CONCEPTADVIES SDE+ 2019

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CONCEPTADVIES SDE+ 2019"

Transcriptie

1 CONCEPTADVIES SDE Geothermie Notitie Bart in t Groen (DNV GL), Caja De Vries (TNO AGE), Harmen Mijnlieff (TNO AGE), Koen Smekens (ECN part of TNO) 18 mei 2018

2 Colofon Conceptadvies SDE Geothermie PBL Planbureau voor de Leefomgeving Den Haag, 2018 PBL-publicatienummer: 3273 Contact Auteurs Bart in t Groen (DNV GL), Caja De Vries (TNO AGE), Harmen Mijnlieff (TNO AGE), Koen Smekens (ECN part of TNO) Redactie figuren Beeldredactie PBL Eindredactie en productie Uitgeverij PBL Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: [Bart in t Groen, Caja De Vries, Harmen Mijnlieff en Koen Smekens, Conceptadvies SDE Geothermie, Den Haag: PBL]. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is het nationale instituut voor strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Het PBL draagt bij aan de kwaliteit van de politiek-bestuurlijke afweging door het verrichten van verkenningen, analyses en evaluaties waarbij een integrale benadering vooropstaat. Het PBL is voor alles beleidsgericht. Het verricht zijn onderzoek gevraagd en ongevraagd, onafhankelijk en wetenschappelijk gefundeerd. PBL 2

3 Inhoud 1 Beschrijving adviesvraag Algemene introductie Basisbedragen Marktconsultatie 5 2 Werkwijze 6 3 Kostenbevindingen Inleiding Onderzochte geothermieprojecten Bronvermogen Vermogensrealisatiefactor Gecorrigeerd verwacht vermogen Investeringskosten en operationele (O&M) kosten Investerings- en O&M-kostenrealisatiefactor Gecorrigeerde investeringskosten Gecorrigeerde operationele kosten 13 4 Beschrijving referentie-installaties Geothermie warmte 500 meter; Basislast Geothermie warmte 500 meter; Stadsverwarming Geothermie warmte 4000 meter Geothermie warmte; projectuitbreiding met een extra put 19 5 Advies basisbedragen Geothermie warmte 500 meter; Basislast Geothermie warmte 500 meter; Stadsverwarming Geothermie warmte 4000 meter Geothermie warmte; projectuitbreiding met een extra put 22 6 Vragen en overwegingen 23 PBL 3

4 Informatieverzoeken Overwegingen Lijst van definities Geothermie Definities - Geothermieproject Definities Vermogen & Energie Definities Energieproductie Definities - Economie 30 Literatuur PBL 4

5 Beschrijving adviesvraag Algemene introductie Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft aan PBL gevraagd om voor de categorie geothermie samen met DNV GL en ECN part of TNO, en ondersteund door TNO Advisory Group for Economic Affairs (TNO AGE), advies uit te brengen over de subsidiehoogtes voor hernieuwbare energie in Dit document beschrijft de bevindingen over de categorieën gerelateerd aan geothermie. Achtereenvolgens worden in de volgende hoofdstukken de bevindingen van het kostenonderzoek (hoofdstuk 3), de beschrijvingen van de referentie-installaties (hoofdstuk 4) en de adviezen met betrekking tot de basisbedragen (hoofdstuk 5) gegeven. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën: Geothermie warmte 500 meter; Basislast (zie ook paragraaf 4.1 en 5.1) Geothermie warmte 500 meter; Stadsverwarming (zie ook paragraaf 4.2 en 5.2) Geothermie warmte 4000 meter (zie ook paragraaf 4.3 en 5.3) Geothermie warmte; projectuitbreiding met een extra put (zie ook paragraaf 4.4 en 5.4) In hoofdstuk 6 hebben wij nog een aantal vragen en overwegingen opgenomen. Specifiek wordt verwezen naar paragraaf 6.3 die een Lijst van definities Geothermie bevat Basisbedragen Het zwaartepunt van de werkzaamheden ligt bij de advisering over de basisbedragen. Deze werkzaamheden worden jaarlijks uitgevoerd. Deze notitie bevat het conceptadvies voor geothermie SDE inclusief kostenbevindingen. Op basis van schriftelijke reacties uit de markt en marktconsultatiegesprekken stelt PBL, ondersteund door ECN part of TNO, TNO AGE en DNV GL, vervolgens het uiteindelijke eindadvies op voor het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). De minister van EZK besluit uiteindelijk aan het eind van het jaar over de openstelling van de nieuwe SDE+regeling, de open te stellen categorieën en de bijbehorende basisbedragen Marktconsultatie Belanghebbenden worden uitgenodigd om in een open consultatieronde een reactie te geven op het conceptadvies en de onderliggende kostenbevindingen per thema. De marktconsultatie zal dit jaar plaatsvinden in mei en juni. Nadere informatie is te vinden via de website: PBL 5

6 72 2 Werkwijze Het nu voorliggende document geeft naast een conceptadvies over de basisbedragen, ook een actualisatie van het overzicht van de bronvermogens en kosten van geothermieprojecten. Op basis van anonieme en geaggregeerde informatie van SDE+-aanvragen, die door RVO beschikbaar zijn gesteld, is opnieuw een kostenonderzoek uitgevoerd en zijn de referentie installaties en advies basisbedragen bijgewerkt. Dit document wordt beschikbaar gesteld aan geïnteresseerde marktpartijen, waarna consultatiereacties ingediend kunnen worden en consultatiegesprekken met PBL, ECN part of TNO en DNV GL gevoerd kunnen worden. PBL 6

7 82 3 Kostenbevindingen Inleiding De kostenbevindingen in dit hoofdstuk, zijn een update van de in 2017 gepubliceerde kostenbevindingennotitie en zijn nu uitgebreid met nieuwe productiegetallen en nieuwe SDE+-aanvraaggegevens tot en met de najaarsopenstelling van Onderzochte geothermieprojecten Binnen de SDE+-regeling is het onderscheid tussen verschillende categorieën gebaseerd op de boordiepte (respectievelijk projecten 500 meter en projecten 4000 meter). Voor beide categorieën zijn referentieprojectgegevens en basisbedragen gegeven in hoofdstuk 4 Beschrijving referentie-installaties en hoofdstuk 5 Advies basisbedragen. Op basis van projectgegevens van SDE+-subsidieaanvragen bij RVO en op basis van door TNO AGE beschikbaar gestelde geologische data, is van in totaal 41 geothermieprojecten een geaggregeerd overzicht gemaakt van de geologische en technisch-economische parameters. In dit kostenonderzoek is van een beperkt aantal projecten de data niet meegenomen, omdat deze om verschillende redenen niet als representatief werd beschouwd. In de praktijk zijn er alleen projecten binnen de categorie Geothermie warmte 500 meter; Basislast, daar in de overige categorieën geen (aanvraag-)gegevens aanwezig zijn. De boordiepte van de meeste projecten ligt tussen de 2000 en 3000 meter. De verschillende geothermieprojecten zijn als volgt ingedeeld: in productie, 14 projecten nog niet in productie (al wel gerealiseerd), 4 projecten niet in productie (aangevraagd), 23 projecten. PBL 7

8 Bronvermogen Vermogensrealisatiefactor Gerealiseerde vermogens wijken in de praktijk af van de vermogens gepresenteerd de SDE+ aanvraagdocumentatie. Daarom is het gebruikte bronvermogen voor het vaststellen van de investeringskosten voor de referentie-installatie (in /kw) gebaseerd op een gecorrigeerd verwacht vermogen. Er kunnen verschillende redenen zijn waardoor in de praktijk het bronvermogen lager ligt dan het beschikt vermogen. Zo wordt het beschikte vermogen (P50-waarde van de geothermische vermogensdichtheidskansverdeling) begrensd door onder andere een maximaal toelaatbare pompdruk, terwijl in de praktijk mogelijk niet altijd op deze maximale pompdruk wordt geopereerd, en dat een bepaalde COP-waarde leidend is voor de operationele bedrijfsvoering. Daarnaast kennen geothermische projecten mogelijk ook een begrenzing in de afzet van de geproduceerde warmte. Het blijkt dat gemiddeld het daadwerkelijke gerealiseerde maximale vermogen op 80% van het aangevraagde bronvermogen ligt (zie Figuur 1). Dit percentage noemen we de vermogensrealisatiefactor, deze is bepaald door de trendlijn in Figuur 1, die de verhouding tussen de aangevraagde en gerealiseerde vermogens aangeeft. Bij het vaststellen van deze factor zijn de meest extreme onder- en boven presterende projecten (gepresenteerd als rode stippen in Figuur 1) niet meegenomen omdat, naar ons inzicht, de extreme vermogensverhouding door een andere reden dan projecttechnische veroorzaakt wordt. De vermogensrealisatiefactor wordt gebruikt om uit het aangevraagde vermogen, voor nog niet producerende projecten, het gecorrigeerd verwacht vermogen te bepalen (gecorrigeerd verwacht vermogen = beschikt vermogen x vermogensrealisatiefactor). In de verdere analyse is uitgegaan van het maximaal gerealiseerd vermogen voor producerende projecten en van het gecorrigeerd verwacht vermogen voor nog niet producerende projecten. PBL 8

9 Figuur 1 De vermogensrealisatiefactor: het maximaal gerealiseerde bronvermogen ten opzichte van het beschikte bronvermogen. In de praktijk ligt het gerealiseerde bronvermogen vaak onder het beschikte bronvermogen, wat een relatief grote invloed kan hebben op de inschatting van de investering- en operationele kosten in /kw th. Voor het kostenbevindingen onderzoek zijn diverse bepalende parameters voor het basisbedrag (zoals COP, debieten, productie- en injectieputwatertemperatuur) vergeleken met de aannames van de referentiecases uit de categorie Geothermie warmte 500 meter; Basislast. Hierbij zijn deze parameters gerelateerd aan de desbetreffende projectvermogens. Analyse van deze parameters, waarbij ze worden geplot tegen het desbetreffende maximaal gerealiseerd vermogen, toont aan dat de referentiecases uit het eindadvies SDE+2018 in de wolk van de projectdata vallen. Aanpassing van deze parameters lijkt dus niet nodig. Met betrekking tot het aantal vollasturen per jaar kan worden gesteld dat dit voor de verschillende projecten in de praktijk varieert tussen de 4700 en 7500 uur. Bij de bepaling van de referentiewaarde van 6000 vollasturen voor de categorie Geothermie warmte 500 meter; Basislast in het eindadvies ten behoeve van SDE was meegenomen dat er een afzonderlijk advies opgesteld is voor een basisbedrag voor geothermische projecten die zich op stadsverwarmingstoepassingen richten en hierdoor een lager aantal vollasturen kennen. Ook voor het conceptadvies SDE is de referentiewaarde van 6000 vollasturen voor de categorie basislast aangehouden, opnieuw in combinatie met een afzonderlijke categorie voor stadsverwarming met een lager aantal vollasturen. Tot op heden is geen producerend geothermisch project gerealiseerd dat enkel een stadsverwarmingsnet voedt, wel is er voor een aantal van deze projecten SDE+-subsidie PBL 9

