HET CONSUMENTENPAND:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET CONSUMENTENPAND:"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar HET CONSUMENTENPAND: GELDIG ARGUMENT OF IS DE CONSUMENT VERWEND? Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Emile Van Tongerloo Promotor: Prof. Dr. Joke Baeck Commissaris: Mw. Sandra Callewaert

2 2

3 VOORWOORD Maandag, 15 mei Voor mij alvast een memorabele dag. Het is de dag waarop ik, na twee jaar zwoegen en zweten, met een gelukzalig gevoel deze masterproef indien. Zoals het een masterproef betaamt, was het een werk van lange adem. Dagenlang heb ik doorgebracht in de facultaire bibliotheek, snuisterend door vele boeken en tijdschriften. Ik heb geschreven, geschrapt en opnieuw geschreven. Ik heb elk woord zorgvuldig gewikt en gewogen. Uiteindelijk is dit het eindresultaat geworden. Het is dan ook met enige fierheid dat ik deze masterproef voorstel. Dat resultaat heb ik mede te danken aan verschillende mensen. Zij verdienen om die reden een bijzondere vermelding. Eerst en vooral mijn oprechte dank aan Prof. Dr. Joke Baeck. Zij reikte me het onderwerp van deze masterproef aan, waarvoor ik haar dankbaar ben. Het bleek het begin van een geslaagde samenwerking. De afgelopen twee jaar stond ze steeds paraat voor mij. Ik kon rekenen op haar deskundige begeleiding en haar heldere kijk. Ik wil haar daarom graag bedanken voor al haar tijd en inspanningen. Daarnaast komt een bijzondere vermelding toe aan Laura Elegeert. God moge weten hoe dit eindwerk ooit tot een goed einde was gekomen zonder haar onvoorwaardelijke steun. Ze stond me steeds bij op moreel vlak en ook inhoudelijk wist ze haar steentje bij te dragen. Ze was mijn Van Dale van dienst. Ik kon eveneens rekenen op de steun van (schoon)ouders, familie en vrienden. Stuk voor stuk stonden ze steeds klaar voor mij, in goede en slechte dagen. Bij hen kon ik de afgelopen vijf jaar steeds terecht met al mijn zorgen, maar minstens even graag deelden ze mee in mijn plezier. Met deze bedankingen achterwege, rest mij niets anders dan de lezer veel leesgenot toe te wensen. Emile Van Tongerloo 3

4 INHOUDSOPGAVE Voorwoord... 3 Inhoudsopgave... 4 Inleiding... 7 Afdeling 1. Situering van de nieuwe Pandwet... 7 Afdeling 2. Het consumenten-wat?... 7 Afdeling 3. Onderzoeksopzet: geldig argument of is de consument verwend?... 9 Afdeling 4. Overzicht Deel 1. Enkele krachtlijnen van de Pandwet Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. Structuur van de Pandwet Afdeling 3. Consensuele totstandkoming Afdeling 4. Pandregister Afdeling 5. Inwerkingtreding Deel 2. Het consumentenpand Afdeling 1. Consument Hoofdstuk 1. Inleiding Hoofdstuk 2. Een valse start Hoofdstuk 3. WMPC, waar wringt het schoentje? Hoofdstuk 4. Opheffing WMPC Hoofdstuk 5. Artikel I.1, 2 van het Wetboek Economisch Recht ontleed Afdeling 2. Bijzondere bescherming doorheen de Pandwet Hoofdstuk 1. Overzicht Hoofdstuk 2. Vereiste van een geschrift doorheen de Pandwet Vereiste van een geschrift bij het registerpand Totstandkoming Plechtige overeenkomst Geschrift als geldigheidsvoorwaarde Bewijsvoorschriften van het burgerlijk recht als geldigheidsvoorwaarde Sanctie Bewijs Algemeen Artikel 4, eerste lid Pandwet Artikel 4, derde lid Pandwet Sanctie Vereiste van een geschrift bij het vuistpand op lichamelijke roerende goederen Totstandkoming Bewijs Vereiste van een geschrift bij het pand op schuldvorderingen Algemeen

5 3.2. Pandrecht Totstandkoming Bewijs Fiduciaire overdracht tot zekerheid Algemeen Historie Toepassingsvoorwaarden Evaluatie - Consument verwend? Hoofdstuk 3. Omvang van het pandrecht Inleiding Omvang van het pandrecht ontleed Beperking van de omvang ten aanzien van consumenten Evaluatie - Consument verwend? Hoofdstuk 4. Waarde van de verpande goederen Inleiding Beperking van de waarde ten aanzien van consumenten Evaluatie - Consument verwend? Hoofdstuk 5. Realisatie van het pandrecht Inleiding Procedure ten aanzien van consumenten Procedure ten aanzien van niet-consumenten Evaluatie - Consument verwend? Deel 3. Eigendomsvoorbehoud Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. Historie Afdeling 3. Inhoudelijke bespreking Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied Hoofdstuk 2. Totstandkoming Algemeen Een geschrift beschermt de consument-koper Hoofdstuk 3. Publiciteit Afdeling 4. Evaluatie - Consument verwend? Deel 4. Hypothecair krediet Afdeling 1. Inleiding Afdeling 2. Toepassingsgebied Afdeling 3. Inhoudelijke bespreking Hoofdstuk 1. Totstandkoming van de kredietovereenkomst Bespreking Vergelijking met de Pandwet Hoofdstuk 2. Realisatie van de hypotheek bij niet-uitvoering van de kredietovereenkomst

6 1. Bespreking Vergelijking met de Pandwet Hoofdstuk 3. Betalingsfaciliteiten Bespreking Vergelijking met de Pandwet Hoofdstuk 4. Bescherming van de derde-zekerheidsverstrekker Bespreking Vergelijking met de Pandwet Hoofdstuk 5. Sancties Bespreking Vergelijking met de Pandwet Conclusie Bibliografie Rechtsleer Boeken Bijdragen in boeken Bijdragen in verzamelwerken Bijdragen in tijdschriften

7 INLEIDING AFDELING 1. SITUERING VAN DE NIEUWE PANDWET 1. Aanleiding - Het huidige kader van de zakelijke zekerheidsrechten biedt verschillende mechanismen om schuldeisers extra bescherming te bieden. Deze waaier aan zakelijke zekerheidsrechten blijft echter beperkt en is voor het grootste deel best verouderd. De oorspronkelijke regelgeving omtrent het Belgisch zakelijke zekerheidsstelsel dateert reeds van Al snel werd echter duidelijk dat deze zekerheidsrechten in de praktijk geen genoegdoening konden bieden. Dat kon men afleiden uit het feit dat de praktijk steevast op zoek ging naar nieuwe zekerheidsfiguren. Men kan bijvoorbeeld denken aan de figuur van het eigendomsvoorbehoud. 1 De wetgever heeft daarom doorheen de jaren meermaals getracht om aan verschillende praktische verzuchtingen tegemoet te komen. Diverse specifieke bepalingen werden ingevoegd. Het resultaat hiervan is een complex stelsel van zekerheden waarvan de verschillende bepalingen verspreid zijn over de Belgische wetgeving. 2 Met de wet van 11 juli probeert de wetgever aan deze pijnpunten tegemoet te komen door de regelgeving hieromtrent eenvoudiger te maken. Het ultieme doel van de wetgever is een doeltreffende, flexibele en voorspelbare regeling inzake zakelijke zekerheidsrechten, zodoende de schuldeisers aan te sporen om krediet te blijven verstrekken. Kredietverstrekking is namelijk essentieel voor economische vooruitgang Pandwet - Althans, deze gedachte stond centraal bij de totstandkoming van de wet van 11 juli Deze wet voorziet in een reeks moderniseringen en bundelt deze allemaal samen onder eenzelfde nieuwe titel van het Burgerlijk Wetboek. Het opschrift van die titel luidt als volgt: Zakelijke zekerheden op roerende goederen. In deze masterproef wordt deze titel aangeduid als de Pandwet. AFDELING 2. HET CONSUMENTEN-WAT? 3. Zwaartepunt van de hervorming - Zoals hierboven vermeld, 5 is de Pandwet bedoeld om te moderniseren. Het is geen radicale breuk met het verleden, doch een grondige 1 Zie infra nr J. BAECK, Achtergrond en krachtlijnen van de hervorming in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, 7, nr Wet 11 juli 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft en tot opheffing van diverse bepalingen ter zake, BS 2 augustus 2013, ; hierna: Wet 11 juli E. DIRIX, De wet van 11 juli 2013 betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Notariaat 2014, afl.1, 1. 5 Zie supra nr. 2. 7

