B centraal schriftelijk tekstverklaring telt net zo zwaar als het schoolexamen. CSE ten minste 5.5 gemiddeld + op eindlijst max. één 5 op Ne/En/wis

Transcriptie

1 Beste bovenbouwers havo, Deze jaarplanner geeft je een kort overzicht van belangrijke zaken, zoals deadlines, waar je je aan moet houden. Verder vind je er informatie over de schoolexamens schrijven en literatuur. Dit overzicht is beknopt; kijk goed naar de regeling PTA en naar de Handleiding leesdossier. Examenoverzicht (zie ook PTA): A schoolexamen discussie telt 1x 1 e SE-periode schrijfopdracht telt 1 x 2 e SE-periode literatuur mondeling telt 1x 3 e SE-periode B centraal schriftelijk tekstverklaring telt net zo zwaar als het schoolexamen kernvakken: CSE ten minste 5.5 gemiddeld + op eindlijst max. één 5 op Ne/En/wis Belangrijke data/deadlines: Leesdossier: september controleer of je de oorspronkelijke en gecorrigeerde/afgevinkte leesverslagen uit h4 nog hebt! Zie Handleiding leesdossier. Schrijfdossier: Rond 1/10* 1 e schrijfopdracht (betoog, niet verplicht) basis: oefenpleidooi Rond 1/11* 2 e schrijfopdracht (beschouwing, niet verplicht) basis: pleidooi 3 dec. inleveren infopakket t.b.v. schrijfopdracht SE-2 (wèl verplicht; groepswerk: zelfgekozen onderwerp * precieze datum afhankelijk docent 1 feb. kladlijst literatuur laten controleren/paraferen 11 feb. leesdossier inleveren (zie Handleiding leesdossier) 1

2 A Discussie (SE-1, 15 min.) We oefenen nog eenmaal de discussie. Ook bij de oefening is het belangrijk je goed voor te bereiden. Deze voorbereiding levert bovendien informatie die je weer kunt gebruiken bij een oefenschrijfopdracht. In principe stelt de klas zelf de groepen samen. Soms zijn er goede redenen om daarvan af te wijken. In zo n geval stelt je docent de groepen samen. Na de oefenronde kan de groepsindeling nog worden gewijzigd. De beoordeling op het SE gaat als volgt: in eerste instantie wordt het niveau van de hele discussie vastgesteld. De individuele cijfers zijn daar vervolgens aan gerelateerd. Twee docenten zorgen voor de beoordeling. Zij maken ook gebruik van de observaties door klasgenoten. De discussie kan niet worden herkanst. B Schrijfexamen (SE-2, 150 min.) Voor je schrijfexamen Nederlands moet je een zakelijke tekst schrijven van ongeveer 600 woorden. Dit moet een gedocumenteerde tekst zijn, wat inhoudt dat je je van tevoren behoorlijk hebt verdiept in een onderwerp dat bij voorkeur je interesse heeft. Je werkt samen in groepjes van 4 of 5 mensen (bv. je discussiegroep). Als groep kiezen jullie een onderwerp. Dat kan het onderwerp zijn van je oefendiscussie, maar ook een nieuw onderwerp. Over dit onderwerp zoek je informatie, opdat je op het schrijfexamen voldoende voorbereid bent. Op het schrijfexamen krijg je de definitieve opdracht: wat voor soort tekst je moet schrijven (meestal een betoog of een beschouwing), voor welk publiek de tekst bestemd is, welke deelonderwerpen je moet verwerken etc. Op het schrijfexamen mag je je informatiepakket niet meer raadplegen. Je documentatie moet ten minste bestaan uit 5 teksten, waaronder: a. een uiteenzetting b. een beschouwing c. een betoog Deze tekstenverzameling telt 8 à 10 A4 tjes, getypt/geprint. Van elke tekst geef je duidelijk de bron aan en de tekstsoort. De bundel wordt voorafgegaan door een overzichtelijke inhoudsopgave.* Zie verderop: Eisen documentatiemap Eén exemplaar van deze documentatie (ingemapt in een snelhechter) lever je als groep (uiterlijk 1 dec.) in bij je docent, die het geheel goed moet keuren. Aan de hand van deze documentatiemap wordt je schrijfopdracht geformuleerd. De kwaliteit van je documentatie kan worden meegewogen bij de bepaling van je cijfer. Je krijgt je map niet weer terug; maak kopieën voor eigen gebruik 2

