1. Authentieke akte tot vestiging van een opstalrecht tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Lokaal Dienstencentrum De Zeyp

Transcriptie

1 BIJLAGE Bijlage nr Authentieke akte tot vestiging van een opstalrecht tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Lokaal Dienstencentrum De Zeyp Rep.n KVN/ In het jaar tweeduizend dertien Op Te Brussel, *. Voor mij, Jean-Philippe Lagae, notaris met standplaats te Brussel. ZIJN GEKOMEN: De Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), met adres te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 135, instelling met rechtspersoonlijkheid, ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer Hier vertegenwoordigd door de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter, geboren te Brussel, op 10 juni 1958, wonende te Evere (1140 Brussel), J.B. Mosselmansstraat 5, handelende krachtens de machten die werden verleend bij collegebesluit van *, waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht. hierna genoemd «de eigenaar». De vereniging zonder winstoogmerk Lokaal Dienstencentrum De Zeyp, v.z.w., (LDC De Zeyp), met zetel te Ganshoren (1083 Brussel), Zeypstraat 45, ingeschreven in het rechtspersonenregister (Brussel) onder nummer Vereniging opgericht op 12 september 2007, bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 13 november 2007, onder nummer Waarvan de statuten werden gewijzigd door de algemene vergadering van *, ter publicatie neergelegd. Hier, overeenkomstig artikel 15 der statuten, vertegenwoordigd door haar voorzitter en een lid van de raad van bestuur: * Benoemd of herbenoemd als bestuurders door de algemene vergadering van * en benoemd als voorzitter door de raad van bestuur van *, ter bekendmaking neergelegd. Hierna genoemd «de opstalhouder» De identiteit van de comparanten wordt vastgesteld door de notaris op zicht van hun identiteitskaart. Die mij verzocht hebben akte te verlenen van de tussen hen tot stand gekomen overeenkomst als volgt. De partijen zetten voorafgaandelijk uiteen: Bij collegebesluit nummer van 27 mei 2010 werd de aankoop van het pand, gelegen Zeypstraat 55 te 1083 Ganshoren (Brussel), door de Vlaamse Gemeenschapscommissie goedgekeurd. Het pand zelf zal afgebroken dienen te worden daar het niet geschikt is voor de verbouwing tot publieke functies. In het kader van het Investeringsplan wordt de verdere uitbouw van dit pand als lokaal dienstencentrum De Zeyp nagestreefd in overeenstemming met alle bepalingen van het woonzorgdecreet. Binnen het bedoelde Investeringsplan staat tevens een principieel akkoord over een duurzame oplossing voor de Nederlandstalige bibliotheek in Ganshoren vermeld waarbij geopteerd wordt de bibliotheek in te 1