8 hervorming. Dit houdt onder meer in dat bepaalde rechtspraak en rechtsleer met betrekking tot de huidige wetgeving ook onder de nieuwe wet relevant blijven. Toch bleken enkele fundamentele aanpassingen en nieuwigheden noodzakelijk om ons zekerheidsrecht klaar te stomen voor de 21ste eeuw. Van alle vernieuwingen in de nieuwe Pandwet, lijkt dit de grootste stap vooruit: waar buitenbezitstelling vroeger de regel was bij inpandgeving, is dit nu de uitzondering geworden. De pandovereenkomst wordt een consensuele overeenkomst, waarbij de pandgever verschillende goederen in pand kan geven bij een pandhouder zonder dat hij het gebruik en het genot van die goederen verliest Consumentenpand - De wetgever besloot hiervan af te wijken met betrekking tot de consument. Wanneer een pandgever in de hoedanigheid van consument optreedt, blijft de pandovereenkomst formalistisch van aard. Dit formalisme is bovendien niet het enige aspect waarbij de notie consument een rol speelt. Doorheen de Pandwet zijn verschillende artikelen opgenomen waarbij een onderscheid tussen pandgever-consument en pandgever-niet-consument relevant is. Voor de pandgeverconsument bestaat er op die manier een bijzondere bescherming. Wanneer men al deze afwijkende artikels in hoofde van de pandgever-consument tezamen neemt, ontstaat er een bijzonder regime voor pandovereenkomsten gesloten door consumenten. De term Consumentenpand verwijst naar het geheel van regels met betrekking tot pandovereenkomsten waarbij de pandgever in hoedanigheid van consument optreedt, in de mate dat de nieuwe Pandwet hiervoor in een afwijkend regime voorziet. 5. Onderscheid - Voortaan maakt men niet langer een onderscheid tussen het burgerlijk en het handelspand. In principe geldt een algemeen, eenvormig regime ten aanzien van elke pandovereenkomst. In de mate dat het consumentenpand niet afwijkt van dat regime, vindt het evenzeer toepassing op pandovereenkomsten gesloten met een pandgever-consument. Op bepaalde vlakken geldt echter een afwijkend regime, dat binnen deze masterproef het consumentenpand zal heten. 6 E. DIRIX, De nakende hervorming van de roerende zakelijke zekerheden in R. BLANPAIN et al., Recht in Beweging - 20 ste VRG alumnidag 2013, Antwerpen, Maklu, 2013, 353, nr. 5; Men spreekt dienaangaande over het bezitloos of registerpand. Daartegenover staat het klassieke pand met buitenbuitenbezitstelling, hetgeen aangeduid wordt met de term vuistpand. 8

9 6. Eigendomsvoorbehoud - Voorafgaand aan de bespreking van het consumentenpand valt het op te merken dat de Pandwet ook het eigendomsvoorbehoud en het retentierecht als zakelijke zekerheid integreert in het Burgerlijk Wetboek. 7 Wat het eigendomsvoorbehoud betreft, voorziet de wetgever in een gelijkaardige bijzondere bescherming voor de consument. Deze bescherming komt eveneens aan bod in deze masterproef. Men moet daarbij indachtig blijven dat het eigendomsvoorbehoud en het pandrecht twee verschillende figuren betreffen. Het begrip consumentenpand dekt bijgevolg niet de lading eigendomsvoorbehoud ten aanzien van consumenten. Gelet op de functionele benadering die de wetgever hanteert in de Pandwet, 8 lijkt het interessant om na te gaan of deze benadering ook op het vlak van consumentenbescherming is doorgesijpeld naar het eigendomsvoorbehoud. Op die manier komen we tot een alomvattende bespreking van de consumentenbescherming doorheen de nieuwe Pandwet. AFDELING 3. ONDERZOEKSOPZET: GELDIG ARGUMENT OF IS DE CONSUMENT VERWEND? 7. Consumentenpand aanschouwelijk maken - Het opzet van deze masterproef bestaat er allereerst in om de bijzondere regels eigen aan de pandovereenkomst gesloten met pandgevers-consumenten aan een grondig onderzoek te onderwerpen. Het is hierbij de bedoeling om deze regelgeving als een samenhangend geheel aanschouwelijk te maken. Wat houdt het regime van het consumentenpand juist in en heeft het enige kans om een succesverhaal te worden? Deze vragen vereisen een kritisch onderzoek waarbij mogelijks eventuele pijnpunten van de nieuwe Pandwet bloot worden gelegd. 8. Evenwicht tussen efficiëntie en bescherming - De klemtoon zal daarnaast specifiek gericht zijn op de vraag of het consumentenpand te verenigen valt met de doelstelling van de wetgever om kredietverstrekking te bevorderen. Met de nieuwe Pandwet had de wetgever namelijk hoofdzakelijk voor ogen om de pandovereenkomst nieuw leven in te blazen. 9 Het huidige regime inzake pandovereenkomsten beantwoordde niet meer aan de noden van vandaag, omwille van haar formalistische karakter. De nieuwe Pandwet probeert hieraan tegemoet te komen. Dit blijkt onder meer uit het belangrijkste uitgangspunt van de hervorming: een doeltreffend, flexibel en voorspelbaar systeem van zekerheidsrechten tot stand brengen Zie infra nr Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft en tot opheffing van diverse bepalingen ter zake, Parl.St. Kamer , 53K2463/001, 10: gelijkaardige zekerheidsfiguren [moeten] ongeacht hun conceptuele verschillen dezelfde juridische uitwerking krijgen ; hierna: Memorie van Toelichting. 9 E. DIRIX, De hervorming van de roerende zakelijke zekerheden, Mechelen, Kluwer, 2013, 2-3, nr Memorie van Toelichting,

10 Op het eerste gezicht lijken de bescherming van de consument enerzijds en een versoepeling van het pandrecht anderzijds moeilijk te verzoenen. Bijkomende bescherming gaat namelijk steevast gepaard met bijkomende formaliteiten. Waar heeft de wetgever de grens getrokken tussen kredietbevordering enerzijds en bescherming van de zwakke consument anderzijds? Of gaan de bescherming van de consument en een mogelijke herleving van de pandovereenkomst hand in hand? 9. Overbodige bekommernissen - Samenhangend met de vraag naar de grens die de wetgever dienaangaande heeft getrokken, onderwerpen we de bekommernissen van de wetgever om de consument te beschermen ten laatste aan een kritische reflectie. Consumentenbescherming is een fenomeen dat steeds vaker opduikt, maar niet steeds het beoogde doel bereikt. FRANCOIS heeft het wat dat betreft over de tendens tot (over?)regulering. 11 De vraag is of een bijzondere bescherming voor de consument binnen de Pandwet te rechtvaardigen valt. Om hierop een antwoord te formuleren, vergelijken we het consumentenpand waar nodig met de oude toepasselijke regelgeving, de nieuwe regelgeving ten aanzien van niet-consumenten, gelijkaardige wetgeving en met internationale bepalingen. Dat leidt hopelijk tot een duidelijke kijk op de werkelijke noodzaak van deze bijzondere bescherming. 10. Resultaat Uiteindelijk zal blijken of de wetgever zich steunt op een terechte beweegreden of op overbodige bekommernissen. Heeft de wetgever met andere woorden een geldig argument voor deze regeling of blijkt ze een kritische toets niet te doorstaan? 11. Eigendomsvoorbehoud - Zoals hoger reeds aangehaald, 12 beschermt de Pandwet ook de consument die een eigendomsvoorbehoud overeenkomt. In het licht van de functionele benadering die de wetgever hanteert, kan men het onderzoeksopzet van deze masterproef doortrekken naar het eigendomsvoorbehoud. De bijzondere bescherming ten aanzien van consumenten zal worden onderzocht, en zal uiteindelijk op dezelfde kritische manier worden geanalyseerd. AFDELING 4. OVERZICHT 12. Structuur - De inleiding is bedoeld om de lezer een duidelijke kijk te geven op de ambities van deze masterproef. Vooreerst kwam een korte situering van de Pandwet aan bod, gevolgd door een duidelijke omschrijving van het consumentenpand. De lezer beschikt 11 P. FRANCOIS, De nieuwe Pandwet: enkele (praktische) beschouwingen vanuit het oogpunt van de bankier in I. CLAEYS, Een kritische blik op zekerheden, prijsregulering en ontslag, Antwerpen, Intersentia, 2016, 47, nr Zie supra nr

