VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 242-G/222-G. voor de vakman

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 242-G/222-G. voor de vakman"

Transcriptie

1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 242-G/222-G type BWT Compact-Energy-Tower voor een laag-energiehuis Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 242-G/222-G 4/2007 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiëleschadeenschade aan het milieu. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor erkende installateurs. & Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door bevoegde installateurs worden uitgevoerd. & Elektrische werkzaamheden mogen alleen door bevoegde elektromonteurs worden uitgevoerd. & De eerste inbedrijfstelling moet door de installateur van de installatie of een door hem aangewezen vakman plaatsvinden. Voorschriften Let bij de werkzaamheden op & de wettelijke voorschriften inzake ongevalspreventie, & de wettelijke voorschriften inzake de milieubescherming, & de bepalingen inzake de ongevallenverzekering, Wat te doen bij een gaslucht Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. & Niet roken! Vermijd open vuur en vonkvorming. Nooit schakelaars van verlichting en elektrische toestellen bedienen. & Gasafsluitkraan sluiten. & Ramenendeurenopenzetten. & Personen verwijderen uit de gevarenzone. & Gas- en elektriciteitsbedrijf buiten het gebouw waarschuwen. Wat te doen bij een rookgaslucht Gevaar Rookgassen kunnen levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. & Haal de stekker uit de wandcontactdoos. & Openramenendeuren (buiten). & Deuren van woonverblijven sluiten. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften (vervolg) Werkzaamheden aan de installatie & Haal de stekker uit de wandcontactdoos. & Installatie beveiligen tegen opnieuw inschakelen. & Bij gas als brandstof de gastoevoer afsluiten en beveiligen tegen onverhoeds openen. Herstelwerkzaamheden! Opgelet De reparatie van onderdelen met een veiligheidstechnische functie brengt de veilige werkingvandeinstallatiein gevaar. Defecte onderdelen moeten door orginele onderdelen van Viessmann worden vervangen. Accessoires, en reserve-onderdelen! Opgelet Reserve-onderdelen en slijtende onderdelen die niet samen met de verwarmingsinstallatie werden gekeurd, kunnendewerkingvande installatie nadelig beïnvloeden. Het monteren van niet-toegelaten onderdelen en het uitvoeren van niet-goedgekeurde wijzigingen en montages kunnen de veiligheid in gevaar brengen en de garantie beperken. Bij vervanging uitsluitend originele reserve-onderdelen van Viessmann of door Viessmann goedgekeurde reserve-onderdelen gebruiken. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Montagehandleiding Montagehandleiding Naar binnen brengen... 9 Plaatsing... 9 Overzicht van de mogelijke installatie-uitvoeringen Functiebeschrijving bij de installatie-uitvoeringen Primairzijdige installatie-uitvoering Installatie-uitvoering Installatie-uitvoering Installatie-uitvoering Installatie-uitvoering Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen Montagevoorbereidingen Waterafvoer monteren (Vitocal 242) Waterafvoer monteren (Vitocal 222) Warmtepomp voorbereiden Aanstuurmodule monteren Warmtepomp plaatsen Elektrische kabels invoeren Externe elektrische componenten aansluiten Netaansluiting Draaiveld van de netaansluiting controleren V-softstarter massieve as monteren (vanaf BWT 108) V-softstarter massieve as monteren (alle types) Warmtepomp elektrisch aansluiten Grond-drukbewaker of brug aansluiten Secundaire circuit aansluiten Aansluitconsole Tapwateraansluiting Verwarmingscircuitaansluiting Solarcircuitaansluiting (optie, alleen bij Vitocal 242) Grondzijdige aansluiting Servicehandleiding Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Aanvullende info over de stappen Storingen oplossen Diagnose aan de regeling Diagnose

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur hoofdmenu Overzicht van de menustructuur - informatie Overzicht van de menustructuur - programmeren Overzicht van de menustructuur - serviceniveau Regelingsinstellingen door de vakman Serviceniveau activeren Sensortemperaturen aanpassen Signaalingangen controleren Handmatige aansturing van relais en mengkleppen Regelingsinstellingen installatiedefinitie Installatieschema Contact energiebedrijf: 1S Gemiddelde tijd buitentemperatuur Stookgrens < T-ruimte (verwarmingsgrenstemperatuur) Temperatuurgrens voor verlaagde werking Vorstbeschermingstemperatuur Regelingsinstellingen warmtepomp Blokkering compressor door energiebedrijf Maximale aanvoertemperatuur Minimimum retourtemperatuur Hysterese T.-primair/min. T.-primair Aan Looptijd minimaal Compressor minimaal uit Aanvoer primaire / secundaire pomp Optimale looptijd Regelingsinstellingen elektrische verwarming E-verwarming Blokkering energiebedrijf verwarmingswater-doorstroomtoestel Verwarmen met elektriciteit Warm water met elektriciteit Maximale aanvoertemperatuur Wachttijd verwarmingsstaaf Drempel elektrische verwarming Maximale trap elektrische verwarming Regelingsinstellingen interne hydraulica Warmtepomp voor bouwdrogen Tijd bouwdrogen Hysterese aanvoer

6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Naloop interne pomp Max. stappen 3-weg-klep Regelingsinstellingen zonnecollector (alleen bij Vitocal 242) Zonnecollector Maximumtemperatuur Hysterese solarpomp aan/hysterese solarpomp uit Hysterese pompkick Looptijd pompkick Dode tijd pompkick Debiet Regelingsinstellingen warm water Warm water boilertemperatuur Temperatuur programma warm water Programma circulatiepomp Modus Warmwaterboiler maximaal Hysterese warm water verwarmingswater-doorstroomtoestel/hysterese Inschakeloptimalisatie Uitschakeloptimalisatie Extra functie warm water gewenste temperatuur warm water Volume boiler voor warmtepomp Reactie overschot Warm water voorrang Maximale looptijd warm water Maximale onderbreking warm water Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Normale temperatuur Verlaagde temperatuur Temperatuur programma verwarmingscircuit Afstandsbediening Modus Maximale aanvoertemperatuur Minimumaanvoertemperatuur Warm water bij partyfunctie Reactie overschot Ruimtetemperatuursensor Steilheid ruimtebijschakeling Ruimtetemperatuur-bijschakeling Inschakeloptimalisatie

7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Maximale correctie van de aanvoertemperatuur Ruimteregeling Niveau en steilheid van de stooklijn instellen Integrale ruimteregelaar Verhoging T.-aanvoer Looptijd mengklep Parameters mengklep Estrikfunctie Regelband/dode band mengklep natural cooling Koelgrens < T-ruimte (koelgrenstemperatuur) Niveau/steilheid koellijn natural cooling met mengklep Regelband/dode band natural cooling -mengklep Looptijd koelmengklep Parameters koelmengklep Regelingsinstellingen buffer Buffer Programma buffer Vaste temperatuur Hysterese temperatuur Maximumtemperatuur Uitschakeloptimalisatie Reactie overschot Componenten Weerstandslijnen van de sensoren Zekering Aansluit- en bedradingsschema's Overzicht van de printplaten en aansluitmogelijkheden Hoofdaansluitgebied Veiligheidscircuit 400 V-toestellen Veiligheidscircuit 230 V-toestellen Linkergedeelte van de hoofdprintplaat Bovenste en onderste gedeelte van de hoofdprintplaat Rechtergedeelte van de hoofdprintplaat Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 242-G Onderdelenlijst Vitocal 222-G

8 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Protocollen Protocol van de hydraulische parameters Protocol van de regelingsparameters Technische gegevens 400 V-toestellen Technische gegevens 230 V-toestellen Appendix Opdracht voor eerste inbedrijfstelling van Vitocal 242/ Verklaringen Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring Index

