Serviceflatcomplex De Meerpaal

Transcriptie

1 Serviceflatcomplex De Meerpaal Beheer van de serviceflats OCMW Zemst Interne afsprakennota Art. 1. Het serviceflatgebouw De Meerpaal, gelegen te 1980 Zemst, Lindestraat 54/1-25 en 52/26-51, omvat 47 serviceflats en 4 flats voor personen met een handicap. Het complex wordt beheerd door de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW van Zemst. Het biedt woongelegenheden aan voor alleenstaande of samenwonenden. Art. 2. Volgende types van flats worden er onderscheiden: Type 1: flats bestaande 1 uit slaapkamer, bewoonbaar door 2 personen. Type 2: flats bestaande uit 1 slaapkamer, bewoonbaar door 2 personen, slaapkamer door middel van een tussenwand op te splitsen in 2 aparte slaapkamers. Type 3: flats bestaande uit 2 slaapkamers, bewoonbaar door 3 personen. Art. 3. Het serviceflatcomplex is erkend door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap onder het nummer CE 2403 Dagelijks verantwoordelijke Art. 4. De directeur van het woonzorgcentrum Releghem, Gert Van Saet, is de dagelijks verantwoordelijke van het complex. Art. 5. De dagelijks verantwoordelijke verzekert de harmonieuze werking van de flats, volgens de regels die door het OCMW werden vastgelegd en volgens de bevoegdheden die hem/haar werden toegekend. Inschrijvings- en opnamevoorwaarden Art. 6. De serviceflats staan open voor ouderen wiens gezondheidstoestand zodanig is dat zij relatief zelfstandig kunnen leven, maar die behoefte hebben aan een woning die functioneel aangepast is aan de fysieke, mentale en sociale mogelijkheden van ouderen. De flats voor personen met een handicap staan open voor mensen wiens beperking, hetzij geestelijk, hetzij lichamelijk, het toelaat dat zij relatief zelfstandig kunnen leven, maar de behoefte hebben aan een woning die functioneel aangepast is aan de fysieke, mentale en sociale mogelijkheden. De maatschappelijk werker voert het sociaal onderzoek uit.

2 Art. 7. Alle flats kunnen bewoond worden door alleenstaanden of samenwonenden Samenwonenden krijgen voorrang om een flat van type 2 te betrekken. Personen met een handicap met inwonende gezinsleden of mantelzorgers krijgen in eerste rang voorrang om een flat van type 3 te betrekken. Samenwonenden krijgen in tweede rang voorrang om een flat van type 3 te betrekken. Art. 8. De kandidaat bewoner moet op het moment van inschrijving op de wachtlijst tenminste 65 jaar oud zijn. Voor samenwonenden geldt die leeftijdsvoorwaarde voor beiden. De leeftijdsvoorwaarden zijn niet van toepassing op de flats voor personen met een handicap. Art. 9. De Kandidaat bewoner dient op het ogenblik van zijn/haar aanvraag tot opname een band te hebben met de gemeente Zemst. Hiermee wordt bedoeld: de kandidaat moet op het ogenblik van de aanvraag 2 jaar aaneensluitend ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente Zemst ; of de kandidaat was ten minste 10 jaar ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente Zemst ; of één van de kinderen één van de kleinkinderen indien alle kinderen zijn overleden- is op het ogenblik van de aanvraag 10 jaar aaneensluitend ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente Zemst Art. 10. Na het indienen van een ingevuld en ondertekend formulier Aanvraag tot opname worden de kandidaat bewoners chronologisch ingeschreven op de wachtlijst van het serviceflatcomplex of de flats voor personen met een handicap. De directeur overhandigt een ontvangstbewijs met vermelding van de datum en het nummer van de inschrijving op de wachtlijst. Op het formulier Aanvraag tot opname kan de kandidaat bewoner de keuze maken tussen een dringende en niet dringende opname. De kandidaat verwerft een inschrijvingsnummer. Als het gaat om een niet dringende opname zal het OCMW van Zemst de kandidaat niet in aanmerking nemen voor een effectieve opname. Dit gebeurt pas nadat de kandidaat de sociale dienst heeft verwittigd dat een opname dringend is.