11 hierdoor over voldoende bagage om het onderzoeksopzet van deze masterproef ten volste te begrijpen. Dit overzicht geeft ten slotte weer wat verder nog aan bod komt. Het eerste deel heeft betrekking op enkele krachtlijnen van de Pandwet (Deel 1). Het zijn verschillende onderwerpen die strikt genomen niet behoren tot het consumentenpand. Toch valt een bespreking van elk van deze onderwerpen te rechtvaardigen in het licht van deze masterproef. Ze dragen stuk voor stuk bij tot een beter begrip van het consumentenpand en het daarmee samenhangende onderzoeksopzet. Vervolgens richten we onze pijlen op de kern van deze masterproef, het consumentenpand (Deel 2). Dit tweede deel valt uiteen in twee luiken. Ten eerste verdient de notie consument de nodige duiding (Afdeling 1). Pas daarna bekijken we de bijzondere bescherming die de consument geniet doorheen de Pandwet (Afdeling 2). Hierbij zal elk artikel dat voorziet in dergelijke bescherming afzonderlijk ontleed worden. Waar nodig wordt eveneens verwezen naar de relevante oude bepalingen dienaangaande of de regels van het nieuwe gemeen pandrecht, om de impact van de consumentenbescherming beter te begrijpen. Het derde deel is nauw verwant met het consumentenpand. Het behandelt het eigendomsvoorbehoud op een gelijkaardige manier (Deel 3). De specifieke voorzieningen wanneer het eigendomsvoorbehoud wordt gesloten met een consument, worden ontleed. In het vierde deel verlaten we de Pandwet om een kijkje te nemen naar de regels inzake het hypothecair krediet (Deel 4). Het achterliggende doel hiervan is tweeledig: In eerste instantie gaan we op zoek naar bepalingen die gelijkaardig zijn aan het consumentenpand. Zo wordt het duidelijk of de wetgever doorheen verschillende wetten een consequente aanpak hanteert. Dit zal echter niet steeds het geval zijn, de vraag is dan of een verschillende behandeling te rechtvaardigen valt. Daarnaast kunnen de regels inzake het hypothecair krediet inspiratie bieden om enkele onduidelijkheden in de Pandwet aan te vullen. Tot slot worden de belangrijkste bevindingen samengevat in de conclusie. 11

12 DEEL 1. ENKELE KRACHTLIJNEN VAN DE PANDWET AFDELING 1. INLEIDING 13. Verschillende onderwerpen - Hierna komen vier uiteenlopende onderwerpen aan bod. Ze behandelen enkele van de belangrijkste nieuwigheden die de Pandwet teweeg brengt. Ze bieden de lezer een beter zicht op de omkadering van de nieuwe Pandwet. Eens dit kader duidelijk geschetst is, komt in een volgende deel de bijzondere bescherming ten aanzien van consumenten aan bod. Bij die bespreking wordt regelmatig teruggevallen op de basisprincipes die hier behandeld worden. 14. Structuur - De volgende onderwerpen komen aan bod. Ten eerste de gelaagde structuur waarin de Pandwet voorziet (Afdeling 2). Vervolgens de totstandkoming van de pandovereenkomst, die in principe consensueel gebeurt (Afdeling 3). Daarna volgt een bespreking van het pandregister (Afdeling 4). Ten slotte bespreken we de inwerkingtreding van de Pandwet (Afdeling 5). AFDELING 2. STRUCTUUR VAN DE PANDWET 15. Natuurlijke vindplaats - Alvorens elk artikel van de Pandwet dat geldt in de verhouding tot pandgevers-consumenten afzonderlijk te ontleden, is het nuttig om eerst de achterliggende structuur en de systematiek van de Pandwet te verduidelijken. De Pandwet is geïncorporeerd in het Burgerlijk Wetboek. De verklaring hiervoor is terug te vinden in een van de doelstellingen van de Pandwet, zijnde het in eer herstellen van het Burgerlijk Wetboek. 13 Het is een poging van de wetgever om de verkokering van het privaatrecht in te dijken. 14 Door de incorporatie van de Pandwet brengt de wetgever een groot stuk van de rechtsregels met betrekking tot zakelijke zekerheden op roerende goederen onder in het Burgerlijk Wetboek. 15 Het Burgerlijk Wetboek wordt beschouwd als natuurlijke vindplaats voor de regels inzake zakelijke zekerheden Titel XVII - De oude Titel XVII van Boek III van het Burgerlijk Wetboek, Inpandgeving, omvattende de oude artikelen 2071 tot 2091, werd vervangen door een nieuwe Titel XVII genaamd Zakelijke zekerheden op roerende goederen. 17 Deze nieuwe titel XVII omvat de 13 Memorie van Toelichting, Over de problematiek in het algemeen: W. VAN GERVEN, De verkokering van het privaatrecht, TPR 1991, J. BAECK, Achtergrond en krachtlijnen van de hervorming in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, 8, nr E. DIRIX, De hervorming van de roerende zakelijke zekerheden, Mechelen, Kluwer, 2013, 3, nr Artikel 2 Wet 11 juli

13 artikelen 1 tot 76 van de Pandwet. 18 De wetgever heeft doelbewust voor een afzonderlijke nummering gekozen. Dergelijke afzonderlijke nummering zorgt, gelet op de omvang van de nieuwe titel XVII, voor meer duidelijkheid en biedt bovendien de mogelijkheid een parallellisme te creëren met de bepalingen van Titel XVIII omtrent de voorrechten en hypotheken, waarmee de bepalingen van de Pandwet nauw verbonden zijn. 19 De nieuwe titel Zakelijke zekerheden op roerende goederen is verder opgedeeld in drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk Pand bevat alle bepalingen met betrekking tot het eigenlijke pandrecht. Logischerwijs ligt bij de bespreking van het consumentenpand de klemtoon op dat hoofdstuk. Het is binnen dat hoofdstuk dat de regels inzake het consumentenpand zich situeren. Daarnaast komt ook het tweede hoofdstuk, Eigendomsvoorbehoud, summier aan bod in deze masterproef. Ook met betrekking tot het eigendomsvoorbehoud voorziet de Pandwet namelijk in een afwijkend regime voor consumenten. Hoofdstuk drie bespreekt het Retentierecht. Dit laatste hoofdstuk komt echter niet aan bod bij de bespreking van deze masterproef. 17. Functionele benadering - Het valt op te merken dat de nieuwe Pandwet aldus drie zeer verschillende figuren regelt. Dit strookt met de functionele benadering die de wetgever hanteerde bij de totstandkoming van de Pandwet. 20 Hoewel het pandrecht, het eigendomsvoorbehoud en het retentierecht uiteenlopende figuren zijn, vervullen ze dezelfde functie binnen het Belgisch stelsel van zekerheden. Ze geven de schuldeiser een bevoorrechte positie op roerende goederen in het geval dat de schuldenaar nalaat zijn verbintenis uit te voeren. Hierdoor verwerft de schuldeiser meer zekerheid op betaling. 21 Omwille van deze gemeenschappelijke functie worden deze drie figuren, ondanks hun conceptuele verschillen, opgenomen in dezelfde titel Zakelijke zekerheden op roerende goederen. 18. Algemene afdeling - Het eerste hoofdstuk van de Pandwet is verder onderverdeeld in afdelingen. De eerste afdeling bevat algemene bepalingen. Hier vindt men onder meer de regels met betrekking tot het registerpand terug. Dat hoofdstuk kreeg echter het opschrift algemeen omdat deze regels ook gelden voor het vuistpand, namelijk in de mate dat de andere afdelingen er niet van afwijken én voor zover de regels uit de eerste afdeling bovendien toegepast kunnen worden op het vuistpand. 22 Om het vuistpand dus te volle te kunnen 18 W. DERIJCKE, La réforme des sûretés réelles mobilières, TBH 2013, (691) , nr Memorie van Toelichting, Memorie van Toelichting, J. BAECK, Achtergrond en krachtlijnen van de hervorming in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, 8, nr Memorie van Toelichting,

14 begrijpen, moet men zowel de algemene afdeling als de bepalingen met betrekking tot het vuistpand zelf bekijken. Voorts valt het op te merken dat de wet van 25 december 2016 het opschrift van afdeling zeven heeft gewijzigd. Waar de oorspronkelijke wettekst sprak over Tegenwerpelijkheid door buitenbezitstelling van schuldvorderingen, heeft de wetgever het opschrift veranderd naar "Pandrecht op schuldvorderingen. 23 Die afdeling is namelijk ruimer dan enkel bepalingen omtrent de tegenwerpelijkheid Consumentenbescherming - De Pandwet voorziet niet in een afzonderlijke afdeling die alle regels met betrekking tot consumenten bundelt. Hoewel deze masterproef poogt om deze regels als een geheel aanschouwelijk te maken, staan de desbetreffende artikels ter bescherming van de consument verspreid doorheen de Pandwet. AFDELING 3. CONSENSUELE TOTSTANDKOMING 20. Pas de gage sans dépossession afgeschaft - Veruit de belangrijkste en grootste vernieuwing van het pandrecht situeert zich bij de totstandkoming van de pandovereenkomst. Onder het oude recht werd de pandovereenkomst omschreven als een zakelijke overeenkomst. 25 De buitenbezitstelling van de verpande goederen was in het oude stelsel een voorwaarde voor de geldige totstandkoming van een pandrecht. 26 Pas de gage sans dépossession, zo klonk het spreekwoord. 27 Dit spreekwoord dateert reeds van Napoleontische tijden, maar het leidt tot een economische inefficiëntie die anno 2017 nog moeilijk te rechtvaardigen valt. Het vormde een van de belangrijkste struikelblokken van het vroegere pandrecht. 28 Het bracht onder andere met zich mee dat de pandgever het verpande goed niet meer kon aanwenden om inkomsten te verwerven waarmee men de schuld kan afbetalen Artikel 26 Wet van 25 december 2016 houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, BS 30 december 2016, ; hierna: Wet van 25 december Wetsontwerp houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Parl.St. Kamer , 54K2138/001, E. DIRIX en R. DE CORTE, Zekerheidsrechten, Mechelen, Kluwer, 2006, , nr. 462; E. DIRIX, De hervorming van de roerende zakelijke zekerheden, Mechelen, Kluwer, 2013, 4, nr Oud artikel 2076 BW. 27 Memorie van Toelichting, Memorie van Toelichting, Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door mevrouw C. VAN CAUTER bij het wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft, Parl.St. Kamer , 53K2463/005, 5.; J. BAECK, Het nieuwe pandrecht, RW , afl. 31, (1209) 1209, nr