10 aangevraagd. De producerende projecten zijn momenteel alle te vinden in de glastuinbouwsector. Aanbevolen wordt om in een later stadium, na realisatie van een groter aantal geothermische projecten, opnieuw een analyse te maken van de prestatie- en economische parameters van de geothermische projecten in verschillende toepassingsgebieden Gecorrigeerd verwacht vermogen De vermogensrealisatiefactor wordt gebruikt om voor nog niet producerende projecten het bronvermogen bij te stellen tot een verwacht vermogen, wat we noemen het gecorrigeerd verwacht vermogen. Figuur 2 geeft de verdeling van de onderzochte geothermieprojecten per bronvermogensklasse weer, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen het beschikt en gecorrigeerd verwacht vermogen. - links: maximaal gerealiseerd vermogen (voor producerende projecten) en het beschikt vermogen (voor nog niet producerende projecten) - rechts: maximaal gerealiseerd vermogen (voor producerende projecten) en het gecorrigeerd verwacht vermogen (voor nog niet producerende projecten). Naarmate projecten beter en stabieler produceren kan het maximaal gerealiseerd vermogen per jaar toenemen. Figuur 2 toont dat meer recent aangevraagde geothermische projecten, projecten zijn met grotere vermogens in vergelijking tot de gerealiseerde projecten. De aangevraagde projecten kennen aangevraagde vermogens tot 37 MW. Hierbij speelt ook dat de meeste nieuwe aangevraagde projecten door middel van het plaatsen van een warmtepomp de retourtemperatuur verder uitkoelen en zodoende een hoger bronvermogen kunnen realiseren met gelijke debieten en pompdrukken Figuur 2 Het aantal projecten voor geothermische warmte per maximaal gerealiseerd vermogen en het beschikt vermogen (links) en het maximaal gerealiseerd vermogen en het gecorrigeerd verwacht vermogen (rechts). Alle gepresenteerde projecten zijn representatief voor Geothermie warmte 500 meter; Basislast. Voor de overige categorieën (>4000 meter, project uitbreiding met extra put en verlaten olie- en gas putten) is nog geen representatieve data beschikbaar. PBL 10

11 Investeringskosten en operationele (O&M) kosten Investerings- en O&M-kostenrealisatiefactor Een aantal geothermieprojecten draait geruime tijd. Van enkele projecten hebben we financiële realisatiecijfers. Deze zijn gebruikt in het huidige advies om de kosten zoals gerapporteerd in de SDE+-subsidieaanvraag te corrigeren naar verwacht kostenniveau op basis van gerealiseerde projecten. De investeringskostenrealisatiefactor is het gemiddelde van het quotiënt van de werkelijke investeringskosten van gerealiseerde projecten gedeeld door de verwachte investeringskosten als opgenomen in de SDE+-subsidieaanvraag. De O&M-realisatiefactor is het gemiddelde van het quotiënt van de werkelijke O&M-kosten gedeeld door de verwachte O&M-kosten als opgenomen in de SDE+-subsidieaanvraag. Uit de analyse blijkt dat de investeringskostenrealisatiefactor 1,02 bedraagt, en dat de O&Mkostenrealisatiefactor 1,20 bedraagt. Er is hierbij een behoorlijke spreiding geconstateerd voor beide factoren, variërend van 0,4 tot 5,8. Daarbij is de spreiding voor de O&Mkostenrealisatiefactor groter is dan de spreiding op de investeringskostenrealisatiefactor Gecorrigeerde investeringskosten De investeringskosten voor geothermische projecten (waarvan geen werkelijke kosten bekend zijn, maar slechts de kosten uit de aanvraag of de beschikking) worden nu gecorrigeerd met de investeringskostenrealisatiefactor. Figuur 3 geeft de gecorrigeerde investeringskosten weer per kw th en de waargenomen spreiding erop, waarbij de verschillende projecten zijn geordend naar het gecorrigeerd verwacht vermogen (zoals beschreven in paragraaf 3.3.2) Figuur 3 De gecorrigeerde investeringskosten tegen het maximaal gerealiseerde of gecorrigeerd verwacht vermogen (en maximaal gerealiseerd vermogen voor producerende projecten), onderverdeeld naar reeds producerende en nog niet producerende projecten. Alle gepresenteerde projecten zijn representatief voor de categorie Geothermie warmte 500 meter; Basislast. Voor de overige categorieën (>4000 meter, project uitbreiding met extra put en verlaten olie- en gas putten) is nog geen representatieve data beschikbaar. De spreidingsbalken geven de variatie in investeringskosten weer, van de verschillende projecten binnen de gepresenteerde vermogensklasse. Hiernaast is ook de referentiecase PBL 11

12 (zoals opgenomen in het eindadvies voor SDE+ 2018: 14 MW th met 1626 /kw th) voor de categorie Geothermie warmte 500 meter; Basislast weergegeven (oranje balk). Figuur 3 geeft de gemiddelde investeringskosten voor een doublet 1 per vermogensklasse weer. Voor de investeringskosten is hierbij, net als binnen Figuur 3, uitgegaan van de gecorrigeerde investeringskosten (CAPEX). Voor het vermogen is, ook net als binnen Figuur 3, uitgegaan van het gecorrigeerd verwacht vermogen (en het maximaal gerealiseerd vermogen voor producerende projecten). Figuur 4 geeft de samenstelling van de investeringskosten weer van de onderzochte projecten voor verschillende kostenposten, als onderdeel van de totale investeringskosten. Boorkosten maken de grootste individuele kostenpost uit, echter het aandeel in de totale investeringskosten verschilt over de verschillende projecten Figuur 4 Weergave van de variaties in de samenstelling van de investeringskosten in de verschillende geanalyseerde projecten Figuur 5 geeft een vergelijkend overzicht van de samenstelling van de investeringskosten voor verschillende projecttypes. Weergegeven is het gemiddelde over de verschillende projecten per projecttype, waarbij zowel de vermogens correctiefactor als de investeringskosten correctiefactor is gebruikt. De kolom nog niet in productie (al wel gerealiseerd) bestaat uit een zeer beperkte steekproef en kan daardoor minder representatief zijn. De rechter kolom, welke de aangevraagde projecten bevat (welke nog niet in productie zijn), bevat geen gegevens over extra put aanvragen. 1 Aanvragen die een projectuitbreiding van een bestaand project met een extra put betreffen zijn niet meegenomen in deze investeringskostenanalyse. PBL 12

13 Figuur 5 Samenstelling van de investeringskosten van de referentie uit het gepubliceerde Eindadvies SDE en het gemiddelde van de verschillende projecttypes (in productie, nog niet in productie (al wel gerealiseerd) en nog niet in productie (aangevraagd) Gecorrigeerde operationele kosten De operationele kosten voor geothermische projecten (waarvan geen werkelijke kosten bekend zijn, maar slechts de kosten uit de aanvraag of de beschikking) worden nu gecorrigeerd met de O&M-kostenrealisatiefactor (zie ook paragraaf 3.4.1). Figuur 6 is op dezelfde manier opgesteld als Figuur 3, maar dan voor de O&M-kosten. De beschouwde projecten in het kostenbevindingsonderzoek maken geen onderscheid tussen vaste en variabele kosten, waardoor de operationele kosten alleen zijn weergegeven als jaarlijkse kosten. De vermogens van de nog niet in productie zijnde projecten zijn hierbij gesteld op het gecorrigeerd verwacht vermogen Figuur 7 geeft de samenstelling van de O&M-kosten uit het kostenonderzoek, verdeeld over de verschillende projecten. Een aantal projecten gaven geen operationele kosten op in de SDE+-aanvraag. Uit het overzicht blijkt verder dat de huidige dataset erg heterogeen is voor de onderzochte projecten. Deze spreiding, alsook die van de absolute kosten (zie Figuur 6) leiden er niet toe dat er conclusies over de samenstelling van de O&M-kosten kunnen getrokken worden. Voor meer inzicht helpt het als de marktpartijen een meer uniforme kostenrapportage hanteren. 254 PBL 13

14 Figuur 6 De gecorrigeerde O&M-kosten uitgezet tegen het maximaal gerealiseerde of gecorrigeerd verwacht vermogen, onderverdeeld naar reeds producerende en nog niet producerende projecten. Alle gepresenteerde projecten zijn representatief voor Geothermie warmte 500 meter; Basislast. Voor de overige categorieën (>4000 meter, project uitbreiding met extra put en verlaten olie en gas putten) is nog geen representatieve data beschikbaar Figuur 7 : Samenstelling O&M-kosten over de geanalyseerde projecte 2 Voor de referentie zijn de vaste en variabele operationele kosten opgeteld om vergelijkbaar te zijn met de projectdata die enkel vaste O&M-kosten vermelden PBL 14

15 Beschrijving referentie-installaties Geothermie warmte 500 meter; Basislast In deze paragraaf wordt de beschrijving van de referentie-installatie voor de categorie Geothermie warmte 500 meter; Basislast nader toegelicht. Deze categorie is representatief voor het toepassingsgebied van een groot aantal geothermische projecten, met name in de glastuinbouw, maar ook is deze categorie representatief voor geothermische projecten die gebruik maken van verlaten olie- of gasputten. Deze categorie betreft geothermische projecten met een grote en vrij gelijkmatige jaarlijkse warmtevraag ( flat rate ) en kent daarmee een relatief hoog aantal vollasturen. Stadsverwarmingstoepassingen kennen een beperktere warmtevraag gedurende een deel van het jaar en daarmee een lager aantal vollasturen. Voor deze toepassing is een separate doorrekening opgenomen, die separaat wordt toegelicht in paragraaf 4.2. Parameters met een grote invloed op het bronvermogen voor de geothermieprojecten in deze categorie zijn onder andere de brontemperatuur (gerelateerd aan onder andere de boordiepte van het doublet), retourtemperatuur en het debiet van de vloeistofstromen (gerelateerd aan onder andere de aquifereigenschappen en de diameter van de productie- en injectieputten). Zowel de boordiepte als de putdiameter hebben een grote invloed op het investeringsbedrag voor geothermische projecten. Tijdens de ontwikkeling van het SDE+-conceptadvies voor 2019 is een actualisatie gemaakt van het kostenonderzoek uit het voorgaand jaar. Deze geactualiseerde informatie is te vinden in het voorgaande hoofdstuk 3, Kostenbevindingen. Het blijkt dat voor gerealiseerde projecten, het werkelijke productievermogen afwijkt van het beschikte productievermogen (zie ook paragraaf waarin de vermogensrealisatiefactor wordt beschreven). Voor de berekening van het basisbedrag voor het SDE+-conceptadvies 2019 zijn de gegevens van de geanalyseerde projecten uit het bovengenoemde kostenonderzoek (dit zijn zowel gerealiseerde als aangevraagde projecten) gebruikt om ze over drie verschillende vergelijkingsprojecten te verdelen, waarop het advies voor het basisbedrag binnen deze categorie wordt gebaseerd. Deze vergelijkingsprojecten zijn opgesteld op basis van verschillende boordieptes (2300 en 3000 meter) en verschillende downhole-putdiameters (5,5 en 8,5 inch). Het vermogen voor de verschillende vergelijkingsprojecten varieert hierdoor tussen 10 en 17 MW. Bij de berekening van het basisbedrag voor SDE is rekening gehouden met projecten met grotere bronvermogens. Voor een SDE+-aanvraag binnen deze categorie is echter de maximale diepte van 4000 meter leidend en komen projecten met zowel kleinere als grotere bronvermogens in aanmerking voor SDE+ binnen deze categorie. Voor de vergelijkingsprojecten zijn kosten voor een warmtetransportleiding meegenomen, gebaseerd op de bevindingen uit het kostenonderzoek. Voor geothermie uit olie- en gasputten zijn de volgende varianten voor het eindadvies 2018 doorgerekend (geen wijzigingen voorzien voor het advies SDE+ 2019); Een verlaten olie- of gasput dient als injectieput in een geothermisch doublet: Verlaten olie- of gasputten kunnen worden ingezet als injectieput, waarbij de PBL 15

