Advies lokale besturen over de oproepen voor de subsidies: - ruimere openingsuren groepsopvang

Transcriptie

1 Advies lokale besturen over de oproepen voor de subsidies: - ruimere openingsuren groepsopvang - dringende opvangplaatsen groepsopvang - plussubsidie Aan de lokale besturen 30 oktober IN HET KORT Dit jaar nog zal Kind en Gezin deze subsidieoproepen voor kinderopvang lanceren: 1. subsidie ruimere openingsuren groepsopvang - eind november 2018 (1): 1, 188 miljoen euro voor de realisatie van 792 modules voor ruimere openingsuren; 2. subsidie voor dringende opvangplaatsen - eind december 2018 (1): 1,136 miljoen euro voor de realisatie van 100 dringende opvangplaatsen. Door deze nieuwe subsidies kan de kinderopvang bijdragen aan het evenwicht tussen gezin en arbeid waar vele ouders naar op zoek zijn: gezinnen die onregelmatige uren werken, zelfstandigen met wisselende werkschema s, alleenstaande ouders met een plotse kans tot opleiding of werk, De flexibele opvangregeling verandert enkel voor de groepsopvang. Voor de gezinsopvang en samenwerkende onthaalouders wijzigt er op dat vlak niets. 3. plussubsidie - eind december 2018: euro voor de omschakeling van bestaande plaatsen met subsidie voor inkomenstarief naar plaatsen met plussubsidie Deze subsidie laat toe om een aantal extra opdrachten op te nemen die de opvang toegankelijker maken voor kwetsbare gezinnen. Deze drie oproepen zijn een volgende stap binnen een ruimer investeringsplan van de Vlaamse Regering in kinderopvang voor 2018 en Met een totaalbudget van 20,4 miljoen bijkomende subsidies wordt verder werk gemaakt van voldoende, betaalbare opvangplaatsen voor ouders. Meer info over de subsidies Inspraak voor lokale besturen Het lokaal bestuur heeft als lokale regisseur een belangrijke inbreng bij de ontwikkeling van het lokale kinderopvangaanbod. Kind en Gezin maakt deze inbreng bij de concrete verdeling van het aantal subsidieerbare plaatsen kinderopvang in de gemeente mogelijk maken via het advies. (1) onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van het besluit door de Vlaamse Regering 1

2 2. RUIMERE OPENINGSMOMENTEN Hoe wordt het budget verdeeld? Er is een voorafname voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 10%. Per provincie wordt de nood aan opvang op ruimere openingsmomenten bepaald op basis van volgende parameters: Aantal kinderen < 3 jaar in een gezin met 2 werkende ouders; Aantal kinderen < 3 jaar in een éénoudergezin waarvan de ouder werkt (ongeacht de sector); Het gewicht van elke provincie wordt berekend in de totale nood om toe te laten het resterend budget (na voorafname voor Brussels Hoofdstedelijk Gewest) volgens dit gewicht te verdelen over de 5 provincies. Dit resultaat wordt vertaald in een aantal modules dat per provincie kan worden aangevraagd. Ruimere Budget Modules openingsmomenten Voorafname Brussel Restbudget Totaal Gewicht Budgettaire Aantal modules Provincie per provincie verdeling Antwerpen 27,21% Limburg 12,32% Oost-Vlaanderen 23,81% Vlaams-Brabant 18,18% West-Vlaanderen 18,49% Totaal

