Notitie Bestemd voor Kopie Van Datum Onderwerp Kernpunten 1. Onafhankelijkheid van de monitoring

Transcriptie

1 Notitie Bestemd voor : VNG Commissie Milieu & Mobiliteit Kopie : Werkgroep Monitoring Verpakkingen, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Stichting Afvalfonds Verpakkingen, Nedvang Van : Bestuur NVRD Datum : 11 maart 2013 Onderwerp : Opmerkingen bij Basisdocument monitoring verpakkingen ( ), conceptversie 2.0 stakeholders Kernpunten 1. Onafhankelijkheid van de monitoring Het basisdocument monitoring verpakkingen beoogt om de grondslagen te leggen voor onafhankelijke, transparante, betrouwbare en verifieerbare monitoring van verpakkingen. Om tot werkelijk onafhankelijke en daardoor ook betrouwbare monitoring te komen is het essentieel dat de monitoring wordt uitgevoerd onder regie van een partij of partijen die zelf geen belangen hebben bij de uitkomsten van de monitoring. In de voorstellen van de Werkgroep is dit aspect helaas niet geborgd. In plaats daarvan worden de basisgegevens voor de monitoring aangeleverd door dezelfde organisatie (Nedvang) die moet aantonen dat ze de opgelegde doelstellingen haalt. Daarmee heeft deze organisatie een zelfstandig belang bij de uitkomst van de monitoring. In deze situatie moet dus door middel van extra adequate checks & balances worden geborgd dat de monitoring werkelijk weergeeft wat ze beoogt te meten. Bovendien moet het toezicht hierop goed georganiseerd zijn. Ook dit is in de voorstellen nog onvoldoende ingevuld. 2. Garanties dat de hoeveelheid op de markt gebrachte verpakkingen goed wordt gemeten Correcte rapportage van de hoeveelheid op de markt gebrachte verpakkingen is essentieel voor de monitoring. Het recyclingpercentage is immers het resultaat van een eenvoudige breuk: kiloton gerecycled gedeeld door kiloton op de markt gebracht. Als de teller of de noemer van de breuk onjuiste gegevens bevat, dan klopt het recyclingpercentage niet. De wijze waarop de hoeveelheid op de markt gebrachte verpakkingen wordt bepaald moet dan ook zorgvuldig zijn beschreven, en er moeten controlemechanismen zijn ingebouwd die garanderen dat de gegevens accuraat zijn. Dat geldt zowel voor bovendrempelige bedrijven (bedrijven die verplicht moeten rapporteren) als onderdrempelige bedrijven (waarvoor aannames worden gedaan). Op dit moment ontbreekt het in het basisdocument aan: o Een helder onderbouwde methodiek o Een op feitelijke metingen gebaseerde methodiek o Validatie door contra-expertise over door aannames en extrapolaties te genereren cijfers o Een check met data van het CBS. Er wordt enkel gesproken over een nog op te stellen controleprotocol en over een audit. Voor onderdrempelige bedrijven wordt alleen gesproken over een steekproef via een audit. Deze onderdelen dienen beter en volledig uitgewerkt te worden. Ook moet worden vastgelegd dat de auditrapporten terzake onderdeel uitmaken van de rapportage door het bedrijfsleven. Transparantie op deze punten is noodzakelijk voordat beoordeeld kan worden of de monitoringssystematiek op dit punt betrouwbaar is.

