Plano. Het bouw- en tegelelement voor schilder- en tegeltoepassingen. Verwerkingsinstructies

Transcriptie

1 Plano Het bouwen tegelelement voor schilder- en tegeltoepassingen. Verwerkingsinstructies

2 Inhoudsopgave Pagina Algemeen Toepassingsgebied 2 Algemene instructies voor opslag en gebruik 2 Eisen aan de ondergrond 2 Verwerking Verwerking op een egale en hechtende ondergrond 3 Verwerking op een egale en niet-hechtende ondergrond 3 Verwerking op een oneffen ondergrond 4 Verwerking op een regelwerk 4 Vrijstaande wanden 5 Afwerking van de stootvoegen 6 7 Instructies voor de oppervlakteafwerking 8 Algemeen Toepassingsgebied Deze verwerkingsinstructies beschrijven het gebruik en de verwerking van JACKOBOARD Plano Premium bouwen tegelelementen als tegel-, plaat- en pleisterdragers voor binnen. Er worden tips gegeven voor de planning en uitvoering bij gewone toepassingen in de woningutiliteits- en industriebouw. De aanbevelingen gelden uitsluitend voor toepassingen in ruimtes met normale temperaturen. Bij gebruik van het bouwen tegelelement voor speciale toepassingen, bijv. in zwembaden, koelcellen enz. dient altijd vooraf overleg met de fabrikant te worden gepleegd. Eisen aan de ondergrond De ondergrond moet over voldoende draagvermogen beschikken. Mortelresten en andere verontreinigingen moeten worden verwijderd vóór met de verwerking van de JACKOBOARD Plano Premium bouwen tegelelementen wordt begonnen. Indien nodig dient het oppervlak met een speciale hechtprimer te worden behandeld. Nieuw aangemaakte ondergronden moeten vóór de verwerking van het JACKOBOARD Plano Premium bouwen tegelelement voldoende uitgedroogd zijn. Algemene instructies voor opslag en gebruik JACKOBOARD Plano Premium bouwen tegelelementen dienen ongeacht de dikte, altijd liggend te worden opgeslagen. Ze moeten worden beschermd tegen direct zonlicht en vocht. Een verwerking met oplosmiddelhoudende stoffen moet worden vermeden. 02

3 Verwerking Verwerking op een egale en hechtende ondergrond Op een egale en volledig hechtende ondergrond kan JACKOBOARD Plano Premium met een volledig dekkende laag tegel- of flexibele lijm (C2 S1) zonder mechanische bevestigingen worden aangebracht. De ondergrond moet loodrecht zijn en één rechte lijn vormen. Er mogen zeker geen scheidingslagen (bijv. oude verfresten) aanwezig zijn, die een verbinding van de lijm met de ondergrond (bijv. pleisterlaag) hinderen. De lijm wordt met een grof getande spaan op de wand aangebracht. Vervolgens worden de bouwen tegelelementen, die eventueel op maat werden afgezaagd, door licht heen en weer schuiven volledig in de lijm ingebed. Indien nodig is afhankelijk van de benodigde lijmdikte, die op grond van lichte maattoleranties van de ondergrond verschillend kan zijn, een uitlijnen van de bouwen tegelelementen noodzakelijk, om een egale, loodrechte en één lijn vormende ondergrond te verkrijgen, die geschikt is voor betegeling in een dunbed. Verwerking op een egale en niet-hechtende ondergrond Indien wegens versperrende oppervlakken, scheidingslagen enz. een duurzame verlijming van de JACKOBOARD Plano Premium bouwen tegelelementen met de ondergrond niet is gegarandeerd, dan moeten de bouwen tegelelementen niet alleen over het gehele oppervlak verlijmd, maar aanvullend ook mechanisch bevestigd worden. De verwerking van de bouwen tegelelementen m.b.t. de verlijming en wapening dient te worden uitgevoerd zoals beschreven voor een hechtende ondergrond. Aanvullend is na de volledige uitharding van de lijm en vóór de wapening van de voegen tussen de bouwen tegelelementen, een bevestiging van de bouwen tegelelementen mechanisch noodzakelijk. Als mechanische bevestiging dienen slagpennen van metaal (bijv. JACKOBOARD metalen slagpennen) te worden gebruikt. Om een duurzame constructie te creëren, zijn voor de bevestiging 5 pennen per m 2 benodigd. Bij een 2,6 m lang bouwen tegelelement dienen de slagpennen in de vier hoekpunten en in de beide middelpunten van de lange zijden te worden aangebracht. Aanvullend moet een mechanische bevestiging op de lengteas worden aangebracht, met een afstand van cm tot de bovenste en onderste kopzijde van het bouwen tegelelement. De minimale inslagdiepte van de slagpennen in de dragende ondergrond dient bij 50 mm lange pennen 35 mm te bedragen. Vanaf een penlengte van 80 mm dient een minimale inslagdiepte van 50 mm te worden aangehouden. 03

