VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman"

Transcriptie

1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWC, WW/WWC Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300-G 2/2009 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften Werkzaamheden aan de installatie Installatie spanningsvrij schakelen (bijv. met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. Opgelet! Door elektrostatische ontlading kunnen elektronische modules beschadigd worden. Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv. verwarmings- of waterleidingen, aanraken om de statische lading af te leiden. Reparatiewerkzaamheden Opgelet! De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werking van de installatie in gevaar. Defecte onderdelen moeten door originele onderdelen van Viessmann worden vervangen. Respecteer bij werkzaamheden De ARBO voorschriften, de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies (vervolg) Bijkomende componenten, reserveonderdelen en slijtende onderdelen Opgelet! Reserveonderdelen en slijtende onderdelen die niet met de installatie zijn getest, kunnen de werking nadelig beïnvloeden. De montage van componenten die niet zijn toegestaan evenals de wijziging en ombouw zonder toestemming kan de veilige werking nadelig beïnvloeden en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde onderdelen gebruiken. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Montagehandleiding Montagehandleiding Algemene aanwijzingen voor de elektrische aansluiting... 8 Naar binnen brengen... 8 Plaatsing... 9 Overzicht van de mogelijke installatieschema's Functiebeschrijving bij de installatie-uitvoeringen Interne componenten type BW/WW Interne componenten type BWC/WWC Primaire aansluitingen type BW (brine-water) Primaire installatie type BWC (brine-water) Primaire installatie type WW (water-water) Primaire installatie WWC (water-water) Installatie-uitvoering 1 (type BW/WW) Installatie-uitvoering 2 (type BW/WW) Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) Tapwateropwarming Tapwateropwarming Montageverloop Montagevoorbereidingen Warmtepomp openen Overzicht van de elektrische aansluitingen Elektrische kabels invoeren Plaatsing van alle elektrische aansluitingen Externe elektrische componenten aansluiten Netaansluiting Primair circuit aansluiten (grond) Secundair circuit aansluiten (verwarmingscircuits) Servicehandleiding Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Aanvullende info over de stappen Storingen oplossen Diagnose aan de regeling Diagnose Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur Regelingsinstellingen door de vakman

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Regelingsinstellingen installatiedefinitie Installatieschema Taal kiezen Temperatuurverschil verwarmen Temperatuurverschil koelen Zwembad Cascadeaansturing (besturingstoestel) Cascadeaansturing (opvolgend toestel) Vermogen volgende warmtepomp Externe uitbreiding Externe modus-omschakeling verwarmingscircuits Externe modus-omschakeling werking Externe modus-omschakeling duur Externe opvraging/mengklep Open Extern blokkeren/mengklep Dicht Type Vitosolic Vitocom Extern blokkeren werking Bijkomende uitgang met schakeltijden (bijv. circulatiepomp) Regelingsinstellingen compressor Vrijgave compressor Vermogen warmtepomp Aantal externe warmtepompen Regelingsinstellingen externe warmtegenerator Externe warmtegenerator Voorrang Bivalentietemperatuur Externe warmtegenerator voor warm water Regelingsinstellingen warm water Boilertemperatuur warm water Schakeltijden warm water Min. temperatuur Max. temperatuur Hysterese/Hysterese extra verwarming Inschakeloptimalisatie warm water Uitschakeloptimalisatie warm water Extra functie warm water Gewenste temperatuur warm water Temperatuursensor Extra verwarming

6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Warm water elektrisch Regelingsinstellingen elektrische verwarming Verwarmingswater-doorstroomtoestel Verwarmen elektrisch Max. trap extra elektrische verwarming Trap bij blokkering energiebedrijf Regelingsinstellingen hydraulica Warmtepomp voor bouwdrogen Estrikprogramma Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag Regelingsinstellingen verwarmingswaterbuffer Buffer Schakeltijden buffer Vaste temperatuur Hysterese Max. temperatuur Regelingsinstellingen verwarmingscircuits Ruimtetemperatuur normaal Ruimtetemperatuur verlaagd Schakeltijden verwarmingscircuit Afstandsbediening activeren Niveau stooklijn Steilheid stooklijn Steilheid ruimtebijschakeling Ruimtetemperatuur-bijschakeling (verwarmingscircuits) Max. aanvoertemperatuur Regelingsinstellingen koeling Koeling Koelcircuit Ruimtetemperatuur afzonderlijk koelcircuit Min. aanvoertemperatuur Steilheid ruimtebijschakeling afzonderlijk koelcircuit Niveau/steilheid koellijn Regelingsinstellingen tijd Automatische omschakeling van zomer-/wintertijd

7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Onderdelen Weerstandslijnen van de sensoren Toestelbeveiliging Aansluit- en bedradingschema's Overzicht van de printplaten en aansluitmogelijkheden Printplaat 1: Meldings- en veiligheidscomponenten Printplaat 2: Werkingscomponenten 230 V Printplaat 3: Sensoren en KM-BUS Veiligheidscircuit (verklaringen) Veiligheidscircuit (deel 1) Veiligheidscircuit (deel 2) Stuurstroomkring (deel 1) Stuurstroomkring (deel 2) Laststroomkring-compressor Laststroomkring verwarmingswater-doorstroomtoestel Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BWC Onderdelenlijst type BW Protocollen Protocol van de hydraulische parameters Protocol van de regelingsparameters Technische gegevens Bijlage Opdracht voor eerste inbedrijfstelling van Vitocal 300-G Verklaringen Conformiteitsverklaring Index

8 Montagehandleiding Algemene aanwijzingen voor de elektrische aansluiting Het volledig vermogen van alle aangesloten toestellen mag 1000 W niet overschrijden. Als het volledig vermogen 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component (bijv. pomp, klep, meldinrichting, bescherming) groter dan aangegeven worden gekozen. Indien twee componenten aan een gemeenschappelijke klem worden aangesloten, moeten de twee aders samen in een adereindhuls verperst. Indien de compressor en/of de verwarmingswaterdoorstromer tijdens de laagtariefperiode werkt (blokkering energiebedrijf), moet nog een kabel voor het schakelcontact blokkering energiebedrijf (bijv. NYM 3x1,5 mm 2 ) van de meterkast naar de warmtepomp worden gelegd (zie meer aanwijzingen vanaf pagina 87). (blokkering energiebedrijf geldt niet voor NL) De aders van de KM-bus kunnen worden verwisseld. Naar binnen brengen Bij het naar binnen brengen en plaatsen bedraagt de max. toegest. kantelhoek voor de compressor 45.! Opgelet Schade aan het toestel tijdens het transport, in het bijzonder zonder pallet vermijden. Bovenkant van het toestel, front en zijkanten niet belasten. 8

9 Montagehandleiding Plaatsing Eisen aan de installatieruimte De installatieruimte moet droog en vorstvrij zijn. Om corrosieschade te voorkomen de grondzijde van de warmtepompinstallatie volgens de regels der techniek dampdiffusiedicht isoleren. Om schade aan het gebouw te voorkomen toegestane vloerbelasting respecteren. Om contactgeluid te voorkomen het toestel niet op een houten vloer (bijv. op zolder) zetten. Vereiste wandafstanden volgens afbeelding in acht nemen. Toestel horizontaal uitlijnen. Vereiste hoogte van de ruimte bij gebruik van de aansluitconsole min mm. Afstandsmaten (bovenaanzicht) Afstand A geen beperking 400 geen beperking variabel Plaatsing warmtepomp (inclusief optioneel bijkomend toestel links ernaast) Warmtepomp alleen Warmtepomp met AC-box Warmtepomp (besturingstoestel) met volgende warmtepomp (2de niveau) Warmtepomp met cascade Montagehandleiding AC-Box 100 A Montage 9

10 Montagehandleiding Plaatsing (vervolg) Maten van de bovenplaten en aansluitingen C Veiligheidsgroep (alleen bij type BWC/WWC) D Verwarmingswateraanvoer E Aanvoer warmwaterboiler F Retour warmwaterboiler/retour verwarmingswater C DEF A B A Primaire retour (brine) UIT B Primaire aanvoer (brine) AAN 10

11 Montagehandleiding Plaatsing (vervolg) Eisen aan de locatie van de aansluitingen A 97 B Montage A Invoerbereik bovenaan voor kabels van sensoren, accessoires en bijkomende functies. Lengte van de kabels ca. 1 m plus wandafstand (zie pagina 65). 11

12 Montagehandleiding Plaatsing (vervolg) B Invoerbereik onderaan aan de achterkant van het toestel voor 1 à 3 netaansluitkabels met kabelkoppelingen. Lengte van de netaansluitkabel 2,00 m, indien hij met de kabel van het blokkeersignaal van het energiebedrijf in een 5-aderige kabel samen wordt gelegd (zie pagina 87). Lengte van de netaansluitkabels 1,50 m plus wandafstand (zie netaansluiting pagina 90) Opmerking Het aantal netaansluitkabels van de meterkast naar de warmtepomp volgt uit de omvang van de installatie en de gebruikte stroomtarieven (zie netaansluiting pagina 87). Overzicht van de mogelijke installatieschema's De volgende tabel toont een overzicht van alle mogelijke installatieschema's. De schema's 2, 4 en 10 (zie vanaf pagina 29) geven als voorbeeld 3 typische installatie-uitvoeringen van warmtepompinstallaties weer. 12

13 Overzicht van de mogelijke installatieschema's (vervolg) Montagehandleiding Verwarmingscircuit Installatieschema (nummer van de parameter/id 7000 in regeling opgeslagen) A1 - X X - - X X - X X - M X X X X X X X X - M X X X X - Warmwaterboiler X - X - X - X - X - X - Verwarmingswaterbuffer - X X X X X X X X X X - Externe warmtegenerator X X X X X X X X - Koelen aan VC - X X - - X X - - X X - A1 Koelen aan VC X X X X X X X X - Opties M2 Koelen aan VC X X X X - M3 afzonderlijk X X X X X X X X X X X - koelcircuit Zwembad X X X X X X X X X X X - Solar X - X - X - X - X - X - Montage Externe warmtegenerator: 0 In schema 1 en 2 alleen samen met verwarmingswaterbuffer gebruiken, in alle andere schema's optioneel. Opmerking De optie koelen is telkens slechts bij een verwarmings- of koelcircuit mogelijk. De opties zwembad en solar kunnen naar wens worden gekozen. De optie solar is alleen in combinatie met Vitosolic 100 of 200 mogelijk. 13

14 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de installatie-uitvoeringen Opmerking De toepassingsvoorbeelden zijn aanbevelingen en moeten door de installateur op volledigheid en werking worden gecontroleerd. Voor het ontwerp, installatie en werking de betreffende geldende voorschriften en richtlijnen respecteren. Verwarmingscircuit Warmtepompen hebben een minimumdebiet aan verwarmingswater nodig (zie technische gegevens pagina 208). De in het betreffende gegevensblad aangegeven waarden beslist aanhouden. Exact berekende radiatorverwarmingsinstallaties hebben in de regel kleine watervolumes in het systeem. Bij zulke installaties een verwarmingswaterbuffer van voldoende grootte inzetten om te vaak in- en uitschakelen van de warmtepomp te voorkomen. Warmtepompen kunnen afhankelijk van het stroomtarief op piektijden door het energiebedrijf worden uitgeschakeld. Om die reden bij een snel afkoelend gebouw een verwarmingswaterbuffer installeren. Bij de installatie-uitvoeringen met verwarmingswaterbuffer wordt niet de secundaire pomp maar een aparte circulatiepomp als CV-pomp ingezet. Wij adviseren het debiet van de CV-pomp kleiner dan het debiet van de secundaire pomp te kiezen. Bij systemen met een grote inhoud, zoals bijv. een vloerverwarming, kan van een verwarmingswaterbuffer worden afgezien. Bij deze verwarmingsinstallaties moet een overstortklep op de verwarmingscircuitverdeler van de vloerverwarming worden geïnstalleerd die het verst van de warmtepomp verwijderd is. Daardoor is ook bij gesloten verwarmingscircuits de minimum circulatiehoeveelheid gegarandeerd. In combinatie met een vloerverwarmingcircuit moet een temperatuurbewaker (accesoires, best.nr of ) worden geïnstalleerd (aansluiting zie pagina 77). Parallel geschakelde verwarmingswaterbuffer Verwarmingswaterbuffers dienen voor de hydraulische ontkoppeling van het debiet in warmtepomp- en verwarmingscircuits. Als bijv. het debiet in het verwarmingscircuit via thermostaatkleppen verlaagd wordt, blijft het debiet in het warmtepompcircuit constant. Gebruik van verwarmingswaterbuffer: Overbrugging van de blokkeringen door het energiebedrijf Constant debiet door de warmtepomp Looptijdverlenging van de warmtepomp 14

15 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de (vervolg) Wegens de grotere waterhoeveelheid en evt. aparte afsluiting van de warmtegenerator nog een expansievat of een groter expansievat plaatsen. Het beveiligen van de warmtepomp gebeurt volgens EN Installaties zonder verwarmingswaterbuffer Minimum circulatiehoeveelheid van het verwarmingswater (zie technische gegevens pagina 210) aanhouden: bijv. overstortklep monteren. Geen mengklep aanbrengen. Koelfunctie natural cooling (NC) In de zomermaanden kan het temperatuurniveau van het primaire circuit voor de natuurlijke koeling van het gebouw worden gebruikt. De functie natural cooling (NC) is een bijzonder energiebesparende methode om een gebouw te koelen. Voor het aanwenden van de aardbodem als koelbron hoeft slechts een geringe hoeveelheid stroom voor de circulatiepompen te worden gebruikt. De warmtepomp wordt tijdens het koelen alleen voor de tapwateropwarming gebruikt. De aansturing van de circulatiepompen, omschakelkleppen en mengkleppen alsmede het vastleggen van de temperaturen vindt plaats door de warmtepompregeling via de uitbreidingsset natural cooling (accessoires). Deze functie kan ook door componenten ter plaatse worden overgenomen (voorstel voor aansluiting door installateur zie ontwerphandleiding). De dauwpuntbewaking vindt plaats via een externe dauwpuntsensor. In principe is de koelfunctie natural cooling qua capaciteit niet met een airconditioning te vergelijken. Met natural cooling vindt geen ontvochting plaats. De koelcapaciteit hangt af van de temperatuur, die aan seizoensschommelingen is onderworpen. Zo zal de koelcapaciteit uit ervaring aan het begin van de zomer groter zijn dan aan het einde van de zomer. Bovendien hangt het verloop van de temperatuur van de warmtebron af van de koelbehoefte van het gebouw. Door grote raampartijen of door interne bronnen (verlichting, elektrische apparaten) stijgt de warmtebrontemperatuur in de loop van het jaar sneller dan dat bij een geringere koebehoefte het geval is. Voor de koeling van het gebouw kan gekozen worden uit vloerverwarmingen en betonkernkoelingen, radiatorverwarmingen zijn niet geschikt. Er moet voor worden gezorgd dat eventueel aanwezige ruimtethermostaten bij gebruik van de koelfunctie met de hand of door stelmotoren worden geopend. Montage 15

16 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de (vervolg) Koelfunctie active cooling (AC) Dee AC-box maakt samen met een passende aardwarmte-water-warmtepomp active-cooling (actief koelen, AC-werking) en natural-cooling (natuurlijk koelen, NC-werking). De ACbox wordt direct met het brine- en warmwatercircuit verbonden en maakt een uitwendige circuitomkering mogelijk om de ruimte in de zomer actief te koelen. Aan de AC-box worden bijv. ventilatorconvectoren, koelplafonds/-zeilen en vloerkoeling aangesloten. Tijdens de NCwerking is de warmtepomp uitgeschakeld, alleen de primaire pomp is ingeschakeld. Die werking duurt zolang tot omwille van een te grote koellast de AC-werking (actief koelen met actieve warmtepomp) noodzakelijk is. In dat geval wordt de warmte-energie die aan de condensator ontstaat primair voor de tapwateropwarming resp. voor de zwembadwateropwarming gebruikt en secundair voor de volgende winter zoveel mogelijk in de bodem opgeslagen. Tapwateropwarming De tapwateropwarming door de warmtepomp is bij levering ten opzichte van het verwarmingscircuit met voorrang geschakeld. De regeling schakelt bij boilerverwarming de circulatiepomp uit om de boilerverwarming niet te hinderen. Verwarmingswater-doorstroomtoestel In het toestel kan een verwarmingswaterdoorstromer (accessoire) worden geïnstalleerd (zie afzonderlijke montagehandleiding). Afhankelijk van het stroomnet is de aansluiting via 230 V~ of 400 V~ mogelijk. De verwarmingswaterdoorstromer moet via een afzonderlijke aansluiting worden beveiligd. De aansturing gebeurt via de warmtepompregeling. Blokkering energiebedrijf (niet in Nederland) De mogelijkheid bestaat, compressor en verwarmingswaterdoorstromer samen door het energiebedrijf te laten uitschakelen. Dat gebeurt door het uitschakelen van het vermogensrelais (zie pagina 92). De spanningsverzorging van de regeling mag daarbij niet worden uitgeschakeld. 16

17 Montagehandleiding Interne componenten type BW/WW P R X Y Z H L G M F C D B W Montage I J A V E K 17

18 Montagehandleiding Interne componenten type BW/WW (vervolg) N M G P C D E P F P O R P L B A T P J I X Y Z V K U W H A Elektronische expansieklep (EEK) B Verdamper C Lagedruksensor (0 tot 15 bar) D Temperatuursensor zuiggas E Compressor F Hogedruksensor (1 tot 35 bar) G Temperatuursensor rookgas H Condensor I Temperatuursensor propaan J Veiligheidshogedrukschakelaar K Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire) L Temperatuursensor primaire aanvoer M Temperatuursensor-primaire retour N Primaire pomp (accessoires) O Brinedrukbewaking (accessoires) P Primaire retour (brine UIT) R Primaire aanvoer (brine AAN) T Secundaire pomp verwarmingscircuit (accessoires) U Circulatiepomp voor de boilerverwarming (accessoires) V Temperatuursensor-secundaire aanvoer W Temperatuursensor-secundaire retour X Verwarmingswateraanvoer Y Aanvoer warmwaterboiler Z Retour warmwaterboiler/retour verwarmingswater 18

19 Montagehandleiding Interne componenten type BWC/WWC P R S X Y Z H L N G M F I J A C D T B W U V Montage E K 19

20 Montagehandleiding Interne componenten type BWC/WWC (vervolg) M N G P C D E P F P S R O P L B A P V K J I X Y Z T U W H A Elektronische expansieklep (EEK) B Verdamper C Lagedruksensor (0 tot 15 bar) D Temperatuursensor zuiggas E Compressor F Hogedruksensor (1 tot 35 bar) G Temperatuursensor rookgas H Condensor I Temperatuursensor propaan J Veiligheidshogedrukschakelaar K Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire) L Temperatuursensor primaire aanvoer M Temperatuursensor-primaire retour N Primaire pomp O Brinedrukbewaking (accessoires) P Primaire retour (brine UIT) R Primaire aanvoer (brine AAN) S Kleinverdeler met beveiligingsgroep T 3-weg-klep (verwarmen/warm water) U Secundaire pomp V Temperatuursensor-secundaire aanvoer W Temperatuursensor-secundaire retour X Verwarmingswateraanvoer Y Aanvoer warmwaterboiler Z Retour warmwaterboiler/retour verwarmingswater 20

21 Montagehandleiding Primaire aansluitingen type BW (brine-water) 5 6 P Benodigde toestellen Pos. Naam 1 Warmtepomp 2 Primaire pomp (accessoires, max. 200 W) 3 Aardsonden/aardcollectoren 4 Grondverdeler voor aardsonden/aardcollectoren 5 Accessoirepakket voor grond 6 Brinedrukbewaking (accessoires, indien geen brinedrukbewaking wordt aangesloten, moet voor de inbedrijfstelling tussen de klemmen 1X3.8 en 1X3.9 een brug worden gemonteerd) 7 Vorstbeveiligingsthermostaat van de AC-box (indien AC-box wordt aangesloten, moet de vorstbeveiligingsthermostaat in serie met de brinedrukbewaking worden geschakeld) 8 Geïntegreerde regeling Montage Opmerking Meer informatie over de klembenamingen en printplaten zie pagina

22 Montagehandleiding Primaire aansluitingen type BW (brine-water) (vervolg) Elektrische aansluiting LP1? x1. x2.n x3.9 x1.? x3.8 LP2 8 x P M 1~ 230V; 0,5A UP 2 DW 6? x1. x V; 0,5A 7 LP Printplaat (zie pagina 62) Primaire installatie type BWC (brine-water) 5 6 P

23 Primaire installatie type BWC (brine-water) (vervolg) Montagehandleiding Benodigde apparaten Pos. Naam 1 Warmtepomp 2 Primaire pomp (gemonteerd en aangesloten) 3 Aardsonden/aardcollectoren 4 Grondverdeler voor aardsonden/aardcollectoren 5 Accessoirepakket voor grond 6 Brinedrukbewaking (accessoires, indien geen brinedrukbewaking wordt aangesloten, moet voor de inbedrijfstelling tussen 1X3.8 en 1X3.9 een brug worden gemonteerd) 7 Vorstbeveiligingsthermostaat van de AC-box (indien AC-box wordt aangesloten, moet de vorstbeveiligingsthermostaat in serie met de brinedrukbewaking worden geschakeld) 8 Geïntegreerde regeling Montage Opmerking Meer informatie over de klembenamingen en printplaten zie pagina 62. Elektrische aansluiting LP1 x3.9 x1.? x P 230V; 0,5A DW 6? x1. x V; 0,5A 7 LP Printplaat (zie pagina 62) 23

24 Montagehandleiding Primaire installatie type WW (water-water) qw 6 qp qq A A Stroomrichting 24

25 Primaire installatie type WW (water-water) (vervolg) Montagehandleiding Benodigde apparaten Pos. Naam 1 Warmtepomp 2 Primaire pomp (accessoires, max. 200 W) 3 Absorberende bronnen 4 Zuigbronnen 5 Bronnenpomp Zuigpomp voor grondwater Via lokale beveiliging met zekering aansluiten Evt. draaistroomaansluiting voor pomp voorzien Zie ombouw type BW naar type WW vanaf pagina 75 6 Vuilvanger 7 Stromingsbewaker (bij aansluiting brug verwijderen) 8 Warmtewisselaar 9 Accessoirepakket voor grond qp Vorstbeveiligingsthermostaat tussencircuit (indien een AC-box wordt aangesloten, moet de vorstbeveiligingsthermostaat van het tussencircuit in serie met de vorstbeveiligingsthermostaat van de AC-box geschakeld zijn) qq Vorstbeveiligingsthermostaat van de AC-box (optioneel) qw Geïntegreerde regeling Montage Opmerking Meer informatie over de klembenamingen en printplaten zie pagina 62. Het volledig vermogen van alle aangesloten toestellen mag 1000 W niet overschrijden. Als het volledig vermogen 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component groter dan aangegeven worden gekozen. 25

26 Montagehandleiding Primaire installatie type WW (water-water) (vervolg) Elektrische aansluiting LP1? x1. x2.n LP2 qw x8.5 qw 1 M 1~ 2 [A K 5 L1 M 1~ UP 2 UP 5 N? x3.3 x1.? x3.4 x3.9 x1.? x V; 0,5A 230V; 0,5A 7 qp? x1. x V; 0,5A qq LP Printplaat (zie pagina 62) 26

27 Montagehandleiding Primaire installatie WWC (water-water) qp qq 4 3 A qw 2 1 Montage A Stroomrichting 27

28 Montagehandleiding Primaire installatie WWC (water-water) (vervolg) Benodigde apparaten Pos. Naam 1 Warmtepomp 2 Geïntegreerde primaire pomp 3 Absorberende bronnen 4 Zuigbronnen 5 Bronnenpomp Zuigpomp voor grondwater Via lokale beveiliging met zekering aansluiten Evt. draaistroomaansluiting voor pomp voorzien Zie ombouw van type BW naar type WW vanaf pagina 75 6 Vuilvanger 7 Stromingsbewaker (bij aansluiting brug verwijderen) 8 Warmtewisselaar 9 Accessoirepakket voor grond qp Vorstbeveiligingsthermostaat tussencircuit (indien een AC-box wordt aangesloten, moet de vorstbeveiligingsthermostaat van het tussencircuit in serie met de vorstbeveiligingsthermostaat van de AC-box geschakeld zijn.) qq Vorstbeveiligingsthermostaat van de AC-box (optioneel) qw Geïntegreerde regeling Opmerking Meer informatie over de klembenamingen en printplaten zie pagina

29 Montagehandleiding Primaire installatie WWC (water-water) (vervolg) Elektrische aansluiting LP1 LP2 qw x8.5 qw 1 L1 [A K x2.n 5 M 1~ UP 5 x3.3 x1.? x3.4 x3.9 x1.? x3.8 N? 230V; 0,5A 230V; 0,5A 7 qp Montage? x1. x V; 0,5A qq LP Printplaat (zie pagina 62) Installatie-uitvoering 1 (type BW/WW) Installatieschema 2 instellen (zie pagina 134) 1 verwarmingscircuit zonder mengklep (A1) Tapwateropwarming met warmwaterboiler natural cooling (NC) met mengklep Opmerking Het hydraulisch schema is met een warmtepomp type BW weergegeven. Voor type BWC zijn primaire pomp, secundaire pompen en 3-weg-klep binnen het toestel reeds geïnstalleerd en elektrisch aangesloten. 29

30 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (type BW/WW) (vervolg) Hydraulisch schema eq ep ew WW ee re ww M rq rw M wq rp wp qr 6 qe qw qt P qp qq 1 9 Benodigde toestellen Pos. Naam Warmtegenerator 1 Warmtepomp 2 Verwarmingswaterdoorstromer met bijbehorende aanstuurmodule (accessoires) 30

31 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (type BW/WW) (vervolg) Pos. Naam 3 Compressor Netaansluiting compressor met 5 x 2,5 mm 2 uitvoeren Aanwijzingen aangaande netaansluiting zie pagina 87 Zekering door installateur Indien een softstarter massieve as is gemonteerd (zie typeplaatje), moeten de zekeringen een Z-karakteristiek hebben 4 Geïntegreerde regeling (netaansluiting regeling met 3 x 1,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur 16 A, zie vanaf pagina 87) Geïntegreerde 3-weg-klep verwarmen/warm water (alleen bij type BWC/ WWC) 5 Primaire pomp (max. 200 W) 6 Secundaire pomp installatieaanvoer met thermostaat (maximale begrenzing voor vloerverwarming, zie pagina 77) 7 Circulatiepomp voor boilerverwarming (alleen bij type BW/WW) 8 Kleinverdeler met veiligheidsgroep (bij type BWC/WWC reeds gemonteerd) 9 Expansievat (accessoires) qp Buitentemperatuursensor qq KM-BUS-verdeler (optioneel) qw Aardsonde/aardcollector qe Grondverdeler voor aardsonden/aardcollectoren qr Accessoirepakket voor grond qt Brinedrukbewaking (indien geen brinedrukbewaking wordt gebruikt, moeten de aansluitingen van de bijbehorende brug worden voorzien, zoniet treedt de warmtepomp niet in werking) Tapwateropwarming wp Warmwaterboiler wq Boilertemperatuursensor (dompelsensor) ww Schakeltijden extra uitgang (bijv. circulatiepomp) Verwarmingscircuit (A1) ep Verwarmingscircuit zonder mengklep (vloerverwarming-/radiatorencircuit) eq Afstandsbediening Vitotrol 200 voor verwarmingscircuit A1 (optioneel) ew Overstortklep ee Thermostaat (maximale begrenzing voor vloerverwarming) Koelfunctie natural cooling (NC) rp NC-box met mengklep rq Primaire koelcircuitpomp rw Secundaire koelcircuitpomp re Dauwpuntsensor Montage 31

32 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (type BW/WW) (vervolg) Elektrische aansluiting * 1 LP1 LP x1.? x2.n x7.10 ee M 1~ 7 x1.? x2.n x8.7 sö M 1~ V x3.9 x1.? x3.8 P qt DW x1.? x2.n x1.? x2.n x7.11 x8.5 A ach B 16A acj M 1~ M 1~ L1 L2 L3 N? ZP ww V/50 Hz 3/N/PE 2 LP Printplaat (zie pagina 62) A Stekker ach is aangesloten in de kabelboom B Aanstuurmodule voor verwarmingswaterdoorstromer * 1 Gedetailleerde informatie over de elektrische aansluiting zie vanaf pagina

33 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (type BW/WW) (vervolg) LP1 x2.n x1.? 4 LP2 4 1 x8.6 x2.4 x2.3 x5? L? N 230 V/50 Hz 1/N/PE rp Laagspanning LP3 4 x1.25 x2.25 x1.16 x2.16 x1.14 x qq avg 1 avg 2 1 avg 2 F0/Ni 500 F6/Pt 500 avg on 1 2 off A1 eq ATS qp STS wq Montage 230 V? N L1 16A 230 V/50 Hz 1/N/PE 4? 400 V N L3 L2 L1 16A 16A 16A 400 V/50 Hz 3/PE 3 LP Printplaat (zie pagina 62) Instelling Opmerking Weergave van de benodigde minimuminstellingen. Invoercode voor vakman : 5243 (zie toegangsmachtiging pagina 110) 33

34 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (type BW/WW) (vervolg) Parameter Instelling ID Parametergroep Basisinstellingen Installatieschema Installatiedefinitie Schakelt. extra uitg. (bijv. circulatiepomp) Schakeltijden instellen 701B Installatiedefinitie natural cooling (NC) in verwarmingscircuit A1 Afstandsbediening Ja 2003 Verwarmingscircuit 1 Koeling Koeling Koelcircuit Koeling Elektrische verwarming Verwarmingsw. doorstromer ja 7900 Elektrische verwarming Installatie-uitvoering 2 (type BW/WW) Installatieschema 4 instellen (zie pagina 134) 1 verwarmingscircuit met mengklep (M2) Tapwateropwarming met warmwaterboiler Verwarmingswaterbuffer active cooling / natural cooling in afzonderlijk koelcircuit Opmerking Het hydraulisch schema is met een warmtepomp type BW weergegeven. Voor type BWC zijn primaire pomp, secundaire pompen en 3-weg-klep binnen het toestel reeds geïnstalleerd en elektrisch aangesloten. 34