2 Aantoonbaar onjuiste gegevens monitoring over afgelopen jaar De cijferopstelling in de bijlage bij deze notitie illustreert de problemen met de huidige monitoring. Hieruit blijkt dat alleen al de optelsom van de hoeveelheid huishoudelijke kunststof verpakkingen die in 2011 gescheiden zijn ingezameld en de kunststof verpakkingen die zich blijkens sorteeranalyses nog in het restafval bevinden groter is dan de hoeveelheid verpakkingen die volgens de monitoring in totaal op de markt is gebracht. Er kan natuurlijk niet méér worden ingezameld dan er op de markt is gebracht. Er moet dus aanzienlijk meer op de markt zijn gebracht dan er is gerapporteerd. De optelsom van ingezameld huishoudelijk afval omvat immers nog niet eens het bedrijfsafval. Als gevolg van de onderrapportage van op de markt gebrachte verpakkingen is overigens ook het recyclingpercentage lager dan is gerapporteerd over het afgelopen jaar. De pijnpunten in de monitoringsrapportage behoren op grond van de onderzoeksrapporten van de Inspectie ILT over de afgelopen 2 jaar ook bekend te zijn bij de werkgroep Monitoring Verpakkingen. In de nieuwe methodiek mogen dergelijke aantoonbare onjuistheden niet langer mogelijk zijn. 3. Meetpunt van recycling De definitie van Meetpunt recycling leidt niet tot een feitelijke weergave van het recyclingpercentage. De in het basisdocument voorgestelde definitie, waarbij gemeten wordt hoeveel er aan een recyclingbedrijf geleverd wordt, mag alleen worden gebruikt wanneer er in het verdere bewerkingsproces geen noemenswaardige verliezen optreden. Daarvan is bij verpakkingen in veel gevallen echter geen sprake. De Inspectie ILT concludeert dat ook de recyclingbedrijven het geleverde materiaal eerst verder moeten sorteren en opwerken alvorens ze het daadwerkelijk kunnen recyclen. Hierbij treedt gemiddeld ongeveer 30% verlies van materiaal op, wat dus niet gerecycled wordt. Het meetpunt recycling moet daarom liggen na alle bewerkingen die gericht zijn op het sorteren, scheiden en wassen van het ingezamelde materiaal. De Inspectie ILT doet in haar inspectierapport overigens dezelfde aanbeveling. Een meting in lijn met de DKR-methodiek op het juiste meetpunt voor recycling kan bijdragen aan een oplossing. Een apart aandachtspunt is overigens recyling van het bedrijfsafval, omdat het vaststellen van recycling van geëxporteerd verpakkingsafval lastig uitvoerbaar is. Het bedrijfsafval omvat veel meer dan het huishoudelijk afval (grofweg 80/20-regel). Van het bedrijfsafval wordt echter de bulk geëxporteerd naar Azië. De Inspectie ILT heeft vastgesteld dat niet mag worden aangenomen dat dit geëxporteerde afval daadwerkelijk wordt gerecycled. In het paginagewijze commentaar wordt daarom aan dit punt nader aandacht besteed. 4. Kwaliteit van recycling Zowel in de Raamovereenkomst, als in door de Tweede Kamer aangenomen moties over recycling wordt gesproken over hoogwaardige en laagwaardige recycling. Het kunnen vaststellen van de mate van hoogwaardige recycling is essentieel bij de beoordeling van de prestatiegaranties uit de Raamovereenkomst, bijvoorbeeld ten aanzien van het afschaffen van statiegeld. Dit maakt het noodzakelijk om bij de monitoring aandacht te besteden aan de kwaliteit van de recycling. Dat is nu nog niet het geval. In het basisdocument moet daarom een definitie worden toegevoegd over hoogwaardige recycling, en in de monitoring moet onderscheid worden gemaakt naar hoogwaardige recycling en overige recycling. 5. Rapportage over de monitoring Het basisdocument stelt voor dat RWS Leefomgeving een coördinerende rol vervult bij de monitoring van verpakkingen, en dat zij de beschikbare gegevens verzamelt en analyseert en daarover rapporteert in een integrale rapportage waarin alle gegevens met betrekking tot het beheer van verpakkingen samenkomen. Op zichzelf is een integrale rapportage mooi, maar dit mag er niet toe leiden dat de rapportage van de producenten over de uitvoering van hun verantwoordelijkheden vervangen wordt door een rapportage van RWS Leefomgeving. Dat geldt evenzeer voor de beoordeling door de Inspectie ILT. Om te borgen dat alle stakeholders de relevante rapportages integraal kunnen beoordelen moet worden vastgelegd dat de onderliggende rapportages zoals de gegevens die van de producentenorganisaties ontvangen worden en de bevindingen van de Inspectie ILT ook separaat beschikbaar worden gesteld, en dat deze samen met de rapportage van RWS Leefomgeving publiekelijk beschikbaar komen.

