H ontgronding op aan Van Wiggen verpachte,;;!grond

Transcriptie

1 H ontgronding op aan Van Wiggen verpachte,;;!grond

2 G E M E E N T E C U L E M B O R G RAPPO R T VO O R B U R G EM EESTER EN WETHOUDERS 24 december 1975 Ontgronding Redichemse Waard Een van de pachters van de gronden op de Redichemse Waard, welke de gemeente in erfpacht h e e ft, n.1. de heer Van Wiggen deelde mij hedenmorgen mede, dat de heer Sanderse op de aan hem verpachte grond begonnen was met de u itb re id in g van de ontgronding, zonder dat met hem tevoren overleg was gepleegd. Reeds deze zomer had de heer Sanderse hem medegedeeld, dat het in z ijn voornemen la g de ontgronding door te z e tte n, waarop de heer Van Wiggen z ic h met de heer Lokhorst h eeft verstaan over de pachtrechten, v/elke z i. dienen te worden geëerbiedigd, Nog kortgeleden h eeft h i j weer contact met de heer Lokhorst opgenomen en deze zou gezegd, hebben dat h ij hierover een b r ie f aan het gemeente bestuur h ee ft geschreven. Op de a fd e lin g i s deze b r ie f n ie t bekend, de heer Lokhorst was deze dag afw ezig, zodat te le fo n isch e inform atie op n ie ts u i t l i e p. * Aangezien de d o ssie rs v e le tekeningen bevatten, betrekking hebbende op de Redichemse Waard, doch j u i i t die tekeningen, welke behoren b i j de erfpachtsovereenkomst en b i j de ontgrongingsvergunning n ie t, heb ik de heer Van Wiggen n ie t kunnen informeren, waarop de heer Sanderse eventueel z i g s recht heeft t. a. v. de ontgronding. Hierop heb ik met de P ro vin ciale Waterstaat te le fo n is c h contact gezocht en de heer Simon Thomas geinforraeerd over de opnieuw aan gevangen ontgronding en gevraagd o f d it in overeenstemming was met de ontgrondingsvergunning. Deze zou zo m ogelijk vandaag nog de betreffende o p zich ter de heer Van der Wal vragen hem hierover te rapporteren. Volgende week komt daarover te le fo n is c h o f s c h r ift e l i j k advies naar de se c r e ta r ie. Daarna heb ik de heer Sanderse sr. aan de l i j n gehad en hem gevraagd wat h ij aan het doen was. Hij deelde mij mede dat h ij begonnen was aan de u itv o e r in g van de ± ss±2± ontgronding volgens de la a ts te tekening van de gemeente, d. i. het n ie t v astg e ste ld e plan Redichemse Waard, waarbij de uitgan g naar de Lek i s gelegd ttissen de tweede en derde k r ib, t e r w ijl deze volgens de tekeningen welke b ij de verpachtingen behoort, i s gelegen tussen de 1e en 2e. k rib, gerekends vanuit de rivier. Dat houdt dus in dat fcfcj de ontgronding wordt voortgezet op de aan de heer Van Wiggen verpachte grond. Ik heb hem gewaarschuwd, dat deze tekening voor wat de ontgronding b e tr e ft geen rechtskracht h eeft en dat ik de heer Simon Thomas daarover heb in g e lic h t. Vervolgens dat h i j n ie t aan de verpachte grond van de heer Van.Wiggen mag komen, zonder toestemming van de pachter en dat h i j moet rekenen op een schade claim. De heer Sanderse h eeft gevraagd om op korte term ijn een bespreking met mij te mogen hebben. Dat zal begin januari moeten z ijn. Het komt mij voor dat het goed is daar ook Mr. Wijn en eventueel de heer Lokhorst b i j te vragen."'graag Uw goedkeuring hiervoor. Afd./Algeméne Zaken, j fl1

3 I cc o «- GEMEENTE CULEMBORG H RAPPORT VOOR BURGEMEESTER EN WETHOUDERS l.., x 29 d e c e m b e r Onderwerp: O ntgronding Redichemse Waard Bijlagen: Ten v e r v o lg e op m ijn rapport dd. 24 decombor 1975 inzake boven verm eld onderwerp d e e l ik U mede, dat hedenmorgen de heer ijandorse i: j r. m ij t e le fo n is c h mededeelde dat- z i j n vader mij n ie t govraagd h e e ft pm een g esp rek inzake de ontgronding van hot p erceel grond in pacht b i j de heer Van Wiggen. H ij z e i m ij dat de ontgronding op het p e r c e e l wórdt doorgezet aangezien deze in overeenstemming is met de b i j hem berustende teken in g van de gemeente en evenzeer in overeenstemming i s met z ijn ontgrondingsvergunning. H ij zei mij v o o rts d a t de gemeente niejt_gerechtigd_was om de grond op langdur i g p a ch tco n tra ct aan de heer Van Wiggen t e verpachten. Het en ig é wat ik h iero p heb geantwoord i s dat d e zerzijd s do ju is t e tek en in g en z u lle n worden opgeacoht en de con tracten zu llen worden n a g e le zen, waarna de gemeente e r zo nodig op teru g zou komen. Het komt m ij voor dat thans weer grote m oeilijkheden dreigen, w aarb ij de g r o o ts t m o gelijke v o o rzic h tig h e id betrach t dient te worden.

