Kennisagenda Jeugd 17 september 2018

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kennisagenda Jeugd 17 september 2018"

Transcriptie

1 Kennisagenda Jeugd Inleiding Deze kennisagenda Jeugd komt voort uit de route Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA). De route stelt de ontwikkeling van de jeugd in de leeftijd van 0 tot 25 jaar centraal. Belangrijke maatschappelijke uitdagingen worden expliciet vanuit het perspectief van de ontwikkelende jeugd benaderd. Bij de totstandkoming van deze kennisagenda zijn verschillende disciplines betrokken. Het doel is voor de jeugd relevante thema s te beschrijven die op een interen transdisciplinaire wijze dienen te worden onderzocht, waarbij verschillende contexten rondom de jeugd met elkaar worden verbonden. Hierbij kan men denken aan de verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp, jeugdhulp en veiligheid en kinderopvang en onderwijs. Hoe jeugdigen worden opgevoed, onderwezen en ondersteund door verschillende volwassenen, leeftijdsgenoten en instellingen heeft gevolgen voor de kennis, vaardigheden, voorkeuren en meningen die zij als volwassenen zullen hebben. De 21e eeuw plaatst ons allen, en in het bijzonder onze jeugd, voor uitdagingen op het gebied van technologie, internet, relaties, etnisch-religieuze diversiteit, werkgelegenheid, duurzaamheid, verstedelijking en globalisering. Het is belangrijk dat de jeugd zowel nu als in de toekomst gelukkig en kansrijk kan opgroeien. Dit vergt een nieuwe kijk op de manier waarop wij onze jeugd voorbereiden op het leven nu en in de toekomst. Door de jeugd als speerpunt te nemen, verbinden we diverse vragen uit de NWA en investeren we in nieuw onderzoek dat kan bijdragen aan een gezonde, veilige, en rechtvaardige samenleving voor een nieuwe generatie. De vier clustervragen uit de NWA die als ankers dienen voor de route zijn: 59. Hoe kunnen jeugdigen en adolescenten veilig en gezond opgroeien? 65. Hoe zou het onderwijs van de toekomst eruit moeten zien? 70. Waarom doen wij wat we doen, zijn we wie we zijn en welke factoren beïnvloeden ons gedrag? 47. Hoe kan sociale cohesie in een cultureel en religieus diverse samenleving worden bevorderd? 1

2 Het centrale vraagstuk dat deze (en andere relevante) clustervragen verbindt, luidt: Welke vormen van opvoeding, onderwijs en begeleiding stellen jeugdigen in staat nu en straks gelukkig en gezond te leven en bij te dragen aan de samenleving? Beantwoording van dit centrale vraagstuk komt tegemoet aan de groeiende maatschappelijke vraag naar bewezen effectieve en rechtvaardige manieren om het welzijn en de ontwikkeling van jeugdigen te bevorderen zodat zij kunnen opgroeien tot volwassenen die een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving nu en in de toekomst. De persoonlijke, sociale en economische meerwaarde ligt in het feit dat goed onderwijs, en effectieve preventie en interventies in opvoeding en onderwijs de sleutel tot succes zijn op vele gebieden van menselijk functioneren. Dit kan leiden tot een positieve bijdrage aan persoonlijk welbevinden, het tegengaan van stress en zorgbehoeften, sociaaleconomische achterstanden en criminaliteit en de daarmee gepaard gaande maatschappelijke kosten. Andersom draagt een goed opgeleide generatie met kritische en betrokken burgers direct bij aan een veilige, gezonde en rechtvaardige maatschappij. De vragen in deze kennisagenda zijn daarom essentieel voor een sociaal en economisch succesvolle samenleving en het benutten van individueel en gemeenschappelijk potentieel. Leeswijzer Hoofdstuk 1 gaat over de totstandkoming van de kennisagenda. In hoofdstuk 2 staan de verschillende onderzoeksthema s centraal. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in vier hoofdlijnen, namelijk een goede basis voor de jeugd, leren en ontwikkelen in verschillende contexten, diversiteit en (on)gelijkheid en normativiteit van opvoeding en onderwijs. In hoofdstuk 3 worden verschillende uitvoeringsaspecten van het onderzoek besproken. In hoofdstuk 4 worden mogelijke onderzoeksontwerpen besproken. Tot slot gaat het in hoofdstuk 5 over de verspreiding en benutting van de kennis die voortkomt uit deze kennisagenda. 2

3 1. Totstandkoming Deze kennisagenda is tot stand gekomen dankzij de inbreng van de Taskforceleden (zie bijlage 1) onder verantwoordelijkheid van de boegbeelden van de route Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs. In de taskforce zijn beleid, praktijk en wetenschap vertegenwoordigd. Deze vertegenwoordiging is langs drie thematische lijnen georganiseerd: Ontwikkeling, Opvoeding en Onderwijs. Voor iedere lijn zitten er drie deskundigen in de taskforce, één uit beleid, één uit praktijk en één wetenschapper. Daarnaast zitten er waarnemers van de vier betrokken ministeries (VWS, OCW, J&V en SZW) in de taskforce en is er één lid verantwoordelijk voor de betrokkenheid van ouders en jeugdigen bij de activiteiten van de route. In totaal bestaat de taskforce daarmee uit dertien personen met verschillende perspectieven. Totstandkoming onderzoeksthema s De onderzoeksthema s zijn tot stand gekomen met de input van jeugdigen, ouders/verzorgers en professionals. Dit is op verschillende manieren vormgegeven. Stakeholderanalyse Om zicht te krijgen op de verschillende domeinen (zie figuur 1) die belangrijk zijn voor jeugdigen is een stakeholderanalyse uitgevoerd door adviesbureau Van de Bunt, waarbij de belangrijkste organisaties en vertegenwoordigers in praktijk, beleid en wetenschap per domein zijn geïdentificeerd. Ook jeugd- en ouderorganisaties of belangenbehartigers zijn hierbij in kaart gebracht. 3

4 1. Kinderopvang, onderwijs & werk 7. Medische zorg en (lichamelijke) gezondheid 2. Psychosociale ontwikkeling en opvoeding 6. Leefomgeving Route Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs 3. ICT/Media 5. Cultuur 4. Sport en bewegen Figuur 1. Zeven domeinen waarin de jeugd zich begeeft (stakeholderanalyse adviesbureau Van de Bunt). Input van jeugdigen Stichting Alexander is ingezet om jeugdigen te betrekken bij de totstandkoming van deze kennisagenda. Zij hebben reflecties van jeugdigen opgehaald op de Route en de onderliggende elementen. Daarnaast hebben ze de gamechangers en de 30 clustervragen voorgelegd aan jeugdigen. In totaal zijn 72 jeugdigen geraadpleegd, in twee opeenvolgende fasen. Eerst zijn 67 jeugdigen met verschillende achtergronden geraadpleegd. De perspectieven en vragen van deze respondenten zijn beschreven in een concept verslag, dat vervolgens ter reflectie is voorgelegd aan jeugdigen die actief zijn in landelijke/regionale jongerenorganisaties. Uiteindelijk hebben 5 jeugdigen (4 jongens en 1 meid, jaar), die actief zijn bij Jongwijs, Nederlandse Jongerenraad, Straatvisie en We All Participate, schriftelijk hun reflecties gegeven. Visie van jeugdigen op de kennisagenda: Jeugdigen vinden de drie gamechangers, en de onderwerpen die hiermee verbonden zijn, waardevol. Dat geldt ook voor jeugdigen die actief zijn in landelijke of regionale jeugdigenorganisaties. Jeugdigen hebben veel vragen voor (verder) onderzoek die vaak te maken hebben met zaken die veranderd of verbeterd kunnen worden. Ze noemen ook nadrukkelijk wat in hun ogen beter zou kunnen. Zo zouden sommige jeugdigen liever meer actie zien. Zij geven aan dat er naar hun idee al wel veel bekend is, maar dat er 4

5 nog niet altijd iets mee wordt gedaan. Ze zouden meer oplossingen voor verschillende problemen in het leven van jongeren, in de samenleving en in de wereld willen zien. Input van ouders en verzorgers Online consultatie Via de kanalen van NRO en ZonMw is in de periode van 30 maart tot 22 april een digitale vragenlijst voor ouders verspreid. Deze vragenlijst is door 8 ouders ingevuld. Stichting opvoeden.nl Stichting opvoeden.nl is in 2017 in samenwerking met Ouders & Onderwijs gestart met een Landelijk Ouderpanel. Het panel brengt in kaart welke vragen ouders over opvoeden en onderwijs hebben. Begin 2018 telde het panel 1155 ouders. Bij inschrijving op het Landelijk Ouderpanel hebben ouders verschillende onderzoeksthema s aangedragen. Dit zijn onderwerpen waarover ouders zelf aangeven vragen of informatiebehoefte te hebben. Daarnaast is eind 2017 een peiling gedaan onder ouders met een kind van 0 tot en met 12 jaar over opvoedvragen nu en later. De resultaten van de gegevens die zijn aangedragen bij inschrijving en van de peiling zijn gebruikt bij de totstandkoming van deze kennisagenda. Ouders & Onderwijs Ouders & Onderwijs is het informatiepunt voor ouders, de verbinder en ondersteuner van ouders rondom het onderwijs en mede-initiatiefnemer van het Landelijk Ouderpanel. Daarnaast is het de gesprekspartner voor de overheid en onderwijssector. Ouders & Onderwijs heeft schriftelijk input geleverd op de kennisagenda. BOinK BOinK is de Belangenvereniging van ouders in de Kinderopvang. BOinK heeft schriftelijk input geleverd op de kennisagenda. Input van professionals Adviesnetwerk Belangrijke vertegenwoordigers zijn gevraagd om zich te verbinden aan de route Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs in de vorm van een adviesnetwerk (zie bijlage 2). Zij zijn uitgenodigd op basis van deelname aan eerdere voorbereidingsgroepen of op basis van de stakeholderanalyse. Zij kunnen gevraagd en ongevraagd advies geven aan de Taskforce. Op 3 april is een bijeenkomst geweest waar ongeveer 20 leden van het adviesnetwerk aanwezig waren. Overige leden die niet aanwezig konden zijn hadden de mogelijkheid om opbrengstkaarten of de online consultatie in te vullen. 5

6 Online vragenlijst Via de kanalen van NRO en ZonMw is in de periode van 23 maart tot 22 april een digitale vragenlijst voor professionals verspreid. Deze vragenlijst is door 23 professionals ingevuld. De vragen waren gericht op het verkrijgen van informatie over belangrijke ontwikkelingen in beleid, praktijk en wetenschap, belangrijke onderzoeksvragen en uitvoeringsaspecten. Congres Jeugd in Onderzoek Op 24 mei is de kennisagenda in wording gepresenteerd op het congres Jeugd in Onderzoek. Dit is een congres voor iedereen die betrokken is bij de jeugdsector. Aanwezigen hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om commentaar en tips te geven op de kennisagenda. Online feedback op de kennisagenda Iedereen is in de gelegenheid gesteld om online feedback te geven op de kennisagenda. De conceptversie is verspreid via de kanalen van ZonMw, NRO, NCJ, NJi, Regieorgaan SIA en Actiz. 6

7 2. Onderzoeksthema s Kennisagenda Jeugd In een vergrijzende samenleving is het des te belangrijker om oog te hebben voor een gezonde, veilige en kansrijke ontwikkeling van de jeugd. Daar kunnen zowel individuen als de maatschappij in een later stadium veel profijt van hebben. De thema s in deze kennisagenda focussen op wat er nodig is opdat de jeugd zich optimaal kan ontwikkelen en zowel nu als in de toekomst een positieve bijdrage kan leveren aan de samenleving in de 21 e eeuw. We onderscheiden vier hoofdlijnen, namelijk A. Goede basis voor de jeugd B. Leren en ontwikkelen in verschillende contexten C. Diversiteit en (on)gelijkheid D. Normativiteit van opvoeding en onderwijs De laatste drie hoofdlijnen zijn uitwerkingen van de gamechangers van de route Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs. De eerste hoofdlijn is toegevoegd op basis van de uitvraag die we bij de verschillende stakeholders hebben gedaan. A. Goede basis voor de jeugd Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van de jeugdige (IVRK) stelt dat alle jeugdigen het recht hebben op de best mogelijke gezondheid en gezondheidszorg (art. 24, IVRK), een toereikende levensstandaard (art. 27, IVRK) en op vrije tijd, spelen en meedoen aan culturele of artistieke activiteiten (art. 31, IVRK). Iedere jeugdige heeft dus recht op een goede basis: basisvoorzieningen om veilig, gezond en kansrijk op te kunnen groeien en om zich goed te kunnen ontwikkelen en hun talenten te kunnen ontplooien. Een goede basis kan voorkomen dat opgroei- en opvoedvragen escaleren tot (ernstige) problemen. Ouders of andere wettelijke vertegenwoordigers hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de zorg, begeleiding en opvoeding van jeugdigen. De overheid moet dit respecteren en hierin ondersteuning bieden (art. 5, IVRK). Onderzoek kan bijdragen aan zicht op hoe de goede basis versterkt kan worden. Belangrijke onderzoeksthema s richten zich op het informele netwerk, de eerste 1000 dagen en positieve gezondheid. Het informele netwerk Het informele netwerk van jeugdigen bestaat onder andere uit familie, vrienden, buurtgenoten en vrijwilligers. Het informele netwerk speelt een belangrijke rol bij het 7