3 Advies van het lokaal bestuur - subsidie voor ruimere openingsmomenten Het lokaal bestuur kan over een aanvraagdossier een negatief advies formuleren als: deze aanvraag niet tegemoet komt aan de specifieke lokale behoeften aan kinderopvang van baby s en peuters; de organisator niet wil meewerken aan het Lokaal Loket Kinderopvang. Kind en Gezin beoordeelt de motivering van het negatief advies om te beslissen of de aanvraag uitgesloten wordt of niet. Als de aanvraag uitgesloten wordt, komt ze verder niet meer in aanmerking voor subsidiëring. Als het lokaal bestuur geen negatief advies uitbrengt, beslist Kind en Gezin over de aanvragen op basis van de criteria opgenomen in het beslissingskader. We vragen van het lokaal bestuur geen score per aanvraagdossier omdat: er geen verdeling van het budget is per gemeente aanvragen uit verschillende gemeenten van dezelfde provincie tegenover elkaar worden afgewogen. Timing Oproep: eind november 2018 Het lokaal bestuur bezorgt zijn advies uiterlijk 18 februari 2019 aan Kind en Gezin met de formulieren op Ga naar Kinderopvang > Sector baby's en peuters > Snelinfo's, oproepen en verslagen > Oproepen en beslissingen > Oproepen. Het formulier is beschikbaar vanaf half november. Subsidieaanvraag door organisatoren: tot en met 28 januari DRINGENDE OPVANGPLAATSEN Hoe wordt het budget verdeeld? 1. Er is een voorafname voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 10%. 2. Per gemeente werd de nood aan dringende kinderopvang bepaald op basis van volgende parameters: Aantal kinderen < 3 jaar in een éénoudergezin waarvan de ouder: werkzoekende is (krijgt een gewicht van x3); werkt; niet beroepsactief is. Aantal kinderen < 3 jaar bij gehuwden of samenwonenden waarvan minstens 1 ouder werkzoekende is. Aantal kinderen < 3 jaar in kansarmoede - Het gewicht van elke gemeente (exclusief de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) wordt berekend in de totale nood. 3

4 - Om versnippering tegen te gaan, wordt het budget verdeeld tussen de eerste 30 gemeenten in de lijst. - Voor deze 30 gemeenten wordt het resultaat vertaald in het aantal dringende opvangplaatsen dat per gemeente maximaal kan worden aangevraagd. - Dit resultaat wordt aangepast zodat met het beschikbare budget in elk van deze 30 gemeenten minimaal twee dringende opvangplaatsen kunnen worden aangevraagd. Dringende opvangplaatsen Budget Aantal plaatsen Voorafname Brussel Restbudget Totaal Gemeente Gewicht per Budgettaire Aantal plaatsen gemeente verdeling Antwerpen 36,79% Gent 11,71% Sint-Niklaas 3,33% Mechelen 3,25% Leuven 3,14% Oostende 3,11% Genk 2,81% Brugge 2,61% Aalst 2,59% Kortrijk 2,36% Vilvoorde 2,22% Hasselt 2,08% Turnhout 1,96% Maasmechelen 1,78% Roeselare 1,68% Beringen 1,48% Menen 1,37% Lokeren 1,37% Asse 1,34% Zaventem 1,34% Ronse 1,23% Grimbergen 1,23% Willebroek 1,21% Boom 1,19% Dilbeek 1,17% Sint-Truiden 1,15% Ninove 1,14% Beveren 1,14% Sint-Pieters-Leeuw 1,13% Dendermonde 1,08% ,00%

