Belangrijkste wijzigingen Bondsreglement 2018 (t.o.v. 2017)

Transcriptie

1 Belangrijkste wijzigingen Bondsreglement 2018 (t.o.v. 2017) In dit overzicht zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen in het Bondsreglement uitgave 2018 ten opzichte van Voor een volledige overzicht, verwijzen wij naar het Bondsreglement uitgave 2018 welke te downloaden is op Klik hier. Aan dit overzicht kunnen geen rechten worden ontleend. Art. 2.5 (geschrapt) Pilot shoot-outs 1 e Klasse standaardteams is komen te vervallen. Art. 4.1 (gewijzigd, terminologie aangepast) De term combi-teams wordt voortaan alleen gebruikt binnen het zaalhockey; een team dat bestaat uit spelers van twee of meer verenigingen wordt aangeduid als samengesteld teams. Art b (gewijzigd) Bij de standaardteams 1e tot en met 4e klasse geldt dat spelers opgegeven bij de nummers 1 tot en met 9 daadwerkelijk in dat team moeten uitkomen. Zij mogen dus niet in een (voor hen) lager (spelend) team uitkomen. Spelers opgegeven bij de nummers 10 tot en met 18 mogen naast het standaardteam ook uitkomen voor het opleidingsteam (zie voor een verdere uitwerking lid c van dit artikel). Voor spelers op een positie vanaf nummer 19 en hoger (19, 20, enz.) geldt dat wanneer deze spelers uit willen komen voor een ander team dan het opleidingsteam, de alge mene regels speelgerechtigdheid zoals opgenomen in artikel 4.2 van toepassing zijn. Voor deze spelers én voor alle andere spelers waarvan de teambepaling (conform art ) is vastgesteld op heren 1/dames 1 geldt* dat uitkomen voor een (voor hen) lager (spelend) team niet meer is toegestaan. Ten aanzien van dit laatste punt kan de competitieleiding dispensatie geven. *Deze regel geldt niet voor een speler met jeugdleeftijd, zie hiervoor de bepaling in art e. Art c.2 (aangevuld) Bij het aanduiden van een opleidingsteam is de competitieleiding bevoegd om ten aanzien van het maximale verschil van één klasse op verzoek van een vereniging een uitzondering te maken. Art f (gewijzigd) In verband met de wet op de privacy is het niet langer toegestaan een overzicht van de door de KNHB goedgekeurde teamopgave (namen en posities) te publiceren op de website van de vereniging. In tegenstelling tot voorgaande jaren is deze verplichting daarom komen te vervallen. De goedgekeurde opgave van de eigen vereniging kan op ieder moment worden gedownload in de digitale omgeving via het ledenpakket. Art (gewijzigd/nieuw) Titel van het artikel aangepast/teambepaling niet meer van toepassing op jeugdteams: Teambepaling voor alle overige seniorenteams (niet standaardteams) én voor spelers die staan op een positie staan vanaf nummer 19 en hoger (in nummering) van de teamopgave (art ) en/of spelerslijst (art. 4.4) standaardteams. Lid e (nieuwe inhoud): Een speler die op de spelerslijst staat van een jeugdteam* en waarvan op enig moment (na tenminste 3 1/dames 1 dan voor het eigen jeugdteam, is voor het vervolg van de competitie alleen nog speelgerechtigd voor heren 1/dames 1, heren 2/dames 2 (tenzij de vereniging dispensatie heeft verkregen om een ander team te beschouwen als opleidingsteam conform procedure opleidingsteams ) en jongens A1/meisjes A1. Voor jeugdteams die uitkomen in de Landelijke A- en B en Super A- en B-competitie zijn aanvullende bepalingen van toepassing. *Dit geldt ook voor spelers met jeugdleeftijd die op de teamopgave standaardteams en/of spelerslijst Hoofd-, Promotie- en Overgangsklasse staan. In aanvulling hierop geldt dat voor alle andere teams het bepaalde onder lid g van artikel van toepassing is. Art (nieuw: Spelerslijst A tot en met D-junioren) a. De spelerslijst die door de vereniging voorafgaand aan de competitie-periode [dinsdag voor de start van de competitie] per team wordt ingediend bij de KNHB, geldt als uitgangspunt voor de speelgerechtigdheid van een speler. Voor deze speler geldt dus dat hij [a] altijd mag uitkomen voor het team waarbij hij op de spelerslijst staat én [b] altijd mag uitkomen in een hoger of op gelijk niveau spelend team (zie uitzondering onder punt h). Indien de speler wil uitkomen in een voor hem lager spelend team, dan is de speler gebonden aan de extra bepalingen zoals opgenomen in de algemene regels speelgerechtigdheid. b. De spelerslijst is van toepassing op alle 11-tallen: D tot en met de A-junioren. c. Per team geldt dat er minimaal 14 spelers moeten worden opgegeven, tenzij de competitieleiding toestemming heeft gegeven om minder spelers op de lijst te mogen zetten.