9 Naar binnen brengen Als bescherming tegen beschadiging het apparaat in de krat naar binnen brengen. Bij weinig plaats kan de krat verwijderd worden. Pallet voor aanlevering onder het toestel laten staan. Wij adviseren het toestel met de Viessmann-transporthulpen te verplaatsen. Het toestel daarbij met spanbanden beveiligen. Bij het naar binnen brengen en plaatsen bedraagt de max. toegest. kantelhoek voor de compressor 30. Plaatsing Eisen aan de installatieruimte Vereiste hoogte van de ruimte bij gebruik van de aansluitconsole min mm. Opmerking Om schade aan het gebouw te voorkomen toegestane vloerbelasting respecteren. Type Totaalgewicht met tapwatervulling kg BWT BWT BWT ! Montagehandleiding Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen tijdens het transport zonder pallet de bovenkant, het front en de zijwanden van het toestel niet belasten. Toestel niet op het front of de zijwanden neerleggen. Kantelmaten van het basistoestel Toesteloppallet 2395mm Toestel alleen 2085 mm De installatieruimte moet droog en vorstvrij zijn. Om corrosieschade te voorkomen de grondzijde van de warmtepompinstallatie volgens de regels der techniek dampdiffusiedicht isoleren. Om contactgeluid te voorkomen het toestel niet op een houten vloer op zolder zetten. Montage 9

10 Montagehandleiding Plaatsing (vervolg) Maten van de bovenplaten (bovenaanzicht) A Ingang elektrische kabels (lengte van de kabels in het toestel ca mm) B Primaire uitgang C Primaire ingang D Hydraulisch aansluitgebied 10

11 Montagehandleiding Plaatsing (vervolg) Afstandsmaten (bovenaanzicht) A min mm B Vitocal 242: De benodigde maat voor het demonteren van de frontplaten bedraagt 20 mm. Maat ook bij gebruik van frame aanhouden. Vitocal 222: Naar keuze links of rechts min. 140mmvoordeafblaasleiding vandeveiligheidsklepvanhet verwarmingscircuit aanhouden C Naar keuze rechts of links D Vitocal 242: min. 15 mm (zie ook pagina 58) Vitocal 222: min. 45 mm (zie ook pagina 60) Maximale afstand: Bij afstanden > 80 mm is een trekontlasting van de elektrische aansluitkabels nodig Montage 11

12 Montagehandleiding Plaatsing (vervolg) Eisen aan de installatie-aansluitingen A Toestelafmetingen B Geadviseerd uitlaatgebied van de hydraulische installatie-aansluitingen (bij montage met aansluitconsole verplicht) C Alleen Vitocal 242: Mogelijke plaats (midden buis) van de installatie-afvalwateraansluiting DN 32 voor condenswater bij wandafstand > 45 mm 12

13 Montagehandleiding Plaatsing (vervolg) D Alleen Vitocal 242: Plaats (midden buis) van de installatie-afvalwateraansluiting DN 32 voor condenswater bij wandafstand 15 tot 45 mm E Mogelijk uitlaatgebied van de aansluitingen en/of de elektrische kabels aan grondzijde. F Bovenkant afgewerkte vloer G Alleen Vitocal 222: Mogelijke plaats (midden buis) van de installatie-afvalwateraansluiting DN 40 voor de afblaasleiding van de veiligheidsklep van het verwarmingscircuit. Sifon van installateur plaatsen Overzicht van de mogelijke installatie-uitvoeringen De volgende tabel toont een overzicht van alle mogelijke installatie-uitvoeringen. De schema's op de volgende pagina's stellen als voorbeeld 4 typische uitvoeringen van warmtepompinstallaties voor. Montage Installatieschema in de regeling Basisuitrusting Extra uitrusting natural (slechts één optie per installatieschema mogelijk) cooling Direct verwarmingscircuit Verwarmingscircuit met mengklep Warmwaterboiler Buffer Open verdeler 2 X X X X X 4 X X X X 6 X X X X X X 13

14 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de installatie-uitvoeringen Opmerking De werking van de 230 V-toestellen is in d niet toegestaan. Voorwaarde voor de werking van de 230 V-toestellen in andere landen is dat in het elektriciteitsnet aldaar een aanloopstroom tot 45 A is toegestaan (evt. overige nationale voorschriften respecteren). De toepassingsvoorbeelden zijn aanbevelingen en moeten door de installateur op volledigheid en werking worden gecontroleerd. Voor het ontwerp, installatie en werking de betreffende geldende voorschriften en richtlijnen respecteren. Verwarmingscircuit Warmtepompen hebben een minimumdebiet aan verwarmingswater nodig. De in het betreffende gegevensblad aangegeven waarden beslist aanhouden. Nauwkeurig berekende radiatorverwarmingsinstallaties hebben meestal een kleine hoeveelheid water in het systeem. Bij zulke installaties een verwarmingswaterbuffer van voldoende grootte inzetten om te vaak in- en uitschakelen van de warmtepomp te voorkomen. Warmtepompen kunnen afhankelijk van het stroomtarief op piektijden door het energiebedrijf worden uitgeschakeld. Om die reden bij een snel afkoelend verwarmingssysteem (radiatoren) een verwarmingswaterbuffer installeren. Het volume van de verwarmingswaterbuffer zo dimensioneren dat de opgeslagen warmteinhoud het afkoelen van het gebouw tijdens de uitschakeltijden voorkomt. Bij de installatie-uitvoeringen 2 tot 4 wordt niet de secundaire pomp maar een aparate circulatiepomp als CVpomp ingezet. Wij adviseren het debiet van de CV-pomp kleiner dan het debiet van de secundaire pomp te kiezen. Om het verschil van deze hoeveelheden water te compenseren parallel aan het verwarmingscircuit een verwarmingswaterbuffer voorzien. Bij systemen met een grote inhoud, zoals bijv. een vloerverwarming, kan van een verwarmingswaterbuffer worden afgezien. Bij deze verwarmingsinstallaties moet een overstortklep op de verwarmingscircuitverdeler van de vloerverwarming worden geïnstalleerd die het verst van de warmtepomp verwijderd is. Daardoor is ook bij gesloten verwarmingscircuits de minimum circulatiehoeveelheid gegarandeerd. 14

15 Als een verwarmingswater-doorstroomtoestel is geïnstalleerd, moet in combinatie met een vloerverwarmingscircuit een temperatuurbewaker (toebehoren, best.nr of ) worden geïnstalleerd. De temperatuurbewaker bijv. op de CVpomp van de vloerverwarming aansluiten. Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de installatie-uitvoeringen (vervolg) Parallel geschakelde verwarmingswaterbuffer Verwarmingswaterbuffers dienen voor de hydraulische ontkoppeling van het debiet in het warmtepomp- en verwarmingscircuit. Als bijv. het debiet in het verwarmingscircuit via thermostaatkleppen wordt verlaagd, blijft het debiet in het warmtepompcircuir constant. De voordelen van een verwarmingswaterbuffer: & Overbrugging van de blokkeringen door het energiebedrijf & Constant debiet door de warmtepomp & Looptijdverlenging van de warmtepomp Wegens de grotere waterhoeveelheid en evt. aparte afsluiting van de warmtegenerator nog een expansievat of een groter expansievat plaatsen. De beveiliging van de warmtepomp vindt plaats volgens EN Montage Installaties zonder verwarmingswaterbuffer Om de minimum circulatiehoeveelheid van het verwarmingswater te garanderen, geen mengklep plaatsen. Koelfunctie natural cooling In de zomermaanden kan het temperatuurniveau van het primaire circuit voor de koeling van het gebouw worden gebruikt. 15

16 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de installatie-uitvoeringen (vervolg) De functie natural cooling is een bijzonder energiebesparende methode om een gebouw te koelen. Voor het aanwenden van de aardbodem als koelbron hoeft slechts een geringe hoeveelheid stroom voor de circulatiepompen te worden gebruikt. De warmtepomp wordt tijdens het koelen alleen voor de tapwaterverwarming gebruikt. De aansturing van de circulatiepompen, omschakelkleppen en mengkleppen alsmede het vastleggen van de temperaturen vindt plaats door de warmtepompregeling via de uitbreidingsset natural cooling. Deze functie kan ook door lokale installatiecomponenten worden overgenomen (voorstel voor installatiebedrading zie ontwerphandleiding Vitocal 200/222/242). De dauwpuntbewaking vindt plaats via een externe dauwpuntsensor. In principe is de koelfunctie natural cooling qua capaciteit niet met airconditioners of koudwatersets te vergelijken. Met natural cooling vindt geen ontvochting plaats. De koelcapaciteit hangt af van de temperatuur van de warmtebron, die aan seizoensschommelingen is onderworpen. Zo zal de koelcapaciteit uit ervaring aan het begin van de zomer groter zijn dan aan het eind vandezomer. Bovendien is het verloop van de temperatuur van de warmtebron afhankelijk van de koelbehoefte van het gebouw. Door grote raampartijen of door interne bronnen (verlichting, elektrische apparaten) stijgt de warmtebrontemperatuur in de loop van het jaar sneller dan dat bij een geringere koebehoefte het geval is. Voor de koeling van het gebouw kan gekozen worden uit vloerverwarmingen en betonkernkoelingen, radiatorverwarmingen zijn niet geschikt. Er moet voor worden gezorgd dat eventueel aanwezige ruimtethermostaten bij gebruik van de koelfunctie met de hand of door stelmotoren worden geopend. Tapwaterverwarming met de warmtepomp De tapwaterverwarming door de warmtepomp is bij levering ten opzichte van het verwarmingscircuit met voorrang geschakeld en vindt bij voorkeur 's nachts plaats. De regeling schakelt bij boilerlading de circulatiepomp uit om de boilerlading niet te hinderen. Tapwaterverwarming met zonne-energie (alleen Vitocal 242) Bij voldoende zonne-energie kan de tapwaterverwarming uitsluitend via de solarinstallatie plaatsvinden. 16

