Was u op begrotingscommissie? De heer R. Catrysse: Neen. De burgemeester-voorzitter L. Monset: Bemerking van J. Content is correct. Bespreking van commissies, fracties, partijen. De heer J. Van Eeghem: I.v.m. de zitpenning heb ik technische vraag. Is berekeningswijze identiek als voor de gemeenteraad?

7 De heer D. Plompen: Basisbedrag te koppelen aan de index à correcte berekeningswijze. De burgemeester-voorzitter L. Monset: Samenvatting is niet volledig correct, maar het stuk dat zich in het dossier zelf bevond, is helemaal correct. Raadsbesluit is correct. De Politieraad, Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op het art. 22 dat bepaalt dat de artikels 11, 12 en 12bis van de nieuwe gemeentewet van toepassing zijn op de leden van de politieraad; Gelet op het Besluit d.d. 28 januari 2003 van de politieraad inzake vastlegging van de zitpenningen van de politieraadsleden; Overwegende dat het artikel 17 van het gemeentedecreet bepaalt dat de gemeenteraadsleden zitpenningen ontvangen; Gelet op het Besluit d.d. 19 januari 2007 van de Vlaamse Regering, houdende het statuut van de lokale en provinciale mandatarissen, inzonderheid het art. 16 waarbij de presentiegelden minimum 28,57 euro en maximaal 124,98 euro mogen bedragen; Op voorstel van het politiecollege in zitting van 19 februari 2007; Met 14 ja-stemmen en 2 neen-stemmen; Besluit: Artikel 1: Het presentiegeld voor de leden van de politieraad van de politiezone Blankenberge- Zuienkerke wordt met ingang van 1 februari 2007 vastgesteld op 124,98 euro. Dit bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01, vermeerderd met de coëfficiënt die op dat ogenblik van kracht is. Artikel 2: Afschrift van dit besluit wordt toegestuurd aan: - het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Binnenlandse Aangelegenheden, Burg 4 te 8000 Brugge; - de Dienst Politionele Veiligheid, Provinciehuis, Ridderstraat, 13 te 8000 Brugge; - het GPI, Fritz Toussaintstraat, 47 te 1050 Brussel; - het FOD Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheids-preventiebeleid, Koningstraat 56, te 1000 Brussel. 17. Politiestructuur. Informatie voor de nieuwe politieraad, aan de hand van een power-point voorstelling. Akteneming. De heer Dirk Plompen, bijzonder rekenplichtige, verlaat de zitting. De heren Philip Denoyette en Wouter Lapeirre geven toelichting via power point voorstelling (zie bijlage): 1. Geschiedenis 1.1. Gemeentepolitie In België kon elke gemeente of stad op basis van de gemeentewet een eigen gemeentepolitie organiseren. Na de fusie van de Belgische gemeenten in 1977 bleven er 589 gemeenten over en dus ook evenveel korpsen gemeentepolitie.

8 In 1995 besliste de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken om het Belgische grondgebied in te delen in Interpolitiezones. Daardoor werden de verschillende gemeentelijke politiekorpsen en de territoriale eenheden van de rijkswacht gedwongen om samen te werken. De gemeentepolitie bleef als dusdanig echter bestaan. De Belgische politiehervorming van 2001 betekende echter het einde voor alle bestaande Belgische politiediensten, ook voor de gemeentepolitie. Vanaf 1 april 2001 bestaat in België nog slechts één politiedienst: de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus. Deze twee niveaus zijn de federale politie en de lokale politie. De gemeentepolitie ging volledig op in de lokale politie Rijkswacht De rijkswacht werd in de gebieden die nu in België liggen in 1796 opgericht onder het Franse bewind en was gebaseerd op de gendarmerie nationale in Frankrijk. Van oorsprong was de rijkswacht een militaire eenheid die onder het ministerie van Landsverdediging viel. Dit bleef vanaf 1830 ook in België zo. Op 1 januari 1992 werd de rijkswacht gedemilitariseerd en onder gezag het van de minister van Binnenlandse Zaken gesteld. De belangrijkste wijzigingen waren: de rijkswacht verloor zijn militair karakter, en alle militaire opdrachten vervielen; het personeel kreeg een burgerlijk statuut en was niet langer meer militair; de rijkswacht werd opgesplitst in een operationeel korps en een administratief en logistiek korps. Dit laatste korps leverde