4 Mr J. P.WIJN MrJ.J.STAEL Mr J.J. BERTRAMS Mr J.W. DIEKER MrW.M. J.BEKKERS Mrl. M. JEBBINK u t r e c h t, 20 a p r il P O S T B U S 354 AD VO CATEN EN P R O C U R E U R S MALIESINGEL 19 GIRO: t.n.v. M n. WIJN en STAEL c. B AN K : A. B.N. Kantoor Jan Rtkenlngnummer tn.v. Mn. WIJN en STAEL c.a. t e l e f o o n : «30) Het C o lle g e van Burgemeester en Wethouders Stadhuis Culemborg Geacht C o lle g e, in zake; Redichemse Waard-van Wiggen/Sanderse Naar a a n le id in g van Uw verzoek rechtsm aatregelen t e nemen tegen de heren Sanderse om een einde te maken aan hun inbreuken op h et land in pacht b ij de h eer van Wiggen, h et navolgende. Deze zaak le e n t z ich - gezien h e t spoedeisende k a ra k te r - voor een behandeling in k o rt geding. D it k o rt geding kan worden aangespannen ofwel door Uwe gemeente, d ie a ls verp ach tster het r u s tig genot moet versch a ffe n aan pachter van Wiggen, ofwel door Uwe gemeente samen met de heer van Wiggen, ofw el a lle e n door de h eer van Wiggen a ls pachter. Zoals ik de h eer T r e ffe r s mededeelde, komt het mij h e t b e ste voor om h e t k o rt geding aan te spannen te n name van de h eer van Wiggen a lle e n. In d it geval toch kan eenvoudig g e ste ld worden, dat de heer van Wiggen p ach ter i s en dat de heren Sanderse inbreuk op z i jn re ch t a ls pachter genaakt hebben. Een u itvoerige d is c u s s ie over de rechtsverhouding tussen Uwe gemeente en de heren Sanderse kan dan w a a rsch ijn lijk voorkomen worden, daar de h eer van Wiggen daar v o lle d ig buiten s t a a t. De h eer van Wiggen heb ik daarvan op de hoogte gesteld onder m ededeling, dat de kosten voor rekening van de gemeente komen. Hij stemt hiermede in. Copie van de dagvaarding doe ik U h ie r b ij toekomen. Van h e t verloop houd ik U vanzelfsprekend op de hoogte.

5 Heden Ten verzoeke van JAN LODEWIJK VAN WIGGEN, wonende te Culemborg, te dezer zake domicilie kiezende te Utrecht aan de M aliesingel no. 19, ten kantore van de advocaat en procureur Mr J.P. Wijn, die door eiser to t z ijn procureur wordt gesteld en als zodanig voor hem za l occuperen, Heb ik, ingevolge mondelinge la s t van de E.A. Heer President van de Arrondissements-Rechtbank te Utrecht nowivaart) IN KORT GEDING; 1) De besloten vennootschap PROJEKT-MIJ SANDERSE B.V., gevestigd te Culemborg aldaar te haren kantore aan de Elisabethdreef no. 7 mijn e x p lo it doende, daarbij sprekende met en afsch rift dezes latende aan: 2) GERRIT G. SANDERSE, wonende te Culemborg aan de Elisabethdreef no. 7, aldaar te zijnen woonhuize mijn exploit doende daarbij sprekende met en a fs c h r ift dezes latende aan: 3) HENDRIK K. SANDERSE, wonende te Culemborg aan de Helling no.. 1, aldaar te zijnen woonhuize mijn exploit doende, daarbij sprekende met en a fs c h r if t dezes latende aan:

