De voorschriften betreffende de opleiding worden vermeld in hoofdstuk 8.2 van het ADR.

Transcriptie

1 Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners Fédération Royale Belge des Transporteurs et des Prestataires de Services Logistiques Königlicher belgischer Verband der Transportunternehmen und der Logistikdienstleister (versie 2017) DE OPLEIDINGEN 1. DE BESTUURDERS 1.1. Algemene voorschriften De voorschriften betreffende de opleiding worden vermeld in hoofdstuk 8.2 van het ADR. Zoals aangegeven in punt 3.3 moeten de bestuurders van de voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren en ongeacht het MTM van het voertuig (in hoeveelheden die groter zijn dan deze vermeld in paragraaf ), een basisopleiding volgen en slagen in een bijhorend examen. De bestuurders van voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren in vaste of afneembare tanks met een inhoud van ten minste 1 m³, in batterijvoertuigen met een inhoud van ten minste 1 m³ en in tankcontainers, mobiele tanks of MEGC s met een inhoud van ten minste 3 m³, moeten een specialisatiecursus volgen voor het vervoer in tanks en slagen in het bijhorende examen. De bestuurders van voorwerpen en stoffen van de klasse 1 of bepaalde stoffen van de klasse 7 moeten een specialisatiecursus volgen en dit ongeacht de MTM van het voertuig. Iedere vijf jaar moet de houder van het opleidingsgetuigschrift - in de loop van het jaar voorafgaand aan de vervaldatum een bijscholingscursus volgen en slagen in het bijhorende examen Taalgebruik Het getuigschrift moet worden opgesteld in de taal (of één van de talen) van het land waar het certificaat werd afgeleverd en, indien deze taal niet het Frans, het Engels of het Duits is, moet het bovendien ook in het Frans, het Engels of het Duits, behalve bij andersluidende bepaling Structuur van de opleiding De basiscursus heeft met name betrekking op de volgende onderwerpen: - algemene voorschriften van toepassing op het transport van gevaarlijke goederen; - de belangrijkste gevaarstypes; - het gedrag na een ongeval (eerste hulpverlening, verkeersveiligheid, ); - markering, etikettering, etikettering met grote etiketten en oranje signalisatie; - de te nemen voorzorgen tijdens het laden en het lossen van gevaarlijke goederen; - de manipulatie en stuwing van colli; - instructies over het gedrag in de tunnels (preventie en veiligheid, maatregelen te nemen in geval van brand of andere noodsituaties, enz.); - beperkingen van de doorgang door tunnels en instructies in verband met het gedrag in tunnels; - enz Stapelhuisstraat 5 A 1020 Brussel MEMBER OF IRU Rue de L Entrepôt 5A 1020 Bruxelles tel fax febetra@febetra.be Wettig erkende beroepsvereniging Union professionnelle légalement reconnue Gesetzlich anerkannter Berufsverein