voornamelijk ondersteunende diensten (tot dan toe vooral door militairen gedetacheerd bij de rijkswacht vervuld, en zijn leden hadden geen politiebevoegdheid of statuut); de rijkswacht viel vanaf dan onder het toezicht van de minister van Binnenlandse Zaken (en onder medetoezicht van de minister van Justitie); de territoriale organisatie (districten) werd aangepast aan die van de gerechtelijke arrondissementen; er werd een onderscheid gemaakt tussen die delen van de rijkswacht die zich bezig hielden met de algemene basispolitiezorg, en die zich bezig hielden met gespecialiseerde politiezorg. Om de samenwerking tussen de lokale politiediensten te verbeteren worden er vanaf 1995 Interpolitiezones opgericht. Binnen zulke zones, die meestal enkele gemeentes omvatten zorgde een coördinatie tussen gemeentelijke politie en rijkswacht voor een permanente en volledige basiszorg en werd ernaar gestreefd de beschikbare middelen van de korpsen beter in te zetten. Vooral de gemeentelijke politie werd hierdoor ontlast, daar de rijkswacht veelal zorg droeg voor de politionele beschikbaarheid tijdens de nachten, zon- en feestdagen. Met de wet van 3 april 1997 kregen de burgemeesters meer zeggenschap over het functioneren van de lokale afdelingen van de rijkswacht, waardoor de politiezorg beter aangepast werd aan de gemeentelijke politiek. De nieuwe politieorganisatie zorgde ervoor dat de meeste rijkswachters van de brigades overgingen naar de lokale politie, de meeste leden van de BOB s en de generale staf gingen over naar de federale politie. Luitenant-generaal Herman Fransen, de laatste commandant van de rijkswacht werd de eerste commissaris-generaal van de federale politie. 2. De politiehervorming In de jaren tachtig en begin jaren negentig zijn er feiten gebeurd waardoor het vertrouwen in de Belgische politie en justitie ver te zoeken was. Deze feiten legden bovendien op een pijnlijke manier de wantrouwige en vaak vijandige houding tussen de politiediensten bloot. Een van de eerste gebeurtenissen die een debat over politie en politiewerk noodzakelijk maakte, was de Bende van Nijvel. Deze bende wordt verantwoordelijk geacht voor een aantal extreem gewelddadige

9 overvallen. Daarnaast probeerde de Cellules Communistes Combattantes (C.C.C.) in dezelfde periode eveneens het land te destabiliseren. Het was een organisatie die uit het niets te voorschijn was gekomen. Ten slotte zorgde het Heizeldrama op 29 mei 1985 er voor dat het nog maar eens duidelijk werd dat de verschillende politiediensten totaal niet op elkaar waren afgestemd. Na een beslissing van de ministerraad van 26 juli 1985 vond een eerste audit van de politiediensten plaats. In haar verslag stelde de groep Team Consult dat in ons land een coherent en geïntegreerd politie- en veiligheidsbeleid ontbrak. Bovendien waren de verantwoordelijkheden versnipperd en was er nauwelijks sprake van coördinatie. De regering formuleerde hierop een antwoord met het Pinksterplan van 5 juni De hervorming van de politiediensten bleef echter uit, maar er werd gekozen voor een geïntegreerde benadering van de politiefunctie. De verkiezingen van 24 november 1991 (de zogenaamde zwarte zondag ) zorgden er voor dat de zaken in een stroomversnelling kwamen. De Dutroux-affaire in 1996 betekende opnieuw een deuk in het vertrouwen in politie en gerecht. Het werd duidelijk dat de politie ernstig gefaald had in een eerder onderzoek naar DUTROUX. Dit falen werd voor een groot deel toegeschreven aan de zogenaamde politieoorlog. Het schandaal shockeerde België. Bij het publiek heerste een fundamenteel wantrouwen in het systeem. De publieke verontwaardiging bereikte een hoogtepunt tijdens WITTE MARS de op 20 oktober Onmiddellijk na deze mars werden twee nieuwe parlementaire onderzoekscommissies geïnstalleerd. Ze moesten onder andere de ware toedracht van deze affaire achterhalen en onderzoeken wat de defecten waren en wie daar verantwoordelijk voor was. Eén commissie (de zogenaamde commissie-dutroux) presenteerde haar rapport in april Behalve een kritische analyse over de werking van de politiediensten, beval ze een politiehervorming aan waarbij er sprake