2 d. Een speler mag slechts op één spelerslijst vermeld staan. Indien een speler op meerdere lijsten staat, dan geldt het hoogst spelende team als uitgangspunt voor het bepalen van de speelgerechtigdheid. e. De spelerslijst dient een getrouwe opgave te zijn van de werkelijke teamsamenstelling. Indien een vereniging één of meer spelers opgeeft bij een ander team dan waarvan bekend is dat de speler gewoonlijk voor een ander team uit komt, pleegt een bedrieglijke handeling conform artikel 11 lid 1 sub f van de statuten van de KNHB. Dit kan vervolgens consequenties hebben voor de speelgerechtigdheid van betrokken speler en het team waarin de speler uitkomt. f. Bij een herindeling (tussen competitie-periodes) kan de vereniging na de herindeling en vóór de start van de nieuwe competitie-periode [dinsdag voor de start van de competitie] per team nieuwe spelerslijsten inleveren voor de categorie waarbinnen de herindeling plaats vindt. Verenigingen mogen hierbij, zonder dat hiervoor toestemming verkregen hoeft te worden bij de competitieleiding, ongelimiteerd schuiven met spelers tussen de teams binnen de categorie (bv. binnen de C-lijn). Indien een verenging een speler over de categorie heen wil verschuiven (bijvoorbeeld van C1 naar B3) dan dient de vereniging hiervoor wel toestemming te vragen bij de competitieleider. De nieuwe spelerslijst geldt vervolgens als uitgangspunt voor de speelgerechtigdheid van een speler binnen de nieuwe competitie-periode. g. De laatste wedstrijd(en) van een competitie zijn aangemerkt als beslissingswedstrijden. - Voor een competitie met 5 wedstrijden geldt dat een speler tijdens de eerste vier wedstrijden tenminste twee keer voor het team moet zijn uitkomen om speelgerechtigd te zijn in de vijfde wedstrijd van het team en eventuele play-offs en kampioenschappen. - Voor een competitie met 6 wedstrijden geldt dat een speler tijdens de eerste vier wedstrijden tenminste twee keer voor het team moet zijn uitkomen om speelgerechtigd te zijn voor het team in het vervolg van de competitie: dus vanaf wedstrijd vijf en zes en eventuele play-offs en kampioenschappen. - Voor een competitie met 10 wedstrijden geldt dat een speler tijdens de eerste acht wedstrijden tenminste vier keer voor het team moet zijn uitkomen om speelgerechtigd te zijn voor het team in het vervolg van de competitie: dus vanaf wedstrijd negen en tien en eventuele play-offs en kampioenschappen. - Voor een competitie met 14 wedstrijden geldt dat een speler tijdens de eerste tien wedstrijden tenminste vier keer voor het team moet zijn uitkomen om speelgerechtigd te zijn voor het team in het vervolg van de competitie: dus vanaf wedstrijd elf tot en met veertien en eventuele play-offs en kampioenschappen. Play-offs en NK's die aansluitend aan een competitie worden gespeeld, maken onderdeel uit van dezelfde competitie als van waaruit deze wedstrijden voortvloeien. Deze wedstrijden zijn ook aangemerkt als beslissingswedstrijden. Let op: Deze regel geldt niet indien het een jeugdspeler betreft die invalt in een hoger of op gelijk niveau spelend team (zie uitzondering onder punt h)! h. Een speler die op de spelerslijst staat van een jeugdteam* en waarvan op enig moment (na tenminste 3 1/dames 1 dan voor het eigen jeugdteam, is voor het vervolg van de competitie alleen nog speelgerechtigd voor heren 1/dames 1, heren 2/dames 2 (tenzij de vereniging dispensatie heeft aangevraagd om een ander team te beschouwen als opleidingsteam conform procedure opleidingsteams ) en jongens A1/meisjes A1. Voor jeugdteams die uitkomen in de Landelijke A- en B en Super A- en B-competitie zijn aanvullende bepalingen van toepassing. *Dit geldt ook voor spelers met jeugdleeftijd die op de teamopgave en/of spelerslijst Hoofd-, Promotie- en/of Overgangsklasse staan. In aanvulling hierop geldt dat voor alle andere teams het bepaalde onder lid g van dit artikel van toepassing is. i. Bij de competitieleiding kan dispensatie worden