16 production tubing en packer verwijderd dienen te worden uit de verlaten put. Hierna dient een opening gemaakt te worden naar het geothermisch reservoir. Het boren van een extra productieput is hierbij dan noodzakelijk. Twee verlaten olie- of gasputten dienen als geothermisch doublet: situaties waarbij een geothermisch doublet samengesteld kan worden uit twee verlaten putten, lijken zeldzaam en zijn sterk locatieafhankelijk, met name voor de onderlinge afstand tussen beide putten, een geologisch geschikte ondergrond voor geothermieprojecten en nog meer van het voorhanden zijn van een voldoende grote nabije warmtevraag. Bij beide bestaande putten dienen de production tubing en packer verwijderd te worden. Vanuit beide bestaande putten dient een opening gemaakt te worden naar het geothermisch reservoir. Bij de berekening van bovengenoemde varianten is geen rekening gehouden met de opbrengsten van eventuele bijvangst van olie of gas, uit een verlaten olie- of gasput, omdat ervan uitgegaan is dat bij aanvraag voor SDE+-subsidie voor geothermie, deze bijvangst minimaal tot nihil dient te zijn. Er wordt geen advies voor de SDE+ uitgebracht over het inzetten van extractie van geothermische warmte uit een olieput (enhanced oil recovery) 3. Voor het SDE+-advies 2018 zijn voor geothermie uit verlaten olie- en gasputten de basisbedragen doorgerekend (en voor SDE zijn geen wijzigingen hiervoor voorzien). Omdat deze bedragen in lijn lagen met die van een regulier doublet, wordt geothermie uit verlaten olie- en gasputten hier meegenomen. Op dit moment zijn er nog geen daadwerkelijke geothermie aanvragen voor ombouw van olie- of gasputten gedaan, waardoor specifieke markt-ervaringsgetallen voor olie- of gasputten op dit moment nog ontbreken. Voor de optie verlaten olie- of gasputten dienend als geothermisch doublet geldt dat projecten die in deze categorieën vallen ook uit zullen kunnen in deze categorie voor geothermische warmte 500 meter. Dit omdat de berekende basisbedragen voor de optie verlaten olie- of gasputten in dezelfde range liggen als de basisbedragen voor de reguliere geothermische doublet projecten. Eén van de belangrijke parameters om de specifieke investeringskosten ( /kw) en de O&Mkosten ( /kw/jaar) te bepalen, is het gecorrigeerd verwacht vermogen. De variatie in de verschillende gecorrigeerd verwachte vermogens van de verschillende geanalyseerde geothermieprojecten veroorzaakt een spreiding op deze specifieke investerings- en O&Mkosten, en daarmee ook op het basisbedrag. Het basisbedrag voor deze categorie is vastgesteld aan de hand van de referentiecase zoals weergegeven in Tabel 1 waarbij ook de volgende kenmerken van belang zijn: Er is geen restwaarde meegenomen aan het eind van de SDE+-looptijd van 15 jaar. Er worden kosten gereserveerd voor installaties ter afvangst van olie en gas; De door de SDE+ regeling gevraagde geologische rapportage valt onder de projectvoorbereidingskosten en is derhalve niet meegenomen in de referentiecase. Tabel 1 geeft de technisch-economische parameters weer voor de referentiecase van deze categorie, inclusief het verwachte bronvermogen voor deze referentiecase en het aantal vollasturen geldig voor deze categorie, gebaseerd op basis van gerealiseerde productie uit bestaande geothermieprojecten (uitsluitend gevonden in de glastuinbouw sector). 3 Extractie van geothermische warmte uit olieput (enhanced oil recovery); Indien in een olieveld een waterdruk wordt aangebracht, ten behoeve van het winnen van aardolie, zal na enige tijd (bijvoorbeeld 20 jaar) de hoeveelheid water aan de productiezijde toenemen. Geothermische warmte kan hierbij gewonnen worden. Over deze variant wordt geen advies uitgebracht. PBL 16

17 Tabel 1 Technisch-economische parameters voor Geothermie warmte 500 meter Parameter Eenheid Eind advies SDE Thermisch outputvermogen Vollasturen warmteafzet Concept advies SDE [MW] [uur/jaar] Investeringskosten [ /kwth output] Vaste O&M-kosten [ /kwth output/jaar] Variabele O&M-kosten [ /kwhth output/jaar] 0,0019 0,0019 In vergelijking met het Eindadvies SDE valt op dat het bronvermogen is gestegen, en dat de investeringskosten zijn gedaald. Dit laatste voornamelijk doordat geothermische bronnen beter zijn gaan presteren (hogere vermogens worden gerealiseerd, ten opzichte van de gegevens gebruikt voor de vaststelling van het eindadvies SDE+ 2018) en de investeringskosten zijn gedaald, waarbij wel rekening is gehouden met de investeringskosten- en O&Mkostenrealisatiefactoren Geothermie warmte 500 meter; Stadsverwarming In deze paragraaf wordt de beschrijving van de referentie-installatie voor de categorie Geothermie warmte 500 meter; Stadsverwarming nader toegelicht. Verduurzaming van warmtenetten en de transitie naar gasloze woonwijken en utiliteitsgebouwen kan heel goed door geothermie worden ingevuld, al dan niet in combinatie met andere duurzame warmtebronnen. Kenmerkend voor stadsverwarmingsprojecten zijn het lage aantal vollasturen ten opzichte van de generieke categorie Geothermie warmte 500 meter; Basislast. De retourtemperatuur zou in het geval van hoge temperatuur stadsverwarmingsnetten hoger kunnen liggen dan de gehanteerde 35 ⁰C. Geothermieproje stadsverwarmingsnetten zullen daardoor per kwh vaak duurder uitvallen. De technoeconomische parameters voor de gebruikte referentie binnen deze categorie zijn weergegeven in onderstaande Tabel 2. Voor deze categorie (Geothermie warmte 500 meter; Stadsverwarming) adviseren wij als voorwaarde op te nemen dat ten minste 90% van de geproduceerde warmte direct aan een stadsverwarmingsdistributienetwerk geleverd wordt. Middels deze voorwaarden wordt dan uitgesloten dat geothermische projecten met een hoger aantal vollasturen (zoals bijvoorbeeld projecten in de glastuinbouwsector) aanspraak kunnen maken op het hogere basisbedrag van deze categorie. Ook gaan we uit van een zg. badkuippatroon in het warmtevraagprofiel van de referentiecase (hoge warmtevraag in de wintermaanden, en een beduidend lagere vraag tijdens de zomermaanden). Dit leidt ertoe dat de referentie geothermische installatie voor stadsverwarmingsprojecten slechts 3500 vollasturen maakt. Tabel 2 Technisch-economische parameters voor Geothermie warmte 500 meter; Stadsverwarming Parameter Eenheid Eind advies Concept advies SDE SDE Thermisch outputvermogen [MW] Vollasturen warmteafzet [uur/jaar] Investeringskosten [ /kwth output] Vaste O&M-kosten [ /kwth output/jaar] Variabele O&M-kosten [ /kwhth output/jaar] 0,0019 0,0019 PBL 17

18 Geothermie warmte 4000 meter Voor het SDE+-advies voor 2019 is de grenswaarde van deze categorie van 3500 meter aangepast tot 4000 meter. Reden hiervoor is om beter aan te sluiten bij de markt, waarbij 4000 meter als minimale diepte wordt aangenomen voor Ultra Diepe Geothermie (UDG). De verwachte hogetemperatuurwarmtewinning van > ⁰ C is ook de rationale om voor UDG een minimale diepte van 4000 meter te kiezen. TNO-AGE verwacht dat in het interval tussen de 3500 en 4000 meter de permeabiliteit dermate verslechtert dat enkel een laag maar potentieel economisch debiet haalbaar is. Ook wordt de potentie om enig relevant debiet te verkrijgen beneden de 4000 meter in zandsteenreservoirs nihil geacht. Ook blijkt dat de boorkosten per meter, zoals wel in eerdere SDE+-adviezen werd geschat, niet extreem oplopen voor boordieptes tot 4000 meter en er geen economische reden is om 3500 meter aan te houden. Het verleggen van de grens van 3500 naar 4000 meter lijkt hiermee dan zowel een gedeeltelijke geologische alsook een economische rationale te kennen. In deze paragraaf wordt de beschrijving van de referentie-installatie voor de categorie Geothermie warmte 4000 meter nader toegelicht. Deze categorie richt zich op hogere temperatuurtoepassingen voor met name industriële processen en wordt gekenmerkt door de grotere boordiepte van het geothermisch doublet. Voor deze categorie zijn meerdere configuraties doorgerekend. Twee theoretische vergelijkingsprojecten zijn hierbij nader bekeken, waarbij de boordiepte 4000 en 6000 meter bedraagt en de diameter van de put van 8½ inch. Het bronvermogen voor de verschillende cases varieert hierdoor tussen de 17 en 30 MW, maar voor een SDE+aanvraag is de diepte leidend en mogen projecten met zowel kleinere als grotere vermogens aanvragen in deze categorie. Voor deze twee vergelijkingsprojecten is een warmtetransportleiding meegenomen, waarvan de lengte varieert van 0,5 kilometer voor het kleinste project tot 4 kilometer voor het project met het hoogste bronvermogen. Vanwege de grotere boordiepte zijn ook kosten voor reservoirstimulatie meegenomen ter hoogte van 4 miljoen euro per geothermisch doublet. Voor deze vergelijkingsprojecten is voor ieder van de configuraties de kostprijs uitgerekend. Deze laten vrijwel eenzelfde kostprijs per kwh zien. Het basisbedrag voor deze categorie is vastgesteld op basis van de referentiecase, zoals weergegeven in Tabel 3 waarbij de volgende kenmerken van belang zijn: Er is geen restwaarde meegenomen van de investeringskosten aan het eind van de SDE+-looptijd van 15 jaar. Ervaring uit het buitenland leert dat geothermiebronnen veelal langer kunnen blijven produceren. Er worden kosten gereserveerd voor installaties ter afvangst van olie en gas; De door de SDE+-regeling gevraagde geologische rapportage valt onder de projectvoorbereidingskosten en is derhalve niet meegenomen in de referentiecase. Tot en met het voorjaar van 2018 zijn er geen projecten aangevraagd die werkelijk onder deze categorie vallen. Ook kunnen er geen gefundeerde herberekeningen voor deze categorie afgeleid worden uit de bevindingen van het kostenonderzoek naar de eerste categorie. De gehanteerde waarden uit het Eindadvies SDE zijn dus behouden voor het advies voor Tabel 3 geeft de technisch-economische parameters weer voor de mogelijke referentiecase van deze categorie, met een boordiepte van 4000 meter en een bronvermogen van 17 MW. PBL 18