zou zijn van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. De conclusies van deze commissie maakten langzaamaan duidelijk dat het idee van integratie aan belang won. De regering verwierp deze suggestie en kwam in oktober 1997 met een eigen plan op de proppen, waarbij ze niet had gekozen voor een eenheidspolitie maar voor een politiestructuur met twee politiediensten. Met de ontsnapping van Dutroux in april 1998 was de tijd echter rijp voor een nog verdergaande hertekening van het politielandschap. Tussen de vier meerderheidspartijen en de vier oppositiepartijen werd uiteindelijk het Octopusakkoord gesloten. Dit akkoord, geconcretiseerd met de wet van 7 december 1998, creëerde een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. Op het federale niveau werden de voormalige centrale diensten van de rijkswacht en de voormalige gerechtelijke politie samengebracht. Op het lokale niveau werden de voormalige territoriale brigades van de rijkswacht en de voormalige korpsen gemeentepolitie verenigd. Ook visueel was het belangrijk de 'nieuwe' politie te kunnen onderscheiden van de 'oude': er werd daarom gekozen voor een nieuw logo voor gans de geïntegreerde politie en een eigen huisstijl voor de federale politie en de lokale politie 3. Een geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus De politiehervorming die in België werd doorgevoerd (organieke wet d.d. 07/12/1998, zie infra) herleidde alle bestaande politiediensten tot één enkele politiedienst: de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus (kortweg: de geïntegreerde politie). Onder andere de gemeentepolitie, de gerechtelijke politie en de rijkswacht werden afgeschaft. De geïntegreerde politie is gestructureerd op twee niveaus: een federaal niveau (de federale politie) en een lokaal niveau (de lokale politie). Bij organieke wet is vastgelegd dat beide niveaus onderling moeten communiceren via welbepaalde kanalen en elkaar steun en bijstand moeten verlenen bij het uitoefenen van hun taken.

10 De geïntegreerde politie staat onder het gezag van: de minister van Binnenlandse Zaken (voor de uitvoering van opdrachten van bestuurlijke politie), de minister van Justitie (voor de uitvoering van opdrachten van gerechtelijke politie). Samen dragen beide ministers de verantwoordelijkheid voor de organisatie en het bestuur van de politie De federale politie Organisatie. De federale politie is samengesteld uit: 1. het commissariaat-generaal, o.a. samengesteld uit * directie van de relaties met de lokale politie * directie van de speciale eenheden * gedeconcentreerde coördinatie- en steundirecties 2. de algemene directie bestuurlijke politie, o.a. samengesteld uit * spoorwegpolitie * scheepvaartpolitie * luchtvaartpolitie * grenscontrole * directie algemene reserve * directie hondensteun * directie luchtsteun * directie van de wegpolitie en hun gedeconcentreerde diensten 3. de algemene directie gerechtelijke politie, o.a. samengesteld uit: * gedeconcentreerde gerechtelijke directies * criminaliteit tegen personen * criminaliteit tegen goederen * economische en financiële criminaliteit * georganiseerde criminaliteit * technische en wetenschappelijke basis 4. de algemene directie van de ondersteuning en het beheer, o.a. samengesteld uit: * mobiliteit en personeelsbeheer * rekrutering en selectie * interne relaties * aankopen * financiën * telematica * medische dienst Op het terrein is de federale politie per gerechtelijk arrondissement gedeconcentreerd aanwezig:

11 de gedeconcentreerde coördinatie- en steundiensten (CSD) onder leiding van een bestuurlijk directeur-coördinator (DirCo), de federale gerechtelijke politie (FGP), per gerechtelijk arrondissement onder leiding van een gerechtelijk directeur (Dirju). Beide gedeconcentreerde diensten fungeren als draaischijf tussen de federale en lokale politie Taak De federale politie heeft een dubbele taak: uitvoeren van gespecialiseerde en bovenlokale opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie over het gehele grondgebied van het Rijk, ondersteuning van de lokale politie en lokale overheden. Dit volgens de principes van subsidiariteit en