aangevraagd voor hetgeen in dit artikel wordt vermeld. Art lid D (nieuw) Spelers die uitkomen in de Landelijke A & B-, Super A & B- of IDC C-competitie zijn niet speelgerechtigd voor een ander team dat in dezelfde categorie uitkomt in de Topklasse en Sub-Topklasse. Art Specifiek m.b.t. seniorenteams die lenen uit juniorenteams (gewijzigd) Klassegrenzen zijn aangepast. Art Specifiek m.b.t. senioren reserveteams die lenen uit veteranenteams (gewijzigd) Tekstuele aanpassingen doorgevoerd. Art Landelijke A-/B- en Super A-/B-competitie: aanvullende bepalingen (gewijzigd) Voor de Landelijke A- en B en Super A- en B-competitie zijn de onderstaande bepalingen van toepassing in aanvulling op de regels speelgerechtigdheid zoals vermeld in de artikelen 4.2.1, en van dit reglement. - Een speler dient tijdens de eerste 10 wedstrijdrondes van Lande lijke A- en B en Super A- en B-competitie (voorcompetitie telt dus niet mee) tenminste 4 wedstrijden voor het team te zijn uitgekomen om speelgerechtigd te zijn voor het vervolg van de competitie, dus vanaf ronde 11 e.v. inclusief de play-offs/nk ongeacht wanneer een wedstrijdronde wordt gespeeld. - Met het team wordt bedoeld: het team waarin de speler na 10 wedstrijden uit wil/gaat komen. - Deze aanvullende bepaling geldt ook voor een speler die door gaans uitkomt in een hogere categorie (bijv. dames 1, maar nog wel de A-leeftijd heeft). - Deze aanvullende bepaling geldt niet voor spelers uit een lagere (leeftijds-)categorie (dus een speler van C1 mag altijd inval len bij B1) of een lager team binnen dezelfde (leeftijds-)categorie.

3 Art (gewijzigd/nieuw) Titel van het artikel aangepast/teambepaling niet meer van toepassing op jeugdteams: Teambepaling voor alle seniorenteams (m.u.v. standaardteams uitkomend in Hoofdklasse en Districtstopklasse) én voor spelers die staan op een positie staan vanaf nummer 13 en hoger (in nummering) van de spelerslijst (art. 4.5) standaardteams. Lid e (nieuwe inhoud): Een speler die op de spelerslijst staat van een jeugdteam* en waarvan op enig moment (na tenminste 3 1/dames 1 dan voor het eigen jeugdteam, is voor het vervolg van de competitie alleen nog speelgerechtigd voor heren 1/dames 1, heren 2/dames 2 en jongens A1/meisjes A1. *Dit geldt ook voor spelers met jeugdleeftijd die op de spelerslijst Hoofd- en Districtstopklasse staan. In aanvulling hierop geldt dat voor alle andere teams het bepaalde onder lid g van artikel van toepassing is. Lid f (nieuw) / oude lid f is omgenummerd naar g Voor spelers waarvan de teambepaling (conform art ) is vastgesteld op heren 1/dames 1 geldt dat uitkomen voor een (voor hen) lager (spelend) team niet meer is toegestaan. Deze regel geldt niet voor een speler met jeugdleeftijd, zie hiervoor de bepaling lid e. van dit artikel. Art (nieuw: Spelerslijst A tot en met D-junioren) a. De spelerslijst die door de vereniging voorafgaand aan de competitie-periode [dinsdag voor de start van de competitie] per team wordt ingediend bij de KNHB, geldt als uitgangspunt voor de speelgerechtigdheid van een speler. Voor deze speler geldt dus dat hij [a] altijd mag uitkomen voor het team waarbij hij op de spelerslijst staat én [b] altijd mag uitkomen in een hoger of op gelijk niveau spelend team (zie uitzondering onder punt h). Indien de speler wil uitkomen in een voor hem lager spelend team, dan is de speler gebonden aan de extra bepalingen zoals opgenomen in de algemene regels speelgerechtigdheid. b. De spelerslijst is van toepassing op alle juniorenteams in de categorie: D tot en met de A-junioren. c. Per team geldt dat er minimaal 9 spelers moeten worden opgegeven, tenzij de competitieleiding toestemming heeft gegeven om minder spelers op de lijst te mogen zetten. d. Een speler mag slechts op één spelerslijst vermeld staan. Indien een speler op meerdere lijsten staat, dan geldt het hoogst spelende team als uitgangspunt voor het bepalen van de speelgerechtigdheid. e. De spelerslijst dient een