19 429 Tabel 3 Technisch-economische parameters Geothermie warmte 4000 meter Parameter Eenheid Eindadvies Concept advies SDE SDE Thermisch outputvermogen [MW] Vollasturen warmteafzet [uur/jaar] Investeringskosten [ /kwth output] Vaste O&M-kosten [ /kwth output/jaar] Variabele O&M-kosten [ /kwhth output] 0,0076 0, Geothermie warmte; projectuitbreiding met een extra put In deze paragraaf wordt de beschrijving van de referentie-installatie voor de categorie Geothermie warmte; projectuitbreiding met een extra put nader toegelicht. Geothermische projecten kunnen hun vermogen en dus duurzame warmteproductie vergroten door het uitbreiden van het bestaande project met een extra put. Als referentie voor deze categorie is er uitgegaan van een uitbreiding van een doublet met een extra, derde put. Door het boren van een extra put zal het geothermisch doublet veranderen in een geothermisch triplet. Uitbreiding van bestaande projecten, niet beperkt tot een doublet, met een extra put kunnen ook onder deze categorie ingediend worden. Qua configuratie is voor de referentie ervan uit gegaan dat de extra put tot een vergelijkbare diepte als het bestaande doublet wordt geboord. Waar een doublet bestaat uit een productieen injectieput, heeft een triplet twee productieputten en één injectieput, of twee injectieputten en één productieput. Die uitbreiding kan dus zowel een productie- als injectieput zijn. Naast de boorkosten voor het boren van de extra put zijn ook de benodigde bovengrondse aanpassingen meegenomen bij de bepaling van het voorgestelde basisbedrag. Dit zijn bijvoorbeeld kosten voor de pompen, warmtewisselaars, warmtetransportleiding en uitbreiding van de installatie voor olie- en gasafvangst. Ook vereist de uitbreiding vaak aanpassingen en dus kosten aan de ondergrondse infrastructuur van de bestaande putten. Het extra debiet dat wordt gerealiseerd door het boren van een extra put, kent verscheidene onzekerheden die een significant effect kunnen hebben op de kostprijs. Echter, een vergelijkbare onzekerheid in kostprijs bestaat ook voor nieuwe geothermische doubletten. Voor de referentiecase is het extra vermogen, gerealiseerd door inzet van een derde put, gebaseerd op de huidige SDE+-beschikkingsaanvragen en de theoretische rekenmodellen. Op basis van deze gegevens is het mogelijk dat er een verdubbeling van het vermogen gerealiseerd wordt door het in gebruik nemen van een derde put bij een bestaand doublet. De O&M-kosten voor een dergelijke extra put wijken niet af van die van een doublet. Uit de projectaanvragen blijkt dat het boren van een extra put vaak een beduidende vermogenstoename realiseert. Maar net zoals bij doubletten bestaat de kans dat het producerend vermogen niet het niveau haalt van het aangevraagde vermogen. Hiervoor is dezelfde vermogensrealisatiefactor gebruikt als voor de categorie Geothermie warmte 500 meter; Basislast. Tabel 4 geeft de technisch-economische parameters weer voor de referentiecase van deze categorie, met een boordiepte van 2200 meter en met een additioneel bronvermogen van 12 MW. Voor extra put projecten zal veelal gelden dat deze alleen worden uitgevoerd, als het debiet gunstig ingeschat kan worden. Hogere debieten in de ondergrond uiten zich ook in een lagere kostprijs. Dit betreft een nieuwe categorie ten opzichte van de SDE+ in De PBL 19

20 investeringen en onderhoudskosten zijn gebaseerd op de ingediende SDE+-beschikkingsaanvragen. Het aantal vollasturen voor deze categorie is gelijk gesteld aan het aantal vollasturen zoals opgenomen in de categorie Geothermie warmte 500 meter; Basislast. Tabel 4 Technisch-economische parameters Geothermie warmte, projectuitbreiding met een extra put Parameter Eenheid Eindadvies Concept advies SDE SDE Thermisch outputvermogen [MW] Vollasturen warmteafzet [uur/jaar] Investeringskosten [ /kwth output] Vaste O&M-kosten [ /kwth output/jaar] Variabele O&M-kosten [ /kwhth output] 0,0019 0,0019 PBL 20

21 Advies basisbedragen Dit hoofdstuk beschrijft in onderstaande paragrafen het basisbedrag en enkele andere subsidie parameters voor de verschillende categorieën. De investerings- en onderhoudskosten zijn gebaseerd op kosten zoals opgegeven bij de SDE+-aanvragen, gecorrigeerd met de eerder benoemde vermogensrealisatiefactor, de investeringskostenrealisatiefactor en de O&M-kostenrealisatiefactor Geothermie warmte 500 meter; Basislast In Tabel 5 zijn het basisbedrag en enkele andere subsidie parameters weergegeven, voor de categorie: Geothermie warmte 500 meter; Basislast Tabel 5 Overzicht subsidieparameters Geothermie warmte 500 meter, basislast Parameter Eenheid Eindadvies Conceptadvies SDE SDE Basisbedrag [ /kwh] 0,053 0,050 Looptijd subsidie [jaar] Berekeningswijze correctiebedrag (TTF + energiebelasting) / gasketelrendement Geothermie warmte 500 meter; Stadsverwarming In Tabel 6 zijn het basisbedrag en enkele andere subsidie parameters weergegeven, voor de categorie: Geothermie warmte 500 meter; Stadsverwarming Tabel 6 Overzicht subsidieparameters Geothermie warmte 500 meter, stadsverwarming Parameter Eenheid Eindadvies Conceptadvies SDE SDE Basisbedrag [ /kwh] 0,106 0,095 Looptijd subsidie [jaar] Berekeningswijze correctiebedrag (TTF + energiebelasting) / gasketelrendement PBL 21

22 Geothermie warmte 4000 meter In Tabel 7 zijn het basisbedrag en enkele andere subsidie parameters weergegeven, voor de categorie: Geothermie warmte 4000 meter. Tabel 7 Overzicht subsidieparameters Geothermie warmte 4000 meter Eenheid Eindadvies SDE Conceptadvies SDE Basisbedrag [ /kwh] 0,060 0,065 Looptijd subsidie [jaar] Berekeningswijze correctiebedrag (TTF + energiebelasting) / gasketelrendement Geothermie warmte; projectuitbreiding met een extra put In Tabel 8 zijn het basisbedrag en enkele andere subsidie parameters weergegeven, voor de categorie: Geothermie warmte; projectuitbreiding met een extra put. Tabel 8 Overzicht subsidieparameters Geothermie warmte, projectuitbreiding met een extra put Eenheid Eindadvies SDE+ Concept advies 2018 SDE Basisbedrag [ /kwh] 0,034 0,031 Looptijd subsidie [jaar] Berekeningswijze correctiebedrag (TTF + energiebelasting) / gasketelrendement PBL 22

23 Vragen en overwegingen Informatieverzoeken Wij hopen dat marktpartijen over enkele zaken hun gedachten willen laten gaan en waar mogelijk onderbouwd hun visie willen inbrengen in de consultatie. Het betreft in ieder geval de volgende aspecten: - Bestaat er een trend dat meer en meer geothermieprojecten worden uitgerust met een warmtepomp (ten behoeve van verder uitkoeling van de retourtemperatuur)? - Wat zijn de gemiddelde kosten voor een warmtepomp, met bijbehorende opwekkingscapaciteit (investerings- en onderhoudskosten)? - Welke vermogenstoename (absoluut en relatief) kan met een warmtepomp gerealiseerd worden? - In welke mate kan geothermie voor stadsverwarmingsdoelen een toepassingsgebied zijn, en in welke mate verschillen stadsverwarmingsprojecten van bijvoorbeeld geothermieprojecten in de glastuinbouwsector. - Zijn er uit de markt voldoende concrete signalen die aanleiding kunnen geven om terug een categorie enkele of verlaten gasput als Deep Borehole Heat Exchanger (DBHE) uit te werken? - Kan de markt inzicht verstrekken in de werkelijke techno-economische levensduur van geothermieprojecten. - Kan de markt aangeven wat de mogelijke kosten voor abandonneren van een geothermieproject zijn? Overwegingen Voor dit advies is niet gekeken naar het effect van uitbreiding van geothermiedoubletten met één of meerdere putten naar een geothermisch veld. In de praktijk wordt gezien dat het geleverde bronvermogen hierdoor soms onevenredig stijgt, in relatie tot het aantal putten van het geothermisch veld. Dit kan veroorzaakt worden door een slimmere schakeling van injectie- en productieputten in een geothermisch veld. Het is aan te bevelen om in een volgende ronde hier verdere aandacht aan te besteden. Ook is het nodig om met de geologische data van TNO AGE meer inzicht te krijgen in de werkelijke productie van geothermische projecten. Gezien de verwachte toepassingen van warmtepompen, verdient het ook aandacht nader te kijken naar het elektriciteitsverbruik van dergelijke projecten, in relatie tot hun warmteproductie. Hiernaast wordt geadviseerd om op basis van de kostendata van gerealiseerde projecten, de investeringskosten en O&M-kosten te blijven actualiseren tijdens een verdere analyse. PBL 23

24 De trend naar steeds grotere bronvermogens voor geothermie projecten maakt het raadzaam om zogenaamde volloopscenario s en de invloed hiervan op de kostprijs nader te onderzoeken in de beschrijvingen van de referentie-installaties. In een volloopscenario geldt dat het geothermieproject in het begin een beperkte productie kent en waarbij over de jaren heen de warmteafzet toeneemt omdat bijvoorbeeld het warmtenet uitgebreid wordt of omdat het aantal aangesloten afnemers toeneemt Lijst van definities Geothermie De definities opgenomen in deze lijst van definities, zijn geordend volgens de volgende onderverdeling: Definities - Geothermieproject Definities Vermogen & Energie Definities Energieproductie Definities - Economie Definities - Geothermieproject Afnamepunt van de geothermische warmte / referentiepunt Het afnamepunt van de geothermische warmte is een gedefinieerde locatie (reference point) in de productieketen waar het geothermische energieproduct wordt gemeten of beoordeeld. Het afnamepunt van de geothermische warmte is meestal het verkooppunt aan derden of het punt waar de geothermische warmte wordt ingezet voor verrichting van activiteiten. De verkoop of productie van geothermische energieproducten wordt gemeten en gerapporteerd in termen van schattingen van de resterende hoeveelheden die dit punt oversteken vanaf de ingangsdatum van de evaluatie. Noot: De definitie voor afnemer van de geothermische warmte is afgeleid van de volgende Engelstalige definitie voor reference point, uit Specifications for the application of the United Nations Framework Classification for Fossil Energy and Mineral Reserves and Resources 2009 (UNFC-2009) to Geothermal Energy Re-sources : Reference Point : The Reference Point is a defined location in the production chain where the quantities of Geothermal Energy Product are measured or assessed. The Reference Point is typically the point of sale to third parties or where custody is transferred to the entity s downstream operations. Sales or production of Geothermal Energy Products are normally measured and reported in terms of estimates of remaining quantities crossing this point from the Effective Date of the evaluation (UNECE, 2016). Geothermische bron In de context van de geothermische energie is de hernieuwbare energiebron de thermische energie die zich bevindt in een hoeveelheid gesteente, sediment en / of grond, inclusief eventuele ingesloten vloeistoffen, die beschikbaar is voor winning en omzetting in energieproducten. Deze bron wordt de geothermische energiebron genoemd en is equivalent aan de termen deposit of accumulation die wordt gebruikt voor vaste mineralen en fossiele brandstoffen. De geothermische energiebron komt voort uit de productie en injectie bron van het geothermisch systeem, gedurende een gespecificeerde tijdsperiode. Noot: De definitie voor geothermische bron is afgeleid van de volgende Engelstalige definitie voor geothermal source, uit Specifications for the application of the United Nations Framework Classification for Fossil Energy and Mineral Reserves and Resources 2009 (UNFC-2009) to Geothermal Energy Re-sources : Geothermal Source : In the geothermal energy context, the Renewable Energy Source is the thermal energy contained in a body of rock, sediment and/or soil, including any contained fluids, which is available for PBL 24