specialiteit De lokale politie Organisatie De lokale politie bestaat feitelijk uit 196 zones. Sommige politiezones omvatten slechts één gemeente, andere bestaan uit twee of meer gemeenten. De structuur van een lokaal politiekorps is wettelijk niet vastgelegd. Wél is bij koninklijk besluit (d.d. 07/09/2001) vastgelegd dat elke lokale politiedienst, in de geest van een gemeenschapsgerichte politiezorg (community oriented policing), volgende zes basisfunctionaliteiten moet aanbieden: wijkwerking, onthaal, interventie, slachtofferbejegening, lokale recherche, handhaving openbare orde. De dagelijkse leiding van de lokale politie is in handen van de korpschef (ook zonechef genoemd). Hij is verantwoordelijk voor de uitvoering van het lokale politiebeleid. Op zijn beurt staat de korpschef onder het gezag van een burgemeester of een politiecollege van burgemeesters, naargelang het een zone is die bestaat uit één of meer gemeenten. De lokale politie wordt, als niveau binnen de geïntegreerde politie, vertegenwoordigd door de vaste commissie van de lokale politie (VCLP) Taak verzekeren van de basispolitiezorg op het lokale niveau, instaan voor het vervullen van sommige opdrachten van federale aard Opdrachten De opdrachten van de Belgische politiediensten zijn vastgelegd in hoofdstuk IV van de wet op het politieambt (d.d. 5/8/1992). Een algemeen onderscheid kan worden gemaakt tussen opdrachten van bestuurlijke politie en opdrachten van gerechtelijke politie. Ook de vorm waarin en de voorwaarden waaronder die opdrachten worden vervuld, worden nauwgezet beschreven in de wet op het politieambt. Bij het uitvoeren van opdrachten van bestuurlijke politie staat de politieambtenaar onder leiding en gezag van een bestuurlijke overheid (bv. de burgemeester of de Minister van Binnenlandse Zaken).

12 Bij het uitvoeren van opdrachten van gerechtelijke politie staat de politieambtenaar onder leiding en gezag van een gerechtelijke overheid (bv. de procureur des Konings of de onderzoeksrechter). 4. Het nieuwe politielogo 4.1. SYMBOLEN Vlam Roept warmte op (bescherming door de politie), kracht, macht, actie Hand Wekt het idee van vertrouwen en hulp (de hand reiken), van uitwisseling, ontmoeting, kalmte, van het doorgeven van energie, communicatie, menselijkheid, van begeleiding, leiding, van kracht, kennis en gerechtigheid (de hand van justitie). 4.2 CIRKEL Integratie, perfectie, integriteit, gemoedelijkheid, vertrouwen, begrip, bescherming. Ontwikkelen van een centraal punt. Beschikbaarheid (cirkel van een uurwerk : 24 uur op 24). Kwaliteitslabel BLAUW Zekerheid, bescherming, vrijheid, dienstverlening, trouw, vertrouwen. "repos terrestre" (Kandinsky), vrede, waarheid. Ook nog Soepele lijnen. Evenwicht der vormen (gerechtigheid). Openheid, dynamisme. Katoog (doordringende blik die dwars door de problemen heen gaat, dag en nacht). Door zijn eenvoud is het logo gemakkelijk te gebruiken in zijn talrijke toepassingen. 5. Politiezone 5.1. Algemeen Het Belgisch grondgebied, dat bestaat uit tien provincies en het administratieve arrondissement Brussel-Hoofdstad, werd opgesplitst in politiezones, op basis van een functionele analyse. Bedoeling was om na te gaan of de capaciteit van de territoriaal ingeplante politiediensten volstond om de bevolking een goede politionele dienstverlening te kunnen bieden. Deze territoriale indeling van de politiezones is het voorwerp van verschillende Koninklijke besluiten en werd uitgevoerd na het advies te hebben ingewonnen van burgemeesters, gemeenteraden, gouverneurs en van de procureur-generaal die het College van procureursgeneraal voorzat. De grenzen van de politiezones vallen samen met de grenzen van de gerechtelijke arrondissementen en omvatten de gemeenten die vroeger onder meerdere gerechtelijke arrondissementen ressorteerden. De politiezone is opgebouwd uit een of meer gemeenten en wordt, al naargelang van het geval, eengemeentezone of meergemeentezone genoemd. Elke politiezone wordt aangewezen door een code van vier cijfers, die de politiezone officieel identificeert. Deze code moet op alle processen-