6 CM: op donderdag, de negenentwintigste april 1900 zes en zeventig des voormiddags te uur, te verschijnen ter terechtzitting van de E.A. Heer President van de Arrondissements-Rechtbank te Utrecht, rechtdoende in kort-geding, welke terechtzitting zal worden gehouden in het Paleis van J u stitie aan de Hamburgerstraat no. 28 aldaar; TENEINDE: alsdan en aldaar te horen eis doen en concluderen, dat: I 1) Aangezien eiser blijkens pachtcontract d.d. 27/29 juni 1970, 1 1 goedgekeurd door de Grondkamer voor Gelderland d.d. 29 september 1970, heeft gepacht en in pacht ontvangen van de gemeente Culemborg enige percelen grasland, deel uitmakend van de Redichem- sewaard en kadastraal bekend als gemeente Culemborg, sectie A nos. 171, 179 gedeeltelijk en 188 gedeeltelijk, een en ander ter totale oppervlakte van ha.; 2) Aangezien gedaagden reeds vanaf 1970 van het bestaan van voomoemde pachtovereenkomst op de hoogte waren; 3) Aangezien gedaagden sub 2 en 3, die onder meer de enige directeuren zijn van gedaagde sub 1 in die hoedanigheid, althans pro se in of omstreeks december 1975 een gedeelte van voomoemd pachtland - ter oppervlakte van * 23 are - volledig hebben doen vernielen door met een dragline daarvan de graszoden en de teeltlaag - ter diepte van * 0.50 m - te verwijderen en op een hoop te zetten; 4) Aangezien na protest van eiser entussenkomst van de gemeente Culemborg gedaagden toen met deze vernielingen zijn opgehouden; 5) Aangezien gedaagden echter medio maart 1976 vrijwel de gehele heining met heiningplaen rond het litigieuse pachtland hebben vervijderd en d it pachtland hebben getrokken bij het aangrenzend land, in gebruik bij gedaagden, althans gedaagden Bub 2 en 3 en gedaagden sub 2 en 3 het litigieuse pachtland thans beweiden met hun eigen vee.;

7 6) Aangezien gedaagden sub 2 en 3 voorts aan eiser hebben medegedeeld, dat indien e is e r nieuwe heiningen zal aanbrengen, z i j deze terstond opnieuw zullen verwijderen, terwijl Ksij e is e r voorts hebben medegedeeld het litig ie u se pachtland op korte term ijn geheel te zullen ontgronden; 7) Aangezien a lle voomoemde handelingen geschied» tegen de w il van e ise r en s t r ijd ig met diens rechten a ls pachter, oplcvcrcn even zovele onrechtmatige daden; 8) Aangezien e ise r door d it onrechtmatig handelen ernstig wordt benadeeld, temeer waar het weideseizoen is aangebroken; 9) Aangezien deze zaak derhalve spoedeisend is ; 10) Aangezien e is e r z ijn rechten terzake van de door hem ten deze reeds geleden en nog te lijd e n schade, volledig voorbehoudt ; ' MITSDIEN: het U, E.A. Heer President, behage b ij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar b ij voorraad gedaagden - hoofdelijk - te veroordelen cm: a. binnen twee dagen na het ten deze te wijzen vonnis hun vee, althans het van hunnentwege, althans met hun toestemming aanwezige vee op voomoemde percelen kadastraal bekend a ls gemeente Culemborg, sectie A nos. 171, 179 g e d e e lte lijk en 188 g e d e e lte lijk, en voor zover in pacht b ij e ise r, te verwijderen en verwijderd te houden; b. Binnen v ie r dagen na het ten deze te wijzen vonnis een nieuwe heining rondom voernoemd gepachte aan te brengen op de grens van het door eiser gepachte en welke heining zal moeten bestaan u it gecreoteseerde palen met twee puntdraden aangebracht op resp ectievelijk ongeveer 50 en 100 cm. boven het naaiveld;

8 . Binnen twee weken na het ten deze te wijzen vonnis de verwijderde te e ltla a g weer g e lijk e lijk over dat gedeelte van voomoemde pachtpercelen waarvan deze verwijderd is terug te brengen en in te zaaien met een grasmengsel van een soort en kw aliteit als op d it pachtland gebruikt, een en ander onder verbeurte ten behoeve van eiser van een dwangsom groot f 1.000, voor iedere dag, een gedeelte van een dag voor een gehele gerekend dat gedaagden o f een van hen in gebreke b l i j f t aan de irihoud van het vonnis o f enig deel daarvan te voldoen; wijders met hun veroordeling in de kosten van deze procedure. De kosten dezes z ijn voor m ij, deurwaarder, f l.

9 i i t b f c HT. 10 mei 1976.