15 21. Buitenland - Nochtans leert een blik op enkele omliggende landen dat het ook anders kan. De Franse Code Civil introduceerde het bezitloos pand bijvoorbeeld reeds in 2006 naar aanleiding van een grondige hervorming van de zakelijke zekerheden. 30 Hoewel de buitenbezitstelling van de verpande goederen werd afgeschaft, kan men in Frankrijk toch nog steeds niet spreken van een consensuele pandovereenkomst. De Franse wetgever voorziet in de verplichting een geschrift op te stellen voor de totstandkoming van de pandovereenkomst. 31 Het moderne Nederlandse Burgerlijk Wetboek gaat nog een stap verder. Nederland heeft een bezitloos pand ingevoerd dat niet onderworpen is aan enige vorm van publiciteit Consensualisme - De nieuwe Pandwet introduceert met artikel 2 echter ook in België het principe van het bezitloos pand. 33 In beginsel - voor zover de pandgever géén consument is - is de buitenbezitstelling van een goed sindsdien niet meer vereist. Pandgever en pandhouder kunnen voortaan een geldige pandovereenkomst sluiten zonder materiële afgifte van het verpande goed. De pandovereenkomst wordt een consensuele overeenkomst, wat betekent dat hij in de verhouding tussen de partijen onderling tot stand komt door een loutere wilsovereenstemming. 34 De nadruk ligt daarbij ook op het woord overeenkomst. Een pandrecht kan nooit gevestigd worden door middel van een eenzijdige wilsuiting. 35 De pandhouder en -gever kunnen er evenwel nog steeds voor opteren om het verpande goed over te dragen aan de pandhouder. In dit geval geldt de materiële afgifte van het verpande goed als negatieve publiciteit ten aanzien van derden. Men spreekt in dit verband ook wel over het vuistpand of het pand met buitenbezitstelling, omdat het goed hier wel in het bezit van de pandhouder wordt gegeven. Ook in deze context laat de wetgever het principe van de zakelijke overeenkomst echter varen. Het vuistpand komt tussen de partijen geldig tot stand vanaf er sprake is van wilsovereenstemming Consument - Het consensualisme vervat in artikel 2 van de Pandwet geldt echter onder voorbehoud van artikel 4, tweede lid Pandwet. Dit artikel voorziet in een afwijkend regime voor de totstandkoming van een registerpand wanneer de pandgever een consument is. Als de consument echter een vuistpand overeenkomst met zijn pandhouder, komt het pand wel tot 30 Artikel 2337 Franse Code Civil. 31 Artikel 2336 Franse Code Civil. 32 Memorie van Toelichting, Wetsontwerp van 24 oktober 2012 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft en tot opheffing van diverse bepalingen ter zake, Parl.St. Kamer , nr /001, W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2015, 60; W. DERIJCKE, La réforme des sûretés réelles mobilières, TBH 2013, (691) 700, nr. 24; A.M. STRANART, Le gage, contrat réel: une fiction, JT 1976, (237) E. DIRIX, De hervorming van de roerende zakelijke zekerheden, Mechelen, Kluwer, 2013, 13, nr Artikel 2 Pandwet. 15

16 stand door hun loutere wilsovereenstemming. Een geschrift dient in dit geval slechts voor het bewijs van het vuistpand. AFDELING 4. PANDREGISTER 24. Inleiding - Het toekomstige pandregister is de hoeksteen van de nieuwe regeling inzake het tegenstelbaar maken van zakelijke zekerheidsrechten in de vorm van pandrechten - en facultatief ook eigendomsrechten - op roerende goederen. 37 Het belang van dit nationaal pandregister moet men beschouwen in het licht van het door de nieuwe Pandwet geïntroduceerde bezitloos pand. 38 Voortaan komt de pandovereenkomst in principe tot stand door de loutere wilsovereenstemming tussen pandhouder en pandgever. 39 De tegenstelbaarheid van het pand veronderstelt daarentegen een bijkomende handeling. Het klassieke vuistpand is tegenstelbaar aan derden vanaf het tijdstip van de buitenbezitstelling. 40 Deze buitenbezitstelling geldt dan als negatieve publiciteit. Om publiciteit te verlenen aan een registerpand is er nood aan een nieuw publiciteitssysteem, met name een pandregister. 41 Voortaan verleent de registratie in het pandregister publiciteit aan het vuistpand Situering - De belangrijkste aspecten van dit nieuwe pandregister worden uitgewerkt in afdeling twee van de Pandwet. 43 Artikel 26, derde lid Pandwet bepaalt dat de Koning verdere bepalingen kan uitvaardigen. Dit is tot op heden nog niet gebeurd. 26. Uitwerking - Het pandregister neemt de vorm aan van een geïnformatiseerd systeem waarin de pandrechten elektronisch worden ingevoerd en dat online consulteerbaar is. 44 De oprichting en de bewaring van dit digitale register werd toevertrouwd aan de dienst Hypotheken van de algemene administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de federale overheidsdienst Financiën. 45 Het is echter niet zo dat de bewaarder tussenkomt bij elke registratie van een pandrecht. Het systeem is in principe doof, stom en blind. Het is de pandhouder zelf die instaat voor de registratie van zijn zekerheid. 37 Wetsontwerp houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Parl.St. Kamer , 54K2138/001, W. DERIJCKE, La réforme des sûretés réelles mobilières, TBH 2013, (691) 704, nr Zie supra nr Artikel 39 Pandwet. 41 J. BAECK, Het nieuwe pandrecht, RW , afl. 31, (1209) 1211, nr Artikel 15, eerste lid Pandwet. 43 F. GEORGES, La réforme des sûretés mobilières, Rev.dr.ULg. 2013, (319) , nr Memorie van Toelichting, Artikel 26, eerste lid Pandwet; E. DIRIX, De hervorming van de roerende zakelijke zekerheden, Mechelen, Kluwer, 2013, 26, nr

17 Die benadering is nieuw voor ons land. 46 Ze vindt haar oorsprong in aanbeveling 54 van de UNCITRAL Legislative Guide on Secured Transactions en staat in fel contrast met de huidige Belgische registratievoorschriften, die plots wel zeer ouderwets lijken. Nemen we de hypothecaire inschrijving als voorbeeld. Die geschiedt op het hypotheekkantoor van het arrondissement waar de met een hypotheek bezwaarde goederen zijn gelegen. 47 Men kan zich terecht afvragen of dergelijke tijdrovende en dure inschrijving nog strookt met de huidige moderne tijden. Dezelfde vraag kan men zich stellen bij het pand op een handelszaak, dat onder het huidige recht aan dezelfde formaliteiten moet voldoen. 48 Die laatste regel zal echter verdwijnen vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe Pandwet, daar het handelspand voortaan ook opgenomen zal worden in het pandregister. 49 Met de nieuwe Pandwet kan de pandhouder van thuis uit, van op het werk of van eender waar voorzien in de registratie van zijn pandrecht. De Pandwet voorziet in een centraal pandregister voor het hele land. Een geïnformatiseerd systeem heeft daarnaast als voordeel dat de pandhouder niet langer gebonden is aan openingsuren. Het systeem staat 24 op 24, 7 op 7 klaar voor gebruik. 27. Registratie door de pandhouder - De pandhouder behoeft geen medewerking van de pandgever om tot registratie over te gaan. Hij is hiertoe gemachtigd krachtens de pandovereenkomst zelf. 50 De registratie gebeurt elektronisch door de invoering van een aantal gegevens zoals de identiteit van de partijen, de omschrijving van de bezwaarde goederen en het maximaal bedrag van gewaarborgde schuldvorderingen. 51 Een systeem van registratie kan slechts ten volle functioneren indien het berust op betrouwbare informatie. Om tegemoet te komen aan het risico op onzorgvuldige registraties, berust de aansprakelijkheid dienaangaande bij de pandhouder. 52 Daarnaast bepaalt artikel 15 Pandwet dat een onjuiste identificatie van de pandgever of de pandhouder elk gevolg aan de registratie ontneemt. 46 Memorie van Toelichting, Artikel 82, eerste lid Hyp.W. 48 Artikel 4 Wet 25 oktober 1919 betreffende het in pand geven van de handelszaak, het disconto en het in pand geven van de factuur, alsmede de aanvaarding en de keuring van de rechtstreeks voor het verbruik gedane leveringen, BS 5 november 1919, ; J. CATTARUZZA, Les grandes axes de la réforme des suretés mobilières, BFR 2013, afl. 4, (183) Memorie van Toelichting, Memorie van Toelichting, Memorie van Toelichting, Artikel 29, tweede lid Pandwet. 17