5 Advies van het lokaal bestuur - subsidie voor dringende opvangplaatsen - Het lokaal bestuur van een geselecteerde gemeente kan over een aanvraagdossier een negatief advies formuleren als deze aanvraag niet tegemoet komt aan de specifieke lokale behoeften aan kinderopvang van baby s en peuters; de organisator niet wil meewerken aan het Lokaal Loket Kinderopvang. Kind en Gezin beoordeelt de motivering van het negatief advies om te beslissen of de aanvraag uitgesloten wordt of niet. Als de aanvraag uitgesloten wordt, komt ze verder niet meer in aanmerking voor subsidiëring. - Als het lokaal bestuur geen negatief advies uitbrengt, dan beslist Kind en Gezin over de aanvragen, op basis van de overige criteria opgenomen in het beslissingskader (zie bijlage 1). - Voor de oproep voor dringende opvangplaatsen vraagt Kind en Gezin om op voorhand criteria vast te leggen en bekend te maken. Timing Oproep: half december 2018 Bekendmaking criteria door het lokaal bestuur: uiterlijk op 31 december 2018 Subsidieaanvraag door organisatoren: tot en met 25 februari 2019 Het lokaal bestuur bezorgt zijn advies uiterlijk 15 maart 2019 aan Kind en Gezin met de formulieren op Ga naar Kinderopvang > Sector baby's en peuters > Snelinfo's, oproepen en verslagen > Oproepen en beslissingen > Oproepen. Het formulier is beschikbaar vanaf half november. 4. UITBREIDING PLUSSUBSIDIE Waarover gaat deze oproep? Er is euro voorzien om voor 423 subsidieerbare plaatsen plussubsidie (trap 3) te verdelen: 681 euro per plaats. Hierbij is het enkel mogelijk om over te schakelen van subsidieerbare plaatsen met subsidie voor inkomenstarief (trap 2) naar subsidieerbare plaatsen met plussubsidie (trap 3) in de geselecteerde gemeentes. Hoe wordt het budget verdeeld? Er is een voorafname van 5 % voor Gent, 10 % voor Brussel en 20 % voor Antwerpen. Alle andere gemeentes worden gerangschikt volgens het meest recente kansarmoedecijfer (2017). We streven ernaar om een opvangaanbod met plussubsidie te voorzien voor 1/3de van het aantal kinderen geboren in kansarmoede. 5

6 Door de berekening van het verschil tussen het aantal plaatsen hierboven en het huidig aantal subsidieerbare plaatsen met plussubsidie, bekomen we het maximum aantal plaatsen dat per gemeente kan toegekend worden. Gemeentes waarbij het aantal plaatsen lager ligt dan 4 komen niet in aanmerking. Beschikbaar budget Gent voorafname 5 % Antwerpen voorafname 20 % Brussel Voorafname 10 % Vlaanderen Budget euro Aantal plaatsen Budget euro Aantal plaatsen Budget euro Aantal plaatsen Budget euro Aantal plaatsen euro 14403, , ,

7 Geselecteerde gemeentes en het maximaal aantal toe te kennen plaatsen plussubsidie Gemeente Kansarmoede cijfer 2017 (gemiddeld aantal Gemiddeld aantal kinderen geboren 2015 Aandeel plaatsen plussubsidie tov Huidig aantal plaatsen plussubsidie Hoeveel bijkomende plaatsen nodig 2017) in kansarmoede vergunde plaatsen 1 Boom 38,62 89,33 0,06 12,00 18,00 2 Blankenberge 34,53 48,00 0,00 0,00 16,00 3 Oostende 33,99 206,00 0,04 31,00 38,00 4 Genk 29,54 188,67 0,04 34,74 28,00 5 Maasmechelen 28,56 117,00 0,05 20,27 19,00 6 Turnhout 27,29 142,00 0,07 26,00 21,00 7 Nieuwpoort 26,11 17,67 0,05 0,00 6,00 8 Knokke-Heist 22,09 38,00 0,00 0,00 13,00 9 Sint-Niklaas 22,02 206,67 0,00 30,00 39,00 10 De Panne 21,32 18,33 0,06 0,00 6,00 11 Ronse 21,12 67,67 0,00 16,36 6,00 12 Menen 20,89 77,00 0,03 20,71 5,00 13 Koksijde 20,69 20,00 0,09 0,00 7,00 14 Willebroek 20,33 62,00 0,00 0,00 21,00 15 Zele 18,85 40,33 0,04 0,00 13,00 16 Middelkerke 18,38 22,67 0,11 0,00 8,00 17 Leopoldsburg 17,58 29,00 0,05 0,00 10,00 18 Wemmel 17,53 32,67 0,00 0,00 11,00 19 Torhout 17,52 35,33 0,00 0,00 12,00 20 Wetteren 17,49 44,67 0,08 0,00 15,00 21 De Haan 17,24 13,33 0,00 0,00 4,00 22 Arendonk 17,08 25,00 0,07 0,00 8,00 23 Zelzate 16,88 21,67 0,14 0,00 7,00 24 Eeklo 16,84 32,67 0,00 0,00 11,00 25 Wervik 16,21 31,67 0,00 5,29 5,00 26 Duffel 16,16 24,67 0,11 0,00 8,00 27 Lier 15,77 53,67 0,00 0,00 18,00 28 Mortsel 15,55 44,67 0,00 0,00 15,00 29 Houthalen- Helchteren 15,03 48,33 0,00 8,20 8,00 30 Bilzen 14,98 49,00 0,00 7,20 9,00 7