17 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de installatie-uitvoeringen (vervolg) Om het dekkingspercentage van de zonne-energie te optimaliseren adviseren wij de verwarming van de warmwaterboiler door de warmtepomp tot het bovenste boilervolume te beperken. Dit vindt plaats via een geïntegreerde, handmatig te bedienen 3-weg-omschakelklep. De regeling schakelt bij boilerlading de circulatiepomp uit om de boilerlading niet te hinderen. Overzicht van de interne componenten Montage HR Verwarmingsretour HV Verwarmingsaanvoer KW Koud water (aansluiting zie vanaf pagina 97) RL Solarretour (alleen Vitocal 242) VL Solaraanvoer (alleen Vitocal 242) WW Warm water Z Circulatie A B C D E Primaire retour (primaire uitgang) Primaire aanvoer (primaire ingang) Aanvoertemperatuursensor van het secundaire circuit Verwarmingswater-doorstroomtoestel Secundaire pomp 17

18 Montagehandleiding Functiebeschrijving bij de installatie-uitvoeringen (vervolg) F G H K L 3-weg omschakelklep Verwarmen/warm water Platenwarmtewisselaar voor de boilerverwarming Bovenste boilertemperatuursensor Retourtemperatuursensor van het solarcircuit (alleen Vitocal 242) Solarcircuitpomp (alleen Vitocal 242) M N O P R S T U Onderste boilertemperatuursensor Warmwaterboiler Solar-warmtewisselaar (alleen Vitocal 242) 3-weg-omschakeklep (handmatig) (alleen Vitocal 242) Boilerlaadpomp Retourtemperatuursensor van het secundaire circuit Warmtepompmodule Primaire pomp Primairzijdige installatie-uitvoering Hydraulisch schema A Interface warmtepomp (zie vanaf pagina 19) 2 Grond-accessoirepakket 18 3 Grondverdeler voor aardsonden/ aardcollectoren 4 Aardsonden/aardcollectoren qq Drukschakelaar grondcircuit

19 Montagehandleiding Primairzijdige installatie-uitvoering (vervolg) Elektrische aansluiting Aansluiting van de drukbewaker voor het grondcircuit qq ziepagina22. Benodigde toestellen Pos. Naam Aantal 2 Grond-accessoirepakket 1 3 Grondverdeler voor aardsonden/aardcollectoren Naar behoefte 4 Aardsonden/aardcollectoren Naar behoefte qq Drukschakelaar grondcircuit 1 Montage Installatie-uitvoering 1 Een direct aangesloten verwarmingscircuit, door zonne-energie ondersteunde tapwaterverwarming (optie) en koelfunctie natural cooling (optie) Opmerking Tapwaterverwarming ondersteund door zonne-energie is alleen met Vitocal 242 mogelijk. Voor de realisering van deze installatie-uitvoering moet in de regeling Installatieschema 2 worden gekozen. 19

20 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (vervolg) Hydraulisch schema A Interface primaire zijde (zie vanaf pagina 18) B Min. 500 mm (voor de hydraulische ontkoppeling) 1 Compact-Energy-Tower 5 Overstortklep 6 Membraanexpansievat verwarmingscircuit 20 7 Temperatuurbewaker vloerverwarmingscircuit (aansluiting zie pagina 71) 8 Platenwarmtewisselaar qp Vloerverwarmingscircuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qu KM-BUS-verdeler qi Afstandsbediening Vitotrol 200

21 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (vervolg) qo Ruimtetemperatuursensor wp Uitbreidingsset voor koelcircuit met mengklep wq Buitentemperatuursensor wu Uitbreiding circulatie wi Uitbreiding verwarmingscircuit wo Aansluitconsole ep Dauwpuntsensor eq Circulatiepomp (secundaire koelcircuitpomp) ew 3-weg omschakelklep verwarmen/ koelen ee 2-weg-motorkogelklep er Vorstbeschermingsthermostaat et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) rq Aanvoertemperatuursensor koelcircuit rw Mengklepmotor koelcircuitmengklep Alleen in combinatie met Vitocal 242: we Zonnecollector wr Collectortemperatuursensor wt Membraanexpansievat solarcircuit wz Uitbreiding solarcircuit Montage 21

22 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (vervolg) Elektrische aansluiting (400 V-uitvoeringen) Aansluitingen op hoofdaansluitgebied X60 F Netaansluiting regeling (230 V) G Toevoer verwarmingswater-doorstroomtoestel H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS qq Drukbewaker grondcircuit (als de drukbewaker niet wordt geïnstalleerd, moet de meegeleverde brug worden gebruikt) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling 22

23 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (vervolg) qt Verzamelstoringsmelding (230 V) qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: afstandsbediening Vitotrol 200 (met ruimtetemperatuursensor), zie ook pagina 69 qo Ruimtetemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 69 wp KM-BUS: uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor wr Collectortemperatuursensor (alleen bij Vitocal 242) Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 400 V A Voorzijde aanstuurmodule (met typeplaatje) B Netaansluiting compressor C Interne verbinding naar de schakeldoos D Aansluiting primaire pomp (230 V) E Aansluiting veiligheidscircuit compressor F Fasebewaker G Aansluiting fasebewaker H Compressorrelais K Aansluiting compressor of softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule N Directe aansluiting alleen bij BWT 106 O Aansluiting nodig vanaf BWT 108 P Aansluiting nodig vanaf BWT 108 R Softstarter massieve as (vanaf BWT 108) Montage Aanwijzingen voor overige aansluitingen Primaire pomp, secundaire pomp, verwarmingswater-doorstroomtoestel en 3- weg-klep verwarmen/warm water zijn al in de fabriek aangesloten. 23

24 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (vervolg) Aan te sluiten componenten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten op de uitbreidingsset wp en op de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Beschrijving Zieapartemontagehandleidingen Ziepagina71 24

25 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (vervolg) Elektrische aansluiting (230 V-uitvoeringen)* 1 Aansluitingen op hoofdaansluitgebied X60 Montage F Netaansluiting regeling G Toevoer verwarmingswater-doorstroomtoestel (beveiligingsautomaten moeten geblokkeerd zijn) H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS *1 De werking van de 230 V-toestellen is in d niet toegestaan. Zie voor meer bijzonderheden pagina

26 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (vervolg) qq Drukbewaker grondcircuit (als de drukbewaker niet wordt geïnstalleerd, moet de meegeleverde brug worden gebruikt) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt Verzamelstoringsgmelding qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: afstandsbediening Vitotrol 200 (met ruimtetemperatuursensor), zie ook pagina 69 qo Ruimtetemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 69 wp KM-BUS: uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor wr Collectortemperatuursensor (alleen bij Vitocal 242) Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 230 V A Voorzijde aanstuurmodule (met typeplaatje) B Netaansluiting compressor C Interne verbinding naar de schakeldoos D Aansluiting primaire pomp E Aansluiting veiligheidscircuit compressor H Compressorrelais K Aansluiting softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule R Softstarter massieve as S Bedrijfscondensator Aanwijzingen voor overige aansluitingen Primaire pomp, secundaire pomp, verwarmingswater-doorstroomtoestel en 3- weg-klep verwarmen/warm water zijn al in de fabriek aangesloten. 26