25 extraction and conversion into energy products. This source is termed the Geothermal Energy Source, and is equivalent to the terms deposit or accumulation used for solid minerals and fossil fuels. The Geothermal Energy Source results from any influx to outflux from or internal generation of energy within the system over a specified period of time (UNECE, 2016). Geothermisch doublet een geothermisch productiesysteem met één productie- en één injectieput. Geothermisch energieproduct Een geothermisch energieproduct is een energieproduct dat te koop is in een markt. Voorbeelden van geothermische energieproducten zijn elektriciteit en warmte. Andere producten, zoals anorganische materialen (bijvoorbeeld siliciumdioxide, lithium, mangaan, zink, zwavel), gassen of water geëxtraheerd uit de geothermische energiebron in hetzelfde extractieproces kwalificeren zich niet als geothermische energieproducten. Wanneer deze andere producten worden verkocht, dienen de inkomstenstromen echter in de economische evaluatie worden opgenomen. Noot:. De definitie voor geothermisch energieproduct is afgeleid van de volgende Engelstalige definitie voor geothermal energy product, uit Specifications for the application of the United Nations Framework Classification for Fossil Energy and Mineral Reserves and Resources 2009 (UNFC-2009) to Geothermal Energy Re-sources : Geothermal Energy Product : A Geothermal Energy Product is an energy commodity that is saleable in an es-tablished market. Examples of Geothermal Energy Products are electricity and heat. Other products, such as inorganic materials (e.g. silica, lithium, manganese, zinc, sulphur), gases or water extracted from the Geothermal Energy Source in the same extraction process do not qualify as Geothermal Energy Products. However, where these other products are sold, the revenue streams should be included in any economic evaluation (UNECE, 2016). Geothermisch productiesysteem Een installatie met alle apparatuur benodigd om de geothermische bron (Geothermal Source) te verbinden met de plek (reference point) waar het Geothermisch Energieproduct (Geothermal Energy product) (momenteel alleen warmte) wordt overgedragen aan de afnemer van de geothermische warmte. Noot: geothermische productiesystemen kunnen gebruik maken van een warmtepomp (ten behoeve van verdere uitkoeling van de retourstroom naar de injectieput) en van bijvoorbeeld een koppeling aan een warmtenet. Geothermisch project Het Geothermisch Project is de verbinding tussen de Geothermische Bron (Geothermal Source) en de hoeveelheid Geothermisch Energieproduct (Geothermal Energy Product) en geeft de basis voor economische evaluatie en (investerings-)beslissingen of besluiten. Het geothermisch project omvat alle aanwezige systemen en apparatuur die de verbinding tussen de Geothermische Bron en het Referentiepunt (Reference Point) alwaar de Geothermische Energie Producten worden verkocht, gebruikt, overgedragen of afgestaan. Het project omvat alle apparatuur en systemen benodigd voor de extractie en /of conversie van energie waaronder bijvoorbeeld: productie en injectie putten, warmtewisselaars, verbindende verbuizing, energieconversiesystemen en benodigde additionele apparatuur. In het beginstadium van een evaluatie traject is een project mogelijkerwijs slechts gedefinieerd op conceptueel niveau. Dit in tegenstelling tot projecten die vergevorderd in het evaluatietraject zijn en een hoge mate van detail in de projectdefinitie hebben. In de praktijk kan een geothermisch project één of meerdere geothermische productiesystemen omvatten. PBL 25

26 Noot: Voor de Engelstalige definities voor geothermal source, geothermal energy product, en reference point wordt verwezen naar de noot onder de definitie Geothermisch productiesysteem. De definitie voor geothermisch project is afgeleid van de volgende Engelstalige definitie voor geothermal project : Geothermal Project: The Project is the link between the Geothermal Energy Source and quantities of Geothermal Energy Products and provides the basis for economic evaluation and decision-making. In the context of geothermal energy, the Project includes all the systems and equipment connecting the Geothermal Energy Source to the Reference Point(s) where the final Geothermal Energy Products are sold, used, transferred or disposed of. The Project shall include all equipment and systems required for extrac-tion and/or conversion of energy, including, for example, production and injection wells, ground or surface heat exchangers, connecting pipework, energy conversion systems, and any necessary ancillary equipment. In the early stages of evaluation, a Project might be defined only in conceptual terms, whereas more mature Projects will be defined in significant detail (UNECE, 2016). Noot: geothermische projecten kunnen gebruik maken van een warmtepomp (ten behoeve van verdere uitkoeling van de retourstroom naar de injectieput) en van bijvoorbeeld een koppeling aan een warmtenet. Noot: een geothermisch project kan bestaan uit een geothermisch veld Geothermie-projecten - in productie Een verzameling van geothermie projecten die reeds gerealiseerd en in productie zijn. Noot: Voor geothermische projecten - in productie geld het volgende: - Een project in productie is automatisch een gerealiseerd project. - Productie- en injectiedebiet gegevens beschikbaar via NLOG. - CAPEX/OPEX-gegevens beschikbaar via SDE+ subsidie aanvragen (via RVO) en in sommige gevallen ook via andere databestanden. De data van gerealiseerde projecten is nauwkeuriger daar deze de werkelijke kosten weergeeft, echter deze data is niet bekend van alle gerealiseerde projecten. Geothermie-projecten - nog niet in productie (al wel gerealiseerd) Een verzameling van geothermie projecten die reeds gerealiseerd maar nog niet in productie zijn. Onder gerealiseerd wordt hierbij verstaan, de projecten waarvoor de putten zijn geboord en getest, de installatie gereed is, maar waar nog geen warmte geproduceerd wordt. Noot: Voor geothermie projecten - nog niet in productie (al wel gerealiseerd) geldt het volgende: - Energie-productiegegevens beschikbaar op basis van het product van het P50 vermogen uit het DoubletCalc realisatiescenario, en het aantal vollasturen gebaseerd op de referentie case uit de SDE+ categorie waarin wordt aangevraagd. - Lokale reservoireigenschappen bekend uit puttest, systeemtest en/of andere meetreeksen - CAPEX/OPEX-gegevens beschikbaar via SDE+ subsidie aanvragen (via RVO). Geothermie-projecten - niet in productie (aangevraagd) Een verzameling van geothermieprojecten welke nog niet gerealiseerd zijn, maar waarvoor wel SDE+-subsidie is aangevraagd. Noot: Voor geothermie projecten - niet in productie (aangevraagd) geld het volgende: - Energie-productiegegevens beschikbaar op basis van het product van het beschikt vermogen, en het aantal vollasturen wat is gebaseerd op het aantal vollasturen van de referentie case uit de SDE+ categorie waarin wordt aangevraagd. - CAPEX/OPEX-gegevens beschikbaar via SDE+ subsidie aanvragen (via RVO). PBL 26

Introductie op proces

Introductie op proces Notitie Amsterdam, 6 april 2017 Afdeling Policy Studies Van Aan Koen Smekens (ECN), Bart in t Groen (DNV GL) Ministerie van Economische Zaken Onderwerp Kostenonderzoek geothermie SDE+ 2018 1 2 3 4 5 6

Nadere informatie

CONCEPTADVIES SDE+ 2019

CONCEPTADVIES SDE+ 2019 CONCEPTADVIES SDE+ 2019 Waterkracht Notitie Luuk Beurskens (ECN part of TNO) Bart in t Groen (DNV GL) 17 mei 2018 Colofon Conceptadvies SDE+ 2019 Waterkracht PBL Planbureau voor de Leefomgeving Den Haag,

Nadere informatie

CONCEPTADVIES SDE

CONCEPTADVIES SDE CONCEPTADVIES SDE++ 2020 Geothermie Notitie Bart in t Groen (DNV GL) Caja De Vries (TNO AGE) Harmen Mijnlieff (TNO AGE) Koen Smekens (ECN part of TNO) 6 mei 2019 Colofon Conceptadvies SDE++ 2020 Geothermie

Nadere informatie

CONCEPTADVIES SDE

CONCEPTADVIES SDE CONCEPTADVIES Energie uit water Notitie Luuk Beurskens, Koen Smekens (ECN part of TNO) Bart in t Groen (DNV GL) Hans Elzenga (PBL) 6 mei 2019 Colofon Conceptadvies Energie uit water PBL Planbureau voor

Nadere informatie

AANVULLENDE BEREKENINGEN SDE+ 2019

AANVULLENDE BEREKENINGEN SDE+ 2019 AANVULLENDE BEREKENINGEN SDE+ 2019 Notitie Sander Lensink (editor) 7 december 2018 Colofon Aanvullende berekeningen SDE+ 2019 PBL Planbureau voor de Leefomgeving Den Haag, 2018 PBL-publicatienummer: 3461

Nadere informatie

Introductie op proces

Introductie op proces Notitie Amsterdam, 6 april 2017 Afdeling Policy Studies Van Aan Sander Lensink (ECN) Ministerie van Economische Zaken Onderwerp en 2018 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25

Nadere informatie

ADVIES SDE+ NAJAAR 2018

ADVIES SDE+ NAJAAR 2018 ADVIES SDE+ NAJAAR 2018 Aanpassing warmtestaffel Notitie Sander Lensink (PBL) Marcel Cremers (DNV GL) 3 juli 2018 Colofon Advies SDE+ najaar 2018 warmtestaffel PBL Planbureau voor de Leefomgeving Den Haag,

Nadere informatie

Kostenbevindingen t.b.v. advisering over SDE+ 2018

Kostenbevindingen t.b.v. advisering over SDE+ 2018 Kostenbevindingen t.b.v. advisering over SDE+ 2018 Sander Lensink Den Haag, 12 april 2017 www.ecn.nl Opbouw Toelichting onderzoeksproces Enkele highlights van kostenbevindingen Uitvragen van ECN/DNV GL