3 Art. 11. Indien het om een dringende opname gaat zal de kandidaat een plaats krijgen op de wachtlijst. Er wordt voorrang gegeven aan de kandidaat met de meeste punten gebaseerd op de inschrijvingsdatum en het aantal jaren in Zemst wonen van de kandidaat of van één van de kinderen. Indien er geen kinderen meer zijn kan het vast bureau op basis van een verslag van de maatschappelijk werker beslissen om het aantal jaren in Zemst wonen van de kleinkinderen in aanmerking te nemen. Per volledig jaar dat de kandidaat op de wachtlijst staat wordt er 1 punt toegekend. Per volledige 5 jaar dat de kandidaat, of één van de kinderen in Zemst woont wordt er 1 punt toegekend. Er wordt rekening gehouden met het aantal jaren in Zemst wonen van de kandidaat of het kind dat het meeste aantal jaren in Zemst wonen kan voorleggen. Dit wordt bepaald aan de hand van de inschrijvingen in het bevolkingsregister van de gemeente. Bij gelijk puntentotaal bepaalt de effectieve datum van inschrijving de volgorde waarbij voorrang wordt gegeven aan de oudste inschrijving. Art. 12. De kandidaten met de meeste punten, bij toepassing van artikel 11, worden gescreend aan de hand van een quoteringslijst tot een groep van 5 kandidaten wordt bereikt die geen categorie B of C zijn volgens de Katz schaal en maximum 2 scoren op de criteria tijd en ruimte waarbij de score 2 slechts voor één van beide criteria van toepassing mag zijn. Alleen in geval van twijfel wordt er een KATZ-schaal opgemaakt. Enkel de kandidaten die deel uitmaken van deze groep komen in aanmerking voor opname in een serviceflat. Art. 13. Kandidaten worden pas aan de groep toegevoegd na ondertekening van een verklaring dat zij een flat niet meer kunnen weigeren bij toewijzing, tenzij er sprake is van overmacht. Mogelijke redenen van overmacht zijn: Overlijden van de kandidaat; Ziekenhuisopname van de kandidaat; Opname in een woonzorgcentrum Art. 14. Voor kandidaten die een effectieve opname weigeren en geen overmacht kunnen inroepen, kan het vast bureau beslissen om ze tot maximum 2 jaar niet in aanmerking te laten komen voor opname; Art. 15. Kandidaten op de wachtlijst die aangeven dat ze in aanmerking wensen te komen voor effectieve opname worden onmiddellijk gescreend wanneer ze, bij toepassing van artikel 11, meer punten hebben dan de kandidaat met het minste aantal punten in de groep.

4 Deze kandidaten worden toegevoegd aan de groep indien ze geen categorie B of C zijn volgens de Katz schaal en maximum 2 scoren op de criteria tijd en ruimte waarbij de score 2 slechts voor één van beide criteria van toepassing mag zijn. Alleen in geval van twijfel wordt er een KATZ-schaal opgemaakt. De kandidaten die reeds opgenomen werden in de groep, blijven hiervan deel uitmaken. Binnen deze groep geldt dat de kandidaat die de hoogste score heeft op de quoteringslijst voorrang heeft. Bij gelijke score heeft de kandidaat met het meeste punten, bij toepassing van artikel 11, voorrang. Bij een gelijk aantal punten bepaalt de effectieve datum van inschrijving de volgorde waarbij voorrang wordt gegeven aan de oudste inschrijving. Art. 16. Bij samenwonenden wordt rekening gehouden met de kandidaat met de meest gunstige score. Samenwonende partners komen beide in aanmerking als minimum één van de partners voldoet aan de voorwaarden zoals geformuleerd in artikel 11 en artikel 12. Art. 17. Telkens de samenstelling van de groep wijzigt, wordt de score van de kandidaten die op dat ogenblik deel blijven uitmaken van de groep verhoogd met 10 punten. Art. 18. Artikel, 12, 13 en 15 tot en met 17 zijn niet van toepassing op de flats voor personen met een handicap. Deze flats worden toegewezen op basis van een omstandig verslag van de sociale dienst. Er wordt voorrang gegeven aan de kandidaat met de meeste punten bij toepassing van artikel 11. Art. 19. Het vast bureau kan op basis van dwingende sociale en/of psychologische redenen, na een gemotiveerde vraag van de kandidaat of in geval van heerkracht (vb. verlies van de woning door brand, huis onbewoonbaar door waterschade, ), na voorlegging van een sociaal verslag, afwijken van voornoemde regels. Art. 20. Kandidaten waarvan de echtgenoot of echtgenote verblijven in het woonzorgcentrum, krijgen na een sociaal verslag van de sociale dienst, voorrang op de poel om een flat te betrekken. Modaliteiten bij het betrekken van de flat. Art. 21. Behoudens haar/zijn uitdrukkelijk akkoord of om ernstige redenen mag aan de bewoner geen andere flat worden toegewezen dan die welke hem bij de toelating toegekend werd. Art. 22. Voordat de flat betrokken wordt, wordt een schriftelijke overeenkomst met de kandidaat bewoner(s) of met de persoon of instantie die gevolmachtigd werd namens hen op te treden.