3 Eisen documentatiemap Voorblad Op het voorblad staan: - onderwerp - groepsleden en klas - datum en jaar Inhoudsopgave De inhoudsopgave bevat: - de titels van de artikelen met - bron, auteur, verschijningsdatum, tekstsoort, naam samenvatter en uiteraard zijn alle artikelen en eventuele samenvattingen bijgevoegd (in print). Internet Indien een artikel van internet komt, moet bij dat artikel tevens worden vermeld: - om wat voor site het gaat (individu, krant, actiegroep, wetenschappelijk, overheid.) - om wat voor auteur het gaat (leek, erkend deskundige, belanghebbende.) - of de informatie actueel/verouderd is - welke extra informatie dit artikel biedt Oefenschrijfopdrachten Je kunt nog tweemaal oefenen met gericht schrijven. Eenmaal met een betoog en eenmaal met een beschouwing. Uiteraard ken je de kenmerken van de belangrijkste tekstsoorten! De precieze opdracht krijg je van je docent! Deze oefenopdrachten zijn niet verplicht. C Literatuurexamen (SE-3, 20 min.) In klas 5 werk je verder aan je literatuurlijst van ten minste 10 literaire boeken. Je leeslijst en de leesverslagen vormen samen je literatuurdossier. Mede aan de hand van dit dossier word je mondeling getentamineerd. Zie verder: Handleiding leesdossier en maak een kopie van wat je inlevert t.b.v. de voorbereiding van je mondeling. 3

4 De regeling dat gezakte kandidaten in hun tweede examenjaar onder bepaalde voorwaarden hun oude literatuurcijfer konden meenemen, is vervallen. Zij volgen hetzelfde programma als de overige kandidaten. Reparatieregeling leesdossier Het leesdossier dient tijdig te worden ingeleverd, compleet te zijn en van voldoende niveau. Zie voor de (minimum)eisen de handleiding leesdossier In sommige gevallen is iemand 1 of meer van de bedoelde verslagen kwijt, of zijn verslagen niet meer compleet. Voor hem is er de volgende regeling: a. Vóór 1 december dien je zelf te hebben gecontroleerd of je de in de voorexamenklas(sen) beoordeelde (becijferde of afgevinkte) dossieronderdelen nog in je bezit hebt. b. Bij ontbreken van 1 of meer onderdelen informeer je je docent c. Ter compensatie van een ontbrekend onderdeel/ontbrekende onderdelen lees je een extra boek/extra boeken (titels ter goedkeuring van docent) d. Het complete leesdossier wordt uiterlijk op 1 maart ingeleverd. NB: het boek/de boeken waarvan het verplichte leesverslag ontbreekt, blijft/blijven op de literatuurlijst staan!. D Tekst (CSE, 180 min.) Het centraal examen Nederlands toetst je tekstbegrip: je krijgt 4 of 5 basisteksten voorgelegd, met enkele satellietteksten (in totaal 3 à 4000 woorden) met zo n 40 tekstvragen. Daar zitten in elk geval vragen bij over tekstdoel, tekstsoort, hoofdgedachte, argumentatie/logica en alineaverbanden. Ook kan je worden gevraagd enkele alinea s, of een satelliettekst samen te vatten in een zeer beperkt aantal woorden. Het is beslist nodig hierin routine op te doen. Zinsbouw, interpunctie en spelling worden ook beoordeeld op het CSE. 4

5 Literatuurlijst van Tijdvak no titel + auteur niveau klas trimester opdracht Alle 0 Reader literatuurgeschiedenis 5 1 en 2 via huiswerk Voor 1960 Boek + verfilming 1 zelf 2 5 zelf evt: opdracht in/met de klas Na Na Na zelf Themalijst: (formuleer je thema) Thema 6 4 e 3 Thema 7 5 e zelf Thema 8 5 e zelf essay, zie handleid.l leesdoss. 5