2 plannen op de site van het Gemeenschapscentrum De Zeyp. Deze kan mee in de nieuwbouw opgenomen worden zodat er één eenduidige inkom gecreëerd kan worden voor de verschillende functies. Doordat het aangekochte pand namelijk naast de huidige inkomzone van het gemeenschapscentrum gelegen is, ontstaan er verschillende interessante mogelijkheden voor de verdere uitbouw van het lokaal dienstencentrum, de gemeentelijke bibliotheek en het gemeenschapcentrum. Met name het samengebruik van het sanitair, de circulatieruimte (inkom, trap, lift) alsook het onthaal, het café en het huisbewaarderappartement bieden opportuniteiten voor synergie tussen de verschillende partners. De vzw Lokaal Dienstencentrum De Zeyp zal op de percelen gelegen aan de Zeypstraat een nieuwbouw oprichten, geïntegreerd in het bestaande Gemeenschapscentrum De Zeyp. Deze zal bestaan uit een kelder, een gelijkvloers en 3 verdiepingen (waarvan de 3de verdieping een technisch niveau is). Op de tweede verdieping zal de bibliotheek van Ganshoren komen. Omdat de Vlaamse Gemeenschapscommissie eigenaar is van de percelen, werd voor het realiseren van de nieuwbouw een formele samenwerkingsovereenkomst opgesteld tussen de VGC en de vzw Lokaal Dienstencentrum De Zeyp. De samenwerkingsovereenkomst werd goedgekeurd door de raad van bestuur van de vzw op 11 december 2012 en door het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in collegebesluit nummer van 20 december Opdat de vzw ook aanspraak zou kunnen maken op een subsidiëring van Vlaanderen, dienen zij, op het ogenblik van het indienen van de aanvraag, te voldoen aan artikel 12 van het VIPA-decreet. Hiertoe zal de VGC een voldoende lang recht van opstal (35 jaar) verlenen aan de vzw. Dit engagement wordt eveneens omschreven in de formele samenwerkingsovereenkomst. Na realisatie van de nieuwbouw zal er een langdurige huurovereenkomst (voor de overige duur van het recht van opstal) worden opgesteld tussen de vzw Lokaal Dienstencentrum de Zeyp en de VGC voor de tweede verdieping van het pand. Vanaf dan kan een huurovereenkomst in werking treden tussen de VGC en de gemeente Ganshoren volgens de voorwaarden omschreven in het protocolakkoord betreffende de duurzame uitbouw van de Nederlandstalige bibliotheek te Ganshoren, goedgekeurd in collegebesluit nummer van 19 juli En vervolgens verklaren de partijen te zijn overeengekomen wat volgt: ARTIKEL 1 Voorwerp van het contract Met toepassing van de wet van 10 januari 1924, staat de eigenaar aan de opstalhouder, die aanvaardt, een recht van opstal toe, op volgende goederen : Beschrijving van de goederen Gemeente Ganshoren, eerste afdeling 1. Een perceel bouwgrond, met het inkompaviljoen van het ernaast gelegen gemeenschapscentrum, bestemd om te worden afgebroken,gelegen aan de Zeypstraat, gekadastreerd volgens titel sectie A deel van nummer 147 E 4, met een oppervlakte van 2 aren 45 centiaren, en volgens een recent kadastraal uittreksel sectie A nummer 147 H 4, met een zelfde oppervlakte. 2. Een perceel grond met een huis, bestemd om te worden afgebroken, Zeypstraat 55, gekadastreerd volgens titel en volgens een recent kadastraal uittreksel, sectie A nummer 147 F 4, met een oppervlakte van 1 are 48 centiaren. Hierna ook genoemd het onroerend goed. Oorsprong van eigendom Het onroerend goed werd door de eigenaar als volgt verkregen: 1. het woonhuis met grond, ingevolge de aankoop van de heer Dardouri Hassan ben Abdelmajid (geboren op 14 september 1959) en zijn echtgenote, mevrouw Aggad Nacera (geboren op 10 juni 1961), blijkens een akte verleden voor geassocieerd notaris Carl Ockerman, te Brussel, en notaris Paul Maselis, 2

3 te Schaarbeek, op 14 juli 2010, overgeschreven op het derde hypotheekkantoor te Brussel, op 26 juli 2010, met referte: 50-T-26/07/ de bouwgrond, ingevolge aankoop van de coöperatieve vennootschap VISIE (opgericht op 30 mei 1987, BTW-nummer: ) ingevolge een akte verleden voor de heer Alain Vander Zijpen, commissaris bij het aankoopcomité Brussel, op 23 april 1992, overgeschreven op het derde hypotheekkantoor te Brussel, op 14 mei 1992, boek nummer 18, en de constructie om die te hebben laten oprichten Deze akte werd gevolgd door een verbeterende akte verleden voor de commissaris bij het 2de aankoopcomité te Brussel, overgeschreven op het derde hypotheekkantoor te Brussel, op 9 december 1992, boek nummer 13. De eigenaar verklaart dat het onroerend goed behoort tot het privaat domein. Hypothecaire toestand De eigenaar verklaart dat het onroerend goed vrij en zuiver is van alle voorrechten, inschrijvingen, overschrijvingen en alle andere mogelijke belemmeringen Ruimtelijke ordening 1. Algemeenheden De opstalhouder erkent ingelicht te zijn geweest over de mogelijkheid, om zelf, voorafgaandelijk aan de ondertekening van deze akte, alle inlichtingen in te winnen met betrekking tot de stedenbouwkundige toestand van het onroerend goed en over het belang en de noodzaak om persoonlijk na te gaan of op het onroerend goed de constructies kunnen worden opgericht met de bestemming die hij hieraan wenst te geven. 2. Brief van de gemeente Overeenkomstig artikel 275 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening heeft de instrumenterende notaris aan de gemeente Ganshoren gevraagd de stedenbouwkundige inlichtingen te verstrekken betreffende het onroerend goed. Bij brief van 14 februari 2013 heeft de gemeente geantwoord wat volgt: Voor het gebied waarin het goed ligt : voor wat betreft de bestemming : De stedenbouwkundige voorschriften van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) en van het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP), dienen nagevolgd te worden. Het goed is gelegen binnen de grenzen van het Gewestelijk Bestemmingsplan (G.B.P.), in een typisch woongebied. Het goed is gelegen binnen de grenzen van een Bijzonder Bestemmingsplan (B.B.P.): B.B.P. VIII goedgekeurd op en voor de bijgebouwen in een zone voor aaneengesloten woningbouw, een zone voor bijgebouwen en een zone voor koeren en hoven met uitsluiting van ieder gebouw. Het goed is gelegen binnen de grenzen van een Verkavelingsvergunning (V.V) V.V. nr. 34 goedgekeurd op voor wat betreft een eventuele onteigening : Tot op heden heeft het gemeentebestuur geen kennis van een onteigeningsplan waarin betrokken goed zou zijn weernomen. andere inlichtingen : Betreffende de ligging van ondergrondse innemingen voor gasaardige produkten, word U verzocht contact op te nemen met de verantwoordelijke bedrijven. Het goed is niet gelegen in een ruimte voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting en de stadsvernieuwing, zoals begrensd in het GewOP ten uitvoer brengen van de art. 16 tot 24 van de ordonnantie van 29/08/