8 opgroeien, ontwikkelen en opvoeden. In de huidige praktijk is er vaak nog te weinig aandacht voor of zicht op het informele netwerk. Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o In hoe verre hebben professionele organisaties zicht op het informele netwerk van jeugdigen? o In hoe verre benutten professionele organisaties het informele netwerk van jeugdigen? o Wat kan het informele netwerk betekenen voor de hulp aan jeugdigen en hoe beïnvloedt het informele netwerk de rol van de professionals? o Wat is ervoor nodig om het informele netwerk van kwetsbare gezinnen en kinderen te versterken? De eerste 1000 dagen Tijdens de eerste 1000 dagen na de conceptie zijn kinderen extra kwetsbaar voor risico s in hun ontwikkeling (Johnson, Riley, Granger & Riis, 2013; Hughes et al., 2017). De ervaring in de jeugdsector is echter dat ouders vaak pas met hulpvragen komen als hun kind drie jaar of ouder is en bijvoorbeeld negatieve interactiepatronen al zijn ingeslepen, waardoor de kans op een ongunstige ontwikkeling bij de jeugdige wordt vergroot. Negatieve gebeurtenissen en stress op jonge leeftijd kunnen een levenslange invloed hebben op de lichamelijke en emotionele gezondheid van de jeugdige (Braithwaite et al., 2017; Fatima, Srivastav & Mondal, 2017). Er zijn aanwijzingen dat sensitief opvoedgedrag en veilige gehechtheidsrelaties een veilige hechting een beschermende factor zijn wanneer jeugdigen opgroeien onder ongunstige omstandigheden. Daarnaast is een veilige hechting van belang bij een positieve sociaal-emotionele ontwikkeling. De sensitiviteit van de ouder of verzorger (het herkennen en adequaat reageren op signalen van het kind) bevordert het opbouwen van een goede ouder-kindrelatie en veilige gehechtheid (Gezondheidsraad, 2018). Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Wat hebben ouders nodig om in de eerste 1000 dagen tot een sensitieve opvoeding en veilige ouder-kindrelatie te komen? o Wat motiveert ouders om ondersteuning te zoeken of te aanvaarden? o Hoe zorgen we voor een betere samenwerking tussen partijen rondom de opvoeding en ontwikkeling van jeugdigen in de eerste 1000 dagen? Positieve gezondheid Een goede basis gaat ook om de mogelijkheden van jeugdigen om gezond en veilig op te kunnen groeien. Het gaat hierbij niet alleen om de fysieke gezondheid, maar ook de emotionele en sociale gezondheid. Wanneer men spreekt over gezondheid, wordt over het algemeen gekeken naar de af- of aanwezigheid van ziekte of ongezond gedrag. 8

9 Positieve gezondheid is het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren (Huber et al., 2011). In deze visie is gezondheid breder dan het domein van de zorgprofessionals: gezondheid is iets van alle partijen. Gezondheid wordt hiermee dus ook een thema om breder aan te pakken en te onderzoeken. Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Wat is de invloed van het gebruik van een positieve gezondheidsbenadering op het welbevinden van jeugdigen en het gezin? o Wat heeft een jeugdige nodig om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan? o Wat vinden jeugdigen zelf belangrijk als het gaat om hun eigen gezondheid of die van hun naasten? B. Leren en ontwikkelen in verschillende contexten Jeugdigen leren en ontwikkelen zich in verschillende contexten, relaties en netwerken. Die contexten zijn tot nu toe te weinig in samenhang bestudeerd. Onderzoek naar de complexe wisselwerking tussen de diverse sociale contexten waarin jeugdigen opgroeien, zoals op school, thuis, in zorgsituaties en op de sportclub, kan tot nieuwe inzichten leiden in de ontwikkeling van de huidige generatie jeugdigen. Belangrijke onderzoeksthema s zijn de inzet van ervaringsdeskundigen, betekenisvol leren, overgangen en de digitale wereld. Inzet van ervaringsdeskundigen Een veel gehoorde klacht van cliënten over beleid en hulp in het sociaal domein is dat er te weinig wordt aangesloten bij hun ervaringen, vragen en perspectief. Om het gat tussen de leefwereld van een hulpzoekende en de systeemwereld van de hulpverlening te dichten wordt steeds vaker een beroep gedaan op een ervaringsdeskundige. Dit is iemand die op basis van persoonlijke en collectieve ervaringskennis in staat is deze kennis, in welke vorm dan ook, door te geven aan en in te zetten ten behoeve anderen. Er is echter nog nauwelijks systematisch onderzoek gedaan naar het effect van de inzet van ervaringsdeskundigheid voor de doelgroep (Van der Kooij & Keuzenkamp, 2018). Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Wat is het effect van de inzet van ervaringsdeskundigen? o Hoe verhoudt de inzet van een ervaringsdeskundige zich tot de professionele hulpverlening? o Wat is ervoor nodig om de jeugd centraal te zetten, in plaats van organisaties of structuren? Of anders: Wat zijn factoren die dit kunnen belemmeren? 9

10 Betekenisvol leren Jeugdigen leren in verschillende contexten. Er zijn drie verschillende vormen van leren te onderscheiden, namelijk formeel leren, non-formeel leren en informeel leren. Met formeel leren wordt het leren op school bedoeld. Bij non-formeel leren is sprake van leren buiten de school, waarbij wel sprake is van intentioneel georganiseerd en structureel leren. Informeel leren is een vorm van leren buiten de school die min of meer spontaan ontstaat (Onderwijsraad, 2003). Het belang van informeel leren wordt vaak nog onderschat, terwijl de kennis en ervaringen die jeugdigen elders opdoen voor hen wel heel relevant is (Slot, Akkerman & Wubbels, 2018). Als deze kennis niet gezien wordt kan de jeugdige het gevoel krijgen dat zijn of haar kennis en ervaringen er niet toe doen. Uit een rapport van de Inspectie van het Onderwijs (2014) blijkt dat de motivatie van Nederlandse leerlingen op school relatief laag is in vergelijking met leerlingen uit andere landen. Daarnaast vindt een kleine minderheid van de leraren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs dat ze niet goed in staat zijn om ongeïnteresseerde leerlingen te motiveren (Van der Boom & Stuivenberg, 2014). De motivatie kan mogelijk vergroot worden door meer aan te sluiten bij de leefwereld en interesses van de jeugdige (Slot et al., 2018). Uit onderzoek blijkt dat interesse in een onderwerp of taak van positieve invloed is op de motivatie en leerprestaties. Interesse is niet statisch, maar kan ontwikkelen en getriggerd worden door interacties met bijvoorbeeld vrienden, familie, onderwijzers of de omgeving. Ook als een persoon al interesse heeft, is het belangrijk dat er ondersteuning is voor de verdere ontwikkeling ervan. Zonder kansen om zich te blijven verdiepen en ontwikkelen kan de interesse verloren gaan. Opvoeders en onderwijzers hebben een belangrijke rol bij de ontwikkeling van interesse en het vasthouden ervan (Hidi & Harackiewicz, 2000; Renninger & Hidi, 2015). Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Wat is er nodig om het onderwijs beter te laten aansluiten op de leefwereld van de jeugdigen en de toekomstige arbeidsmarkt? o Jeugdigen leren niet alleen op school; hoe kunnen formeel leren, non-formeel leren en informeel leren beter verbonden worden? En wat is hiervan de invloed op de motivatie van jeugdigen? o Hoe kunnen we er voor zorgen dat het onderwijs in een snel ontwikkelende maatschappij toch actueel en betekenisvol blijft? Overgangen Overgangen en discontinuïteit tussen leer- en ontwikkelingscontexten kunnen risico s met zich meebrengen (Bronkhorst & Akkerman, 2016). De overgangen die in het onderwijssysteem zijn ingebouwd sluiten niet altijd goed aan bij de kenmerken en situaties van individuele jeugdigen. Ook vormen leeftijdsgrenzen die in de wet zijn ingebouwd soms obstakels. Jeugdigen hebben baat bij een geleidelijke overgang en warme overdracht. Dit geldt in de verschillende contexten waarin een jeugdige opgroeit. 10

11 Het is belangrijk dat het aanbod van zorg, ondersteuning en begeleiding aansluit bij de belevingswereld van de jeugdige (Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, 2018). In het onderwijs is er de laatste jaren meer aandacht voor de mogelijkheden van een doorlopende leerlijn. Dit vanuit de visie dat het belangrijk is dat de leerling in zijn leerproces zo min mogelijk overlap, breuken of gaten ervaart. Het gaat bij overgangen daarnaast ook om de overgang tussen verschillende contexten, zoals wat men op school leert en wat je van huis uit meekrijgt (Bronkhorst & Akkerman, 2016). Er is in Nederland nog weinig bekend over de impact die verbindingen tussen scholen, jeugdzorginstellingen en andere organisaties hebben op de realisering van pedagogische en educatieve doelen. Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Wat is er nodig om de overgangen binnen en tussen de verschillende leef- en onderwijsdomeinen soepeler te laten verlopen? o Wat zijn de risico s van overgangsmomenten en wat zijn de effecten van meer continuïteit? o Wat zijn de gevolgen voor de ontwikkeling van de jeugdige als de verschillende contexten (zoals school en thuis) niet op elkaar aansluiten en hoe kan hier beter op ingespeeld worden? o Wat is er nodig om de inrichting van het systeem en wet- en regelgeving beter te laten aansluiten bij de individuele ontwikkeling van de jeugdige? Digitale wereld Zeven dagen per week en zes uur per dag zijn jeugdigen gemiddeld bezig met een beeldscherm. Niet eerder spendeerden jongeren zoveel tijd online. Sociale media wordt vaak gezien als een risicofactor; verslaving, cyberpesten en seksueel risicogedrag zoals sexting liggen op de loer. Impulscontrole is bij jongeren nog volop in ontwikkeling waardoor ze extra gevoelig lijken voor emotionerende media. Bij de beoordeling van mediaberichtgeving hebben emoties vaak de overhand (Crone & Konijn, 2018). Het is belangrijk dat jeugdigen kritisch leren om te gaan met de informatie online. Dit wordt ook wel mediawijsheid genoemd. In de publieke oordeelsvorming lijkt het moeilijker dan ooit om echt van onecht te onderscheiden. Onderzoek in Europa over de beoordeling van nepnieuws ontbreekt. Wel blijkt uit onderzoek van Kennisnet onder Nederlandse jeugdigen dat zij moeite hebben om betrouwbare informatie op internet te zoeken. Zo is minder dan de helft van alle jeugdigen in staat om informatie op websites kritisch te beoordelen (Kennisnet, 2017). In onderzoek is vaak minder aandacht voor de positieve kanten van sociale media. Sociale media kunnen, als ze op een gezonde manier gebruikt worden, jeugdigen helpen meer zelfvertrouwen te krijgen, hun relaties met leeftijdgenoten te bevorderen en hun identiteit te vormen (Valkenburg & Piotrowski, 2017). 11

12 Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Wat zijn de positieve en negatieve effecten van sociale media, internet en beeldschermgebruik? o Wat is de invloed van de digitale wereld op de sociale cohesie in de samenleving? o Wat is ervoor nodig om jongeren weerbaar te maken tegen online gevaren, zoals cyberpesten en sexting? o Hoe mediawijs is de jeugd, en wat is er voor nodig om de jeugd mediawijs te maken? C. Diversiteit en (on)gelijkheid De Nederlandse overheid streeft naar een inclusieve samenleving, waarin iedereen op een gelijkwaardige manier kan deelnemen aan de maatschappij, ongeacht culturele achtergrond, geslacht, leeftijd, sociaal economische status of beperkingen. Echter, de grote diversiteit aan achtergronden en kenmerken van kinderen en jongeren gaat nog te vaak samen met ongelijkheid in uitgangsposities, kansen en effectiviteit van preventie en interventies. Sommige groepen lopen hierbij een groter risico of krijgen minder kans om hun potentieel te benutten, zoals jeugdigen die opgroeien in armoede, LHBT-jeugdigen, jeugdigen met een licht verstandelijke beperking, jeugdigen met een migratieachtergrond en vluchtelingenkinderen. Het is belangrijk dat onderzoek zich richt op de vraag hoe deze groepen ook op een volwaardige manier kunnen deelnemen aan de samenleving. Onderzoeksthema s hierbij zijn gezondheidspotentieel, sociale uitsluiting en digitale ongelijkheid. Daarnaast is het belangrijk om onderzoek te doen naar de intergenerationele overdracht van achterstand en risico. De diversiteit in de samenleving en de erkenning van ieders individuele ontwikkeling heeft ertoe geleid dat er steeds meer focus is op het individu. Dit wordt ook wel personalisering genoemd. Het is belangrijk om te onderzoeken wat hier de mogelijkheden en grenzen van zijn. Ten slotte is het belangrijk om onderzoek te doen naar de sociale identiteitsontwikkeling in een diverse samenleving. Iemands sociale identiteit bepaalt immers hoe diegene de wereld waarneemt, interpreteert en zich daarbinnen gedraagt. Gezondheidspotentieel Er zijn grote gezondheidsverschillen onder de jeugd in Nederland. De positie van het gezin waarin de jeugdige opgroeit op de sociaaleconomische ladder, heeft een grote invloed op de gezondheid van de jeugdige. Jeugdigen met een lage sociaaleconomische status (SES) zijn minder gezond dan jeugdigen met een hoge SES. Al voor hun geboorte lopen deze jeugdigen meer gezondheidsrisico s. Daarnaast hebben zij meer psychische problemen, slechtere voedingsgewoonten en zijn ze vaker te zwaar. Ook krijgt hun 12