18 28. Rang - Het doel van het pandregister bestaat erin derden op een objectieve wijze te informeren over het bestaan van een pandrecht. 53 Op basis van de prior tempore-regel worden daarnaast mogelijke rangconflicten vermeden. De pandhouder die zijn pandovereenkomst als eerste registreert, gaat voor op latere pandhouders met eenzelfde recht op hetzelfde goed. Deze regel blijft gelden wanneer andere pandhouders hun zekerheid verkrijgen door middel van buitenbezitstelling. 54 De vraag is dan of de eerste pandhouder zijn pandrecht registreerde vooraleer de tweede pandhouder in bezit werd gesteld. Indien hij het pas later registreerde zal hij zijn registerpand, hoewel rechtsgeldig tot stand gekomen, niet kunnen tegenwerpen aan de tweede pandhouder. 29. Termijn - De registratie vervalt na een termijn van tien jaar. 55 Deze termijn is echter hernieuwbaar voor een periode van tien jaar. Indien de hernieuwing geschiedt voorafgaand aan het verstrijken van de eerste termijn, zal de pandhouder zijn rang behouden. 30. Raadplegen - Aanvankelijk voorzag de Pandwet in een beperkte toegang tot het pandregister. Dit lijkt op het eerste gezicht behoorlijk contradictorisch. Het pandrecht is aan eenieder tegenwerpelijk, maar niet iedereen kan de registers raadplegen. Slechts bepaalde categorieën van personen kregen oorspronkelijk toegang tot het register. De reparatiewet van 25 december 2016 wijzigt deze bepaling drastisch. Voortaan bepaalt artikel 34, eerste lid Pandwet dat eenieder toegang heeft tot het pandregister. Door de toegang tot het pandregister open te stellen voor iedereen poogt de wetgever te voorzien in een adequaat alternatief voor de klassieke tegenwerpelijkheid door buitenbezitstelling. 56 Daar de buitenbezitstelling jegens iedereen werkt, dient ook het pandregister voor iedereen toegankelijk te zijn. 57 De voorbereide werken bij deze reparatiewet zijn resoluut. Toegankelijkheid voor iedereen is een absolute voorwaarde om publiciteit te verlenen aan een zekerheid. 31. Retributie - Raadpleging van het pandregister is gratis voor de pandgever en voor bepaalde categorieën van personen die nader door de Koning bij Koninklijk Besluit 53 Memorie van Toelichting, Artikel 57, tweede lid Pandwet. 55 Artikel 35, eerste lid Pandwet. 56 Wetsontwerp houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Parl.St. Kamer , 54K2138/001, Wetsontwerp houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Parl.St. Kamer , 54K2138/001,

19 omschreven moeten worden. 58 Iedere andere persoon zal slechts toegang krijgen mits voorafgaandelijk een retributie te betalen. 59 Het bedrag van die retributie wordt eveneens bij Koninklijk Besluit bepaald. Bij voorkeur wordt dit bedrag zo laag mogelijk gehouden om de kredietverstrekking niet al te veel te belemmeren. Daar kredietbevordering een van de grootste streefdoelen van de Pandwet is, moet men er zich van behoeden deze doelstelling te ondermijnen. 60 Dit zou geen probleem mogen stellen, daar een retributie in beginsel slechts een louter vergoedend karakter heeft. 61 Toch haalt de wetgever in haar voorbereidende werken aan dat dergelijke retributies aanleiding kunnen geven tot opbrengsten voor de overheid. 62 Dit kan uiteraard niet de bedoeling zijn van een retributie. Het behoeft de voorkeur om te voorzien in een retributie die louter kostendekkend werkt. Deze zienswijze vindt men eveneens terug in aanbeveling 54 (i) UNCITRAL Legislative Guide on Secured Transactions dat stelt dat Fees for registration and for searching, if any, are set at a level no higher than necessary to permit cost recovery. 32. Geschillen - Wanneer geschillen zouden rijzen die betrekking hebben op het pandregister, kan iedere belanghebbende zich wenden tot de beslagrechter. 63 AFDELING 5. INWERKINGTREDING 33. Oorspronkelijke inwerkingtreding - De Pandwet laat reeds enige tijd op zich wachten. Oorspronkelijk voorzag de Pandwet dat de inwerkingtreding plaats zou vinden uiterlijk op 1 december Dit veronderstelde evenwel dat het nationaal pandregister reeds op punt stond. Het bezitloos pand, de belangrijkste vernieuwing van de Pandwet, berust op een optimale werking van dit register. 65 Een bezitloos pand is slechts tegenstelbaar aan derden vanaf de registratie van het pandrecht. Helaas leverde de ontwikkeling van dit register de nodige vertraging op Artikel 28, tweede lid Pandwet. 59 Artikel 28, eerste lid Pandwet. 60 Memorie van Toelichting, GwH 23 juni 2011, nr. 115/2011; J. BAECK, Het nieuwe pandrecht, RW , afl. 31, (1209) 1212, nr Wetsontwerp houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Parl.St. Kamer , 54K2138/001, Artikel 1395, derde lid Ger.W.; Memorie van Toelichting, Artikel 109 Pandwet. 65 J. CALLEBAUT, Uitstel van de inwerkingtreding van het nieuwe pandrecht, NNK 2015, afl. 1, (14) 14, nr Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door mevrouw S. SMEYERS bij het wetsvoorstel tot wijziging van de datum van inwerkingtreding van de wet 11 juli 2013 tot wijziging van 19

20 De Pandwet reeds in werking laten treden op 1 december 2014 zou er bijgevolg toe leiden dat een groot deel van de pandrechten onmogelijk tegenstelbaar zouden zijn aan derden Uitstel van inwerkingtreding - Op de valreep voorzag de wet van 26 november daarom in een uitstel van de Pandwet tot uiterlijk 1 januari Tweede uitstel van inwerkingtreding - Laatstgenoemde datum leek echter al te optimistisch: verdere vertragingen bij de ontwikkeling van het nationaal pandregister noopten de wetgever ertoe de Pandwet voor een tweede maal uit te stellen. 70 Dit gebeurde met de reparatiewet van 25 december Die wet, die zelf in werking zal treden op dezelfde datum als de Pandwet, 71 bepaalt de nieuwe datum van inwerkingtreding op uiterlijk 1 januari het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft en tot opheffing van diverse bepalingen terzake, Parl.St. Kamer , 54K565/003, Verslag namens de Commissie voor de Justitie uitgebracht door mevrouw S. SMEYERS bij het wetsvoorstel tot wijziging van de datum van inwerkingtreding van de wet 11 juli 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft en tot opheffing van diverse bepalingen terzake, Parl.St. Kamer , 54K565/003, Wet van 26 november 2014 tot wijziging van de datum van inwerkingtreding van de wet van 11 juli 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft en tot opheffing van diverse bepalingen ter zake, BS 1 december 2014, Artikel 2 wet 26 november 2014; X., Bezitloos pand uitgesteld, Juristenkrant 2014, afl. 300, (2) 2. Wetsontwerp houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen, Parl.St. Kamer , 54K2138/001, 4; H. GORET, Bezitloos pand, Notariaat 2017, afl. 5, (11) Artikel 70 Wet 25 december Artikel 36 Wet 25 december

21 DEEL 2. HET CONSUMENTENPAND AFDELING 1. CONSUMENT Hoofdstuk 1. Inleiding 36. Toepassingsgebied ratione personae - Eerst en vooral dringt een bespreking van het begrip consument zich op. Dit begrip vormt immers het fundament van het nieuwe consumentenpand. Het bepaalt het toepassingsgebied ratione personae. Pas na dit begrip aan een grondige analyse te hebben onderworpen, komen de inhoudelijke aspecten van het consumentenpand aan bod in een volgende afdeling (Afdeling 2). 37. Structuur - Deze afdeling valt uiteen in vijf hoofdstukken. Na deze korte inleiding behandelen we vervolgens waarom men voor de definitie van een consument niet mag terugvallen op de huidige tekst van de Pandwet (Hoofdstuk 2). De Pandwet verwijst dienaangaande foutief naar de intussen reeds opgeheven WMPC. 73 De reparatiewet van 25 december die in werking zal treden op dezelfde datum als de Pandwet 74 - maakt komaf met deze verwijzing naar de WMPC. Daarna bekijken we wat er precies aan de hand was met het consumentenbegrip uit de WMPC (Hoofdstuk 3). Een volgende hoofdstuk handelt over de opheffing van deze wet (Hoofdstuk 4). Als laatste wordt uiteindelijk artikel I.1, 2 van het Wetboek Economisch Recht aan een grondig onderzoek onderworpen (Hoofdstuk 5). Dit artikel zal de afbakening van het begrip consument bepalen vanaf de inwerkingtreding van de Pandwet. Hoofdstuk 2. Een valse start 38. Reparatiewet - In haar korte bestaan heeft de Pandwet reeds een belangrijke wijziging van het consumentenbegrip doorgemaakt. De oorspronkelijke artikels van de Pandwet verwezen dienaangaande naar een consument in de zin van artikel 2, 3, van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming. Dit artikel beschrijft een consument als iedere natuurlijk persoon die, uitsluitend voor niet-beroepsmatige doeleinden, op de markt gebrachte producten verwerft en gebruikt. Nog voor de Pandwet ooit in werking is getreden, kwam de wetgever al met een reparatiewet op de proppen die aan deze definitie sleutelde. Met de wet van 25 december 2016 schrapt men alle verwijzingen naar het consumentenbegrip zoals gehanteerd in de WMPC en vervangt men deze door telkens te verwijzen naar een consument "in de zin van artikel I.1, 2, van boek I van het Wetboek van economisch recht. Dat artikel omschrijft de consument als iedere 73 Wet 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, BS 12 april 2010, ; hierna: WMPC. 74 Zie supra nr