35 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (type BW/WW) (vervolg) Hydraulisch schema WW wq ww rt rw rq re rp rr tp tq tw te tr tt tz M ew eq Montage ep wp qr 6 qe qt P qp qw qq 1 9 Benodigde toestellen Pos. Naam Warmtegenerator 1 Warmtepomp 2 Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire) 35

36 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (type BW/WW) (vervolg) Pos. Naam 3 Compressor Netaansluiting compressor met 5 x 2,5 mm 2 uitvoeren Aanwijzingen aangaande netaansluiting zie pagina 87 Zekering door installateur Indien een softstarter massieve as is gemonteerd (zie typeplaatje), moeten de zekeringen een Z-karakteristiek hebben 4 Geïntegreerde regeling (netaansluiting regeling met 3 x 1,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur 16 A) Geïntegreerde 3-weg-klep verwarmen/warm water (alleen bij type BWC) 5 Primaire pomp (max. 200 W) 6 Secundaire pomp installatieaanvoer (130 W) 7 Circulatiepomp voor boilerverwarming (alleen bij type BW, max. 130 W)) 8 Kleinverdeler met veiligheidsgroep (bij type BWC/WWC reeds gemonteerd) 9 Expansievat (accessoires) qp Buitentemperatuursensor qw Aardsonde/aardcollector qe Grondverdeler voor aardsonden/aardcollectoren qr Accessoirepakket voor grond qt Brinedrukbewaking (indien geen brinedrukbewaking wordt gebruikt, moeten de aansluitingen van de bijbehorende brug worden voorzien, zoniet treedt de warmtepomp niet in werking) Tapwateropwarming wp Warmwaterboiler wq Boilertemperatuursensor ww Schakeltijden extra uitgang (bijv. circulatiepomp) Verwarmingswaterbuffer ep Verwarmingswaterbuffer eq Buffertemperatuursensor in verwarmingswaterbuffer ew Aanvoertemperatuursensor installatie Koelfunctie active cooling (AC) qq AC-box ( active cooling ) met primaire en secundaire koelcircuitpomp en dauwpuntsensor rp Afzonderlijk koelcircuit rq Ruimtetemperatuursensor afzonderlijk koelcircuit (bestelnr ) rw Aanvoertemperatuursensor afzonderlijk koelcircuit re Koelconvector rr Condensaatafvoer rt Circulatiepomp afzonderlijk koelcircuit CV-circuit met mengklep (M2) tp Vloerverwarmingcircuit M2 36

37 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (type BW/WW) (vervolg) Pos. Naam tq Overstortklep tw Afstandsbediening Vitotrol 200 voor vloerverwarmingcircuit M2 te Aanvoertemperatuursensor M2 tr Thermostaat als maximale begrenzing voor vloerverwarming tt Verwarmingcircuitpomp M2 (max 100 W) tz Mengklepmotor M2 Montage 37

38 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (type BW/WW) (vervolg) Elektrische aansluiting * 2 LP1 x2.n x1.? 4 LP2 4 1 x8.9 x8.10 tr Open M 1~ Dicht M2 tz x1.? x2.n x8.11 sö M 1~ UP M2 tt L1 230 V x1.? x2.n x1.? x2.n x3.9 x1.? x3.8 x7.6 x8.6 M 1~ 1? 2 1? 2 1? 2 amy]e amg? N amy]d 230 V/ 50 Hz UP rt L N? fö 230 V/ 50 Hz AC qq P DWqT LP Printplaat (zie pagina 62) * 2 Gedetailleerde informatie over de elektrische aansluiting zie vanaf pagina

39 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (type BW/WW) (vervolg) 230 V LP1 x1.? x2.n x1.? x2.n x1.? x2.n LP x8.7 x8.5 x7.10 A ach B 16A acj M 1~ M 1~ M 1~ L1 L2 L3 N? V/50 Hz 3/N/PE Montage 2 x1.? x2.n x7.11 M 1~ ww LP Printplaat (zie pagina 62) A Stekker ach is aangesloten in de kabelboom B Aanstuurmodule voor verwarmingswaterdoorstromer 39

40 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (type BW/WW) (vervolg) LP3 4 1 x1.25 x on off M2 tw Laagspanning x1.6 x2.6 x1.8 x2.8 x1.9 x2.9 x1.10 x2.10 x1.22 x2.22 x1.16 x2.16 x1.14 x a F14/Ni 500 F13/Pt 500 F12/Ni 500 F4/Pt 500 F0/Ni 500 F6/Pt 500 F16 Ni 500 RTSrQ VTS rw VTS ew VTS M2 te PTS eq ATS qp STS wq 230 V? N L1 16A 230 V/50 Hz 1/N/PE 4? 400 V N L3 L2 L1 16A 16A 16A 400 V/50 Hz 3/PE 3 LP Printplaat (zie pagina 62) 40

41 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (type BW/WW) (vervolg) Instelling Opmerking Weergave van de benodigde minimuminstellingen. Invoercode voor vakman : 5243 (zie pagina 110). Parameter Instelling ID Parametergroep Basisinstellingen Installatieschema Installatiedefinitie Schakelt. extra uitg. Schakeltijden 701B Installatiedefinitie instellen Verw. circ. M2 Afstandsbediening Ja 3003 Verwarmingscircuit active cooling (AC) in afzonderlijk koelcircuit Koeling Koeling Koelcircuit Koeling Elektrische verwarming Verwarmingswater-doorstroomtoestel Ja 7900 Verwarmingscircuit Montage Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) Installatieschema 10 instellen (zie pagina 134) Externe warmtegenerator voor verwarmen en warm water Tapwateropwarming (boilerlaadsysteem) Solarinstallatie Verwarmingswaterbuffer 1 direct verwarmingscircuit zonder mengklep (A1) 2 verwarmingscircuits met mengklep (M2, M3) natural cooling met mengklep aan het verwarmingscircuit M2 Zwembad Opmerking Het hydraulisch schema is met een warmtepomp type BW weergegeven. Voor type BWC zijn primaire pomp, secundaire pompen en 3-weg-klep binnen het toestel reeds geïnstalleerd en elektrisch aangesloten. 41

42 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) (vervolg) Hydraulisch schema rq rw rp rt eq ep qe T qw re P rr ee ez qr ew er et qt q-r 6 5 qp 3 qq M uq tq up tp M wt wr 7 8 P zp ip op zw zq iw iq ow oq ze zr uw zt φ M ue oe or ie ot oz zz M ou zu M we M ww wq wz q-e q-t q-w wu wp q-q q-p 42

43 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) (vervolg) Benodigde toestellen Pos. Naam Warmtegenerator 1 Warmtepomp 2 Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire) 3 Compressor Netaansluiting compressor met 5 x 2,5 mm 2 uitvoeren Aanwijzingen aangaande netaansluiting zie pagina 87 Zekering door installateur Indien een softstarter massieve as is gemonteerd (zie typeplaatje), moeten de zekeringen een Z-karakteristiek hebben 4 Geïntegreerde regeling (netaansluiting regeling met 3 x 1,5 mm 2 uitvoeren, zekering door installateur 16 A) Geïntegreerde 3-weg-klep verwarmen/warm water (alleen bij type BWC/ WWC) 5 Primaire pomp (bij type BWC/WWC reeds geïnstalleerd en aangesloten) 6 Secundaire pomp installatieaanvoer (bij type BWC/WWC reeds geïnstalleerd en aangesloten) 7 Circulatiepomp voor boilerverwarming (alleen bij type BW/WW) 8 Kleinverdeler met beveiligingsgroep 9 Expansievat (accessoires) qp Buitentemperatuursensor qq KM-BUS-verdeler qw Aardsonde/aardcollector qe Grondverdeler voor aardsonden/aardcollectoren qr Accessoirepakket voor grond qt Brinedrukbewaking (indien geen brinedrukbewaking wordt gebruikt, moeten de aansluitingen van de bijbehorende brug worden voorzien, zoniet treedt de warmtepomp niet in werking) Externe warmtegenerator wp Externe warmtegenerator wq Aansluiting van een externe warmtegenerator (aansluiting aan de aansluitklemmen Externe aanvraag bij de externe warmtegenerator) ww Motor voor direct aangestuurde 3-weg-mengklep we Aanvoertemperatuursensor installatie wr Veiligheidstemperatuurbegrenzer 70 C om de externe warmtegenerator uit te schakelen (door installateur) wt Veiligheidstemperatuurbegrenzer 70 C om de secundaire pomp uit te schakelen (door installateur) wz Circulatiepomp voor boilernaverwarming (opgenomen vermogen max. 130 W) Montage 43

44 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) (vervolg) Pos. Naam wu Keteltemperatuursensor in de externe warmtegenerator voor de aansluiting aan de warmtepomp Tapwateropwarming in het boilerlaadsysteem ep Bivalente warmwaterboiler eq Boilertemperatuursensor warmtepomp ew Circulatiepomp ee 2-weg-klep, stroomlos gesloten er Debietbegrenzer (Taco-Setter) et Platenwarmtewisselaar (bijv. Vitotrans 100) ez Boilerlaadpomp Tapwateropwarming door zonne-energie rp Solar-Divicon met zonnecircuitpomp en expansievat rq Vitosolic 100/200 (afzonderlijke montagehandleiding in acht nemen) rw Collectortemperatuursensor (meegeleverd met Vitosolic) re Zonnecollectoren rr Boilertemperatuursensor in de solarretour (meegeleverd met Vitosolic) rt Veiligheidstemperatuurbegrenzer (optie, zie ontwerphandleiding Vitosol) Verwarmingswaterbuffer tp Verwarmingswaterbuffer tq Temperatuursensor in de verwarmingswaterbuffer CV-circuit met mengklep (M2) zp Vloerverwarmingcircuit met direct aangestuurde mengklep M2 (codeerschakelaar in acht nemen) zq Afstandsbediening Vitotrol 200 voor verwarmingscircuit M2, aansluiting afzonderlijke ruimtetemperatuursensor zie montagehandleiding Vitotrol, codeerschakelaar in acht nemen zw Overstortklep verwarmingscircuit M2 ze Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit M2 zr Thermostaat als maximale begrenzing voor vloerverwarming zt Temperatuursensor van de natural cooling -mengklep zz Motor voor 3-weg-mengklep verwarmingscircuit M2 zu Verwarmingcircuitpomp M2 (max 100 W) Koelfunctie natural cooling (NC) up NC-box met mengklep uq Primaire koelcircuitpomp (in NC-box inbegrepen) uw Secundaire koelcircuitpomp (in NC-box inbegrepen) ue Dauwpuntsensor Direct verwarmingscircuit (A1) ip Radiatorverwarmingscircuit A1 44

45 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) (vervolg) Pos. Naam iq Afstandsbediening Vitotrol 200 voor verwarmingscircuit A1 (aansluiting afzonderlijke ruimtetemperatuursensor zie montagehandleiding Vitotrol, codeerschakelaar in acht nemen) iw Overstortklep verwarmingscircuit A1 ie Verwarmingscircuitpomp A1 (max 100 W) Verwarmingscircuit met mengklep (M3) op Radiatorverwarmingscircuit M3 oq Afstandsbediening Vitotrol 200 voor verwarmingscircuit M3 (aansluiting afzonderlijke ruimtetemperatuursensor zie montagehandleiding Vitotrol, codeerschakelaar in acht nemen) ow Overstortklep verwarmingscircuit M3 oe Thermostaat als maximale begrenzing voor vloerverwarming or Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit M3 ot Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit M3); afzonderlijke montagehandleiding in acht nemen oz CV-pomp M3 ou 3-weg-mengklep verwarmingscircuit M3 Zwembad q P Zwembad q Q Zwembadthermostaat (spanningsvrije sluiter, accessoires) q W Ciruclatiepomp voor zwembadverwarming (geen filterpomp aansluiten) q E Platenwarmtewisselaar q R 3-weg-omschakelklep zwembad q T Externe uitbreiding H1 (zie afzonderlijke montagehandleiding). Montage 45

46 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) (vervolg) Elektrische aansluiting * V LP1 x2.n x1.? x1.? x2.n x1.? x2.n x3.1 LP x8.9 x8.10 zr x8.11 x7.9 x7.1 B x7.2 wr sö wp M 1~ Zu M 1~ M 1~ Auf M2 zz UP M2 zu UP A1iE x2.n A x7.10 x1.? M 1~ UP7 x2.n x7.7 x2.n Auf x1.? M 1~ ww x7.8 Zu LP Printplaat (zie pagina 62) A Lokaal hulprelais B Brug van X3.1 (LP1) naar X7.1 (LP2) inzetten * 3 Gedetailleerde informatie over de elektrische aansluiting zie vanaf pagina

47 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) (vervolg) 230 V LP1 LP x7.11 x2.n x1.? M 1~ ZP ew x8.5 x1.? M 1~ 5 x2.n x1.? x2.n x8.7 A ach sö B wt 16A acj M 1~ L1 L2 L3 N? 400 V/50Hz 3/N/PE 6 Montage 2 x2.n x8.13 L1 UPwZ M 1~?N LP Printplaat (zie pagina 62) A Stekker ach is aangesloten in de kabelboom B Aanstuurmodule voor verwarmingswaterdoorstromer 47

48 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) (vervolg) LP1 x2.n x1.? LP2 x M 1~ ez M ee x3.8 x1.? x3.9 P oder DW qt Kleinspannung 230 V x8.6 x2.n x1.? LP3 4 x1.25 x avg 2 1 avg 2 1 avg 2 1 avg 2 1 avg 2 qq 1 avg 2 on off L sö? 1 N avg 2 oz L fö? N? 1 2 x2.4 x2.3 x5? 1 avg 2 L? N on 1 2 off on 1 2 off on 1 2 off oe sö Ni V/50 Hz up 230 V/50 Hz 1/N/PE M 1~ M2 zq M3 oq A1iQ UP M3 oz VTS M3 or LP Printplaat (zie pagina 62) 48

49 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) (vervolg) LP3 4 1 L fö? N 1 1 avg avg avd 2 2 q-t N gö? L q-r M 3~ 230 V/50 Hz L1 400 V/ L2 L3 50 Hz? TST q-q UPq-W Kleinspannung avg 1 2 qq 1 avg 2 S1 S2 Pt 500 Pt 500 rw STS rr R1? M 1~ N UP rp STB rt Montage rq L? N 230 V/50 Hz 1/N/PE x1.9 x2.9 x1.10 x2.10 x1.22 x2.22 x1.4 x2.4 F13/Pt 500 F12/Ni 500 F4/Pt 500 F20/Pt 500 VTS we VTS M2 ze PTS tq KTS wu LP Printplaat (zie pagina 62) 49

50 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) (vervolg) Kleinspannung LP3 4 x1.16 x2.16 x1,14 x2.14 F0/Ni 500 F6/Pt 500 ATSqP STS eq? 230 V N L? 16A 230 V/50 Hz V 1 N1 L3 L2 L1 16A 16A 16A 400 V/50 Hz 3 LP Printplaat (zie pagina 62) Instelling Opmerking Weergave van de benodigde minimuminstellingen. Invoercode voor vakman : 5243 (zie pagina 110). Parameter Instelling ID Parametergroep Basisinstellingen Installatieschema Installatiedefinitie Schakelt. extra uitg. Schakeltijden 701B Installatiedefinitie instellen Externe uitbreiding Ja 7010 Installatiedefinitie Zwembad Ja 7008 Installatiedefinitie Type Vitosolic 1/ Installatiedefinitie 50

51 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (type BW/WW) (vervolg) Parameter Instelling ID Parametergroep Externe warmtegenerator Ext. Warmtegenerator Ja 7B00 Ext. Warmtegenerator Ext. Warmtegenerator voor Ja 7B0D Ext. Warmtegenerator TW-opwarming * 4 Direct verwarmingscircuit A1 Afstandsbediening Ja 2003 Verwarmingscircuit 1 natural cooling (NC) in verwarmingscircuit met mengklep M2 Afstandsbediening Ja 3003 Verwarmingscircuit 2 Koeling Koeling Koelcircuit Koeling Verwarmingscircuit met mengklep M3 Afstandsbediening Ja 4003 Verwarmingscircuit 3 Elektrische verwarming Verwarmingswater-doorstroomtoestel Ja 7900 Elektrische verwarming Montage Tapwateropwarming 1 Warmwaterboiler met interne warmtewisselaar * 4 Bij activering van deze parameter kan geen elektrisch verwarmingselement EHE in de warmwaterboiler worden ingezet. 51

52 Montagehandleiding Tapwateropwarming 1 (vervolg) WW A KW 1 A KW Interface warmtepomp Koud water WW Warm water Benodigde apparaten Pos. Naam 1 Warmwaterboiler 2 Elektrisch verwarmingselement EHE (accessoires) beneden de bovenste boilertemperatuursensor 4 geïnstalleerd niet noodzakelijk als verwarmingswaterdoorstromer is geïnstalleerd alleen aansluiten, als externe warmtegenerator niet voor tapwateropwarming wordt gebruikt Aansluiting door installateur 3 Circulatiepomp (max. 50 W) 4 Boilertemperatuursensor boven 5 Boilertemperatuursensor beneden (optioneel) 6 Circulatiepomp voor boilerverwarming (max. 130 W, bij type BWC/WWC reeds geïnstalleerd en aangesloten) 52

53 Montagehandleiding Tapwateropwarming 1 (vervolg) LP1 LP2? x1. x2.n x7.11 M 1~ ZP 3 L1 L2 L3 N? x2.n? x1. x2.n x8.13 x M 1~ UP 6 Montage LP3 x1.14 x2.14 x1.13 x2.13 F6 Pt 500 F7 Pt 500 STS 4 STS 5 LP Printplaat (zie pagina 62) Opmerking Informatie over regelingsbediening zie bedieningshandleiding. Instelling Parameter Instelling ID Parametergroep Basisinstellingen Installatieschema 0, 2, 4, 6, 8, Installatiedefinitie Schakeltijden extra uitgang Schakeltijden 701B Installatiedefinitie (bijv. circulatiepomp) instellen Tapwateropwarming Schakeltijden warm water Schakeltijden 6001 Warm water instellen Extra verwarming Ja/Neen 6014 Warm water 2. Temperatuursensor Ja/Neen 600E Warm water 53

54 Montagehandleiding Tapwateropwarming 2 Warmwaterboiler met boilerlaadsysteem WW M A qp KW 1 A Interface warmtepomp WW Koud water KW Warm water Benodigde apparaten Pos. Naam 1 Warmwaterboiler 2 Elektrisch verwarmingselement EHE (accessoires) beneden de bovenste boilertemperatuursensor 4 niet noodzakelijk als verwarmingswaterdoorstromer is geïnstalleerd alleen aansluiten, als externe warmtegenerator niet voor tapwateropwarming wordt gebruikt Aansluiting door installateur 3 Circulatiepomp (max. 50 W, optioneel) 4 Boilertemperatuursensor boven 5 2-weg-klep, stroomlos gesloten (in het tapwatercircuit, beide componenten via 2X8.12 aansturen) 6 Debietbegrenzer 7 Platenwarmtewisselaar 8 Circulatiepomp voor boilerverwarming (max. 130 W, bij type BWC/WWC reeds geïnstalleerd en aangesloten) 9 Boilertemperatuursensor beneden (optioneel) qp Boilerlaadpomp (max. 130 W) 54

55 Montagehandleiding Tapwateropwarming 2 (vervolg) LP1 LP2? x1. x2.n x7.11 M 1~ ZP 3 x2.n? x1. x8.12 M 1~ UP qp M L1 L2 L3 N? 5 Montage x2.n x8.13 2? x1. x2.n x7.10 M 1~ UP 8 LP3 x1.13 x2.13 x1.14 x2.14 F7 Pt 500 F6 Pt 500 STS 9 STS 4 LP Printplaat (zie pagina 62) Opmerking Informatie over regelingsbediening zie bedieningshandleiding. Instelling Parameter Instelling ID Parametergroep Basisinstellingen Installatieschema 0, 2, 4, 6, 8, Installatiedefinitie 55

56 Montagehandleiding Tapwateropwarming 2 (vervolg) Parameter Instelling ID Parametergroep Schakeltijden extra uitgang Schakeltijden 701B Installatiedefinitie instellen Tapwateropwarming Schakeltijden warm water Schakeltijden 6001 Warm water instellen Extra verwarming Ja/Neen 6014 Warm water 2. Temperatuursensor Ja/Neen 600E Warm water 56

57 Montageverloop Montagevoorbereidingen 1. Warmtepomp volgens de gegevens op pagina 9 positioneren en horizontaal uitlijnen. Montage 57

58 Montageverloop Warmtepomp openen A x 6. 58

59 Montageverloop Warmtepomp openen (vervolg)! Opgelet De aardleidingen zijn binnen aan de behuizingplaten aangesloten. Aardleidingen bij demontage van de buitenplaten niet lostrekken. Voor verwijdering van de behuizingplaten de aardleidingen losmaken. Bij montage alle aardleidingen opnieuw aansluiten. Opmerking Bij levering is de frontplaat niet gemonteerd. 1. Schroef in de voeg tussen frontplaat en bovenplaat losmaken. 2. Aardleidingen A losmaken, frontplaat aan de bovenkant naar voren trekken en naar boven eruit lichten. 3. Schroeven aan de voorste bovenplaat losmaken. 4. Aardleidingen losmaken, voorste bovenplaat opheffen en naar voren trekken. 5. Schroeven ter bevestiging van de zijplaat losmaken. 6. Aardleidingen losmaken, zijplaat in verticale positie iets naar voren schuiven, opzij kantelen en naar voren trekken. Opmerking Oliesporen wijzen op een lekkage in het koudecircuit van de warmtepompmodule. De warmtepomp moet door een koeltechnicus gecontroleerd worden. Montage 59

60 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen A B C D E F G H K L M P O De elektrische aansluitingen F, G en H zijn met een ervoor gemonteerde handbeveiliging tegen aanraking beveiligd. A Printplaat 3 (sensorprintplaat) B Steekplaats codeerstekker C Printplaat 2 (basisprintplaat) D Invoerbereik van de elektrische aansluitkabels behalve netaansluitkabels E Printplaat 1 (rangeerprintplaat) 60

61 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen (vervolg) F Netaansluiting regeling G Klemmenblok (intern) H Netaansluiting compressor K Aanstuurmodule compressor L Aansturing en netaansluiting van een verwarmingswater-doorstroomelement (accessoire) M Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire) O Bedieningseenheid P Warmtepompmodule Aanwijzingen voor de elektrische aansluiting Het volledig vermogen van alle aangesloten toestellen mag 1000 W niet overschrijden. Als het volledig vermogen 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component groter dan aangegeven worden gekozen. Indien een installatiecomponent aan een aansluitklem moet worden aangesloten, waaraan reeds een ader is aangesloten, moeten beide aders samen in een adereindhuls worden verperst. De aansluiting van twee afzonderlijke aders aan een aansluitklem is niet toegelaten. Montage 61

62 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen (vervolg) Positie van de printplaten D C X1 X2 X3 X2 X1 X8 X11 X7 T6.3A A B A Printplaat 3 (sensorprintplaat) B Printplaat 2 (basisprintplaat) C Printplaat 1 (rangeerprintplaat) met zekering van de regeling D Invoerbereik van de elektrische aansluitkabels Opmerking De klembenamingen staan voor de cijfers 1 tot 3. Die cijfers zijn aan de 3 printplaten toegekend 62

63 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen (vervolg) Printplaat 1 (rangeerprintplaat LP1) X1 1? X2 1N 2 3 N 18 X3 Montage???? N N N N N De aansluitklemmen van de printplaat 1 (meld- en veiligheidscomponenten) worden als volgt gekenmerkt: Voorbeeld: Aansluiting 1X1.? 1 Printplaat 1 (LP1) X1. Klemstrip 1? willekeurige aardingsaansluitklem Voorbeeld: Aansluiting 1X2.N 1 Printplaat 1 (LP1) X2. Klemstrip 2 N willekeurige aansluitklem neutraalgeleider Voorbeeld: Aansluiting 1X3.5 1 Printplaat 1 (LP1) X3. Klemstrip 3 5 Aansluitklem 5 63

64 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen (vervolg) Printplaat 2 (basisprintplaat LP2) X8 X11 X X15 X16 X9 X10 ~ Lopend nummer 1 van de aansluitklemmen De aansluitklemmen van de printplaat 2 (werkingscomponenten 230 V) worden als volgt gekenmerkt: Voorbeeld: Aansluiting 2X7.3 2 Printplaat 2 (LP2) X7. Klemstrip 7 3 Aansluitklem 3 Aansluitmogelijkheden aan printplaat 2 (LP2) Aansluitingen 2X7.1 tot 2X7.13 Aansluitingen 2X8.1 tot 2X

65 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen (vervolg) Printplaat 3 (sensorprintplaat LP3) X2 27 X F20 4 F21 3 F22 2 F23 1 F18 F19 F20 F21 F22 F23 Montage De aansluitklemmen van de printplaat 3 (sensoren en KM-BUS) worden als volgt gekenmerkt: Voorbeeld: Aansluiting 3X Printplaat 3 (LP3) X2. Klemstrip 2 10 Aansluitklem 10 Opmerking Het lopend nummer van de aansluitklem is niet identiek aan de benaming van de sensor. Aansluitmogelijkheden aan printplaat 3 (LP3) Aansluitingen 3X1.1 tot 3X1.27 Aansluitingen 3X2.1 tot 3X2.27 Aansluitingen van de sensoren F0 tot F23 Elektrische kabels invoeren Om elektrische aansluitkabels (door installateur) te leggen, de positie van de kabelinvoer in het toestel aan de achterkant in acht nemen (zie pagina 11). 65

66 Montageverloop Elektrische kabels invoeren (vervolg) A B C < 42 V < 42 V 230 V 230 V 230 V F E D A Invoer voor laagspanningskabels < 42 V~ (bijv. KM-BUS, sensoren, afstandsbediening) met verdere leiding naar printplaat 3. B Invoer voor kabels met 230 V~ met verdere leiding naar printplaat 1 en 2. C Bevestiging en bundeling van de kabels (onderscheiding in laagspanning <42 V~ en 230 V~), zodat een verschuiving is uitgesloten. D Printplaat 1 (rangeerprintplaat LP1) E Printplaat 2 (basisprintplaat LP2) F Printplaat 3 (sensorprintplaat LP3) 1. Externe elektrische kabels naar de bovenkant achteraan van het toestel en door het kabelkanaal naar het aansluitbereik voeren. Kabels over een lengte van ca. 100 cm plus wandafstand in het toestel inkorten. 66

67 Montageverloop Elektrische kabels invoeren (vervolg) 2.! Opgelet Indien laagspannings- en 230/400-V-kabels dicht naast elkaar lopen, kunnen ze elkaar beïnvloeden en schade aan het toestel veroorzaken. Laagspannings- en 230/400- V-kabels met een zo groot mogelijke afstand gescheiden van elkaar aanbrengen, met kabelbinders afzonderlijk bundelen en als trekontlasting met kabelbinders aan de uitstansingen in de bodemplaat bevestigen, zodat een verschuiving is uitgesloten. 3. Kabels pas net voor de aansluitklemmen zo kort mogelijk ontmantelen. Lengte van de ontmantelingen van de kabels met netspanning ca. 10 cm Lengte van de overige ontmantelingen ca. 20 cm 4. Alle externe elektrische aansluitingen volgens de gegevens vanaf pagina 67 uitvoeren. Montage Plaatsing van alle elektrische aansluitingen Voor de volgende accessoires moeten gedeeltelijk instellingen aan parameters worden gewijzigd. Positie en verklaringen bij de printplaten en klembenamingen zie vanaf pagina 62. Het volledig vermogen van alle aangesloten toestellen mag 1000 W niet overschrijden. Als het volledig vermogen 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component (kolom Opmerking ) groter dan aangegeven worden gekozen. pompen Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Circulatiepomp voor 2X7.10 max. 130 W de boilerverwarming 1X1.? 1X2.N 7000 Installatieschema met tapwater Boilerlaadpomp (alleen met boilerlaadsysteem, tapwaterzijde) 2X8.12 1X1.? 1X2.N max. 130 W 7000 Installatieschema met tapwater 67

68 Montageverloop Plaatsing van alle elektrische aansluitingen (vervolg) Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Verwarmingscircuitpomp direct verwarmingscircuit zonder mengklep A1 2X7.9 1X1.? 1X2.N 100 W 7000 Installatieschema met verwarmingscircuit A1 Secundaire pomp 2X8.7 1X1.? 1X2.N CV-pomp M2 2X8.11 1X1.? 1X2.N 130 W, accessoires, bij type BWC/ WWC reeds geïnstalleerd en elektrisch aangesloten 7000 Installatieschema's 1 tot W, verwarmingscircuit met direct aangestuurde mengklep zonder KM- BUS 7000 Installatieschema met verwarmingscircuit M2 CV-pomp M3 Stekker 20) 100 W, aansluiting aan de uitbreidingsset verwarmingscircuit M Installatieschema met verwarmingscircuit M3 Circulatiepomp afzonderlijk koelcircuit met AC-box 2X7.6 1X2.N Zonnecircuitpomp aan Vitosolic (collectorpomp) Circulatiepomp 2X7.11 1X1.? 1X2.N (Zie vanaf pagina 21) Primaire pomp 2X8.5 1X2.N Aansturing bronnenpomp 1X2.N 2X8.5 (Zie pagina 26) Aansturing alleen via lokale veiligheidsschakelaar 7000 Installatieschema 0 tot zie montagehandleiding Vitosolic geen instelling nodig 50 W 701B Schakelt. extra uitg. 200 W geen instelling nodig Aansturing alleen via lokale veiligheidsschakelaar geen instelling nodig 68