3 Hieronder wordt per pagina commentaar met concrete tekstvoorstellen voor het basisdocument gegeven. Wanneer deze commentaren worden overgenomen kan een voldragen monitoringdocument worden opgeleverd. Paginagewijs commentaar op het Basisdocument Monitoring Verpakkingen Hoofdstuk 1, Inleiding Pagina 6 Eerste alinea, tweede bullit: recycling toevoegen: de bij huishoudens en bedrijven ingezamelde, gerecyclede en verwerkte hoeveelheden verpakkingen. Laatste alinea: een nadere toelichting toevoegen hoe een verdere uitwerking van het basisdocument wordt vastgelegd in wetgeving en protocollen. Wat wordt er precies verder uitgewerkt, en hoe en in welke wetgeving en protocollen wordt voorzien dat dit wordt vastgelegd. Hoofdstuk 2, Werkingssfeer en definities Par 2.2. Werkingssfeer, pag 11 In de opsomming missen we specifiek de drankenkartons. Volgens de voetnoot wordt de hoeveelheid op de markt gebrachte drankenkartons al via papier, kunststoffen en metalen meegenomen in de cijfers. Dit is echter niet wenselijk omdat voor de recycling van drankenkartons een apart proces noodzakelijk is al vorens dit weer als papier, kunststof of metaal gerecycled kan worden. Door drankenkartons niet afzonderlijk te monitoren ontstaat een scheef beeld ten aanzien van de op de markt gebrachte hoeveelheid papier, kunststoffen en metalen, en ontbreekt het zicht op de omvang van een relevante stroom binnen de verpakkingen. Ten aanzien van metalen zou een onderscheid gemaakt moeten worden tussen ferro en non -ferro metalen. De recycling van metalen verpakkingen vindt thans hoofdzakelijk plaats bij de verbranding va n huishoudelijk restafval. Non-ferro metalen laten zich in dit stadium echter niet of nauwelijks terugwinnen. Daarom is het relevant om bij de monitoring onderscheid te maken tussen de hoeveelheid ferro en non-ferro metalen. Par. 2.3 Definities, pag 12 Tweede alinea: in de opsomming ontbreken de volgende moties die door de Tweede Kamer zijn aangenomen en die betrekking hebben op de monitoring: o Kamerstuk , Motie om de afspraken uit de Raamovereenkomst op een juridisch sluitende wijze in het Verpakkingenbesluit te borgen. o Kamerstuk , Motie over de monitoring van afvalstromen. o Kamerstuk , Motie van der Werf over de differentiatie van recyclingdoelstellingen tussen hoogwaardige en laagwaardige recycling Derde alinea (en verder) Veel definities in het document worden ontleend aan de Europese verpakkingenrichtlijn en aan de Europese kaderrichtlijn Afvalstoffen. Deze richtlijnen zijn echter niet rechtstreeks werkend in Nederland. Waar definities ontleend worden aan de wet- en regelgeving dienen dan ook die definities gehanteerd te worden die in Nederland geldend zijn. De Europese richtlijnen zijn omgezet in Nederlands recht, om precies te zijn het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton en in de Wet Milieubeheer. Derhalve dienen v oor de definities van Preventie, Voorbereiden voor hergebruik, Hergebruik, Recycling, Verwijdering, Afvalstoffen, Gescheiden inzameling, Inzameling de definities van de Wet Milieubeheer gevolgd te worden. Voor Verpakkingen geldt de definitie van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton. Het is onduidelijk wat het verschil is in de definities van Hergebruiken als materiaal en Recycling. De definitie van Hergebruik als materiaal kan beter vervallen om verwarring te voorkomen.