13 seksuele opvoeding minder aandacht, terwijl een gezonde en veilige seksuele ontwikkeling belangrijk is voor de totale gezondheid. Uit onderzoek blijkt dat deze gezondheidsverschillen met het vorderen van de leeftijd groter worden, waardoor zij uiteindelijk ruim zeventien jaar in minder goede gezondheid leven en gemiddeld ongeveer zeven jaar eerder sterven (Knoops & Van den Brakel, 2010). Hoewel gezondheidsproblemen in de loop der jaren over het algemeen sterk verbeterd zijn, zijn de relatieve verschillen gelijk gebleven of zelfs gegroeid. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelt daarom voor om niet langer de gezondheidsverschillen centraal te stellen, maar het gezondheidspotentieel. Hierbij wordt ingezet op het behalen van zoveel mogelijk gezondheidswinst en het zoveel mogelijk voorkomen van gezondheidsverlies. De leidende vraag is waar het grootste gezondheidspotentieel ligt, en hoe dat potentieel zo goed mogelijk kan worden gerealiseerd. Bij mensen met een relatief slechte gezondheid is sprake van een relatief groot potentieel, omdat er bij hen nog meer ruimte voor verbetering is dan bij mensen die al heel gezond zijn. Bij mensen die jong zijn, ligt eveneens veel potentieel, omdat zij nog veel jaren voor de boeg hebben waarin gezondheidswinst behaald kan worden of - verlies vermeden kan worden (Broeders, Das, Jennissen, Tiemeijer & De Visser, 2018). Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Wat zijn de effecten van beleid en interventies op het benutten van het aanwezige gezondheidspotentieel van jeugdigen? o Wat is er nodig om het gezondheidspotentieel van kwetsbare groepen beter te benutten? o Hoe kan een gezondere leefstijl bevorderd worden? En wat houdt het ongezond leven in stand? Sociale uitsluiting Verschillende groepen jeugdigen lopen een groter risico op sociale uitsluiting. Zo hebben jeugdigen die opgroeien in armoede minder vaak geld om mee te doen aan sociale activiteiten (Hoff, 2017). Ook zijn in langdurig arme gezinnen jeugdigen minder vaak veilig gehecht, wat ook de omgang met leeftijdsgenoten negatief beïnvloedt (Geenen, 2007). Ook voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking (lvb) geldt dat zij minder geaccepteerd of vaker worden afgewezen door anderen. Dit komt omdat deze jeugdigen een afwijkende sociale informatieverwerking hebben, waardoor ze vijandiger of juist passiever kunnen reageren op bepaalde sociale situaties. Omdat jeugdigen met een lvb geen uiterlijke handicap hebben worden ze ook vaak overschat. Daardoor hebben ze vaker faalervaringen in het sociale verkeer wat leidt tot een negatief zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Met als gevolg dat ze zich nog verder afzonderen. Ook nemen ze minder vaak deel aan vrijetijdsbestedingen (Van Nieuwenhuijzen, Orobio de Castro & Matthys, 13

14 2006). Voor LHBT-jeugdigen geldt eveneens dat zij een groter risico lopen op sociale uitsluiting, doordat negatieve reacties van leeftijdsgenoten, pesten en geweld veel voorkomen (Kuyper, 2015). Ook vluchtelingenkinderen lopen het risico op sociale uitsluiting, doordat zij vaak moeten verhuizen en zich hierdoor nergens echt aarden of (blijvend) hechten aan mensen en een omgeving (Werkgroep Kind in azc, 2013). Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Wat zijn de risico s en gevolgen van sociale uitsluiting voor kwetsbare jongeren? o Wat hebben jongeren nodig om minder risico te lopen op sociale uitsluiting? o Hoe kan de samenleving en hoe kunnen organisaties daarbinnen bijdragen aan het verhelpen van sociale uitsluiting? Digitale ongelijkheid Om te kunnen functioneren in de huidige en toekomstige samenleving dienen jeugdigen diverse digitale kwaliteiten te verwerven, die samen ook wel digitale geletterdheid worden genoemd. Het feit dat veel jeugdigen zowel thuis als op school in aanraking komen met digitale technologie, garandeert echter niet dat zij digitaal geletterd worden. Er zijn zowel in de onderwijsinstelling als thuis grote verschillen tussen jeugdigen in de digitale toepassingen waarover zij kunnen beschikken. Daarnaast zijn er verschillen in de begeleiding en stimulansen die zij ontvangen om zich de technologie op de juiste manier eigen te maken. Voor veel jeugdigen geldt dat zonder stimulans het gebruik van digitale technologie eenzijdig blijft (Onderwijsraad, 2017). Deze leerlingen lopen een groter risico om hierdoor op achterstand te raken. Het onderwijs zou hier een belangrijke rol in kunnen pakken. Echter, scholen hebben tot nu toe (te) weinig gedaan aan de ontwikkeling van digitale vaardigheden (Luyten, Veen & Meelissen, 2015). Onderzoek toont tevens forse kwaliteitsverschillen ten aanzien van technologiegebruik binnen scholen (Kennisnet, 2017) en het onderwijs in Nederland lijkt de ongelijkheid in de maatschappij te vergroten (Luyten et al., 2015). Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Welke groepen jeugdigen lopen een groter risico op digitale ongeletterdheid? En wat hebben deze groepen nodig aan ondersteuning en begeleiding om hun ontwikkelingspotentieel beter te benutten? o Wat is er nodig aan begeleiding en onderwijs zodat digitale ontwikkelingen de ongelijkheid in de samenleving niet vergroten? Intergenerationele overdracht Intergenerationele overdracht gaat over de mate waarin opeenvolgende generaties op elkaar lijken in hun ideeën, gevoelens, gedragingen en status. Dit doet zich ook vaak voor bij situaties van huiselijk geweld, kindermishandeling of verslavingsproblematiek. Zo 14

15 wordt er vanuit gegaan dat ongeveer één op de drie volwassenen die in zijn of haar jeugd is mishandeld door een ouder, later zijn of haar kind(eren) mishandelt. Daarnaast zijn deze volwassenen later vaker zelf slachtoffer van geweld in een relatie (Lünnemann & Pels, 2013). Ook op het gebied van de sociale positie is er vaak sprake van intergenerationele overdracht. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die opgroeiden in een uitkeringsgezin later ongeveer drie keer vaker dan gemiddeld zelf ook van een uitkering moeten rondkomen. Dit geldt zowel binnen de groep laagopgeleide, middelbaar opgeleide, als hoogopgeleide kinderen. Het hoogst opgeleid en het vaakst werkzaam zijn kinderen van wie beide ouders een baan hadden (Van Gaalen, Van den Brakel & Eenkhoorn, 2015). In het onderwijs scoren kinderen van hoogopgeleide ouders niet alleen beter, maar zij krijgen ook vaker een hoger schooladvies, en minder vaak een lager schooladvies dan wat je op basis van de Cito-uitslag mag verwachten (Inspectie van het Onderwijs, 2018). Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Welke factoren spelen een rol in de intergenerationele overdracht van achterstand en risico? o Wat is er nodig om intergenerationele overdracht te doorbreken? Personalisering Zowel in onderwijs, opvoeding als in het jeugdbeleid heeft de afgelopen decennia een sterk accent gelegen op de individuele ontwikkeling van jeugdigen. In sommige scholen leren leerlingen hun eigen leerproces ter hand te nemen (zelfregulatie) en krijgen ze geïndividualiseerd onderwijs aangeboden. In de opvoeding wordt zo vroeg mogelijk begonnen met het bevorderen van zelfstandigheid en in de jeugdhulp ligt de focus op eigen kracht en regie. Digitale ontwikkelingen bieden meer mogelijkheden tot maatwerk en gepersonaliseerde interventies. De ontwikkelingen rondom gepersonaliseerd leren in het onderwijs en eigen kracht en zelfregie in de zorg kunnen echter ook de ongelijkheid tussen jeugdigen vergroten. In het geval van gepersonaliseerd leren kunnen er leerlingen zijn die meer profiteren van deze onderwijsvorm dan anderen. Niet elke leerling beschikt over evenveel regulatievaardigheden om een eigen leerlijn te kunnen inrichten. Jeugdigen die de meeste behoefte hebben aan structuur en iemand die ze vertelt wat ze moeten doen kunnen hierdoor een grotere achterstand oplopen. Op het gebied van de zorg blijkt uit onderzoek dat één op de twee Nederlanders moeite heeft om zelf de regie te voeren over gezondheid, ziekte en zorg. Het ontbreekt hen hierbij aan kennis, motivatie en zelf vertrouwen (Rademakers, 2014). Tevens loopt 1 op de 10 jeugdigen een risico op laaggeletterdheid (Christoffels & Groot, 2017). Dit betekent dat deze jeugdigen schriftelijke informatie moeilijker kunnen begrijpen. Gezondheidsvaardigheden houden verband met het niveau van kennis en informatie, en hebben invloed op de 15

16 leefstijl, het zorggebruik en toegang tot de zorg, communicatie met de zorgverlener, zelfmanagement en medicijngebruik (Rademakers, 2014). Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Hoe kunnen gepersonaliseerde interventies en opvoedings- en leeromgevingen aansluiten bij de individuele verschillen in ontwikkeling en leren op een manier die de talenten van jeugdigen bevordert en de ongelijkheid niet verder vergroot? o Welke vaardigheden hebben jeugdigen nodig om zelf de regie te kunnen voeren? Sociale identiteit Je identiteit bepaalt je overtuigingen, waarden en normen. Zij bepalen op hun beurt hoe je de wereld waarneemt, interpreteert en hoe je je daarbinnen gedraagt. Ieder mens kan verschillende sociale identiteiten hebben. Het is van belang dat iemand het gevoel heeft dat zijn of haar sociale identiteit gerespecteerd wordt. Wanneer dit niet het geval is kunnen leden zich bedreigd voelen in hun sociale identiteit. De psychische en fysiologische stressreactie die gepaard gaat met dergelijke bedreigingen van de sociale identiteit, kan nadelige effecten hebben op het functioneren van mensen (Derks, Van Laar & Ellemers, 2007). Een ander risico is dat de zoektocht naar identiteit van de jeugdige ontspoort en uitmondt in radicalisering. Uit onderzoek blijkt dat, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, ouders maar zelden de rechtstreekse aanleiding voor radicalisering zijn. Wel zijn er in het gezin vaak problemen, zoals scheiding, een afwezige vader, gebrek aan emotionele steun, psychiatrische problematiek, ziekte of dood, geweld en mishandeling. Deze verklaren het radicaliseringsproces op zichzelf niet, maar kunnen er wel een vruchtbare grond voor vormen. Het lijkt erop dat er ook andere factoren in het spel zijn, zoals het gevoel van vernedering of teleurstelling in de instituties van de samenleving. De verbindende schakel in de verschillende paden tot radicalisering is de zoektocht naar een identiteit. Dat waar het opvoedingsmilieu niet in kan voorzien wordt geleverd door radicale groepen: een duidelijke identiteit, houvast, een duidelijk doel en het gevoel ergens bij te horen (Sieckelink & De Winter, 2015). Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Wat zijn de mechanismen van beïnvloeding van identiteit? Hoe beïnvloedbaar is sociale identiteit en welke dingen hebben daar invloed op? o Wat betekenen sociale media in de beïnvloeding van sociale identiteit? o Wat is er nodig om jeugdigen te helpen in hun identiteitsontwikkeling? En hoe kunnen verschillende partijen hier een rol in spelen? D. Normativiteit van opvoeding en onderwijs De 21 e eeuw stelt de jeugd en degenen die bij hen betrokkenen zijn voor verschillende uitdagingen. Dit thema richt zich op de onderliggende normen en doelen van deze 16