2 De specialisatiecursus voor het vervoer in tanks heeft onder meer betrekking op de volgende onderwerpen: - het rijgedrag van de voertuigen, inclusief de bewegingen van de lading; - algemene theoretische kennis van de verschillende laad- en losinrichtingen van de voertuigen; - bijkomende specifieke bepalingen betreffende het gebruik van deze voertuigen; enz De specialisatiecursus voor het vervoer van stoffen en voorwerpen van klasse 1 (andere dan stoffen en voorwerpen van subklasse 1.4, compatibiliteitsgroep S) heeft betrekking op de volgende onderwerpen: - gevaren eigen aan de ontplofbare en pyrotechnische stoffen en voorwerpen; - specifieke voorschriften betreffende het samenladen van stoffen en voorwerpen van klasse 1 De specialisatiecursus voor het vervoer van radioactieve stoffen van klasse 7 heeft betrekking op de volgende onderwerpen: - gevaren eigen aan de ioniserende straling; - specifieke voorschriften betreffende de verpakking, de behandeling, het samenladen en de stuwing van radioactieve stoffen; - speciale maatregelen die moeten getroffen worden wanneer radioactieve materialen bij een ongeval betrokken zijn; De specialisatiecursus voor het nationaal vervoer van de UN-nummers 1202, 1203 en/of 1223 heeft onder andere betrekking op de volgende onderwerpen: - gevaar verbonden aan vloeibare brandstoffen; - preventie- en veiligheidsmaatregelen geschikt voor de risico s verbonden aan vloeibare brandstoffen; - algemene informatie inzake de burgerlijke aansprakelijkheid Bijscholingsopleiding De bedoeling van de bijscholingsopleiding is om de kennis van de bestuurders bij te werken. Het opleidingsgetuigschrift van de bestuurder wordt verlengd voor een nieuwe periode van 5 jaar wanneer deze in het bijhorende examen slaagt Belgische bepalingen Het K.B. van (B.S., ) inzake de opleiding van chauffeurs werd opgeheven door het K.B. van 29 juni 2003 (B.S., ) en het M.B. van 4 juli 2003 (B.S., ). Dit K.B. werd meermaals gewijzigd: K.B. van (B.S., ), M.B. van (B.S., ), K.B. van (B.S., ), K.B. van (B.S., ), K.B. van (B.S., ), Besluit van de Vlaamse Regering van (B.S., ). De chauffeurs worden onderverdeeld in vier categorieën: categorie I: bestuurders van voertuigen die gevaarlijke goederen van de klassen 2, 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2, 6.1, 6.2, 8 en 9 vervoeren, behalve wanneer een vrijstelling van afdeling van toepassing is. categorie II: bestuurders van voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren in vaste of afneembare tanks met een inhoud van meer dan liter, in batterijvoertuigen met een totale inhoud van meer dan liter, en in tankcontainers, mobiele tanks of MEGC s met een individuele inhoud van meer dan liter; geldig voor de klassen 2, 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2, 6.1, 6.2, 8 en 9, behalve wanneer een vrijstelling van afdeling van toepassing is. categorie III: bestuurders van voertuigen die goederen van de klasse 1 vervoeren in hoeveelheden groter dan deze die voorzien zijn in paragraaf (gedeeltelijke vrijstelling).

3 categorie IV: bestuurders die exclusief nationale transporten uitvoeren van gevaarlijke goederen van de UN-nummers 1202, 1203, 1223, 3256 en/of 3082 (zware en residuele stookolie). De verplichte inhoud van de Belgische opleiding (basis, specialisatie, bijscholing) verschilt niet van deze die wordt voorzien door het ADR. Het examen vindt plaats in één van de examencentra aangeduid door de bevoegde overheid. Om te slagen moet de kandidaat minstens 50% van de punten behalen. 2. DE VEILIGHEIDSADVISEUR Richtlijn 96/35/EG van 3 juni 1996 werd opgenomen in het ADR Verdrag op 1 januari Deze richtlijn werd in Belgisch recht omgezet door het K.B. van 1 juli 1999 (B.S., ), gewijzigd door het K.B. van 5 juli 2006 (B.S., ), het K.B. van 26 juli 2007, het K.B. van 17 maart 2009 (B.S., ), het K.B. van 17 februari 2012 (B.S., ) en het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2016 (B.S., ) Geviseerde personen De onderstaande ondernemingen zijn verplicht één (of meerdere) veiligheidsadviseur(s) aan te duiden: - de ondernemingen die gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren vervoeren; - de ondernemingen die laadwerkzaamheden, loswerkzaamheden, verpakkings- of vulwerkzaamheden verrichten die met dat vervoer samenhangen, met inbegrip van de overslag van de weg, het spoor of de binnenwateren naar een andere vervoerswijze of vice versa. Worden niet geviseerd, de ondernemingen waarvan de activiteiten zich beperken tot: - het vervoer uitgevoerd met vervoermiddelen die eigendom zijn of onder de verantwoordelijkheid vallen van de strijdkrachten; - het vervoer van hoeveelheden gevaarlijke goederen waarvoor het ADR in een gedeeltelijke of volledige vrijstelling voorziet; - het vervoer van biologische stof, categorie B van UN-nummer 3373 verpakt is overeenkomstig verpakkingsinstructie P650; - het lossen van gevaarlijke goederen op hun eindbestemming; - het binnenlands vervoer of met dat vervoer samenhangende laadwerkzaamheden, loswerkzaamheden, vul- of verpakkingswerkzaamheden van minder dan 50 ton netto per kalenderjaar van goederen ingedeeld bij de letters A, O of F van de klasse 2 en bij de verpakkingsgroep II of III van de klassen 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 6.1, 8 en 9. De verplichting om een veiligheidsadviseur aan te duiden is niet van toepassing op de ondernemingen die niet fysiek tussenkomen. Met andere woorden, als u geen gevaarlijke goederen laadt, vervoert, lost, of u geen verpakkings- of vulwerkzaamheden uitvoert, bent u niet gehouden om een veiligheidsadviseur aan te duiden.