4 Par Overige definities Kental. Definitie van Kental aanpassen als volgt: Ervaringscijfer, gebaseerd op metingen uit het verleden en gevalideerd door een onafhankelijk expert Meetpunt recycling. De definitie van Meetpunt recycling leidt niet tot een feitelijke weergave van het recyclingpercentage. De in het basisdocument voorgestelde definitie, waarbij gemeten wordt hoeveel er aan een recyclingbedrijf geleverd wordt, mag alleen worden gebruikt wanneer er in het verdere bewerkingsproces geen noemenswaardige verliezen optreden. Daarvan is bij verpakkingen in veel gevallen echter geen sprake. De ILT concludeert dat ook de recyclingbedrijven het geleverde materiaal eerst verder moeten sorteren en opwerken alvorens ze dit daadwerkelijk kunnen recyclen. Hi erbij treedt gemiddeld ongeveer 30% verlies van materiaal op, wat derhalve niet gerecycled wordt. Het meetpunt recycling moet daarom liggen na alle bewerkingen die gericht zijn op het sorteren, scheiden en wassen van het ingezamelde materiaal. Dit geldt voor alle materiaalstromen. De ILT doet in haar inspectierapport overigens dezelfde aanbeveling. Onafhankelijk. De voorgestelde definitie van Onafhankelijk heeft betrekking op een proces. Een proces is als zodanig echter niet onafhankelijk. Onafhankelijk wil zeggen vrij van belangen. Verpakkend bedrijfsleven. In deze definitie wordt het verpakkend bedrijfsleven verengd tot de ondertekenaars uit de private sector van de raamovereenkomst. Het verpakkend bedrijfsleven als zodanig is echter veel breder en omvat met name de leden van de ondertekenende organisaties, alsook het niet hierbij aangesloten deel van de verpakkende bedrijven. De volgende definities toevoegen: o Bewerkers. In het huidige uitvoerings- en monitoringsprotocol was er onduidelijkheid over wat een bewerker is. o Huishoudelijk verpakkingsafval. o Verpakkingsafval van bedrijven. o Hoogwaardige recycling. In de Raamovereenkomst wordt het begrip hoogwaardige recycling geïntroduceerd. Om de doelstellingen ten aanzien hiervan te kunnen monitoren moet dit begrip worden gedefinieerd. Dit kan als volgt inhoud krijgen: hoogwaardige recycling: nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel. Hoofdstuk 3, Uitgangspunten en randvoorwaarden monitoring Pagina 19 Derde alinea, tweede en derde bullit: In het tweede aandachtspunt wordt gesproken over informatie en in het derde over monitoringsgegevens. Aangezien het hier gaat over hetzelfde begrip daarvoor dan ook twee keer hetzelfde woord gebruiken. Vierde alinea: Hier staat dat de bevindingen van de ILT over de naleving van de wet - regelgeving aan de orde komen in een jaarlijkse integrale rapportage over de voortgang en ontwikkelingen op het verpakkingendossier. Toegevoegd moet worden dat de volledige rapportage van de ILT uiteraard ook tegelijkertijd separaat beschikbaar wordt gesteld. Vijfde alinea, laatste zin, het woordje alle toevoegen: Belangrijk uitgangspunt daarbij was dat vooral die zaken behouden zouden blijven die door alle betrokken actoren als transparant, verifieerbaar, betrouwbaar en onafhankelijk worden ervaren.

5 Pagina 20 Eerste bullit: toevoegen dat hiertoe formats worden vastgesteld voor de rapportage van: o De op de markt gebrachte hoeveelheden verpakkingen door bedrijven. o De door afvalbedrijven ingezamelde hoeveelheid verpakkingen van bedrijven. o De door gemeenten ingezamelde hoeveelheid huishoudelijke verpakkingen. o De door bewerkers gerecycleerde hoeveelheid verpakkingen. Vierde bullit: overlegbaar zijn vervangen door overlegd worden ; en toevoegen en aan Nedvang : De (gerapporteerde) gegevens worden onderbouwd met transparante bewijzen die overlegd worden aan het bevoegd gezag en aan Nedvang Zesde bullit: Toevoegen dat de auditrapportages openbaar worden gepubliceerd. Hoofdstuk 4, Toezicht en handhaving Pagina 21 Derde alinea: Hier staat dat de ILT primair toetst aan de monitoringsrapportage of de doelstellingen gehaald worden. Hieraan toevoegen dat ook de feitelijke juistheid van de rapportage door ILT wordt getoetst. Vierde alinea: Hier staat dat de bevindingen van de ILT primair aan de onder toezicht gestelde partijen worden teruggemeld. Het toezicht van de ILT is er echter niet voor de onder toezicht gesteld en, het is er voor de toezichthouder. Daaraan dient de ILT primair te rapporteren. Vijfde alinea: Alle rapportages die voortkomen uit het Besluit of de Regeling dienen aan alle bij de Raamovereenkomst betrokken partijen gezonden te worden. Hoofdstuk 5, Rollen, verantwoordelijkheden en organisatie monitoring Pagina 24 Tweede alinea: de wijze waarop de hoeveelheid verpakkingen van onderdrempelige bedrijven wordt gemeten dient beter en uitgebreider beschreven en onderbouwd te worden. Tevens moet worden voor zien in een onafhankelijke validatie hiervan. Ter zake wordt verwezen naar hoofdstuk 9, echter daar wordt de statistisch verantwoorde methode volgens welke de hoeveelheid onderdrempelige verpakkingen wordt gemeten evenmin beschreven. Pagina 27 Tweede alinea: voorgesteld wordt dat RWS Leefomgeving een coördinerende rol vervult bij de monitoring van verpakkingen, en dat zij de beschikbare gegevens verzamelt en analyseert en daarover rapporteert in een integrale rapportage waarin alle gegevens met betrekking tot het beheer van verpakkingen samenkomen. Op zichzelf is een integrale rapportage heel erg mooi, maar dit mag er niet toe leiden dat de rapportage van de producenten over de uitvoering van hun verantwoordelijkheden vervangen wordt door een rapportage van RWS Leefomgeving. Dat geldt evenzeer voor de beoordeling door de ILT. Daarom moet worden vastgelegd dat de onderliggende rapportages zoals de gegevens die van de producentenorganisaties ontvangen worden en de bevindingen van de ILT ook separaat beschikbaar worden gesteld, en dat deze samen met de rapportage van RWS Leefomgeving publiekelijk beschikbaar komen. Dit komt ook terug op pag 29 bij de vijfde bullit. Hoofdstuk 6, Rapportageverplichtingen Par 6.2 Wat moet voor het Besluit worden gerapporteerd? Pagina 33 Derde bullit: hier wordt gesproken over product-, onderdelen- en materialenhergebruik en over energieterugwinning. Deze begrippen zijn niet gedefinieerd. Wat ontbreekt is een onderverdeling naar hoogwaardige recycling en overige recycling.