17 uitdagingen: waartoe willen we opvoeden en opleiden? Het is belangrijk om hierbij onderzoek te doen naar 21st century skills, risicovol ouderschap, pedagogische mismatch en stress. Belangrijke onderzoeksvragen in het algemeen zijn: o Wat is de ideale maatschappij volgens jeugdigen? En wat is hiervoor nodig? o Wat beweegt de toekomstige generatie jongeren? Wat zijn hun idealen? En hoe willen ze daaraan vormgeven? o Welke maatschappij willen ouders zien voor hun kinderen? Waartoe willen zij opvoeden? o Hoe verhouden de normen en doelen van jeugdigen en ouders zich tot die van professionals en leerkrachten? 21st century skills De vaardigheden die nodig worden geacht om goed om te kunnen gaan met de complexiteit van de huidige wereld worden vaak omschreven als 21st century skills. Dit zijn vaardigheden als kritisch kunnen denken en creatief problemen kunnen oplossen, zelfstandig leren, omgaan met onzekerheden, mediawijsheid en ICT-geletterdheid, informatie kunnen zoeken, selecteren en interpreteren. Er zijn veel opvattingen en claims over de manier waarop de 21 e eeuwse vaardigheden kunnen worden aangeleerd. Maar er is nog weinig duidelijkheid over de leerbaarheid van die vaardigheden. Internationaal onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat de thuissituatie en het opleidingsniveau van leerlingen meer invloed hebben op het niveau van (sommige) 21 e eeuwse vaardigheden dan de aandacht die het onderwijs eraan besteedt (Fraillon, Ainley, Schulz, Friedman & Gebhardt, 2013). Wel is duidelijk dat er gevolgen zullen zijn voor het samenstellen van onderwijs, voor het verzorgen van onderwijs en het begeleiden van leerlingen. Daarnaast vraagt een veranderende arbeidsmarkt als gevolg van technologische ontwikkelingen om meer en een andere set aan skills. Het vraagt om andere typen vaardigheden die ons uniek maken ten opzichte van technologie en vraagt om mensen die permanent blijven leren en indien nodig nieuwe typen vaardigheden bijleren. Willen we adequaat op deze veranderingen inspelen, dan moeten we meer kennis genereren over het aanleren en meten van diverse skills op diverse leeftijden. Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Hoe leren jeugdigen vaardigheden en wat zijn de verschillen per leeftijd? o Welke vaardigheden zijn in de beleving van jeugdigen zelf effectief in een veranderende samenleving, op een veranderende arbeidsmarkt en in veranderde werkomgevingen? Welke leerbehoeften zien zij op dit vlak? En wat betekent dit voor het onderwijssysteem? 17

18 o Wat hebben leraren en professionals nodig in de 21e eeuw om een jeugdige zo goed mogelijk voor te bereiden op de maatschappij? Risicovol ouderschap Wanneer ouderschap niet meer goed genoeg is kan gesproken worden van risicovol ouderschap. Als het niet goed gaat is de overheid verplicht het belang van de jeugdige voorop te stellen en in te grijpen (art. 3, IVRK). Ouderschap speelt zich niet af in een vacuüm, maar wordt voortdurend beïnvloed door talloze factoren. Of een jeugdige zich goed kan ontwikkelen hangt af van een ingewikkeld samenspel van factoren. Als vuistregel geldt dat naarmate er meer risicofactoren in het gezin aanwezig zijn, er ook meer beschermende factoren aanwezig moeten zijn wil het ouderschap goed genoeg kunnen zijn. Met andere woorden: draaglast en draagkracht dienen in balans te zijn. De ouders zelf, de jeugdige maar ook de situatie in het gezin, het sociale netwerk, de professionele hulpverlening en de maatschappelijke context kunnen daarbij van positieve of negatieve invloed zijn (De Vries, Willems, Isarin & Reinders, 2014). Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Wanneer vinden jeugdigen het ouderschap zelf goed genoeg? o Wat hebben ouders nodig aan ondersteuning en begeleiding om goed genoeg te kunnen zijn? o Wat is er nodig om kwetsbare jongeren beter voor te bereiden op het functioneren in de maatschappij? Pedagogische mismatch Als het referentiekader of de context van een professional niet aansluit bij de doelgroep is er sprake van een pedagogische mismatch. Zo blijkt in de praktijk dat veel van de huidige opvoedinformatie uitgaat van een ontwikkelingspsychologisch perspectief en minder van een ecologisch pedagogisch perspectief. De basis van ontwikkelingspsychologie is echter niet voor alle ouders vanzelfsprekend. Gangbare termen zoals peuter en puber zijn niet voor iedereen bekend. Deze structuur roept voor deze ouders een drempel op om informatie op te zoeken en/of te vinden (Nieuwboer, 2018). Daarnaast kan het tot problemen leiden als hulpverlening en onderwijs uitgaan van het bevorderen van zelfstandigheid en individualiteit, terwijl dat thuis geen kernwaarde is. Ook komt het voor dat juist de groepen die veel baat kunnen hebben bij een bepaalde vorm van hulp of zorg er juist geen beroep op doen. Zo komt uit onderzoek naar voren dat onder de lagere inkomens de grootste groep geen kinderopvang heeft en dat ook niet wil. Dit terwijl juist voor kinderen uit gezinnen met lagere inkomens kinderopvang positieve effecten lijkt te hebben op de ontwikkeling en prestaties (Roeters & Bucx, 2016). 18

19 Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Wat is er nodig om cultuursensitief te werken? o Wat zijn de verborgen normen in protocollen en hoe beïnvloeden die het werken? o Wat is er nodig om groepen te bereiken die nu nog geen gebruik maken van faciliteiten en ondersteuning, maar er wel baat bij kunnen hebben? Stress Stress is een subjectief fenomeen, omdat het door iedereen anders ervaren kan worden. Dit maakt het een lastig begrip voor onderzoek. Toch is het een belangrijk thema, omdat veel jeugdigen aangeven regelmatig stress te ervaren, door bijvoorbeeld school of sociale media. Ook ouders geven aan dat de combinatie tussen zorg, opvoeden en werken veel stress veroorzaakt. Het is onduidelijk in hoeveel gevallen deze stress ook daadwerkelijk leidt tot negatieve uitkomsten. In principe is stress een normaal aspect van het leven. Een stressrespons is dat geval een gezonde reactie op een concrete of vermeende bedreiging van de balans in het lichaam (Fink, 2016). Er wordt een onderscheid gemaakt in goede stress, hanteerbare stress en toxische stress (Garner, 2013; McEwen, 2017). Toxische effecten van stress ontstaan als gevolg van frequente of aanhoudende ernstige stressoren (chronische stress). Deze vorm van stress kan veel gevolgen hebben voor de gezondheid en het functioneren op latere leeftijd (De Bellis & Zisk, 2014). Juist bij de jeugd kan stress van grote invloed zijn, omdat de hersenen nog volop in ontwikkeling zijn (Taekuchi & Kawashima, 2016). Het is belangrijk om bij de opvoeding en in het onderwijs of hulpverlening rekening te houden met de stress of traumatische ervaringen die jeugdigen hebben meegemaakt of meemaken. Niet-normatief of buitenproportioneel gedrag bij jeugdigen die zijn blootgesteld aan een traumatische gebeurtenis is meestal een gevolg van de stress of trauma. Klassieke opvoedingsstrategieën werken hierbij vaak niet, omdat de focus daarbij teveel ligt op het onder controle krijgen van het gedrag (Coppens & Van Kregten, 2015). Belangrijke onderzoeksvragen zijn: o Is er sprake van een toenemende druk om te presteren onder jongeren en hoe verhoudt zich dit tot hedendaagse normen en waarden? o Wat zijn de gevolgen van stress bij ouders en professionals voor de opvoeding, zorg en het onderwijs? o Wat is er voor nodig om jeugdigen weerbaarder te maken tegen stress? o Wat zijn de effecten van traumasensitief opvoeden of werken op het verminderen van ervaren stress bij jeugdigen? 19

20 Samenhang tussen de thema s Het uitgangspunt van deze kennisagenda is dat verschillende domeinen en specialismes rondom de jeugd meer met elkaar verbonden worden. De thema s in deze kennisagenda zouden daarom ook niet los van elkaar moeten worden gezien. Verschillende thema s hangen met elkaar samen, vullen elkaar aan of overlappen elkaar. Rol van de professional Een thema dat door alle thema s heen loopt is de rol van de professional. De vraag die hierbij speelt is hoe we de professional voldoende kunnen toerusten om in te kunnen spelen op alle veranderingen, ontwikkelingen en diversiteit van behoeften en vragen vanuit beleid, jeugd en ouders. Ook is er een spanningsveld tussen enerzijds de wensen van verandering en verbetering en anderzijds de hoge werkdruk bij de professional. Het is dus belangrijk om tijdens het onderzoek rekening te houden met de werkpraktijk van de professional. Hoe zorg je ervoor dat de uitkomsten toepasbaar zijn in de praktijk en de professional er ook daadwerkelijk baat bij heeft? Ontwikkelingen in de maatschappij en wetenschap kunnen niet los worden gezien van de ontwikkeling en rol van de professional. Rol van kinderen, jongeren en ouders Kinderen, jongeren en ouders vormen in alle thema s een bijzondere groep. Zij vormen tegelijk onderwerp van onderzoek als de sleutel in eventuele verbeterpraktijken die er uit voort komen. Zij hebben vaak zelf ideeën over hun leven, over problemen en kansen die er zijn, en hebben ook ideeën over hoe dit in onderzoek vorm zou kunnen krijgen. Welke rol spelen zij zelf, welke ideeën hebben zij, hoe kijken zij zelf naar bepaalde vraagstukken kan in elk onderzoek terugkomen. 20

21 3. Uitvoeringsaspecten Kennisagenda Jeugd Het onderzoek in deze kennisagenda heeft als doel om ook daadwerkelijk een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan de praktijk. Om dit te kunnen bewerkstelligen zijn een aantal uitvoeringsaspecten van belang. Samenwerking met de praktijk en andere disciplines Het is belangrijk om verschillende belanghebbenden, zoals jeugdigen, ouders, instellingen of overheden al vroegtijdig bij het onderzoek te betrekken. Deze partijen zijn allereerst nodig om een beter beeld te krijgen van waar de behoeften liggen, maar daarnaast zijn deze partijen ook nodig om een duurzame verandering teweeg te brengen. Daarnaast is het belangrijk om de praktijk ook echt te betrekken in de uitvoering van het onderzoek. Tevens is het goed om buiten je eigen kaders te durven kijken en denken. Zoek hiervoor de samenwerking met andere wetenschapsdisciplines. Dit kan voor nieuwe inzichten zorgen. Disseminatie en implementatie Het is belangrijk om al in een vroegtijdig stadium na te denken over hoe de antwoorden weer terug kunnen komen bij het publiek. Hierbij kan het helpend zijn om de media al in een vroegtijdig stadium te betrekken. Ook is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de wetenschappelijke resultaten eenvoudig toegankelijk zijn voor professionals. Om ervoor te zorgen dat de uitkomsten ook daadwerkelijk in de praktijk benut kunnen worden is het tevens belangrijk om in alle fasen van het onderzoek rekening te houden met de implementatie. Cultuursensitief onderzoeken In onderzoek moet rekening gehouden worden met de diversiteit in de samenleving. Niet alle vormen van onderzoek zijn voor iedere doelgroep geschikt. Stem de onderzoeksvorm goed af op de doelgroep. Benut bestaande kennis Het is belangrijk om bij het onderzoek ook gebruik te maken van de kennis die er al is. Dit klinkt als een open deur, maar is in de praktijk vaak nog niet vanzelfsprekend. Ook is het goed om aan te sluiten met al lopende initiatieven. Financiering Financiering gebeurt vaak op basis van een vooraf vastgestelde onderzoekstermijn. De Taskforce zou graag zien dat er op basis van de onderzoeksvraag eerst gekeken wordt naar hoeveel tijd nodig is voor gedegen onderzoek, en dat op basis daarvan de financiering wordt vastgesteld. Ook signaleert de Taskforce dat het vaak moeilijk is om 21

22 financiering voor vervolgonderzoek te krijgen, terwijl dit wel heel waardevol kan zijn. Dit maakt het ook ingewikkeld om bestaande panels en cohorten in de lucht te kunnen houden. Het zou goed zijn als bestaande cohorten ook in vervolgonderzoek weer gebruikt kunnen worden. Sluit hierbij ook aan bij burgers die graag het onderzoek verder willen helpen. 22