4 Het goed is niet opgenomen in een perimeter van voorkoop. Het goed is niet beschermd als monument. Het goed is niet beschermd als landschap. Het goed maakt geen onderwerp uit van de opening van een beschermingsprocedure als monument. Het goed maakt geen onderwerp uit van de opening van een beschermingsprocedure als landschap. Het goed is niet ingeschreven op de bewaarlijst als landschap. Het goed is niet in de wettelijke vrijwaringszone van een beschermd goed of landschap. Het goed is weernomen op de inventaris (bouwwerken daterend van voor 1932): bouwdatum: Tot op heden, werd voor het betrokken goed geen proces-verbaal van overtreding opgesteld. Dit geeft geen garantie dat het goed conform is aan de van kracht zijnde stedenbouwkundige voorschriften en ten opzichte van de laatste, door het College van Burgemeester en Schepenen, goedgekeurde plannen. We nodigen U uit om de voorschriften en plannen te komen raadplegen teneinde de conformiteit van de huidige situatie van het goed te controleren. Een stedenbouwkundig attest voor betrokken goed werd onlangs ingediend. Tot op heden heeft het College van Burgemeester en Schepenen er zich nog niet over uitgesproken. De opstalhouder erkent dat hij, voor de ondertekening van deze akte, een integrale kopie van dit antwoord heeft ontvangen. 3. Bestaande toestand De eigenaar verklaart dat het onroerend goed niet het voorwerp uitmaakt van een stedenbouwkundige vergunning, waaruit de mogelijkheid blijkt om op het onroerend goed de handelingen of werken bepaald door de van toepassing zijnde regionale wetgeving te verrichten of te behouden en dat hij de mogelijkheid om op het onroerend goed de handelingen of werken bepaald door voormelde wetgeving te verrichten of te behouden niet kan verzekeren. Geen van de werken en handelingen bedoeld in artikel 98, 1 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening mogen worden verricht op het onroerend goed waarop de akte betrekking heeft, zolang de stedenbouwkundige vergunning niet is verkregen. 4. Indien het onroerend goed in de toekomst mocht onderworpen worden aan gehele of gedeeltelijke onteigening, urbanisatievereisten of om het even welke overheidsbesluiten of reglementen, zal de opstalhouder zich moeten schikken naar al die voorschriften, zonder verhaal te kunnen uitoefenen tegen de eigenaar omwille van verlies van grond, weigering van toelating tot bouwen of omwille van welke andere reden ook. 5. Stedenbouwkundig attest De opstalhouder verklaart dat het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Ganshoren een stedenbouwkundig attest heeft afgeleverd op 14 januari 2013 (referte CU5707) voor de afbraak van het bestaand goed en voor het oprichten van een nieuwbouw naar aanleiding van een gunstig advies van de overlegcommissie en het gunstig advies van de gemachtigde ambtenaar van de dienst Stedenbouw van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (referte 08/CAFD/473786). Hierdoor vervallen de voorwaarden van voormelde verkavelingsvergunning voor zover zij betrekking hebben op het onroerend goed.de partijen zullen hun medewerking verlenen aan alle administratieve formaliteiten die nodig of noodzakelijk zijn voor het bekomen van de stedenbouwkundige vergunning. Dit stedenbouwkundig attest wordt aan deze akte gehecht. Beheer van verontreinigde bodems De partijen verklaren te zijn ingelicht over de bepalingen opgelegd door de Ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems welke onder andere aan de eigenaar van een onroerend goed de verplichting opleggen om, voor de vestiging van een opstalrecht, een bodemattest afgeleverd door het Brussels Instituut voor Milieubeheer, aan de opstalhouder te 4