getrouwe opgave te zijn van de werkelijke teamsamenstelling. Indien een vereniging één of meer spelers opgeeft bij een ander team dan waarvan bekend is dat de speler gewoonlijk voor een ander team uit komt, pleegt een bedrieglijke handeling conform artikel 11 lid 1 sub f van de statuten van de KNHB. Dit kan vervolgens consequenties hebben voor de speelgerechtigdheid van betrokken speler en het team waarin de speler uitkomt. f. Bij een herindeling (tussen competitie-periodes) is er geen mogelijkheid om nieuwe spelerslijsten inleveren voor de categorie waarbinnen de herindeling plaats vindt. g. De laatste wedstrijd(en) van een competitie zijn aangemerkt als beslissingswedstrijden. - Voor een competitie met 5 of 6 wedstrijden geldt dat een speler tijdens de eerste vier wedstrijden tenminste twee keer voor het team moet zijn uitkomen om speelgerechtigd te zijn voor het team in het vervolg van de competitie: dus vanaf wedstrijd vijf en zes en eventuele play-offs en kampioenschappen. - Voor een competitie met 10 of 12 wedstrijden geldt dat een speler tijdens de eerste acht wedstrijden tenminste vier keer voor het team moet zijn uitkomen om speelgerechtigd te zijn voor het team in het vervolg van de competitie: dus vanaf wedstrijd negen, tien en indien van toepassing wedstrijd elf en twaalf en eventuele play-offs en kampioenschappen. Play-offs en NK's die aansluitend aan een competitie worden gespeeld, maken onderdeel uit van dezelfde competitie als van waaruit deze wedstrijden voortvloeien. Deze wedstrijden zijn ook aangemerkt als beslissingswedstrijden. Let op: Deze regel geldt niet indien het een jeugdspeler betreft die invalt in een hoger of op gelijk niveau spelend team (zie uitzondering onder punt h)! h. Een speler die op de spelerslijst staat van een jeugdteam* en waarvan op enig moment (na tenminste 3 1/dames 1 dan voor het eigen jeugdteam, is voor het vervolg van de competitie alleen nog speelgerechtigd voor heren 1/dames 1, heren 2/dames 2 en jongens A1/meisjes A1. *Dit geldt ook voor spelers met jeugdleeftijd die op de spelerslijst Hoofd- en Districtstopklasse staan. In aanvulling hierop geldt dat voor alle andere teams het bepaalde onder lid g van dit artikel van toepassing is. i. Bij de competitieleiding kan dispensatie worden aangevraagd voor hetgeen in dit artikel wordt vermeld. Art Specifiek m.b.t. seniorenteams die lenen uit juniorenteams (gewijzigd) Klassegrenzen zijn aangepast. Art Specifiek m.b.t. senioren reserveteams die lenen uit veteranenteams (gewijzigd) Tekstuele aanpassingen doorgevoerd.

4 Art (aangevuld) Extra toelichting: In de tabel klassegrenzen regels speelgerechtigdheid zaalhockey zie je dat de 1e Klasse D-jeugd gelijk staat aan de 2e Klasse C-jeugd. In dit geval gaan we bij een keeper uit van de klasse in de eigen leeftijdscategorie voor het bepalen van de speelgerechtigdheid. Dit houdt dus in dat de keeper met D- leeftijd, uitkomend in de 1e klasse, maximaal uit mag komen in de 3e Klasse C-jeugd (= 1e Klasse + max. 2 klassen verschil) Combiteams (samengestelde teams binnen dezelfde vereniging) aanvullende bepalingen (gewijzigd) Voor combi-teams (teams bestaande uit een combinatie van 2 veldteams aangeduid met een c ) zijn de onderstaande aanvullende bepalingen van toepassing. a. Een speler en/of keeper uit een 1e-lijns team (bv. JB1) mag ongelimiteerd invallen bij het combi-team (bv. JB1/2); b. Een speler en/of keeper uit een 1e-lijns team mag niet inval len bij een lager (spelend) team dan het combi-team; c. Een speler en/of keeper uit een 2e team (bv. JB2) mag ongelimiteerd invallen bij het combi-team en het 1e-lijns team (bv. JB1); d. Een speler en/of keeper uit een combi-team (bv. JB 1/2 of JAB) ongelimiteerd invallen bij het 1elijnsteams (bv. JB1 of JA1) mits de speler en/of keeper de juiste leeftijd heeft; e. Een speler en/of keeper uit een combi-team (bv. JB 1/2 of JAB) mag niet invallen bij een lager (spelend) team dan het team van herkomst