8 De tabel hierboven bevat het aantal plaatsen dat maximaal per gemeente kan worden toegekend. Het toekennen van het aantal plaatsen is afhankelijk van het aantal aanvragen uit de gemeente zelf en van het aantal toegekende aanvragen uit de hoger gerangschikte gemeenten. Het maximum van 423 beschikbare plaatsen voor alle gemeenten samen kan niet overschreden worden. Advies van het lokaal bestuur - plussubsidie - Het lokaal bestuur van een geselecteerde gemeente kan over een aanvraagdossier een negatief advies formuleren als deze aanvraag niet tegemoet komt aan de specifieke lokale behoeften aan kinderopvang van baby s en peuters; de organisator niet wil meewerken aan het Lokaal Loket Kinderopvang. Kind en Gezin beoordeelt de motivering van het negatief advies om te beslissen of de aanvraag uitgesloten wordt of niet. - Als het lokaal bestuur geen negatief advies uitbrengt, dan beslist Kind en Gezin over de aanvragen, op basis van de overige criteria opgenomen in het beslissingskader (zie bijlage 2) - Voor de oproep voor de plussubsidie vraagt Kind en Gezin om op voorhand criteria vast te leggen en bekend te maken. Timing Oproep: half december 2018 Bekendmaking criteria door het lokaal bestuur: uiterlijk op 31 december 2018 Subsidieaanvraag door organisatoren: tot en met 25 februari 2019 Het lokaal bestuur bezorgt zijn advies uiterlijk 15 maart 2019 aan Kind en Gezin met de formulieren op Ga naar Kinderopvang > Sector baby's en peuters > Snelinfo's, oproepen en verslagen > Oproepen en beslissingen > Oproepen. Het formulier is beschikbaar vanaf half november. 8

9 5. CRITERIA VAN HET LOKAAL BESTUUR Voor de oproep voor dringende opvangplaatsen en plussubsidie vraagt Kind en Gezin om op voorhand criteria vast te leggen en bekend te maken. Kind en Gezin is zich ervan bewust dat het vastleggen van criteria in een periode van installatie van nieuwe raden met de nodige omzichtigheid moet gebeuren. Omdat de Vlaamse Regering deze oproepen nog wil kunnen afwerken voor het einde van de legislatuur, kan de timing helaas niet verschoven worden. Hierdoor kan er niet gewacht tot de nieuwe beleidsplannen of strategische meerjaarplannen van de (nieuwe) gemeentelijke coalities op punt staan. Het lokaal bestuur kan zich baseren op het beleidsplan en/of verwijzen naar eerdere beleidskeuzes. Deze criteria zijn immers enkel van toepassing voor deze oproepen en zijn geen noodzakelijke voorafspiegeling van eventuele latere oproepen. De criteria moeten relevant, objectief, transparant en aanvullend zijn t.a.v. de criteria van Kind en Gezin uit het beslissingskader. Meer info over de manier waarop Kind en Gezin aanvragen beoordeelt, vind je in de bijlage onderaan deze nota. De criteria mogen niet discriminerend zijn (bv. t.a.v. bepaalde organisatoren of gebruikers). Voorbeelden van criteria die niet aanvaard worden Een criterium zoals de ervaring van de organisator is niet relevant, omdat er geen aantoonbare link is tussen de ervaring van een organisator en de kwaliteit van de opvang. Een criterium zoals de organisator is al actief in de Kinderopvang in de gemeente is discriminerend t.o.v. potentieel nieuwe organisatoren. Een criterium zoals de organisator geeft voorrang aan kinderen van inwoners van de gemeente is in strijd met de doelgroep en voorrangsregeling binnen de subsidie inkomenstarief. Voorbeelden van criteria die relevant kunnen zijn in het kader van het specifieke karakter van deze oproepen: - ligging van de opvanglocatie - samenwerking met het Lokaal Loket Kinderopvang - actieve deelname aan LOK of andere lokale overlegstructuren Idealiter wordt voor de criteria en hun gewicht het advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang gevraagd. Het is noodzakelijk dat het lokaal bestuur de criteria op voorhand openbaar bekend maakt, zodat organisatoren weten waarop de score van het lokaal bestuur gebaseerd zal zijn. Kind en Gezin zal rekening houden met het advies als het lokaal bestuur de criteria die zij gebruiken, een omschrijving en de manier waarop de criteria zullen worden gescoord, bekend heeft gemaakt uiterlijk op 31 december