10 js Kort Geding nr. 116/ mei Vonnis in de za a k van: JAN LODEWIJK VAN WIGGEN, wonende te Culemborg, e i s e r, procureur: mr. J.P. Wijn; t e g e n 1. dé besloten vennootschap PROJEKT-MlJ SANDERSE B.V., gevestigd te Culemborg, 2. GERRIT G. SANDERSE, wonende te Culemborg, 3. HENDRIK K. SANDERSE, wonende te Culemborg, g e d a a g d e n, procureur: mr. J.W.M. Wagenaar; Utrecht, Wij, president van de arrondissementsrechtbank te rechtdoende in kort geding; Gehoord p a rtije n ; I Gezien de stukken; ten aanzien van de f e it e n : Overwegende dat e is e r de gedaagden voor Ons h eeft doer dagvaarden en te dienende dage, 29 a p ril 1976, van e is heeft geconcludeerd overeenkomstig de inhoud van het ex-. p lo it van dagvaarding, waarvan een fotocopie aan d it vonnis is gehecht, waarna h ij z ijn vordering b ij monde van z ijn procureur nader heeft to eg elich t aan de hand van nadien overgelegde p le it n o t it ie s, daarbij enige producties in het geding brengende;

11 Kort Geding nr. 116/1976 Overwegende dat gedaagden de vordering en stellingen van e is e r b ij con clu sie van antwoord hebben bestreden, hierop b ij monde 'van hun procureur een to elich tin g hebben gegeven - op-welk verweer Wij hieronder voor zoveel nodig zu llen terugkomen - en enige producties in het geding hebben gebracht; Overwegende dat na verder debat, waarbij Ons tevens j enige in lic h tin g e n z ijn verschaft door de ook in persoon' verschenen e is e r, alsmede door de ook in persoon verschenen gedaagden sub 2 en 3, sub 1, beiden directeur van gedaagde p a rtije n de stukken to t het wijzen van vonnis aan Ons hebben overgelegd; ten aanzien van het re ch t: Overwegende dat de spoedeisendheid van de zaak, door gedaagden overigens niet betw ist, u it het gestelde en gevorderde genoegzaam aannemelijk is geworden; Overwegende wat thans de zaak zelve aangaat, dat als en erzijd s g e steld en anderzijds erkend dan wel niet weersproken ten processe va ststa at: - dat de N.V. Sidney Maatschappij tot E xploitatie en Be-. j heer van Onroerende Goederen (verder te noemen: "Sidney",' eigenares van percelen in de Redichemse Waard te Culem- borg tot een to ta a l van ruim 77 hectare, deze percelen 'in erfpacht heeft uitgegeven aan de Gemeente Culemborg (verder te noemen: "de Gemeente") bij in de openbare reg is te r s overgeschreven n otariële akte van 1 december 1969; - dat in punt g van voormelde akte onder meer is bepaald: "de Gemeente is, behoudens het hierna bepaalde, verplicht ten aanzien van Sidney, om de in erfpacht ontvangen gronden te verpachten voor agrarisch gebruik. Echter zullen niet worden verpacht de "terp", uitmakende een gedeelte van kadastraal perceel nummer 178, alsmede een in de naaste omgeving van de terp, de daarop aanwezige. beplanting en het water gelegen oppervlakte van ongeveer v i j f t i e n hectaren. Hierin zijn begrepen de eventueel met [ #1 I I ^

12 Kort Geding nr. 116/ inachtneming van het plan "Vallen" te ontzanden percelen' - dat in punt h van voormelde akte is bepaald: "Sidney is bevoegd van de h ie rb ij in erfpacht uitgegeven gronden, gedeelten van de kadastrale percelen nummers 25, 179, 188 en 189 te harer bate te ontzanden overeenkomstig de thans door Gedeputeerde Staten van Gelderland verleende ontzandingsvergunning"; en door eiser - dat e ise r b lijk e n s (door de Gemeente op 29 juni 1970/ P 2? J ^ ondertekend) p ach tcon tract, van de Gemeente enige van de voormelde Redichemse Waard deel uitmakende percelen, tè weten de percelen kadastraal bekend Gemeente Culemborg se ctie A nummers 171, 179 g e d e e lte lijk en 188 gedeeltelij plus aanwas, tot een to ta le oppervlakte van ongeveer 3- hectare heeft gepacht en thans nog. in pacht heeft; : - dat gedaagden van een gedeelte van voornoemd pachtland de graszoden en te e ltla a g hebben verwijderd en voorts vrijw el de gehele omheining om het pachtland hebben weggehaald en het overige pachtland met vee van de gedaagden sub 2 en 3 beweiden; Overwegende dat e ise r thans, za k e lijk weergegeven, vordert, dat gedaagden het iit ig ie u z e pachtland in de oude toestand h erstellen ; Overwegende dat gedaagden daartegen hebben aangevoerd, z ij een van Sidney a ls eigenares a fg eleid recht hebben om over dat gedeelte van het door eise r van de Gemeente gepachte te beschikken, waar z ij thans een vaargeul naar de riv ie r de Lek tot stand.w illen brengen, en niet gehouden zijn de pacht van e ise r, voorzover op dat gedeelte betrekking hebbende, te eerbiedigen, daar de Gemeente op grond van het erfpachtscontract niet bevoegd was om dat gedeelte aan eise r te verpachten; rent f. i. r Overwegende daarom^/, dat naar Ons voorlopig oordeel het in de notariële akte vastgelegde, in de openbare registers overgeschreven en mitsdien voor derden kenbare erfpachtscontract niet du idelijk en concreet genoeg aangeeft, welke onderdelen van de Redichemse Waard, en met name welke onderdelen van de percelen 179 en 188 in die