veld én dat team van herkomst veld mag niet meer dan één klasse lager spelen dan het combi-team. Voorbeelden: JB1, JB1/2, JAB en JB2: - Een speler en/of keeper uit JB1 mag invallen bij JB1/2 maar niet bij JB2. - Een speler en/of keeper uit JB1/2 mag invallen bij JB1 en bij JB2, mits dat (=JB2) het team van herkomst veld is en niet meer dan één klasse lager speelt dan het combi-team. - Een speler en/of keeper uit JB2 mag invallen bij JB1/2 en bij JB1. - Een speler en/of keeper uit JAB mag invallen bij JA1 en JB1, mits dat (=JB1) het team van herkomst veld is, niet meer dan één klasse lager speelt dan het combi-team en de speler en/of keeper de juiste leeftijd heeft. Let op: - De combi-teams worden over het algemeen ingedeeld in de Subtopklasse. Eventuele problemen bij klassenverschillen tussen de 1e-lijnsteams en 2e-teams kunnen ter beoordeling aan de competitieleider worden voorgelegd. - Indien een combi-team is ingedeeld in een poule met ten minste 2 reguliere teams dan geldt dit artikel niet. - In dit artikel zijn enkele voorbeelden opgenomen. Bij vragen kunt u contact opnemen met de betreffende competitieleider. Art. 4.4 Regelgeving Hoofd-, Promotie en Overgangsklasse veldhockey (standaardteams) (gewijzigd) Onder meer aangepast i.v.m. invoering Promotieklasse! Lid c, speelgerechtigdheid voor spelers vanaf nummer 19 op de lijst aangepast. Voor spelers op een positie vanaf nummer 19 en hoger (19, 20, enz.) geldt dat wanneer deze spelers uit willen komen voor een ander team dan het opleidingsteam, de algemene regels speelgerechtigdheid zoals opgenomen in artikel 4.2 van toepassing zijn. Voor deze spelers én voor alle andere spelers waarvan de teambepaling (conform art ) is vastgesteld op heren 1/dames 1 geldt* dat uitkomen voor een (voor hen) lager (spelend) team niet meer is toegestaan. Ten aanzien van dit laatste punt kan de competitieleiding dispensatie geven. *Deze regel geldt niet voor een speler met jeugdleeftijd, zie hiervoor de bepaling in art e. Lid h, tekst aangevuld Indien een speler geblesseerd* is binnen het competitieseizoen, telt iedere wedstrijd waarin een speler niet kan uitkomen mee voor de 14 wedstrijden zoals vermeld onder lid g van dit artikel, mits binnen twee weken na de datum van de wedstrijd een doktersverklaring van de blessure aan het bondsbureau (uitsluitend per aan afdeling competitie via competitie@knhb.nl) is overlegd. *In geval van een zwangerschap is deze regel ook van toepassing. NB. De KNHB mag alleen een doktersverklaring accepteren waarin een arts verklaard dat de speler op medische grond niet in staat is (geweest) deel te nemen aan de wedstrijd. Er mogen geen medische gegevens van de speler in verwerkt zijn. Eventueel kan de arts een prognose van de herstelperiode opnemen, ter voorkoming dat de vereniging/speler wekelijks een nieuwe verklaring in moet sturen. De periode/deadline van twee weken waarin de verklaring (conform de richtlijnen waaraan die moet voldoen) binnen moet zijn bij de KNHB wordt strak gehanteerd, te laat = te laat! Lid i, tekst aangevuld Indien een speler voor een periode van 7 weken of meer in het buitenland stage loopt vanuit een onderwijsinstelling dan wel een werkgever met de hoofdvestiging in Nederland én binnen die periode 7 veldwedstrijden van zijn team waren gepland, mag hij maximaal 7 wedstrijden meetellen voor de 14 wedstrijden zoals vermeld onder lid g van dit artikel, mits een stageverklaring is overlegd aan het bondsbureau (afdeling competitie) waaruit blijkt dat de speler voldoet aan bovenstaande voorwaarden. Hoofddoel van verblijf in het