10 De scores Het lokaal bestuur toetst de aanvragen voor plaatsen in zijn gemeente aan de vooropgestelde criteria en berekent voor elke aanvraag een totaalscore. Deze totaalscore wordt omgerekend naar een maximum van 8 punten. Criteria die niet aan de vereisten voldoen, zullen door Kind en Gezin niet meegenomen worden. De score van het advies van het lokaal bestuur wordt dan verder meegenomen zonder de score van het verworpen criterium. Het maximum te behalen aantal punten wordt dan verminderd. Een score van 0 is niet gelijk aan een negatief advies. Aanvragen met een 0-score worden dus niet bij voorbaat uitgesloten. Het lokaal bestuur koppelt deze score ook terug aan de organisator kinderopvang, op het moment dat het bestuur het advies aan Kind en Gezin bezorgt. Indien een lokaal bestuur geen negatief advies formuleert en geen punten toekent, dan wordt enkel rekening gehouden met de overige score-elementen uit het beslissingskader. Elke organisator moet het lokaal bestuur informeren over zijn aanvraag. Als een lokaal bestuur over een individuele aanvraag geen advies verleent omdat de organisator zijn aanvraag niet kenbaar maakte bij het lokaal bestuur, dan wordt dit als een 0-score beschouwd. Het advies Het lokaal bestuur formuleert in zijn advies: - op basis van welk(e) criterium/criteria het de aanvragen binnen de gemeente beoordeelt; bijvoorbeeld de ligging binnen de gemeente, de mate van betrokkenheid van de organisator bij het lokaal beleid kinderopvang, ; - waarom het die criteria gebruikt; - op welke manier het de aanvragen binnen de gemeente beoordeelt op basis van die criteria; - het gewicht en de maximumscore dat het aan elk criterium geeft; - de specifieke score die het per criterium aan de individuele aanvragen geeft, met een motivering van de toegekende scores waaruit duidelijk blijkt waarom de ene aanvraag hoger scoort dan de andere; - de maximum score die een aanvraag kan krijgen. Meer info over het opmaken van dit advies vind je hier: gsronde-kinderopvang.aspx. Kind en Gezin gaat er van uit dat dit advies inhoudelijk en procesmatig voldoet aan het zorgvuldigheidsbeginsel van behoorlijk bestuur. Het lokaal bestuur bezorgt zijn advies uiterlijk 15 maart 2019 aan Kind en Gezin via de formulieren op Ga naar Kinderopvang > Sector baby's en peuters > Snelinfo's, oproepen en verslagen > Oproepen en beslissingen > Oproepen. Deze formulieren zijn beschikbaar vanaf half november. 10