69 Plaatsing van alle elektrische aansluitingen (vervolg) Montageverloop Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Circulatiepomp voor boilernaverwarming 2X8.13 1X2.N 100 W, Aansturing alleen via lokale veiligheidsschakelaar, werking niet mogelijk samen met elektrisch verwarmingstoestel EHE 7B00 Ext. Warmtegenerator Ó Ja (Ext. warmtegenerator 7B0D Ext. WG voor WW Ó Ja (Ext. warmtegenerator Overige componenten Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Mengklepmotor verwarmingscircuit M2 Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep M3 d.m.v. KM-BUS Afstandsbediening Vitotrol 200 Externe uitbreiding H1 Vitocom 100 2X8.9VOPEN 1X1.? 1X2.N 2X8.10vDICHT 3X1.25Ó1 avg 3X2.25Ó2 avg 3X1.25Ó1 avg 3X2.25Ó2 avg 3X1.25Ó1 avg 3X2.25Ó2 avg 3X1.25Ó1 avg 3X2.25Ó2 avg Verwarmingscircuit M2 met direct aangestuurde mengklep zonder KM-BUS door keuze van het installatieschema Aansluitingen van de componenten zie montagehandleiding uitbreidingsset, toewijzing verwarmingscircuit via codeerschakelaar in acht nemen door keuze van het installatieschema zie montagehandleiding Vitotrol, toewijzing verwarmingscircuit via codeerschakelaar in acht nemen 2003 Ó Ja (verwarmingscircuit A1) 3003 Ó Ja (verwarmingscircuit M2) 4003 Ó Ja (verwarmingscircuit M3) Zie afzonderlijke montagehandleiding (aansluiting aan KM-BUS) 7010 Externe uitbreiding Ó Ja (installatieconfiguratie) KM-BUS-aansturing 7017 Vitocom Ó Ja (installatieconfiguratie) Montage 69

70 Montageverloop Plaatsing van alle elektrische aansluitingen (vervolg) Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Vitosolic 100 3X1.25Ó 7 3X2.25Ó 8 Aansluiting aan klem 7 en 8 van de Vitosolic 100, KM-BUS-aansturing, zie montagehandleiding Vitosolic 7016 Type Vitosolic Ó 1 (installatieconfiguratie) Vitosolic 2 2-weg-afsluitklep en boilerlaadpomp (tapwaterzijde) Koelfuncties 3X1.25Ó1 avg 3X2.25Ó2 avg 2X8.12 1X2.N 1X1.? (Zie pagina 55) Aan klemmen145 van de Vitosolic 200, aders verwisselbaar, zie montagehandleiding Vitosolic 7016 Type Vitosolic Ó 2 (installatieconfiguratie) Voor tapwateropwarming in het boilerlaadsysteem, beide componenten van aansluiting 2X8.12 aansturen door keuze van het installatieschema NC-box zonder mengklep/uitbreidingsset natural cooling (NC) Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) NC-box zonder mengklep 2X8.6ÓX2.4 1X2.NÓX2.3 1X1.?ÓX5.? 7100 Koeling Ó 1 (koeling) Koeling in het directe verwarmingscircuit A1 Koeling in verwarmingscircuit met mengklep M2 Koeling in verwarmingscircuit met mengklep M3 Koeling in afzonderlijk koelcircuit 2003 Afstandsbediening (optioneel) Ó Ja (verwarmingscircuit A1) 7101 Koelcircuit Ó 1 (verwarmingscircuit A1) 3003 Afstandsbediening (optioneel) Ó Ja (verwarmingscircuit M2) 7101 Koelcircuit Ó 2 (verwarmingscircuit M2) 4003 Afstandsbediening (optioneel) Ó Ja (verwarmingscircuit M3) 7101 Koelcircuit Ó 3 (verwarmingscircuit M3) 7101 Koelcircuit Ó 4 (afzonderlijk koelcircuit) 70

71 Plaatsing van alle elektrische aansluitingen (vervolg) Montageverloop Montagehandleiding NC-box NC-box met ingebouwde mengklep Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) NC-box met mengklep 2X8.6ÓX2.4 1X2.NÓX2.3 1X1.?ÓX5.? 3x1.25Ó1 avg 3x2.25Ó2 avg Koeling in het directe verwarmingscircuit A1 Koeling in verwarmingscircuit met mengklep M2 Koeling in verwarmingscircuit met mengklep M3 Koeling in afzonderlijk koelcircuit Aansturing 230 V en extra KM-BUS, codeerschakelaar in acht nemen 7100 Koeling Ó 2 (koeling) 2003 Afstandsbediening (optioneel) Ó Ja (verwarmingscircuit A1) 7101 Koelcircuit Ó 1 (verwarmingscircuit A1) 3003 Afstandsbediening (optioneel) Ó Ja (verwarmingscircuit M2) 7101 Koelcircuit Ó 2 (verwarmingscircuit M2) 4003 Afstandsbediening (optioneel) Ó Ja (verwarmingscircuit M3) 7101 Koelcircuit Ó 3 (verwarmingscircuit M3) 7101 Koelcircuit Ó 4 (afzonderlijk koelcircuit) Montage Montagehandleiding NC-box 71

72 Montageverloop Plaatsing van alle elektrische aansluitingen (vervolg) AC-box (aansturing) Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) AC-box AC-signaal: 2X7.6Ó1 amae 1X2.NÓ2 amae 1X1.?Ó? amae NC-signaal: Instelling volgens de toewijzing van de cooling tot het hydraulisch circuit (verwarmingscircuit of afzonderlijk koelcircuit), aansturing 230 V~ en extra KM- BUS, codeerschakelaar in acht nemen 2X8.6Ó1 amad 1X2.NÓ2 amad 1X1.?Ó? amad 7100 Koeling Ó 3 (koeling) AC-box in verwarmingscirucit zonder mengklep A1 AC-box in verwarmingscircuit met mengklep M2 AC-box in verwarmingscircuit met mengklep M3 AC-box in afzonderlijk koelcircuit Montagehandleiding AC-Box 2003 Afstandsbediening (optioneel) Ó Ja (verwarmingscircuit A1) 7101 Koelcircuit Ó 1 (verwarmingscircuit A1) 3003 Afstandsbediening (optioneel) Ó Ja (verwarmingscircuit M2) 7101 Koelcircuit Ó 2 (verwarmingscircuit M2) 4003 Afstandsbediening (optioneel) Ó Ja (verwarmingscircuit M3) 7101 Koelcircuit Ó 3 (verwarmingscircuit M3) 7101 Koelcircuit Ó 4 (afzonderlijk koelcircuit) Verwarmingswater-doorstroomtoestel Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Verwarmingswaterdoorstroomtoestel Zie volgende afbeelding Het vermogen van de verwarmingswater-doorstromer (max. 9 kw) kan door wijzigingen aan de netaansluiting of aan de bruggen worden gevarieerd Verwarmingswater-doorstroomtoestel Ó Ja (elektrische verwarming) 72

73 Plaatsing van alle elektrische aansluitingen (vervolg) Montageverloop Montagehandleiding van het verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire). Aanstuurmodule naar de verwarmingswater-doorstromer D C ach E 1. Aanstuurmodule D via opening van de verwarmingswater-doorstromer B met 2 schroeven op montageplaat A monteren. 2. Op de achterkant van de montageplaat A kabel met stekker ach van de aanstuurmodule D met stekker ach van de kabelboom ineensteken. 3. Kabel C van de 7-polige stekker acj van de verwarmingswater-doorstromer B aan de aanstuurmodule D aansluiten. 4. Netaansluiting E 3/N/PE 400V/ 50Hz aan de aanstuurmodule aansluiten (zie pagina 95). Opmerking Doorsnede van de aansluitkabel en zekering van het max. vermogen van 9 kw aanpassen. Advies: 5 x 2,5 mm 2 met zekering 3 x 16 A Montage B A 73

74 Montageverloop Plaatsing van alle elektrische aansluitingen (vervolg) Elektrisch verwarmingselement EHE Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Elektrisch verwarmingselement EHE Zie tapwateropwarming pagina 53 Alternatief kan de externe warmtegenerator voor de tapwateropwarming worden gebruikt, aansluiting door installateur 6014 Extra verwarming Ó Ja (warm water) Montagehandleiding elektrisch verwarmingselement EHE. Externe warmtegenerator! Opgelet Warmtepomp voor temperaturen boven 70 C van de externe warmtegenerator beveiligen. Veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) aanbrengen of indien nodig extra maatregelen treffen. Opmerking Het schakelcontact voor de aanvraag van een externe warmtegenerator (ext. WG) in de warmtepomp is een spanningsvrije sluiter die bij warmteaanvraag wordt gesloten. Het contact mag bij externe spanningstoevoer met 230 V/4(2) A worden belast. Geen laagspanning via het contact leiden, daarvoor moet door de installateur een relais worden gemonteerd. Sensor F20 moet de medium-temperatuur van de externe warmtegenerator registreren. Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Mengklepmotor van externe warmtegenerator 2X7.7VOPEN 1X1.? 1X2.N 2X7.8vDICHT (zie pagina 46) Direct aangestuurde mengklep zonder KM-BUS Geen instelling nodig. 74

75 Plaatsing van alle elektrische aansluitingen (vervolg) Montageverloop Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Aansturing van een externe warmtegenerator 2X7.1 2X7.2 Aansturing via spanningsvrij contact, contactbelasting in acht nemen 7B00 Externe warmtegenerator Ó Ja (externe warmtegenerator) Circulatiepomp voor boilerverwarming (boilernaverwarming) Bij gebruik van de pomp kan een elektrisch verwarmingselement EHE niet voor de tapwateropwarming worden gebruikt. 2X8.13 7B0D Ó Ja (externe warmtegenerator) 1x3.1 B Montage 2x7.1 A C 2x7.2 D K1 1x2.N A Aansluiting in de warmtepomp: Contactbelasting 230 V, 4(2) A, spanningsvrij contact (geen laagspanning schakelen) B Brug van 1X3.1 naar 2X7.1 leggen C Aansluiting aan de externe warmtegenerator aan klemmen voor de externe aanvraag D Veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB, instelling op 70 C) ter bescherming van de warmtepomp K1 Dimensionering volgens de externe warmtegenerator, veiligheidsvoorschriften in acht nemen Ombouw van type BW naar type WW Daarvoor moeten extra toestellen worden aangesloten (zie volgende tabel). 75

76 Montageverloop Plaatsing van alle elektrische aansluitingen (vervolg) Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Stromingsbewaker 1X3.3 1X3.4 Brug verwijderen en stromingsbewaker aansluiten Geen instelling nodig Vorstbeveiligingsthermostaat Vorstbeveiligingsthermostaat en brinedrukbewaking Primaire pomp en bronnenpomp (accessoire) in het primaire circuit (max. 200 W) 1X3.8 1X3.9 1X3.8 1X3.9 (zie pagina 25 en 38) Zie volgende afbeelding Brug verwijderen en vorstbeveiligingsthermostaat aansluiten Geen instelling nodig Bij gebruik van het type BW in combinatie met AC-box (accessoire) wordt de brinedrukbewaking in serie met de vorstbeveiligingsthermostaat van de ACbox aangesloten (brug verwijderen) Geen instelling nodig Type BW Ó WW Beide pompen via aansluiting 2X8.5 aansturen Type BWC Ó WWC De reeds gemonteerde en aan 2X8.5 aangesloten primaire pomp met lokale bronnenpomp via aansluiting 2X8.5 samen aansturen Geen instelling nodig 2x8.5 L1L2 L3? C Hulprelais (door installateur) D Motorbeveiliging (door installateur) E Bronnenpomp A B 1x2.N M 1~? 1x1.? C D I>I>I> E M 3~ A Klemmen aan printplaat 1 en 2 B Primaire pomp (max 200 W, bij type BWC/WWC reeds gemonteerd en aangesloten) 76

77 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten Thermostaat (maximale begrenzing voor vloerverwarming) Opmerking De thermostaat moet in serie met de circulatiepomp geschakeld zijn. Thermostaat (maximale begrenzing voor vloerverwarming) Aansluitingen van de thermostaat Beveiliging voor met verwarmingswaterbuffer Aansluiting van de thermostaat het volgende verwarmingscircuit A1 nee 2X8.7 A1 ja 2X7.9 M2 ja 2X8.11 M3 ja Stekker sö (aan uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep M3) Montage Aansluiting aan verwarmingscircuit A1, M2 Aansluiting aan verwarmingscircuit A1, M2 A N? 2x7.9 2x8.7 2x8.11 B A N? 2x7.9 2x8.7 2x8.11 B?? sö C M 1~ C M 1~ A Klemmen aan printplaat 2 B Thermostaat (maximale begrenzing voor vloerverwarming) C Verwarmingscircuitpomp A1, M2 A Klemmen aan printplaat 2 (stekker aan thermostaat verwijderen) B Thermostaat (maximale begrenzing voor vloerverwarming, bestelnr , ) C Verwarmingscircuitpomp A1, M2 77

78 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Aansluiting met thermostaat aan de uitbreidingsset aan verwarmingscircuit M3 A sö B? sö C M 1~ A Stekker sö voor uitbreidingsset B Thermostaat (maximale begrenzing voor vloerverwarming, bestelnr , ) C CV-pomp M3 Ext. aanvraag, Ext. mengklep open, Ext. omschakeling van het werkingsprogramma De functies kunnen ook via de externe uitbreiding H1 worden aangesloten. De schakelfunctie via Externe uitbreiding H1 kan alleen voor een functie alternatief worden gebruikt (bijv. zwembadverwarming of Externe aanvraag ). 78 Montagehandleiding Externe uitbreiding H1 Opmerking Spanningsvrije sluiter nodig, schakelvermogen AC 230; 0,1 A 1x3.13 A 1x3.12 B A Klemmen aan printplaat 1 B Spanningsvrije sluiter (buiten de regeling)

79 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Montageverloop Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Externe vraag Zie voorafgaande afbeelding Parameter 730C in acht nemen Geen instelling nodig Functie Externe mengklep open Zie voorafgaande afbeelding en pagina 140 Parameter 730C in acht nemen 7014 Externe aanvraag/mengklep open instellen 0 Ó 7 (installatiedefinitie) Externe omschakeling van het werkingsprogramma Zie voorafgaande afbeelding Omschakeling werkingsprogramma verwarmingscircuit 0 Ó 11 (installatiedefinitie) 7012 Omschakeling werkingsprogramma werking 0 Ó 3 (installatiedefinitie) 7013 Omschakeling werkingsprogramma duur 0 Ó 720 (installatiedefinitie) Montage Ext. blokkeren, Ext. mengklep dicht De functies kunnen ook via de externe uitbreiding H1 worden aangesloten. De schakelfunctie via H1 kan alleen voor een functie alternatief worden gebruikt (bijv. zwembadverwarming of Externe aanvraag ). Montagehandleiding Externe uitbreiding H1 Opmerking Spanningsvrije sluiter nodig, schakelvermogen AC 230; 0,1 A 1x3.2 A 1x3.14 B A Klemmen aan printplaat 1 B Spanningsvrije sluiter Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Extern blokkeren Zie voorafgaande afbeelding Parameter 701A in acht nemen Geen instelling nodig 79

80 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Mengklep dicht Zie voorafgaande Parameter 701A in acht nemen afbeelding 7015 Extern blokkeren/mengklep dicht instellen 0 Ó 8 (installatiedefinitie) Zwembadverwarming Toepassingen met Externe uitbreiding H1 kunnen alleen alternatief worden gebruikt. Opmerking Alleen de circulatiepomp voor de zwembadverwarming E volgende de volgende weergave aansluiten. Een filtercircuitpomp mag hier niet worden aangesloten. Aansturing van de zwembadverwarming met KM-BUS via Externe uitbreiding H1. De aders van de KM-bus kunnen worden verwisseld. In tegenstelling met de montagehandleiding Externe uitbreiding H1 gebeurt de aansluiting van de twee werkingsmiddelen aan de stekker gö. Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Zwembadverwarming Zie volgende afbeelding Spanningsvrije sluiter nodig met schakelvermogen AC 230V 0,1A 7010 Ext. uitbreiding Ó Ja (installatieconfiguratie) 7008 Zwembad Ó Ja (installatieconfiguratie) 80

81 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Montageverloop L1L2 L3? 3x1.25 A 3x2.25 B avg avd C gö N? L D F F E M 3~ Montage A Aansluiting in de warmtepomp B KM-BUS C Externe uitbreiding H1 D 3-weg-omschakelklep zwembad E Circulatiepomp voor de zwembadverwarming (accessoire) F Zwembadthermostaat (spanningsvrije sluiter, accessoires) Blokkering energiebedrijf Het contactsignaal van het energiebedrijf (niet in Nederland) heeft het volgende effect: Mededeling aan de regeling. Uitschakeling van de voedingsspanning van de betreffende werkingscomponent (afhankelijk van energiebedrijf). Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Blokkering door energiebedrijf Zie volgende afbeelding Spanningsvrije opener nodig met schakelvermogen AC 230V 0,5A, brug verwijderen Geen instelling nodig 81

82 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) 1x3.7 A 1x3.6 B A Klemmen aan printplaat 1 B Spanningsvrije opener Opmerking De compressor wordt over het algemeen door de hardware uitgeschakeld van zodra het contact opent. Bij de verwarmingswater-doorstromer kunnen de niveaus die moeten worden uitgeschakeld, worden gekozen (zie parameter 790A op pagina 155). Meer informatie zie volgend hoofdstuk: Netaansluiting vanaf pagina 91. Netaansluiting compressor pagina 94. Contact open: Contact gesloten: Blokkering actief Blokkering niet actief Cascadeaansturing (besturingstoestel) Opmerking Aansluitingen van de Externe uitbreiding H1 (zie afbeelding op pagina 84) Open contact 1X3.10/1X3.11 activeert storingsmelding (zie verzamelstoringsmelding pagina 85). 82

83 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Montageverloop Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Cascadeaansturing (besturingstoestel) Zie afbeelding op pagina 84. De aansluiting aan de 2de, 3de en 4de warmtepomp gebeurt met spanningsvrij contact aan de aansluiting Externe aanvraag 700A Cascadeaansturing Ó 1 (installatiedefinitie) 7010 Externe uitbreiding Ó Ja (installatiedefinitie) 700B Vermogen opvolgende warmtepomp Ó Vermogenswaarde invoeren (installatiedefinitie) 5735 Aantal externe warmtepompen Ó 1 tot 3 (installatiedefinitie) Montage Cascadeaansturing (opvolgend toestel) Opmerking Aansluitingen van de Externe uitbreiding H1 (zie afbeelding op pagina 84) Open contact 1X3.10/1X3.11 activeert storingsmelding (zie verzamelstoringsmelding pagina 85). Elke opvolgende warmtepomp moet volgens de volgende tabel worden ingesteld. Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Cascadeaansturing (opvolgend toestel) Zie afbeelding op pagina Installatieschema Ó 11 (installatiedefinitie) 700A Cascadeaansturing Ó 0 (installatiedefinitie) 730C nodige waarde instellen 83

84 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) A3x1.25 3x2.25 1x3.10 1x3.11 2x7.13 2x7.12 1x3.13 1x3.12 D E B 230V C avg N? L sa L? N fö L1? N 1x3.13 1x3.12 F 230V N? L sk 2x7.13 2x7.12 G 1x3.13 1x3.12 H 230V N? L sö 2x7.13 2x7.12 K N L1 A 1ste warmtepomp (besturingstoestel) B KM-BUS C Externe uitbreiding H1 D Spanningsloos contact E 2. warmtepomp (opvolgend toestel) F Spanningsloos contact G 3. warmtepomp (opvolgend toestel) H Spanningsloos contact K 4. warmtepomp (opvolgend toestel) 84

85 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Ruimtetemperatuursensor voor afzonderlijk koelcircuit Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Ruimtetemperatuursensor voor afzonderlijk koelcircuit Zie volgende afbeelding Sensortype: Ni 500 Geen instelling nodig Montageverloop 3x1.6 3x2.6 A 9 13a F16 A Klemmen aan printplaat 3 B Ruimtetemperatuursensor (bestelnr ) B Montage Verzamelstoringsmelding Toestel Aansluiting Opmerking ID Instelling (groep) Verzamelstoringsgmelding Zie volgende afbeelding Spanningsvrij contact, bij storingsvrije werking is het contact geopend, contact niet voor spanningen < 42V Geen instelling nodig 2x7.12 A 2x7.13 L1 AC 230V 0,5A N Belastbaarheid: 230 V~; 4(2) A Opmerking Het contact geeft een korte impuls bij het inschakelen van de netvoeding. Impuls bij verwerking van de melding via communicatietechniek in acht nemen. A Klemmen aan printplaat 2 Voorste bovenplaat monteren Na beëindiging van de elektrische aansluitingen in het bovenste elektrische aansluitbereik als afdekking de voorste bovenplaat monteren. 85

86 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) A 1. Voorste bovenplaat achteraan met langs de twee kanten gebogen lussen in de daarvoor voorziene spleet voeren en naar achter schuiven. 2. Aardleidingen A erop steken en voorste schroeven vastschroeven om te bevestigen. 86

87 Montageverloop Netaansluiting Gevaar Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties kunnen door een gevaarlijke stroom door het lichaam tot letsel en schade aan het toestel leiden. De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten plaatsvinden conform NEN voorschriften, NEN 1010 en volgens de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf! Eisen aan de hoofdschakelaar (indien nodig) Montage Als een hoofdschakelaar wordt aangebracht, moet deze het elektrische circuit met minstens 3 mm contactopeningswijdte scheiden. Als geen hoofdschakelaar wordt geplaatst, moeten alle niet-geaarde geleiders door de voorgeschakelde aardlekschakelaar met minstens 3 mm contactopeningswijdte gescheiden worden. Algemeen ten aanzien van netaansluiting De netaansluiting kan in 3 gebieden worden verdeeld: Netaansluiting regeling (elektronica) Netaansluiting compressor warmtepomp (laststroomkring) Netaansluiting verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoire, laststroomkring) Opmerking De voedingskabel voor de regeling mag met max. 16 A gezekerd zijn. De netzekeringen voor de compressor moeten een Z-karakteristiek hebben, indien een softstarter massieve as is gemonteerd (zie typeplaatje resp. technische gegevens vanaf pagina 208). Wij adviseren de netaansluiting voor accesoires en externe componenten op dezelfde zekering, echter minstens fasegelijk met de regeling uit te voeren. 87

88 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) De aansluiting op dezelfde zekering verhoogt de veiligheid bij netuitschakelingen. Er moet echter rekening worden gehouden met de stroomopname van de aangesloten verbruikers (voedingszekering regeling max. 16 A). Indien de compressor en/of de verwarmingswaterdoorstromer tijdens de laagtariefperiode werkt (blokkering energiebedrijf), moet nog een kabel (bijv. NYM 3x 1,5 mm 2 ) voor het schakelcontact blokkering energiebedrijf van de meterkast naar de warmtepomp worden gelegd. De netaansluiting van de regeling (3x 1,5 mm 2 ) en de kabel voor het blokkeersignaal van het energiebedrijf (voor de regeling) kunnen in een 5- aderige kabel worden samengevat. Technische aansluitingsbepalingen van het energiebedrijf in acht nemen. Bij de samenvatting van de kabels is een kabellengte van 2 m plus wandafstand in het toestel noodzakelijk. 2 afzonderlijke aders van het blokkeersignaal door rubberen tule boven de netaansluitingsklemmen naar de printplaat 1 voeren.! Opgelet Verkeerde fasenvolgorde kan schade aan het toestel veroorzaken. De netaansluiting van de compressor beslist in de op de aansluitklemmen aangegeven fasenvolgorde met rechtsdraaiend draaiveld uitvoeren. In overleg met het energiebedrijf kunnen verschillende tarieven voor de voeding van de laststroomkringen worden overeengekomen. De voeding voor de regeling/elektronica moet zonder blokkering van het energiebedrijf plaatsvinden; uitschakelbare tarieven mogen hier niet worden toegepast. De toewijzing van de blokkering door het energiebedrijf (voor compressor en/of verwarmingswater-doorstroomtoestel) vindt plaats via het type aansluiting en een instelling in de regeling (zie pagina 91 en 81). De blokkering van de netvoeding is in Duitsland op max. 3 maal 2 uur binnen 1 dag (24 uur) begrensd. Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. Toestel en leidingen moeten met de equipotentiaalverbinding van het huis verbonden zijn. 88

89 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Brinedrukbewaking of brug aansluiten Na de netaansluiting moet aan de klemmen 1X3.8 en 1X3.9 een brinedrukbewaking of de bijgevoegde brug worden ingezet. Opmerking Alle andere voorbereidingswerkzaamheden voor de inbedrijfstelling moeten uitgevoerd zijn, voor de brug wordt ingezet. Montage 89

90 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Positie van de aansluitingen en kabelvoering A B C E D F Onderste invoerbereik F voor 1 tot 3 netaansluitkabels. Lengte van de kabels ca. 1,50 m plus wandafstand. 1. Frontplaat, bovenplaat en zijplaat afnemen (zie pagina 58). 2. Handbeveiliging C voor de netaansluitingsklemmen A en B afnemen. 3. Kabelschroefverbindingen (bijgevoegd) in doorvoeropeningen F van de achterwand monteren. 90

91 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) 4. Netaansluitingsleidingen door kabelschroefverbindingen langs achter in het toestel voeren (zie pagina 11) en voorzien van trekbelemmering. 6. Netaansluitingsleidingen met bijbehorende kabelbinders bundelen, fixeren en aansluiten. 5. Netaansluitingsleidingen door kabelhouder E naar de volgende aansluitklemmen voeren: A Netaansluitingsklemmen regeling B Netaansluitingsklemmen compressor D Aanstuurmodule voor verwarmingswaterdoorstromer met netaansluitingsklemmen (accessoires) Montage Netvoeding met blokkering energiebedrijf (zonder belastingsscheiding door installateur) Aansluiting van het blokkeersignaal van het energiebedrijf direct in de regeling (met softwareherkenning): compressor uitschakelen langs kant van hardware door blokkeersignaal van energiebedrijf in de regeling. Technische aansluitvoorwaarden van het verantwoordelijke energiebedrijf in acht nemen. Het uitschakelen van de verwarmingswaterdoorstromer kan via de parameter 790A (zie pagina 155) worden beslist. 91

92 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) 1x3.7 C A B 1x kwh kwh 3/N H F 3/N 4 4 D E G 4 Weergegeven zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar. A Compressor B Verwarmingswater-doorstroomtoestel C Regeling en accesoires D Toonfrequentieontvanger (contact geopend: Blokkering actief) E Voorzekering toonfrequentieontvanger F Hoogtariefteller G TNC-systeem voeding H Laagtariefteller Netvoeding met blokkering energiebedrijf (met belastingsscheiding door installateur) Aansluiting van het blokkeersignaal van het energiebedrijf aan de lokale beveiliging van de laagtarief-netvoeding en in de regeling (softwareherkenning) langs de kant van de hardware uitschakelen van compressor en verwarmingswaterdoorstromer. Technische aansluitvoorwaarden van het verantwoordelijke energiebedrijf in acht nemen. 92

93 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) A 1x3.7 1x3.6 B C D E kwh 3 kwh Montage 3/N F G 3/N H 4 4 Weergegeven zonder zekeringen en zonder aardlekschakelaar. K 4 A Regeling en accesoires B Verwarmingswater-doorstroomtoestel C Compressor D Netaansluiting regeling E Hoofdschakelaar verwarmingsinstallatie F Hoogtariefteller G Toonfrequentieontvanger (contact geopend: Blokkering actief) H Laagtariefteller K TNC-systeem voeding Netaansluiting 400 V~, verschillende tarieven 3 gescheiden toevoerleidingen. Selectieve blokkering door energiebedrijf voor compressor en verwarmingswater-doorstroomtoestel mogelijk (zie pagina 95 en 155). 93

94 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Opmerking Indien de compressor en/of de verwarmingswaterdoorstromer tijdens de laagtariefperiode werkt (blokkering energiebedrijf), moet nog een kabel voor het schakelcontact blokkering energiebedrijf (bijv. NYM 3x1,5 mm 2 ) van de meterkast naar de warmtepomp worden gelegd. De doorsnede van de voedingskabels volgens de aansluitwaarde van het betreffende toestel configureren. 230 V~ 1/N/PE 400 V~ 3/N/PE Netaansluiting regeling? N L1 A L3 L2 L1 1/N/PE 230 V, 50 Hz A Netaansluitingsklemmen in de warmtepomp Opmerking Deze aansluiting mag niet geblokkeerd worden. Zekering max. 16 A Normaaltarief (geen laagtarief met uitschakeling mogelijk) Netaansluiting compressor 400 V~ 3/PE A Regeling Aanbev. kabel: 3 x 1,5 mm 2 B Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoire) Aanbev. kabel 9 kw: 5 x 2,5 mm 2 (bij levering) C Compressor Aanbevolen kabel: 5 x 2,5 mm 2? N L3 L2 L1 A? L3 L2 L1 3/PE 400 V, 50 Hz A Netaansluitingsklemmen in de warmtepomp Opmerking De voorgeplaatste zekeringen moeten een Z-karakteristiek hebben bij toestellen met een softstarter massieve as (zie technische gegevens resp. typeplaatje). Laagtarief en blokkering energiebedrijf te gebruiken. Zekering volgens het compressorvermogen (zie technische gegevens). 94

95 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Bij gebruik laagtarief met blokkering energiebedrijf geen instelling nodig. De compressor wordt tijdens de blokkeertijd langs de kant van de hardware uitgeschakeld. Aanbevolen kabel: 5 x 2,5 mm 2 Netaansluiting verwarmingswater-doorstroomtoestel N? L1 3/N/PE L2 400 V, 50 Hz L3 A Montage C B N N N? L1L2 L3 A Netaansluitingsleiding 5-aderig (aanbevolen kabel 5 x 2,5 mm 2 ) B Aanstuurmodule voor verwarmingswaterdoorstromer met netaansluitingsklemmen C 2 fabrieksmatig ingelegde bruggen bij de neutraalgeleider 95

96 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Montagehandleiding verwarmingswater-doorstroomtoestel Zekering max. 16 A Bij geactiveerde blokkering door het energiebedrijf (zie ook pagina 81) wordt de compressor langs de kant van de hardware uitgeschakeld en aan de regeling gemeld. Het resterende vermogen van de verwarmingswaterdoorstromer ondanks geactiveerde blokkering kan via parameter 790A (zie pagina 155) in 3 niveaus worden gekozen. Handbeveiliging (zie pagina 58 en 97) voor de netaansluitingsklemmen monteren, of laagtariefaansluiting met lood verzegelen (zie volgend hoofdstuk). Laagtariefaansluiting met lood verzegelen Om te verzegelen wordt een deel van de handbeveiliging (afdekking van de netaansluitingsklemmen) gebruikt (zie pagina 90). Opmerking Het energiebedrijf kan verlangen een laagtariefaansluiting te verzegelen. 96