27 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (vervolg) Aan te sluiten componenten Bedrijfscondensator aansluiten op de softstarter massieve as Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten op de uitbreidingsset wp en op de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Beschrijving Ziepagina92 Zieapartemontagehandleidingen Ziepagina71 Benodigde toestellen voor installatie-uitvoering 1 Benodigde toestellen Pos. Naam Aantal 1 Compact-Energy-Tower 1 5 Overstortklep 1 6 Membraanexpansievat voor het verwarmingscircuit 1 7 Temperatuurbewaker (alleen voor vloerverwarmingscircuit 1 nodig) qp Vloerverwarmingscircuit 1 qu KM-BUS-verdeler 1 qi Afstandsbediening Vitotrol qo Ruimtetemperatuursensor 1 wi Uitbreiding verwarmingscircuit 1 wo Aansluitconsole 1 Optie circulatie qe Circulatiepomp 1 wu Uitbreiding circulatie 1 Optie solarcircuit (alleen met Vitocal 242) we Zonnecollectoren Naar behoefte wr Collectortemperatuursensor 1 wt Membraanexpansievat voor het solarcircuit 1 wz Uitbreiding solarcircuit 1 Optie koelfunctie natural cooling 8 Vitotrans 100, platenwarmtewisselaar 1 qr Uitbreidingsset natural cooling 1 wp Uitbreidingsset voor koelcircuit met mengklep 1 ep Dauwpuntsensor natural cooling 1 eq Circulatiepomp (secundaire koelcircuitpomp) 1 ew 3-weg omschakelklep verwarmen/koelen 1 ee 2-weg-motorkogelklep (voor het grondcircuit) 1 er Vorstbeschermingsthermostaat 1 27 Montage

28 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 1 (vervolg) Pos. Naam Aantal et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) 1 rq Aanvoertemperatuursensor koelcircuit 1 rw Mengklepmotor koelcircuitmengklep 1 Installatie-uitvoering 2 Een direct aangesloten verwarmingscircuit met verwarmingswaterbuffer, door zonne-energie ondersteunde tapwaterverwarming (optie) en koelfunctie natural cooling (optie) Opmerking Tapwaterverwarming ondersteund door zonne-energie is alleen met Vitocal 242 mogelijk. Voor de realisering van deze installatie-uitvoering moet in de regeling Installatieschema 2 worden gekozen. 28

29 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (vervolg) Hydraulisch schema Montage A Interface primaire zijde (zie pagina 18) B Min. 500 mm (voor de hydraulische ontkoppeling) 1 Compact-Energy-Tower 6 Membraanexpansievat verwarmingscircuit 7 Temperatuurbewaker vloerverwarmingscircuit 8 Platenwarmtewisselaar 9 Verwarmingswaterbuffer qp Vloerverwarmingscircuit qw CV-pomp direct verwarmingscircuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qu KM-BUS-verdeler qi Afstandsbediening Vitotrol

30 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (vervolg) qo Ruimtetemperatuursensor wp Uitbreidingsset voor koelcircuit met mengklep wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wu Uitbreiding circulatie wi Uitbreiding verwarmingscircuit wo Aansluitconsole ep Dauwpuntsensor ew 3-weg omschakelklep verwarmen/ koelen ee 2-weg-motorkogelklep er Vorstbeschermingsthermostaat et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) rq Aanvoertemperatuursensor koelcircuit rw Mengklepmotor koelcircuitmengklep Alleen in combinatie met Vitocal 242: we Zonnecollector wr Collectortemperatuursensor wt Membraanexpansievat solarcircuit wz Uitbreiding solarcircuit 30

31 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (vervolg) Elektrische aansluiting (400 V-uitvoeringen) Aansluitingen op hoofdaansluitgebied X60 Montage F Netaansluiting regeling (230 V) G Toevoer verwarmingswater-doorstroomtoestel H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS qq Drukbewaker grondcircuit (als de drukbewaker niet wordt geïnstalleerd, moet de meegeleverde brug worden gebruikt) qw CV-pomp direct verwarmingscircuit 31

32 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (vervolg) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt Verzamelstoringsmelding (230 V) qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: afstandsbediening Vitotrol 200 (met ruimtetemperatuursensor), zie ook pagina 69 qo Ruimtetemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 69 wp KM-BUS: uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor (alleen bij Vitocal 242) Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 400 V A Voorzijde aanstuurmodule (met typeplaatje) B Netaansluiting compressor C Interne verbinding naar de schakeldoos D Aansluiting primaire pomp (230 V) E Aansluiting veiligheidscircuit compressor F Fasebewaker G Aansluiting fasebewaker H Compressorrelais K Aansluiting compressor of softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule N Directe aansluiting alleen bij BWT 106 O Aansluiting nodig vanaf BWT 108 P Aansluiting nodig vanaf BWT 108 R Softstarter massieve as (vanaf BWT 108) Aanwijzingen voor overige aansluitingen Primaire pomp, secundaire pomp, verwarmingswater-doorstroomtoestel en 3- weg-klep verwarmen/warm water zijn al in de fabriek aangesloten. 32

33 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (vervolg) Aan te sluiten componenten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten op de uitbreidingsset wp en op de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Beschrijving Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding Montage 33

34 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (vervolg) Elektrische aansluiting (230 V-uitvoeringen)* 1 Aansluitingen op hoofdaansluitgebied X60 F Netaansluiting regeling G Toevoer verwarmingswater-doorstroomtoestel (beveiligingsautomaten moeten geblokkeerd zijn) 34 H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS *1 De werking van de 230 V-toestellen is in d niet toegestaan. Zie voor meer bijzonderheden pagina 14.

35 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (vervolg) qq Drukbewaker grondcircuit (als de drukbewaker niet wordt geïnstalleerd, moet de meegeleverde brug worden gebruikt) qw CV-pomp direct verwarmingscircuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt Verzamelstoringsgmelding qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: afstandsbediening Vitotrol 200 (met ruimtetemperatuursensor), zie ook pagina 69 Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 230 V qo Ruimtetemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 69 wp KM-BUS: uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor (alleen bij Vitocal 242) Montage A Voorzijde aanstuurmodule (met typeplaatje) B Netaansluiting compressor C Interne verbinding naar de schakeldoos D Aansluiting primaire pomp E Aansluiting veiligheidscircuit compressor H Compressorrelais K Aansluiting softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule R Softstarter massieve as S Bedrijfscondensator 35

36 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (vervolg) Aanwijzingen voor overige aansluitingen Primaire pomp, secundaire pomp, verwarmingswater-doorstroomtoestel en 3- weg-klep verwarmen/warm water zijn al in de fabriek aangesloten. Aan te sluiten componenten Bedrijfscondensator aansluiten op de softstarter massieve as Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten op de uitbreidingsset wp en op de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Beschrijving Ziepagina92 Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding Benodigde toestellen voor installatie-uitvoering 2 Pos. Naam Aantal 1 Compact-Energy-Tower 1 6 Membraanexpansievat voor het verwarmingscircuit 1 7 Temperatuurbewaker (alleen voor vloerverwarmingscircuit 1 nodig) 9 Verwarmingswaterbuffer 1 qp Vloerverwarmingscircuit 1 qw CV-pomp direct verwarmingscircuit 1 qu KM-BUS-verdeler 1 qi Afstandsbediening Vitotrol qo Ruimtetemperatuursensor 1 ww Boilertemperatuursensor voor het vastleggen van de temperatuur 1 in de verwarminsgwaterbuffer (boven) wi Uitbreiding verwarmingscircuit 1 wo Aansluitconsole 1 Optie circulatie qe Circulatiepomp 1 wu Uitbreiding circulatie 1 Optie solarcircuit (alleen met Vitocal 242) we Zonnecollectoren Naar behoefte wr Collectortemperatuursensor 1 wt Membraanexpansievat voor het solarcircuit 1 wz Uitbreiding solarcircuit Optie koelfunctie natural cooling 8 Vitotrans 100, platenwarmtewisselaar 1 36

37 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 2 (vervolg) Pos. Naam Aantal qr Uitbreidingsset natural cooling 1 wp Uitbreidingsset voor koelcircuit met mengklep 1 ep Dauwpuntsensor natural cooling 1 ew 3-weg omschakelklep verwarmen/koelen 1 ee 2-weg-motorkogelklep (voor het grondcircuit) 1 er Vorstbeschermingsthermostaat 1 et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) 1 rq Aanvoertemperatuursensor koelcircuit 1 rw Mengklepmotor koelcircuitmengklep 1 Installatie-uitvoering 3 Montage Een mengklepcircuit met verwarmingswaterbuffer, door zonne-energie ondersteunde tapwaterverwarming (optie) en koelfunctie natural cooling (optie) Opmerking Tapwaterverwarming ondersteund door zonne-energie is alleen met Vitocal 242 mogelijk. Voor de realisering van deze installatie-uitvoering moet in de regeling Installatieschema 4 worden gekozen. 37