5 Art. 23. De dagelijks verantwoordelijke of zijn afgevaardigde organiseert het onthaal van de nieuwe bewoner. Indien nodig zal de dagelijks verantwoordelijke of diens afgevaardigde de nieuwe bewoners bijstaan bij het vervullen van de formaliteiten die gepaard gaan met de woonstverandering. Art. 24. De bewoner mag de haar/hem toegewezen flat naar eigen smaak inrichten. Het voorzien van behang of muurbekleding is evenwel niet toegelaten. De bewoner zal zelf instaan voor het meubilair van de flat. Art. 25. Er wordt een dossier opgemaakt met de volledige identiteit van de bewoner, de naam van de huisdokter, evenals de naam, het adres en het telefoonnummer van de persoon/personen die ingeval van nood moet(en) verwittigd worden. De betrokkene kan vragen ook zijn/haar filosofische, godsdienstige of ideologische overtuiging of medisch relevante gegevens te vermelden. Het dossier wordt door de dagelijks verantwoordelijke bewaard. Een aantal gegevens van het dossier worden ook op de afdelingen van het woonzorgcentrum bewaard met de bedoeling snel en gericht te kunnen handelen bij noodoproepen. Art. 26. De bewoner moet een waarborg betalen van 30 maal de dagprijs. Modaliteiten aangaande het beëindigen van de overeenkomst Art. 27. De verblijfsovereenkomst is in principe van onbepaalde duur. De bewoners kunnen ten allen tijde en zonder vermelding van enige reden de overeenkomst met aangetekend schrijven opzeggen mits een vooropzeg van 30 kalenderdagen. Art. 28. Indien de lichamelijke en geestelijke gezondheidstoestand van de bewoner van die aard is dat een definitieve overplaatsing naar een passende instelling geboden is, wordt samen met de betrokkene, familie en huisarts naar een passend verblijf gezocht. Het OCMW verbindt zich in dit geval ertoe de flat ter beschikking te houden tot een passende oplossing gevonden wordt. Art. 29. Indien de persoon met een handicap de flat verlaat of overlijdt dan zijn de inwonende gezinsleden of mantelzorgens verplicht om binnen een redelijke termijn de flat te verlaten. Deze termijn bedraagt maximum 6 maanden en wordt vastgesteld door het vast bureau op basis van een verslag van de maatschappelijk werker. Na het verstrijken van deze termijn kan het OCMW beslissen om een procedure tot uithuiszetting in te leiding. In afwijking hiervan kunnen inwonende gezinsleden of mantelzorgers de flat blijven bewonen indien zijn voldoen aan de voorwaarden voor het betrekken van een serviceflat.