Nadere informatie

Introductie op proces

Introductie op proces Notitie Amsterdam, 6 april Afdeling Policy Studies Van Aan Sander Lensink (ECN), Hans Cleijne (DNV GL) Ministerie van Economische Zaken Onderwerp Impact kostenonderzoek SDE+ 2018 op basisbedragen 1 2 3

Nadere informatie

CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES

CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES 1 2 CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES 3 Industriële elektrische boilers 4 5 6 7 8 Notitie Marc Marsidi Sander Lensink 26 juli 2019 9 Colofon 10 Conceptadvies SDE++ CO 2-reducerende opties:

Nadere informatie

ECN Beleidsstudies. Samenvatting. ECN-N--12-025 11 december 2012. Notitie Aanvullend advies geothermie in SDE+ 2013

ECN Beleidsstudies. Samenvatting. ECN-N--12-025 11 december 2012. Notitie Aanvullend advies geothermie in SDE+ 2013 Subsidieduur [jaar] Vermogen referentie-installatie [MW] Aantal vollasturen Basisbedrag [ /GJ] ECN Beleidsstudies Notitie Aanvullend advies geothermie in SDE+ 2013 ECN-N--12-025 11 december 2012 Aan :

Nadere informatie

CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES

CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES 1 2 CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES 3 Grootschalige warmtepompen 4 5 6 7 8 Notitie Marc Marsidi Sander Lensink 26 juli 2019 9 Colofon 10 Conceptadvies SDE++ CO2-reducerende opties: Grootschalige

Nadere informatie

CONCEPT 30 januari 2008

CONCEPT 30 januari 2008 CONCEPT 30 januari 2008 Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ, houdende vaststelling van correcties ten behoeve van de voorschotverlening voor de stimulering van duurzame energieproductie

Nadere informatie

Samenvatting. Figuur 1: Onderzoeksgebied in paars

Samenvatting. Figuur 1: Onderzoeksgebied in paars Samenvatting Geothermie duurzame energiebron De lat voor verduurzaming in de woningbouw, tuinbouw en industrie ligt hoog. Het blijkt uit onderzoek en praktijk dat geothermie een zeer kosteneffectieve manier

Nadere informatie

Geothemie. Nieuwe kansen voor het warmtenet

Geothemie. Nieuwe kansen voor het warmtenet Geothemie Nieuwe kansen voor het warmtenet 06 54268181 1 Accelerate energy innovation Drs. Ronald den Boogert Ronald@inimpact.nl By the implementation of innovative technologies and a close cooperation

Nadere informatie

CONCEPTADVIES SDE+ 2019

CONCEPTADVIES SDE+ 2019 1 CONCEPTADVIES SDE+ 2019 2 3 4 5 6 7 8 Windenergie op land Notitie Luuk Beurskens (ECN-TNO) Eeke Mast (DNV GL) Iulia Pisca (PBL) 9 mei 2018 9 10 11 Colofon 12 Conceptadvies SDE+ 2019 Windenergie op land

Nadere informatie

Introductie Deze notitie is een herziening van de notitie aanlevering productiegegevens aardwarmte dd , AGE [1].

Introductie Deze notitie is een herziening van de notitie aanlevering productiegegevens aardwarmte dd , AGE [1]. Notitie Aan Aardwarmteproducenten Van Drs. H.F. Mijnlieff & drs. B.M.M. van Kempen Earth, Environmental and Life Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl T +31

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6371 3 april 2012 Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 28 maart 2012, nr. WJZ / 12042881,

Nadere informatie

Geothermie als Energiebron

Geothermie als Energiebron Geothermie als Energiebron Even voorstellen: Paul Mast -- Geoloog Johan de Bie --Technical Sales manager ESPs Ynze Salverda -- BD Analist Er zijn verschillende vormen van duurzame energie. Daarvan is geothermie

Nadere informatie

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde 2015-2029) [ /kwh]

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde 2015-2029) [ /kwh] Notitie Petten, 15 december 2014 Afdeling Policy Studies Van Aan Carolien Kraan, Sander Lensink S. Breman-Vrijmoed (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Onderwerp Basisprijzen SDE+ 2015 Samenvatting

Nadere informatie

Basisbedrag zon-pv najaar 2017 (SDE+)

Basisbedrag zon-pv najaar 2017 (SDE+) Basisbedrag zon-pv najaar 2017 (SDE+) Sander Lensink Jasper Lemmens (DNV GL) Luuk Beurskens Amsterdam 29 juni 2017 ECN-L--17-018 www.ecn.nl Samenvatting advies Onderscheid maken tussen kleine projecten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5169 25 maart 2011 Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 17 maart 2011, nr. WJZ /

Nadere informatie

Single hole geothermische systemen - Wat kun je er mee? Guus Willemsen, IF Technology

Single hole geothermische systemen - Wat kun je er mee? Guus Willemsen, IF Technology Single hole geothermische systemen - Wat kun je er mee? Guus Willemsen, IF Technology Veel onderzoek, weinig commerciële toepassingen Ondiep (tot 200 m-mv) zijn concepten met single hole geothermische

Nadere informatie

Financiële baten van windenergie

Financiële baten van windenergie Financiële baten van windenergie Grootschalige toepassing van 500 MW in 2010 en 2020 Opdrachtgever Ministerie van VROM i.s.m. Islant Auteurs Drs. Ruud van Rijn Drs. Foreno van der Hulst Drs. Ing. Jeroen

Nadere informatie

VOETAFDRUKKEN VAN NEDERLANDSE CONSUMPTIE

VOETAFDRUKKEN VAN NEDERLANDSE CONSUMPTIE VOETAFDRUKKEN VAN NEDERLANDSE CONSUMPTIE De ecologische effecten van Nederlandse consumptie in het buitenland PBL-Notitie Trudy Rood, Harry Wilting en Aldert Hanemaaijer 22 januari 2016 Colofon Voetafdrukken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 16798 9 november 2009 Regeling van de Minister van Ecomische Zaken van 30 oktober 2009, nr. WJZ/9190878, houdende vaststelling

Nadere informatie

DIEPE GEO-THERMIE-LOGIE. Geologie van de Nederlandse ondergrond in een flits Drs. H.F. Mijnlieff

DIEPE GEO-THERMIE-LOGIE. Geologie van de Nederlandse ondergrond in een flits Drs. H.F. Mijnlieff DIEPE GEO-THERMIE-LOGIE Geologie van de Nederlandse ondergrond in een flits Drs. H.F. Mijnlieff KENNIS & KUNDE Kennis -Socratische wijsheid: hoe meer je weet, hoe meer je weet dat je niks weet, -Dunning-Krugereffect

Nadere informatie

2014 GreenPort NHN, All rights reserved. Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Dit project is mede

2014 GreenPort NHN, All rights reserved. Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Dit project is mede . 2014 GreenPort NHN, All rights reserved GEOTHERMAL OUTLOOK 2015-2017 Ronald den Boogert AGENDA Waarom nu geothermie? Stand van zaken geothermie in Nederland in 2015 2020 Voorbeelden toekomstige innovaties

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68 68 88april 2009 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 27 maart 2009, nr. WJZ/9058635, houdende vaststelling

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4674 29 maart 2010 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 19 maart 2010, nr. WJZ/10043132, houdende vaststelling

Nadere informatie

Diepe geothermie Nationaal Onderzoek Programma Geothermie (NOPG) Breed inzetbare goedkope duurzame energie. EGS in Europa en een case studie

Diepe geothermie Nationaal Onderzoek Programma Geothermie (NOPG) Breed inzetbare goedkope duurzame energie. EGS in Europa en een case studie Diepe geothermie Nationaal Onderzoek Programma Geothermie (NOPG) Breed inzetbare goedkope duurzame energie EGS in Europa en een case studie Het Soultz project is een uitgebreid onderzoeksproject Soultz-sous-Forêts

Nadere informatie

Ultradiepe geothermie voor de industrie GEO XL. 12 september 2017 Egbert Klop

Ultradiepe geothermie voor de industrie GEO XL. 12 september 2017 Egbert Klop Ultradiepe geothermie voor de industrie GEO XL 12 september 2017 Egbert Klop Inhoud Het wat van ultradiepe geothermie Het waarom van ultradiepe geothermie voor de industrie Het hoe van het GEO XL-concept

Nadere informatie

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant

Samenvatting. Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant 1 Samenvatting Geothermische energie uit Trias aquifers in de ondergrond van Noord-Brabant De gemeenten Breda, Tilburg en Helmond hebben in samenwerking met de Provincie Noord-Brabant, Brabant Water en

Nadere informatie

Eigendom bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte

Eigendom bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte (Deze notitie is de integrale versie van de Notitie bijvangst Ministerie EZ van april 2014 en ook onder andere op de site van Platform Geothermie te vinden.) Aanleiding In bijna alle van de tot op heden

Nadere informatie

Notitie bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte

Notitie bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte Notitie bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte Aanleiding In bijna alle van de tot op heden in Nederland geboorde aardwarmteputten is naast warm water ook opgelost gas en in een enkel geval olie aangetroffen.

Nadere informatie

15/06/2012. 15/06/2012 Geothermie in Limburg: enkele geologische aspecten Matsen Broothaers WAT IS GEOTHERMIE? 15/06/2012 2 2012, VITO NV

15/06/2012. 15/06/2012 Geothermie in Limburg: enkele geologische aspecten Matsen Broothaers WAT IS GEOTHERMIE? 15/06/2012 2 2012, VITO NV 15/06/2012 Geothermie in Limburg: enkele geologische aspecten Matsen Broothaers WAT IS GEOTHERMIE? 15/06/2012 2 1 WAT IS GEOTHERMIE?» Warmte uit de kern van de Aarde» neemt toe met de diepte» Radioactief

Nadere informatie

Sessie Geothermie; Onze nieuwe bron van energie!