11 VRAGEN? Antwerpen Lokaal team Turnhout (Turnhout, Hoogstraten, Merksplas, Rijkevorsel, Beerse, Vosselaar, Oud Turnhout, Baarle-Hertog, Ravels) en lokaal team Mol (Arendonk, Retie, Dessel, Mol, Balen): Jeroen Berens ) Caroline Moonen Lokaal team Zuiderkempen (Geel, Meerhout, Laakdal, Westerlo, Herselt, Hulshout) & lokaal team Middenkempen (Herentals, Olen, Herenthout, Grobbendonk, Vorselaar, Lille, Kasterlee): Katrien Parys ) Lokaal team Voorkempen (Brecht, Malle, Schilde, Schoten, Wijnegem, Zandhoeven en Zoersel): Greet Verbergt ) Alle andere gemeenten in Antwerpen Telefoonnummer: Limburg Lokaal team Noord Limburg (Lommel, Neerpelt, Overpelt, Peer, Hechtel-Eksel, Bocholt, Hamont-Achel) Anniek Claessens Katrijn Kelchtermans gsm: ) Lokaal team West Limburg (Ham, Tessenderlo, Beringen, Leopoldsburg) Nicole Broucke gsm: ) lokaal team Midden-Limburg (Genk, As, Zutendaal, Bree, Meeuwen-Gruitrode, Opglabbeek) Nicole Broucke gsm: ) Alle andere gemeenten in Limburg Ilse Coemans gsm: ) 11

12 Oost-Vlaanderen Provinciaal consulent kinderopvang: Els Wijnendaele Telefoonnummer: Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Provinciaal consulent kinderopvang: Ann Vercauteren Telefoonnummer:

13 BIJLAGE 1: DRINGENDE OPVANGPLAATSEN HOE BEOORDEELT KIND EN GEZIN DE AANVRAGEN? Kind en Gezin beoordeelt de ingediende subsidieaanvragen van organisatoren kinderopvang op dezelfde wijze: 1. Ontvankelijkheid Eerst wordt nagegaan of een aanvraag van een organisator ontvankelijk is. De aanvraag moet aan enkele voorwaarden voldoen: Is de aanvraag tijdig ingediend? Is de aanvraag volledig ingevuld? Wordt er een aanvraag gedaan voor kinderopvangplaatsen in een gemeente die in aanmerking komt voor uitbreiding van gesubsidieerde plaatsen? Enkel aanvragen die ontvankelijk zijn kunnen verder naar de tweede fase in het beslissingsproces. Voor onontvankelijke aanvragen stopt de procedure hier. 2. Uitsluitingsfase De verschillende aanvragen worden gescreend op een aantal uitsluitingscriteria die in de regelgeving zijn bepaald. Als de aanvraag aan één van die uitsluitingscriteria beantwoordt, dan komt de aanvraag niet verder in aanmerking voor subsidies en wordt ze uitgesloten. De uitsluitingscriteria: Dossiermatige tegenindicaties zoals bijvoorbeeld zware financiële problemen of een lopend handhavingstraject die een tegenindicatie vormen voor het geven van een subsidiebelofte; Geen duidelijk, realistisch perspectief op concrete realisatie van een aanbod van dringende opvangplaatsen en er is geen concreet en realistisch tijdspad; Een negatief advies van het lokaal bestuur. 3. Sortering per gemeente 4. Beoordeling van elke aanvraag op basis van scorecriteria De behoefte aan dringende opvangplaatsen Het invullen van het aanbod aan dringende kinderopvang De zorggarantie Het advies van het lokaal bestuur Het ingebed zijn in een organisatie of aantoonbaar gestructureerd netwerk van welzijnsvoorzieningen en/of een eigen pedagogische omkadering hebben en/of het samenwerken met een pedagogische ondersteuningsorganisatie (voor de subsidie voor inkomenstarief) 13