5 overhandigen, en indien uit dit attest blijkt dat het betreffende perceel potentieel vervuild is, om over te gaan tot een verkennend bodemonderzoek en in voorkomend geval tot een behandeling van de bodemverontreiniging. De opstalhouder verklaart kennis te hebben genomen van de inhoud van de bodemattesten die werden afgeleverd door het Brussels Instituut voor Milieubeheer respectievelijk op 7 februari 2013 (het perceel met nummer 147F4) en op 15 februari 2013 (het perceel met nummer 147H4), die de gedetailleerde informatiegegevens bevatten van de inventaris van de bodemtoestand voor het onroerend goed. De bodemattesten bepalen voor beide kadastrale percelen letterlijk wat volgt: 2. Statuut van het perceel Het perceel is momenteel niet opgenomen in de inventaris van de bodemtoestand. 3. Gedetailleerde informatie beschikbaar in de inventaris van de bodemtoestand Aard en houders van verplichtingen Er zijn momenteel geen verplichtingen voor wat betreft de vervreemding van zakelijke rechten (bv. verkoop) of de overdracht van een milieuvergunning op dit perceel. Een verkennend bodemonderzoek dient uitgevoerd te worden als het bovenvermelde perceel het voorwerp uitmaakt van : - de inplanting van een nieuwe risicoactiviteit(1), en dit ten laste van de aanvrager van de milieuvergunning (art. 13 3) - de ontdekking van een verontreiniging bij uitgravingswerken, en dit ten laste van de persoon die de uitgravingswerken verricht of voor wiens rekening deze werken worden verricht.(2) (art. 13 6) - een gebeurtenis die bodemverontreiniging veroorzaakt, en dit ten laste van de persoon die de gebeurtenis heeft veroorzaakt(3) (art. 13 7). Weet dat er vrijstellingen voor de verplichting tot het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek voorzien zijn in artikel 60 en 61 van de ordonnantie van 5 maart Deze vrijstellingen moeten via het betrokken formulier per aangetekend schrijven bij Leefmilieu Brussel - BIM aangevraagd of gemeld worden ( > professionelen > thema s > bodem > identificatie en behandeling > verkennend bodemonderzoek). 4. Geldigheid van het bodemattest Dit attest is maximum 6 maanden geldig, vanaf de datum van aflevering. In het algemeen komt de hierboven vermelde geldigheid van het bodemattest te vervallen indien er zich één van volgende veranderingen heeft voorgedaan: - Voormalige of huidige uitbating van andere risicoactiviteiten dan diegene die in dit bodemattest vermeld werden; - Ontdekking van bodemverontreiniging gedurende uitgravingswerken; - Elke andere gebeurtenis dan de risicoactiviteiten die een vermoeden van verontreiniging rechtvaardigt of een bodemverontreiniging heeft veroorzaakt; - Administratieve gegevens van het perceel, o.a. haar afperking, haar bestemming enz. - Betekening van gelijkvormigheidsverklaringen, slotverklaringen of oplegging van veiligheidsmaatregelen conform de bepalingen van de Ordonnantie van 5 maart 2009; - Het niet respecteren van of een verandering in de voorwaarden vermeld in de conformiteitsverklaringen of slotverklaringen zoals bepaald in de artikelen 15, 27, 31, 35, 40, 43 en 48 van de Ordonnantie van 5/3/2009 met betrekking tot het beheer en de sanering van verontreinigde bodems (B.S. 10/3/2009) Dit bodemattest heft alle eerder afgeleverde bodemattesten op. (1) Zoals bepaald in het besluit van 17/12/2009 tot vaststelling van de lijst van de risicoactiviteiten (B.S. van 08/01/2010 en 17/02/2010) 5