23 4. Onderzoeksontwerpen Het oplossen van het centrale vraagstuk vereist fundamenteel en praktijkgericht onderzoek en beleidsonderzoek. Deze route verbindt deze verschillende typen onderzoek door de aandacht voor de toepasbaarheid van wetenschappelijke inzichten in de concrete praktijk van opvoeding, onderwijs, jeugdzorg en de gezondheidszorg. Omdat de ontwikkeling van de jeugd in een veelheid van contexten plaatsvindt, is ook een verbinding tussen disciplines noodzakelijk. De traditionele disciplines in jeugdonderzoek (zoals pedagogiek, ontwikkelingspsychologie, onderwijswetenschappen) worden in deze route verbonden met verwante disciplines (zoals jeugdrecht, sociologie, cognitieve psychologie, neurowetenschappen, taal- en communicatiewetenschappen, medische wetenschappen, filosofie/ethiek), en met disciplines die zich van oudsher minder met jeugd bezighouden, maar wel cruciaal zijn voor een integratieve aanpak (zoals bestuurskunde, veranderkunde, planologie). Naast het verbinden van data dient er ook aandacht te zijn voor gezamenlijke theorievorming. Het doel van meer overkoepelende theoretische perspectieven en modellen is om versnippering in thema s en disciplines te voorkomen. In deze route wordt expliciet gekozen voor de verbinding van wetenschappelijk empirisch onderzoek met de rijke ervaring van de jeugd zelf, en de praktijkkennis van professionals die dagelijks werken met jeugdigen en adolescenten (zoals leraren, jeugdzorgmedewerkers, jeugdartsen) en, minstens zo belangrijk, de opleiders van deze professionals. De uitwisseling tussen wetenschap en praktijk verdient meer aandacht dan deze tot nu toe heeft gekregen en kan zorgen voor een betere aansluiting van onderzoek bij de behoeften en expertise in de samenleving. Daarnaast onderstreept deze route het belang van samenwerking van wetenschappers met de lokale en nationale overheid, belangenverenigingen, toezichthouders, het bedrijfsleven, de ICT en de media. Inter/transdisciplinair onderzoek Om de beoogde veranderingen daadwerkelijk te laten plaatsvinden is het opzetten en uitvoeren van inter/transdisciplinair onderzoek noodzakelijk (zie disciplines eerder genoemd). Samenwerkingsverbanden Voor onderzoeksactiviteiten die voortkomen uit vragen van praktijkinstellingen en professionals is een structurele samenwerkingsstructuur (bijvoorbeeld academische werkplaatsen die op deze game changers gericht zijn) onontbeerlijk. Dit moet tevens een plaats zijn waar wetenschappers en stakeholders elkaar kunnen treffen en waar gezamenlijk gekeken wordt naar innovatieve pilots op het gebied van onderzoek en interventies. 23

24 Interventie-onderzoek Wat werkt waarom en voor wie? Om te onderzoeken of interventies die (onder andere in deze samenwerkingsverbanden) worden ontwikkeld daadwerkelijk resultaat hebben en wat de werkzame factoren zijn die ook in de praktijk bruikbaar zijn, is het noodzakelijk om ook effectonderzoek uit te voeren. Dit zal de impact van de route aanzienlijk vergroten. Actie-onderzoek Vanuit de praktijk is er steeds meer behoefte naar een vorm van actie-onderzoek waarbij al handelend wordt onderzocht of de wijze van handelen het gewenste effect heeft. Hierbij is het belangrijk dat de professional tijdens het onderzoek betrokken wordt en de onderzoeksvraag een oplossing biedt voor een actueel probleem in de praktijk. De praktijk ziet in de wetenschap een partner die kan helpen om te innoveren en een verandering teweeg te brengen. Hierbij is het belangrijk dat wetenschappers accepteren dat deze vorm van onderzoek in mindere mate zal resulteren in internationale publicaties. Het onderzoekt dient in eerste instantie de praktijk. 24

25 5. Verspreiding en benutting van kennis die voortkomt uit deze agenda Onderzoek dat voortkomt uit deze kennisagenda dient aan te sluiten bij de doelgroep. Het onderzoek vraagt meer dan alleen een wetenschappelijk artikel en een rapport voor de respondenten. Het is belangrijk dat de resultaten breed gedeeld worden en toepasbaar zijn voor de praktijk. Om ouders te kunnen bereiken zou de kennis verspreid kunnen worden via Stichting opvoeden.nl. Kennis voor professionals kan verspreid worden via bijvoorbeeld het Nederlands Jeugdinstituut, Het Nederlands Centrum voor Jeugdgezondheid en Leraar24. Om echte impact te kunnen realiseren is alleen het aanbieden van de kennis niet genoeg. Kennis moet ook gebracht worden bij de partijen die er belang bij kunnen hebben. Dit zou kunnen via regiobijeenkomsten, werksessies, implementatie- en innovatieateliers, maar het is ook goed om hierbij aan te sluiten bij bestaande infrastructuren. Ook is het belangrijk om de kennis via de inhoud van het curriculum en leerboeken onder de aandacht van studenten te brengen. De route Jeugd in opvoeding, ontwikkeling en onderwijs heeft hierin een goede uitgangspositie, omdat het hierin ook gaat over het opleiden van burgers en professionals. 25

26 Literatuur Braithwaite, E. C., Pickles, A., Sharp, H., Glover, V., O'Donnell, K. J., Tibu, F., & Hill, J. (2017). Maternal prenatal cortisol predicts infant negative emotionality in a sex-dependent manner. Physiology & behavior, 175, Broeders, D. W. J., Das, H. D., Jennissen, R. P. W., Tiemeijer, W. L., & De Visser, M. (2018). Van verschil naar potentieel: Een realistisch perspectief op de sociaaleconomische gezondheidsverschillen. WRR-Policy Brief 7. Den Haag: WRR. Bronkhorst, L. H., & Akkerman, S. F. (2016). At the boundary of school: Continuity and discontinuity in learning across contexts. Educational Research Review, 19, Christoffels, I., & Groot, A. (2017). Preventie door interventie. Literatuurstudie naar lees-en schrijfachterstanden bij kinderen en jongeren: prevalentie, relevante factoren en mogelijke interventies. s-hertogenbosch: Expertisecentrum Beroepsonderwijs. Coppens, L., & van Kregten, C. (2015). Zorgen voor getraumatiseerde kinderen. Kind & Adolescent Praktijk, 14(3), Crone, E. A., & Konijn, E. A. (2018). Media use and brain development during adolescence. Nature communications, 9(1), 588. De Bellis, M. D., & Zisk, A. (2014). The biological effects of childhood trauma. Child and Adolescent Psychiatric Clinics, 23(2), De Vries, J. N., Willems, D. L., Isarin, J., & Reinders, J. S. (2014). Samenspel van factoren. Inventariserend onderzoek naar de ouderschapscompetenties van mensen met een verstandelijke handicap Amsterdam. Derks, B., Van Laar, C., & Ellemers, N. (2007). The beneficial effects of social identity protection on the performance motivation of members of devalued groups. Social Issues and Policy Review, 1(1), Fatima, M., Srivastav, S., & Mondal, A. C. (2017). Prenatal stress and depression associated neuronal development in neonates. International Journal of Developmental Neuroscience, 60, 1-7. Fink, G. (2016). Stress, definitions, mechanisms, and effects outlined: lessons from anxiety. In Stress: Concepts, cognition, emotion, and behavior (pp. 3-11). Fraillon, J., Ainley, J., Schulz, W., Friedman, T., & Gebhardt, T. (2013). Preparing for Life in a Digital Age. The IEA International Computer and Information Literacy Study International Report. Geraadpleegd via _International_Report.pdf Garner, A. S. (2013). Home visiting and the biology of toxic stress: opportunities to address early childhood adversity. Pediatrics, 132(Supplement 2), S65-S73. Geenen, G. (2007). 'Intergenerationele overdracht van gehechtheid bij Belgische 26

27 moeders en kinderen die in extreme armoede leven: een meervoudige gevalsstudie'. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven. Hidi, S., & Harackiewicz, J. M. (2000). Motivating the academically unmotivated: A critical issue for the 21st century. Review of educational research, 70(2), Hoff, S. (2017). Armoede onder kinderen een probleemschets. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Huber, M., Knottnerus, J. A., Green, L., van der Horst, H., Jadad, A. R., Kromhout, D.,... & Schnabel, P. (2011). How should we define health?. Bmj, 343, d4163. Hughes, K., Bellis, M. A., Hardcastle, K. A., Sethi, D., Butchart, A., Mikton, C.,... & Dunne, M. P. (2017). The effect of multiple adverse childhood experiences on health: a systematic review and meta-analysis. The Lancet Public Health, 2(8), e356-e366. Inspectie van het Onderwijs (2014). De staat van het onderwijs. Hoofdlijnen uit het Onderwijsverslag 2013/2014. Den Haag: Inspectie van het Onderwijs. Inspectie van het Onderwijs (2018). Onderwijsverslag. De staat van het onderwijs. Den Haag: Inspectie van het Onderwijs. Johnson, S. B., Riley, A. W., Granger, D. A., & Riis, J. (2013). The science of early life toxic stress for pediatric practice and advocacy. Pediatrics, peds Kennisnet (2017). Monitor Jeugd en Media Geraadpleegd via Monitor_Jeugd_en_Media_2017.pdf?download=1 Kennisnet (2017). Vier in balans-monitor 2017: De hoofdlijn. Geraadpleegd via Knoops, K., & Van den Brakel, M. (2010). Rijke mensen leven lang en gezond. Inkomensgerelateerde verschillen in de gezonde levensverwachting. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 88, Kuyper, L. (2015). Jongeren en seksuele oriëntatie. Ervaringen van en opvattingen over lesbische, homoseksuele, biseksuele en heteroseksuele jongeren. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Lünnemann, K. D., & Pels, T. V. M. (2013). Van generatie op generatie: Een literatuurstudie naar het doorbreken van geweld en de rol van opvoeding. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Luyten, J. W., Veen, D., & Meelissen, M. R. M. (2015). De relatie tussen leerlingen schoolkenmerken en digitale geletterdheid van 14-jarigen: secundaire analyses op de data van ICILS Enschede: Universiteit Twente. 27

28 McEwen, B. S. (2017). Redefining neuroendocrinology: Epigenetics of brain-body communication over the life course. Frontiers in neuroendocrinology. Nieuwboer, C. C. (2018). Publieksrapportage onderzoek Superdivers opvoeden. Geraadpleegd via Onderwijsraad (2003). Leren in samenspel. Ontwikkelingen en inspiraties. Den Haag: Onderwijsraad. Onderwijsraad (2017). Doordacht digitaal. Onderwijs in het digitale tijdperk.den Haag: Onderwijsraad. Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) (2018). Leeftijdsgrenzen. Betere kansen voor kwetsbare jongeren. Den Haag: RVS. Rademakers, J. (2014). Kennissynthese. Gezondheidsvaardigheden: Niet voor iedereen vanzelfsprekend. Utrecht: NIVEL. Renninger, K. A., & Hidi, S. (2015). The power of interest for motivation and engagement. New York: Routledge. Roeters, A., & Bucx, F. (2016). Beleidssignalement over het gebruik van kinderopvang door ouders met lagere inkomens. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Sieckelinck, S., & De Winter, M. (2015). Formers & families: Transitional journeys in and out of extremism in the UK, Denmark and The Netherlands. Den Haag: Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Slot, E., Akkerman, S., & Wubbels, T. (2018). Adolescents interest experience in daily life in and across family and peer contexts. European Journal of Psychology of Education, Takeuchi, H., & Kawashima, R. (2016). Neural Mechanisms and Children s Intellectual Development: Multiple Impacts of Environmental Factors. The Neuroscientist, 22(6), Valkenburg, P. M., & Piotrowski, J. T. (2017). Plugged In: How Media Attract and Affect Youth. London: Yale University Press. Van der Boom, E., & Stuivenberg, M. (2014). Teaching and Learning International Survey (TALIS). Nationaal Rapport Nederland. Den Haag: Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Van der Kooij, A,. & Keuzenkamp, S. (2018). Ervaringsdeskundigen in het sociaal domein: Wie zijn dat en wat doen ze? Utrecht: Movisie. Van Gaalen, R., Van den Brakel, M., & Eenkhoorn, E. (2015). Sociaaleconomische trends. Wie opgroeit in een uitkeringsgezin heeft later bovengemiddeld vaak een uitkering. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. 28

29 Van Nieuwenhuijzen, M. V., Orobio de Castro, B. & Matthys, W. (2006). Problematiek en behandeling van LVG jeugdigen. Een literatuurreview. Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan Verstandelijk Gehandicapten, 32(4), 211. Werkgroep Kind in azc (2013). Ontheemd. De verhuizingen van asielzoekerskinderen in Nederland. Geraadpleegd via 29

30 Bijlage 1 Overzicht Taskforceleden Voorzitters Prof. dr. J. Mesman (Universiteit Leiden) Prof. dr. M.L.L. Volman (Universiteit van Amsterdam) Boegbeeld route Jeugd Boegbeeld route Jeugd Leden Prof. S.F. Akkerman (Universiteit Leiden) Wetenschap Onderwijs J. van Bavel (Kenter Jeugdhulp) Jeugdhulppraktijk K. van Bergeijk (Martinus College Grootebroek) Onderwijspraktijk Dr. S. Dankelman (PO-raad) Onderwijsbeleid V. Everhardt (Gemeente Utrecht) Jeugdbeleid A. van Hoepen (PO-raad) Onderwijsbeleid I. Ivakic (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid) Wetenschap Ontwikkeling Dr. K.H.M. Jurrius (Hogeschool Windesheim) Perspectief ouders en jongeren Prof. dr. C. Schuengel (Vrije Universiteit Amsterdam) Wetenschap Opvoeding I. Steinbuch (Actiz) Jeugdzorgpraktijk Prof. dr. T.A. van Yperen (Nederlands Wetenschap Ontwikkeling Jeugdinstituut/Rijksuniversiteit Groningen) Waarnemers vanuit ministeries B. Kleefkens, M. Koppenaal-de Lange & M. Smit Waarnemers Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport R. de Vos & T. van Schendel Waarnemers Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid A.J.M. van Loon Waarnemers Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap H. Ezendam Waarnemer Ministerie van Justitie & Veiligheid Secretariaat R. Middelburg MSc (NRO) Contactpersoon Route Jeugd G.D. Aartsma MSc (NRO) Beleidsmedewerker NRO Dr. J. Kaldewaij MPA (NRO) Directeur NRO Dr. R.P.W. Heinsbroek (NWO) Vertegenwoordiger NWO-SGW Drs. V. Verschoor & Y. Benard (ZonMW) Vertegenwoordigers ZonMW L. Sanou (Regieorgaan SIA) Vertegenwoordiger Regieorgaan SIA D. van der Plaat MSc (Universiteit van Amsterdam) Secretaris 30