13 verbaal voorkomen en op alle voertuigen vermeld staan, met uitzondering van anonieme voertuigen Eengemeentezone De eengemeentepolitiezones vormen de minderheid in de nieuwe lokale structuur. Zij beslaan ongeveer een vierde van de politiezones en worden, wat de politiediensten betreft, zoals in het verleden, bestuurd door een uitsluitend gemeentelijke overheid. In de eengemeentezones oefenen de gemeenteraad, de burgemeester en het schepencollege de bevoegdheden uit die voorzien door de gemeentewet inzake organisatie en beheer van het politiekorps. De gemeenteraad moet instemmen met de politiebegroting, die niet is opgenomen in de gemeentebegroting. De politiebegroting is een volwaardig instrument van het politiebeleid Meergemeentezone De meergemeentezone beschikt over rechtspersoonlijkheid. In een meergemeentezone wordt de lokale politie zodanig georganiseerd dat ze over één of meer politieposten beschikt in elke gemeente van de zone. De bevoegdheden van de gemeenteraad inzake de organisatie en het beheer van het lokale politiekorps worden er uitgeoefend door de politieraad die het recht heeft door de burgemeesters geïnformeerd te worden over de wijze waarop zij de bevoegdheden uitoefenen. Binnen de meergemeentezone behoudt elke gemeenteraad evenwel bepaalde bevoegdheden, zoals de goedkeuring van de dotatie die de gemeente aan de politiezone verschuldigd is. Het politiecollege oefent er de bevoegdheden van het college van burgmeester en schepenen uit Politieraad In een meergemeentezone wordt de lokale politie bestuurd door een politieraad bestaande uit enerzijds een veranderlijk aantal gemeenteraadsleden, en anderzijds de burgemeesters van de verschillende gemeenten die samen de meergemeentezone vormen, die er van rechtswege lid van zijn. De politieraad bestaat uit : 15 leden voor een bevolking van tot inwoners. De leden van de politieraad worden verkozen, door en binnen de gemeenteraden die hun kandidatuur hebben ingediend, bij geheime stemming en in een enkele stemronde. Het mandaat van de leden van de politieraad duurt zes jaar. De leden blijven hun mandaat uitoefenen tot de installatie van de nieuwe politieraad. De politieraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheden behoren het vereisen en ten minste viermaal per jaar. De burgemeester die het politiecollege voorzit, zit ook de politieraad voor. Elk lid van de politieraad heeft één stem. De politieraad wordt evenredig samengesteld uit leden van de gemeenteraden van de verschillende gemeenten die samen de meergemeentezone vormen, op basis van hun respectieve bevolkingscijfers. Elke gemeenteraad beschikt over ten minste één vertegenwoordiger in de politieraad. De evenredige vertegenwoordiging wordt als volgt berekend: Bevolkingscijfer gemeente x aantal leden politieraad Totale bevolking meergemeentezone Overeenkomstig artikel 11 WGP oefent de politieraad de bevoegdheden van de gemeenteraad uit inzake de organisatie en het beheer. De politieraad heeft onder andere tot taak: het personeelskader te bepalen; de nieuwe graad en de nieuwe weddenschaal toe te kennen aan de personeelsleden; een secretaris aan te wijzen en zijn vergoeding te bepalen. Deze vergoeding kan niet hoger zijn dan het maximum bedrag dat door de Koning is bepaald voor de vergoeding van de bijzonder

14 rekenplichtige; de bijzonder rekenplichtige aan te wijzen op voorstel van het politiecollege en zijn vergoeding te bepalen; te beslissen of de leden een presentiegeld genieten. Om de taken naar behoren uit te voeren bepaalt artikel 27 WGP, in verwijzing naar artikel 91 NGW, dat de politieraad een reglement van orde aanneemt. Er dient te worden opgemerkt dat de WGP geen bevoegdheden van bestuurlijke politie toekent aan de politieraad. Dit blijft de taak van de gemeenteraad. De politieraad, en dit in tegenstelling tot de gemeenteraad, is geen politieoverheid. De politieraad heeft het recht geïnformeerd te worden door de burgemeesters over de wijze waarop zij de bevoegdheden uitoefenen die hen zijn verleend. Bovendien vervult de politieraad een rol in het goedkeuren van het lokaal politieplan. 