6 (2) Of, bij ontstentenis, ten laste van de houder van zakelijke rechten op het terrein (3) Of, bij ontstentenis, de exploitant van het terrein, of bij ontstentenis, de houder van zakelijke rechten op het Terrein. De eigenaar verklaart dat hij over geen aanvullende informatie beschikt die de inhoud van deze bodemattesten zou kunnen wijzigen en stelt vast, na kennis te hebben genomen van de lijst van de risicoactiviteiten in de zin van de Ordonnantie, dat geen enkele van deze risicoactiviteiten werd of wordt uitgeoefend in het onroerend goed dat het voorwerp uitmaakt van deze akte. Postinterventiedossier De partijen verklaren kennis te hebben gekregen van de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 die de verplichting opleggen om postinterventiedossier aan te leggen voor werken uitgevoerd na 1 mei Op vraag van de instrumenterende notaris of er voor het onroerend goed reeds een postinterventiedossier werd opgesteld, antwoordt de eigenaar ontkennend. Energieprestatiecertificaat De partijen erkennen dat de instrumenterende notaris hen heeft geïnformeerd over de strafsanctie en/of boete die worden opgelegd door de Ordonnantie houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, bij het onbreken van het energieprestatiecertificaat, en van het feit dat de ordonnantie geen uitzondering voorziet bij de afbraak van een gebouw. Een energieprestatiecertificaat (EPC) met certificaatnummer * en met betrekking tot de woning, werd opgesteld door * op *. Dit certificaat vermeldt volgende informatie met betrekking tot het goed : - energiescore : * - jaarlijkste uitstoot van CO2 : * De eigenaar verklaart geen kennis te hebben van wijzigingen aan de energiekarakteristieken van het goed die van die aard zouden zijn de inhoud van het certificaat te wijzigen. Een kopie van het certificaat werd door de eigenaar aan de opstalhouder overhandigd. Elektrische intallatie De partijen verklaren dat geen controleonderzoek zal worden uitgevoerd in de zin van artikel 276 bis van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties van 10 maart 1981, aangezien de woning die deel uitmaakt van het onroerend goed zal worden afgebroken. De opstalhouder verklaart te weten dat hij de Algemene Directie van Energie, afdeling Infrastructuur (North Gate III, Koning Albert-II laan 16, 1000 Brussel) hiervan schriftelijk op de hoogte dient te stellen. ARTIKEL 2 Duur van het contract Onderhavig contract wordt gesloten voor een duur van vijfendertig (35) jaar. Het vangt aan bij ondertekening van de akte om van rechtswege te eindigen op *, zonder stilzwijgende verlenging. ARTIKEL 3 Vergoeding Het recht van opstal wordt toegestaan mits een jaarlijkse vergoeding van één euro (EUR 1,00) EUR, betaalbaar door de opstalhouder aan de eigenaar, vooraf, de eerste * van ieder jaar en, voor de eerste maal op *. ARTIKEL 4 Staat van het onroerend goed Het recht van opstal wordt toegestaan op het onroerend goed, beschreven onder artikel 1 van onderhavig contract, in zijn huidige staat goed gekend door de opstalhouder. 6