31 Bijlage 2 Overzicht Adviesnetwerk Peter Barendse Kenniscentrum Sport Tinneke Beirens AJN Jeugdartsen Nederland Marjolijn Blom RVS Elly de Bruijn Hogeschool Utrecht & Open Universiteit Amy Davies SGF Petra van Dijk Universiteit Utrecht Symone Detmar TNO Walter Groenen CJP Margrite Kalverboer Kinderombudsvrouw Fieke Pannebakker TNO Eleanne Plaizier SGF Philip Post Kennisnet Paul Rullmann SURF Inger Aalhuizen KNOV Michiel Westenberg Universiteit Leiden Jeroen de Wilde LUMC Hugo Wink S-bb Anja Tertoolen Radiant Lerarenopleidingen Ruben Fukkink Hogeschool van Amsterdam Toon Cillessen Radboud Universiteit Nijmegen Ton Liefaard Universiteit Leiden Chijs van Nieuwenhuizen Tilburg University & GGzE Michel van Smoorenburg Marco Snoek Hogeschool van Amsterdam Tobias Stark Universiteit Utrecht Jurja Steenmeijer BSPW beroepsvereniging van professionals in sociaal werk Ilse Tamrouti Sara van der Weerd Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Ronald Kox LKCA Peter Hulsen Ouders & Onderwijs Arjan Beune Stichting Lezen & Schrijven Bart Looman Pharos Gjalt Jellesma BOinK Wilfried Admiraal Vereniging voor Onderwijs Research Dionne Zeldenrijk VO-Raad Hélène van Oostrom VO-Raad Ingrid Staal V&VN Verpleegkundigen Maatschappij en Gezondheid 31

32 Bijlage 3 Verbinding met andere initiatieven Het idee om de jeugd centraal te zetten leeft op meer plekken. Een belangrijk gezamenlijk initiatief van de Samenwerkende Gezondheidsfondsen, het Meerjarenprogramma Gezonde Generatie, richt zich op de droom dat in 2040 in Nederland de gezondste jeugd ter wereld woont. Dat er een generatie opgroeit die gezond gedrag vertoont en dat vanzelfsprekend vindt. Deze generatie heeft gelijke kansen op psychische, fysieke en sociale gezondheid. NWA routes In de route Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs is de jeugd in al haar ontwikkelingscontexten speerpunt waardoor een coherente en integratieve benadering een plek krijgt binnen de nationale Wetenschapsagenda. Er zijn echter ook andere routes die zich richten op vraagstukken die relevant zijn voor de route Jeugd en waarbij afstemming en eventuele samenwerking wenselijk is. In de route NeuroLabNL: dé werkplaats voor hersen-, cognitie- en gedragsonderzoek wordt een uniek samenwerkingsverband voorgesteld dat alle Nederlandse hersen-, cognitie en gedragsonderzoekers én hun maatschappelijke partners samenbrengt. Deze route richt zich op drie thema s: onderwijs, sociale veiligheid en gezondheid. Op al deze drie thema s, maar vooral op het gebied van onderwijs en gezondheid, zijn raakvlakken te vinden. De twee routes hebben al belangrijke verbindingen gelegd. Een mooi voorbeeld van zo n verbinding is de gezamenlijke lancering van de twee startimpulsprojecten van deze routes op 19 februari Een andere route waarmee verbinding en afstemming mogelijk voor de hand ligt, is de route Veerkrachtige en zinvolle samenlevingen. De route Veerkrachtige samenlevingen heeft als doel de toekomstbestendigheid van de maatschappij te versterken en richt zich op een systematisch onderbouwd handelingsperspectief op samenleving, economie en governance van de toekomst. Een derde route waarmee verbinding mogelijk is, is de route Sport & Bewegen. Deze route heeft als centrale gamechanger: Bewegen op maat, voor iedereen, in elke leeftijdsfase: het kan!. Eén van de drie gamechangers van deze route is Leren (en) bewegen. De link met de route jeugd zijn de vragen rond ontwikkeling, presentaties en onderwijs. Een route waarop op het eerste gezicht geen directe link is, is de route Bouwstenen van materie en fundamenten van ruimte en tijd. Er is echter een mooie verbinding te leggen 32

33 met deze route. Met de game changer Educatie en wetenschapscommunicatie wil deze route er namelijk voor zorgen dat alle jeugdigen dezelfde kansen hebben om een bètastudie te kiezen. De game changer Diversiteit en ongelijkheid van de route Jeugd heeft ook gelijke kansen voor alle jeugdigen als doel. Een laatste route waarmee een link is, heet Waardecreatie door verantwoorde toegang tot en gebruik van big data. In het onderwijs en in de jeugdsector in brede zin is er een groeiende belangstelling voor de mogelijkheden die big data bieden, bijvoorbeeld voor learning analytics of het verbinden van verschillende leef- en leeromgevingen van jeugdigen. De route Big data zoekt verbinding met alle NWA-routes. Verantwoorde toegang en gebruik van big data kunnen in alle drie de game changers van de route Jeugd een rol spelen. Topsectoren Een ander groot investeringsinstrument zijn de Nederlandse topsectoren. Topsectoren zijn gebieden waar het Nederlandse bedrijfsleven en onderzoekscentra wereldwijd in uitblinken. Er zijn mogelijke verbindingen te leggen met de topsectoren Life Sciences & Health, de Sociale Infrastructuur Agenda en de Topsector ICT. De topsector Life Sciences & Health (LSH) omvat het brede terrein van medische technologie, (bio)farmacie, regeneratieve geneeskunde en gezondheidsinfrastructuur. De sector draagt bij aan de kwaliteit van gezondheid van mens en dier en zoekt oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken, zoals de vergrijzing. Op het thema van preventie en op het thema van het verbinden van de wereld binnen en buiten de school ligt een duidelijke inhoudelijke verbinding tussen LSH en de route Jeugd. Meer specifiek kan die verbinding gezocht worden in: de verbinding onderwijs en jeugdzorg, gelijke kansen voor zieke jeugdigen, stressreductie bij jeugdigen en het opleiden van professionals voor de zorg. In het kader van het topsectorenbeleid is in 2011 ook de Sociale Infrastructuur Agenda (SIA) gelanceerd. De overkoepelende missie van de topsectoren heeft een grotere kans van slagen wanneer onderliggende maatschappelijke uitdagingen effectief aangepakt worden. Kennis- en interdisciplinaire samenwerking van de sociale en geesteswetenschappen met andere disciplines is essentieel voor inzicht in en kennis voor grote maatschappelijke vraagstukken. De aansluiting met de route Jeugd ligt voornamelijk op het gebied van human capital, met vragen als: Hoe kan de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbeterd worden? Op welke manier kunnen bedrijven doeltreffend omgaan met hun menselijk kapitaal? Welke 21e-eeuwse vaardigheden zijn van belang voor jeugdigen en hoe kunnen deze het beste aangeleerd worden? 33

34 Aansluiting bij de Topsector ICT is ook het onderzoeken waard. Het doel van deze topsector is om ICT-innovatie te stimuleren in Nederland. De vraagstukken rond digitale middelen die worden benoemd in de route, zouden wellicht gezamenlijk met deze sector aangepakt kunnen worden. Andere agenda s Er zijn verschillende agenda s ontwikkeld met daarin ook thema s die betrekking hebben op de jeugd. Deze agenda s vertonen, daar wat het jeugd betreft, veel overlap met deze kennisagenda. Kennisagenda Preventie De kennisagenda Preventie is een verdere uitwerking van de NWA-route Gezondheidszorgonderzoek, Preventie en Behandeling. De onderzoeksvragen die in de komende jaren beantwoord moeten worden om de Nederlandse inspanningen op het gebied van preventie voldoende te onderbouwen zijn gegroepeerd in zes thema s: 1) Variatie 2) Motivatie, gedrag en kennis 3) Totaliteit van de mens en diens omgeving 4) E-Health 5) Big data 6) Innovatieve onderzoeksmethodologieën Onderzoeksagenda NeurolabNL De onderzoeksagenda NeurolabNL is een verdere uitwerking van de NWA-route NeurolabNL: de werkplaats voor hersen-, cognitie- en gedragsonderzoek. In deze agenda zijn de onderzoeksambities geformuleerd in vier deelagenda s, namelijk: 1) Fundamenteel onderzoek Waarnemen en bewegen Aanpassing en gedragscontrole Neurotechnologie Hersenmodellen en gepersonaliseerde cognitie 2) Hersenen en gezondheid Optimale gezondheid: weerbaarheids- en risicofactoren Een gezonde leefstijl voor iedereen Cognitieve vitaliteit en veerkracht van jong tot oud Innovatieve interventies en technieken 3) Hersenen en onderwijs Leren voor de toekomst Leren met passie: motivatie, exploratie, leerplezier Leren met elkaar 34

35 Leren voor iedereen 4) Hersenen en sociale veiligheid Neurowetenschap en veerkracht Neurowetenschap en recht Neurowetenschap en antisociaal gedrag Neurowetenschap en sociale verbondenheid en conflict Onderzoeks- en ontwikkelingsagenda voor de kinder- en jeugdpsychiatrie Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie heeft samen met de afdelingen Kinderen jeugdpsychiatrie van de UMC s, en met steun van de VNG, een onderzoeks- en ontwikkelingsagenda voor de kinder- en jeugdpsychiatrie ontwikkelt. De thema s in deze agenda zijn als volgt: 1) Onderbouwing van kennis en behandeling met wetenschappelijk onderzoek 2) Uitbreiden van kennis over oorzaken, beschermende of risicofactoren en weerbaarheid 3) Ontwikkeling van kennis over specifieke stoornissen 4) Jeugdigen voor wie de behandeling niet werkt 5) Expliciteren van de waarde van klinische en ambulante zorg 6) Triage en vroegsignalering 7) Jeugdigen bereiken die zorg nodig hebben, maar niet bekend zijn 8) Jeugdigen met een (l)vb en psychische klachten 9) Zorg die aansluit op de jeugdige en het gezin R&D Agenda (PO-raad, VO-raad en NRO) Het doel van de R&D agenda is om het onderwijs structureel te blijven verbeteren voor alle leerlingen in het funderend onderwijs. De R&D agenda geeft richting aan onderzoeksen innovatieprogramma s voor het funderend onderwijs. Dit op basis van de ambities en meest urgente ontwikkelvraagstukken vanuit het funderend onderwijs. De R&D agenda kent vijf thema s, namelijk: 1) Effectief handelen in een professionele organisatie 2) Doorlopende en flexibele leerroutes in de onderwijsketen 3) Maatwerk met digitale leermiddelen 4) Gelijke kansen 5) Onderzoekend en ontwerpend leren Onderzoeksagenda Skills voor de toekomst De onderzoeksagenda Skills voor de toekomst is een uitgave van het skills-platform. Hierin zijn onderzoekers verenigd van universiteiten en verschillende instituten. Eerder heeft dit platform de basis gelegd voor een voorstudie voor programmering van onderzoek en beleid. Voortbouwend op deze voorstudie heeft het skills-platform op een aantal terreinen geïnventariseerd wat de relevante vragen op het gebied van skills zijn. Uit discussies in het skills-platform is een nieuwe indeling voortgekomen, die beter aansluit bij de relevante vragen voor onderzoek (zie figuur 3). De prioriteiten zijn 35

36 onderstreept. De relevante vragen op het gebied van skills gaan over hoe mensen skills leren (leerpsychologie) en blijven leren gedurende hun levensloop, over skills die nodig zijn bij persoonsvorming, burgerschapsvorming en de ontwikkeling van sociale skills, en over het meten van skills. JGZ Preventieagenda Samen met ActiZ Jeugd en GGD GHOR Nederland ontwikkelde het NCJ de JGZ Preventieagenda. In de JGZ Preventieagenda staan 4 pijlers centraal: 1) Ouderschap 2) Hechting 3) Weerbaarheid 4) Gezonde leefstijl Door stevig in te zetten op deze pijlers en krachten te bundelen met andere JGZ organisaties en bondgenoten zoals onderwijs, jeugdhulp en huisartsen kan de JGZ hardnekkige maatschappelijke vraagstukken te lijf gaan. De JGZ preventieagenda is geen onderzoeksagenda, maar richt zich op maatschappelijke uitvoeringsvraagstukken. Digital Societies Research Agenda De VSNU en de daarin verenigde universiteiten ontwikkelden de onderzoeksagenda Digital Societies. In de onderzoeksagenda wordt een hoofdstuk gewijd aan Learning & Education waarin gepersonaliseerd en effectiever (levenslang) leren, zowel formeel als informeel, centraal staan. Deze agenda sluit vooral aan bij de game changer Leren en 36

Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs

Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs INLEIDING De route Jeugd in ontwikkeling, opvoeding en onderwijs stelt het kind (0 25 jaar) centraal, zoals geformuleerd door het VN Kinderrechtencomité 1,

Nadere informatie

Kennisagenda Jeugd Een goede basis voor de jeugd

Kennisagenda Jeugd Een goede basis voor de jeugd Kennisagenda Jeugd Een goede basis voor de jeugd Kennisagenda Jeugd Een goede basis voor de jeugd Inleiding Onze jeugd verdient een goede basis. Kinderen en jongeren moeten gelukkig, gezond, veilig en

Nadere informatie

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei 2018 De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s pagina 2 van 6 Bij kinderen met traumatische ervaringen (ernstige negatieve jeugdervaringen),

Nadere informatie

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen Gezondheidsachterstanden Gelijke kansen voor iedereen Goede gezondheid: niet voor iedereen Een goede gezondheid is een groot goed, voor de individuele burger én voor de samenleving als geheel. We worden

Nadere informatie

Jongerencoaching Raster

Jongerencoaching Raster Jongerencoaching Raster School is de plek waar jonge mensen kennis en vaardigheden ontwikkelen, maatschappelijk toegerust worden tot verantwoordelijke burgers en ondersteund worden hun talenten te ontwikkelen.