5.5.Politiecollege Het politiecollege wordt gevormd door de burgemeesters van de verschillende gemeenten die de meergemeentezone vormen. Het mandaat van lid van het politiecollege vangt aan op het ogenblik van de eedaflegging als burgemeester. Het politiecollege moet, onder andere en net als de burgemeester in de eengemeentezones, zijn goedkeuring verlenen aan de detachering van de leden van de lokale politie bij de federale politie. Binnen de meergemeentezone worden de respectieve bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen en van de burgemeester inzake de organisatie en het beheer van het lokale politie politiekorps uitgeoefend door het politiecollege. Het komt het politiecollege toe om de politieraad bijeen te roepen. Naar analogie van de verhouding tussen de politieraad en de gemeenteraad, beschikt het politiecollege over geen specifieke bevoegdheden van bestuurlijke politie. Waar het college van burgemeester en schepenen een bijzondere bestuurlijke politieoverheid is die in specifieke gevallen het gewest en de Staat vertegenwoordigt, is het politiecollege geen politieoverheid in de zin van de WPA. Luidens artikel 45 WGP oefent de korpschef zijn bevoegdheden uit onder het gezag van de burgemeester of van het politiecollege. Art 42, tweede lid WGP legt de informatieplicht t.o.v. het politiecollege bij de korpschef. Het politiecollege oefent ten slotte nog een aantal belangrijke aangelegenheden van personele aard uit. In het politiecollege beschikt elke burgemeester over een aantal stemmen, in evenredigheid met de minimumpolitiedotatie die zijn gemeente in de meergemeentezone inbrengt De korpschef De korpschef van een lokaal politiekorps is verantwoordelijk voor de uitvoering van het lokale politiebeleid en meer in het bijzonder voor de uitvoering van het lokaal politieplan. Hij oefent deze opdracht uit onder het gezag van de burgemeester of, binnen een meergemeentezone, van het politiecollege. De korpschef verzekert het beheer van het korps van lokale politie door leiding te geven, te organiseren en door de lokale opdrachten en de opdrachten die voortvloeien uit verzoeken of richtlijnen m.b.t. opdrachten van federale aard onder de personeelsleden van zijn zone te verdelen. In dit opzicht kan hij vragen om operationele, administratieve of technische steun richten aan de dirco. De korpschef is ertoe gehouden onverwijld zijn burgemeester of het politiecollege in te lichten over elk element betreffende het politiekorps, de uitvoering van de opdrachten of nog de initiatieven die hij overweegt te nemen inzake het zonaal veiligheidsbeleid. Hij is eveneens verantwoordelijk voor het toezicht op de uitoefening van de opdrachten inherent aan de hoedanigheid van officier van bestuurlijke politie en van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de PdK. Tot slot draagt hij de eindverantwoordelijkheid inzake intern toezicht, voert hij functionerings- en evaluatiegesprekken.

15 5.7. Zonesecretaris Zowel de politieraad als het politiecollege wijzen, respectievelijk of in overleg, een secretaris aan die de notulen van de vergaderingen van de raad en van het college opstelt en zorgt voor de overschrijving ervan. Hij tekent, samen met de voorzitter van de raad of het college, de overgeschreven notulen. De functie van secretaris wordt uitgeoefend door een personeelslid van het administratief en logistiek kader van het lokale politiekorps of van een van de gemeentebesturen van de betrokken zone. Deze louter administratieve functie van secretaris is niet te vergelijken met de functie van gemeentesecretaris die in een eengemeentezone de bevoegdheden blijft uitoefenen die hem door de NGW inzake beraadslagingen van de gemeenteraad en van het schepencollege, inclusief deze met betrekking tot de organisatie en de werking van het lokale politiekorps, werden toegekend Zonale veiligheidsraad In elke politiezone wordt een zonale veiligheidsraad opgericht. De zonale veiligheidsraad is een orgaan waarbinnen de veiligheidsprioriteiten en aandachtspunten binnen de zone wordt bepaald. Hierbinnen doet zich een systematisch overleg voor tussen de burgemeesters, de procureur des Konings, de korpschef van de lokale politie en de bestuurlijke directeur-coördinator van de