14 5. Het maken van een rangorde en verdeling van de middelen De subsidieaanvragen worden vervolgens geordend van hoge naar lage score. De middelen worden verdeeld over de aanvragen volgens hun volgorde in de rangschikking. 6. Budgettaire toets Slechts in uitzonderlijke gevallen heeft het advies van het lokaal bestuur geen invloed. Bijvoorbeeld wanneer een dossier op basis van de uitsluitingscriteria in het beslissingskader (bv. dossiermatige tegenindicaties, geen duidelijk perspectief op concrete realisatie, enzovoort) verder geweerd wordt door Kind en Gezin of wanneer de voorrangscriteria (bv. realisatiedatum) al doorslaggevend zijn. Pas wanneer Kind en Gezin de uitsluitingscriteria en voorrangscriteria heeft toegepast op de aanvragen komen de scorecriteria aan bod, waaronder ook het advies van het lokaal bestuur. 14

15 BIJLAGE 2: PLUSSUBSIDIE HOE BEOORDEELT KIND EN GEZIN DE AANVRAGEN? Kind en Gezin beoordeelt de ingediende subsidieaanvragen van organisatoren kinderopvang op dezelfde manier. 1. Ontvankelijkheid Eerst wordt nagegaan of een aanvraag van een organisator ontvankelijk is. De aanvraag moet aan enkele voorwaarden voldoen. Is de aanvraag tijdig ingediend? Is de aanvraag volledig ingevuld? Wordt er een aanvraag gedaan voor kinderopvangplaatsen in een gemeente die in aanmerking komt voor uitbreiding van gesubsidieerde plaatsen? Enkel aanvragen die ontvankelijk zijn kunnen verder naar de tweede fase in het beslissingsproces. Voor onontvankelijke aanvragen stopt de procedure hier. 2. Uitsluitingsfase De verschillende aanvragen worden gescreend op een aantal uitsluitingscriteria die in de regelgeving zijn bepaald. Als de aanvraag aan één van die uitsluitingscriteria beantwoordt, dan komt de aanvraag niet verder in aanmerking voor subsidies en wordt ze uitgesloten. De uitsluitingscriteria: Dossiermatige tegenindicaties zoals bijvoorbeeld zware financiële problemen of een lopend handhavingstraject die een tegenindicatie vormen voor het geven van een subsidiebelofte; Geen duidelijk, realistisch perspectief op concrete realisatie van een aanbod van dringende opvangplaatsen en er is geen concreet en realistisch tijdspad; Geen 20 % kinderen uit voorrangsgezinnen (voor organisatoren met enkel subsidie voor inkomenstarief) respectievelijk 30 % kinderen uit kwetsbare gezinnen (voor organisatoren die nu reeds plussubsidie hebben) op basis van de door de organisator gerapporteerde gegevens; Een negatief advies van het lokaal bestuur. 3. Sortering per gemeente 4. Beoordeling van elke aanvraag op basis van scorecriteria Advies lokaal bestuur; Mate waarin kwetsbare kinderen bereikt worden; Proactief opnamebeleid 1 ; Mate waarin de werking is afgestemd op kwetsbare gezinnen. 1 de mate waarin de organisator structureel plaatsen vrijhoudt voor dringende opvangvragen van kwetsbare gezinnen en en hiervoor samenwerkt met andere organisatoren en toeleiders 15

16 5. Het maken van een rangorde en verdeling van de middelen De subsidieaanvragen worden vervolgens geordend van hoge naar lage score. De middelen worden verdeeld over de aanvragen volgens hun volgorde in de rangschikking. 6. Budgettaire toets Slechts in uitzonderlijke gevallen heeft het advies van het lokaal bestuur geen invloed. Bijvoorbeeld wanneer een dossier op basis van de uitsluitingscriteria in het geldende beslissingskader (bv. dossiermatige tegenindicaties, geen duidelijk perspectief op concrete realisatie, enzovoort) verder geweerd wordt door Kind en Gezin of wanneer de voorrangscriteria (bv. realisatiedatum) al doorslaggevend zijn. Pas wanneer Kind en Gezin de uitsluitingscriteria en voorrangscriteria heeft toegepast op de aanvragen komen de scorecriteria aan bod, waaronder ook het advies van het lokaal bestuur. 16