6 Art. 30. Een opname in het woonzorgcentrum Releghem vanuit een flat is mogelijk wanneer de zorggraad van de bewoner niet langer toelaat om in een flat te verblijven. Bewoners met minimum score B op de katzschaal hebben voorrang op alle kandidaten op de wachtlijst van het woonzorgcentrum, met uitzondering van de kandidaten die reeds principieel goedgekeurd worden voor opname (omschreven in artikel 14 van de interne afsprakennota van het woonzorgcentrum). Deze voorrangsregeling is ook van toepassing voor kandidaten die van de wachtlijst van het woonzorgcentrum Releghem aan de wachtlijst van het serviceflatcomplex worden toegevoegd. Bij oprichting van elke andere of gelijkaardige residentiële ouderenvoorziening door het OCMW zal dit principe van absolute voorrangsregeling automatisch van toepassing zijn. Art. 31. De overeenkomst kan door het OCMW na aangetekende verwittiging verbroken worden als : De bewoner zijn verplichtingen inzake betaling van de verblijfsvergoeding niet naleeft; Het gedrag van de bewoner zwaar storend is voor de andere bewoners; De flat verwaarloosd wordt; Gehandeld wordt tegen het huishoudelijk reglement; Gehandeld wordt tegen de bepalingen van de «verblijfsovereenkomst voor een flat». Art. 32. De overeenkomst neemt ook een einde op de dag van het overlijden van de bewoner. In dit geval moet de flat binnen de 15 dagen na het overlijden worden vrijgemaakt. Indien dit niet gebeurt kan het OCMW de flat ontruimen ten laste van de nalatenschap. De verblijfsvergoeding blijft verschuldigd tot de flat volledig ontruimd is en de sleutels aan het bestuur worden overgedragen. Art. 33. Van de waarborg worden de kosten van niet normale slijtage afgehouden. Verblijfsmodaliteiten Art. 34. Iedere bewoner is vrij om de flat tijdelijk te verlaten. Bij afwezigheid van langer dan 1 dag wordt de bewoner verzocht de woningassistent of de dagelijks verantwoordelijke hiervan op de hoogte te brengen.

7 Art. 35. De bewoners en bezoekers worden verzocht de rust in en om de flats te respecteren. In het bijzonder na 22 uur wordt lawaai vermeden. Bij gebruik van muziekinstrumenten, radio s en televisietoestellen wordt gevraagd de medebewoners geen hinder te berokkenen. In het atrium van de flats kunnen allerhande activiteiten worden georganiseerd. Art. 36. Van maandag tot vrijdag hebben de bewoners de mogelijkheid om warme maaltijden aan huis te nemen bij het OCMW van Zemst, tegen de algemeen gangbare tarieven. Uiteraard zijn de flatbewoners geheel vrij om van alternatieven gebruik te maken. Art. 37. Het staat de bewoner vrij al dan niet een beroep te doen op de haarkapper of haarkapster van het woonzorgcentrum Releghem. Art. 38. Iedereen waakt over de orde en de netheid van de gemeenschappelijke lokalen. Huisdieren kunnen toegelaten worden na toestemming van het vast bureau en mits zij geen hinder berokkenen aan de buurt. Art. 39. De bewoners zijn vrij om zelf elke vorm van bijstand of hulpverlening te kiezen. Art. 40. Het OCMW zorgt voor het onderhoud en het poetsen van de gemeenschappelijke delen. Voor het poetsen van de flats staan de bewoners zelf in. Het is mogelijk om een beroep te doen op de poetsdienst van het OCMW volgens de reglementering van toepassing op deze dienst. Inspraak en onderzoek van suggesties en klachten van de bewoners Art. 41. Het complex beschikt over een bewonersraad die minstens eenmaal per trimester vergadert. Alle bewoners kunnen deel uitmaken van de bewonersraad Art. 42. Van elke bewonersraad wordt een verslag opgemaakt. Het verslag van de bewonersraad ligt ter inzage van de bewoners. De dagelijks verantwoordelijke ontvangt een exemplaar van het verslag. Art. 43. De bewonersraad kan advies uitbrengen over alle aangelegenheden die de algemene werking van het complex betreffen. Zij kunnen de personeelsleden en andere personen uitnodigen om deel te nemen aan besprekingen van welbepaalde thema s. Aanbrengen van bemerkingen, suggesties of klachten Art. 44. Bemerkingen, suggesties en klachten kunnen ingeschreven worden in het suggestie/klachtenregister. Op aanvraag wordt het klachtenregister ter inzage gegeven aan de bewonersraad.