Sessie Geothermie; Onze nieuwe bron van energie! Kennisconferentie Duurzame Ontwikkeling van de Ondergrond Sessie ; Onze nieuwe bron van energie! 1 L. Kramers (TNO) Roelof Migchelsen (Provincie Overijssel) Agenda Wat houdt geothermie in? Even voorstellen:

Nadere informatie

Duurzame warmte in de SDE+

Duurzame warmte in de SDE+ Duurzame warmte in de SDE+ Sander Lensink www.ecn.nl Doel van de presentatie Het geven van een statusupdate van de werkzaamheden van ECN/KEMA voor EL&I t.b.v. duurzame warmte Als aftrap/aankondiging voor

Nadere informatie

Conceptadvies SDE+ 2014

Conceptadvies SDE+ 2014 Conceptadvies SDE+ 2014 Sander Lensink Den Haag 13 mei 2013 www.ecn.nl Toelichting op het conceptadvies Proces Uitgangspunten Windenergie Geothermie Biomassa Waterkracht en zonne-energie Proces Proces

Nadere informatie

RNES Aardwarmte 2015. Garantieregeling tegen het risico van misboring. Paul Ramsak/ Gerdi Breembroek RVO.nl

RNES Aardwarmte 2015. Garantieregeling tegen het risico van misboring. Paul Ramsak/ Gerdi Breembroek RVO.nl RNES Aardwarmte 2015 Garantieregeling tegen het risico van misboring Paul Ramsak/ Gerdi Breembroek RVO.nl Informatiemiddag Geothermie 3 februari 2016 Garantieregeling Geothermie / RNES Aardwarmte Risk

Nadere informatie

RNES Aardwarmte Garantieregeling tegen het risico van misboring. Paul Ramsak/ Gerdi Breembroek RVO.nl. Informatiemiddag Geothermie 12 april 2017

RNES Aardwarmte Garantieregeling tegen het risico van misboring. Paul Ramsak/ Gerdi Breembroek RVO.nl. Informatiemiddag Geothermie 12 april 2017 RNES Aardwarmte 2017 Garantieregeling tegen het risico van misboring Paul Ramsak/ Gerdi Breembroek RVO.nl Informatiemiddag Geothermie 12 april 2017 RNES Aardwarmte Verlaagt het risico voor aardwarmteprojecten

Nadere informatie

Kosten wind op zee 2015, bevindingen na marktconsultatie

Kosten wind op zee 2015, bevindingen na marktconsultatie Kosten wind op zee 2015, bevindingen na marktconsultatie Sander Lensink Petten 17 april 2015 www.ecn.nl Toelichting ECN heeft conceptberekeningen gemaakt over de kosten van wind op zee in Nederland in

Nadere informatie

Opsporing en winning van aardwarmte

Opsporing en winning van aardwarmte Opsporing en winning van aardwarmte Aardwarmte in Nederland Principe aardwarmte ardwarmte Soorten aardwarmte normale aardwarmtewinning: doublet T = Tp-Ti Tp=70 C Ti=30 C Soorten aardwarmte Mijnwaterproject

Nadere informatie

Stichting Platform Geothermie

Stichting Platform Geothermie Factsheet Diepe Geothermie Definitie en afbakening. Geothermie (of ook wel aardwarmte) is de energie in the vorm van warmte die in de bodem zit opgeslagen. 1. Dit factsheet gaat over diepe geothermie.

Nadere informatie

Kansen voor ondiepe geothermie

Kansen voor ondiepe geothermie Kansen voor ondiepe geothermie Ondiepe Geothermie Onttrekken van aardwarmte uit ondiepe formaties Diepte tot circa 1.250 meter Temperatuur 15 tot 45 C Technologie Dieptes (m) Gebruikelijke toepassing WKO

Nadere informatie

CONCEPTADVIES SDE+ 2019

CONCEPTADVIES SDE+ 2019 1 CONCEPTADVIES SDE+ 2019 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Verbranding en vergassing van biomassa Notitie Marcel Cremers (DNV GL), Jeroen Daey Ouwens (ECN part of TNO), Bart Strengers (PBL) 15 mei 2018 11 Colofon 12

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

CONCEPTADVIES SDE+ 2019

CONCEPTADVIES SDE+ 2019 1 CONCEPTADVIES SDE+ 2019 2 3 4 5 6 7 Vergisting Notitie Ayla Uslu (ECN part of TNO), Jeroen Daey Ouwens (ECN part of TNO), Maroeska Boots (DNV GL) 17 mei 2018 8 Colofon 9 Conceptadvies SDE+ 2019 Vergisting

Nadere informatie

Wordt (diepe) geothermie de nieuwe energiebron voor datacenters? Strukton Worksphere Raymond van den Tempel

Wordt (diepe) geothermie de nieuwe energiebron voor datacenters? Strukton Worksphere Raymond van den Tempel Wordt (diepe) geothermie de nieuwe energiebron voor datacenters? Strukton Worksphere Raymond van den Tempel Deze lezing wordt u aangeboden door Introductie Strukton STRUKTON GROEP Strukton Rail Strukton

Nadere informatie

De potentie van diepe geothermie voor de transitie naar duurzame energie. Technologische kansen voor de Nederlandse industrie

De potentie van diepe geothermie voor de transitie naar duurzame energie. Technologische kansen voor de Nederlandse industrie De potentie van diepe geothermie voor de transitie naar duurzame energie Technologische kansen voor de Nederlandse industrie IF Technology: advies en ingenieursbureau duurzame bodemenergie (WKO en geothermie);

Nadere informatie

Subsidie biomassa houtstook

Subsidie biomassa houtstook Subsidie biomassa houtstook René Wismeijer - RVO 16 Juni, 2016 Someren Financiële stimulering biomassa houtstook Toepassings gebied houtstook ISDE EIA SDE+ Investeringssubsidie Investeringsaftrek fiscaal

Nadere informatie

Geothermische energie en de SDE

Geothermische energie en de SDE Geothermische energie en de SDE Inventarisatie van de kosten van geothermische energie bij opname in de SDE P. Lako S.L. Luxembourg A.J. Ruiter B. in t Groen (KEMA) ECN-E--11-022 Februari 2011 Verantwoording

Nadere informatie

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit, Indicator 9 april 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2014 (voorlopige cijfers) bedroeg

Nadere informatie

Kansen in de Najaarsronde SDE+ Zwolle Landstede 30 maart 2017 Jan Bouke Agterhuis (RVO)

Kansen in de Najaarsronde SDE+ Zwolle Landstede 30 maart 2017 Jan Bouke Agterhuis (RVO) Kansen in de Najaarsronde SDE+ Zwolle Landstede 30 maart 2017 Jan Bouke Agterhuis (RVO) Onderwerpen Evaluatie SDE 2011 2015 SDE+ 2016 SDE+ 2017 SDE+ 2018 Evaluatie SDE+ 2011 2015 1/2 Rapport van CE Delft

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

Certificering budgettaire raming Wet minimum CO₂prijs

Certificering budgettaire raming Wet minimum CO₂prijs Certificering budgettaire raming Wet minimum CO₂prijs elektriciteitsopwekking Deze publicatie certificeert de raming van de opbrengst van een nationale CO₂minimumprijs voor elektriciteitsopwekking in de

Nadere informatie

Eindrapport Geothermie Bergschenhoek Projectnummer: AARD04003

Eindrapport Geothermie Bergschenhoek Projectnummer: AARD04003 Eindrapport Geothermie Bergschenhoek Projectnummer: AARD04003 Operator: Warmtebedrijf Bergschenhoek Weg en Land 2 2661 DB Bergschenhoek Winningslocatie: Warmoeziersweg 52 2661 EH Bleiswijk Projectleider:

Nadere informatie

Handleiding haalbaarheidsstudie SDE+ 28 februari 2014

Handleiding haalbaarheidsstudie SDE+ 28 februari 2014 Handleiding haalbaarheidsstudie SDE+ 28 februari 2014 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Exploitatieberekening 4 2.1 Specificatie van de investeringskosten en investeringssteun 4 2.2 Overzicht van kosten en baten

Nadere informatie

Openstelling SDE+ 2014

Openstelling SDE+ 2014 31239 Stimulering duurzame energieproductie Nr. 171 Brief van de minister van Economische Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 31 oktober 2013 Op 1 april 2014 start

Nadere informatie

Uitbreiding Multatulilaan Culemborg

Uitbreiding Multatulilaan Culemborg Uitbreiding Multatulilaan Culemborg Globale haalbaarheidsstudie Rolf Broekman en Ivo Smits l Warmte Koude & Procestechniek l 14 januari 2019 l Openbare Versie Achtergrond Thermo Bello heeft Liandon gevraagd

Nadere informatie

Bijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar

Bijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar Bijlage 1 haalbaarheidsstudie Warmtewisselaar Referentienummer Datum Kenmerk 336723.01.N001 1 september 2014 336723 Betreft Indicatieve berekening exploitatie warmtenet Westland 1 Inleiding Om een globale

Nadere informatie

SDE Projectgroep Biomassa & WKK. Bert van Asselt i.v.m. ziekte Martijn Bos. 20 februari 2018

SDE Projectgroep Biomassa & WKK. Bert van Asselt i.v.m. ziekte Martijn Bos. 20 februari 2018 SDE+ 2018 Projectgroep Biomassa & WKK Bert van Asselt i.v.m. ziekte Martijn Bos 20 februari 2018 Inhoud: SDE+ algemeen SDE+ 2017 SDE+ 2018 voorjaar, wijzigingen Succesvol aanvragen SDE+ SDE+ algemeen https://www.rvo.nl/actueel/videos/voorlichtingsfilm-sde

Nadere informatie

Duurzame Warmte uit Biomassa

Duurzame Warmte uit Biomassa Duurzame Warmte uit Biomassa Ir. Kees W. Kwant Chair IEA Bioenergy Contents 1. Bioenergy Heat in the sustainable Global Energy Mix 2. Stimulering van duurzame warmte 1. ISDE 2. EIA 3. SDE 3. Subsidie budgetten

Nadere informatie

ECN Beleidsstudies. 1. Inleiding. ECN-N maart Notitie Basisbedragen SDE 2011, appendix bij ECN

ECN Beleidsstudies. 1. Inleiding. ECN-N maart Notitie Basisbedragen SDE 2011, appendix bij ECN ECN Beleidsstudies Notitie Basisbedragen SDE 2011, appendix bij ECN--10-082 ECN-N--11-012 28 maart 2011 Aan : Ministerie EL&I Kopie aan : Van : Sander Lensink ECN 1. Inleiding In september 2010 hebben

Nadere informatie

kijk Geothermie Informatieavond Aa-landen / Holtenbroek 12 maart 2019 Johan Roeland, Projectleider Gemeente Zwolle

kijk Geothermie Informatieavond Aa-landen / Holtenbroek 12 maart 2019 Johan Roeland, Projectleider Gemeente Zwolle Geothermie Informatieavond Aa-landen / Holtenbroek 12 maart 2019 Johan Roeland, Projectleider Gemeente Zwolle 13-3-2019 1 Geothermie Proces tot nu toe 6 juni 2018: informatiebijeenkomst omwonenden kansrijk

Nadere informatie

CONCEPTADVIES SDE+ 2019

CONCEPTADVIES SDE+ 2019 CONCEPTADVIES SDE+ 2019 Zonne-energie Notitie Luuk Beurskens (ECN part of TNO) Jasper Lemmens (DNV GL) 15 mei 2018 Colofon Conceptadvies SDE+ 2019 Zonne-energie PBL Planbureau voor de Leefomgeving Den

Nadere informatie

Eindrapportage SEI Aardwarmte Vogelaer B.V.

Eindrapportage SEI Aardwarmte Vogelaer B.V. Eindrapportage SEI Aardwarmte Vogelaer B.V. Opdrachtgever: Adviesbureau: Behandeld door: Aanvraagnummer: Aardwarmte Vogelaer B.V. Harteveldlaan 6 2675 LE HONSELERSDIJK AAB Nederland Horti Business Center

Nadere informatie

HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË

HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË Overzicht 1 Hernieuwbare energiebronnen (hierna ook: HE) spelen een belangrijke rol in het kader van het Italiaanse energiesysteem. Ze worden uitvoerig gebruikt om elektriciteit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38490 4 november 2015 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 2 november 2015, nr. WJZ/15147884, tot vaststelling

Nadere informatie

Diepe geothermie Nationaal Onderzoek Programma Geothermie (NOPG) Waarom geothermie en waarom het NOPG?