federale politie of zijn afgevaardigde. Daarnaast kan men ook deskundigen uitnodigen om deel te nemen aan de werkzaamheden. De zonale veiligheidsraad komt samen telkens de werking of de gezags- of beleidscyclus van de lokale politie dit vereist. Beslissingen worden in principe genomen bij consensus. Deze raad heeft drie opdrachten : het bespreken en voorbereiden van het zonaal veiligheidsplan het bevorderen van de optimale coördinatie van de uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke politie en gerechtelijke politieonderwijs het evalueren van de uitvoering van de lokale politieplannen Lokaal politieplan Rekening houdend met het Nationaal Veiligheidsplan, evalueert, bespreekt en stelt de zonale veiligheidsraad, het politiek forum ter zake, vierjaarlijks het lokaal politieplan op. Het lokale politieplan heeft betrekking op: de prioritaire opdrachten en doelstellingen respectievelijk vastgesteld door de burgemeester en de PdK, elk voor zijn eigen bevoegdheidssfeer; de capaciteit van de lokale politie, nodig om te allen tijde de opdrachten van gerechtelijke politie en van bestuurlijke politie te kunnen waarborgen; de bijdrage van de lokale politie in de uitvoering van de opdrachten van federale aard; de opdrachten en doelstellingen die eigen zijn aan een gemeente van de zone, die overeenstemmen met een budgettaire tussenkomst van deze gemeente die de overeengekomen dotatie van het lokale politiekorps overschrijdt. Na goedkeuring door de burgemeesters en de PdK, en in voorkomend geval door de gemeenteraad of de politieraad, wordt het lokaal politieplan voor goedkeuring voorgelegd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie. De gemeenteraden worden ingelicht over het goedgekeurde plan, met uitzondering van de gedeelten of gegevens die door de zonale veiligheidsraad als vertrouwelijk worden beschouwd.

16 De evaluatie door de zonale veiligheidsraad van het lokaal politieplan laat de bestuurlijke en gerechtelijke overheden, evenals de inwoners van de betrokken zone toe de effectiviteit van het lokale veiligheidsbeleid te toetsen, wat een belangrijk gegeven. De heer R. Catrysse: Wat zijn de bevoegdheden van de burgemeester? De burgemeester-voorzitter L. Monset: Ze zijn verminderd en vermeerderd. Beleidsmatig zit je beter, je hebt meer inspraak in lokaal veiligheidsplan. Politieke beïnvloeding à je zit minder goed. Je kan steeds contact opnemen met P. Denoyette. De heer R. Catrysse: Spijtig, document werd laat overhandigd. De heer P. Denoyette: Ik heb hier nog zeer recent aan gewerkt. Het is pas klaar. Ik heb er ook aan gewerkt in mijn vrije tijd. GEHEIME ZITTING (19u15) Is niet openbaar. 25. Verscheidene. Openbare Zitting (19.20 uur) De heer R. Catrysse: Ik zie hier dat de politiezone uit 86 politieambtenaren en 17 administratieve en logistieke medewerkers bedraagt. Is dit volgens onze korpschef voldoende om de noodzakelijke taken en veiligheid te kunnen waarborgen van zijn inwoners want dat is toch volgens ons een van de kerntaken. Wordt er voldoende rekening gehouden met het feit dat wij een kustgemeente zijn. Wat zijn de wensen van de korpschef en wat is de mogelijkheid van realisatie van die wensen. Het herinrichten van de politie heeft enorm veel gekost en was zeker goed voor de diensten zelf, nu krijgen zij tenminste een rechtvaardig salaris, maar kan de korpschef mij ook mededelen wat er voor de bevolking is verbeterd? De heer C. Franck: Er is rekening gehouden met het kust-aspect. Wij hebben ons dossier verdedigd in Brussel. Van wettelijk kader kan niet afgeweken worden. à Thans is het voldoende. à één zone, regeling met DirCo à mensen worden afgedeeld naar Blankenberge. 4 mensen komen dan bijkomend. Is ook zo voor andere kustzones.

17 De burgemeester-voorzitter L. Monset: Ophelderingsresultaat, verkeersveiligheid, is goed te Blankenberge. De burgemeester-voorzitter sluit de vergadering te 19u25. Gezien en goedgekeurd in zitting van de politieraad van 24 april 2007, met volgende correctie op pg 16 onder punt 16: De heer J. Van Eeghem Content: Was u op begrotingscommissie? De secretaris, De voorzitter, P. Verheyden L. Monset doorg d naar POL