38 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (vervolg) Hydraulisch schema A Interface primaire zijde (zie pagina 18) B Min. 500 mm (voor de hydraulische ontkoppeling) 1 Compact-Energy-Tower 6 Membraanexpansievat verwarmingscircuit 7 Temperatuurbewaker vloerverwarmingscircuit 38 8 Platenwarmtewisselaar 9 Verwarmingswaterbuffer qp Vloerverwarmingscircuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qu KM-BUS-verdeler qi Afstandsbediening Vitotrol 200 qo Ruimtetemperatuursensor

39 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (vervolg) wp Uitbreidingsset voor koelcircuit met mengklep wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wu Uitbreiding circulatie wi Uitbreiding verwarmingscircuit wo Aansluitconsole ep Dauwpuntsensor ew 3-weg omschakelklep verwarmen/ koelen ee 2-weg-motorkogelklep er Vorstbeschermingsthermostaat et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) rp CV-pomp mengklepcircuit rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep Alleen in combinatie met Vitocal 242: we Zonnecollector wr Collectortemperatuursensor wt Membraanexpansievat solarcircuit wz Uitbreiding solarcircuit Montage 39

40 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (vervolg) Elektrische aansluiting (400 V-uitvoeringen) Aansluitingen op hoofdaansluitgebied X60 F Netaansluiting regeling (230 V) G Toevoer verwarmingswater-doorstroomtoestel H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS qq Drukbewaker grondcircuit (als de drukbewaker niet wordt geïnstalleerd, moet de meegeleverde brug worden gebruikt) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling 40

41 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (vervolg) qt Verzamelstoringsmelding (230 V) qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: afstandsbediening Vitotrol 200 (met ruimtetemperatuursensor), zie ook pagina 69 qo Ruimtetemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 69 wp KM-BUS: uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor (alleen bij Vitocal 242) tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 400 V Montage A Voorzijde aanstuurmodule (met typeplaatje) B Netaansluiting compressor C Interne verbinding naar de schakeldoos D Aansluiting primaire pomp (230 V) E Aansluiting veiligheidscircuit compressor F Fasebewaker G Aansluiting fasebewaker H Compressorrelais K Aansluiting compressor of softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule N Directe aansluiting alleen bij BWT 106 O Aansluiting nodig vanaf BWT 108 P Aansluiting nodig vanaf BWT 108 R Softstarter massieve as (vanaf BWT 108) Aanwijzingen voor overige aansluitingen Primaire pomp, secundaire pomp, verwarmingswater-doorstroomtoestel en 3- weg-klep verwarmen/warm water zijn al in de fabriek aangesloten. 41

42 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (vervolg) Aan te sluiten componenten Componenten voor verwarmingscircuit met mengklep op de uitbreidingsset tp aansluiten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten op de uitbreidingsset wp en op de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Beschrijving Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding 42

43 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (vervolg) Elektrische aansluiting (230 V-uitvoeringen)* 1 Aansluitingen op hoofdaansluitgebied X60 Montage F Netaansluiting regeling G Toevoer verwarmingswater-doorstroomtoestel (beveiligingsautomaten moeten geblokkeerd zijn) H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS *1 De werking van de 230 V-toestellen is in d niet toegestaan. Zie voor meer bijzonderheden pagina

44 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (vervolg) qq Drukbewaker grondcircuit (als de drukbewaker niet wordt geïnstalleerd, moet de meegeleverde brug worden gebruikt) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt Verzamelstoringsgmelding qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: afstandsbediening Vitotrol 200 (met ruimtetemperatuursensor), zie ook pagina 69 qo Ruimtetemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 69 wp KM-BUS: uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor (alleen bij Vitocal 242) tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 230 V A Voorzijde aanstuurmodule (met typeplaatje) B Netaansluiting compressor C Interne verbinding naar de schakeldoos D Aansluiting primaire pomp E Aansluiting veiligheidscircuit compressor H Compressorrelais K Aansluiting softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule R Softstarter massieve as S Bedrijfscondensator Aanwijzingen voor overige aansluitingen Primaire pomp, secundaire pomp, verwarmingswater-doorstroomtoestel en 3- weg-klep verwarmen/warm water zijn al in de fabriek aangesloten. 44

45 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (vervolg) Aan te sluiten componenten Componenten voor verwarmingscircuit met mengklep op de uitbreidingsset tp aansluiten Bedrijfscondensator aansluiten op de softstarter massieve as Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten op de uitbreidingsset wp en op de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Beschrijving Zieapartemontagehandleidingen Ziepagina92 Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding Benodigde toestellen voor installatie-uitvoering 3 Montage Pos. Naam Aantal 1 Compact-Energy-Tower 1 6 Membraanexpansievat voor het verwarmingscircuit 1 7 Temperatuurbewaker (alleen voor vloerverwarmingscircuit 1 nodig) 9 Verwarmingswaterbuffer 1 qp Vloerverwarmingscircuit qu KM-BUS-verdeler 1 qi Afstandsbediening Vitotrol qo Ruimtetemperatuursensor 1 ww Boilertemperatuursensor voor het vastleggen van de temperatuur 1 in de verwarminsgwaterbuffer (boven) wi Uitbreiding verwarmingscircuit 1 wo Aansluitconsole 1 rp CV-pomp mengklepcircuit 1 rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit 1 rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep 1 tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep 1 Optie circulatie qe Circulatiepomp 1 wu Uitbreiding circulatie 1 Optie solarcircuit (alleen met Vitocal 242) we Zonnecollectoren Naar behoefte wr Collectortemperatuursensor 1 wt Membraanexpansievat voor het solarcircuit 1 wz Uitbreiding solarcircuit Optie koelfunctie natural cooling 45

46 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 3 (vervolg) Pos. Naam Aantal 8 Vitotrans 100, platenwarmtewisselaar 1 qr Uitbreidingsset natural cooling 1 wp Uitbreidingsset voor koelcircuit met mengklep 1 ep Dauwpuntsensor natural cooling 1 ew 3-weg-omschakelklep 1 ee 2-weg-motorkogelklep (voor het grondcircuit) 1 er Vorstbeschermingsthermostaat 1 et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) 1 rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit 1 rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep 1 Installatie-uitvoering 4 Een direct aangesloten verwarmingscircuit, een mengklepcircuit, verwarmingswaterbuffer, door zonne-energie ondersteunde tapwaterverwarming (optie) en koelfunctie natural cooling (optie) Opmerking Tapwaterverwarming ondersteund door zonne-energie is alleen met Vitocal 242 mogelijk. Voor de realisering van deze installatie-uitvoering moet in de regeling Installatieschema 6 worden gekozen. 46

47 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 4 (vervolg) Hydraulisch schema Montage A Interface primaire zijde (zie pagina 18) B Min. 500 mm (voor de hydraulische ontkoppeling) 1 Compact-Energy-Tower 6 Membraanexpansievat verwarmingscircuit 47

48 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 4 (vervolg) 7 Temperatuurbewaker vloerverwarmingscircuit 8 Platenwarmtewisselaar 9 Verwarmingswaterbuffer qp Vloerverwarmingscircuit qw CV-pomp direct verwarmingscircuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qu KM-BUS-verdeler qi Afstandsbediening Vitotrol 200 qo Ruimtetemperatuursensor wp Uitbreidingsset voor koelcircuit met mengklep wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wu Uitbreiding circulatie wi Uitbreiding verwarmingscircuit wo Aansluitconsole ep Dauwpuntsensor ew 3-weg omschakelklep verwarmen/ koelen ee 2-weg-motorkogelklep er Vorstbeschermingsthermostaat et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) rp CV-pomp mengklepcircuit rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep zp Radiatorverwarmingscircuit Alleen in combinatie met Vitocal 242: we Zonnecollector wr Collectortemperatuursensor wt Membraanexpansievat solarcircuit wz Uitbreiding solarcircuit 48