13 JS Kort Geding nr. 116/ IJ Waard door d Gemeente n ie t mogen worden verpacht;. '. r Overwegende immers, dat in d it e rfp a ch tsco n tra ct we- lisw aar s t a a t, dat de (overigens "even tu eel") met in ach t- neming van het plan V allen te ontzanden percelen door de Gemeente n ie t mogen worden verpacht en op d it door gedaagden overgelegde plan V allen de vaargeul inderdaad wordt aangegeven, waar gedaagden deze thans w ille n graven, n l. uitkomend tussen de tweede en derde k rib, doch dat anderzijdé b ij deze te ontzanden percelen k e n n e lijk, punt h van het e r fp a c h ts c o n t r a c t, in is uitgegaan van de daar toe toenmaals aan Sidney verleende ontzandingsvergunning, welke door e is e r overgelegde vergunning u itg a a t van een anders gelegen va a rgeu l, n l. uitkomend tussen de e erste en tweede k rib, g e l i j k mede b l i j k t u it de door e is e r over- gelegde aanvraag van gedaagden b ij Gedeputeerde Staten van Gelderland to t een ontgrondingsvergunning, waarin in het algemeen wordt verwezen naar de vergunning, zoals die is vermeld in het e rfp a c h tc o n tra c t, maar waarin verzocht word de in vaart te mogen verleggen naar het tweede kribvak (d.w.z. tussen de tweede en derde k rib ); Overwegende dat dan ook voorshands geenszins aannemel i j k is, dat het door e is e r reeds sedert 1970 uitgeoefende pachtrecht in een zaak ten gronde zal moeten wijken voor het door gedaagden gepretendeerde, van Sidney a fg e le id e, recht om over een deel van het gepachte te gaan beschikken teneinde op een andere p la a ts dan oorspron kelijk was geprojecteerd een uitgang naar de r iv ie r to t stand te brengen; Overwegende dat derhalve voor een eigenmachtig in grijpen door gedaagden in de reeds lang bestaande s it u a t ie voorshands onvoldoende rechtsgrond - die dan buiten redel ijk e t w ijf e l had moeten b lijk e n - aanwezig was en in deze omstandigheden e is e r van gedaagden terech t kan verlangen, dat h ij in het genot van het gepachte wordt h ersteld; Overwegende dat de vordering dan ook a ls na te melden voor toew ijzin g vatbaar is, waarbij Wij evenwel termen

14 JS Kort Geding nr. 116/ aanwezig achten de termijnen, binnen dewelke gedaagden aan de. verschillende onderdelen van het gevorderde moeten voldoen, te bepalen als in het dictum te melden, terwijl Wij voorts, de gevorderde dwangsom te hoog achtende, deze zullen matigen tot een in het dictum te melden bedrag; Overwegende dat de gevorderde hoofdelijke veroordeling van gedaagden behoort te worden afgewezen, nu voor deze hoofdelijkheid geen rechtsgrond is gesteld of gebleken;' ' beslist; Overwegende dat mitsdien als volgt behoort te worden RECHTDOENDE IN NAAM PER KONINGIN! Veroordelen gedaagden om: a. binnen vier dagen na heden hun vee, althans het van hunnentwege,1 althans met hun toestemming aanwezige vee op de percelen kadastraal bekend Gemeente Culemborg sectie A, nummers 171, 179 gedeeltelijk en 188 gedeelte lijk, voorzover in pacht bij eiser, te verwijderen en verwijderd te houden; b. binnen veertien dagen na heden een nieuwe heining rondom voornoemd gepachte aan te brengen op de grens van het door eiser gepachte, welke heining zal moeten bestaan uit gecreosoteerde palen met twee puntdraden aangebracht op respectievelijk ongeveer 50 en 100 cm. boven het maaiveld; c. binnen vier weken na heden de verwijderde teeltlaag weer g e lijk elijk over dat gedeelte van voornoemde pacht, percelen waarvan deze verwijderd is terug te brengen en in te zaaien met een grasmengsel van een soort en kwal it e it als op dit pachtland gebruikt, een en ander op verbeurte ten behoeve van eiser van een dwangsom van ƒ 200, (tweehonderd gulden) voor iedere dag een gedeelte van een dag voor en gehele gerekend, dat gedaagden in gebreke blijven aan de inhoud van deze veroordeling of enig deel daarvan te voldoen;