4 Verwerking op een oneffen ondergrond Indien de ondergrond door bestaande oneffenheden geen verlijming van de volledige oppervlakken toelaat, worden de JACKOBOARD Plano Premium bouwen tegelelementen slechts op enkele punten bevestigd. Hiervoor kunnen bouwen tegelelementen vanaf een minimale dikte van 20 mm worden gebruikt. De mortelklompen worden puntsgewijze op het bouwen tegelelement aangebracht, waarbij de dikte van de mortelklompen overeenkomstig de betreffende situatie moet worden gekozen. Het aantal en de plaatsing van de mortelklompen komt overeen met de regeling voor de mechanische bevestiging, d.w.z. ten minste 5 mortelklompen per m 2. Om een snel werkproces te garanderen, wordt het gebruik van sneldrogende, kunststofgemodificeerde tegellijmen aanbevolen. Het bouwen tegelelement wordt tegen de wand aangebracht door licht aankloppen met een rubberen hamer en een bescherming (bijv. houten plank), waarbij het bouwen tegelelement zodanig moet worden uitgelijnd, dat een egale, loodrechte en één lijn vormende ondergrond ontstaat. De grootte van de lijmklompen dient zo te worden gekozen, dat na het aankloppen met de rubberen hamer, de afstand tussen de bouwen tegelelementen en de ondergrond voor zover mogelijk maximaal 10 mm bedraagt. Bij grotere afstanden dient de tussenruimte te worden opgevuld met reststukken van het bouwen tegelelement. Na de volledige uitharding van de mortelklompen kan de mechanische verbinding van de bouwen tegelelementen worden uitgevoerd. Hiervoor dienen slagpennen van metaal (bijv. JACKOBOARD metalen slagpennen) te worden gebruikt. De mechanische verbinding van het bouwen tegelelement dient exact door de mortelklompen in de wand te worden aangebracht. Daarom is het zinvol om op de bouwen tegelelementen vooraf de plaatsen te markeren waar later de lijmklompen moeten worden aangebracht. De minimale inslagdiepte van de pennen in de dragende ondergrond dient bij 50 mm lange pennen 35 mm te bedragen. Vanaf een penlengte van 80 mm dient een minimale inslagdiepte van 50 mm te worden aangehouden. Verwerking op een regelwerk Voor de montage van JACKOBOARD Plano Premium op een bestaande ondergrond met voldoende draagvermogen kan een loodrechte en één lijn vormende houten onderconstructie worden aangebracht, waarbij de maximale hart-op-hartafstand niet meer dan 0,6 m mag bedragen. Voor het bekleden van het houten regelwerk moet JACKOBOARD Plano Premium met een dikte van ten minste 20 mm worden gebruikt. Bij vermindering van de latafstand tot 0,3 m zijn ook bouwen tegelelementen vanaf 10 mm dikte bruikbaar. De houten constructie wordt bevestigd door middel van gewone houtschroeven (5 stuks/m2) en isolatierozetten (bijv. JACKOBOARD roestvaststalen rozet), waarbij de isolatierozetten worden verzonken tot op het niveau van het bouwelementoppervlak. Voor de montage van JACKOBOARD Plano Premium op een regelwerk, bijv. als niet-dragende scheidingswand, is het aan te bevelen om te werken met een gewoon metalen (Metalstud) regelwerk, waarbij de hart-op-hartafstand tussen de latten die op de vloer staan, 60 tot 65 cm moet bedragen, afhankelijk van de lengte van de bouwen tegelelementen. De bouwen tegelelementen (minimale dikte 20 mm, afhankelijk van de betreffende situatie) moeten parallel met het vloer- of plafondverloop met behulp van gewone, zelftappende plaatschroeven (5 stuks/m 2 ) en isolatierozetten (bijv. JACKOBOARD roestvaststalen rozet) aan het metalen regelwerk worden bevestigd. Bij een halvering van de latafstand tot ca. 30 cm kunnen ook bouwen tegelelementen vanaf 10 mm dikte worden gebruikt. Bij de montage van zware voorwerpen zoals wastafels of wc-potten dient erop te worden gelet dat de bevestiging niet in de schuimkern van het bouwen tegelelement wordt aangebracht, maar in de erachter liggende wand of in het installatieraamwerk. Bij de montage van het bouwen tegelelement op een houten of metalen regelwerk of bij een puntsgewijze verlijming dient hier eveneens rekening mee te worden gehouden. Het regelwerk moet indien nodig speciaal hiervoor worden aangevuld. Lichtere voorwerpen kunnen met behulp van hollewand- of schotpluggen worden bevestigd. 04