49 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 4 (vervolg) Elektrische aansluiting (400 V-uitvoeringen) Aansluitingen op hoofdaansluitgebied X60 Montage F Netaansluiting regeling (230 V) G Toevoer verwarmingswater-doorstroomtoestel H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS qq Drukbewaker grondcircuit (als de drukbewaker niet wordt geïnstalleerd, moet de meegeleverde brug worden gebruikt) qw CV-pomp direct verwarmingscircuit 49

50 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 4 (vervolg) qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt Verzamelstoringsmelding (230 V) qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: afstandsbediening Vitotrol 200 (met ruimtetemperatuursensor), zie ook pagina 69 qo Ruimtetemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 69 wp KM-BUS: uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor (alleen bij Vitocal 242) tp KM-BUS: Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 400 V A Voorzijde aanstuurmodule (met typeplaatje) B Netaansluiting compressor C Interne verbinding naar de schakeldoos D Aansluiting primaire pomp (230 V) E Aansluiting veiligheidscircuit compressor F Fasebewaker G Aansluiting fasebewaker H Compressorrelais K Aansluiting compressor of softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule N Directe aansluiting alleen bij BWT 106 O Aansluiting nodig vanaf BWT 108 P Aansluiting nodig vanaf BWT 108 R Softstarter massieve as (vanaf BWT 108) Aanwijzingen voor overige aansluitingen Primaire pomp, secundaire pomp, verwarmingswater-doorstroomtoestel en 3- weg-klep verwarmen/warm water zijn al in de fabriek aangesloten. 50

51 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 4 (vervolg) Aan te sluiten componenten Componenten voor verwarmingscircuit met mengklep op de uitbreidingsset tp aansluiten Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten op de uitbreidingsset wp en op de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Beschrijving Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding Montage 51

52 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 4 (vervolg) Elektrische aansluiting (230 V-uitvoeringen)* 1 Aansluitingen op hoofdaansluitgebied X60 F Netaansluiting regeling G Toevoer verwarmingswater-doorstroomtoestel (beveiligingsautomaten moeten geblokkeerd zijn) 52 H Externe aansluitingen op uitbreidingsset natural cooling K KM-BUS *1 De werking van de 230 V-toestellen is in d niet toegestaan. Zie voor meer bijzonderheden pagina 14.

53 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 4 (vervolg) qq Drukbewaker grondcircuit (als de drukbewaker niet wordt geïnstalleerd, moet de meegeleverde brug worden gebruikt) qw CV-pomp direct verwarmingscircuit qe Circulatiepomp qr Uitbreidingsset natural cooling qt Verzamelstoringsgmelding qz Blokkering door energiebedrijf qi KM-BUS: afstandsbediening Vitotrol 200 (met ruimtetemperatuursensor), zie ook pagina 69 Aansluitingen op de aanstuurmodule X80, 230 V qo Ruimtetemperatuursensor (als er geen afstandsbediening is geïnstalleerd), zie ook pagina 69 wp KM-BUS: uitbreidingsset voor koelcircuit wq Buitentemperatuursensor ww Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer wr Collectortemperatuursensor (alleen bij Vitocal 242) tp KM-BUS: Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep Montage A Voorzijde aanstuurmodule (met typeplaatje) B Netaansluiting compressor C Interne verbinding naar de schakeldoos D Aansluiting primaire pomp E Aansluiting veiligheidscircuit compressor H Compressorrelais K Aansluiting softstarter massieve as L Primaire temperatuursensor (naar de regeling) M Warmtepompmodule R Softstarter massieve as S Bedrijfscondensator 53

54 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 4 (vervolg) Aanwijzingen voor overige aansluitingen Primaire pomp, secundaire pomp, verwarmingswater-doorstroomtoestel en 3- weg-klep verwarmen/warm water zijn al in de fabriek aangesloten. Aan te sluiten componenten Componenten voor verwarmingscircuit met mengklep op de uitbreidingsset tp aansluiten Bedrijfscondensator aansluiten op de softstarter massieve as Alleen bij natural cooling : Benodigde componenten op de uitbreidingsset wp en op de uitbreidingsset natural cooling qr aansluiten Alleen bij gebruik van een vloerverwarming: Temperatuurbewaker aansluiten Beschrijving Zieapartemontagehandleidingen Ziepagina92 Zieapartemontagehandleidingen Zieapartemontagehandleiding Benodigde toestellen voor installatie-uitvoering 4 Pos. Naam Aantal 1 Compact-Energy-Tower 1 6 Membraanexpansievat voor het verwarmingscircuit 1 7 Temperatuurbewaker (alleen voor vloerverwarmingscircuit 1 nodig) 9 Verwarmingswaterbuffer 1 qp Vloerverwarmingscircuit 1 qw CV-pomp direct verwarmingscircuit 1 qu KM-BUS-verdeler 1 qi Afstandsbediening Vitotrol qo Ruimtetemperatuursensor 2 ww Boilertemperatuursensor voor het vastleggen van de temperatuur 1 in de verwarminsgwaterbuffer (boven) wi Uitbreiding verwarmingscircuit 1 wo Aansluitconsole 1 rp CV-pomp mengklepcircuit 1 rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit 1 rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep 1 tp Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuit met mengklep 1 zp Radiatorverwarmingscircuit 1 Optie circulatie qe Circulatiepomp 1 wu Uitbreiding circulatie 1 54

55 Montagehandleiding Installatie-uitvoering 4 (vervolg) Pos. Naam Aantal Optie solarcircuit (alleen met Vitocal 242) we Zonnecollectoren Naar behoefte wr Collectortemperatuursensor 1 wt Membraanexpansievat voor het solarcircuit 1 wz Uitbreiding solarcircuit 1 Optie koelfunctie natural cooling 8 Vitotrans 100, platenwarmtewisselaar 1 qr Uitbreidingsset natural cooling 1 wp Uitbreidingsset voor koelcircuit met mengklep 1 ep Dauwpuntsensor natural cooling 1 ew 3-weg omschakelklep verwarmen/koelen 1 ee 2-weg-motorkogelklep (voor het grondcircuit) 1 er Vorstbeschermingsthermostaat 1 et Circulatiepomp (primaire koelcircuitpomp) 1 rq Aanvoertemperatuursensor mengklepcircuit 1 rw Mengklepmotor 3-weg-mengklep 1 Montage 55

56 Montageverloop Overzicht van de elektrische aansluitingen De volgende afbeelding toont een overzicht van alle elektrische aansluitingen. A Softstarter massieve as in 400 V of 230 V-uitvoering B Aansluitdoos met hoofdaansluitgebied X60 en extra intern aansluitgebied X50 56 C Aanstuurmodule met aansluitgebied X80 D Hoofdprintplaat met aansluitgebied X16

57 Montageverloop Montagevoorbereidingen A Afstand tot de wand resp. nisvoorkant Montage Opmerking Achterzijde toestel provisorisch op ca. 500 mm afstand van de installatieafvalwateraansluiting plaatsen. 1. Onderste frontplaat aan de bovenkant naar voren trekken en naar boven eruit lichten. 2. Schroef aan de onderkant van de bovenste frontplaat losdraaien. 57

58 Montageverloop Montagevoorbereidingen (vervolg) 3. Bovenste voorplaat aan de bovenkant naar voren trekken en naar boven eruit lichten. 4. Voorste bovenplaat losmaken. Waterafvoer monteren (Vitocal 242) Opmerking Om bij wandafstanden > 80 mm beschadiging van de aansluitkabels te vermijden de elektrische aansluitkabels voorzien van trekontlasting. 1. Sifon losmaken. 2. Afwaterslang van de sifon losmakenenstrekken(naarvorenuithet apparaat trekken). 3. Opmerking Dichtheid van de afvalwateraansluiting voor de definitieve plaatsing van het toestel en het vullen van de warmwaterboiler controleren. Afvalwaterslang met de lokale afvalwateraansluiting DN 32 verbinden. 58

59 Montageverloop Waterafvoer monteren (Vitocal 242) (vervolg) 4. Opmerking Minimumafstand tussen wand en achterzijde van het toestel bij afvalwateraansluiting achter het toestel 15 mm en bij afvalwateraansluiting naast het toestel 45 mm. Compacttoestel aan de wand resp. in de inbouwnis plaatsen. 5. De naar voren uit het toestel hangende afvalwaterslang in elkaar schuiven en op de sifon aansluiten. 6. Sifon monteren. Montage 59