4 2.2. Opleidingscursus en examen Om het getuigschrift te bekomen, moet de kandidaat-veiligheidsadviseur een opleiding volgen en slagen in een examen. In België bestaan de volgende opleidingscategorieën: - klasse 1; - klasse 7; - klasse 2; - alle klassen behalve klasse 1, 2 en 7; - de goederen geïdentificeerd door de UN-nummers 1202, 1203 en Om in het examen te slagen, moet de kandidaat minstens 60% van de punten behalen. Zowel de cursus als het examen bestaan uit een gemeenschappelijk gedeelte voor het vervoer over de weg, per spoor en over de binnenwateren en uit één of meerdere delen specifiek aan een wijze van vervoer. Het examen vindt plaats in een examencentrum aangeduid door de bevoegde autoriteit Bijscholingscursus en controletest De geldigheid van het getuigschrift kan met 5 jaar verlengd worden indien de houder een bijkomende opleiding volgt, gevolgd door een controletest of indien hij slaagt in een controletest zonder een bijkomende opleiding gevolgd te hebben tijdens het laatste jaar voorafgaand aan de vervaldatum van zijn getuigschrift. 3. HET INTERVENIËREND PERSONEEL De personen wier activiteit te maken heeft met het vervoer van gevaarlijke goederen, moeten een opleiding krijgen die aangepast is aan hun verantwoordelijkheden en hun functies. Worden geviseerd door deze opleiding: het personeel tewerkgesteld door de vervoerder of afzender, het personeel dat laadt, lost, vult, verpakt alsmede het personeel dat werkt voor expediteurs, verladers of bestemmelingen. Opgelet: de opleiding moet gevolgd geweest zijn vóór men zijn verantwoordelijkheden met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen opneemt Opleiding De opleiding van het personeel anders dan het rijdend personeel is vrij, hetgeen betekent dat deze mag gegeven worden in de onderneming, bijvoorbeeld door de veiligheidsadviseur. De inhoud van de opleiding wordt niettemin voorzien door het ADR Verdrag; ze wordt onderverdeeld in 3 delen: - algemene sensibilisering: het personeel moet vertrouwd zijn met de algemene bepalingen van de voorschriften; - specifieke opleiding: het personeel moet een gedetailleerde opleiding krijgen over de voorschriften van de reglementering; - opleiding in verband met de veiligheid: het personeel moet een opleiding krijgen die de risico s en gevaren behandelt die uitgaan van de gevaarlijke goederen. De opleiding van deze personen moet specifieke bepalingen behandelen die van toepassing zijn op de beveiliging van het vervoer van gevaarlijke goederen en dit in overeenstemming met de bepalingen van hoofdstuk 1.10.

5 De opleiding moet periodiek aangevuld worden met bijscholingscursussen om rekening te houden met veranderingen in de reglementering Documentatie Zoals hierboven aangeven, is de opleiding vrij; er wordt dus aan de persoon die de opleiding gevolgd heeft geen enkel specifiek document afgeleverd. Daarentegen schrijft het ADR voor dat staten van de gekregen opleidingen door de werkgever moeten bijgehouden worden en op verzoek ter beschikking gesteld worden van de werknemer of de bevoegde overheid. De staten dienen door de werkgever bewaard te worden gedurende een door de bevoegde overheid vastgestelde periode (voor België is de termijn nog niet beken). De staten van de gekregen opleidingen moeten geverifieerd worden bij het begin van een nieuwe betrekking.