22 natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen. De reparatiewet treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van de Pandwet, 75 waardoor de oude definitie uit de WMPC in de praktijk nooit zal worden toegepast met betrekking tot de nieuwe Pandwet. Dit kan men zeker en vast beschouwen als een goede zaak. De oude verwijzing naar de WMPC werd binnen de rechtsleer namelijk beschouwd als een van de grootste pijnpunten van het oorspronkelijke consumentenpand. 76 Omdat menig auteur de pen liet vloeien over dit onderwerp, wordt de geuite kritiek aangaande de WMPC hieronder toch nog kort besproken. Hoofdstuk 3. WMPC, waar wringt het schoentje? 39. Restrictief - Ten eerste was de definitie van een consument in de WMPC zeer restrictief geformuleerd. 77 Vooral het woord uitsluitend maakte de definitie dermate restrictief dat ze niet te verenigen viel met het Europese recht. Van zodra er enig beroepsmatig doel werd nagestreefd, was de betreffende natuurlijke persoon geen consument meer onder de WMPC. De Europese Richtlijn Consumentenrechten 78 daarentegen beschrijft de consument als volgt: iedere natuurlijke persoon die bij onder deze richtlijn vallende overeenkomsten handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit vallen. 79 Deze bepaling is niet alleen minder restrictief geformuleerd, maar bovendien voorziet de Richtlijn uitdrukkelijk in haar overwegingen dat wanneer een overeenkomst wordt gesloten voor doeleinden die deels binnen en deels buiten de handelsactiviteit van een persoon liggen en het handelsoogmerk zo beperkt is dat het binnen de globale context van de overeenkomst niet overheerst, die persoon ook als consument dient te worden aangemerkt. 80 Geen twijfel mogelijk dus dat deze definitie gevoelig ruimer is wanneer men ze vergelijkt met de inmiddels opgeheven WMPC. Ook andere 75 Zie supra nr R. STEENNOT, De algemene regeling van het pand in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, 30, nr. 5; T. BAES, Boek VI WER Marktpraktijken en consumentenbescherming: streven naar een maximaal behoud van de WMPC TBH 2014, afl. 8, (757) , nr R. STEENNOT en E. TERRYN, Bescherming van de consument in het handelsrecht in ORDE VAN ADVOCATEN TE KORTRIJK, Recente ontwikkelingen en topics van het handelsrecht, Brussel, Larcier, 2010, 92; E. TERRYN, Richtlijn 2011/83/EU betreffende consumentenrechten Nieuwe regels op komst voor de directe verkoop, RW , (922) 924, nr. 6; R. STEENNOT, C. BIQUET-MATHIEU en J. LOLY, Het herroepingsrecht: het voorstel van Richtlijn betreffende consumentenrechten en haar impact op de Belgische wetgeving, DCCR 2009, afl , (81) 84, nr Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad, Pb.L. 22 november 2011, afl. 304, 64-88; hierna: Richtlijn Consumentenrechten. 79 Artikel 2 (1) Richtlijn Consumentenrechten. 80 Overweging 17 Richtlijn Consumentenrechten. 22

23 Europese richtlijnen die niet in de Richtlijn Consumentenrechten zijn opgenomen, maar die eveneens de bescherming van de consument nastreven, geven eenzelfde invulling aan het consumentenbegrip. 81 Daar de Richtlijn Consumentenrechten voorziet in een volledige (of maximale) harmonisatie, schond de Belgische wetgever het Europese recht met de beperkte definitie van een consument in de WMPC Verwerven en gebruiken - Naast voornoemde restrictieve formulering, brachten de bewoordingen van artikel 2, 3 WMPC nog een tweede heikel punt met zich mee. Dit situeerde zich meer bepaald in de specifieke context van het pand. De definitie van een consument bleek namelijk moeilijk toepasbaar op een pandovereenkomst. Het artikel 2, 3 WMPC spreekt over iemand die producten verwerft en gebruikt. Bij het sluiten van een pandovereenkomst verwerft noch gebruikt de pandgever echter een goed. 83 Hij geeft slechts een goed in pand als zekerheid. In deze context moet men twee situaties onderscheiden. Enerzijds kan de schuldenaar zelf een goed in pand geven. Dit gebeurt in het gros van de gevallen wanneer partijen een pandovereenkomst sluiten. Men zou in deze constellatie kunnen argumenteren dat, omwille van de nauwe band die bestaat tussen de pandovereenkomst en de gewaarborgde schuldvordering, de pandovereenkomst en de gewaarborgde overeenkomst voor de invulling van het consumentenbegrip als een eenheid moeten worden beschouwd. 84 Zo zou men eventueel kunnen stellen dat de pandgever op grond van de gewaarborgde schuldvorderingen goederen verwerft. Anderzijds, wanneer een derde goederen in pand geeft, bestaat deze eenheid tussen de pandovereenkomst en de gewaarborgde overeenkomst hoegenaamd niet. Een zakelijke borg zou onder de WMPC nooit als consument beschouwd kunnen worden. Dit kan nooit de bedoeling van de wetgever zijn geweest Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, Pb.L. 21 april 1993, afl. 95, 25-34; Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen, Pb.L. 7 juli 1999, afl. 171, R. STEENNOT en E. TERRYN, De nieuwe bepalingen uit Boek VI van het Wetboek Economisch Recht: een eerste commentaar, DCCR 2014, afl. 104, (3) 4-5, nr R. STEENNOT, De algemene regeling van het pand in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, 30, nr. 5; Brussel 12 november 2003, JT 2004, afl. 9, (met betrekking tot een borg). 84 R. STEENNOT, De algemene regeling van het pand in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, 30, nr R. STEENNOT, De algemene regeling van het pand in J. BAECK en M. KRUITHOF (eds.), Het nieuwe zekerheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2014, 30, nr

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent

Zakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent Zakelijke zekerheden Joke Baeck Docent Universiteit Gent Contrast Law Seminar Knipperlichten 2015 Vrijdag 9 mei 2014 Hervorming zekerheidsrecht 1. Wet van 11 juli 2013 Datum inwerkingtreding: nog te bepalen

Nadere informatie

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

BENT U VOORBEREID OP DE NIEUWE PANDWET?

BENT U VOORBEREID OP DE NIEUWE PANDWET? MEMORANDUM Van : Dieter Veestraeten, Astrea CVBA Datum : 12 oktober 2017 Re: : De wet van 11 juli 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft

Nadere informatie

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD pandrecht NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd

Nadere informatie

Het pand. Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W.

Het pand. Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W. Het pand Toekomstige wetswijziging: Wet Zakelijke Zekerheid RG (p. 1248 in Wetboek 2) Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W. Soorten pandrecht: Vuistpand:

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; Advies nr 19/2016 van 27 april 2016

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; Advies nr 19/2016 van 27 april 2016 1/7 Advies nr 19/2016 van 27 april 2016 Betreft: advies betreffende een wetsontwerp houdende de wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen (CO-A-2016-015)

Nadere informatie

PAND OP SCHULDVORDERINGEN

PAND OP SCHULDVORDERINGEN PAND OP SCHULDVORDERINGEN Aantal woorden: 36.954 Nore Wostyn Studentennummer: 01302796 Promotor: Prof. dr. Joke Baeck Commissaris: mevr. Sandra Callewaert Masterproef voorgelegd voor het behalen van de

Nadere informatie

Financial Law Institute

Financial Law Institute Financial Law Institute Working Paper Series WP 2013-03 Reinhard STEENNOT Michel TISON De bescherming van de consument Challenging the Prudential Supervisor: liability bij pandovereenkomsten versus (regulatory)

Nadere informatie

HET NIEUWE PANDRECHT: VERGELIJKING MET DE HYPOTHEEK

HET NIEUWE PANDRECHT: VERGELIJKING MET DE HYPOTHEEK HET NIEUWE PANDRECHT: VERGELIJKING MET DE HYPOTHEEK Aantal woorden: 37871 Thijs Geerinckx Studentennummer: 01202889 Promotor: Prof. Dr. Joke Baeck Copromotor: Sandra Callewaert Masterproef voorgelegd voor