Nadere informatie

Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden

Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden Betere zorg voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden Prof. dr. Jany Rademakers NIVEL Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg CAPHRI Care and Public Health Research Institute

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Zelfmanagement voor iedereen haalbaar?

Zelfmanagement voor iedereen haalbaar? Zelfmanagement voor iedereen haalbaar? dr. Monique Heijmans NIVEL Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg 29 juni academische werkplaats Context Groeiende zorgvraag door toename chronische

Nadere informatie

Met een goede start naar de basisschool

Met een goede start naar de basisschool Met een goede start naar de basisschool INSPIRATIEDOCUMENT OVER HET BELANG VAN DE OPVOED- EN OPGROEIOMGEVING VOOR DE ONTWIKKELING VAN JONGE KINDEREN MEE Nederland ActiZ GGD GHOR Nederland MOgroep 1 Over

Nadere informatie

NWA Route Jeugd in Ontwikkeling, Opvoeding en Onderwijs

NWA Route Jeugd in Ontwikkeling, Opvoeding en Onderwijs NWA Route Jeugd in Ontwikkeling, Opvoeding en Onderwijs Het kind centraal! Vraagstelling Wat hebben kinderen en jongeren nodig aan opvoeding, onderwijs en begeleiding zodat zij nu en in de toekomst positief

Nadere informatie

Onderzoeksagenda Kinderrevalidatie

Onderzoeksagenda Kinderrevalidatie De 12 belangrijkste vragen van ouders aan onderzoekers 1. Welke vroege interventies kunnen structurele beperkingen en latere problemen voorkomen of minimaliseren? 2. Welke factoren dragen het meest bij

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Kansrijke Start : samenwerken!

Kansrijke Start : samenwerken! Kansrijke Start : samenwerken! Wat doet de JGZ? Januari 2019 Lianne Verstraten, GGD Gelderland Midden Doel: Meer kinderen een kansrijke start geven Subdoelen: Meer kwetsbare ouders goed voorbereid met

Nadere informatie

Krachten bundelen voor De toekomst van Zwolle

Krachten bundelen voor De toekomst van Zwolle Krachten bundelen voor De toekomst van Zwolle Samenvatting Ontwikkelagenda passend onderwijs en jeugdhulp 12-12-2016 1 Passend onderwijs en jeugdhulp: 2 stukjes van dezelfde puzzel Aantal 0-19 jarigen

Nadere informatie

GEZOND LEVEN, GOED LEVEN GEZONDHEIDSBELEID BERNHEZE & OSS 1. POSITIEVE GEZONDHEID 2. HET PROCES 3. THEMA S GEZONDHEIDSBELEID 4.

GEZOND LEVEN, GOED LEVEN GEZONDHEIDSBELEID BERNHEZE & OSS 1. POSITIEVE GEZONDHEID 2. HET PROCES 3. THEMA S GEZONDHEIDSBELEID 4. GEZOND LEVEN, GOED LEVEN GEZONDHEIDSBELEID 2018-2021 BERNHEZE & OSS 1. POSITIEVE GEZONDHEID 2. HET PROCES 3. THEMA S GEZONDHEIDSBELEID 4. BORGING 1. POSITIEVE GEZONDHEID Positieve gezondheid is je eigen

Nadere informatie

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173 Inhoud Inleiding 7 Deel 1: Theorie 1. Kindermishandeling in het kort 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Aard en omvang 13 1.3 Het ontstaan van mishandeling en verwaarlozing 18 1.4 Gevolgen van kindermishandeling

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling

Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling Richtlijn JGZ-richtlijn Seksuele ontwikkeling 5. Determinanten van seksuele gezondheid-aanbevelingen Om kinderen en jongeren te kunnen ondersteunen in hun seksuele ontwikkeling is het van belang om de

Nadere informatie

Movisie. Voor een duurzame positieve verandering. Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat

Movisie. Voor een duurzame positieve verandering. Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat Movisie Voor een duurzame positieve verandering Preventie van eenzaamheid realistische plannen Jan Willem van de Maat Programma Wat is eenzaamheid en vereenzamen? Wat weten we uit onderzoek over wat werkt?

Nadere informatie

Op expeditie naar waarde(n)

Op expeditie naar waarde(n) Op expeditie naar waarde(n) 21e eeuwse educatie Effectief leiderschap Vakmanschap: de leraar doet ertoe! Verbinding met de gemeenschap Waardengedreven onderwijs Op expeditie naar waarde(n) De hele opvoeding

Nadere informatie

Sociaal-emotionele ontwikkeling jeugd dé basis voor effectiever onderwijs

Sociaal-emotionele ontwikkeling jeugd dé basis voor effectiever onderwijs Sociaal-emotionele ontwikkeling jeugd dé basis voor effectiever onderwijs De Samenwerkende Gezondheidsfondsen en partijen uit wetenschap, beleid en praktijk, zien graag structurele aandacht voor de sociaal-emotionele

Nadere informatie

Overzicht trainingsaanbod GGZ

Overzicht trainingsaanbod GGZ Overzicht trainingsaanbod GGZ Nu met ZonMw subsidie voor gemeenten! U zult het ongetwijfeld in uw gemeente ervaren: mensen met psychische en psychiatrische problemen, een licht verstandelijke beperking

Nadere informatie

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis IDENTITEITS- BEWIJS ' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis 2 Onderwijs draait om mensen Als wij in onze onderwijsinstelling iets willen bereiken, dan

Nadere informatie

De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken?

De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken? De patiënt als partner in de zorg: gaat dat echt lukken? Prof. dr. Jany Rademakers NIVEL Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg CAPHRI Maastricht University Vakgroep Huisartsgeneeskunde,

Nadere informatie

Doorbreken van de cirkel van intergenerationele overdracht van geweld

Doorbreken van de cirkel van intergenerationele overdracht van geweld Onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken Doorbreken van de cirkel van intergenerationele overdracht van geweld VoorZorg doorbreekt de cirkel Onderzoeksprogramma Hoe effectief zijn we in het beschermen

Nadere informatie

Ouderschap en Ouderbegeleiding. Vaardig en weerbaar ouderschap

Ouderschap en Ouderbegeleiding. Vaardig en weerbaar ouderschap Ouderschap en Ouderbegeleiding Vaardig en weerbaar ouderschap Vragen Ouders van jonge kinderen zijn in emotioneel opzicht minder gelukkig dan niet-ouders 1. Klopt 2. Klopt niet Welke stelling klopt? 1.

Nadere informatie

Notitie. GGZ Rivierduinen. GGZ Rivierduinen Samen kiezen voor kwaliteit Zorgvisie 2015

Notitie. GGZ Rivierduinen. GGZ Rivierduinen Samen kiezen voor kwaliteit Zorgvisie 2015 Notitie GGZ Rivierduinen GGZ Rivierduinen Zorgvisie 2015 Blad 1 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Missie... 2 3. Visie... 2 3.1. Herstel als leidend principe... 2 3.2. Passende Zorg... 3 3.3 Hoge professionele

Nadere informatie

Onderwijs - onderzoek

Onderwijs - onderzoek Onderwijs - onderzoek Belangrijkste punten uit ervaringsonderzoek School en Vriendschap Publieksversie december 2018 Heeft het schooltype invloed op sociale leven van leerling met een beperking? Vooraf

Nadere informatie

2013-2017. Huiswerkbeleid

2013-2017. Huiswerkbeleid 01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het

Nadere informatie

Samen voor een sociale stad

Samen voor een sociale stad Samen voor een sociale stad 2015-2018 Samen werken we aan een sociaal en leefbaar Almere waar iedereen naar vermogen meedoet 2015 Visie VMCA 2015 1 Almere in beweging We staan in Almere voor de uitdaging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.

Nadere informatie

Strategische Agenda Een gezond en veilig bestaan voor onze inwoners in Zaanstreek-Waterland

Strategische Agenda Een gezond en veilig bestaan voor onze inwoners in Zaanstreek-Waterland Strategische Agenda 2018-2021 Een gezond en veilig bestaan voor onze inwoners in Zaanstreek-Waterland Vastgesteld Algemeen Bestuur 18 oktober 2018 Inleiding In de door het Algemeen Bestuur in december

Nadere informatie

Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns

Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns Impact afhankelijk van aantal factoren: Eigenschappen van trauma zelf Eigenschappen van het kind Eigenschappen van omgeving Eigenschappen

Nadere informatie

De jeugd heeft de toekomst,

De jeugd heeft de toekomst, Datum 28-01-2014 1 De jeugd heeft de toekomst, maar minder voor de een dan voor de ander Greetje Timmerman, Hoogleraar Jeugdsociologie Rijksuniversiteit Groningen Datum 28-01-2014 2 Uitkomsten Gezond Opgroeien

Nadere informatie

Samen met de klant. Strategieplan

Samen met de klant. Strategieplan Samen met de klant Strategieplan 2019-2021 Aan het verhaal van Blijf Groep wordt iedere dag geschreven Veiligheid, betrokkenheid en het duurzaam stoppen van geweld: dat is waar Blijf Groep al meer dan

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Lastige samenwerking 9 Inleiding 11 Leeswijzer 15

Lastige samenwerking 9 Inleiding 11 Leeswijzer 15 Inhoud Lastige samenwerking 9 Inleiding 11 Leeswijzer 15 Deel 1 Theorie 1 Psychiatrische stoornissen, beknopt 19 2 Algemene theoretische achtergronden 27 3 De relatie patiënt-professional 39 4 De gezondheidszorg

Nadere informatie

Samenwerken aan welzijn

Samenwerken aan welzijn Samenwerken aan welzijn Richting en houvast 17 november 2017 Het organiseren van welzijn Het afgelopen jaar hebben we met veel inwoners en maatschappelijke partners gesproken. Hiermee hebben we informatie

Nadere informatie

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda 2012-2013 Inleiding M&S Breda bestaat uit acht organisaties die er voor willen zorgen dat de kwetsbare burger in Breda mee kan doen. De deelnemers in M&S Breda delen

Nadere informatie

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter Onze ideologie We zien iedereen als uniek en waardevol. Ieder kind heeft talenten en samen gaan we die ontdekken en ontwikkelen. Hierdoor kunnen

Nadere informatie

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' identiteitsbewijs ' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' Erasmus 4 Onderwijs draait om mensen Onderwijs draait om mensen. Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie,

Nadere informatie

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA)

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA) Conclusie Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA) ecbo - De relatie tussen laaggeletterdheid en armoede A 1 conclusie

Nadere informatie

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN MISSIE WIE IS ZORGBUREAU JOKIJO? JoKiJo is een kleinschalig, betrokken zorgbureau dat hulp richt op de specifieke hulpvraag, wensen en behoeften van iedere

Nadere informatie

Samen op weg naar een gezonder zorglandschap Een unieke mix in Bergen en Afferden

Samen op weg naar een gezonder zorglandschap Een unieke mix in Bergen en Afferden Samen op weg naar een gezonder zorglandschap Een unieke mix in Bergen en Afferden Dr. Hans Peter Jung, huisarts Afferden (L) Dr. Miranda Laurant, lector Organisatie van Zorg en Dienstverlening, Hogeschool

Nadere informatie

Conferentie Aanpak armoede en schulden in Leiden Relatie met gezondheid: wat staat ons te doen? Irene Lottman GGD HM, 18 september 2018