7 ARTIKEL 5 Vrijwaring Het recht van opstal wordt toegestaan aan de opstalhouder op het onroerend goed, zonder waarborg naar grootte, zelfs indien het verschil groter mocht zijn dan één/twintigste, zonder waarborg wegens gebreken aan de grond of aan de ondergrond, met alle actieve of passieve erfdienstbaarheden, zichtbare of onzichtbare, voortdurende of niet-voortdurende, voor- en nadelige, en met alle zichtbare en nietzichtbare gebreken, zonder dat de opstalhouder uit dien hoofde aanspraak kan maken op een schadevergoeding. In voormelde akte verleden voor geassocieerd notaris Carl Ockerman, en notaris Paul Maselis, te Brussel, van 14 juli 2010, staat letterlijk vermeld wat volgt: In de akte verleden voor Meester Paul Maselis, notaris te Schaarbeek, en Meester André Philips, notaris te Koekelberg, op 10 juli 2001, waarvan sprake hiervoor, staat letterlijk vermeld wat volgt: 9. Conditions particulières. Le compromis de vente, intervenu entre parties le vingt-deux avril mil neuf cent nonante et un, mentionne littéralement ce qui suit: - De scheidingsmuur kant terrein is niet inbegrepen en blijft eigendom van eigenaar grond zijnde lot 2, er kan dus geen enkele prijs voor ontvangen worden. - De perenboom die staat op de grens, wordt afgehakt door de verkoper binnen de vier maand. De opstalhouder wordt gesubrogeerd in de rechten en verplichtingen van de eigenaar die uit deze bepalingen voortvloeien, voor zover zij nog van toepassing zijn. ARTIKEL 6 Afbraak en verplichting tot bouwen De opstalhouder verbindt er zich toe de bestaande opstallen op zijn kosten af te breken en op het in opstal gegeven onroerend goed, een nieuwbouw op te richten met als bestemming, gemeenschapscentrum, bibliotheek en dienstencentrum in overeenstemming met de bepalingen van het woonzorgdecreet. Deze nieuwbouw zal worden geïntegreerd in het bestaande Gemeenschapscentrum De Zeyp. Bij de afbraak van de bestaande constructies moet de werking van het Gemeenschapscentrum De Zeyp te allen tijde gegarandeerd blijven. De bestemming, respectievelijk gemeenschapscentrum, dienstencentrum en bibliotheek, dienen behouden te blijven gedurende de volledige duur van het opstalrecht. De plannen, het lastenkohier en het bestek moeten voorafgaandelijk en schriftelijk worden goedgekeurd door de eigenaar. De bestemming van de gebouwen zal in overeenstemming zijn met de stedenbouwkundige voorschriften, die de opstalhouder moet naleven. In dat opzicht verbindt hij er zich toe zich te gedragen naar alle lasten, clausules en voorwaarden van de stedenbouwkundige vergunning(en) en haar ( hun) bijlagen. Tijdens de ganse duur van het contract zal de opstalhouder de enige eigenaar zijn van de opstallen die worden opgetrokken op het onroerend goed. Hij zal evenwel met betrekking tot deze opstallen geen enkele verbintenis mogen aangaan die de duurtijd van het contract overschrijdt. ARTIKEL 7 Genot De opstalhouder oefent alle rechten uit die verbonden zijn aan het eigendomsrecht op de gebouwen die zullen worden opgetrokken, onder voorbehoud van de voorwaarden voorzien bij onderhavig contract. Hij heeft recht op de burgerlijke en de natuurlijke vruchten die door het onroerend goed worden voortgebracht, gedurende de ganse duur van het opstalrecht. 7