15 Kort Geding nr. 116/ aanwezig achten de termijnen, binnen dewelke gedaagden aan de- verschillende onderdelen van het gevorderde moeten voldoen, te bepalen als in het dictum te melden, terwijl Wij voorts, de gevorderde dwangsom te hoog achtende, deze zullen matigen tot een in het dictum te melden bedragj Overwegende dat de gevorderde hoofdelijke veroordeling van gedaagden behoort te worden afgewezen, nu voor deze hoofdelijkheid geen rechtsgrond is gesteld of gebleken; b eslist; Overwegende dat mitsdien als volgt behoort te worden RECHTDOENDE IN NAAM DER KONINGINl Veroordelen gedaagden om: a. binnen vier dagen na heden hun vee, althans het van hunnentwege, althans met hun toestemming aanwezige vee op de percelen kadastraal bekend Gemeente Culemborg I sectie A, nummers 171, 179 gedeeltelijk en 188 gedeelte, lijk, voorzover in pacht bij eiser, te verwijderen en verwijderd te houden; h. binnen veertien dagen na heden een nieuwe heining rondom voornoemd gepachte aan te brengen op de grens van het door eiser gepachte, welke heining zal moeten bestaan uit gecreosoteerde palen met twee puntdraden aangebracht op respectievelijk ongeveer 50 en 100 cm. boven het maaiveld; c. binnen vier weken na heden de verwijderde teeltlaag weer g e lijk e lijk over dat gedeelte van voornoemde pacht- percelen waarvan deze verwijderd is terug te brengen en in te zaaien met een grasmengsel van een soort en kwal i t e i t als op dit pachtland gebruikt, een en ander op verbeurte ten behoeve van eiser van een dwangsom van ƒ 200, (tweehonderd gulden) voor iedere dag een gedeelte van een dag voor en gehele gerekend, dat gedaagden in gebreke blijven aan de inhoud van deze veroordeling of enig deel daarvan te voldoen;

16 raad;. Verklaren d it vonnis tot zover uitvoerbaar bij voor- Wijzen af he-t anders of meer gevorderde; Veroordelen gedaagden in de kosten van dit geding, aan de zijd e van eiser tot op heden begroot op ƒ 300, ' (driehonderd gulden) voor salaris van zijn procureur en op ƒ 123,75 (éénhonderd drie en twintig gulden en v ijf en zenventig cent) voor verschotten. Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare terechtz ittin g van maandag 10 mei 1976, door Ons mr. V.J.A. van Dijk, president, in tegenwoordigheid van mr. A.H. Weijsen~ feld a] Vooi Grosse / - De Griffier der Rechtbank

17 1 Aan h et C ollege van Burgemeester en Wethouders Stadhuis Gulemborg Geacht C olleg e, inzake: Redichemsewaard - Sanderse - v. Wiggen In aan slu itin g op mijn b r ie f van 10 dezer het navolgende. B ij gelegenheid van de bespreking op 7 dezer, waarbij aanwezig wethouder Kerkhof, de heer Stuvers voor de ru ilverk avelin g en Mr Wagenaar voor de heren Sanderse. werd een principe-afspraak gemaakt voor regeling van de kwestie van Wiggen en andere pachtgronden in de Redichemse-waard. De s itu a tie is thans aldus, é t: 1) de P la a tse lijk e Commissie van de ruilverkaveling beschikt over navolgende pachtrechten: a) voorheen pacht B. v. Zanten [_ ha. b) voorheen pacht J. v. T u il, s e c tie A nos. 160 en 188, beide ged ha. c) voorheen pacht G.P. v. Beusichem, s e c tie A no. 189 ged ha ha. 2) Pacht J.L. van Wiggen, percelen s e c tie A 171, ged. en 179 ged. to ta a l: ha ha.