5 Vrijstaande wanden Voor de constructie van vrijstaande, niet-dragende scheidingswanden met JACKOBOARD Plano Premium bedraagt de minimale dikte 50 mm. Wanddieptes tot 1200 mm zijn constructief mogelijk zonder extra versterking van de uitkragende hoek. Ter garantie van de totale diepte van 1200 mm kunnen ook twee 600 mm brede bouwen tegelelementen aan elkaar worden verlijmd. De bevestiging van het vrijstaande bouwen tegelelement in de wand en vloer is afhankelijk van de latere belasting (particuliere of industriële toepassing). Industriële toepassing JACKOBOARD Plano Premium dient met U-profielen in de belastbare ondergrond van wand en vloer te worden bevestigd. Om voldoende stabiliteit te garanderen, dient ten minste één zijde van het bouwen tegelelement na de montage te worden betegeld. Om visuele redenen en om een voldoende puntbelasting te garanderen, dient de andere zijde van een geschikte pleisterlaag te worden voorzien. Particuliere toepassing Voor de bevestiging van de vrijstaande wand in de vloer en wand zijn drie varianten mogelijk. 1. Volledige verlijming met een geschikte lijm, afhankelijk van de betreffende ondergrond. 2. Gebruik van montagehulpmiddelen (gewone steeksystemen) en aanvullende verlijming aan wand en vloer. 3. Bevestiging met U-profielen in de belastbare ondergrond van wand en vloer. Opmerking: Voor variant 1 en 2 moet de ondergrond voldoende draagvermogen hebben en dient deze vóór de verwerking van mortelresten en andere verontreinigingen te worden ontdaan. 05

6 Afwerking van de stootvoegen bij schildertoepassingen Met behulp van een waterpas en een potlood wordt op de dwars lopende stootvoeg het vlies voor telkens 50 mm breedte over de volledige lengte op de bovenste en onderste isolatieplaat afgetekend. Vervolgens wordt met een aandrukrol de XPS-kern voor de dikte van de stootvoegband ingedrukt. Er wordt aanbevolen om twee keer te plamuren. Voor het vullen van de stootvoegen dient een normale gipsplamuur te worden gebruikt. De eerste plamuurlaag dient dwars op de voeg te worden aangebracht, zodat in de stootvoeg een sterke verbinding over het volledige oppervlak ontstaat. De stootvoegband wordt nu over de gehele lengte aangebracht en met een plamuurspaan licht aangedrukt. Bij het aanbrengen van de tweede plamuurlaag dient langs de volledige stootvoeg breed te worden geplamuurd. Deze werkwijze is in overeenstemming met de gangbare eisen voor wanden en plafonds van kwaliteitsniveau 2 (Q2) volgens het Bundesverband der Gipsindustrie e.v. (de federatie van de gipsindustrie in Duitsland). Indien hogere eisen worden gesteld, is extra plamuren noodzakelijk en moeten de gegevens van de fabrikant van de producten voor de bewerking van het oppervlak in acht worden genomen. 06

7 Afwerking van de stootvoegen bij tegeltoepassingen Bij tegeltoepassingen worden alle stootvoegen met een wapeningsband of de stootvoegband afgeplakt en met tegellijm opgevuld. In natte ruimten moeten de voegen tussen de bouwen tegelelementen met een speciaal afdichtingsband (bijv. JACKOBOARD afdichtingsband) worden afgewerkt. Als alternatief voor het afdichtingsband kunnen de voegen tussen de bouwen tegelelementen ook met BOARD-FIX lijm en afdichtingsmiddel worden afgedicht. Hierbij wordt BOARD-FIX in een streep op één zijde van het bouwen tegelelement aangebracht, dat vervolgens stevig met het tweede bouwen tegelelement wordt aangedrukt, zodat uitpuilend materiaal kan worden gladgestreken. De lijm moet dekkend worden aangebracht, zodat met name op plaatsen waar voegen elkaar kunnen kruisen, bijv. aan overgangen tussen vloer en wand, geen losse verbindingen ontstaan. Aansluitend worden alle voegen tussen de elementen met JACKOBOARD wapeningsband en tegellijm afgedicht en glad afgewerkt. 07