60 Montageverloop Waterafvoer monteren (Vitocal 222) 1. Koppelstuk aan de achterzijde op het toestel monteren 2. Afvoerslang op het koppelstuk plaatsen en slangklem vastzetten. 3. Afvoertrechterset monteren en op de afvalwateraansluiting DN 40 aanbrengen. Montagehandleiding afvoertrechterset 4. Afvoerslang in de afvoertrechterset plaatsen. 5. Opmerking Min. afstand tussen wand en achterzijde van het toestel 45 mm. Opmerking Om bij wandafstanden > 80 mm beschadiging van de aansluitkabels te vermijden de elektrische aansluitkabels voorzien van trekontlasting. Compacttoestel aan de wand resp. in de inbouwnis plaatsen. Warmtepomp voorbereiden! Opgelet Sterke kanteling van de compressor in de warmtepompmodule leidt tot smeermiddel in het circuit van het koelmedium en veroorzaakt schade aan het toestel. De warmtepompmodule bij het transport niet meer dan 30 kantelen. 60

61 Montageverloop Warmtepomp voorbereiden (vervolg) Montage 1. Voorste gedeelte van de isolatie wegnemen. 2. Bovenste gedeelte van de isolatie wegnemen. 3. Trekontlasting met de doorgevoerde kabels (ligt in het onderste deel van de isolatie) in de sleuf van de uitsparing in het onderste deel van de isolatie aanbrengen. 4. Vloer, armaturen en zichtbare soldeerpunten van de warmtepomp op oliesporen controleren. Opmerking Oliesporen wijzen op een lekkage in het koelcircuit. De warmtepomp moet door een koeltechnicus gecontroleerd worden. 61

62 Montageverloop Warmtepomp voorbereiden (vervolg) 5. De isolatie A vandeprimaireinen uitgang door de openingen in het bovenste deel van de isolatie B voeren. Bovenste gedeelte van de isolatie erop plaatsen. Opmerking Isolatie daarbij niet in elkaar schuiven. Aanstuurmodule monteren A Typeplaatje 1. 2 voorgemonteerde schroeven aan de onderkant van de schakeldoos losmaken, niet eruit draaien. 62

63 Montageverloop Aanstuurmodule monteren (vervolg) 2. Aanstuurmodule (typeplaatje naar voren) er op de losgedraaide schroeven inhangen. Opmerking Als de aanstuurmodule niet gemonteerd kan worden zonder dat deze de onderdelen aan de binnenkant raakt, moeten de 2 schroeven in één van de beide extra gaten worden gezet. 3. Schroeven vastzetten. 4. Verbindingskabel naar de schakeldoos (7-polig) op pos. C van de aanstuurmodele (zie pagina 23) aansluiten. Opmerking De stekker moet vastklikken. Warmtepomp plaatsen! Opgelet Sterke kanteling van de compressor in de warmtepompmodule leidt tot smeermiddel in het circuit van het koelmedium en veroorzaakt schade aan het toestel. De warmtepompmodule bij de inbouw niet meer dan 30 kantelen. Montage 63

64 Montageverloop Warmtepomp plaatsen (vervolg) 1. Schakeldoos demonteren en op warmtewisselaar leggen. 2. Dwarssteun demonteren. 3. Kantbescherming lichten en linker bevestigingsplaat met fassonbouten demonteren. 64

65 Montageverloop Warmtepomp plaatsen (vervolg) 4. Opmerking De poten van de warmtepomp moeten in de 4 daarvoor bedoelde uitsparingen A van de tussenplaat worden gezet. Warmtepomp zonder het voorste gedeeltevandeisolatieinhetcompacttoestel tillen. Montage 65

66 Montageverloop Warmtepomp plaatsen (vervolg) 5. Opmerking Gegevens van de aansluiting aan grondzijde op pagina 101 respecteren. Golfbuis van de aansluitset voor hetsolarcircuit(zitbijdewarmtepomp)indebuishulzenvande warmtepomp steken en met de meegeleverde klemmen vastzetten. 6. Linker bevestigingsplaat met fassonbouten monteren. 7. Dwarssteun monteren. 8. Toestel horizontaal uitlijnen. Opmerking De golfbuizen niet inkorten. De steekverbinding op het ingekorte eind van de golfbuis kan dan niet meer afgedicht worden. Montagehandleiding aansluitset grondcircuit Elektrische kabels invoeren Bij het aanleggen van de elektrische aansluitkabels de positie van de kabelinvoer in het toestel (in het toesteldeksel,ziepagina10envolgende afbeelding) evenals de geadviseerde posities van het uitlaatgebied voor de hydraulische aansluitingen en grondaansluitingen (zie pagina 101) respecteren. Voor de aansluiting van de kabels in het toestel moet in het toestel (van de kabelinvoer tot het elektrische aansluitgebied) een kabellengte van 1300 mm aanwezig zijn. 66

67 Montageverloop Elektrische kabels invoeren (vervolg) Montage 67

68 Montageverloop Elektrische kabels invoeren (vervolg) 1.! Opgelet Beschadigde kabelisolatie kan schade aan het toestel veroorzaken. Kabels zo aanleggen dat ze niet tegen warmtegeleidende, vibrerende onderdelen of scherpe kanten van onderdelen liggen. 2.! Opgelet Condenswater in de schakeldoos kan tot schade aan het toestel leiden. Kabelstreng beslist volgens de hierna beschreven stappen (met bocht als druipmogelijkheid voor condenswater) aanleggen. Externe elektrische kabels naar de bovenkant van het toestel leiden en op een kabellengte van ca mm in het toestel inkorten. Laagspannings- en 230/400-Vkabels gescheiden van elkaar aanleggen en met kabelbinders gescheiden bundelen. Kabels door de opening A leiden. Kabels direct nadat ze in het toestel komen met een naar beneden gerichte bochtb uitvoerenenmet kabelbinders definitief vastzetten. 3. Schakeldoos monteren. 4. Alle externe elektrische aansluitingen volgens de gegevens vanaf pagina 68 uitvoeren. Externe elektrische componenten aansluiten Opmerking De externe elektrische aansluitmogelijkheden van het toestel staan op de schakeldoos rechtsboven op het toestel samengevat (zie B op pagina 56). Sensoraansluitingen Wij adviseren bij de buitentemperatuursensor het gebruik van een afgeschermde kabel (bijv. J-Y(St)Y, 2 x 0,8 mm, max. 10 m lang). Opmerking Laagspanningskabels niet direct naast 230/400-V-kabels aanleggen. Bij kabellengtes > 10 m een grotere diameter gebruiken of meerdere aders samenklemmen. 68

69 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Ruimtetemperatuursensor (type Ni 500) Montageverloop Montagehandleiding ruimtetemperatuursensor Opmerking Om de ruimtetemperatuursensor te openen snapsluitingen ontgrendelen. A Klemmen op de schakeldoos B Behuizing ruimtetemperatuursensor Montage Aanwijzingen voor het gebruik van ruimtetemperatuursensoren en afstandsbedieningen & Als een ruimtetemperatuursensor voor een verwarmingscircuit zonder afstandsbediening moet worden geïnstalleerd, moet de ruimtetemperatuursensor volgens voorgaande afbeelding worden aangesloten. & Als voor een verwarmingscircuit een afstandsbediening is aangesloten, moet de ruimtetemperatuursensor voor dit verwarmingscircuit op de afstandsbediening worden aangesloten. & Als 2 afstandsbedieningen zijn aangesloten, is de aansluiting X60.29/X60.30 op de schakeldoos inactief. & Zowel de afstandsbedieningen als de ruimtetemperatuursensoren moeten onafhankelijk van elkaar geactiveerd worden (zie regelingsinstellingen pagina 178 en 181). 69

70 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Buitentemperatuursensor (type Ni500) A Klemmen op de schakeldoos B Klemmen op de buitentemperatuursensor Buitentemperatuursensor aan noordresp. noordwestwand op ca. 2,5 m hoogte monteren; niet pleisteren. Kabel:2x1,5mm 2, max. 35 m lang, koper. Aders verwisselbaar. Temperatuursensor (type Pt 500) in de verwarmingswaterbuffer Alternatief kan de massa-aansluiting ookopdeklemmenx60.28ofx60.30 plaatsvinden. A Klemmen op de schakeldoos B Sensor buffer Collectortemperatuursensor (type Pt 500, alleen bij Vitocal 242) Montagehandleiding zonnecollector A Klemmen op de schakeldoos B Collectortemperatuursensor 70