8 Art. 45. Mondeling worden bemerkingen, suggesties en klachten bij voorkeur gemeld aan de directie, de diensthoofden of de sociale dienst. Na registratie zorgt de directeur dat een medewerker wordt aangeduid om deze te onderzoeken en te analyseren Art. 46. Aan elke klacht wordt binnen de 30 dagen gevolg gegeven. De directeur zorgt ervoor dat er schriftelijk antwoord wordt gegeven aan de indiener. Maatregelen van algemeen belang Art. 47. Om zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen is het nodig dat de bewoners van een flat een bijzondere inspanning leveren om alles te vermijden wat brandgevaar kan opleveren. Art. 48. Daartoe mogen de bewoners uitsluitend CEBEC gekeurde, elektrische apparaten gebruiken, daar deze toestellen aan de Belgische normen voldoen. Dominostekkers of kattenkoppen zijn bij wet verboden, uitgezonderd de CEBEC gekeurde tafelcontactdozen. De bewoners zullen ook hun medewerking verlenen bij periodieke controle van deze apparaten in het bijzonder en de beveiligingaccommodatie in het algemeen. Bij defect of beschadiging van snoeren, stekkers e.d. zullen zij de dagelijks verantwoordelijke onmiddellijk op de hoogte brengen. Art. 48. In het kader van de brandveiligheid worden er geen televisietoestellen met beeldbuis meer toegelaten. In afwijking hiervan moeten bewoners, die nog een televisietoestel met beeldbuis op de kamer hebben op het ogenblik van het in werking treden van dit artikel, dit toestel ten laatste op 30 september 2011uit de flat verwijderen of laten vervangen. Elk defect toestel moet onmiddellijk verwijderd worden. Elk ander toestel dat nadien wordt aangekocht moet een LED of LCD televisietoestel zijn. Indien hierop een overtreding wordt vastgesteld kan woonzorgcentrum het toestel op kosten van de bewoner laten verwijderen. Dit artikel treedt in werking op 1 mei 2011 Art. 49. Er wordt niet gerookt in de lokalen waar er een rookverbod geldt. We vragen ten stelligste dat de bewoners niet roken in bed. Art. 50. De bewoners stemmen ermee in deel te nemen aan de eventuele brandoefeningen die door het OCMW of hun aangestelden en de brandweer worden opgezet. Art. 51. De algemene richtlijnen die gelden bij brand zijn bevestigd op diverse goed zichtbare plaatsen in het gebouw. Deze mogen niet verwijderd worden. Art. 52. Het complex, haar verantwoordelijke of personeel kunnen op geen enkele wijze verantwoordelijk worden gesteld voor persoonlijke ongevallen van de bewoner, zijn familie of bezoekers.

9 Art. 53. Het complex, haar verantwoordelijken of personeel kunnen op geen enkele wijze verantwoordelijk worden gesteld voor de eventuele schade, vernieling, verdwijning of ontvreemding van gelden, persoonlijke bezittingen of goederen van de bewoner, zijn familie of bezoekers. Het is niet toegestaan gelden en waardevolle persoonlijke bezittingen onbeheerd in de flat of elders achter te laten. Kennisgeving van het reglement Art. 54. Alle bewoners gaan de verbintenis aan om de voorschriften van dit reglement evenals de toepassingsmaatregelen na te leven. Art. 55. Eén exemplaar van dit reglement wordt tegen ontvangstbewijs, dat tevens als akkoordverklaring geldt, aan elke nieuwe bewoner bezorgd. Art. 56. Dit reglement is vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn en kan door hen gewijzigd worden. Art. 57. Elke wijziging van het huishoudelijk reglement dient 30 dagen op voorhand aan de bewoners bekend gemaakt te worden. Art. 58. De dagprijzen kunnen jaarlijks herzien worden. De herziening gebeurt door een beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn, mits voorafgaande kennisgeving aan de prijzendienst van de FOD Economie wanneer het gaat over een aanpassing aan het indexcijfer der consumptieprijzen; mits voorafgaande goedkeuring van de prijzendienst van de FOD Economie wanneer het gaat over een zuivere prijsverhoging.