6 Hoofdstuk 8, Preventie Onduidelijk is hoe wordt omgegaan met de monitoring van de preventieverplichtingen van onderdrempelige bedrijven. Hoofdstuk 9, Op de markt gebrachte verpakkingen Een correcte monitoring van de hoeveelheid op de markt gebrachte verpakkingen is essentieel voor de monitoring. De wijze waarop deze hoeveelheid wordt bepaald moet dan ook zorgvuldig beschreven zijn, en er moeten controle mechanismen zijn ingebouwd die garanderen dat de gegevens accuraat zijn. Dat geldt zowel voor de bovendrempelige als de onderdrempelige bedrijven. Op dit moment ontbreekt het in het basisdocument aan: o Een helder onderbouwde methodiek o Een op feitelijke metingen gebaseerde methodiek o Validatie door contra-expertise over door aannames en extrapolaties te genereren cijfers o Een check met data van het CBS. Er wordt enkel gesproken over een nog op te stellen controleprotocol en over een audit. Voor onderdrempelige bedrijven wordt alleen gesproken over een steekproef via een audit. Deze onderdelen dienen beter en volledig uitgewerkt te worden. Tevens moet worden vastgelegd dat de auditrapporten terzake onderdeel uitmaken van de rapportage door het bedrijfsleven. Transparantie op deze punten is noodzakelijk voordat beoordeeld kan worden of de monitoringssystematiek op dit punt betrouwbaar is. De cijferopstelling in de bijlage bij deze notitie illustreert de problemen met de huidige monitoring. Hieruit blijkt dat alleen al de hoeveelheid huishoudelijke verpakkingen die in 2011 gescheiden zijn ingezameld en de hoeveelheid kunststof die zich, blijkens sorteeranalyses, nog in het restafval bevinden samen al groter zijn dan de hoeveelheid verpakkingen die volgens de monitoring in totaal op de markt is gebracht. Hoofdstuk 11, Verwerking verpakkingsafval Het verpakkingenbesluit gaat vooral over de recycling van verpakkingsafval. Het hoofdstuk zou daarom Recycling en overige verwerking moeten heten. Bij de rapportage over de verwerking van verpakkingsafval moet onderscheid worden gemaakt tussen hoogwaardige recycling en overige recycling. Dit geldt evenzeer voor hoofdstuk 16. Pagina 43 Eerste bullit: hier wordt gesproken over stromen die in de afvalfase een mengsel zijn van verpakkingen en niet-verpakkingen. Volgens het document dient hiervan zo vroeg mogelijk in de keten op partijniveau vastgesteld te worden wat het aandeel verpakkingen en niet-verpakkingen is, en anders in elk geval bij de eerste ontvangst door een afvalverwerker of inzamelaar. Deze situatie doet zich onder meer voor bij de inzameling van oud papier en karton. Deze stroom bestaat eveneens uit verpakkingen en niet-verpakkingen. De huidige praktijk voor het bepalen van het aandeel verpakkingen in deze stroom wijkt af van de in het document beschreven aanpak. Het is niet doenlijk om het aandeel verpakkingen in het oud-papier en karton reeds bij de eerste ontvangst vast te stellen. Het heeft de voorkeur om hiervoor de bestaande werkwijze te continueren waarbij het aandeel verpakkingen in papier en karton landelijk wordt vastgesteld. De wijze waarop dit wordt vastgesteld moet in het basisdocument worden opgenomen. Ook de frequentie waarmee deze bepaling wordt uitgevoerd moet worden vastgelegd. Pagina 44 Derde alinea Deze massabalansen dienen tevens te worden gebruikt om het feitelijke recyclingpercentage te bepalen. Vierde alinea De laatste zin van deze alinea ( Ook voor het geheel of gedeeltelijk meenemen van de verwerking buiten de EU kunnen aannames zoals geschetst in bijlage 4 gebruikt worden. ) schrappen. Verwerking buiten de EU kan alleen meetellen wanneer er harde bewijzen zijn over de verwerking. Dit verhoudt zich niet tot het doen van aannames.