8 De opstalhouder kan de gebouwen die zullen worden opgericht, geheel of gedeeltelijk, in huur geven, na voorafgaandelijke schriftelijke instemming van de eigenaar, die een eventuele weigering niet dient te motiveren. Een eventueel huurcontract mag de duur van het opstalrecht niet overschrijden. Verlof tot bouwen De opstalhouder geeft toelating aan de eigenaar om, voor de duur van het opstalrecht, in de tuinzone van het goed kleine opstallen op te richten en te gebruiken ten behoeve van de werking van het Gemeenschapscentrum De Zeyp dat zich bevindt in de Zeypstraat 47, sectie A nummer 147Z3. Tijdens de duur van het opstalrecht heeft de opstalhouder niet het recht deze opstallen af te breken. ARTIKEL 8 Herstellingen en onderhoud De opstalhouder neemt het onroerend goed in de staat waarin het zich thans bevindt zonder, op enig ogenblik, een vergoeding van welke aard ook te kunnen eisen van de eigenaar. De opstalhouder is gehouden de gebouwen die zullen worden opgericht, in goede staat van onderhoud en herstelling terug te geven op het einde van onderhavig contract. De eigenaar kan evenwel geen renovatie- of moderniseringsaanpassingen eisen in de loop van het contract. ARTIKEL 9 Hypotheek De opstalhouder zal zijn recht en de gebouwen die hij zal opgericht hebben, niet in hypotheek mogen geven. ARTIKEL 10 Overdracht Het is de opstalhouder verboden zijn opstalrecht over te dragen of hierop zakelijke rechten te vestigen. ARTIKEL 11 Belastingen Alle lasten en belastingen die het onroerend goed bezwaren of in de toekomst zouden kunnen bezwaren zijn ten laste van de opstalhouder te rekenen vanaf de inwerkingtreding van onderhavig contract. ARTIKEL 12 Verzekeringen De opstalhouder draagt alle risico s met betrekking tot de gebouwen die zullen worden opgericht, meer bepaald van brand, explosie, waterschade, of natuurrampen... In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling, verbindt hij zich ertoe de gebouwen op zijn kosten weer op te richten, zelfs bij gebreke van of bij ontoereikende verzekering. De opstalhouder verbindt er zich toe de gebouwen die hij zal opgericht hebben, te verzekeren tegen brand, explosie, bliksem, storm, waterschade en natuurrampen, en de verzekering te handhaven tijdens de ganse duur van het contract. Hij verbindt er zich toe aan de eigenaar, op eerste verzoek, het bewijs van ondertekening van de polis en van premiebetaling voor te leggen op basis van dewelke de eigenaar zich uitdrukkelijk zal uitspreken over het beantwoorden van deze polis aan de vereisten hierboven vermeld. Opstalhouder zal bovendien deze verzekering afsluiten bij dezelfde verzekeringsmaatschappij als die van het gebouw waartegen gebouwd wordt. ARTIKEL 13 Hoofdelijkheid en ondeelbaarheid De verplichtingen aangegaan door de opstalhouder zullen hoofdelijk en ondeelbaar zijn tussen hemzelf en zijn rechthebbenden, onder welke titel ook. 8

9 ARTIKEL 14 Ontbinding De eigenaar kan de ontbinding van dit contract vorderen indien de opstalhouder in gebreke blijft bij het vervullen van de verplichtingen hem opgelegd bij onderhavig contract of bij wet. De ontbinding zal slechts kunnen gevorderd worden indien de eigenaar, bij ter Post aangetekende brief, de opstalhouder in gebreke stelt de verbintenis waarvan de niet-naleving tot ontbinding van het contract leidt uit te voeren en, indien de opstalhouder deze verbintenis niet heeft uitgevoerd binnen een termijn van zestig dagen te rekenen vanaf de datum van de verzending van de aangetekende brief. ARTIKEL 15 Onteigening Ingeval van onteigening ten algemenen nutte, verbindt elke partij zich ertoe de andere partij op de hoogte te houden van de stappen ondernomen door de onteigenende overheid. De eigenaar en de opstalhouder zullen hun respectievelijke rechten laten gelden, elkeen rechtstreeks ten aanzien van de onteigenende overheid, zonder tussenkomst van de medecontractant. Elke partij verbindt er zich toe de andere partij op de hoogte te houden van de door haar aangespannen juridische procedures. De eigenaar zal ervoor zorgen dat de opstalhouder bij de zaak betrokken wordt in het kader van de procedure van onteigening. ARTIKEL 16 Lot van de gebouwen bij de beëindiging van het contract De opstalhouder heeft niet het recht de door hem opgerichte constructies te slopen of de door hem aangebrachte beplantingen weg te nemen. Bij de beëindiging van onderhavig contract, alsmede in de veronderstelling dat het voortijdig opgezegd werd om welke reden ook, zullen de gebouwen, evenals de werken en beplantingen, die de opstalhouder zal tot stand gebracht hebben op het onroerend goed, toekomen aan de eigenaar, zonder vergoeding. ARTIKEL 17 Arbitrage Overeenkomstig artikel 1676 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek wordt elk geschil over de geldigheid, de uitlegging of de uitvoering van deze overeenkomst beslecht door arbitrage, zonder mogelijkheid van hoger beroep. Indien partijen geen overeenstemming bereiken over de keuze van een scheidsrechter, wordt deze op verzoek van de meest gerede partij aangewezen door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van het arrondissement waar het Goed gelegen is. Toch kan elke partij arbitrage weigeren, op volgende wijze: - door de wederpartij rechtstreeks te dagvaarden voor de gewone rechter; - door arbitrage te weigeren, binnen de vijftien kalenderdagen, na ontvangst van een aangetekend schrijven van de wederpartij die meedeelt beroep te willen doen op een scheidsrechter. ARTIKEL 18 Kosten Alle kosten, rechten en erelonen, die voortvloeien uit onderhavige akte, zijn ten laste van de opstalhouder. ARTIKEL 19 Ontbindende voorwaarde Deze overeenkomst wordt van rechtswege ontbonden indien voor * (datum) geen stedenbouwkundige vergunning wordt bekomen voor de afbraak van de bestaande gebouwen en voor een nieuwbouw met als bestemming gemeenschapscentrum, bibliotheek en dienstencentrum in overeenstemming met de bepalingen van het woonzorgdecreet. 9