97 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) 1. Losmaken van de kleinere afdekplaat C van de handbeveiliging A door breken langs de perforatie E. B A 2. Handbeveiliging A aan de montagegaten B voor de netaansluitingsklemmen monteren. 3. Losgemaakte afdekplaat C met beide montagegaten over 2 bouten schuiven en vastschroeven. C 4. Verzegeldraad door boorgaten D in beide bouten voeren. Montage D E Fasebewaker De fasebewaker wordt voor de bewaking van de netvoeding van de compressor gebruikt. Er kunnen verschillende types worden gebruikt. De volgende afwijkingen (indien instelbaar) zijn bij levering toegestaan: Over-/onderspanning 15 % Fasenasymmetrie 15 % Schakelvertraging 4 s Indien die tolerantiegrenzen worden overschreden, schakelt de fasebewaker uit (schakelcontact opent). Als de waarden weer binnen de tolerantiegrenzen liggen, schakelt de fasebewaker het net automatisch weer in. Als het relais aanspreekt, moet de oorzaak worden worden weggenomen. Een ontgrendeling of terugstelling van het relais is niet nodig. 97

98 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) A B C <>U Asy 10 2 % 10 % t <>U Asy Ph Rel H G F E D D Verklaring van de lichtdiodes LED Rel brandt groen: Alle spanningen en draaiveld (rechtsdraaiend) zijn in orde. LED Ph brandt rood: Relais is geactiveerd, draaiveld is linksdraaiend. Alle LED's uit: Een of meerdere fasen ontbreken. LED <>U brandt rood: Verkeerde spanning op één/meerdere fasen. LED Asy brandt rood: Asymmetrie op één/meerdere fasen. L3 L2 L1 A2 A1 A Over-/onderspanning in % B Fasenasymmetrie in % C Schakelvertraging in s D Gebruikte contact in het veiligheidscircuit (maakcontact) E Werkingsindicator ( Rel ) F Storingsindicator fasenuitval/fasenvolgorde ( Ph ) G Storingsindicator asymmetrie ( Asy ) H Storingsindicator over-/onderspanning ( <>U ) 98

99 Montageverloop Primair circuit aansluiten (grond) A B A Primaire retour (brine UIT) B Primaire aanvoer (brine AAN) Gebruikte onderdelen moeten tegen het warmtedragend medium bestand zijn (voor het grondcircuit geen verzinkte leidingen gebruiken). Voor een goede werking van het grondcircuit leidingen zo aanleggen dat zich geen luchtzakken vormen en een volledige ontluchting is gegarandeerd. Grondcircuit van membraanexpansievat en veiligheidsklep voorzien. Het membraanexpansievat en de veiligheidsklep moeten voor het warmtedragende medium geschikt zijn. Voor de berekening van de voordruk van het expansievat zie ontwerphandleiding van de overeenkomstige warmtepomp. Alle leidingdoorvoeringen door wanden isoleren tegen warmte en geluid. Leidingen in het gebouw warmte- en dampdiffusiedicht isoleren. Afvoer- en afblaasleidingen moeten in een vat uitmonden dat het max. mogelijke expansievolume van het warmtedragermedium kan opnemen. Grondcircuit met Viessmann warmtedragermedium vullen. Montage Secundair circuit aansluiten (verwarmingscircuits) Verwarmingscircuit volgens de volgende afbeelding aansluiten. 99

100 Montageverloop Secundair circuit aansluiten (vervolg) A B C A Verwarmingswateraanvoer (multisteeksysteem G ) B Warmwaterboileraanvoer (multisteeksysteem G ) C Verwarmingswaterretour warmwaterboilerretour (multi-steeksysteem G )! Opgelet Bij vloerverwarmingscircuits bestaat het gevaar van schade aan het gebouw door oververhitting van de estrik bij een defect van de regeling. Vloerverwarmingscircuits van een temperatuurbewaker voorzien. Opmerking Verwarmingscircuit als 1-buiscircuit of met een overstortklep uitvoeren (minimumdebiet 700 liter/h) en via de ketelvul-/aftapkraan A (zie afbeelding op pagina 106) vullen. De installateur voorziet het verwarmingscircuit van een expansievat. 100

101 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Zie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappen Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 1. Bovenplaten verwijderen Transportbeveiligingen verwijderen Protocollen maken Warmtepompmodule openen Koelcircuit op dichtheid controleren Primaire circuit vullen, ontluchten en druk controleren Aan verwarmingswaterzijde vullen en ontluchten Expansievat en druk van het verwarmingscircuit controleren Behuizingtemperatuur van de compressor controleren Regelingsparameters instellen Inbedrijfstellingassistent Service 101

102 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen Bovenplaten verwijderen Gevaar Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. Aansluitingen bij de elektrische aansluitingen (zie pagina 60) en de daaronder liggende aanstuurmodule niet aanraken. Indien het toestel onder spanning staat, moet de handbeveiliging als afdekking van de elektrische componenten aangebracht zijn. Gevaar Ontbrekende aarding van onderdelen kan bij een elektrisch defect tot een gevaarlijke stroom door het lichaam en beschadiging van onderdelen leiden. Bij het opnieuw aanbrengen van de platen alle aardleidingen steeds opnieuw aansluiten.! Opgelet Om beschadiging van het toestel te vermijden, moeten tussen plaatsing en inbedrijfstelling van het toestel min. 30 min liggen. Werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit mogen alleen door een koeltechnicus worden uitgevoerd. Bij werkzaamheden voor de eerste inbedrijfstelling, de inspectie en het onderhoud moeten frontplaat, zijplaat en voorste bovenplaat (zie pagina 58) worden verwijderd. Voor de inbedrijfstelling van het toestel zie ook bedieningshandleiding. Transportbeveiligingen verwijderen Alleen nodig voor de eerste inbedrijfstelling bij levering. 102

103 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud x 1. Knoopplaat losschroeven en verwijderen. Protocollen maken De bij de hierna beschreven eerste inbedrijfstelling vastgestelde meetwaarden in de protocollen vanaf pagina 203 noteren. 2. Transportbeveiligingen aan basisplaat van de warmtepompmodule losschroeven. 103 Service

104 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Warmtepompmodule openen

105 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Opgelet! Sterke kanteling van de compressor in de warmtepompmodule leidt tot smeermiddel in het circuit van het koelmedium en veroorzaakt schade aan het toestel. De warmtepompmodule niet meer den 45 kantelen. Opgelet! De aardleidingen zijn binnen aan de behuizingplaten van de warmtepompmodule aangesloten. Aardleidingen bij demontage van de buitenplaten niet lostrekken. Voor verwijdering van de behuizingplaten de aardleidingen losmaken. Bij montage alle aardleidingen opnieuw aansluiten. 1. Schroeven aan het voorste gedeelte losmaken. 2. Voorste gedeelte opheffen. 3. Voorste gedeelte naar voren trekken en verwijderen. 4. Vloer, armaturen en zichtbare soldeerpunten van de warmtepomp op oliesporen controleren. Opmerking Oliesporen wijzen op een lekkage in het koelcircuit. De warmtepomp moet door een koeltechnicus gecontroleerd worden. Koelcircuit op dichtheid controleren 1. Warmtepompmodule openen (zie pagina 104). 2. Vloer, armaturen en zichtbare soldeerpunten op oliesporen controleren. 3. Met koelmiddel-lekzoekapparaat of lekzoekspray de warmtepomp intern op koelmiddellekkage controleren. Primaire circuit vullen, ontluchten en druk controleren Opgelet! Om schade aan het toestel te vermijden de compressor beslist niet inschakelen als het primaire circuit niet is gevuld. Daarvoor de belastingsstroom van de compressor uitschakelen. 1. Alleen bij eerste inbedrijfstelling: Primaire circuit spoelen. 2. Alleen bij eerste inbedrijfstelling: Voordruk van het expansievat controleren en evt. instellen (zie pagina 107). Service 105

106 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 3. Alleen bij eerste inbedrijfstelling: Primair circuit met warmtedragermedium vullen en ontluchten. Er moet vorstbescherming tot -15 C zijn. 5. Druk van het primaire circuit controleren. De druk moet ca. 2 bar bedragen. 4. Alleen bij eerste inbedrijfstelling: Aansluitingen controleren op lekkage. Defecte of verschoven afdichtingringen vervangen. Aan verwarmingswaterzijde vullen en ontluchten. 4. Verwarmingscircuit via ketelvul-/ aftapkraan A met water vullen, daarbij installatiedruk op de manometer D controleren. Minimum installatiedruk Toegest. werkdruk 0,8 bar 3 bar 5. Ketelvul-/aftapkraan A sluiten. 6. Geschikte ontluchter in het verwarmingscircuit openen. A A Ketelvul-/aftapkraan 1. Evt. aanwezige terugslagklep openen. 2. Voordruk van het expansievat controleren (zie pagina 107). 7.! Opgelet Om beschadiging van het toestel te vermijden, dichtheid van de aanvoer- en retouraansluitingen van het secundaire verwarmingscircuit aan de warmtepomp controleren. Bij lekkage het toestel direct uitschakelen, water aftappen en afdichtingringen controleren. Verschoven afdichtingringen beslist vervangen. 8. Netspanning inschakelen. 3. Leidingen grondig doorspoelen. 106

107 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 9. Als de fasebewaker aanspreekt, moet de oorzaak worden worden weggenomen. Een ontgrendeling of terugstelling is niet nodig. 10. Modus-keuzeschakelaar op 9 zetten. Zie bedieningshandleiding Expansievat en druk van het verwarmingscircuit controleren Controle uitvoeren bij koude installatie. Opmerking In het verwarmingscircuit mogen uitsluitend corrosiewerende middelen worden gebruikt die voor warmtepompen met tapwateropwarming via een warmtewisselaar met enkele wand (warmwaterboiler) zijn toegestaan. 1. Verwarmingsinstallatie aan verwarmingswaterzijde zo ver aftappen en de druk laten dalen tot de manometer 0 aangeeft. 3. Water bijvullen tot de vuldruk groter is dan de voordruk van het expansievat. De vuldruk moet bij afgekoelde installatie ca. 0,2 bar groter zijn dan de statische druk. 4. Bij eerste inbedrijfstelling deze waarde als minimum vulwaarde op de manometer markeren. 2. Als de voordruk van het expansievat lager is dan de statische druk van de installatie, zoveel stikstof bijvullen tot de voordruk groter is dan de statische druk van de installatie. Voorbeeld: Statische hoogte (afstand tussen verwarmingstoestel en bovenste verwarmingsoppervlak) Komt overeen met statische druk 10 m 1 bar Service Behuizingtemperatuur van de compressor controleren 1. Warmtepomp inschakelen en min. 10 min laten lopen (zie pagina, punt 1 en 2). 2. Bij lopende compressor de behuizingtemperatuur aan de buitenkant meten. 107

108 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) De compressor mag van buiten geen ijs aanzetten en de behuizing mag niet warmer dan 60 C worden (anders overleg plegen met de technische dienst van Viessmann). Regelingsparameters instellen 1. Servicefunctie activeren. Informatie over de Servicefunctie en instelling van de regelingsparameters zie hoofdstuk Regelingsinstellingen vanaf pagina Regelingsinstellingen aan de hand van de gegevens bij de standaardinstellingen controleren (vanaf pagina 203). Alleen gewijzigde waarden in het protocol vanaf pagina 203 noteren. 3. Alle storingsmeldingen bevestigen (zie pagina 116). Opmerking De storingsmeldingen hoeven in dit geval geen aanwijzing voor verkeerde functies van het toestel te zijn. Ze kunnen ontstaan door de handmatige aansturing van enkele toestelcomponenten bij inbedrijfstelling. Inbedrijfstellingassistent De inbedrijfstellingassistent voert als 10-punten-programma door de inbedrijfstelling. Hij maakt opvragingen, controles en correcties mogelijk. Functie Verklaring 1. Taalkeuze Kiezen van een beschikbare taal (eerst in het Duits) 2. Veiligheidsopvraging Opvraging voor de start van de inbedrijfstellingassistent 3. Toegangsmachtiging Legitimeren van de service-persoon via de invoer van een code (zie pagina 110) 4. Programmeren Configureren van de installatie volgens installatieschema en aangesloten componenten 5. Sensortemperaturen Controleren en vergelijken van sensortemperaturen 6. Signaalingangen Weergave van de signaalstand van afzonderlijke componenten 7. Uitgangen Opvragen en wijzigen van de schakeltoestand van de relais d.m.v. relaistest 108

109 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Functie Verklaring 8. Mengklep Opvragen van de looprichting en relaistest bij installatieschema met mengklep 9. Inbedrijfstelling Controleren van het regelaargedrag, ingrijpen in de programmering en instelling van de regelaars. 10. Normale werking Begin van de regulaire werking Oproepen van de inbedrijfstellingassistent A 1. Taalkeuze Toets y of x indrukken en met OK bevestigen. 2. Veiligheidsopvraging Veiligheidsopvraging inbedrijfsname Weet u het zeker? C B 1. Klep van de bedieningseenheid in de frontplaat openen door op de klep te duwen. 2. Installatie met netschakelaar A inschakelen. Op het display verschijnt er een verloopbalk Check System 3. Nog terwijl de verloopbalk van links naar rechts wordt gevuld, toets 6 C aan de bedieningseenheid indrukken. Opmerking Bij inbedrijfstelling verschijnen alle begrippen in het Duits (bij levering) JA Neen 1. De inbedrijfstellingassistent start met de veiligheidsopvraging Bent u zeker?? 2. Toets JA voor bevestigen (of NEE voor afbreken) indrukken. 3. Na de start van de inbedrijfstellingassistent wordt het volledige 10-punten-programma doorlopen. Afbreken is steeds mogelijk met de basisinstellingstoets B. D.m.v. een net-reset is een nieuwe start van de inbedrijfstellingassistent mogelijk. 109 Service

110 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 3. Toegangsmachtiging Opgelet! Een verkeerde bediening op serviceniveau kan het toestel en de verwarmingsinstallatie beschadigen. Een gewijzigde waarde wordt meteen automatisch overgenomen. Instructies in de montagehandleiding steeds in acht nemen, zoniet vervalt de garantie. Opmerking Het serviceniveau blijft zolang actief tot opnieuw de toets Basisscherm wordt ingedrukt, of gedurende 30 min geen bediening gebeurt. Dan is het klantenniveau actief. 1. Legitimeren als vakman: Code: 5243 invoeren en 2 keer met OK bevestigen. 2. Indien reeds storingsmeldingen worden weergegeven, kunnen deze d.m.v. de toetsen ALLE en Z worden overgeslagen. 4. Programmeren Voor hulp en informatie zie afzonderlijke menustructuur. Instelling (regeling aan de installatie aanpassen) 1. Voorbeeld: Installatiedefinitie Installatieschema: bijv. 4 Externe uitbreiding: Ja (indien aanwezig) Type Vitosolic: 0 tot 2 Vitocom 100: Ja (indien aanwezig) 2. Met de toets TERUG terug naar het niveau programmeren. Hier kunnen meer menupunten worden ingesteld. 3. Als alle gewenste menupunten zijn ingesteld, met de toets F naar de sensortemperaturen gaan. Verklaringen bij de menupunten en instellingen zie vanaf pagina Sensortemperaturen Controleren of alle sensoren volgens het installatieschema op pagina 182 aangesloten zijn. Hiervoor voelertemperaturen opvragen. 110

111 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Bedieningshandleiding Status van de sensoren controleren. Zijn alle sensoren actief en leveren ze waarden aan de regeling? 1. Indien aangegeven waarden van de werkelijke waarden meer dan 1 K afwijken, moeten de waarden worden gekalibreerd via de toetsen 0 en =. 2. Overgang naar de volgende functie met de toets TERUG. 6. Signaalingangen Controleren of alle signaalingangen volgens het installatieschema (zie vanaf pagina 172) zijn aangesloten. Alle signaalingangen moeten op UIT staan. Overgang naar de volgende functie met de toets TERUG. 7. Uitgangen Elke uitgang (relais) kan afzonderlijk worden geschakeld. Met de relaistest kan elke functie (interne en externe componenten) worden geactiveerd.! Opgelet Ingeschakelde compressor en verwarmingswaterdoorstromer bij niet lopende pompen leiden tot uitschakelen door de veiligheidselementen. Compressor en verwarmingswaterdoorstromer mogen alleen bij lopende primaire en secundaire pompen worden ingeschakeld. 8. Mengklep of omschakelklep 1. Componenten activeren. 2. Na succesvolle functiecontrole van de componenten de toets RESET indrukken. 3. Overgang naar de volgende functie met de toets TERUG. Service Kiezen, controleren en manueel openen/sluiten van afzonderlijke mengklepuitgangen of omschakelkleppen in willekeurige positie van de mengklep. openen Ó OPEN sluiten Ó DICHT stoppen Ó STOP 1. Toetsen OPEN, DICHT, STOP, -10%, +10% indrukken. 111

112 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 2. Overgang naar de volgende functie met de toets TERUG. 9. Inbedrijfstelling Oproepen, instellen resp. activeren van alle parameters uit de volledige menustructuur (zie afzonderlijke menustructuur). 1. Op het display worden de installatiecomponenten afgebeeld die onder programmeren (positie 4 van de inbedrijfstellingassistent) zijn ingevoerd. Via de keuzetoetsen onder het display kunnen de afzonderlijke componenten worden gekozen. Na de keuze verschijnt het installatieoverzicht op het display ter ondersteuning van de inbedrijfstellingstappen. 2. Door twee keer op de toets F te drukken, wordt de inbedrijfstelling afgesloten. Bedieningshandleiding en volgende tabel Inbedrijfstellingprogramma Installatiecomponenten Doel Verwarmingscircuit Ontluchten 1 Verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit 3 (Afzonderlijk) koelcircuit Warm water (warmwaterboiler) 112 Opgaven van de regeling Secundaire pomp en verwarmingscircuitpomp 1 inschakelen. Ontluchten Verwarmingscircuitpomp 2/3 inschakelen. Mengklep alle 5 min. openen/sluiten. Ontluchten Primaire pomp en koelcircuitpompen (door activeren van de NC-uitgang) inschakelen. Mengklep alle 5 min. openen/ sluiten. Ontluchten Secundaire pomp en boilerlaadpomp inschakelen. Omschakelklep verwarmen/warm water elke minuut omschakelen resp. de omschakelklep van de boilerverwarming inschakelen.

113 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Installatiecomponenten Doel Opgaven van de regeling Zwembad Ontluchten Secundaire pomp inschakelen. Uitgang zwembad elke minuut in- resp. uitschakelen. Elektrische verwarming (Verwarmingswater-doorstroomtoestel) Functiecontrole Secundaire pomp inschakelen. Elektrische verwarming op 35 Caanvoertemperatuur regelen Warmtepomp Functiecontrole Primaire en secundaire pomp inschakelen. Warmtepomp op 30 C retourtemperatuur tegenover verwarmingscircuit regelen. Externe warmtepomp (cascade) Ext. warmtegenerator 10. Normale werking Functiecontrole Functiecontrole Externe warmtepomp(en) op 30 C gewenste retourtemperatuur tegenover verwarmingscircuit regelen. Externe warmtegenerator op 35 C aanvoertemperatuur tegenover verwarmingscircuit regelen. De warmtepomp bevindt zich na beëindiging van de inbedrijfstelling automatisch in normale werking. Opmerking De storingsmeldingen hoeven in dit geval geen aanwijzing voor verkeerde functies van het toestel te zijn. Ze kunnen ontstaan door de handmatige aansturing van enkele toestelcomponenten bij inbedrijfstelling. Service 113

114 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling Overzicht van de bedieningseenheid A M L K H D } W } W } 51 C 21 C 22 C 23 C 24 C 21 C 485 DO :55 TYP VX.XX B C D G F E A Display met basisscherm B Draaiknop Verlaagde ruimtetemperatuur C Draaiknop Normale ruimtetemperatuur D Modus-keuzeschakelaar E Toets Basisscherm F Menutoetsen Opmerking Bij beschrijvingen van de stappen voor het oproepen van parameters en weergaven moet het display op het basisscherm staan. G Zonder functie H Indicatiegebied voor actuele bedrijfstoestanden K Indicatiegebied voor meldingen L Indicatiegebied voor gewenste temperaturen M Indicatiegebied voor actieve installatiecomponenten Basisscherm Display bij werking van de installatie De volledig weergegeven symbolen worden in de praktijk nooit volledig afgebeeld. De symbolen die verschijnen zijn afhankelijk van de installatie-uitvoering en van de bedrijfstoestand. 114

115 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Meldingen Meldingen worden in 3 groepen geregistreerd, weergegeven en opgeslagen (zie vanaf pagina 117): 1. Fout (hoogste prioriteit) 2. Waarschuwing (middelste prioriteit) 3. Opmerking (laagste prioriteit) Fout Basisscherm: In het display links onderaan (indicatiegebied voor actuele bedrijfstoestanden) knippert het storingssymbool U. De aansluiting verzamelstoringsmelding (2X7.12/2X7.13) wordt geactiveerd. De rode LED (controlelampje) naast de bedieningseenheid knippert. Foutmelding met extra kengetal verschijnt in het display. Melding via communicatievoorziening (bijv. Vitocom). Fouten worden aangegeven in de lijsten Storingsmeldingen en Meldingshistoriek. De installatie is niet meer in normale werking, de fout moet zo snel mogelijk worden opgeheven. Waarschuwing Basisscherm: In het display links onderaan (indicatiegebied voor actuele bedrijfstoestanden) knippert het waarschuwingssymbool!. Waarschuwing in de tekst met extra kengetal verschijnt in het display. De weergave van waarschuwingen in het display in afhankelijk van de toegangsmachtiging. Waarschuwingen worden aangegeven in de lijsten Storingsmeldingen en Meldingshistoriek. Het toestel werkt beperkt, de oorzaak van de waarschuwing moet worden verholpen. Advies: Voor de opvraging van meer waarschuwingen toegangscode voor vakman invoeren (zie pagina 110). Opmerking Basisscherm: In het display links onderaan (indicatiegebied voor actuele bedrijfstoestanden) knippert het opmerkingssymbool!. Opmerking in de tekst met extra kengetal verschijnt in het display. De weergave van opmerkingen in het display in afhankelijk van de toegangsmachtiging. Opmerkingen worden aangegeven in de lijsten Storingsmeldingen en Meldingshistoriek. Het toestel werkt correct, de opmerking moet in acht worden genomen. Advies: Voor de opvraging van meer opmerkingen toegangscode voor vakman invoeren (zie pagina 110). Service 115

116 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Meldingen oproepen Hier worden alle meldingen weergegeven. De meldingen met de hoogste prioriteit staan bovenaan in het display. Bij dezelfde prioriteit staat de meest actuele melding bovenaan. Toegang Toets Basisscherm indrukken (zie pagina 114) TERUG Toestelinstellingen Toegangsmachtiging Code invoeren: 5243 OK OK Terug Info Storingsmeldingen Meldingshistoriek oproepen Hier worden alle fouten ( U ), waarschuwingen (! ) en opmerkingen ( i ) met bijbehorend symbool weergegeven. De meest actuele melding verschijnt bovenaan. Er worden max. 30 registraties opgeslagen. De oudste registraties worden voortdurend gewist. Ó Indicatie, wanneer melding is opgenomen. Ò Indicatie, wanneer melding is gewist (fout verholpen). Toegang Toets Basisscherm indrukken (zie pagina 114) TERUG Toestelinstellingen Toegangsmachtiging Code invoeren: 5243 OK OK Terug Info Statistiek Meldingshistoriek Meldingen accepteren Indien er meldingen zijn, worden ze na het inschakelen van de installatie (zie pagina 109) weergegeven. Geaccepteerde meldingen blijven zo lang in de lijst staan tot de regeling heeft vastgesteld dat de meldingsoorzaak is opgeheven. Meldingen kunnen niet in de meldingshistoriek maar in de indicatie Storingsmeldingen worden geaccepteerd. Meldingen kunnen uitsluitend samen worden geaccepteerd. Nodige weerstandslijnen voor de sensorcontrole zie pagina

117 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Toegang Toets Basisscherm indrukken (zie pagina 114): Foutmeldingen verschijnen. ALLE ( º verschijnen achter alle meldingen) TERUG om alle meldingen te accepteren Toets Basisscherm indrukken Meldingen overslaan Om instellingen/opvragingen aan de regeling uit te voeren: Opmerking Als een geaccepteerde melding niet wordt opgeheven, verschijnt de melding de volgende dag om 07:00:00 uur opnieuw. Toegang Toets Basisscherm E op pagina 114 indrukken: Meldingen verschijnen. TERUG : Alle meldingen worden gelijktijdig geaccepteerd, de meldingsindicatie verdwijnt, de rode storingsindicatie knippert, terug naar standaardmenu. Indicatie van de meldingen Alle meldingen krijgen als identificatiekenmerk een nummer met 2 cijfers, de zogenoemde ID. Opmerking Voor de sensorcontrole is de volgende informatie vereist: Weerstandlijnen van de sensoren zie vanaf pagina 171. Karakteristiek en aansluiting van de sensoren zie vanaf pagina 182. ID Melding (prioriteit) 01 Systeemfout ( U ) 02 Levering volgens gegevensfout (! ) Machtiging voor 2 personengroepen: Vakman Verwarmingsfirma Klant Installatiebeheerder 1. Oorzaak 2. Maatregel 1. Regelingsprocessor defect 2. Bedieningseenheid vervangen 1. Bij levering volgens herkennen van de gegevensfout geplaatst 2. Installatie moet opnieuw worden geconfigureerd Machtiging Klant Klant Service 117

118 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) ID Melding (prioriteit) 1. Oorzaak 2. Maatregel 03 Configuratiefout 1. Foutieve configuratie van de installatie- (! ) componenten 2. Toestand bij levering opnieuw herstellen en installatie opnieuw configureren 05 Fout EEK ( U ) 1. Foutmelding van de EEK : Koudecircuitregeling 2. Installatie moet opnieuw worden geconfigureerd 07 Melding EEK ( i ) 10 Buitensensor ( U ) 18 Buitensensor ( U ) 20 Aanv.sens. sec. ( U ) 21 Ret.sens. sec. ( U ) 28 Aanv.sens. sec. ( U ) 29 Ret.sens. sec. ( U ) 30 Aanv.sens. primair ( U ) 31 Ret.sens. primair ( U ) 38 Aanv.sens. primair ( U ) 39 Ret.sens. primair ( U ) 1. Melding van de EEK : Koudecircuitregeling 2. Geen maatregel vereist 1. Kortsluiting buitentemperatuursensor 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Onderbreking buitentemperatuursensor 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Kortsluiting aanvoertemperatuursensor secundair 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Kortsluiting retoursensor secundair 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Onderbreking aanvoertemperatuursensor secundair 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Onderbreking retoursensor secundair 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Kortsluiting primair aanvoer (Aan) sensor 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Kortsluiting primair retour (Uit) sensor 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Onderbreking primair aanvoer (Aan) sensor 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Onderbreking primair retour (Uit) sensor 2. Sensor controleren, evt. vervangen Machtiging Klant Klant Vakman Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant 118

119 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) ID Melding (prioriteit) 1. Oorzaak 2. Maatregel 40 Aanvoersens. 1. Kortsluiting aanvoertemperatuursensor HK2 ( U ) verwarmingscircuit 2 (mengklepcir- cuit) 2. Sensor controleren, evt. vervangen 41 Aanvoersens. 1. Kortsluiting aanvoertemperatuursensor HK3 ( U ) verwarmingscircuit 3 (mengklepcir- cuit) 2. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding KM-BUS-mengklep) 43 Aanv.sens. 1. Kortsluiting installaties aanvoer installatie ( U ) 2. Sensor controleren, evt. vervangen 44 Aanvoersens. 1. Kortsluiting aanvoertemperatuursensor NC ( U ) NC 2. Sensor controleren, evt. vervangen 48 Aanvoersens. 1. Onderbreking aanvoertemperatuursensor HK2 ( U ) verwarmingscircuit 2 2. Sensor controleren, evt. vervangen 49 Aanvoersens. 1. Onderbreking aanvoertemperatuursensor HK3 ( U ) verwarmingscircuit 3 2. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding KM-BUS-mengklep) 4B Aanv.sens. 1. Onderbreking installaties aanvoer installatie ( U ) 2. Sensor controleren, evt. vervangen 4C Aanvoersens. 1. Onderbreking aanvoertemperatuursensor NC ( U ) NC 2. Sensor controleren, evt. vervangen 50 WW-sens. 1. Kortsluiting warmwatersensor boven Boven ( U ) 2. Sensor controleren, evt. vervangen 52 WW-sens. 1. Kortsluiting warmwatersensor beneden Beneden ( U ) 2. Sensor controleren, evt. vervangen 54 WW-solar ( U ) 1. Kortsluiting warmwatersensor solar - Vitosolic 2. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitosolic) Machtiging Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Service 58 WW-sens. Boven ( U ) 1. Onderbreking warmwatersensor boven 2. Sensor controleren, evt. vervangen Klant 119

120 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) ID Melding (prioriteit) 1. Oorzaak 2. Maatregel 5A WW-sens. 1. Onderbreking warmwatersensor beneden Beneden ( U ) 2. Sensor controleren, evt. vervangen 5C WW-solar ( U ) 1. Warmwatersensor solar - Vitosolic 2. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitosolic) Machtiging Klant Klant 60 Buffersensor ( U ) 63 Ext. warmtegenerator ( U ) 68 Buffersensor ( U ) 6B Ext. warmtegenerator ( U ) 70 Ruimtesensor HK1 ( U ) 71 Ruimtesensor HK2 ( U ) 72 Ruimtesensor HK3 ( U ) 73 Ruimtesensor NC ( U ) 78 Ruimtesensor HK1 ( U ) 79 Ruimtesensor HK2 ( U ) 1. Kortsluiting sensor warmwaterbuffer 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Kortsluiting sensor externe warmtegenerator 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Onderbreking sensor warmwaterbuffer 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Onderbreking sensor externe warmtegenerator 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Kortsluiting ruimtetemperatuursensor verw. circ Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitotrol) 1. Kortsluiting ruimtetemperatuursensor verw. circ Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitotrol) 1. Kortsluiting ruimtetemperatuursensor verw. circ Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitotrol) 1. Kortsluiting ruimtetemperatuursensor NC 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Onderbreking ruimtetemperatuursensor verw. circ Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitotrol) 1. Onderbreking ruimtetemperatuursensor verw. circ Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitotrol) Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant 120