5 buitenland is stage. Vakantie/reizen in combinatie met een stage valt niet onder deze dispensatieregeling. De competitieleiding kan een vereniging vragen aanvullende documenten te overleggen (bv. een stageverslag) om te kunnen beoordelen of er daadwerkelijk sprake is (geweest) van een stage. Lid s, tekst aangevuld (afwijkende periode overschrijving) Let op: voor het seizoen loopt de overschrijvingsperiode van 1 juni 2018 tot en met 19 augustus Een aanvraag om overschrijving moet derhalve ingediend zijn vóór 20 augustus Art. 4.5 Regelgeving Hoofdklasse en Topklasse District zaalhockey (standaardteams) (gewijzigd) Lid c, speelgerechtigdheid aangepast - Voor spelers vermeld op de spelerslijst onder de nummers 1 tot en met 6 geldt dat zij daadwerkelijk in dat standaardteam moeten uitkomen. Zij mogen dus niet in een (voor hen) lager (spelend) team uitkomen. - Spelers opgegeven bij de nummers 7 tot en met 12 mogen naast het standaardteam ook uitkomen voor het hoogst spelende reserveteam. - Voor spelers op een positie vanaf nummer 13 en hoger (13, 14, enz.) geldt dat wanneer deze spelers uit willen komen voor een ander team dan het hoogst spelende reserveteam, de algemene regels speelgerechtigdheid zoals opgenomen in artikel 4.3 van toepassing zijn. Voor deze spelers én voor alle andere spelers waarvan de teambepaling (conform art ) is vastgesteld op heren 1/dames 1 geldt* dat uitkomen voor een (voor hen) lager (spelend) team niet meer is toegestaan. *Deze regel geldt niet voor een speler met jeugdleeftijd, zie hiervoor de bepaling in art e. Lid j, tekst aangevuld Indien een speler geblesseerd* is binnen het competitieseizoen, telt iedere wedstrijd waarin een speler niet kan uitkomen mee voor de speelgerechtigdheidsregistratie die geldt voor de districtskampioen schappen standaardteams topklasse en/of play-offs om het lands kampioenschap Hoofdklasse Zaalhockey en/of promotie- /degrada tiewedstrijden Hoofdklasse Zaalhockey (nacompetitie) zoals vermeld onder lid h van dit artikel, mits binnen één week na de datum van de wedstrijd een doktersverklaring van de blessure aan het bondsbureau (uitsluitend per aan afdeling competitie via competitie@knhb.nl) is overlegd. *In geval van een zwangerschap is deze regel ook van toepassing. NB. De KNHB mag alleen een doktersverklaring accepteren waarin een arts verklaard dat de speler op medische grond niet in staat is (geweest) deel te nemen aan de wedstrijd. Er mogen geen medische gegevens van de speler in verwerkt zijn. Eventueel kan de arts een prognose van de herstelperiode opnemen, ter voorkoming dat de vereniging/speler wekelijks een nieuwe verklaring in moet sturen. De periode/deadline van één week waarin de verklaring (conform de richtlijnen waaraan die moet voldoen) binnen Art. 5.2, nieuw lid e (speelveld Hoofdklasse) Wedstrijden in de Hoofdklasse dienen verplicht gespeeld te worden op een waterveld (het hoofdveld) tenzij de vereniging niet over een waterveld beschikt. Wanneer een vereniging niet beschikt over een waterveld, dan wordt er gespeeld op de best beschikbare alternatieve ondergrond volgens de volgende rangorde: (1. waterveld) 2. semiwaterveld, 3. zandveld. Art (aangepast) Verplichting voor het leveren van ballenkinderen geldt voor wedstrijden in de Hoofd-, Promotie- en Overgangsklasse standaardteams Afgelasten van wedstrijden in de Hoofdklasse dames en heren (gewijzigd) a. Wedstrijden in de Hoofdklasse dienen gespeeld te worden op een waterveld (het hoofdveld) tenzij de vereniging niet over een waterveld beschikt (zie ook art. 5.2.e). b. Indien enkele dagen voorafgaande aan de speeldag blijkt dat het aangewezen veld niet bespeelbaar is (bv. door probleem met de sproeiers/waterpomp of vernieling/sneeuw op het veld) dan moet er worden uitgeweken naar een ander, wel bespeelbaar veld met vergelijkbare faciliteiten en dezelfde ondergrond als het veld waar de wedstrijd aanvankelijk op was vastgesteld. Indien dit het geval is, dan wordt de competitieleider hierover zo spoedig mogelijk door de thuisspelende vereniging geïnformeerd. c. Wedstrijden kunnen om twee redenen worden afgelast: 1. Bijzondere omstandigheden (zie lid d van dit artikel); 2. Weersomstandigheden (zie lid e ev. van dit artikel); d. Indien voorafgaand of op de wedstrijddag zelf duidelijk is dat een wedstrijd geen doorgang kan vinden vanwege