18 MrJ. P. WIJN M rj.j.stael Mr J. J. BERTRAM S Mr J.W. DIEKER MrW.M.J. B E K K E R S Mr I. M. JE BB IN K utrecht, 28 mei 1976 V E R V O L G B L A D No. 1 ) De P.C. i s nu met de herm Sanderse overeengekomen, d at deze de pachtrechten op ha. zu lle n inbrengen met m achtiging dezë b ij h et plan van toed elin g voor 24 ja re n aan derden t e verpachten, m its de P.C. van Uw C o llege de bevoegdheid k r i jg t voomoem.de ha. b i j bedoeld p lan voor 24 jaren t e verpachten aan de heren Sanderse. Aan v. Wiggen z a l door de P.C ha. eld ers worden to eged eeld. Zoals g e s t e ld, b e sch ik t de P.C. reeds over de pachtrechten genoemd onder 1 a t/m c en wordt b ij deze v erzo ch t om goed t e keuren, dat a) de pach trechten b etreffen d e het land van v. Wiggen aan de P.C. wordt overgedragen; b) de P.C. de bevoegdheid wordt verleend de percelen genoemd onder 1 en 2 t e verpachten voor 24 jaren in de p la a ts van de g e b ru ik e lijk e 6 jaren. De achtergrond h iervan i s, dat de P.C. bevreeds i s weinig p ach ters b e re id t e vinden om voor sle ch ts 6 jaren land t e pachten van de heren Sanderse u it an gst, dat de g e b r u ik e lijk e verlengingen dan w einig zeker z ijn. De heren Sanderse van hun kant s t e lle n dan a ls e i s, dat in dien z i j voor 24 ja a r moeten verpachten, het r e d e lijk i s, dat z i j ook pacht k rijg e n voor 24 jaren. Voor zover h e t de verhouding Uwe gemeente en de heren Sanderse b e t r e f t, i s h et f e i t e l i j k een spiegelgevecht. Immers, indien de heren Sanderse deze pacht slech ts voor de g e b ru ik e lijk e term ijn van 6 jaren zouden k rijg e n, zou deze toch ëlkens automatisch voor 6 jaren verlengd (moeten) worden. Waar deze gronden bovendien qua lig g in g op de Redichemsewaard toch a l w éinig a a n tre k k e lijk z ijn voor andere pachters, meen i k Uw C o lleg e t e mogen adviseren de gevraagde in stemming t e verlen en. B ij in w illig in g van d it verzoek z a l dan een d rie -p a rtije n cont r a c t kunnen worden opgemaakt, w aarb ij: 1) Uwe Gemeente de P.C. m achtigt cm b ij h et plan van to e d e lin g genoemde ha. voor 24 jaren te verpachten aan de heren Sanderse, c.q. een hunner B.V.'s.;

19 U TRECHT, 28 mei 1976 VERVOLGBLAD No. 2) 2) De heren Sanderse dezelfde machtiging aan de P.C. verleent voor ha. voor door hen in te brengen pachtrechten; 3) ' de heer van Wiggen verklaart er mede accoord gaan, dat voornoemde ha. niet meer aan hem zullen worden toegedeeld, terwijl hij ter vervanging elders in het blok eéri gelijke oppervlakte ontvangt. Gaarne zal ik Uwbeslissing vernemen. t