Nadere informatie

ONTWERP VAN WET TOT WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK

ONTWERP VAN WET TOT WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 ONTWERP VAN WET TOT WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK WAT DE ZAKELIJKE ZEKERHEDEN OP ROERENDE GOEDEREN BETREFT Zijn gevolgen voor

Nadere informatie

De bescherming van de consument bij pandovereenkomsten. Reinhard Steennot Hoofddocent UGent, Instituut Financieel Recht

De bescherming van de consument bij pandovereenkomsten. Reinhard Steennot Hoofddocent UGent, Instituut Financieel Recht De bescherming van de consument bij pandovereenkomsten Reinhard Steennot Hoofddocent UGent, Instituut Financieel Recht Inleiding 1. De intussen aangepaste Pandwet zorgt, zoals reeds kan blijken uit de

Nadere informatie

bepaalde instrumenterende ambtenaren tot de registratieformaliteit en tot de hypothecaire openbaarmaking (CO-A-2014-005)

bepaalde instrumenterende ambtenaren tot de registratieformaliteit en tot de hypothecaire openbaarmaking (CO-A-2014-005) 1/6 Advies nr 05/2014 van 5 februari 2014 Betreft: advies m.b.t. het koninklijk besluit houdende regeling van de aanbieding van akten van bepaalde instrumenterende ambtenaren tot de registratieformaliteit

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/13 Advies nr 22/2012 van 4 juli 2012 Betreft: Adviesaanvraag over het ontwerp van wet tot modernisering van het recht betreffende de zakelijke zekerheden op roerende goederen (CO-A-2012-021) De Commissie

Nadere informatie

Gelet op het verzoek om advies van de heer Koen Geens, minister van Justitie, ontvangen op 25 juli 2018;

Gelet op het verzoek om advies van de heer Koen Geens, minister van Justitie, ontvangen op 25 juli 2018; 1/7 Advies 97/2018 van 26 september 2018 Betreft: Advies betreffende sommige bepalingen van het voorontwerp van wet houdende invoeging van Boek 3 "Goederen'' in het nieuw Burgerlijk Wetboek (CO-A-2018-076)

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012 ... No.W03.12.0390/II 's-gravenhage, 5 november 2012 Bij Kabinetsmissive van 28 september 2012, no.12.002275, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Erkende ondernemingslokketten verrichten zowel taken van openbare dienst of van algemeen belang als een aantal adviserende

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 VII Inhoudsopgave VOORWOORD 00 INLEIDING 00 HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen 00 1/ Belang van deze indeling 00 2/ Onroerende goederen 00

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/17 Schulden gewaarborgd door een zakelijke zekerheid Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Advies van 11 juli 2018 1 I. Inleiding II.

Nadere informatie

Krachtlijnen nieuw pandrecht. Jan Tuerlinckx

Krachtlijnen nieuw pandrecht. Jan Tuerlinckx Krachtlijnen nieuw pandrecht Jan Tuerlinckx I. Inleiding 2 1. Verouderd zekerheidssysteem Wildgroei aan verouderde zekerheidsrechten verspreid in verschillende wetboeken Zekerheidsrechten niet afgestemd

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

Aanloop tot wetswijziging

Aanloop tot wetswijziging De nieuwe Opstalwet FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Wet van 10 januari 1824 over het recht

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/XX Schulden gewaarborgd door een zakelijke zekerheid Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Ontwerpadvies van 18 april 2018 I. Inleiding

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck

Voorstel van decreet. van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck stuk ingediend op 2198 (2013-2014) Nr. 1 3 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van decreet van de heren Sas van Rouveroij, Ivan Sabbe, Björn Rzoska, Bart Tommelein en Lode Vereeck houdende wijziging van

Nadere informatie

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Wet van 19/12/05 betreffende precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Op 18.01.2006 verscheen in het Belgisch Staatsblad de Wet betreffende de precontractuele informatie bij

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer 1/6 Advies 30/2016 van 8 juni 2016 Betreft: Advies uit eigen beweging over de mededeling door de Kruispuntbank van Ondernemingen van gegevens betreffende de functies die een persoon uitoefent binnen een

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK

RAAD VOOR HET VERBRUIK RvV 489 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over een ontwerp van Koninklijk Besluit tot opheffing van het Koninklijk Besluit van 18 juli 1972 betreffende de aanduiding van de prijs van juwelen, uurwerken, goud-

Nadere informatie

Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring

Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring DE STATEN, DIE PARTIJ ZIJN BIJ DIT VERDRAG, ZICH ERVAN BEWUST ZIJNDE dat de internationale factoring een belangrijke taak te vervullen heeft in

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ; 1/7 Advies nr 44/2017 van 30 augustus 2017 Betreft: advies over een Koninklijk besluit ter uitvoering van de wet van 25 december 2016 betreffende de verwerking van passagiersgegevens, houdende diverse

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV-450 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de zakelijke zekerheden op roerende goederen betreft. Brussel, 30 april 2012 SAMENVATTING

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN N L F R N I E U W S Home > Gepubliceerde adviezen > Schulden gewaarborgd door een zakelijke zekerheid Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBNadvies

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ; 1/5 Advies 01/2018 van 17 januari 2018 Betreft: Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 september 2016 houdende het beheer van het centraal register van testamenten en het centraal

Nadere informatie

Newsletter INTRO. Januari 2014

Newsletter INTRO. Januari 2014 Newsletter Januari 2014 INTRO Beste lezer, Uiterlijk op 1 december 2014 zal de nieuwe Pandwet van kracht gaan, die een impact zal hebben op de dagelijkse werking binnen veel sectoren. Waar op heden nog

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016

Gelet op de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 1/5 Advies nr. 111/2018 van 7 november 2018 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 tot vaststelling van de informatie die opgenomen wordt in de

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Kruispuntbank voertuigen A04 Brussel, 29 september 2010 MH/MG/AS ADVIES OP EIGEN INITIATIEF over HET WETSONTWERP HOUDENDE DE OPRICHTING VAN DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING

INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING III INHOUD INSOLVENTIEPROCEDURES MET GRENSOVERSCHRIJDENDE ELEMENTEN. DE NIEUWE EUROPESE INSOLVENTIEVERORDENING I. RECHTSGESCHIEDENIS 1 A. De totstandkoming van de eerdere Verordening nr. 1346/2000 1 B.

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.883/1 van 25 januari 2019 over een voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van titel X van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.8.2013 COM(2013) 577 final 2013/0280 (CNS) C7-0268/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van de Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de Franse

Nadere informatie

ADVIES Nr 10 / 2001 van 25 APRIL 2001

ADVIES Nr 10 / 2001 van 25 APRIL 2001 ADVIES Nr 10 / 2001 van 25 APRIL 2001 O. Ref. : 10 / A / 2001 / 10 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit waarbij de V.Z.W. Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat gemachtigd wordt om toegang

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, 18.05.2005 MH/SL/LC A D V I E S betreffende DE OMZETTING IN BELGISCH RECHT VAN TWEE EUROPESE RICHTLIJNEN INZAKE FINANCIËLE DIENSTEN OP AFSTAND (bekrachtigd door

Nadere informatie

Gelet op het verzoek om advies van de Vice-eerste Minister en de Minister van Financiën, Alexander De Croo, ontvangen op 25 april 2019;

Gelet op het verzoek om advies van de Vice-eerste Minister en de Minister van Financiën, Alexander De Croo, ontvangen op 25 april 2019; 1/7 Advies nr. 123/2019 van 19 juni 2019 Betreft: Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 2017 tot uitvoering van de artikelen van titel XVII van boek III

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr. 22/2016 van 18 mei 2016 Betreft: adviesaanvraag m.b.t. een ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van het model van huishoudelijk reglement voor de toegang tot sommige specifieke

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.707/3 van 18 januari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Bij de plenaire behandeling in de Eerste Kamer van de Implementatiewet richtlijn consumentenrechten (hierna: de implementatiewet) 1 heb ik toegezegd op korte

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EU - Contractenrecht A03 Brussel, 9 december 2010 MH/SL/AS A D V I E S over DE CONSULTATIE VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET EUROPEES CONTRACTENRECHT VOOR CONSUMENTEN

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna "de Commissie");

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (hierna de Commissie); 1/6 Advies nr. 67/2017 van 22 november 2017 Betreft: advies over het voorontwerp van wet tot invoering van een belastingvermindering voor uitgaven met betrekking tot de aankoop van persoonlijke beschermingsmiddelen

Nadere informatie

Het (verlengde) eigendomsvoorbehoud

Het (verlengde) eigendomsvoorbehoud Het (verlengde) eigendomsvoorbehoud Mr. Pieter Dierckx Lawyer pieter.dierckx@peeters-law.be Een volwaardig en efficiënt wettelijk zekerheidsrecht Door toedoen van de Pandwet van 11 juli 2013 is de wettelijke

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 16 juli A D V I E S Nr. 1.860 ------------------------------ Zitting van dinsdag 16 juli 2013 ------------------------------------------ Schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of regeling van gedeeltelijke