bijzondere omstandigheden (anders dan weersomstandigheden) is het bepaalde in artikel lid c van toepassing. De situatie dient in dat geval ter besluitvorming te worden voorgelegd aan de competitieleider van de KNHB. e. Indien er geen centrale afgelasting heeft plaatsgevonden, kan een wedstrijd in de Hoofdklasse dames of heren alleen als gevolg van de weersomstandigheden of de daaruit voortkomende terreingesteldheid worden afgelast, nadat de betrokken vereniging het oordeel van een door de KNHB aangestelde terreinconsul heeft gevraagd over de bespeelbaarheid van het speelveld. Voor de inschakeling van een terreinconsul bij de oordeelsvorming over de bespeelbaarheid van een speelveld gelden de volgende bepalingen: Op het moment dat bij het bestuur van de betrokken vereniging of bij de verhuurder/beheerder van de verenigingsaccommodatie aanleiding is te veronderstellen dat een voor de Hoofdklassecompetitie dames en

6 heren vastgestelde wedstrijd, als gevolg van het weer, geen doorgang kan vinden, waarschuwt het bestuur de betrokken terreinconsul zo vroegtijdig dat deze bij de keuring van het speelveld aanwezig kan zijn. De thuisspelende vereniging informeert de competitieleider daarnaast zo spoedig mogelijk. Voor de Hoofdklasse dames dient de eerste keuring door (een vertegenwoordiger van) het bestuur van de betrokken vereniging en de terreinconsul plaats te vinden om uur en voor de Hoofdklasse heren om uur. De terreinconsul heeft bij de keuring een stem in de besluitvorming. Indien het voor zowel de terreinconsul, als (de vertegenwoordiger van) het verenigingsbestuur op de wedstrijddag duidelijk is dat het aangewezen veld op het vastgestelde aanvangstijdstip niet bespeelbaar zal zijn, dient het speelveld te worden afgekeurd en wordt de wedstrijd afgelast. Er wordt niet uitgeweken naar een ander (wel bespeelbaar/beschikbaar) veld op het complex van de thuisspelende vereniging. De aangewezen bondsscheidsrechters (via de aanwijzer van de LBa/zie contactgegevens bij de aanwijzing op KNHB.nl) én de competitieleider worden zo spoedig mogelijk geïnformeerd door de thuisspelende vereniging. Indien de terreinconsul en het betrokken verenigingsbestuur het bij deze eerste keuring niet eens zijn over de bespeelbaarheid van het veld, of oordelen dat het onvoldoende zeker is dat het veld op het vastgestelde aanvangstijdstip onbespeelbaar zal zijn, dient het definitieve oordeel over de afgelasting te worden gegeven door de voor het leiden van de wedstrijd aangewezen bondsscheidsrechters. Hierover dienen de betrokken vereniging, de bezoekende vereniging, de voor het leiden van de wedstrijd aangewezen bondsscheidsrechters en de competitieleider zo spoedig mogelijk te worden geïnformeerd. De definitieve beslissing over de afgelasting door de voor het leiden van de wedstrijd aangewezen bondsscheidsrechters mag eventueel door de scheidsrechters worden uitgesteld indien zij verwachten dat de veldgesteldheid zal verbeteren. Indien de bondsscheidsrechters van oordeel zijn dat op het vastgestelde aanvangstijdstip het veld niet bespeelbaar is, dan dient het speelveld te worden afgekeurd en wordt de wedstrijd afgelast. Er wordt niet uitgeweken naar een ander (wel bespeelbaar/beschikbaar) veld op het complex van de thuisspelende vereniging. De aangewezen bondsscheidsrechters (via de aanwijzer van de LBa/zie contactgegevens bij de aanwijzing op KNHB.nl) én de competitieleider worden zo spoedig mogelijk geïnformeerd door de thuisspelende vereniging. Art. 5.7 Inhaalwedstrijden (gewijzigd) a. Veldhockeywedstrijden afgelast op grond van artikel 5.6 (afgelastingen) worden als regel opnieuw vastgesteld onder de benaming inhaalwedstrijden (IW). De wedstrijden worden in principe vastgesteld op voor de eerstvolgende inhaaldag zoals opgenomen in de speeldagenkalender. De competitieleider is bevoegd om een afwijkende datum vaststellen. Deze regel geldt niet voor de Hoofdklasse, zie lid c en verder. b. Zaalhockeywedstrijden