121 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) ID 7A 7B Melding (prioriteit) Ruimtesensor HK3 ( U ) Ruimtesensor NC ( U ) 92 Collectorsensor ( U ) 93 Retoursensor ( U ) 1. Oorzaak 2. Maatregel 1. Onderbreking ruimtetemperatuursensor verw. circ Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitotrol) 1. Onderbreking ruimtetemperatuursensor natural cooling 2. Sensor controleren, evt. vervangen 1. Kortsluiting collectortemperatuursensor solar - Vitosolic 2. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitosolic) 1. Kortsluiting retoursensor solar - Vitosolic 2. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitosolic) Machtiging Klant Klant Klant Klant 9A 9B A6 A7 A8 Collectorsensor ( U ) Retoursensor ( U ) Secundaire pomp ( U ) Zonnecircuit ( U ) Pomp verw. circ. 1 ( U ) 1. Onderbreking collectortemperatuursensor - Vitosolic 2. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitosolic) 1. Onderbreking retoursensor solar - Vitosolic 2. Sensor controleren, evt. vervangen (zie montagehandleiding Vitosolic) 1. Geen debiet in het secundaire circuit 2. Pomp controleren, evt. vervangen 1. Zonnecircuit zonder circulatie 2. Zonnecircuitpomp controleren, evt. vervangen 1. Verwarmingscircuitpomp HK1 zonder circulatie 2. Externe zonnecircuitpomp controleren, evt. vervangen Klant Klant Klant Klant Klant Service 121

122 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) ID A9 Melding (prioriteit) Warmtepomp ( U ) 1. Oorzaak 2. Maatregel 1. Veiligheidshogedruk, standaard hogedruk 10 keer na elkaar / 24 u duur, fout koudecircuitregeling, alle primaire/ secundaire temperatuursensoren defect, activering lage druk 10 keer na elkaar 2. Meldingshistoriek: meer meldingen opvragen (pagina 116), debieten controleren, motorstromen/motorbescherming controleren, veiligheidshogedrukbewaker controleren Machtiging Klant AB AD Elektrische verwarming ( U ) Mengklep verwarmen WW ( U ) Opmerking Na opheffen van de oorzaak van de melding toestel uit- en inschakelen. Gevaar Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. Voor werkzaamheden aan de verwarmingswaterdoorstromer resp. voor het ontgrendelen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer toestel spanningsvrij schakelen. 1. Verwarmingswaterdoorstromer defect of veiligheidstemperatuurbegrenzer is geactiveerd 2. Verwarmingswaterdoorstromer en veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren, evt. ontgrendelen. (zie montagehandleiding verwarmingswater-doorstroomtoestel) 1. 3-weg-klep defect 2. 3-weg-klep controleren, evt. vervangen Klant Klant 122

123 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) ID Melding (prioriteit) 1. Oorzaak 2. Maatregel AE WW-sens. verwisseld 1. Warm water boven/beneden verwisren ( i ) seld. De regeling verwisselt de senso- intern. 2. Geen maatregel vereist AF Boilerlaadpomp 1. Boilerlaadpomp, circulatiepomp voor ( U ) boileropwarming of 2-weg-klep aan het boilerlaadsysteem defect. 2. Componenten controleren, evt. vervangen B0 Toestelherkenning 1. Fout herkenning toestelvariant, hard- ( U ) ware defect, foute codeerstekker. 2. Sensoringang F11 mag geen vreemde schakeling hebben (zie pagina 182). B1 KM-bus 1. Communicatiefout EEK-module EEK( U ) 2. Kabels controleren, printplaat koudecircuitregelaar: Spanningsvoeding controleren, evt. vervangen B4 AD-omzetter 1. Interne fout ADC (referentie), flat-cable ( U ) tussen sensor- en basisprintplaat defect, hardware (printplaten) defect 2. Sensoraansluitingen F1, F5, F10, F15, F19 en F22 mogen geen vreemde schakeling hebben, printplaten controleren, evt. vervangen. B5 EEPROM 1. Interne fout EEPROM 2. Codeerstekker vervangen B9 KM-bus solar ( U ) modus KM-bus mengklep HK ( U ) 1. Communicatiefout KM-BUS-solarregeling, 3de sensor S3 van de Vitosolic defect 2. Aansluitingen en codering (7016) controleren (zie montagehandleiding Vitosolic) 1. Communicatiefout KM-BUS-mengklep verwarmingscircuit, interne fout uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep 2. Aansluitingen en codering van het toestel controleren Machtiging Vakman Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Service 123

124 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) ID BB BC BD BE C2 C5 C9 Melding (prioriteit) KM-bus mengklep NC ( U ) KM-bus FB HK1 ( U ) KM-bus FB HK2 ( U ) KM-bus FB HK3 ( U ) Controle-spanningsvoeding ( U ) Blokkering door energiebedrijf ( i ) Koudecircuit ( U ) 1. Oorzaak 2. Maatregel 1. Communicatiefout KM-BUS-mengklep NC, interne fout uitbreidingsset voor een verwarmingscircuit met mengklep 2. Aansluitingen en codering van het toestel controleren 1. Communicatiefout KM-BUS afstandsbediening verwarmingscircuit 1 2. Aansluitingen en codering van het toestel controleren, toestel inschakelen 1. Communicatiefout KM-BUS afstandsbediening verwarmingscircuit 2 2. Aansluitingen en codering van het toestel controleren, toestel inschakelen 1. Communicatiefout KM-BUS afstandsbediening verwarmingscircuit 3 2. Aansluitingen en codering van het toestel controleren, toestel inschakelen 1. Fout van de spanningsvoeding compressor laststroomkring, fasebewaker defect 2. Netvoeding, draaiveld, asymmetrie, fasenuitval en componenten controleren 1. Blokkering door energiebedrijf actief 2. Geen maatregel vereist 1. Veiligheidshogedrukbewaker is geactiveerd 2. Aanvoer- en retourtemperatuursensoren controleren, primaire en secundaire circuit op druk en debiet controleren, warmtepomp eventueel door koeltechnicus laten controleren (zie ook fout A9 op pagina 122) Machtiging Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Opmerking Na opheffen van de oorzaak van de melding toestel uit- en inschakelen. 124

125 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) ID Melding (prioriteit) 1. Oorzaak 2. Maatregel CA Primaire bron 1. Ingang van de controle primaire bron is ( U ) geactiveerd (druk grondcircuit, stromingsbewaker) 2. Veiligheidselementen (vorstbescherming druk grondcircuit, vorstbescherming AC-box) aan klem 3X3.9 en 3X3.8 controleren; In installaties zonder veiligheidselementen (vorstbescherming druk grondcircuit, vorstbescherming AC-box) brug 3X3.9 naar 3X3.8 controleren CB Primaire temperatuur 1. Temperatuur is gedaald tot onder de ( i ) minimale primaire intredetemperatuur 2. Grondcircuit op debiet controleren CC Codeerstekker 1. Codeerstekker kan niet gelezen worden ( U ) 2. Codeerstekker controleren, evt. vervangen CD KM-BUS Vitocom 1. Fout KM-BUS Vitocom 100 ( U ) 2. Aansluitingen en verbindingskabels controleren CE KM-BUS 1. Fout KM-BUS externe uitbreiding H1 ext.ae ( U ) 2. Aansluitingen en verbindingskabels controleren D1 Compressor 1. Thermorelais compressor of veiligheidselement ( U ) softstarter massieve as (indien aanwezig) is geactiveerd 2. Thermorelais ontgrendelen, instelling controleren, reset uitvoeren, aansluiting controleren, wikkelweerstand meten, fasenvolgorde aan de compressor controleren D3 Lage druk (! ) 1. Circulatiehoeveelheid primair circuit onvoldoende, lucht in grond-/primair circuit of warmtepomp defect, druksensor defect 2. Drukschakelaar ontgrendelt automatisch, primaire pomp en blokkeerinrichtingen controleren, warmtepomp door koeltechnicus laten controleren Machtiging Klant Klant Klant Klant Klant Klant Klant Service 125

126 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) ID D4 D6 E1 E2 FF Melding (prioriteit) Standaard hoge druk ( i ) Stromingsbewaker ( U ) Ext. Warmteproductie ( U ) Storing opvolgende WP ( U ) Nieuwe start ( i ) 1. Oorzaak 2. Maatregel 1. Lucht in verwarmingscircuit, secundaire of verwarmingscircuitpomp geblokkeerd, condensor verontreinigd, druksensor defect 2. Verwarmingscircuit ontluchten, secundaire en verwarmingscircuitpomp controleren, verwarmingscircuit spoelen, installatiedruk controleren 1. Stromingsbewaker is geactiveerd, debiet onvoldoende 2. Primaire pompen en circulatiepomp voor grond-/primair circuit contoleren. Bij type WW/WWC filter en warmtewisselaar tussencircuit controleren, druk primair circuit controleren 1. Fout aan externe warmtegenerator 2. Externe warmtegenerator controleren 1. Fout aan een opvolgende warmtepomp van de cascade 2. Indicatie van de opvolgende warmtepompen controleren 1. Nieuwe start van de regeling 2. Geen maatregel vereist Machtiging Experten Klant Klant Klant Klant Gedrag van de warmtepomp bij meldingen Alle meldingen krijgen als identificatie een nummer met 2 cijfers, de zogenoemde ID. Dit nummer komt overeen van de ID in de voorafgaande tabel Indicatie van de meldingen vanaf pagina 117. ID Gedrag en effecten van installatie/regeling Voor de buitentemperatuur wordt -40 C aangenomen. Gekozen wordt de temperatuurwaarde van de retoursensor secundair plus 5 K. Indien de secundaire aanvoer- en retoursensor defect zijn, wordt de warmtepomp buiten bedrijf gesteld (melding A9). Gekozen wordt de temperatuurwaarde van de aanvoertemperatuursensor secundair min 5 K. Indien de secundaire aanvoer- en retoursensor defect zijn, wordt de warmtepomp buiten bedrijf gesteld (melding A9). 126

127 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) ID C A B A D6 Blokkering door energiebedrijf Gedrag en effecten van installatie/regeling Warmtepomp treedt niet in werking. Mengklep verwarmingscircuit M2 wordt gesloten. Mengklep verwarmingscircuit M3 wordt gesloten. Koelmodus natural cooling zonder aanvoerregeling. De aansturing gebeurt via externe vochtvoelers en vorstbeveiligingsthermostaten. Gebruik van de onderste boilertemperatuursensor. Indien slechts een sensor aanwezig is of indien beide sensoren defect zijn, wordt de tapwateropwarming en de opwarming door de solarinstallatie geblokkeerd. Gebruik van de bovenste boilertemperatuursensor. Indien slechts een sensor aanwezig is of indien beide sensoren defect zijn, wordt de tapwateropwarming en de opwarming door de solarinstallatie geblokkeerd. Boilerlading gebeurt slechts een keer per uur. Uitschakeling gebeurt op retoursensor. Externe warmtegenerator wordt geblokkeerd. Verwarmingswaterdoorstromer (indien aanwezig) wordt bijgeschakeld. Geen vorstbescherming via ruimtetemperatuursensor Geen ruimtebijschakeling Geen ruimteregeling Warmtepomp treedt niet in werking De blokkering door het energiebedrijf is langer dan 12 uur actief. Service Diagnose warmtepompmodule (WP-module) In het bereik serviceniveau is een gedetailleerde diagnose op het display (zie pagina 114) mogelijk. De indicatie gebeurt uitsluitend met de toegangsmachtiging vakman (zie pagina 133). 127

128 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Toegang Hoofdmenu Toestelinstellingen Serviceniveau Overige menupunten Diagnose WP-module De laatste 4 cijfers geven de versie van de hard- en software van de WPmodule weer. De infotekst (2de regel van boven in het display) bevat de volgende gegevens: Begrippen en waarden bij de indicaties in het display: Err/Msg Error Message = foutmelding Tsh, Tc Gewenste temperatuur oververhitting/gewenste condensatietemperatuur [ C] Pmop max. werkdruk [bar absoluut] Ts, Tc Werkelijke zuiggastemperatuur/werkelijke condensatietemperatuur [ C] Ps Werkelijke zuigdruk [bar absoluut] Pc Werkelijke condensatiedruk [bar absoluut] Tl Werkelijke propaantemperatuur [ C] x Gewenste klepstand [%] P Err Fout (met bijbehorende informatie) De onderste regel in het display bevat een linker en een rechter cijfergroep: Temperaturen en drukken Met de toets ÓT/P kan de diagnosepagina Temperaturen en drukken worden opgeroepen. 128

129 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Temperaturen en drukken worden weergegeven als eerst geregistreerde waarden tijdens de laatste werking van de compressor. De waarden blijven bij het uitschakelen bewaard. Ze worden pas bij een nieuwe start van de compressor overschreven. tse Secundaire retour warmtepomp 1 en 2 tsa Secundaire aanvoer voor warmtepomp 1 p0 Druk van de verdamping warmtepomp 1 en 2 pc Druk van de condensatie warmtepomp 1 en 2 Waarden voor temperaturen en drukken: tpe Primaire ingang warmtepomp 1 tpa Primaire uitgang warmtepomp 1 De infotekst in het display bevat een linker en een rechter cijfergroep: Compressortrap 1 Compressortrap 2 Fout Meldingen Fout Meldingen Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep Voor de compressortrap 1 wordt een onderscheid gemaakt tussen fouten en meldingen (groepen 1 tot 4) Voor de compressortrap 2 gelden de overeenkomstige verschillen in fouten en meldingen groepen 5 tot 8 analoog) Fouten en meldingen worden opgeslagen en weergegeven, alvorens de WP-module de compressor heeft uitgeschakeld Groep 1 (fout) 01 Sensor zuigdruk defect 02 Sensor zuiggastemperatuur defect 04 Sensor condensatiedruk defect 08 Sensor condensatietemperatuur defect 10 Sensor propaantemperatuur defect 20 Stappenmotor elektronische expansieklep (EEK) defect Groep 2 (fout) 00 geen overige fouten Groep 3 (meldingen) 01 Werkelijke condensatietemperatuur te hoog 02 Condensatiedruk te hoog (standaard hoge druk) 04 Oververhitting te laag 08 Oververhitting te hoog 10 Zuigdruk te laag (lage druk) Groep 4 (meldingen) 01 MPO-werking actief 02 Configuratiefout 129 Service

130 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Belastingscategorieën Met de toets ÓH kan de diagnosepagina Belastingscategorieën worden opgeroepen: Indicatie van de bedrijfsuren [h] van de warmtepomp afhankelijk van de overeenkomstige belasting. De bedrijfsuren [h] worden van het begin van de inbedrijfstelling gecumuleerd. Ze kunnen niet worden gewist. De temperatuurverhoging ontstaat uit het temperatuurverschil tussen verdampingstemperatuur en condensatietemperatuur. De temperatuurverhoging wordt voor de 1ste compressortrap weergegeven, indien aanwezig ook voor de 2de compressortrap. Belastingscategorieën 1. bij temperatuurverhoging < 25 tot 32 K 2. bij temperatuurverhoging van 25 tot 32 K 3. bij temperatuurverhoging van 32 tot 41 K 4. bij temperatuurverhoging van 41 tot 50 K 5. bij temperatuurverhoging > 50 K Energiebalans Oproepen van waarden voor de energiebalans van de warmtepomp en de solarinstallatie (indien aanwezig). Er wordt weergegeven, hoeveel elektrische energie voor de werking van de installatie is gebruikt en hoeveel verwarmingsenergie aan de verwarmingsinstallatie is afgegeven. De waarden worden voor de voorbije 12 maanden weergegeven. Opmerking De indicatie van die waarden is alleen mogelijk met de toegangsmachtiging als vakman (zie pagina 110). Toegang Hoofdmenu Informatie Statistiek Energiebalans Warmtepomp e Gebruikte elektrische energie [kwh] per maand H Afgegeven verwarmingsenergie [kwh] voor de verwarmingsinstallatie per maand Voorbeeld Bepaling van de gebruikte elektrische energie tijdens de voorbije maand maart met actuele datum 12 januari: 01 e: 140 H: e: 510 H: e: 432 H: 1860 (gezochte waarde voor de voorbije maand maart) 130

131 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) 04 e: 380 H: e: 000 H: e: 000 H: e: 000 H: e: 000 H: e: 000 H: e: 000 H: e: 000 H: e: 000 H: e: 000 H: 000 (actuele maand, wordt in de onderste regel weergegeven) Opmerking Als basis van een realistische gegevensregistratie moet de parameter vermogen (5030) juist zijn ingesteld. Bedieningshandleiding solarinstallatie (voor de energiebalans van de solarinstallatie) De waarde moet worden gecontroleerd en evt. worden ingesteld volgens de volgende maatregelen: Eerste inbedrijfstelling Terugplaatsen met toets basisindicatie Indrukken van de functie Reset Diagnose Maatregelen bij permanent te lage ruimtetemperatuur De hierna beschreven stappen voor opheffen van het probleem uitvoeren. Service 1. Verwarmingscircuit ontluchten. 2. Debiet van het/de aangesloten verwarmingscircuit(s) controleren. Aanbevolen verschil aanvoer/retour ca. 8 K. 3. Hydraulische afstemming van de/het aangesloten verwarmingscircuit(s) uitvoeren. 4. Buitentemperatuursensor controleren (zie pagina). 131

132 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) 5. Gewenste ruimtetemperatuur voor de normale temperatuur verhogen en stooklijnen aanpassen (zie bedieningshandleiding). 6. Verwarming door het geïntegreerde verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) toelaten (zie pagina 110). Geen indicatie op de display van de bedieningseenheid De hierna beschreven stappen voor opheffen van het probleem uitvoeren. 1. Inschakelen van de installatie met netschakelaar (zie pagina 109). 2. Zekering controleren, indien nodig vervangen. 3. Controleren of voeding op netingang regeling/elektronica aanwezig is, evt. herstellen. 4. Steek- en schroefverbindingen controleren. 5. Bedieningsgedeelte vervangen. 6. Hoofdprintplaat vervangen. 132

133 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur Afzonderlijk document menustructuur Regelingsinstellingen door de vakman Op de volgende pagina's worden alleen de instellingen beschreven die uitsluitend door de vakman op serviceniveau kunnen worden uitgevoerd. Om in het serviceniveau te komen moet u een code invoeren. Parameters die in de bedieningshandleiding voor het klantenniveau worden beschreven, worden hier niet verklaard. Ze worden echter in de volgorde opgesomd waarin ze in het regelingsmenu voorkomen. Opgelet! Een verkeerde bediening op serviceniveau kan het toestel en de verwarmingsinstallatie beschadigen. Een gewijzigde waarde wordt meteen automatisch overgenomen. Instructies in de montagehandleiding steeds in acht nemen, zoniet vervalt de garantie. Opmerking Het serviceniveau blijft zolang actief tot opnieuw de toets Basisscherm wordt ingedrukt, of gedurende 30 min geen bediening gebeurt. Dan is het klantenniveau actief. Toegang Indien reeds storingsmeldingen worden weergegeven, kunnen deze d.m.v. de toets TERUG worden overgeslagen. Toestelinstellingen Toegangsmachtiging Servicefunctie activeren: Code: 5243 invoeren 2 keer met OK bevestigen Opmerking De beschikbaarheid resp. indicatie van de beschreven parameters hangt af van de actuele toestelinstellingen. Alle parameters krijgen als identificatiekenmerk een nummer van 4 cijfers. Bij de beschrijving van de parameters worden de volgende gegevens opgesomd: Ken-nummer Beschrijving van de parameter Toegang tot de menustructuur Standaardinstelling bij levering Mogelijk instelbereik Service 133

134 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Installatieschema Parameter 7000 Het installatieschema moet bij de inbedrijfstelling worden gekozen. met die keuze worden automatisch de bij het overeenkomstige schema behorende componenten geactiveerd en gecontroleerd. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie Installatieschema l of m Standaardinstelling 2 Instelbereik 0 tot 11 Opmerking Meer informatie zie pagina 13. Taal kiezen Parameter 7001 Bedieningshandleiding Temperatuurverschil verwarmen Parameter 7003 De verwarmingsgrenstemperatuur definieert de waarde van de buitentemperatuur waaronder bij daling de ruimteverwarming begint. De verwarmingsgrenstemperatuur volgt uit de ingestelde, gewenste ruimtetemperatuur minus de onder T-verschil verwarmen ingestelde waarde. Als de gemiddelde waarde van de buitentemperatuur onder 16 C (verwarmingsgrenstemperatuur) daalt, begint de ruimteverwarming. Stijgt de gemiddelde buitentemperatuur tot boven de 18 C, wordt de ruimteverwarming (op grond van de opgegeven hysterese van 2 K) uitgeschakeld. Voorbeeld: De ingestelde gewenste ruimtetemperatuur bedraagt 20 C, de onder T-verschil verwarmen ingestelde waarde bedraagt 4,0 K. 134

135 Temperatuurverschil verwarmen (vervolg) Regelingsinstellingen installatiedefinitie 20 C 18 C 2K 16 C A Gewenste ruimtetemperatuur B Buitentemperatuur C Ingestelde waarde T-verschil verwarmen t D Verwarming UIT E Verwarming AAN Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot T-verschil verwarmen 5 of % Standaardinstelling Instelbereik 4 K 0 tot 20 K Temperatuurverschil koelen Parameter 7004 Voorwaarde: Koelfunctie is geactiveerd. De koelgrenstemperatuur definieert de waarde van de buitentemperatuur, bij overschrijding waarvan de koelfunctie wordt ingeschakeld. De koelgrenstemperatuur volgt uit de ingestelde, gewenste kamertemperatuur en de onder T-verschil koelen te kiezen waarde. Voorbeeld: De ingestelde gewenste ruimtetemperatuur bedraagt 20 C, de onder T-verschil koelen ingestelde waarde bedraagt 4,0 K. Stijgt de gemiddelde waarde van de buitentemperatuur tot boven de 24 C (koelgrenstemperatuur), dan wordt de koelfunctie ingeschakeld. Daalt de buitentemperatuur tot onder de 23 C, dan wordt de koelfunctie (door de opgegeven hysterese van 1 K) uitgeschakeld. Service 135

136 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Temperatuurverschil koelen (vervolg) R 24 C 23 C 1K A Gewenste ruimtetemperatuur B Koelgrenstemperatuur C Ingestelde waarde T-verschil koelen t D Gemiddelde buitentemperatuur E Koelfunctie AAN F Koelfunctie UIT Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot T-verschil koelen 5 of % Standaardinstelling Instelbereik 4,0 K 1,0 tot 20,0 K Zwembad Parameter 7008 Informatie of er een zwembad is aangesloten en wordt verwarmd. Opmerking Eerst de parameter externe uitbreiding (7010) op Ja zetten (zie pagina 138). Als dat niet is gebeurd, verschijnt de parameter zwembad niet in het display. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot zwembad JA of NEE Standaardinstelling Instelbereik Nee Ja/Neen Cascadeaansturing (besturingstoestel) Parameter 700A Instelling of warmtepomp in een cascade uit meerdere warmtepompen als besturingstoestel werkt. Toegang Toestelinstellingen Programmeren 136 Installatiedefinitie y tot cascadeaansturing l of m

137 Cascadeaansturing (besturingstoestel) (vervolg) Regelingsinstellingen installatiedefinitie Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 tot 2 Verklaring: 0 Geen cascade 1 Aansturing van de cascade via Externe uitbreiding H1 2 Zonder functie Opmerking Parameter 5735 (aantal externe WP) in acht nemen. Cascadeaansturing (opvolgend toestel) Parameter 700A 7000 Instelling voor de opvolgende warmtepompen in een cascade. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot cascadeaansturing l of m Instelling 700A Ó Ó 11 Vermogen volgende warmtepomp Parameter 700B Invoer van het vermogen van de volgende warmtepomp(en) als gemiddelde waarde van alle volgende warmtepompen. Invoer alleen in het besturingstoestel. Voorbeeld: Volgende warmtepomp 1 = 10 kw Volgende warmtepomp 2 = 14 kw Gemiddelde waarde = 12 kw (instelwaarde) Service Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot vermogen volgende WP l of m 137

138 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Vermogen volgende warmtepomp (vervolg) Standaardinstelling Instelbereik 10 kw 0 tot 255 kw Opmerking Parameter 5735 (aantal externe WP) in acht nemen. Externe uitbreiding Parameter 7010 Informatie of een externe uitbreiding H1 is aangesloten. De externe uitbreiding H1 kan voor de volgende functies worden gebruikt: Zwembadverwarming Warmtepompen-cascade Externe modus-omschakeling Extern aanvragen Externe mengklep Open Extern blokkeren Externe mengklep Dicht Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot Externe uitbreiding JA of NEE Standaardinstelling Instelbereik Nee Ja/Neen Externe modus-omschakeling verwarmingscircuits Parameter 7011 Hier wordt ingesteld op welke componenten van de installatie de van buitenaf uitgevoerde modus-omschakeling werkt. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot Modus-omsch. HK l of m Standaardinstelling 11 Instelbereik 0 tot 11 Opmerking De parameter Extern blokkeren heeft een hogere prioriteit dan Extern opvragen (zie pagina 141 : parameter 7015). 138

139 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Externe modus-omschakeling verwarmingscircuits (vervolg) Nr. Effecten op de volgende installatiecomponenten 0 Tapwateropwarming 1 A1: Direct verwarmingscircuit 2 A1: Direct verwarmingscircuit, tapwateropwarming 3 M2: Verwarmingscircuit met mengklep 4 M2: Verw. circ. met mengklep, tapwateropwarming 5 A1: Direct verwarmingscircuit M2: Verwarmingscircuit met mengklep 6 A1: Direct verwarmingscircuit M2: Verw. circ. met mengklep, tapwateropwarming 7 M2: Verwarmingscircuit met mengklep M3: Verwarmingscircuit met mengklep 8 M2: Verwarmingscircuit met mengklep M3: Verw. circ. met mengklep, tapwateropwarming 9 A1: Direct verwarmingscircuit M2: Verwarmingscircuit met mengklep M3: Verwarmingscircuit met mengklep 10 A1: Direct verwarmingscircuit M2: Verwarmingscircuit met mengklep M3: Verw. circ. met mengklep, tapwateropwarming 11 Geen omschakeling van de verwarmingscircuits resp. tapwateropwarming. Alleen functie Externe opvraging. Externe modus-omschakeling werking Parameter 7012 Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot Modus-omsch. Werking l of m Standaardinstelling 2 Instelbereik 0 tot 3 Informatie met welke modus de onder parameter 7011 (zie vorig paragraaf) gekozen componenten volgens een externe modus-omschakeling werken. Verklaring instellingen: 0 Stand-by 1 Verlaagd 2 Normaal 3 Constante 139 Service

140 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Externe modus-omschakeling duur Parameter 7013 Duur van de modus-omschakeling, ook bij lopende functie Partywerking. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot Modus-omsch. Duur l of m Standaardinstelling Instelbereik 8 uur 0 tot 12 uur Verklaring instellingen: 0 Geen ingestelde duur, omschakeling gebeurt zolang het omschakelcontact gesloten blijft Duur van de omschakeling in uren vanaf activering van de modus-omschakeling. Externe opvraging/mengklep Open Parameter 7014 Standaardinstelling 4 Instelbereik 0 tot 7 Informatie hoe de functie Externe opvraging of Mengklep Open op de warmtepomp moet werken. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot Externe opvr./meopen l of m Opmerking De parameter Extern blokkeren heeft een hogere prioriteit dan Extern opvragen (zie pagina 141 : parameter 7015). Zie ook parameter 730C: Aanvoer gewenste temperatuur externe opvraging, pagina 158. Nr. Functie bij de volgende installatiecomponenten 0 M2/M3: Verw. circuits met mengklep regelwerking Geen warmteaanvraag aan warmtepomp 1 M2: Verwarmingscircuit met mengklep gaat naar OPEN-positie M3: Verw. circuit met mengklep regelwerking Geen warmteaanvraag aan warmtepomp 2 M2: Verw. circuit met mengklep regelwerking M3: Verwarmingscircuit met mengklep gaat naar OPEN-positie Geen warmteaanvraag aan warmtepomp 140

141 Externe opvraging/mengklep Open (vervolg) Regelingsinstellingen installatiedefinitie Nr. Functie bij de volgende installatiecomponenten 3 M2/M3: Verwarmingscircuits met mengklep gaan naar OPEN-positie Geen warmteaanvraag aan warmtepomp 4 M2/M3: Verw. circuits met mengklep regelwerking Warmteaanvraag aan warmtepomp 5 M2: Verwarmingscircuit met mengklep gaat naar OPEN-positie M3: Verw. circuit met mengklep regelwerking Warmteaanvraag aan warmtepomp 6 M2: Verw. circuit met mengklep regelwerking M3: Verwarmingscircuit met mengklep gaat naar OPEN-positie Warmteaanvraag aan warmtepomp 7 M2/M3: Verwarmingscircuits met mengklep gaan naar OPEN-positie Warmteaanvraag aan warmtepomp Extern blokkeren/mengklep Dicht Parameter 7015 Informatie hoe de functie Extern blokkeren of Mengklep Dicht op de warmtepomp moet werken. Opgelet! Vorstbescherming van de installatie evt. niet gegarandeerd. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot Extern blokkeren/medicht l of m Standaardinstelling 4 Instelbereik 0 tot 8 Opmerking De parameter Extern blokkeren heeft een hogere prioriteit dan Extern opvragen. Zie ook parameter 730C: Aanvoer gewenste temperatuur externe opvraging, pagina 158. Service Nr. Functie bij de bijbehorende instelling 0 M2/M3: Verw. circuits met mengklep regelwerking Geen blokkeren van de warmtepomp 1 M2: Verwarmingscircuit met mengklep gaat naar DICHT-positie M3: Verw. circuit met mengklep regelwerking Geen blokkeren van de warmtepomp 141