8 Instructies voor de oppervlakteafwerking NL NL, BE Algemene instructies voor tegeltoepassingen Algemene instructies voor pleistertoepassingen Met vocht belaste ruimtes (bijv. badkamers, douches) moeten tegen sterke bevochtiging worden beschermd. Ruimtes of gebouwdelen die aan vochtbelasting zijn blootgesteld, worden doorgaans voorzien van bekledingen of afwerkingen met tegels en platen. Deze bekledingen zijn vochtbestendig en waterafstotend. Omdat het voegwerk hierbij niet blijvend waterdicht kan worden uitgevoerd, is een aanvullende afdichting noodzakelijk. Het informatieblad Instructies voor de uitvoering van samengestelde afdichtingen met bekledingen en afwerkingen van tegels en platen voor binnen en buiten maakt hiervoor naargelang de vochtbelasting van de vlakken een onderscheid tussen afdichtingen bij hoge belasting die door bouwen woningtoezicht geregeld zijn (bijv. muren en vloeren in openbare douches) en afdichtingen bij matige belasting die niet door bouwen woningtoezicht geregeld zijn (bijv. muren en vloeren in badkamers voor huishoudelijk gebruik). De betegeling van het bouwen tegelelement in het wandgedeelte kan voor toepassingen die niet door bouwen woningtoezicht geregeld zijn, direct na het aanbrengen plaatsvinden zonder verdere voorbehandeling van de bouwen tegelelementen. Voor toepassingen die door bouwen woningtoezicht geregeld zijn, dient vóór de betegeling een geschikte samengestelde afdichting volgens bovengenoemd informatieblad te worden aangebracht. De voegen tussen wanden vloerbedekking en de hoekvoegen van de wandbedekking moeten als bewegingsvoegen worden uitgevoerd. Voor het verlijmen van de tegels kan een normale dunbedmortel worden gebruikt (bijv. kunststofgemodificeerde cementlijm). Bij het aanbrengen van een cementpleister moet over het algemeen een volledig dekkend weefsel worden aangebracht. Hierbij dienen de richtlijnen voor pleisters te worden nageleefd. Algemene instructies voor schildertoepassingen Verf: Om te verhinderen dat de verf te snel uitdroogt (opbrandt), moet bij verftoepassingen een diepgrond aangebracht of een schildersvlies gebruikt worden. Om een gelijkmatig verfbeeld te bereiken, is het aan te bevelen om het oppervlak aansluitend van een witte grondverf te voorzien. Behang: Bij behangtoepassingen moet een voorstrijkmiddel voor behang of een schildersvlies worden gebruikt. Ook hierbij wordt aanbevolen om het oppervlak vóór het behangen van een witte grondverf te voorzien. Plamuurtechnieken: Algemeen geldt dat de plamuur in de stootvoeg dezelfde of een hardere kwaliteit heeft dan de plamuur op het oppervlak, om de flexibiliteit te garanderen. Plamuur (dispersie- of gipsplamuur van 2-3 mm dikte) vereist een voorstrijklaag met kwarts, om een optimale hechting te bereiken. Als alternatief kan ook een speciaal schildersvlies voor plamuren worden gebruikt. Indien de plamuurlaag < 2 mm moet zijn, dient in ieder geval een speciaal schildersvlies voor plamuren te worden gebruikt. Bij de werkzaamheden dienen de gegevens van de fabrikant van het behang, de verf of de plamuur in acht te worden genomen. Opmerking De gegevens in dit document zijn gebaseerd op onze huidige kennis en ervaring. Ze vormen geen garantie in juridische zin. Bij de toepassing dient altijd rekening te worden gehouden met de bijzondere omstandigheden van het specifieke geval, met name ook in bouwfysisch, bouwtechnisch en bouwrechtelijk opzicht. JACKODUR, JACKOBOARD zijn geregistreerde handelsmerken van JACKON Insulation GmbH. Drukfouten en wijzigingen voorbehouden /2017 JACKON Insulation GmbH Carl-Benz-Straße 8 D Steinhagen Telefoon Telefax info@jackodur.com