10 Indien deze stedenbouwkundige vergunningen niet worden bekomen voor het verstrijken van deze termijn, zullen de partijen hun medewerking verlenen aan het opstellen van een notariële akte waarin de beëindiging van dit opstalrecht wordt vastgesteld. ONTSLAG VAN AMBTSHALVE INSCHRIJVING Nadat hij door ondergetekende notaris ingelicht werd over de gevolgen van dergelijke verzaking, verklaart de eigenaar uitdrukkelijk, de hypotheekbewaarder te ontslaan, van het nemen van een ambtshalve inschrijving, om welke reden ook, bij de overschrijving van onderhavige akte. WOONSTKEUZE Voor de uitvoering van onderhavige akte, doen partijen woonstkeuze in hun respectievelijke voormelde zetel. FISCALE VERKLARINGEN De partijen erkennen dat de instrumenterende notaris hen lezing heeft gegeven van artikel 203, eerste alinea, van het Wetboek der Registratierechten, evenals van de artikelen 62, 2 en 73 van het Wetboek der Belastingen op de Toegevoegde Waarde. Registratierechten Louter voor de heffing van de registratie en overeenkomstig de beslissing van de Administratie van 16 januari 1992 (Rec.Gen.Enr.Not, 1996, nr , p 148) wordt de waarde van de gebouwen die op het einde van het contract van rechtswege zullen toekomen aan de grondeigenaar, en onder meer rekening houdend met een disconto omdat de gebouwen pas op het einde van het opstalrecht aan de eigenaar toekomen en met de ouderdom van de gebouwen op het einde van het opstalrecht, geschat op zesennegentigduizend zevenhonderd éénendertig euro vierennegentig cent (96.731,94 EUR). De gratis terugval van de gebouwen aan de grondeigenaar wordt beschouwd als de canon. B.T.W. Ondervraagd door ondergetekende notaris heeft de eigenaar verklaard dat hij: - niet onderworpen is aan de Belasting over de Toegevoegde Waarde en geen deel uitmaakt van een BTW-eenheid; - geen belastingplichtige is bedoeld in artikel 8 van het BTW-Wetboek, dit wil zeggen gedurende de vijf laatste jaren geen onroerend zakelijk recht heeft vervreemd met toepassing van de BTW; - geen deel uitmaakt van een tijdelijke vereniging of een feitelijke vereniging onderworpen aan de BTW. Rechten op geschriften (Wetboek diverse rechten en taksen) Het recht bedraagt vijftig euro (EUR 50,00). Wet op het notarisambt De instrumenterende notaris heeft de partijen geïnformeerd dat de wet op het notarisambt hen verplicht tot onpartijdige raadgeving. Deze bepalingen eisen van de notaris dat indien hij tegenstrijdige belangen vaststelt of de aanwezigheid van onevenwichtige bedingen, hij partijen moet informeren dat elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door een raadsman. WAARVAN AKTE Gedaan en verleden op de plaats en de datum die hiervoor worden vermeld. Na integrale lezing en toelichting door de notaris, hebben de comparanten, die erkennen een ontwerp van de akte ontvangen te hebben ontvangen op *, getekend met mij notaris. 10

11 BIJLAGE: Stedenbouwkundig attest 11

12 12

13 13

14 14

15 15

16 16

17 17

18 Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de goedkeuring van de authentieke akte tot vestiging van een opstalrecht tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Lokaal Dienstencentrum De Zeyp. nr van De collegeleden, Bruno DE LILLE 18 Brigitte GROUWELS Guy VANHENGEL