20 GEMEENTE CULEMBORG RAPPORT VOOR BURGEMEESTER EN WETHOUDERS I / Onderwerp: Redichem se waard p a c h tfe g e lin g Van W iggen/sanderse. Bijlagen: Z o a ls u w e e t, h e e ft Sanderse onrechtm atig een g e d e e lte pachtgrond van Van W iggen in b e s la g genomen. Van Wiggen p a ch tte d it g è d e e lte van de gem een te. Een door Van W iggen aangespannen k o rt geding ( v ia mr. Wijn) h e e ft S anderse v e r l o r e n : ' Van Wiggen moet de grond te r u g k r ijg e n. Er s c h i j n t Sanderse e c h te r v e e l aan g elegen te z i jn, deze grond to c h in g e b r u ik t e k r ijg e n. Daarom i s h i j aan h e t handelen gegaan, w aarb ij ook de R u ilverk a v e l i n g i s in g e s c h a k e ld fx tfa a rb ij Sanderse een bepaald quantum p a c h tr e c h te n h e e ft aangeboden t e r r u i lin g. Va*» f S anderse h e e ft b oven dien a l t i j d e l i j k geb ru ik van andere grond, d ie voorh een door de gemeente aan anderen v e r p a c h t OLM****', B i j a fw e z ig h e id van de h eer T r e f fe r s i s ons n ie t bekend, hoe d it t i j d e l i j k g e b ru ik to t stan d i s gekomen: la te n w ij aannemen, dat een en ander l e g a a l en u bekend i s. In h e t k a d er van h et k o r t ged in g Van Wiggen/Sanderse i s ook de gem eente, a ls v e r p a c h te r, b i j de zaak betrokken gew eest. A ls u i t v lo e is e l- d a a r v a n z i j n bepaalde p rin cip e -a fsp ra k e n gemaakt, die mr. W ijn u in b ijg a a n d e b r i e f v o o r le g t t e r a k k o o rd -verk la rin g. V ooral de R u ilv e r k a v e lin g (d h r.s tu v e r s ) d rin g t op g ro te spoed aan. De b e d o e lin g i s, dat aan Sanderse in de Redichemse Waard/ongeveer 12 h a. grond v e rp a ch t w ord t$ onder meer de sm alle landtong tu ssen z e i l v i j v e r en r i v i e r.. Een argument om deze aan Sanderse te verpachten i s, dat geen enkele b o er deze s tr o o k w il p ach ten, v o o ra l vanwege de ze e r m o e ilijk e b e r e ik b a a r h e id. De v o o r g e s te ld e r e g e lin g i s vo lg en s mr.wijn een u it v lo e i s e l u it b i j h e t k o r t g ed in g gedane to ezeggin gen en gevoerde besprekin gen j neemt uw c o lle g e h et a d v ie s n ie t o ver, dan verwacht "h ij g ro te m o e ilijk h e d e n, «e* w a a rb ij h et zeker n ie t onm ogelijk i s dat de gemeente ( b ijv o o r b e e ld in een k o rt geding) de verlie zen d e p a r t i j w o rd t. Dat zou in de verh oud ing met Sanderse verv elen d z i j n, aangez ie n h et p s y c h o lo g is c h a a n tr e k k e lijk i s, dat Sanderse h et geding met Van Wiggen v e r lo r e n h e e f t -, ona&at e f f e c t b i j het v e r lie z e n van een g ed in g door de gemeente u ite r a a r d ruim schoots v e rlo re n g a a t. O n z e r z ijd s p la a ts e n w ij to ch vraagtek en s b i j de t r a n s a c t ie. W ij hebben ste e d s gemeend aan te v o elen ( o.a. in d is c u s s ie s in ra a d sco m m issies) dat Sanderse in de Redichemse Waard zo w ein ig mogel i j k v o e t aan de grond moet k r ijg e n, en dat hem in e lk g eval n ie t s meer d ie n t t e worden aangeboden, dan waarop het e rfp a c h tsco n tra c t hem re c h t g e e f t. Onzes in z ie n s zou d it kunnen betekenen, dat Sanderse ook zo w einig m o g e lijk a g r a r is c h e pachtgrond in de Redichemse Waard d ien t te 8 tnderse hebben we inm iddels voldoende

21 GEMEENTE CULEMBORG RAPPORT VOOR BURGEM EESTER EN WETHOUDERS - 2- e r v a r in g e n om t e \*jeten, dat h et "bijzonder m o e ilijk z a l z i j n h e t to ek o m stig e g e b r u ik in de hand t e houden* Waarom S an d erse zo g r a a g z o v e e l m o g e lijk grond in de Redichemse Waard in g eb ru ik v w l l k r ijg u n i s ons onbekend; o f z u iv e r a g r a r is c h e "belangen een r o l s p e le n l i j k t ons p e r s o o n lijk e c h te r t w i j f e l a c h t i g. Daar komt "b ij, dat u itg e r e k e n d de la n d to n g van de g r o o t s t e n a tu u rw e te n s c h a p p e lijk e waarde i s. Of de h eren San derse d a a rv o o r w el de meest aangewezen "beheerders z i j n ( a l s p a c h te r s ) i s ons - u i t e r a a r d - ook"on beken d ". Xn h et "belang van d it g e b ie d su g g ereerd en w ij m r.w ijn, deze landtong^m ar in h e t g e h e e l n ie t t e v e rp a c h te n. Kr«W ijn wees e r e c h te r op, dat de gemeente v o lg e n s h e t c o n tra c t v e r p lic h t i s, de r e s te r e n d e gronden "v o o r a g r a r is c h g e b ru ik $e v e r p a c h te n ", h e tg e e n j u i s t i s. Een c o n c re e t a d v ie s «^ /b ijgaan d v o o r s t e l van m r.w ijn a l dan n i e t op t e v o lg e n, kunnen w ij u n ie t geven ; d aarvoor z i j n w ij t e onbekend met de a c h te rg ro n d e n. Een b e s l i s s i n g kan n a a r w ij begrepen hebben- e c h te r n ie t u i t g e s t e ld worden. K aast de d rin gen d e w aarschuw ing van m r.w ijn mssg voor m o g e lijk e ccnsequenties meenden w:gj to ch ook e x p l i c i e t de v r a a g t e moeten v o o rle g g e n, o f h e t verp a ch te n van deze ( a g r a r is c h e ) gronden aan Sanderse w el p a s t in uw b e le i d ten a a n zie n van de Redichem se W aard. Culem borg, 11 ju n i 1976.