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 61.656/1 van 10 juli 2017 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de modaliteiten voor het testen en het uitreiken van de bewijzen

Nadere informatie

CONTINUÏTEIT VAN ONDERNEMINGEN

CONTINUÏTEIT VAN ONDERNEMINGEN CONTINUÏTEIT VAN ONDERNEMINGEN CONTINUÏTEIT VAN ONDERNEMINGEN Artikelsgewijze commentaar bij Boek XX WER en CAO nr. 102 Virginie Frémat Sophie Berg Grégory de Sauvage Jean-François Goffin m.m.v. Madeleine

Nadere informatie

BOEK VII WER: CAPITA SELECTA INZAKE CONSUMENTEN- EN HYPOTHECAIR KREDIET. Prof. Dr. Reinhard Steennot (Instituut Financieel recht, Ugent)

BOEK VII WER: CAPITA SELECTA INZAKE CONSUMENTEN- EN HYPOTHECAIR KREDIET. Prof. Dr. Reinhard Steennot (Instituut Financieel recht, Ugent) BOEK VII WER: CAPITA SELECTA INZAKE CONSUMENTEN- EN HYPOTHECAIR KREDIET Prof. Dr. Reinhard Steennot (Instituut Financieel recht, Ugent) INLEIDING OVERZICHT Toepassingsgebied Informatieverplichtingen: bewijslast

Nadere informatie

Borrowing Base kredietverlening onder de nieuwe Pandwet

Borrowing Base kredietverlening onder de nieuwe Pandwet de invoering van flexibiliteit in de standaardformule voor de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste met betrekking tot het spreadrisico (vier jaar) en het aandelenrisico (zeven jaar) 136 ;

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ; 1/6 Advies nr. 71/2017 van 13 december 2017 Betreft: Voorontwerp van wet tot wijziging van het wetboek van de btw wat de automatisering van de uitvoerbare titel inzake de btw betreft (CO-A-2017-074) De

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 56/2013 van 6 november 2013 Betreft: Advies inzake het ontwerp van Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve

Nadere informatie

Het consumentenkrediet. De Wet van 12 juni 1991. Pierre Lettany KLUWER RECHTSWETENSCHAPPEN BELGIE

Het consumentenkrediet. De Wet van 12 juni 1991. Pierre Lettany KLUWER RECHTSWETENSCHAPPEN BELGIE Het consumentenkrediet De Wet van 12 juni 1991 Pierre Lettany KLUWER RECHTSWETENSCHAPPEN BELGIE Voorwoord V Inleiding en doel van de wet 1 1. E.G.-verplichtingen (1) 1 2. Sociaal beleid (2) 1 3. Economisch

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. TOELICHTING De kaaimantaks is een doorkijkbelasting in de personen- en de rechtspersonenbelasting waarbij inkomsten ontvangen door een juridische

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV 511 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van wet houdende hervorming van het ondernemingsrecht. Brussel, 5 juli 2017 SAMENVATTING De Raad voor het Verbruik werd op 22 juni 2017 door de

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 520 Wijziging van de Boeken 6 en 7 van het Burgerlijke Wetboek, de Wet handhaving consumentenbescherming en enige andere wetten in verband met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 340 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard alsmede wijziging van de Wet bereikbaarheid en mobiliteit,

Nadere informatie

Studiedag De bescherming van consumenten in de (recente) rechtspraktijk: hoe gebruik ik dit in schuldendossiers?

Studiedag De bescherming van consumenten in de (recente) rechtspraktijk: hoe gebruik ik dit in schuldendossiers? Studiedag De bescherming van consumenten in de (recente) rechtspraktijk: hoe gebruik ik dit in schuldendossiers? Praktijkgerichte toelichting van (recente) rechtspraak consumentenbescherming met aandacht

Nadere informatie

De gerechtskosten en de verjaring

De gerechtskosten en de verjaring De gerechtskosten en de verjaring Inleiding Wie procedeert moet rekening houden met verschillende soorten kosten. Naast de erelonen en de kantoorkosten die de advocaat aanrekent (en waarop sinds 1/1/2014

Nadere informatie

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 67 H o o f d s t u k I Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 1. Algemeen Afdeling 1 Toestemming 94. Krachtens artikel 2015 BW wordt borgtocht niet vermoed en moet het uitdrukkelijk

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.581 ----------------------------- Zitting van dinsdag 21 november 2006 ----------------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.581 ----------------------------- Zitting van dinsdag 21 november 2006 ---------------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.581 ----------------------------- Zitting van dinsdag 21 november 2006 ---------------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van

Nadere informatie

A D V I E S Nr

A D V I E S Nr A D V I E S Nr. 1.371 ------------------------------ Onderwerp : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies 2012/XX Boekhoudkundige verwerking van een ruilverrichting

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies 2012/XX Boekhoudkundige verwerking van een ruilverrichting COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Advies 2012/XX Boekhoudkundige verwerking van een ruilverrichting Discussienota plenaire vergadering van 6 juni 2012 A. VRAAG AAN DE COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE

Nadere informatie

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend

Nadere informatie

VR DOC.0078/1

VR DOC.0078/1 VR 2017 0302 DOC.0078/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39157 4 november 2015 Overeenkomst Staat NEN en NEC Partijen: 1. De Staat der Nederlanden, waarvan de zetel is gevestigd

Nadere informatie

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging;

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging; Ontwerp van norm inzake de toepassing van de nieuwe en herziene Internationale controlestandaarden (ISA s) in België en tot vervanging van de norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s

Nadere informatie

VERSLAG AAN DE KONING

VERSLAG AAN DE KONING VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij de eer hebben aan de handtekening van Uwe Majesteit voor te leggen regelt de uitvoering van de wet van 24 maart 2003 tot wijziging van de wet van 12 juni

Nadere informatie

Betreft: Ontwerp van Koninklijk besluit betreffende de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen (CO-A-2010-030)

Betreft: Ontwerp van Koninklijk besluit betreffende de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen (CO-A-2010-030) 1/7 Advies nr 07/2011 van 9 februari 2011 Betreft: Ontwerp van Koninklijk besluit betreffende de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen (CO-A-2010-030) De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke

Nadere informatie

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 63.013/3 van 21 maart 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de regelgeving betreffende de specifieke brandveiligheidsnormen

Nadere informatie

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.10.2010 COM(2010) 544 definitief 2010/0272 (COD) C7-0316/10 VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EG)

Nadere informatie

17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A

17217/2/10 REV 2 bar/lep/mv 1 DG I 1A RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 december 2010 (14.12) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0241 (COD) 17217/2/10 REV 2 ENV 824 MI 510 CODEC 1413 NOTA - HERZIENE VERSIE van: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 27 juni

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 27 juni A D V I E S Nr. 1.801 ----------------------------- Zitting van woensdag 27 juni 2012 ------------------------------------------- Wetsvoorstel tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998

Nadere informatie

Extern standpunt. Workshop FOD Economie 22/5/13. Zakenrecht & zakelijke zekerheden 2011-12 1. Prof.Dr. R. Feltkamp

Extern standpunt. Workshop FOD Economie 22/5/13. Zakenrecht & zakelijke zekerheden 2011-12 1. Prof.Dr. R. Feltkamp Extern standpunt Workshop FOD Economie 22/5/13 Prof. Dr. K. Byttebier Hoogleraar VUB (Vz. PREC) Advocaat (Everest) Prof. Dr. R. Feltkamp Docent VUB (PREC-BuCo) Advocaat (MODO) Zakenrecht & zakelijke zekerheden

Nadere informatie

NIET-TEGENSTELBAARHEID IN HET PRIVAATRECHT

NIET-TEGENSTELBAARHEID IN HET PRIVAATRECHT NIET-TEGENSTELBAARHEID IN HET PRIVAATRECHT Aantal woorden: 49.531 Brent Imschoot Studentennummer: 01205350 Promotor: Prof. Dr. Joke Baeck Commissaris: Maja Reynebeau Masterproef voorgelegd voor het behalen

Nadere informatie

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING

VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING VOORONTWERP VAN DECREET TOT WIJZIGING VAN DIVERSE BEPALINGEN VAN HET DECREET VAN 16 JANUARI 2004 OP DE BEGRAAFPLAATSEN EN DE LIJKBEZORGING MEMORIE VAN TOELICHTING A. Algemene toelichting 1. Samenvatting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 071 Wijziging van de Boeken 6 en 7 van het Burgerlijk Wetboek, in verband met verduidelijking van het toepassingsbereik van de koopregels van

Nadere informatie

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 2151 Arrest nr. 119/2002 van 3 juli 2002 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203 van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2010 COM(2010)381 definitief 2010/0205 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften

Nadere informatie

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Definitieve goedkeuring van het ontwerp van decreet betreffende het

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV-468 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van koninklijk besluit tot het nemen van bijzondere maatregelen en tot afwijken van sommige bepalingen van boek VI van het Wetboek van economisch

Nadere informatie