7 Hoofdstuk 20, Prestatiegaranties Raamovereenkomst II Paragraaf Groei recycling huishoudelijk kunststofafval naar 90 kton Pagina 65 Tweede alinea: aan de prestatiegarantie wordt voldaan als uit de monitoring van verwerking van kunststofverpakkingsafval van huishoudens over 2013 blijkt dat er 90 kton zo hoogwaardig mogelijk gerecycled is. Zo hoogwaardig mogelijk toevoegen. Bijlage 4: Aannames: het gebruik plus bijkomende rapportageverplichtingen Voor de betrouwbaarheid van de monitoring is het cruciaal dat daar waar aannames worden gehanteerd de hoogste mate van check s en contra-expertise wordt ingebouwd. Bij het gebruik van elke van de drie genoemde vormen van aannames dienen deze aannames daarom transparant te worden gerapporteerd en door een onafhankelijke expert te worden gevalideerd.

8 Bijlage: Cijferopstelling naar aanleiding van meest recente monitoringrapportage Nedvang (2011) met aantoonbare onjuistheden recycling kunststof A Kunststof in restafval Restafval HHA Totaal (kton) Bronnen 2011 Aandeel Kunststof verpakkingen in restafval (%) 9,2% 10% 2) Kunststof verpakkingen in restafval (kton) Berekend B Kunststof ingezameld Bron-, Nascheiding & Statiegeld Kunstof verpakkingen Bronscheiding (kton) ) Kunstof verpakkingen Nascheiding (kton) ) Kunstof verpakkingen Statiegeld (kton) ) Kunststofverpakkingen HH Inzameling Totaal Berekend 1) C Totaal kunstofverpakkingen in Huish.afval (kton) Berekend A+B D Op de markt gebracht volgens bedrijfsleven (kton) ) E Verschil C en D (kton) *) Berekend *) Zoveel kton is er meer ingezameld dan er volgens opgave verpakkend bedrijfsleven überhaupt op de markt zou zijn gebracht. Dit is nog exclusief de kunststoffen in het bedrijfsafval die volgens opgave bedrijfsleven zou zijn gerecycled, In 2011: 123 kton. Dat zou het gat nog verder vergroten Bronvermelding 1) CBS 2) AgentschapNL Samenstelling van het huishoudelijk restafval, resultaten sorteeranalyses 2011 Datum februari ) CBS (// 97kton volgens Nedvang) 4) Monitoring Verpakkingen Resultaten - Nedvang ) Toezicht recyclenorm Besluit Verpakkingen, Onderdeel bedrijfsmatig kunststof verpakkingsafval in 2011 ILT- Inspectie, Datum, 17 december ) Monitoring Verpakkingen Resultaten - Nedvang 2012 Conclusie: De recyclingpercentages zijn gebaseerd op de breuk kton gerecycled / kton op de markt gebracht. ILT geeft in haar toezichtrapport aan dat de kton gerecycled (aanzienlijk) naar beneden moet worden bijgesteld (pag. 13 Toezicht recyclenorm). Uit bovenstaande opstelling blijkt dat de kton op de markt gebracht in ieder geval (flink) hoger moet zijn ( gerecycled kunststof bedrijfsafval [+ x kton niet-gerecycled bedrijfsafval], waarschijnlijk. ca. 200 kton). Er moet dus een (flink) lager getal gedeeld worden door een (flink) hoger getal. Dus het recyclingpercentage moet naar alle waarschijnlijkheid (flink*flink) lager liggen. Met gevolgen voor het recyclingbeleid.