142 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Extern blokkeren/mengklep Dicht (vervolg) Nr. Functie bij de bijbehorende instelling 2 M2: Verw. circuit met mengklep regelwerking M3: Verwarmingscircuit met mengklep gaat naar Dicht-positie Geen blokkeren van de warmtepomp 3 M2/M3: Verwarmingscircuits met mengklep gaan naar Dicht-positie Geen blokkeren van de warmtepomp 4 M2/M3: Verw. circuits met mengklep regelwerking Blokkeren van de warmtepomp 5 M2: Verwarmingscircuit met mengklep gaat naar Dicht-positie M3: Verw. circuit met mengklep regelwerking Blokkeren van de warmtepomp 6 M2: Verw. circuit met mengklep regelwerking M3: Verwarmingscircuit met mengklep gaat naar DICHT-positie Blokkeren van de warmtepomp 7 M2/M3: Verwarmingscircuits met mengklep gaan naar DICHT-positie Blokkeren van de warmtepomp 8 Blokkeren van de koeling met AC-box M2/M3: Verw. circuits met mengklep regelwerking Blokkeren van de warmtepomp Type Vitosolic Parameter 7016 Bepaling welke solarregeling type Vitosolic (100 of 200) in de installatie is geïnstalleerd. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot Type Vitosolic l of m Verklaring instellingen: 0 Geen solarregeling type Vitosolic 1 Vitosolic Vitosolic 200 Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 tot 2 142

143 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Vitocom 100 Parameter 7017 Informatie of een Vitocom 100 in de installatie is geïnstalleerd. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot Vitocom 100 JA of NEE Standaardinstelling Instelbereik Nee Ja/Neen Extern blokkeren werking Parameter 701A Informatie bij welke instelling van de parameter Extern blokkeren welke component van de installatie is geblokkeerd. Elke combinatie van de afzonderlijke componenten is mogelijk. Ja betekent dat die component is geblokkeerd. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot Ext. blokkeren werking l of m Waarde Secundaire pomp/compressor geblokkeerd Boilerpomp geblokkeerd Standaardinstelling 0 Instelbereik 0-31 CV-pomp M3 geblokkeerd CV-pomp M2 geblokkeerd CV-pomp A1 geblokkeerd 0 1 x 2 x 3 x x 4 x 5 x x 6 x x Service 143

144 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Extern blokkeren werking (vervolg) Waarde Secundaire pomp/compressor geblokkeerd Boilerpomp geblokkeerd CV-pomp M3 geblokkeerd CV-pomp M2 geblokkeerd CV-pomp A1 geblokkeerd 7 x x x 8 x 9 x x 10 x x 11 x x x 12 x x 13 x x x 14 x x x 15 x x x x 16 x 17 x x 18 x x 19 x x x 20 x x 21 x x x 22 x x x 23 x x x x 24 x x 25 x x x 26 x x x 27 x x x x 28 x x x 29 x x x x 30 x x x x 31 x x x x x Bijkomende uitgang met schakeltijden (bijv. circulatiepomp) Parameter 701B Bedieningshandleiding 144

145 Regelingsinstellingen compressor Vrijgave compressor Parameter 5000 Toegang Toestelinstellingen Programmeren Compressor y tot Vrijgave Standaardinstelling Instelbereik Ja Ja/Neen Vermogen warmtepomp Parameter 5030 Invoer van het vermogen voor de energiebalans. Indien in het bereik statistiek de opgenomen elektrische energie en die in het verwarmingssysteem afgegeven verwarmingsenergie moeten worden bepaald, is de afstemming van de vermogensinformatie van de warmtepomp noodzakelijk. Opmerking Indien de basisinstellingstoets ª of in het hoofdmenu voor een rest de toets i wordt ingedrukt, wordt de vermogenswaarde opnieuw naar de stand bij levering (standaardinstelling) geplaatst. Indien de waarde bij levering afwijkt van het werkelijk vermogen van de warmtepomp, worden foutieve waarden bij de energiebalans weergegeven. Type Vermogen in kw BW/BWC BW/BWC BW/BWC BW/BWC BW/BWC BW/BWC Toegang Toestelinstellingen Programmeren Compressor y tot vermogen l of m Standaardinstelling Instelbereik 10 kw 1 tot 255 kw 145 Service

146 Regelingsinstellingen compressor Aantal externe warmtepompen Parameter 5735 Informatie over het aantal warmtepompen (opvolgende toestellen), die naast de hoofdwarmtepomp (besturingstoestel) zijn aangesloten. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Installatiedefinitie y tot aantal externe WP l of m Verklaring: 0 Geen volgende warmtepomp 1-3 Aantal volgende warmtepompen 4 Zonder functie Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 tot 4 146

147 Regelingsinstellingen externe warmtegenerator Externe warmtegenerator Parameter 7B00 Invoeren van een externe warmtegenerator (Ext. WG), die in de verwarmingsinstallatie is geïntegreerd. Opmerking Alle volgende parameters worden pas zichtbaar, nadat een externe warmtegenerator met JA is bevestigd. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Ext. warmtegenerator y tot Ext. warmtegenerator JA of NEE Standaardinstelling Instelbereik Nee Ja/Neen Voorrang Parameter 7B01 Definiëren of de verwarming door de externe warmtegenerator bij voorkeur door de elektrische verwarming (verwarmingswaterdoorstromer) moet gebeuren. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Ext. warmtegenerator y tot Voorrang JA of NEE Standaardinstelling Instelbereik Ja Ja/Neen Service Bivalentietemperatuur Parameter 7B02 Grenstemperatuur voor de bijkomende werking van de externe warmtegenerator. 147

148 Regelingsinstellingen externe warmtegenerator Bivalentietemperatuur (vervolg) Het gemiddelde van de buitentemperatuur gedurende een langere periode moet onder deze grens liggen opdat de externe warmtegenerator wordt ingeschakeld. Indien de warmtepomp defect is, is die inschakelbeperking niet actief. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Ext. warmtegenerator y tot bivalentietemperatuur 1 of! Standaardinstelling 10 C Instelbereik 50 tot 50 C Externe warmtegenerator voor warm water Parameter 7B0D Informatie of een externe warmtegenerator voor de warmwaterbereiding moet worden gebruikt. Bij verhoogde verwarmingsaanvraag van de warmwaterboiler die door de warmtepomp alleen niet kan worden gedekt, worden de overeenkomstige pomp (circulatiepomp voor boilernaverwarming) en de externe warmtegenerator aangestuurd. Bij bevestiging met Ja kan geen elektrisch verwarmingselement EHE dat in de warmwaterboiler wordt ingebouwd, worden aangestuurd. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Ext. warmtegenerator y tot Ext. WG voor WW JA of NEE Standaardinstelling Instelbereik Nee Ja/Neen 148

149 Regelingsinstellingen warm water Boilertemperatuur warm water Parameter 6000 Bedieningshandleiding Schakeltijden warm water Parameter 6001 Bedieningshandleiding Min. temperatuur Parameter 6005 De min. temperatuur vermijdt dat de tapwatertemperatuur in de warmwaterboiler (vorstbescherming) te ver daalt. De warmwaterboiler wordt tot aan die waarde plus hysterese verwarmd als de temperatuur lager ligt dan de min. temperatuur. Dat is onafhankelijk van het ingestelde werkingsprogramma. Bij 2 aanwezige boilertemperatuursensoren wordt alleen via de bovenste sensor gemeten. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Warm water y tot min. temperatuur 1 of! Standaardinstelling 10 C Instelbereik 5 tot 60 C Max. temperatuur Service Parameter 6006 Bij het bereiken van de max. temperatuur in de warmwaterboiler wordt een nieuwe opwarming vermeden zolang de temperatuur niet met 5 K is gedaald. 149

150 Regelingsinstellingen warm water Max. temperatuur (vervolg) Gevaar Warm water met temperaturen boven 60 C veroorzaakt brandwonden. Om de temperatuur op 60 C te begrenzen moet een menginrichting, bijv. een thermostatische mengautomaat (accessoire bij de warmwaterboiler), ingebouwd worden. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Warm water y tot max. temperatuur T of U Standaardinstelling 60 C Instelbereik 20 tot 80 C Hysterese/Hysterese extra verwarming Parameter 6007 Hysterese Bij verwarming met warmtepomp. Parameter 6008 Hysterese extra verwarming Bij verwarming met verwarmingswaterdoorstromer, met een externe warmtegenerator of met het elektrisch verwarmingselement EHE (accessoire voor warmwaterboiler). De instellingen bepalen bij welke afwijking van de ingestelde gewenste temperatuur van de warmwaterboiler ( WWboilertemp. ) de boilerverwarming door de warmtepomp ( hysterese ) in- en uitgeschakeld wordt. Indien ook een andere naverwarming is geïnstalleerd, is bovendien de parameter Hyst. extra verwarming relevant. 150

151 Hysterese/Hysterese extra verwarming (vervolg) Regelingsinstellingen warm water A Gewenste tapwatertemperatuur B Schakelhysterese warmtepomp ( hysterese ) C Schakelhysterese verwarmingswaterdoorstromer ( Hyst. extra verwarming ) D Werkelijke tapwatertemperatuur op de bovenste boilertemperatuursensor E Schakeltoestand warmtepomp F Schakeltoestand verwarmingswater-doorstroomtoestel G Uit H Aan t Opmerking De ingestelde waarde voor hysterese moet boven de verwachte temperatuurdaling door de warmteverliezen van één nacht liggen (ca. 5 K). Een lagere waarde voor Hyst. extra verwarming verhoogt het aandeel van de elektrische opwarming van het tapwater, het installatierendement wordt kleiner. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Warm water y tot hysterese of y tot hyst. extra verwarming 5 of % Hysterese Standaardinstelling Instelbereik 7,0 K 1,0 tot 10,0 K Hysterese extra verwarming Standaardinstelling 10,0 K Instelbereik 2,0 tot 30,0 K Inschakeloptimalisatie warm water Service Parameter 6009 Bedieningshandleiding Uitschakeloptimalisatie warm water Parameter 600A Bedieningshandleiding 151

152 Regelingsinstellingen warm water Extra functie warm water Parameter 600B Bedieningshandleiding 2. Gewenste temperatuur warm water Parameter 600C Bedieningshandleiding 2. Temperatuursensor Parameter 600E Een 2de temperatuursensor biedt voor de warmwaterboiler een beter gebruik. Hij wordt onder een van de bovenste temperatuursensoren gemonteerd. Bij de eenmalige tapwateropwarming door de aanvraag max. warmwaterhoeveelheid of in de schakeltijdniveaus normaal of 2de gewenste temperatuur wordt die temperatuursensor (beneden) als criterium voor het uitschakelen gebruikt. De inschakeling van de tapwateropwarming gebeurt bij de schakeltijdniveaus op de bovenste temperatuursensor, bij de max. waterhoeveelheid op de onderste temperatuursensor. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Warm water y tot 2de temperatuursensor JA of NEE Standaardinstelling Instelbereik Nee Ja/Neen Extra verwarming Parameter

153 Regelingsinstellingen warm water Extra verwarming (vervolg) De naverwarming van het tapwater kan met een extra elektrische verwarming (bijv. elektrisch verwarmingselement EHE) in de warmwaterboiler of een externe warmtegenerator gebeuren (aansturing of vrijgave van de pomp voor de externe warmtegenerator). Warm water y tot extra verwarming JA of NEE Standaardinstelling Instelbereik Nee Ja/Neen Toegang Toestelinstellingen Programmeren Warm water elektrisch Parameter 6015 Bedieningshandleiding Warm water met extra elektrische verwarming. Service 153

154 Regelingsinstellingen elektrische verwarming Verwarmingswater-doorstroomtoestel Parameter 7900 Bedieningshandleiding Instellen van een extra elektrische verwarming (accessoires) die in de verwarmingsaanvoer is gemonteerd. Zoniet kan ze door de regelaar niet worden aangestuurd. Opgelet! Indien die parameter voor het blokkeren van de elektrische verwarming wordt gebruikt, vermijdt het verwarmingswater-doorstroomtoestel niet het bevriezen van de installatie (vorstbeschermingsfunctie). Voor het blokkeren elektrisch verwarmen (parameter 7902) of elektrisch WW (parameter 6015, pagina 153) gebruiken. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Elektrische verwarming y tot verwarmingswater-doorstroomtoestel JA of NEE Standaardinstelling Instelbereik Nee Ja/Neen Verwarmen elektrisch Parameter 7902 Bedieningshandleiding Stookwerking met verwarmingswaterdoorstroomtoestel. 154

155 Max. trap extra elektrische verwarming Regelingsinstellingen elektrische verwarming Parameter 7907 Deze instelling bepaalt met welk maximaal vermogen (trap 1, 2 of 3) de extra verwarming van het tap- en verwarmingswater plaatsvindt. Het beschikbaar elektrisch vermogen is afhankelijk van de schakeling van het verwarmingswater-doorstroomtoestel. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Elektrische verwarming y tot max. trap E-verwarming l of m Verklaring instellingen: 1 max. 3 kw 2 max. 6kW 3 max. 9 kw Standaardinstelling 3 Instelbereik 1 tot 3 Trap bij blokkering energiebedrijf Parameter 790A Instelling van de vermogenstrap van de elektrische verwarming (verwarmingswater-doorstroomtoestel), die ook bij een blokkering door het energiebedrijf wordt vrijgegeven. De gekozen en alle lagere trappen zijn vrijgegeven. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Elektrische verwarming y tot trap bij blokkering energiebedrijf l of m Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 tot 3 Verklaring instellingen: 0 Geen elektrische verwarming ingebouwd of alle trappen geblokkeerd. 1 max. 3 kw 2 max. 6kW 3 max. 9 kw Service 155

156 Regelingsinstellingen hydraulica Warmtepomp voor bouwdrogen Parameter 7300 Deze instelling bepaalt of behalve het verwarmingswater-doorstroomtoestel ook de warmtepomp nog voor het drogen wordt gebruikt. Als de warmtepomp niet paraat is, omdat bijv. het primaire circuit van de warmtepomp op het tijdstip van het drogen nog niet bedrijfsklaar is, moet deze functie op NEE zijn gezet. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Interne hydraulica y tot WP voor bouwdrogen JA of NEE Standaardinstelling Instelbereik Nee Ja/Neen Estrikprogramma Parameter 7303! Opgelet Gevaar van schade aan het gebouw door oververhitting van de estrik bij hoge aanvoertemperaturen. Hoge aanvoertemperaturen vermijden door thermostaat als maximale begrenzing voor vloerverwarming. Opmerking De gegevens moeten gerespecteerd worden. Het protocol dat door de verwarmingsmonteur wordt opgesteld, moet de volgende informatie over het verwarmen bevatten: Opwarmgegevens met de betreffende aanvoertemperaturen Bereikte max. aanvoertemperatuur Bedrijfssituatie en buitentemperatuur bij overdracht Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling wordt de functie verder voortgezet. Als de estrikfunctie volgens het programma is beëindigd of voor afloop van het programma het temperatuurtijd-profiel 0 wordt gekozen, wordt het ingestelde bedrijfsprogramma voortgezet. 156

157 Regelingsinstellingen hydraulica Estrikprogramma (vervolg) De temperatuur-tijd-profielen 7 tot 12 regelen op de maximale aanvoertemperatuur. Het estrikprogramma werkt parallel op alle geactiveerde verwarmingscircuits. Ook als het tijdprofiel een hogere gewenste aanvoertemperatuur voorziet, wordt de gewenste temperatuur door de parameter Max. aanvoertemp. van het verwarmingscircuit beperkt. Opmerking Bij gebruik van het verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoires) voor het bouwdrogen stijgt het stroomverbruik. Temperatuur-tijd-profiel 2 (volgens ZV parket- en vloerverwarmingtechniek) A Aanvoertemperatuur B Dagen Temperatuur-tijd-profiel 3 Temperatuur-tijd-profiel 1 (volgens EN ) A Aanvoertemperatuur B Dagen A Aanvoertemperatuur B Dagen Temperatuur-tijd-profiel Service A Aanvoertemperatuur B Dagen 157

158 Regelingsinstellingen hydraulica Estrikprogramma (vervolg) Temperatuur-tijd-profiel 5 Temperatuur-tijd-profiel 6 A B A B A Aanvoertemperatuur B Dagen A Aanvoertemperatuur B Dagen In de temperatuur-tijd-profielen 7 tot 12 wordt voor een periode tussen 5 en 30 dagen op een vooraf ingestelde waarde (max. aanvoertemperatuur) geregeld (zie pagina 165). Temperatuurtijdprofielen Profiel 7 Profiel 8 Profiel 9 Profiel 10 Profiel 11 Profiel 12 Duur voor max. aanvoertemperatuur 5 dagen 10 dagen 15 dagen 20 dagen 25 dagen 30 dagen Toegang Toestelinstellingen Programmeren y tot Interne hydraulica y tot Estrikprogramma l of m Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 tot 12 Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag Parameter 730C Hier wordt de door de warmtepomp beschikbaar gestelde temperatuur ingesteld, als ze van buitenaf als externe warmtegenerator wordt aangestuurd/ aangevraagd. 158

159 Regelingsinstellingen hydraulica Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag (vervolg) Toegang Toestelinstellingen Programmeren Interne hydraulica y tot Gew. aanv.temp. ext. aanvr 1 of! Standaardinstelling 50 C Instelbereik 0 tot 70 C Service 159

160 Regelingsinstellingen verwarmingswaterbuffer Buffer Parameter 7200 Opmerking Deze functie is alleen bij installatieschema 1 en 2 beschikbaar. Bij de keuze van installatieschema 3 tot 10 wordt de buffer automatisch als installatieonderdeel gedefinieerd. Als bij installatieschema 2 een verwarmingswaterbuffer deel van de installatie uitmaakt, moet hij door keuze van de optie Ja worden ingesteld. Toegang Toestelinstellingen Programmeren y tot buffer Buffer JA of NEE Standaardinstelling Instelbereik Nee Ja/Neen Schakeltijden buffer Parameter 7201 Bedieningshandleiding Vaste temperatuur Parameter 7202 Opmerking Deze functie is bij installatieschema 1 en 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer de optie Ja is gekozen. De temperatuur kan niet hoger ingesteld worden dan de onder Max.-temperatuur gekozen instelling. Instelling van de temperatuur waarop de verwarmingswaterbuffer wordt opgewarmd als een oplading volgt en onder Progr-buffer (zie bedieningshandleiding) het programma Constante is gekozen. 160

161 Regelingsinstellingen verwarmingswaterbuffer Vaste temperatuur (vervolg) Toegang Toestelinstellingen Programmeren Buffer y tot Vaste temperatuur 1 of! Standaardinstelling 50 C Instelbereik 10 tot 70 C Hysterese Parameter 7203 Opmerking Deze functie is bij installatieschema 1 en 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer de optie Ja is gekozen. De instelling bepaalt bij welke afwijking van de ingestelde gewenste temperatuur opwarming van de verwarmingswaterbuffer wordt in- en uitgeschakeld. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Buffer y tot Hysterese 1 of! t Standaardinstelling Instelbereik 5 K 2 tot 20 K A Gewenste temperatuur B Inschakelhysterese C Opwarming verwarmingswaterbuffer UIT D Opwarming verwarmingswaterbuffer AAN Service 161

162 Regelingsinstellingen verwarmingswaterbuffer Max. temperatuur Parameter 7204 Opmerking Deze functie is bij installatieschema 1 en 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer de optie Ja is gekozen. Instelling van de max. temperatuur in de verwarmingswaterbuffer. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Buffer y tot max. temperatuur 1 of! Standaardinstelling 60 C Instelbereik 1 tot 70 C 162

163 Regelingsinstellingen verwarmingscircuits Ruimtetemperatuur normaal Parameter HK A HK M HK M3 Instelling van de schakeltijden voor alle verwarmingscircuits A1, M2 en M3 afzonderlijk. Bedieningshandleiding Ruimtetemperatuur verlaagd Parameter HK A HK M HK M3 Instelling van de schakeltijden voor alle verwarmingscircuits A1, M2 en M3 afzonderlijk. Bedieningshandleiding Schakeltijden verwarmingscircuit Parameter HK A HK M HK M3 Instelling van de schakeltijden voor alle verwarmingscircuits A1, M2 en M3 afzonderlijk. Bedieningshandleiding Afstandsbediening activeren Parameter HK A HK M HK M3 De afstandsbediening Vitotrol 200 kan voor elk verwarmingscircuit worden gemonteerd. Ze moet aan het overeenkomstige verwarmingscircuit worden toegekend. Opmerking In de instelling handwerking h van de warmtepomp (zie pagina 114) hebben de afstandsbedieningen geen functie. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Verwarmingscircuit 1 y tot Afstandsbediening gemarkeerd is 163 Service

164 Regelingsinstellingen verwarmingscircuits Afstandsbediening activeren (vervolg) JA of NEE Analoog voor verwarmingscircuit 2 en verwarmingscircuit 3 Montagehandleiding Vitotrol 200 Standaardinstelling Instelbereik Nee Ja/Neen Niveau stooklijn Parameter HK A HK M HK M3 Instelling van de schakeltijden voor alle verwarmingscircuits A1, M2 en M3 afzonderlijk. Bedieningshandleiding Steilheid stooklijn Parameter HK A HK M HK M3 Bedieningshandleiding Instelling van de schakeltijden voor alle verwarmingscircuits A1, M2 en M3 afzonderlijk. Steilheid ruimtebijschakeling Parameter 200A - HK A1 300A - HK M2 400A - HK M3 Bij aanwezige ruimtetemperatuursensor en vrijgegeven ruimtetemperatuur-bijschakeling (zie pagina 165) kan de steilheid van de ruimtetemperatuur-bijschakeling worden gekozen. Hoe hoger de waarde wordt gekozen, hoe groter de invloed van de ruimtetemperatuur is. 164

165 Steilheid ruimtebijschakeling (vervolg) Regelingsinstellingen verwarmingscircuits Toegang Toestelinstellingen Programmeren Verwarmingscircuit 1 y tot Steilh. ruimte-bijsch. gemarkeerd is l of m Analoog voor verwarmingscircuit 2 en verwarmingscircuit 3 Standaardinstelling 10 Instelbereik 0 tot 50 Ruimtetemperatuur-bijschakeling (verwarmingscircuits) Parameter 200B - HK A1 300B - HK M2 400B - HK M3 De instelling legt vast wanneer de ruimtetemperatuur-bijschakeling bovendien bij de weersafhankelijke regeling actief moet zijn. Instellingen: 0 Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling 1 Ruimtetemperatuur-bijschakeling alleen bij verlaagde werking 2 Ruimtetemperatuur-bijschakeling alleen bij normale werking 3 Ruimtetemperatuur-bijschakeling bij normale en verlaagde werking Toegang Toestelinstellingen Programmeren Verwarmingscircuit 1 y tot Ruimte-T.-bijschak. is gemarkeerd Max. aanvoertemperatuur l of m Analoog voor verwarmingscircuit 2 en verwarmingscircuit 3 Standaardinstelling 3 Instelbereik 0 tot 3 Service Parameter 200E - HK A1 300E - HK M2 400E - HK M3 Begrenzing van de gewenste aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit op een maximumwaarde. 165

166 Regelingsinstellingen verwarmingscircuits Max. aanvoertemperatuur (vervolg) Opmerking Deze parameter is niet voor de begrenzing van de werkelijke aanvoertemperatuur (bijv. als bescherming voor de vloerverwarmingcircuits) geschikt. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Verwarmingscircuit 1 (verwarmingscircuit A1) y tot max. aanvoer-t. 1 of! Analoog voor verwarmingscircuit 2 en verwarmingscircuit 3 Standaardinstelling 40 C Instelbereik 10 tot 70 C 166

167 Regelingsinstellingen koeling Koeling Parameter 7100 Bepalen van de functie van de geactiveerde koeling. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Koeling Koeling l of m Verklaring instellingen: 0 Geen koeling 1 NC-box zonder mengklep 2 NC-box met mengklep 3 AC-box Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 tot 3 Koelcircuit Parameter 7101 Bepalen op welk circuit (verwarmingscircuit of afzonderlijk koelcircuit) het koelen werkt. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Koeling y tot koelcircuit l of m Standaardinstelling 1 Instelbereik 1 tot 4 Verklaring instellingen: 1 Koelen in het verwarmingscircuit 1 (A1) 2 Koelen in het verwarmingscircuit 2 (M2) 3 Koelen in het verwarmingscircuit 3 (M3) 4 Koelen in het afzonderlijk koelcircuit Service Ruimtetemperatuur afzonderlijk koelcircuit Parameter 7102 Bedieningshandleiding 167

168 Regelingsinstellingen koeling Min. aanvoertemperatuur Parameter 7103 Begrenzing van de aanvoertemperatuur van het afzonderlijk koelcircuit op een minimumwaarde Toegang Toestelinstellingen Programmeren Koeling y tot min. aanvoer-t. 1 of! Standaardinstelling 10 C Instelbereik 1 tot 30 C Steilheid ruimtebijschakeling afzonderlijk koelcircuit Parameter 7104 Voor een afzonderlijk koelcircuit moet een ruimtetemperatuursensor worden geplaatst. Hier kan de steilheid (invloed) van de ruimtetemperatuur-bijschakeling worden gekozen. Hoe hoger de waarde wordt gekozen, hoe groter de invloed van de ruimtetemperatuur is. Bijv. betekent de waarde 10, dat bij 1 K ruimtetemperatuur-afwijking de aanvoertemperatuur met 10 K wordt gewijzigd. Zie ook parameter Ruimtebijschakeling verwarmingscircuits pagina 165. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Koeling y tot Steilh. ruimtebijsch. l of m Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 tot

169 Regelingsinstellingen koeling Niveau/steilheid koellijn Parameter 7110 (niveau) 7111 (steilheid) Voorwaarde: Koelfunctie is geactiveerd. Een bepaalde buitentemperatuur kan via de parameter Niveau koellijn en Steilh. koellijn aan een bepaalde aanvoertemperatuur van het koelcircuit worden toegekend. De parameter Niveau koellijn verschuift de koellijn langs de aanvoertemperatuuras. De parameter Steilheid koellijn kent bij een grotere steilheid aan dezelfde buitentemperatuur een lagere aanvoertemperatuur toe. _ + Toegang Toestelinstellingen Programmeren Koeling y tot Niveau koellijn of y tot Steilh. koellijn.? voor de weergave van de diagrammen A Aanvoertemperatuur B Buitentemperatuur C Koellijn D Koellijn met hoger niveau (C verschoven) E Koellijn met grotere steilheid Niveau koellijn Standaardinstelling 0 Instelbereik -15 tot 40 Steilheid koellijn Standaardinstelling 1,2 Instelbereik 0 tot 3,5 Service 169

170 Regelingsinstellingen tijd Automatische omschakeling van zomer-/wintertijd Parameter 7C00 7C01 7C02 7C03 7C04 7C05 7C06 Datum en tijd zijn fabrieksmatig ingesteld en kunnen handmatig worden gewijzigd. Opmerking Tijdstip van de omschakeling is telkens de nacht van zaterdag op zondag in het laatste weekeinde van maart en oktober. Toegang Toestelinstellingen Programmeren Tijd Autom. zo./wi.-tijd JA / NEE voor het activeren/deactiveren van Autom. zo./wi.-tijd. y/x tot de in te stellen waarde gemarkeerd is (zie afbeelding van het display). 1/! tot de gewenste waarde is ingesteld. TERUG om het menu te bevestigen en te verlaten. Hoofdmenu Speicher-T. A: InformatieWW B: Toestelinstellingen C: Warmwater D: Actief koelen F: Reset A B C D F 170

171 Onderdelen Weerstandslijnen van de sensoren Temperatuursensor Overige sensoren Weerstand in Temperatuur in C Ruimtetemperatuursensoren: Meetelement uit Ni 500 Aanvoertemperatuursensoren verwarmings- en koelcircuit Buitentemperatuursensor Ruimtetemperatuursensor Weerstand in Temperatuur warmtedragermedium in C Overige sensoren: Meetelement uit Pt 500 Sensoren warmwaterboiler boven/ beneden Sensor verwarmingswaterbuffer Aanvoersensor installatie Sensor externe warmtegenerator Alle sensoren in de warmtepompmodule (WP-module) Toestelbeveiliging Opmerking De toestelbeveiliging bevindt zich op de printplaat 1 van de meldings- en veiligheidscomponenten (rangeerprintplaat). Zie pagina 62 en pagina 173. Zekering F1: T6, 3 A, 250 V max. vermogensverlies 2,5 W Gevaar Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. Bij werkzaamheden aan het toestel beslist ook de laststroomkring spanningsvrij schakelen. Door het verwijderen van de zekering naast de bedieningseenheid is de laststroomkring niet spanningsvrij. 171 Service

172 Aansluit- en bedradingschema's Overzicht van de printplaten en aansluitmogelijkheden Opmerking In alle volgende aansluitschema's wordt geen nauwkeurige ruimtelijke schikking weergegeven. Overzicht van de printplaten zie vanaf pagina 60. Printplaat 1: Meldings- en veiligheidscomponenten X1 1?????????????????? q-o? X N N N N N N N N N N N N N N N N q-o N q-q N L1 N' L' q-o L1 P X P F1 U F1 q-i G q-w q-e q-r + q-t q-z q-u q Q Netschakelaar 172 q W Extern blokkeren, spanningsvrij contact

173 Aansluit- en bedradingschema's Printplaat 1: Meldings- en (vervolg) q E Externe aanvraag, spanningsvrij contact q R Storingsmelding volgende warmtegenerator, spanningsvrij contactgesloten: Toestellen klaar voor gebruik (bij levering: brug gemonteerd) q T Brinedrukbewaking, vorstbeveiligingsthermostaat (brug plaatsen, indien geen veiligheidselement aangesloten) q Z Blokkering energiebedrijf (brug bij levering aanwezig, brug bij aansluiting verwijderen, contact gesloten: veiligheidscircuit doorgaand, toestel klaar voor gebruik) Markering van de aansluitingen Klemstrip X1: Aansluitingen 1X1.1 tot 1X1.? Klemstrip X2: Aansluitingen 1X2.1 tot 1X2.N Klemstrip X3: Aansluitingen 1X3.1 tot 1X3.18 Overzicht van de printplaten zie vanaf pagina 60. q U Stromingsbewaker (brug bij levering aanwezig, brug bij aansluiting verwijderen, niet in veiligheidscircuit) q I Toestelbeveiliging F1 (T 6,3 A) q O Netspanning direct van netaansluitingsklem (meetpunt) Opmerking Volledige belasting van alle elektrische aansluitingen max W. Neutraalgeleider en aardleidingen worden aan de klemstrips X1 en X2 aangesloten. Aansluitklemmen kunnen (afhankelijk van de toesteluitvoering) al bezet zijn. Als dat signaal extern nodig is, moet de ader volledig worden verwijderd, of moet het aderuiteinde eruit worden genomen en geïsoleerd, of moet een dubbele adereindhuls worden gebruikt. Service 173