Conferentie Aanpak armoede en schulden in Leiden Relatie met gezondheid: wat staat ons te doen? Irene Lottman GGD HM, 18 september 2018 Conferentie Aanpak armoede en schulden in Leiden Relatie met gezondheid: wat staat ons te doen? Irene Lottman GGD HM, 18 september 2018 Opzet Introductie GGD Hollands Midden Relatie tussen armoede, schulden

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Voorlichting Dialoogtafelmethodiek. Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals

Voorlichting Dialoogtafelmethodiek. Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals Voorlichting Dialoogtafelmethodiek Korte versie voor de deelnemende aan de dialoogtafel professionals Academische Werkplaatsen TJ Wat? Kennisinfrastructuur waarin praktijk, beleid, onderzoek en onderwijs

Nadere informatie

Collectief aanbod Jeugd Houten

Collectief aanbod Jeugd Houten Collectief aanbod Jeugd Houten Groepsmaatschappelijk werk Santé Partners in Houten 2018-2019 1 Inhoud Blz. Training Sterk staan 9-12.... 3 Zomertraining Plezier op School (aankomende brugklassers). 4 Assertiviteitstraining

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

[Checklist] voor activiteiten die zich richten op eenzaamheid

[Checklist] voor activiteiten die zich richten op eenzaamheid [Checklist] voor activiteiten die zich richten op eenzaamheid Het bevorderen van zelfredzaamheid en volwaardig meedoen in de stad zijn de hoofddoelen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Elke

Nadere informatie

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur Inleiding Dat goede voeding een bijdrage levert aan de gezondheid van mensen, is algemeen bekend. Toch eet slechts een klein percentage van

Nadere informatie

Kinderwerk op school

Kinderwerk op school Kinderwerk op school Raster In de afgelopen jaren is de samenwerking tussen het onderwijs en het Kinderwerk van Raster sterk ontwikkeld. Waar we in het begin van de samenwerking nog voorzichtige stappen

Nadere informatie

Jonge mantelzorgers FACT MANTELZORG. Eén op de zes jongeren geeft mantelzorg SHEET. Gelderland-Zuid. verslaafd gezinslid E-MOVO

Jonge mantelzorgers FACT MANTELZORG. Eén op de zes jongeren geeft mantelzorg SHEET. Gelderland-Zuid. verslaafd gezinslid E-MOVO Gelderland-Zuid E-MOVO 2015-2016 De resultaten in deze factsheet zijn afkomstig uit het 4 e E-MOVO jongerenonderzoek. In 2015 werd dit onderzoek uitgevoerd onder ruim 10.000 leerlingen in het voortgezet

Nadere informatie

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs onderwijsgroep noord identiteitsbewijs 'Zijn wie je bent. Dat is geluk.' Erasmus 4 Onderwijs draait om mensen Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie, energie

Nadere informatie

Hoogeveen, een fantastische gemeente

Hoogeveen, een fantastische gemeente Hoogeveen, een fantastische gemeente Maar geen goede gemeente om op te groeien. - Woont 57% van de kinderen in een achterstandswijk - Leven bijna 1000 kinderen in een huishouden op 110% van het sociaal

Nadere informatie

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren Werkplaatsen Sociaal Domein Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren www.werkplaatsensociaaldomein.nl Verbinden en versterken De transitie en vooral de daaruit voortvloeiende transformaties

Nadere informatie

Opleiding ouderbegeleiding

Opleiding ouderbegeleiding Opleiding ouderbegeleiding me nse nkennis vanuit een visie op ouderschap in ontwikkeling Als je krachtgericht werken met het netwerk rond het kind wilt invullen, dan zit hier alles in. Vanuit een betere

Nadere informatie

Samen naar huis Een eind aan residentiële jeugdhulp? Gerard Besten, Gezinshuis.com

Samen naar huis Een eind aan residentiële jeugdhulp? Gerard Besten, Gezinshuis.com Samen naar huis Een eind aan residentiële jeugdhulp? Gerard Besten, Gezinshuis.com Ieder kind wil.ongeacht wat hij heeft meegemaakt ergens bij horen thuis kunnen zeggen vertrouwde mensen om zich heen en

Nadere informatie

CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM

CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM CONTOUREN ACTIEPLAN JGZ PREVENTIE SCHOOLVERZUIM Snel terug naar school is veel beter! Meerjarenprogramma 2017-2020 Schoolverzuim is een actueel en groeiend maatschappelijk probleem. De JGZ-sector heeft

Nadere informatie

Visiedocument bestuurlijke samenwerking & IKC vorming

Visiedocument bestuurlijke samenwerking & IKC vorming Visiedocument bestuurlijke samenwerking & IKC vorming SAMEN LEREN, ONTWIKKELEN, WERKEN, LEVEN EN OPVOEDEN 22-10- 2018 REGIO LANGEDIJK & HEERHUGOWAARD Motto: IkKanNu Inhoudsopgave Samenvatting:... 1 Inleiding...

Nadere informatie

Groot Perinataal Overleg preventie en cliënten participatie

Groot Perinataal Overleg preventie en cliënten participatie Groot Perinataal Overleg preventie en cliënten participatie 20-11-2017 MARJA REXWINKEL, KLINISCH PSYCHOLOOG INFANT MENTAL HEALTH SPECIALIST 1001 kritieke dagen groei van het brein, ontstaan van veilige

Nadere informatie

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - - Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills 21st Century Skill Jouw talent Vaardigheden Gedragsindicatoren J L Ik weet wat ik wil Ik weet wat ik kan Ik ga na waarom iets mij interesseert

Nadere informatie

Intensieve Ondersteuning Gezin en begeleiding

Intensieve Ondersteuning Gezin en begeleiding Advanced Therapy Intensieve Ondersteuning Gezin en begeleiding Ibtisam Rizkallah 06-44464540 026-3891964 info@advancedtherapy.nl Inhoud 1 Intensieve Ondersteuning Gezin (IOG)... 2 1.1 Inhoud en doelgroep...

Nadere informatie

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012 Morele Ontwikkeling van Jongeren Hanze Jeugdlezing 2012 Wiel Veugelers Universiteit voor Humanistiek Universiteit van Amsterdam Opbouw verhaal Wat is morele ontwikkeling? Wat leert onderzoek over morele

Nadere informatie

Behoefte aan begeleiding vanwege een lichamelijke beperking.

Behoefte aan begeleiding vanwege een lichamelijke beperking. Bijlage 4 Ondersteuningsprofielen Jeugd (vooralsnog concept) Sociaal Domein Fryslân Profiel 1 Behoefte aan het verbeteren van psychosociaal functioneren jeugdige en verbeteren van gezinscommunicatie. Profiel

Nadere informatie

4.3. Aanbod voor (ouders van) basisschoolkinderen

4.3. Aanbod voor (ouders van) basisschoolkinderen Alle ouders met kinderen tot 4 jaar die in ons werkgebied wonen. Pedagoog. 4.3. Aanbod voor (ouders van) basisschoolkinderen Dit aanbod is gericht op kinderen die naar de basisschool gaan en hun ouders.

Nadere informatie

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst Leraar Schoolleider Bestuurder Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst.

Nadere informatie

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren Notitie versie 1.0 September 2016 Door Frea Haker (Gezond in ) Eveline Koks (Jongeren Op Gezond Gewicht) Anneke Meijer (Coördinatie Gezond Gewicht Fryslân

Nadere informatie

Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum

Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum - het 10 punten participatie plan - Het Ben Sajetcentrum is een academische leerwerkplaats waar we de praktijk van / in de zorg willen

Nadere informatie

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Bijlage 7: Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Visie opleidingen Pedagogiek Hogeschool van Amsterdam Wij dragen als gemeenschap en daarom ieder van ons als individu, gezamenlijk

Nadere informatie

Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid

Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid 5/15/2014 Lezing Jongeren aan de Onderkant van de Arbeidsmarkt Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid A.holwerda01@umcg.nl 050-3638274 1 ParticipatieWet Gemeenten integrale

Nadere informatie

BESTUURLIJK TRANSFORMATIE AKKOORD JEUGD DRENTHE

BESTUURLIJK TRANSFORMATIE AKKOORD JEUGD DRENTHE BESTUURLIJK TRANSFORMATIE AKKOORD JEUGD DRENTHE 2019-2022 1 INLEIDING Binnen de jeugdhulpregio Drenthe zijn de gemeenten in 2017 geconfronteerd met een tekort op het jeugdhulpbudget. De verwachting is

Nadere informatie

De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie

De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie Inleiding Rutger Hageraats Symposium De Bascule 26-06-2015 De uitdagingen van de transformatie zijn de kansen voor de JGGZ en zijn academische functie De aanleiding Wat was er ook alweer aan de hand? Niet

Nadere informatie

Strategisch beleidsplan O2A5. De dialoog als beleid

Strategisch beleidsplan O2A5. De dialoog als beleid Strategisch beleidsplan O2A5 De dialoog als beleid Bij de tijd, open, boeiend en passend, dat zijn zowel het onderwijs als de werkwijze van O2A5. We hebben dan ook gekozen voor een vernieuwende en eigentijdse

Nadere informatie

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Een speciale uitdaging voor het huisartsenteam en het steunnetwerk Dr. Jany Rademakers, NIVEL Drs. Jeanny

Nadere informatie

Breda s Toetsingskader

Breda s Toetsingskader Breda s Toetsingskader Inleiding De organisaties die samenwerken in Zorg voor elkaar Breda delen het uitgangspunt dat welzijn en zorg in de eerste plaats van mensen zelf zijn. Zij hebben als doel dat kwetsbare

Nadere informatie

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z Samen doen Zorgvisie Zorg- en dienstverlening van A tot Z Wat en hoe? 3 W Samen met de cliënt bepalen we wát we gaan doen en hóe we het gaan doen. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen op diverse

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

De lessen kunnen op elk gewenst tijdstip bekeken worden. Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige.

De lessen kunnen op elk gewenst tijdstip bekeken worden. Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige. 4.2.12. Digitale opvoedondersteuning voor ouders van het jonge kind Ondersteuning in de vorm van een aantal online lessen voor ouders met kinderen tot 4 jaar, om ze voor te bereiden op de (toekomstige)

Nadere informatie

Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur

Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur Inleiding Bewegen is voor veel mensen niet vanzelfsprekend. Professionals zijn nodig om belemmeringen bij mensen weg te nemen, hen te adviseren,

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORTAGE ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MENSENRECHTEN IN CARIBISCH NEDERLAND

SAMENVATTING RAPPORTAGE ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MENSENRECHTEN IN CARIBISCH NEDERLAND SAMENVATTING RAPPORTAGE ARMOEDE, SOCIALE UITSLUITING EN MENSENRECHTEN IN CARIBISCH NEDERLAND Inleiding U leest een samenvatting van de vijfde Rapportage Mensenrechten in Nederland van het College voor

Nadere informatie

Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos

Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos Bijlage 2 Onderwerpen/deelprojecten regionaal uitvoeringsprogramma depressiepreventie 2008 t/m 2011 Gelderse Roos A1 Uitbrengen jaarkrant A2 Advertentie huis aan huis bladen A3 Consultatie B1 Brochures

Nadere informatie

Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie

Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie Lumina Life is een uniek instrument dat medewerkers in de zakelijke markt helpt om duurzaam gezond en vitaal te kunnen blijven

Nadere informatie

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject Deze lijst is het onderzoekresultaat van een PWO-traject binnen de lerarenopleidingen van de KAHO Sint-Lieven,

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal 360 GRADEN FEEDBACK Jouw competenties centraal Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Over gedrag en de... 4 3. Totaalresultaten... 5 4. Overzicht scores per competentie... 7 5. Overschatting-/onderschattinganalyse...

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs Werkgevers Ondernemers In gesprek over de inhoud van het onderwijs 1 Algemeen Doe mee en praat mee! Antwoord of reactie op deze vraag? Dé landelijke dialoog over ons onderwijs en de toekomst. Deel gedachten,

Nadere informatie

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota 2 Samenvatting van de concept kadernota - Heel het Kind Heel het Kind Op 18 februari 2014 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Jeugdwet aangenomen. Daarmee

Nadere informatie

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar

Universiteit Opleiding Cursus Beschrijving Link. Vaardigheidsonderwijs 2e jaar Overzicht bachelorcursussen Dit overzicht geeft een groot aantal bachelorcursussen weer die aandacht besteden cultuur en/of gender op het gebied van gezondheidszorg. Het overzicht betreft cursussen uit

Nadere informatie

Vilnius resolutie: betere scholen door gezondheid (better schools through health) 17 juni 2009

Vilnius resolutie: betere scholen door gezondheid (better schools through health) 17 juni 2009 Vilnius resolutie: betere scholen door gezondheid (better schools through health) 17 juni 2009 Vilnius resolutie: betere scholen door gezondheid 17 juni 2009 Inleiding Onderwijs en gezondheid hebben een

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met

De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met Doelgericht werken De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met elkaar. Wat zien en horen we als onze

Nadere informatie