Diepe geothermie Nationaal Onderzoek Programma Geothermie (NOPG) Waarom geothermie en waarom het NOPG? Diepe geothermie Nationaal Onderzoek Programma Geothermie (NOPG) Breed inzetbare goedkope duurzame energie Waarom geothermie en waarom het NOPG? In geothermie worden meerdere toepassingen onderscheiden

Nadere informatie

Samenvatting. notitie Petten, 16 november 2017

Samenvatting. notitie Petten, 16 november 2017 notitie Petten, 16 november 2017 Afdeling Policy Studies ECN-N 17-035 Van Aan Sander Lensink, Adriaan van der Welle Ministerie van EZ Onderwerp Voorlopige correctiebedragen 2018 (SDE+) voor beschikkingen

Nadere informatie

Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994

Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994 Paper Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994 Oktober 2016 CBS 2014 Scientific Paper 1 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Revisie per energiedrager 3 2.1 Kolen en kolenproducten 4 2.2 Olie 4 2.3 Aardgas 6 2.4

Nadere informatie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie Duorsume enerzjy yn Fryslân Energiegebruik en productie van duurzame energie 1 15 11 oktober 1 Inhoud Management Essay...3 1 Management Essay De conclusies op één A4 De provincie Fryslân heeft hoge ambities

Nadere informatie

Basisprijzen in SDE volgens genormeerde berekening

Basisprijzen in SDE volgens genormeerde berekening Notitie Aan Basisprijzen in SDE+ 2013 volgens genormeerde berekening Ministerie van Economische Zaken ECN-N--13-003 23 januari 2013 Kopie aan Van S.M. Lensink Samenvatting Het Ministerie van Economische

Nadere informatie

AVR in de Energietransitie en Circulaire Economie

AVR in de Energietransitie en Circulaire Economie AVR in de Energietransitie en Circulaire Economie INTRODUCTIE AVR TERUGWINNEN VAN ENERGIE EN RESTSTOFFEN 3 AVR VERWERKT DE REST AVR is the largest Energy-from-Waste (EfW) company in the Netherlands with

Nadere informatie

HOTCO2: alternatief voor de WKK en ketel in de tuinbouw

HOTCO2: alternatief voor de WKK en ketel in de tuinbouw HOTCO2: alternatief voor de WKK en ketel in de tuinbouw Inschatting van de potentie van efficiëntere productie van warmte en CO2 met het HOTCO2 systeem in de tuinbouwsector Erin Kimball (TNO), Ronald-Jan

Nadere informatie

Single hole geothermische systemen

Single hole geothermische systemen Single hole geothermische systemen Veel onderzoek weinig commerciële toepassingen Ondiep (tot 200 m-mv) zijn de concepten met single hole geothermische systemen erg veel toegepast. Diepere systemen (>

Nadere informatie

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010 Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010 Toelichting bij de doelstelling van 9% duurzame elektriciteit: - De definitie van de 9% doelstelling is conform de EU richtlijn duurzame elektriciteit

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

BNG Bank Betrokken partner voor een duurzamer Nederland. BNG Bank en Geothermie Bob Schrama, Leo Valkenburg Rotterdam, 28 maart 2019

BNG Bank Betrokken partner voor een duurzamer Nederland. BNG Bank en Geothermie Bob Schrama, Leo Valkenburg Rotterdam, 28 maart 2019 en Geothermie Bob Schrama, Leo Valkenburg Rotterdam, 28 maart 2019 BNG BANK: Eigendom - 50% Nederlandse Staat - 50% Nederlandse Gemeenten en Provincies. Missie is betrokken partner voor een duurzamer Nederland.

Nadere informatie

Definitieve correctiebedragen 2011 (SDE+)

Definitieve correctiebedragen 2011 (SDE+) ECN Beleidsstudies Notitie Definitieve correctiebedragen (SDE+) Aan Suzanne Vrijmoed EL&I ECN-N--12-005 20 maart 2012 Kopie aan Sander Lensink ECN Van Stefan Luxembourg ECN Samenvatting De prijs waartegen

Nadere informatie

Basisbedrag warmte-uitkoppeling bij bestaande mestcovergistingsinstallaties

Basisbedrag warmte-uitkoppeling bij bestaande mestcovergistingsinstallaties Notitie Basisbedrag warmte-uitkoppeling bij bestaande mestcovergistingsinstallaties ECN-N--12-004 30 januari 2012 Van : S.M. Lensink J.A. Wassenaar ECN KEMA Samenvatting Het Ministerie van EL&I heeft aan

Nadere informatie

Introductie op proces

Introductie op proces Notitie Amsterdam, 6 april 2017 Afdeling Policy Studies ECN-N--17-012 Van Aan Luuk Beurskens (ECN), Jasper Lemmers (DNV GL) Ministerie van Economische Zaken Onderwerp Kostenonderzoek zonne-energie SDE+

Nadere informatie

Correctiebedragen t.b.v. bevoorschotting 2014 (SDE+)

Correctiebedragen t.b.v. bevoorschotting 2014 (SDE+) Notitie Petten, 9 oktober 2013 Afdeling Policy Studies Van Aan Michiel Hekkenberg, Sander Lensink Cynthia Peerenboom-Bosman (EZ) Suzanne Breman-Vrijmoed (EZ) Kopie Onderwerp Correctiebedragen t.b.v. bevoorschotting

Nadere informatie

Potentieel geothermie gemeente Den Haag. Datum: 15 november Guus Willemsen, Rob Kleinlugtenbelt en Nick Buik Gecontroleerd door: Marc Koenders

Potentieel geothermie gemeente Den Haag. Datum: 15 november Guus Willemsen, Rob Kleinlugtenbelt en Nick Buik Gecontroleerd door: Marc Koenders Notitie Project: Potentieel geothermie gemeente Den Haag Onderwerp: Quickscan Datum: 15 november 2016 Referentie: 66279/MaK/20161115 Auteur: Guus Willemsen, Rob Kleinlugtenbelt en Nick Buik Gecontroleerd

Nadere informatie

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 Sparrenheuvel, 3708 JE Zeist (030) 2 270 500 offertebureau@mxi.nl www.mxi.nl Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Zevende ronde ICT Benchmark Gemeenten 2011 3 1.2 Waarom

Nadere informatie

HOGE TEMPERATUUR OPSLAG VAN WARMTE IN DE ONDERGROND ONDERZOEK EN DEMONSTRATIE

HOGE TEMPERATUUR OPSLAG VAN WARMTE IN DE ONDERGROND ONDERZOEK EN DEMONSTRATIE HOGE TEMPERATUUR OPSLAG VAN WARMTE IN DE ONDERGROND ONDERZOEK EN DEMONSTRATIE JORIS KOORNNEEF DERDE NATIONAAL CONGRES BODEMENERGIE UTRECHT 29 JUNI 2018 GEOTHERMIE FAMILIE Ondiepe geothermische systemen

Nadere informatie

De rol van geothermie in de verduurzaming van het vastgoed. 8 mei 2019 Saskia Hagedoorn

De rol van geothermie in de verduurzaming van het vastgoed. 8 mei 2019 Saskia Hagedoorn De rol van geothermie in de verduurzaming van het vastgoed 8 mei 2019 Saskia Hagedoorn Profiel Hydreco Geomec Lange termijn betrokken operator Financiële deelname in projecten Geothermie is corebusiness

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

De potentie van diepe geothermie voor de transitie naar duurzame energie. Technologische kansen voor de Nederlandse industrie

De potentie van diepe geothermie voor de transitie naar duurzame energie. Technologische kansen voor de Nederlandse industrie De potentie van diepe geothermie voor de transitie naar duurzame energie Technologische kansen voor de Nederlandse industrie Diepe geothermie heeft vele voordelen Characteristics Geothermal Geothermal

Nadere informatie

Notitie Amsterdam, 20 november Samenvatting. 1 Langetermijnenergieprijs

Notitie Amsterdam, 20 november Samenvatting. 1 Langetermijnenergieprijs Notitie Amsterdam, 20 november 2017 ECN-N--17-026 Kenmerk Afdeling Van Voor Beleidsstudies Sander Lensink, Adriaan van der Welle Ministerie van Economische Zaken Onderwerp Basisprijzen en basisprijspremies

Nadere informatie

Meer (dan) warmte onder Delft

Meer (dan) warmte onder Delft MV KIVI Caspar lezing 2012: Meer (dan) warmte onder Delft Chris den Boer Stichting Delft Aardwarmte Project 25 April, 2012 DAP 3-O s bijvangst Injectiviteit Introductie stichting DAP Opgericht door Mijnbouw

Nadere informatie

CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES

CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES 1 2 3 4 5 6 7 8 9 CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES Grootschalige waterstofproductie via elektrolyse Notitie Hans Elzenga Sander Lensink 26 juli 2019 10 Colofon 11 12 13 Conceptadvies SDE++

Nadere informatie

Jan Hendrik Hoekstra (Rijksdienst voor ondernemend Nederland)

Jan Hendrik Hoekstra (Rijksdienst voor ondernemend Nederland) Notitie Petten, 14 oktober 2014 Afdeling Policy Studies Van Aan Sander Lensink, Christine van Zuijlen Cynthia Peerenboom (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Jan Hendrik Hoekstra (Rijksdienst voor

Nadere informatie

CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES

CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES 1 2 3 4 5 6 CONCEPTADVIES SDE++ CO 2 - REDUCERENDE OPTIES 7 Industriële restwarmte 8 9 10 11 12 Notitie Mike Muller Sander Lensink 26 juli 2019 13 Colofon 14 Conceptadvies SDE++ CO 2-reducerende opties:

Nadere informatie

Duurzame elektriciteit,

Duurzame elektriciteit, Indicator 15 december 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken De productie van duurzame elektriciteit

Nadere informatie

Quantitatieve risico analyse. Nedmag VE 5/6

Quantitatieve risico analyse. Nedmag VE 5/6 Quantitatieve risico analyse Nedmag VE 5/6 Veendam VDM-05 & VDM-06 Auteurs: Goedgekeurd: Versie: 2.0 Datum: 22-03-2018 1 Referentie documenten 1. Handleiding Risicoberekeningen Bevi versie 3.3, 1 juli

Nadere informatie

Tijdelijke duurzame energie

Tijdelijke duurzame energie Tijdelijke duurzame energie Tijdelijk Uitgewerkte businesscases voor windenergie, zonne-energie en biomassa Anders Bestemmen Tijdelijke duurzame energie Inleiding In het Corporate Innovatieprogramma van

Nadere informatie

Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor 2017)

Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor 2017) Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor 2017) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

SLIM VAN HET GAS AF MET LAGE TEMPERATUUR WARMTE IN DE BESTAANDE BOUW

SLIM VAN HET GAS AF MET LAGE TEMPERATUUR WARMTE IN DE BESTAANDE BOUW SLIM VAN HET GAS AF MET LAGE TEMPERATUUR WARMTE IN DE BESTAANDE BOUW Arnhem, 3 december - Nederland zal de komende jaren een warmtetransitie ondergaan omdat Nederland van gas los moet. Dat betekent voor

Nadere informatie