174 Aansluit- en bedradingschema's Printplaat 1: Meldings- en (vervolg) Meldings- en veiligheidsaansluitingen aan printplaat 1 (rangeerprintplaat) Functie Verklaring Aansluiting Storingsmelding volgende warmtegenerator Spanningsvrij contact door installateur laten aansluiten: gesloten=geen fout geopend=fout Schakelvermogen 230 V, 0,1 A Toestand bij levering: brug gemonteerd 1X3.11 1X3.10 Externe aanvraag aan warmtepomp, mengklep OPEN, omschakeling werkingsprogramma Brinedrukbewaking, vorstbeveiligingsthermostaat (foutmelding van AC-box) Extern blokkeren / mengklep DICHT Spanningsvrij contact door installateur laten aansluiten: gesloten=aanvraag geopend=geen aanvraag Schakelvermogen 230 V, 0,1 A Als beide thermostaten aanwezig zijn, is er serieschakeling: gesloten=veiligheidscircuit doorgaand geopend=veiligheidscircuit onderbroken, toestel buiten werking Brug of thermostaat moet aangesloten zijn Schakelvermogen 230 V~, 0,5 A Toestand bij levering: Geen brug gemonteerd Spanningsvrij contact door installateur laten aansluiten: gesloten=blokkering actief geopend=geen blokkering Schakelvermogen 230 V, 0,1 A 1X3.13 1X3.12 of aan externe uitbreiding H1 1X3.9 1X3.8 1X3.2 1X3.14 of aan externe uitbreiding H1 174

175 Aansluit- en bedradingschema's Printplaat 1: Meldings- en (vervolg) Functie Verklaring Aansluiting Blokkering door energiebedrijf Spanningsvrij contact door installateur laten aansluiten: gesloten=geen blokkering geopend=blokkering actief Schakelvermogen 230 V, 0,5 A Toestand bij levering:brug gemonteerd 1X3.7 1X3.6 Stromingsbewaker Spanningsvrij contact door installateur laten aansluiten: gesloten=toestel in werking geopend=toestel in werking, foutmelding via display Schakelvermogen 230 V, 0,1 A Toestand bij levering:brug gemonteerd Contact niet in veiligheidscircuit geïntegreerd 1X3.3 1X3.4 Service 175

176 Aansluit- en bedradingschema's Printplaat 2: Werkingscomponenten 230 V X X7 4 L1 N N N N N N N L1 N wyo M 1~ A1 2. r U wyp wyq wyw wye wyr wyt wyz wyu wyi N N N N N N N N wxp M 1~ r M2 M2 r w w-q w-w w-e w-r w-t w-z w-u w-i w-o 13 w Q Primaire pompen/aansturing bronnenpomp w W Aansturing NC-box (koeling) w E Secundaire pomp 176 w R Aansturing verwarmingswaterdoorstromer (trap 1) w T Mengklepmotor verwarmingscircuit M2 - OPEN

177 Printplaat 2: Werkingscomponenten 230 V (vervolg) Aansluit- en bedradingschema's w Z Mengklepmotor verwarmingscircuit M2 - DICHT w U Circulatiepomp verwarmingscircuit M2 w I Boilerlaadpomp (bij laadsysteem aan de warmwaterboiler, afsluitklep) w O Aansturing elektrisch verwarmingselement EHE voor warmwaterboiler wyp Aansturing externe warmtegenerator wyq Aansturing verwarmingswaterdoorstromer (trap 2) wyw Aansturing AC-box en relais voor pomp afzonderlijk koelcircuit Markering van de aansluitingen Klemstrip X7: Aansluitingen 2X7.1 tot 2X7.13 Klemstrip X8: Aansluitingen 2X8.1 tot 2X8.13 Overzicht van de printplaten zie vanaf pagina 60. wye Mengklepmotor externe warmtegenerator - OPEN wyr Mengklepmotor externe warmtegenerator - DICHT wyt Circulatiepomp direct verwarmingscircuit A1 (indien verwarmingswaterbuffer aanwezig) wyz Circulatiepomp boileropwarming (bij laadsysteem aan de warmtepomp) wyu Circulatiepomp wyi Verzamelstoringsmelding (spanningsvrij contact in 230 V-bereik) wyo AC-box wxp NC-Box Opmerking Volledige belasting van alle elektrische aansluitingen max W. Aansluitklemmen kunnen (afhankelijk van de toesteluitvoering) al bezet zijn. Als dat signaal extern nodig is, moet de ader volledig worden verwijderd, of moet het aderuiteinde worden geïsoleerd, of moet een dubbele adereindhuls worden gebruikt. De aansluitingen aan de neutraalgeleider en de aardleidingen worden in de volgende opsomming niet weergegeven. Ze gebeuren op de printplaat 1 (rangeerprintplaat) aan de klemstrips 1X1.? (aardleiding) en 1X2.N (neutraalgeleider) Service 177

178 Aansluit- en bedradingschema's Printplaat 2: Werkingscomponenten 230 V (vervolg) Werkingscomponenten 230 V aan printplaat 2 (basisprintplaat, klemstrip X7) Functie Verklaring Aansluiting Aansturing/aanvraag van de externe warmtegenerator Spanningsvrije sluiter: gesloten=aanvraag 2X7.1 2X7.2 geopend=geen aanvraag Schakelvermogen 250 V~, 4(2) A niet voor veiligheidslaagspanning geschikt ( 42 V~) Vrij Vrij 2X7.3 2X7.4 Aansturing verwarmingswaterdoorstromer (trap 2) Aansturing van de AC-box resp. van de circulatiepomp van het afzonderlijk koelcircuit Aansturing van de mengklepmotor voor de externe warmtegenerator, signaal OPEN Aansturing van de mengklepmotor voor de externe warmtegenerator, signaal DICHT Circulatiepomp direct verwarmingscircuit A1 Aanstuurmodule (accessoire) monteren 2X7.5 P=10 W Indien de koeling met de AC-box van 2X7.6 de verwarmingswaterbuffer gebeurt, wordt parallel de bijkomende pomp aangestuurd Hulprelais door installateur nodig U=230 V P=10 W U=230 V 2X7.7 U=230 V 2X7.8 Indien er een verwarmingswaterbuffer aanwezig is, wordt de pomp bij de secundaire pomp gemonteerd P max =100 W Opmerking over volledig opgenomen vermogen (voor de tabel) in acht nemen! 2X

179 Printplaat 2: Werkingscomponenten 230 V (vervolg) Aansluit- en bedradingschema's Functie Verklaring Aansluiting Circulatiepomp voor de boilerverwarming Bij installatie met boilerlaadsysteem: Pomp tussen warmtepomp en bijkomende warmtewisselaar monteren P max =130 W Opmerking over volledig opgenomen vermogen (voor de tabel) in acht nemen! U=230 V Indien geen boilerlaadsysteem is gemonteerd: Pomp hier aansluiten 2X7.10 Extra uitgang met schakeltijden (bijv. circulatiepomp) Verzamelstoringsmelding Pmax.=150 W Opmerking over volledig opgenomen vermogen (voor de tabel) in acht nemen! U=230 V Spanningsloos contact: gesloten= fout geopend=geen fout Contactbelasting 250 V~, 4(2) A niet voor veiligheidslaagspanning geschikt 2X7.11 2X7.12 2X7.13 Werkingscomponenten 230 V aan printplaat 2 (basisprintplaat, klemstrip X8) Functie Verklaring Aansluiting Einde van het veiligheidscircuiheidscircuit Er is spanning bij storingsvrij veilig- 2X8.1 Aansturing compressor via Bij warmteaanvraag is het regelingsinterne 2X8.2 regelaar van de Elektronische Expansieklep (EEK) contact tussen 2X8.1 en 2X8.2 gesloten Aan 2X8.2 is er spanning Indien compressor niet loopt, ontbreekt evt. vrijgave van EEK-regelaar via eigen relais op printplaat EEK Vrij Vrij 2X8.3 2X8.4 Primaire pomp, aansturing bronnenpomp Pmax.=200 W Opmerking over volledig opgenomen vermogen (voor de tabel) in acht nemen! 2X8.5 Service 179

180 Aansluit- en bedradingschema's Printplaat 2: Werkingscomponenten 230 V (vervolg) Functie Verklaring Aansluiting Aansturing voor natural Opmerking over volledig opgenomen 2X8.6 cooling vermogen (voor de tabel) in acht nemen! Bij AC-box is dit stuursignaal extra nodig. Secundaire pomp Bij installatie zonder verwarmingswaterbuffer is de secundaire pomp voldoende (zie klem 2X7.9 op pagina 178) Pmax.=130 W Opmerking over volledig opgenomen vermogen (voor de tabel) in acht nemen! 2X8.7 Verwarmingswaterdoorstromer (trap 1) Aansturing van de mengklepmotor verwarmingscircuit M2 signaal OPEN Aansturing van de mengklepmotor verwarmingscircuit M2 signaal DICHT Circulatiepomp van het verwarmingscircuit met mengklep M2 Aanstuursignaal verwarmingswaterdoorstromer trap 1 2X8.8 Aanstuurmodule (accessoire) monteren P=10 W 230 V 2X V 2X8.10 Pmax.=100 W Opmerking over volledig opgenomen vermogen (voor de tabel) in acht nemen! 2X

181 Printplaat 2: Werkingscomponenten 230 V (vervolg) Aansluit- en bedradingschema's Functie Verklaring Aansluiting Boilerlaadpomp, 2-wegafsluitklep Bij installatie met boilerlaadsysteem: Pomp tussen warmwaterboiler en bijkomende warmtewisselaar monteren 2-weg-afsluitklep parallel schakelen Pmax.=130 W Opmerking over volledig opgenomen vermogen (voor de tabel) in acht nemen! 2X8.12 Aansturing elektrisch verwarmingselement EHE voor warmwaterboiler of Circulatiepomp boilernaverwarming van een externe warmtegenerator (voor tapwateropwarming) Indien de externe warmtegenerator niet voor de tapwateropwarming wordt gebruikt, kan de aansluiting voor het aansturen van het elektrisch verwarmingselement worden gebruikt 2X8.13 Service 181

182 Aansluit- en bedradingschema's Printplaat 3: Sensoren en KM-BUS e-q e-q F4 F0 F6 F7 F12 F13 F14 F16 F20 X X1 M2 e-q e-w e-e e-r e-t e-z e-u e-i e-o eyp e Q KM-BUS e W Verwarmingswaterbuffer e E Buitentemperatuursensor e R Warmwaterboiler boven e T Warmwaterboiler beneden e Z Aanvoer verwarmingscircuit met mengklep M2 e U Installatieaanvoer (achter verwarmingswaterbuffer of mengklep externe warmtegenerator) 182

183 Printplaat 3: Sensoren en KM-BUS (vervolg) Aansluit- en bedradingschema's e I Aanvoer koeling (verwarmingscircuit of afzonderlijk koelcircuit) e O Ruimtetemperatuursensor koelcircuit Markering van de aansluitingen Klemstrip X1: Aansluitingen 3X1.1 tot 3X1.27 Klemstrip X2: Aansluitingen 3X2.1 tot 3X2.27 Overzicht van de printplaten zie vanaf pagina 60. eyp Externe warmtegenerator Opmerking Interne sensoren zijn gedeeltelijk (afhankelijk van de toesteluitvoering) al aangesloten. In dat geval mogen geen verdere sensoren aan die klemmen worden aangesloten: F2, F3, F8, F9, F17, F18, F21, F23 Aan de volgende klemmen mag door de installateur niets worden aangesloten, die aansluitingen zijn uitsluitend voor intern gebruik: F1, F5, F10, F11, F15, F19, F22 Sensor / KM-bus Type Karak- Aansluiting teris- tiek buitentemperatuursensor Ni 500 F0 3X1.16 / 3X2.16 Primair aanvoer intern Pt 500 F2 3X1.24 / 3X2.24 Primair retour intern Pt 500 F3 3X1.23 / 3X2.23 Verwarmingswaterbuffer Pt 500 F4 3X1.22 / 3X2.22 Warmwaterboiler boven Pt 500 F6 3X1.14 / 3X2.14 Warmwaterboiler beneden Pt 500 F7 3X1.13 / 3X2.13 Secundair aanvoertemperatuursensor Pt 500 F8 3X1.20 / 3X2.20 intern Secundair retourtemperatuursensor Pt 500 F9 3X1.19 / 3X2.19 intern Aanvoertemperatuursensor verwarmingscircuit Ni 500 F12 3X1.10 / 3X2.10 met mengklep M2 Aanvoertemperatuursensor installatie Pt 500 F13 3X1.9 / 3X2.9 (met dompelhuls, achter verwar- mingswaterbuffer of externe warmtegenerator) Aanvoertemperatuursensor koeling in het direct verwarmingscircuit A1 of het afzonderlijk koelcircuit Ni 500 F14 3X1.8 / 3X2.8 Service 183

184 Aansluit- en bedradingschema's Printplaat 3: Sensoren en KM-BUS (vervolg) Sensor / KM-bus Type Karak- Aansluiting teris- tiek Ruimtetemperatuursensor afzonderlijk Ni 500 F16 3X1.6 / 3X2.6 koelcircuit Sensor externe warmtegenerator Pt 500 F20 3X1.4 / 3X2.4 KM-BUS KM- BUS 3X1.25 / 3X2.25 Veiligheidscircuit (verklaringen) De volgende weergaven van het veiligheidscircuit bevatten de afzonderlijke veiligheidselementen. De meetpunten zijn gekenmerkt met de getallen 1 en 4 tot qp en hebben betrekking tot de zo gekenmerkte klemmen van de 10-polige klemmenblok achter de handbeveiliging (zie afbeelding pagina 60). Meer verklaringen bij de printplaten en klembenamingen zie vanaf pagina 62. Verklaring van tekens en afkortingen L' Geschakelde fase N' Geschakelde neutraalgeleiders Energiebedrijf Blokkering energiebedrijf DSW Grond P Çϑ ϑ grond 1 SHD1 ND1 RHD1 VSA1 MSS1 K1 EEK Draaistroombewaker Grond-drukbewaker Vorstbeveiligingsthermostaat Thermobeveiliging aan grondpomp Veiligheidshogedrukschakelaar Lagedrukschakelaar Standaard hogedrukschakelaar Softstarter massieve as Motorveiligheidsschakelaar Relais compressoraansturing Elektronische expansieklep 184

185 Aansluit- en bedradingschema's Veiligheidscircuit (deel 1) x x x x x x x x A x x K x x x 1 B x C x x x D x x x E x x x F x x x G x x H = x 1 Klem 1 aan 10-polige klemmenblok onder handbeveiliging (zie pagina 60) A Netaansluiting B Aansluiting stuurstroomkring (deel 1), zie pagina 187 C Externe vraag D Storingsmelding volgende warmtegenerator E Stromingsbewaker F Extern blokkeren G Blokkering door energiebedrijf H Meldingsingang blokkering door energiebedrijf K Schakelcontact draaistroombewaker L Meldingsingang draaistroombewaker M Aansluiting veiligheidscircuit (deel 2), zie pagina 186 Service M x = x L 185

186 Aansluit- en bedradingschema's Veiligheidscircuit (deel 2) G M A 4 C E H x L 9 x qp N x x B 7 5 x 6 x 8 F x x x D K 4 - qp Klemmen 4 tot 10 aan 10- polige klemmenblok onder handbeveiliging (zie pagina 60) A Aansluiting veiligheidscircuit (deel 1), zie pagina 185 B Grond-drukbewaker, evt. vorstbeveiligingsthermostaat, vorstbeveiliging AC-box (meegeleverde brug voor inbedrijfstelling gebruiken) C Motorbescherming primaire pomp (indien aanwezig, in fabriek brug gemonteerd) D Meldingsingang primaire bron 1 E Veiligheidshogedrukschakelaar F Lage druk (in fabriek gemonteerd) G Standaard hoge druk (in fabriek brug gemonteerd) H Motorbeveiligingsrelais compressor (bij activeren van de motorbeveiliging ook thermobeveiliging op softstarter controleren, resp. afzonderlijke motorbeveiliging van de compressor, indien aanwezig) K Meldingsingang motorbeveiliging compressor 1 L Compressor-relais (vrijgave regeling) M Schakelcontact op regeling van de Elektronische expansieklep (EEK) N Compressor-beveiliging 186

187 Aansluit- en bedradingschema's Stuurstroomkring (deel 1) x x A x x x B C Opmerking Het volledig vermogen van alle aangesloten toestellen mag 1000 W niet overschrijden. Als het volledig vermogen 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component groter dan aangegeven worden gekozen. E x x x x x x x x x D F G H K L M N A Aansluiting veiligheidscircuit (deel 1), zie pagina 185 B Geschakelde fase C Aansturing externe warmtegenerator D Aansturing verwarmingswaterdoorstromer (trap 2) E Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstromer (zie pagina 53 73) F Aanstuursignaal active cooling (AC) G Mengklep OPEN Externe warmtegenerator H Mengklep ~DICHT Externe warmtegenerator K CV-pomp direct verwarmingscircuit A1 L Circulatiepomp voor de boilerverwarming M Extra uitgang met schakeltijden (bijv. circulatiepomp) N Verzamelstoringsmelding O Aansluiting stuurstroomkring (deel 2), zie pagina 188 Service O 187

188 Aansluit- en bedradingschema's Stuurstroomkring (deel 2) A D x x x x x x B C E F G A Aansluiting stuurstroomkring (deel 1), zie pagina 187 B Compressor-relais (vrijgave regeling) C Primaire pomp (bij type BWC/WWC reeds geïnstalleerd) D Motorbeveiliging primaire pomp (primaire pomp bij type BWC/WWC al geïnstalleerd, indien motorbeveiliging aanwezig, in fabriek brug gemonteerd, zie pagina 186) E Aanstuursignaal natural cooling (NC) F Secundaire pomp G Verwarmingswaterdoorstromer (trap 1) H Mengklep OPEN verwarmingscircuit met mengklep M2 K Mengklep ~DICHT verwarmingscircuit met mengklep M2 L CV-pomp voor verwarmingscircuit met mengklep M2 M Boilerlaadpomp / afsluitklep N Aansturing elektrisch verwarmingselement (of boilernaverwarming met pomp bij gebruik van een externe warmtegenerator) x H x K x L x M x N 188

189 Aansluit- en bedradingschema's Laststroomkring-compressor B A A Netaansluiting compressor B Draaistroombewaker (zie ook pagina 185) C Compressor-beveiliging (zie ook pagina 186) D Motorbeveiligingsrelais (zie ook pagina 186) E Starter (niet bij 6 kw) F Compressor C D E F Service 189

190 Aansluit- en bedradingschema's Laststroomkring verwarmingswater-doorstroomtoestel B C A A Netaansluiting verwarmingswaterdoorstroomtoestel B Aanstuurmodule voor verwarmingswaterdoorstromer C Trap 1 D Trap 2 E Verwarmingswater-doorstroomtoestel (accessoires) met veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) D E 190

191 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BWC Opmerkingen voor het bestellen van onderdelen! Vermeld het bestelnr. en het serienr. (zie typeplaatje) evenals het positienummer van het onderdeel (van deze onderdelenlijst). Courante onderdelen vindt u in de plaatselijke vakhandel. Onderdelen A Typeplaatje 001 Compressor 002 Filterdroger 003 Elektronische expansieklep (EEK) 004 Drukschakelaar 005 Druksensor 006 Druksensor 007 Circulatiepomp 008 Circulatiepomp 009 Verdamper 010 Warmtepompmodule 011 Kleinverdeler weg-klep met stappenmotor 013 Pakking R 1/4 014 Pakkingset (2 stuks) 015 Pakking 016 Pakking (2 stuks) 017 Pakking (O-ring) 018 Wartelmoer 019 Schraderklep 020 Borgveer 021 Afdichtingskap 022 O-ringset (3 stuks) 023 Ontluchtingskraan 024 Vul- en aftapkraan 025 Membraandoorvoertule 026 Membraandoorvoertule 028 Slang 029 Montageplaat (2 stuks) 030 Connectornippel 032 Houder verwarmingswaterdoorstromer 033 Rubberbuffer 034 Isolatie compressor 036 Verenbandklem 037 Borgklem 038 Aansluitaansluiting 040 Buisclip 041 Klemring-schroefverbinding 042 Connectorsok 3-weg-klep 043 Connector 044 Vormslang eentraps 045 Vormslang 046 Aansluitaansluiting 047 Behuizing warmtepompmodule vooraan 048 Behuizing warmtepompmodule achteraan 049 Condensor 050 Kabel retour 051 Kabel verwarmingsstaaf 052 Kabel aanvoer 053 Kabel aanvoer boiler 054 Kabel aanvoer verwarmingscircuit 055 Kabel aanvoer verwarmingsstaafpomp 100 Bedieningsgedeelte 101 Houder bedieningsgedeelte met Optolink 102 Wipschakelaar 2-polig 106 Basisprintplaat 107 Sensorprintplaat 108 Rangeerprintplaat met kabelboom 113 Netaansluitingsklemmen 114 Thermorelais 116 Fasebewaker 117 Relais 118 Temperatuursensor 119 Buitentemperatuursensor 120 Aanstuurmodule 127 Softstarter massieve as 191 Service

192 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BWC (vervolg) 129 Aansturing Elektronische expansieklep (EEK) 130 Transformator 138 Handbeveiliging 200 Frontplaat 201 Bovenplaat voor 202 Zijplaat rechts 203 Zijplaat links 204 Bevestigingsplaat 205 Sierdoppen 206 Logo Vitocal Afdekkap Onderdelen zonder afbeelding 103 Flat-cable 50-polig 104 Flat-cable 24-polig 105 Flat-cable 26-polig 109 Codeerstekker 110 Zekeringhouder 111 Kabelboom laagspanning 112 Kabelboom 230 V 115 Hulpcontact 121 Kabelset aanstuurmodule 122 Aanstuurmodule verwarmingswater-doorstromer 123 Kabelset verwarmingswaterdoorstromer 128 Aansluitkabel starter 131 Kabelset Elektronische expansieklep (EEK) 132 Kabelboom hoge druk 133 Kabelboom lage druk 134 Aansluitkabel Elektronische expansieklep (EEK) 135 Aansluitkabel compressor 137 Kabelschroefverbindingen 139 Kabelset aarding 300 Bedieningshandleiding 301 Montage- en servicehandleiding 302 Lakstift, vitozilver 303 Spuitbuslak, vitozilver 304 Weervoeler 305 Bevestigingselementen 306 Verbindingselementen 192

193 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BWC (vervolg) A 202 VITOCAL Service

194 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BWC (vervolg)

195 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BWC (vervolg) Service

196 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BWC (vervolg)

197 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BW Opmerkingen voor het bestellen van onderdelen! Vermeld het bestelnr. en het serienr. (zie typeplaatje) evenals het positienummer van het onderdeel (van deze onderdelenlijst). Courante onderdelen vindt u in de plaatselijke vakhandel. Onderdelen A Typeplaatje 001 Compressor 002 Filterdroger 003 Elektronische expansieklep (EEK) 004 Drukschakelaar 005 Druksensor 006 Druksensor 009 Verdamper 010 Warmtepompmodule 013 Pakking R 1/4 014 Pakkingset 015 Pakking 017 Pakking 018 Wartelmoerset 019 Schraderklep 020 Borgveer 021 Afdichtingskap 023 Ontluchtingskraan 024 Vul- en aftapkraan 025 Membraandoorvoertule 026 Membraandoorvoertule 027 Slang 028 Slang 029 Bevestigingsplaat 030 Connectornippel 031 Stop 032 Houder verwarmingswaterdoorstromer 033 Rubberbuffer 034 Isolatie compressor 036 Verenbandklem 037 Borgklem 038 Aansluitaansluiting 039 Aansluitaansluiting 040 Buisclip 044 Vormslang eentraps 045 Vormslang 047 Behuizing warmtepompmodule vooraan 048 Behuizing warmtepompmodule achteraan 049 Condensor 050 Kabel retour 051 Kabel verwarmingsstaaf 052 Kabel aanvoer 100 Bedieningsgedeelte 101 Houder bedieningsgedeelte met Optolink 102 Wipschakelaar 2-polig 106 Basisprintplaat 107 Sensorprintplaat 108 Rangeerprintplaat met kabelboom 113 Netaansluitingsklemmen 114 Thermorelais 116 Fasebewaker 117 Relais 118 Temperatuursensor 119 Buitentemperatuursensor 120 Aanstuurmodule 127 Softstarter massieve as 129 Aansturing Elektronische expansieklep (EEK) 130 Transformator 138 Handbeveiliging 200 Frontplaat 201 Bovenplaat voor 202 Zijplaat rechts 203 Zijplaat links 204 Bevestigingsplaat 205 Sierdoppen 206 Logo Vitocal Afdekkap 197 Service

198 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BW (vervolg) Onderdelen zonder afbeelding 103 Flat-cable 50-polig 104 Flat-cable 24-polig 105 Flat-cable 26-polig 109 Codeerstekker 110 Zekeringhouder 111 Kabelboom laagspanning 112 Kabelboom 230 V 115 Hulpcontact 121 Kabelset aanstuurmodule 122 Aanstuurmodule verwarmingswater-doorstromer 123 Kabelset verwarmingswaterdoorstromer 124 Insteekklem Insteekklem Insteekklem Aansluitkabel starter 131 Kabelset Elektronische expansieklep (EEK) 132 Kabelboom hoge druk 133 Kabelboom lage druk 134 Aansluitkabel Elektronische expansieklep (EEK) 135 Aansluitkabel compressor 137 Kabelschroefverbindingen 139 Kabelset aarding 300 Bedieningshandleiding 301 Montage- en servicehandleiding 302 Lakstift, vitozilver 303 Spuitbuslak, vitozilver 305 Bevestigingselementen 306 Verbindingselementen 198

199 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BW (vervolg) A 202 VITOCAL Service

200 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BW (vervolg)

201 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BW (vervolg) Service

202 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst type BW (vervolg)

203 Protocollen Protocol van de hydraulische parameters Instel- en meetwaarden Gewenste waarde Eerste inbedrijfstelling Vortsbeschermingsconcentratie (grondmedium) C 15 Test externe pompen van de verwarmingscircuits Soort circulatiepomp Trap van circulatiepomp Instelling overstortklep Inbedrijfstelling primaire pomp Temperatuur Primair Aanvoer C Temperatuur primaire uitgang C Temperatuurverschil ΔT bij: Secundaire aanvoer = 35 C en K 3 tot 5 Primair aanvoer = 10 C of Secundaire aanvoer = 35 C en K 2 tot 4 Primair aanvoer = 0 C Pomphuis primaire koelcircuitpomp wordt warm? Nee Test mengklep, warmtepomp en boilerverwarming Onder de volgende omstandigheden gemeten: Ruimtetemperatuur C Buitenluchttemperatuur C Temperatuur WW boiler boven constant? Ja (±1 K) Temperatuur secundaire aanvoer C stijgend van: naar: Temperatuurverschil ΔT Secundair aanvoer / Secundair retour 6 tot 8 K Service Protocol van de regelingsparameters Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Installatiedefinitie Eerste inbedrijfstelling 203

204 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Installatieschema 0 tot 11 * 5 2 Taal * 6 Nederlands Temperatuurverschil 0 tot 20 K 4 K stoken Temperatuurverschil 1 tot 20 K 4 K koelen Zwembad Ja/Neen Nee Cascadeaansturing 0 tot 2 0 (besturingstoestel) Cascadeaansturing 7000Ó0 tot 11? 7000Ó11 (opvolgend toestel) 700AÓ0 tot? 700A Ó 0 Vermogen volgende 0 tot 255 kw 10 kw warmtepomp Externe uitbreiding Ja/Neen Nee Externe modusomschakeling 0 tot verwar- mingscircuits Externe modusomschakeling 0 tot 3 2 werking Externe modusomschakeling 0 tot 12 h 8 h duur Externe aanvraag / 0 tot 7 4 mengklep open Extern blokkeren / 0 tot 8 4 mengklep dicht Type Vitosolic 0 tot 2 0 Vitocom 100 Ja/Neen Nee Extern blokkeren werking 0 tot 31 0 Schakeltijden extra uitgang Ja/Neen Ja (bijv. circulatie- pomp) Eerste inbedrijfstelling Compressor Vrijgave compressor Ja/Neen Ja Vermogen warmtepomp 1 tot 255 kw 10 kw * 5 Zie pagina 13 * 6 Duits, Engels, Estlands, Fins, Frans, Italiaans, Kroatisch, Letlands, Litouws, Nederlands, Pools, Zweeds, Sloveens, Tsjechisch, Turks, Hongaars. 204

205 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Nummer van de warmtepomp 0 tot 4 0 (opvolgend toe- stel bij cascade) Eerste inbedrijfstelling Externe warmtegenerator Externe warmtegenerator Ja/Neen Nee Voorrang Ja/Neen Ja Bivalentietemperatuur -50 tot 50 C 10 C Externe warmtegenerator voor warm water Ja/Neen Nee Warm water Boilertemperatuur warm 10 tot 70 C 10 C water Schakeltijden warm 0 tot 3 1 water Min. temperatuur 5 tot 60 C 10 C Max. temperatuur 20 tot 80 C 60 C Hysterese 1 tot 10 K 7 K Hysterese extra verwarming 2 tot 30 K 10 K Inschakeloptimalisatie Ja/Neen Nee warm water Uitschakeloptimalisatie Ja/Neen Nee warm water Extra functie warm Ja/Neen Nee water 2. Gewenste temperatuur 10 tot 70 C 60 C warm water 2. Temperatuursensor Ja/Neen Nee Extra verwarming Ja/Neen Nee Warm water met elektriciteit Ja/Neen Ja Uitschakeloptimalisatie Ja/Neen Nee warm water Extra functie warm Ja/Neen Nee water 2. Gewenste temperatuur warm water 10 tot 70 C 60 C Service 205