afgelast op grond van artikel 5.6 (afgelastingen) worden in de regel niet opnieuw vastgesteld; hiervan kan worden afgeweken indien de wedstrijd van belang is voor het bepalen van het kampioenschap, promotie of degradatie. NB. LID C TOT EN MET J IS ALLEEN VAN TOEPASSING OP VELDHOCKEY c. Niet gespeelde wedstrijden in de Hoofdklasse heren en dames worden zo spoedig mogelijk na de oorspronkelijke datum ingehaald en wel op de eerste donderdag na de oorspronkelijke datum. Er wordt niet ingehaald in een week waarin een dubbel wordt gespeeld, spelers weg zijn met het nationale team of een club deelneemt aan een Europees toernooi. In die gevallen wordt voor de daarop volgende donderdag gekozen. Indien zowel dames als heren van dezelfde club moeten inhalen dan wordt voor de dames de vrijdag als inhaaldag aangewezen. d. Voor inhaalwedstrijden geldt dat indien het speelterrein van de ontvangende vereniging op de vastgestelde speeldag niet bespeelbaar is en het terrein van de bezoekende vereniging wél bespeelbaar en beschikbaar is, de wedstrijd moet worden omgezet en de (omgezette) wedstrijd moet worden gespeeld op het terrein van de bezoekende vereniging. Deze verplichting tot omzetten bij onbespeelbaarheid van het terrein van de ontvangende vereniging geldt niet voor wedstrijden vastgesteld in de Hoofd-, Promotie- en Overgangsklassen van de dames- respectievelijk herencompetitie, de Landelijke A- en B, de Super A-, B- en C-competitie, alsmede voor play-offs en promotie-/degradatiewedstrijden. Indien een wedstrijd wordt omgezet, dan wordt de competitieleider daar zo spoedig mogelijk van in kennis gesteld door de thuisspelende vereniging. e. De competitieleiding is evenwel bevoegd voorafgaand aan de wedstrijddag te bepalen, dat een vastgestelde inhaalwedstrijd wordt omgezet respectievelijk verplicht wordt uitgespeeld. f. Voor het omzetten van inhaalwedstrijden vastgesteld voor de in de overige Klassen (1e Klasse en lager) spelende teams geldt voorts: indien de omgezette wedstrijd nog wordt gevolgd door de returnwedstrijd wordt in het returnprogramma deze wedstrijd ook omgezet; op het wedstrijdformulier dient de wedstrijd te worden vermeld zoals hij werkelijk is gespeeld; bij de rubriek opmerkingen dient te worden vermeld: omgezette wedstrijd.

7 g. Ingeval van omzetting ingevolge lid d is de ontvangende vereniging verplicht aan de bezoekende vereniging op een zodanig tijdstip voorafgaand aan de vastgestelde aanvangstijd van de wedstrijd(en) te berichten dat zijn speelterrein is afgekeurd, dat een reis naar het terrein van de vereniging door het team van vereniging én de scheidsrechters (zie lid h) tijdig voor het spelen van de wedstrijd kan worden ondernomen. De verenigingen dienen daartoe via hun wedstrijdsecretarissen in onderling overleg het tijdstip van de keuring van het veld zodanig te bepalen, dat aan de omzetting kan worden voldaan. Na het aldus bepaalde tijdstip kan de wedstrijd uitsluitend nog door de voor de betreffende wedstrijd aangewezen scheidsrechters worden afgelast. h. Ingeval een wedstrijd is of wordt omgezet, als bedoeld in lid c of d, dient de aanwijzer van de CA/DBa indien er door hen (bonds)scheidsrechters zijn aangewezen hiervan tijdig te voren (conform lid f) door de oorspronkelijk ontvangende vereniging op de hoogte te worden gesteld. i. Ingeval voor de betreffende wedstrijd niet door de CA/DBa (bonds)scheidsrechters zijn aangewezen, dient de ontvangende vereniging voor bevoegde wedstrijdleiding te zorgen. j. Bij overtreding van het in dit artikel bepaalde kan aan de betrokken vereniging een geldboete worden opgelegd van ten hoogste 250,00 en kunnen er voor betreffende wedstrijd 3 wedstrijdpunten in mindering worden gebracht aan het team van de in overtreding zijnde vereniging. Art (gewijzigd) Bij veld- en zaalhockeywedstrijden bestaat géén mogelijkheid tot het indienen van een protest tegen een vermeend onjuist uitleggen of toepassen van het spelreglement.