206 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling 2. Temperatuursensor Ja/Neen Nee Extra verwarming Ja/Neen Nee Warm water met elektriciteit Ja/Neen Ja Uitschakeloptimalisatie Ja/Neen Nee warm water Extra functie warm Ja/Neen Nee water 2. Gewenste temperatuur 10 tot 70 C 60 C warm water 2. Temperatuursensor Ja/Neen Nee Extra verwarming Ja/Neen Nee Warm water met elektriciteit Ja/Neen Ja Eerste inbedrijfstelling Elektrische verwarming Verwarmingswaterdoorstroomtoestel Ja/Neen Nee Verwarmen met elektriciteit Ja/Neen Ja Max. trap extra elektrische 1 tot 3 3 verwarming Trap bij blokkering energiebedrijf 0 tot 3 0 Hydraulica Warmtepomp voor Ja/Neen Nee bouwdrogen Estrikprogramma 0 tot 12 0 Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag 0 tot 70 C 50 C Verwarmingswaterbuffer Buffer Nee/Ja Nee Schakeltijden buffer 0 tot 3 2 Vaste temperatuur 1 tot 70 C 50 C Hysterese 2 tot 20 K 5 K Max. temperatuur 1 tot 70 C 60 C 206

207 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Eerste inbedrijfstelling Verwarmingscircuits Ruimtetemperatuur normaal 10 tot 30 C 20 C Ruimtetemperatuur verlaagd 10 tot 30 C 16 C Schakeltijden verwarmingscircuit 0 tot 3 2 Afstandsbediening activeren Ja/Neen Nee Niveau stooklijn -15 tot 40 0 Steilheid stooklijn 0 tot 3,5 0,6 Steilheid ruimtebijschakeling 0 tot Ruimtetemperatuur-bijschakeling 0 tot 3 3 (verwar- mingscircuits) Max. aanvoertemperatuur 10 tot 70 C 40 C Koeling Koeling 0 tot 3 0 Koelcircuit 1 tot 4 1 Ruimtetemperatuur 10 tot 30 C 20 C afzonderlijk koelcircuit Min. aanvoertemperatuur 1 tot 30 C 10 C Steilheid ruimtebijschakeling 0 tot 50 0 Niveau koellijn -15 tot 40 0 Steilheid koellijn 0 tot 3,5 1,2 Service 207

208 Technische gegevens Technische gegevens Opmerking Het in watt aangegeven vermogen is het aanbevolen aangesloten vermogen. Het volledig vermogen van alle aangesloten toestellen mag 1000 W niet overschrijden. Als het volledig vermogen 1000 W is, kan het afzonderlijke vermogen van een component groter dan aangegeven worden gekozen. De aangegeven stroomwaarde geeft het max. schakelvermogen van het schakelcontact aan (totaalstroom van 5 A in acht nemen). Aansturing externe warmtegenerator en verzamelstoringsmelding zijn niet voor veiligheidslaagspanning geschikt. Aansluitwaarden van de werkingscomponenten Component Aansluiting Aangesloten vermogen [W] Circulatiepomp voor de boileropwarming Spanning [V] 2X (2) Boilerlaadpomp 2X (2) CV-pomp A1 2X (2) Secundaire pomp 2X (2) CV-pomp M2 2X (2) Circulatiepomp afzonderlijk 2X (2) koelcircuit met AC-box Schakeltijden extra uitgang 2X (2) (bijv. circulatie- pomp) Primaire pomp/bronnenpomp 2X (2) Circulatiepomp warmwaterboiler-naverwarming 2X (2) of aansturing elektrisch verwarmingselement Aansturing verwarmingswaterdoorstromer (trap 1) 2X (2) max. schakelvermogen [A] 208

209 Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Component Aansluiting Aangesloten vermogen [W] Spanning [V] max. schakelvermogen [A] Aansturing verwarmingswaterdoorstromer 2X (2) (trap 2) Aansturing externe warmtegenerator 2X7.1 Spann.loos 250 * 7 4(2) 2X7.2 contact Verzamelstoringsmelding 2X7.12 Spann.loos * (2) 2X7.13 contact Totaalstroom max. 5(3) A Vitocal 300-G Type Vermogensgegevens warmtepomp type BW/ BWC * 8 Warmtepompmodule 300/ / / / / /11 6 Type Nominaal vermogen kw 6,2 8,4 10,2 12,1 15,1 17,6 Koudevermogen kw 4,9 6,7 8,1 9,6 12,0 13,8 Elektr. vermogensopname Vermogenscoëfficiënt (COP) Bij verwarming Vermogensgegevens warmtepomp type WW/ WWC * 9 Warmtepompmodule kw 1,38 1,82 2,23 2,57 3,27 3,99 300/10 6 4,5 4,6 4,6 4,7 4,6 4,4 300/ / / / /11 6 Type Nominaal vermogen kw 8,0 11,0 13,6 15,8 19,8 21,6 Koudevermogen kw 6,7 9,2 11,6 13,3 16,6 17,9 Elektr. vermogensopname kw 1,4 2,0 2,3 2,8 3,3 4,3 Service * 7 Niet voor spanningen van minder dan 42 V geschikt * 8 Bij bedrijfspunt B0/W35 volgens EN 14511: B0 = bronintredetemperatuur 0 C / W 35 = verwarmingswateraanvoertemperatuur 35 C. * 9 Bij bedrijfspunt W10/W35 volgens EN 14511:W10 = temperatuur primaire bron 10 C / W 35 = verwarmingswater-aanvoertemperatuur 35 C. 209

210 Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Vitocal 300-G Type Vermogenscoëfficiënt (COP) Bij verwarming 5,7 5,5 5,9 5,6 6,0 5,0 Vermogensgegevens verwarmingswaterdoorstroomtoestel (accessoire) Vermogen kw trapsgewijs 3/6/9 Max. vermogen kw 15,2 17,4 19,2 21,1 24,1 26,6 Bedrijfspunt B0/ W35, met verwarmingswaterdoorstromer, accessoires) Grondmedium (primair) Inhoud Liter 2,8 2,8 3,2 4,0 4,0 4,0 Min. debiet (5K) * 10 liter/h Interne doorstroomweerstand mbar 50,0 75,0 80,0 75,0 95,0 155,0 Max. intredetemperatuur C 25,0 25,0 25,0 25,0 25,0 25,0 Min. intredetemperatuur C -5,0-5,0-5,0-5,0-5,0-5,0 Verwarmingswater (secundair) Inhoud, warmtepomp Liter 4,0 4,5 5,2 5,2 5,2 5,2 Min. debiet liter/h (10K) * 10 Interne doorstroomweerstand mbar Max. aanvoertemperatuur C Elektrische waarden Nominale spanning 1/N/PE 230 V~/50 Hz (regeling/ elektronica) * 10Min. debiet absoluut aanhouden. 210

211 Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Vitocal 300-G Type Nom. spanning 3/N/PE 400 V~/50 Hz (warmtepomp) Nom. spanning 3/N/PE 400 V~/50 Hz (verwarmingswater-doorstroomtoestel) Nom. stroom A ,6 13,5 (compressor) Aanloopstroom A * * (compressor) Aanloopstroom A (compressor bij geblokkeerde rotor) Elektr. vermogensopname Regeling max. W Nominaal vermogen W regeling/elek- tronica Zekering * 12 A 3 16 * 1 3 x 16 * 1 3 x 16 * 1 3 x 16 * 13 3 x 16 * 3 x 16 * 1 3 Beschermingsklasse I Beschermingsgraad IP 20 Zekering regeling T 6,3 A H (intern) Koudecircuit Medium R407C Inhoud kg 1,45 1,80 2,30 2,44 2,30 2,10 Compressor Type Scroll hermetisch gesloten Afmetingen Totale lengte mm Totale breedte mm Totale hoogte mm Gewichten Totaal gewicht kg Service * 11Met softstarter massieve as. * 12Alleen compressor, niet met verwarmingswaterdoorstromer rekening gehouden. * 13Z-karakteristiek nodig. 211

212 Technische gegevens Technische gegevens (vervolg) Vitocal 300-G Type Toegel. bedrijfsdruk Grondcircuit (primair) bar 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 Verwarmingswatercircuit bar 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 (secun- dair) Aansluitingen Primaire aanvoer G¼ en retour (grond) Verwarmingsaanvoer Rp1 en -retour Warm water Rp1 212

213 Bijlage Opdracht voor eerste inbedrijfstelling van Vitocal 300-G Zend de volgende opdracht met bijgevoegd installatieschema per fax aan uw Viessmann-verkoopkantoor. Wij verzoeken u ervoor te zorgen dat bij inbedrijfstelling een medewerker met kennis van zaken aanwezig is. Opdrachtgever: Installatieplaats: Controlepunten aankruisen: Hydraulisch schema voor installatie-uitvoeringen bijgevoegd. Bij afwijkende schema's: Schets bijgevoegd. Verwarmingscircuit volledig uitgevoerd en gevuld. Volledige elektrische installatie uitgevoerd. Volledige isolatie van de buisleidingen uitgevoerd. Ramen en buitendeuren gebruiksklaar geplaatst en dicht. Optie koelen volledig uitgevoerd. Aardsondes en verbindingsleidingen volledig uitgevoerd. Gewenst tijdstip aangeven: 1. Datum:... Tijd: Datum:... Tijd:... De bij Viessmann aangevraagde leveringen worden mij/ons volgens de actuele prijslijst van Viessmann in rekening gebracht. Service Plaats/Datum :... Handtekening:

214 Verklaringen Conformiteitsverklaring Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het product Vitocal 300-G, type BW, BWC, WW, WWC incl. warmtepompregeling met de volgende normen overeenstemt: DIN 7003 EN ( ) DIN 8901 EN 292/T1/T2 DIN 8975 EN 294 EN ( ) EN 349 EN ( ) EN 378 EN ( ) EN EN ( ) EN EN ( ) VDE EN ( ) VDE EN met A1 ( ) VGB 20 EN ( ) Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met _ gekenmerkt: 2004/108/EG 97/23/EG 98/37/EG 2006/95/EG Gegevens volgens richtlijn voor drukapparaten (97/23/EG): categorie I, module A Bij de energetische keuring van verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties conform DIN V , zoals vereist door de Duitse EnEV-voorschriften, kan bij de bepaling van de installatiewaarden voor het product Vitocal 300-G worden uitgegaan vande productwaarden die bij de Europese typehomologatie overeenkomstig de Rendementsrichtlijn zijn bepaald (zie tabel Technische gegevens). Allendorf, Viessmann Werke GmbH&Co KG vert. Manfred Sommer 214

215 Index Index A Aansluit- en bedradingschema's Aansluitingen aan grondzijde...99 elektrische...77 Verwarmingscircuit...99 Aansluitingen aan grondzijde...99 Aantal externe warmtepompen Aanvoertemperatuur AC-box Afstandsbediening Afstandsmaten...9 afzonderlijk koelcircuit B Bedieningseenheid Behuizingtemperatuur van de compressor controleren Benodigde toestellen...21, 30, 35, 43 besturingstoestel Bivalentietemperatuur Blokkering door energiebedrijf...87 Blokkering energiebedrijf...16, 81, 155 Boilertemperatuur warm water Bouwdrogen Buffer C Cascadeaansturing...136, 137 Circulatiepomp Code Conformiteitverklaring Contact energiebedrijf...81 D Datum wijzigen Diagnose Draaischakelaar normale ruimtetemperatuur verlaagde ruimtetemperatuur Druk controleren...105, 107 E EEK Eerste inbedrijfstelling...102, 213 Eisen aan de installatieruimte...9 Elektriciteitsleverancier...14 Elektrische aansluitingen 77 Kabels invoeren...65 Overzicht...60 Plaatsing...67 Elektronische expansieklep (EEK) Energiebalans Energiebedrijf...14 Estrikprogramma Extern blokkeren werking Externe opvraging Externe uitbreiding Externe warmtegenerator voor warm water Extra elektrische verwarming maximale trap Extra functie warm water Extra verwarming F Fasebewaker...97 Fout Foutmeldingen Functiebeschrijving...14 G Garantie Geldigheidsopmerking Gewenste aanvoertemperatuur externe aanvraag Gewenste temperatuur warm water.152 H Hydraulische parameters Hysterese Verwarmingswaterbuffer Hysterese extra verwarming

216 Index Index (vervolg) I Inbedrijfstelling Indicatieveld Inschakeloptimalisatie warm water..151 Inspectie Installatiedefinitie Installatiedruk controleren...105, 107 Installatieschema...29, 34, 41, 134 Tapwater...51, 54 Installatie-uitvoeringen Overzicht...12 Interne componenten type BW...17 type BWC...19 K KM-BUS Koelcircuit Koelcircuit op dichtheid controleren. 105 Koelen in het verwarmingscircuit Koeling Koellijn L Laststroomkring - compressor Laststroomkring verwarmingswaterdoorstroomtoestel M Max. temperatuur Maximale aanvoertemperatuur Maximale temperatuur...149, 162 Meldingen...115, 116 accepteren Indicatie overslaan Meldings- en veiligheidscomponenten Meldingshistoriek Membraanexpansievat controleren...105, 107 Mengklep Dicht Mengklep Open Menustructuur Menutoetsen Minimale aanvoertemperatuur Minimale temperatuur Modus-keuzeschakelaar Modus-omschakeling Duur Verwarmingscircuits Werking Montagevoorbereidingen...57 N Naar binnen brengen...8 natural cooling...15, 16 NC-box Netaansluiting...87 Niveau koellijn Niveau stooklijn O Omschakeling wintertijd Omschakeling zomertijd Onderdelen Onderdelenlijsten...191, 197 Onderhoud Opdracht voor eerste inbedrijfstelling Opmerking opvolgend toestel Overzicht van de menustructuur P Plaatsing...9 Primair circuit type BW...21 Primair circuit type BWC...22 Primair circuit type WW...24 Primair circuit type WWC...27 Printplaat Printplaat Printplaat Protocol

217 Index Index (vervolg) R Regelingsinstellingen Regelingsparameters...108, 203 Reparatiewerkzaamheden Ruimtebijschakeling Ruimtetemperatuur afzonderlijk koelcircuit Ruimtetemperatuurbijschakeling...164, 165 Ruimtetemperatuur normaal Ruimtetemperatuur verlaagd S Schakeltijden bijkomende uitgang Schakeltijden VC Schakeltijden warm water Sensoren Serviceniveau Solarregeling...142, 160 Steilheid ruimtebijschakeling Steilheid koellijn Steilheid ruimtebijschakeling Storingen Storingen verhelpen Storingsmeldingen Beschrijving Stuurstroomkring (deel 1) Stuurstroomkring (deel 2) T Taal kiezen Tapwateropwarming...16 Technische gegevens Temperatuursensor Temperatuurverschil koelen Temperatuurverschil verwarmen Tijd wijzigen Toestelbeveiliging U Uitschakeloptimalisatie warm water.151 V Vakman Vaste temperatuur Veiligheidscircuit (deel 1) Veiligheidscircuit (deel 2) Vermogen volgende warmtepomp Vermogen warmtepomp Vertrekhoogte...9 Verwarmen elektrisch Verwarmingscircuitaansluiting...99 Verwarmingswaterbuffer Verwarmingswaterdoorstroomtoestel...16, 154 Verzamelstoringsmelding...85 Vitocom Vitosolic...142, 160 Voorrang Externe warmtegenerator Vrijgave compressor W Waarschuwing Wandafstanden...9 Warmtepomp openen...58 Warm water elektrisch Weerstandslijnen van de sensoren Werkingscomponenten Z Zwembad...80,

218 218

219 219

220 Geldig voor Geldig voor de warmtepompen: Grond/water-warmtepomp Vitocal 300-G, type BW, BWC, WW, WWC 400 V en 1-traps Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Serienr. Type BW/WW Type BWC/WWC 6 kw kw kw kw kw kw Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info@viessmann.nl Technische wijzigingen voorbehouden.

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Vitocal 200-G.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie natural cooling met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman. Vitocal 200-G. Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V)

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman. Vitocal 200-G. Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V) Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 200-G Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V) Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 200-G 5/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden VIESMANN VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 30.A tot A45 Type BW/BWS 35.A8 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 3/03 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 300-G / 350-G, tweetraps, een

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 242-G/222-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 242-G/222-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 242-G/222-G type BWT Compact-Energy-Tower voor een laag-energiehuis Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 242-G/222-G 4/2007 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A07 type BWS 351.A07 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps type BWC/WWC 351.A07 Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6.

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6. Inhoudsopgave Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning 6,5 tot 9,6 kw Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G Hoofdstuk 2, pagina 6 1 Aardwarmte/waterwarmtepomp 6,5 tot 9,6 kw Vitocal 200-G, type

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A07 type BWS 351.A07 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps type BWC/WWC 351.A07 Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS, WW/WWS Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300-G

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS 301.A06 tot A17, 5,9 tot 17,0 kw type WW 301.A06 tot A17, 7,9 tot 23,0 kw Warmtepomp 1- en 2-traps type BWC 301.A06 tot

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Handleiding voor de vakman VIESMANN Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Voor buiten geplaatste warmtepompen Best.nr. 7296 454 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Vitocal 300-G/350-G (vervolg)

Vitocal 300-G/350-G (vervolg) Vitocal 00-G/50-G (vervolg).9 Vitocal 00-G/50-G, tweetraps, een verwarmingscircuit zonder mengklep, twee verwarmingscircuits met mengklep, tapwateropwarming, verwarmingswaterbuffer en externe warmtegenerator

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 333-G/343-G Type BWT/BWT-NC 331.B06 tot B10 Type BWT 341.B06 tot B10. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 333-G/343-G Type BWT/BWT-NC 331.B06 tot B10 Type BWT 341.B06 tot B10. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden VIESA VITOCAL -G/-G Type BWT/BWT-C.B06 tot B0 Type BWT.B06 tot B0 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 556 079 L /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. ID: 605086_0_06, Vitocal ///-G, een

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. 7424 958 Uitbreidingsset 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bestelnr. 7248 907 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 200-A VITOCAL 200-S. voor de installateur

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 200-A VITOCAL 200-S. voor de installateur ansluit- en bedradingsschema voor de installateur VIES Vitocal 00- type WO/WO-E-C 0.D0 tot D6 type WO-/WO--E-C 0.D0 tot D6 Lucht/water-warmtepomp, monoblokuitvoering voor verwarming en koeling Vitocal

Nadere informatie

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur Aansluit- en bedradingsschema voor de installateur VIESANN Vitocal -S type AWT(-)/AWT(-)-E/AWT(-)-E-AC.C0 tot C Warmtepomp-compacttoestel in split-uitvoering VITOCAL -S 7 0 NL 7/07 ewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets VIESA VITOIGO 00-C Verwarmingsketel voor houtpellets Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 9 70 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitoligno 00-C met twee verwarmingscircuits met mengklep,

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 222-S Type AWT-AC 221.A04 tot A13, B10, B13 VITOCAL 242-S Type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13

VIESMANN VITOCAL 222-S Type AWT-AC 221.A04 tot A13, B10, B13 VITOCAL 242-S Type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13 VIESA VITOCA -S Type AWT-AC.A04 tot A, B0, B VITOCA 4-S Type AWT-AC 4.A04 tot A, B0, B Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 578 49 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal -S/4-S,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL VIESA VITOTRAS 353 Type PBS, PZS, PB, PZ en PB Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 4/014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Tapwateropwarming verswatermodule Vitotrans 353, type PZS/PZ

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 222-G/242-G Type BWT/BWT-M 221.A06 tot A10 Type BWT/BWT-M 241.A06 tot A10. Installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 222-G/242-G Type BWT/BWT-M 221.A06 tot A10 Type BWT/BWT-M 241.A06 tot A10. Installatievoorbeelden VIESMA VITOCA -G/-G Type BWT/BWT-M.A06 tot A0 Type BWT/BWT-M.A06 tot A0 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden /05 Inhoudsopgave. ID: 60508_0_0, Vitocal -G/-G, een verwarmingscircuit

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A18 type BWS 351.A18 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13 VIESMA VITOCA 00-S type AWB 0.B04 tot B, C0, C type AWB-AC 0.B04 tot B, C0, C Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 578 444 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 00 S, type AWB,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN NC-Box Voor koelfunctie natural cooling Bestelnr. 7462 052 zonder mengklep Bestelnr. 7462 054 met mengklep Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwpakket water/water-warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwpakket water/water-warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwpakket water/water-warmtepomp Voor volgende warmtepompen: Type BW/BWS 301.A06 tot A17 Type BWC 301.A06 tot A17 Type BW/BWS 351.A07 en A18 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 343. voor de vakman. Vitocal 343. Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V)

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 343. voor de vakman. Vitocal 343. Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V) Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 343 Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V) Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 343 4/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidshandleiding

Nadere informatie

Vitocal 222-S/222-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling"

Vitocal 222-S/222-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling KW Z WW Verwarmingscircuitregeling zonder mengklep De gewenste aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit wordt uit volgende parameters bepaald: buitentemperatuur, gewenste kamertemperatuur, bedrijfsprogramma

Nadere informatie

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW, WW. VITOCAL 300-G type BWC, WWC. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW, WW. VITOCAL 300-G type BWC, WWC. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VIESMANN VITOCAL 300-G Warmtepomp met elektrische aandrijving voor verwarming en tapwaterverwarming in monovalente of bivalente verwarmingsinstallaties Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie

Nadere informatie

Vitocal 200-S/200-A, tapwateropwarming en koelfunctie "active cooling"

Vitocal 200-S/200-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling Hoofdcomponenten Lucht/waterwarmtepomp in split- of monoblock-uitvoering: Vitocal 00-A Vitocal 00-S Warmtepompregeling: Vitotronic 00, type WOC Verwarmingswaterbuffer: Vitocell 00-W, type SVPA Warmwaterboiler:

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G VIESA VITOCAL 00-G VITOCAL 50-G Installatievoorbeelden VITOCAL 00-G type BW 0.A tot A45 type BWS 0.A tot A45 VITOCAL 50-G type BW 5.A8 type BWS 5.A8 Geselecteerde installatievoorbeelden 567 65 L 6/04 Inhoudsopgave.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling DIVICON 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

voor de vakman Zonneregelingsmodule type Type SM1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.!

voor de vakman Zonneregelingsmodule type Type SM1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.! ontage- en servicehandleiding voor de vakman VIESA Zonneregelingsmodule type Type S voor wandmontage, bestelnr. 79 07 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Zonneregelingsmodule 577 5 0/0 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 300. Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw. Ordner Vitotec, register 11.

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 300. Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw. Ordner Vitotec, register 11. VIESMANN VITOCAL 300 Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Ordner Vitotec, register 11 VITOCAL 300 type WW Warmtepomp met elektrische aandrijving voor verwarming

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Best.-nr. 7264 890 met aansluitkabel 0,25 m Best.-nr. 7160 504 met aansluitkabel 1,5 m Best.-nr. 7423 711 met aansluitkabel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB-RF Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7426 466, 7426 539 VITOTROL 100 10/2009 Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E/W 5/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding ijsaccumulator Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwset deling warmtepomp Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset condenswaterbak. Veiligheidsinstructies. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset condenswaterbak. Veiligheidsinstructies. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwset condenswaterbak Voor Vitocal 300-A met serienr. 7440 159 tot 7440 162 Voor Vitocal 350-A met serienr. 7439 961 tot 7439 968 Veiligheidsinstructies Volg

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/ Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset natural cooling Bestelnr. 7179 172 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium voor de montage op de Vitocell 100-U, type CVUB Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotronic als vervangingsregeling. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic als vervangingsregeling Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G VIESA VITOCA 00-G VITOCA 50-G Installatievoorbeelden VITOCA 00-G type BW/BWS/BWC 0.B06 tot B7 VITOCA 50-G type BW/BWS/BWC 5.A07 Geselecteerde installatievoorbeelden 557 0 4/04 Inhoudsopgave Inhoudsopgave.

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Calorimeter. voor de vakman. Calorimeter. Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Calorimeter Voor zonne-installaties met warmteoverdrachtsmedium Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Calorimeter 2/2015 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITODENS 200-W Type B2HA 49 tot 150 kw HR-wandtoestel op gas

VIESMANN VITODENS 200-W Type B2HA 49 tot 150 kw HR-wandtoestel op gas VIESA VITODES 00-W Type BHA 9 tot 0 kw HR-wandtoestel op gas Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 77 89 /06 Inhoudsopgave. Eén verwarmingscircuit zonder mengklep, met open verdeler...

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel VITODENS 200-W 1/2008 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitvoer met veerbladen voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 200-G type BWC 201.A06 tot A17, 6 tot 17 kw 1-traps warmtepomp met elektrische aandrijving, 400 V~ type BWC-M 201.A06 tot A10, 6 tot 10 kw

Nadere informatie

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwset Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Veiligheidsopmerkingen

Veiligheidsopmerkingen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-ketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 10/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsopmerkingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300. voor de vakman. Vitocal 300. Vitocal 300, type BWC en WWC

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300. voor de vakman. Vitocal 300. Vitocal 300, type BWC en WWC Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300 Vitocal 300, type BWC en WWC Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300 6/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1A Warmtepompregeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTRONIC 200 5/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Servicehandleiding VITOVOLT 100 VITOVOLT 200. voor de vakman. Vitovolt 100 Vitovolt 200. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitovolt 100 Vitovolt 200 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOVOLT 100 VITOVOLT 200 2/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering VITODENS 333 3/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN VITOSOLIC 100 Type SD1

VIESMANN VITOSOLIC 100 Type SD1 VIESA VITOSOIC 00 Type SD Installatievoorbeelden VITOSOIC 00 type SD Geselecteerde installatievoorbeelden 5675 07 /05 Inhoudsopgave. ID: 6059_50_0, tapwaterverwarming met bivalente warmwaterboiler, met

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300/350. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 350 VITOCAL 300

VIESMANN VITOCAL 300/350. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 350 VITOCAL 300 VIESMANN VITOCAL 300/350 Warmtepomp Grond/water 6,4 tot 32,6 kw Water/water 8,4 tot 43,0 kw Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Opbergen: Ordner Vitotec, register 11 VITOCAL 300 type

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex met 575 tot 2000 kw nom. vermogen en voor Vitorond met 630 tot 1080 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-G Brine/water-warmtepomp

VIESMANN VITOCAL 200-G Brine/water-warmtepomp VIESMANN VITOCAL 200-G Brine/water-warmtepomp Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 200-G type BWP Brine/water-warmtepomp in compacte constructie Compacte brine/water-warmtepomp

Nadere informatie

VIESMANN VITOTWIN 300-W Type C3HC VITOTWIN 350-F

VIESMANN VITOTWIN 300-W Type C3HC VITOTWIN 350-F VIESA VITOTWI 00-W Type CHC VITOTWI 50-F Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 577 885 /0 Inhoudsopgave. icro-wkk Vitotwin 00-W met multivalente verwarmingswaterbuffer met geïntegreerde

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Lamellenrooster Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr ,

VIESMANN. Montagehandleiding. Communicatiemodule. Veiligheidsvoorschriften. Toepassing. voor de vakman. Bestelnr , Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Communicatiemodule Bestelnr. 7510 526, 7838 065 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding EA1 Bestelnr. 7452 091 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman. Vitotrol 100 type UTDB. Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Vitotrol 100 type UTD Kamertemperatuurregelaar met digitale schakelklok VITOTROL 100 5/2014 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal type CM2 vanaf 400 kw en type CT3U Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box 300 / NC-Box 200. Veiligheidsvoorschriften. Gebruiksaanwijzing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box 300 / NC-Box 200. Veiligheidsvoorschriften. Gebruiksaanwijzing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN NC-Box 300 / NC-Box 200 Koelfunctie natural cooling Toebehoren voor grond/water-warmtepompen Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Installatievoorbeelden Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra. Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen

Installatievoorbeelden Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra. Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen Installatievoorbeelden 0 Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra A Versie /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Inhoudsopgave... 8.

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIG 300. voor de vakman. Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIG 300. voor de vakman. Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets VITOLIG 300 8/2005 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL 200-F. voor de vakman. Vitosol 200-F type SVK Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL 200-F. voor de vakman. Vitosol 200-F type SVK Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitosol 200-F type SVK Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage VITOSOL 200-F 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A, WO1B Warmtepompregeling NL 2/2011 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Servicehandleiding VITOTRONIC 200. voor de vakman. Vitotronic 200 type WO1A, WO1B Warmtepompregeling NL 2/2011 Bewaren a.u.b.! Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotronic 200 type WO1A, WO1B Warmtepompregeling VITOTRONIC 200 2/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps

VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps VIESMANN VITOCAL 300-G Brine/water-warmtepomp 5,7 tot 34,4 kw Water/water-warmtepomp 7,5 tot 45,2 kw 1- en 2-traps Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst Warmtepompen met elektrische

Nadere informatie

Voor warmtepompen 230 V~/400 V~ in combinatie met Vitotronic 200, type WOC1.

Voor warmtepompen 230 V~/400 V~ in combinatie met Vitotronic 200, type WOC1. Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Energiemeter, 1-fasig of 3-fasig Voor warmtepompen 230 V~/400 V~ in combinatie met Vitotronic 200, type WOC1. Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Blokverwarmingscentrale (WKK) Vitobloc 200 (vervolg)

Blokverwarmingscentrale (WKK) Vitobloc 200 (vervolg) Blokverwarmingscentrale (WKK) Vitobloc 00 (vervolg). Vitobloc 00 vanaf type E-50/8 met twee verwarmingscircuits met mengklep, verwarmingswaterbuffer, installatie met meerdere ketels (twee condensatieketels)

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman. Vitocell 100-L type CVL

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman. Vitocell 100-L type CVL Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-L type CVL Boiler voor tapwater-verwarmingsinstallaties in boilerlaadsysteem 500 tot 1000 liter inhoud Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS 301.B06 tot B17 type BWC 301.B06 tot B17 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps Brine/water-warmtepomp:

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS 301.B06 tot B17, 5,9 tot 17,0 kw type BWC 301.B06 tot B17, 5,9 tot 17 kw Warmtepomp 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3B, 6,6 tot 35,0 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 1/2006 Na montage deze handleiding recycleren!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Kamerthermostaat met twee digitale schakelklokken en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1B Bestelnr.: 7296 065 VITOTROL

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw. Technische gegevens VITOCAL 222-G VITOCAL 242-G. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw. Technische gegevens VITOCAL 222-G VITOCAL 242-G. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VIESMANN VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 222-G Compacte warmtepomp Brine/water-warmtepomp voor verwarming en tapwateropwarming

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten.

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit met thermostatische mengklep CV-circuitverdeling voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW 301.A21 tot A45 type BWS 301.A21 tot A45 Warmtepompen met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F. voor de vakman. Vitosol-F type SV en SH Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage met spantanker

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL-F. voor de vakman. Vitosol-F type SV en SH Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage met spantanker Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitosol-F type SV en SH Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage met spantanker VITOSOL-F 7/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies

Nadere informatie