71 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Temperatuurbewaking voor vloerverwarming aansluiten Bij gebruik van de geïntegreerde secundaire circuitpomp als CV-pomp 1. Stekker van de ingebouwde secundaire circuitpomp A van X16 van de hoofdprintplaat B (positie van de hoofdprintplaat zie pagina 56) lostrekken. 2. Stekker van de ingebouwde secundaire circuitpomp in de bus op de temperatuurbewaker C steken. 3. Stekker van de temperatuurbewakeropx16vandehoofdprintplaat B steken. Bij gebruik van een aparte CV-pomp Montagehandleiding temperatuurbewaker Montage 71

72 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Verzamelstoringsmelding A Klemmen op de schakeldoos B Akoestisch meldsysteem C Optisch meldsysteem D Alternatief kan de aansluiting van de nulleider ook op de klemmen X60.13 of X60.16 plaasvinden Belastbaarheid: 230 V~, 0,7 A Opmerking Het contact is niet spanningsloos. Bij actieve storing staat er 230 V~ op. Drukbewaker grondcircuit Het contact moet zo aangelegd worden dat het minstens 230 V en 0,7 A kan schakelen. A Klemmen op de schakeldoos B Grond-drukbewaker C Brug Als geen grond-drukbewaker wordt aangesloten, moet na de netaansluiting de meegeleverde brug worden geplaatst. Voordat de brug wordt geplaatst beslist het draaiveld op de fasebewaker controleren. Opmerking In het externe veiligheidscircuit alleen onderdelen gebruiken die zich niet automatisch opnieuw inschakelen (ontgrendelen). Dit kan evt. door een mechanische ontgrendeling worden gegarandeerd. Uitbreidingsset voor een mengklepcircuit en/of afstandsbediening Vitotrol 200 (via KM-BUS) Opmerking Algemene informatie over het gebruik van ruimtetemperatuursensoren en afstandsbedieningen zie pagina

73 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Montageverloop A Klemmen op de schakeldoos B Aansluiting uitbreidingsset of KM- BUS-verdeler Aansluiting via datakabel KM-BUS. De circulatiepomp voor het mengklepcircuit moet op de uitbreidingsset worden aangesloten. Aansluitstekker en kabel (3 m lang) zitten bij de uitbreidingsset. Als meerdere deelnemers op de KM-BUS moeten worden aangesloten, adviseren wij het gebruik van een KM-BUS-verdeler (toebehoren). Aders verwisselbaar. Montagehandleiding uitbreidingsset Montage Circulatiepomp Belastbaarheid: 230 V~, 0,7 A A Klemmen op de schakeldoos B Circulatiepomp Functie natural cooling De functie natural cooling kan met de NC-box of door de installateur worden gerealiseerd. 73

74 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) natural cooling met NC-box De NC-box is een geprefabriceerde eenheid voor het realiseren van de functie natural cooling, afhankelijk van uitvoering met (best.nr ) of zonder mengklep (best. nr ). Deze bevat alle benodigde pompen, kleppen en de platenwarmtewisselaar. De elektrische aansluiting vindt plaats via de klemmen X60.19 en X60.21 in de schakeldoos van de Compact- Energy-Tower. Montagehandleiding NC-box en ontwerphandleiding Vitocal 200/222/242 natural cooling met afzonderlijke componenten (installateur) Voor de elektrische aansluiting van de afzonderlijke componenten (pompen, kleppen, dauwpuntsensor enz.) adviserenwijhetgebruikvandeuitbreidingsset natural cooling (best. nr ) De elektrische aansluiting vindt plaats via de klemmen X60.19 en X60.21 in de schakeldoos van de Compact- Energy-Tower. Montagehandleiding uitbreidingsset natural cooling en ontwerphandleiding Vitocal 200/222/242 Pomp van het verwarmingscircuit zonder mengklep Belastbaarheid: 230 V~, 0,7 A A Klemmen op de schakeldoos B Pomp van het verwarmingscircuit zonder mengklep Opmerking De pomp van het verwarmingscircuit met mengklep wordt op de uitbreidingsset (voor een verwarmingscircuit met mengklep) aangesloten. Aansluiting blokkering door energiebedrijf (400/230 V) Het contactsignaal van het energiebedrijf (blokkering door energiebedrijf) heeft het volgende effect: 74

75 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) & Mededeling aan de regeling (via klemstrip aansluitkast X60) & Uitschakeling van de voedingsspanning van de betreffende bedrijfscomponenten Variant 1 Montageverloop Harde uitschakeling van de netvoeding voor compressor en/of verwarmingswater-doorstroomtoestel en blokkeercontact op de regeling. Blokkering door energiebedrijf bij netaansluiting 400 V (bij variant 1) A In deze stand geen blokkering B Besturingscontact toonfrequentieontvanger energiebedrijf C Aansturing compressor of verwarmingswater-doorstroomtoestel D Lucht- en kruipruimte moet groter dan 8 mm zijn, omdat de regelingsingang een laagspanningsingang is E Blokkeercontact energiebedrijf voor regeling F Klemmen op de schakeldoos G Voeding laststroomkring compressor of verwarmingswater-doorstroomtoestel Montage 75

76 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Blokkering door energiebedrijf bij netaansluiting 230 V (bij variant 1) Verwarmingswater-doorstroomtoestel A In deze stand geen blokkering B Besturingscontact toonfrequentieontvanger energiebedrijf C Relais (best. nr ) D Lucht- en kruipruimte moet groter dan 8 mm zijn, omdat de regelingsingang een laagspanningsingang is E Blokkeercontact energiebedrijf voor regeling F Klemmen op de schakeldoos G Netaansluiting verwarmingswater-doorstroomtoestel (230 V) 76

77 Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) Compressor Montageverloop A In deze stand geen blokkering B Besturingscontact toonfrequentieontvanger energiebedrijf C Relais D Lucht- en kruipruimte moet groter dan 8 mm zijn, omdat de regelingsingang een laagspanningsingang is E Blokkeercontact energiebedrijf voor regeling F Klemmen op de schakeldoos G Netaansluiting compressor (230 V) Variant 2 (400/230 V) Als door het energiebedrijf geen harde uitschakeling van de compressor en/ of het verwarmingswater-doorstroomtoestel wordt verlangd, is de aansluiting van het blokkeercontact op de aansluitdoos voldoende (D moet in ieder geval worden aangehouden). De bedrijfscomponent wordt door de regeling geblokkeerd. Montage 77

78 Montageverloop Externe elektrische componenten aansluiten (vervolg) A In deze stand geen blokkering B Besturingscontact toonfrequentieontvanger energiebedrijf C Klemmen op de schakeldoos D Lucht- en kruipruimte moet groter dan 8 mm zijn, omdat de regelingsingang een laagspanningsingang is Netaansluiting Gevaar Ondeskundig uitgevoerde elektrische installaties kunnen door een gevaarlijke stroom door het lichaam tot letsel en schade aan het toestel leiden. De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv. aardlekschakelaar) moeten plaatsvinden conform NEN voorschriften, NEN 1010 en volgens de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf! Eisen aan de hoofdschakelaar (indien nodig) Als een hoofdschakelaar wordt aangebracht, moet deze het elektrische circuit met minstens 3 mm contactopeningswijdte scheiden. Als geen hoofdschakelaar wordt geplaatst, moeten alle niet-geaarde geleiders door de voorgeschakelde aardlekschakelaar met minstens 3 mm contactopeningswijdte gescheiden worden. 78

79 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Algemeen ten aanzien van netaansluiting De netaansluiting kan in 3 gebieden worden verdeeld: & Voeding regeling (elektronica) & Voeding verwarmingswater-doorstroomtoestel (laststroomkring) & Voeding compressor warmtepomp (laststroomkring) Afhankelijk van de warmtepomp volgt de aansluiting op 400-V-driefasenwisselstroom of 230-V-eenfase-wisselstroom. De voeding voor regeling en verwarmingswater-doorstroomtoestel vindt plaats in het hoofdaansluitgebied X60. De voeding voor de compressor vindt plaats op de aanstuurmodule X80 (zie ook pagina 56). De kabels naar de laststroomkring moeten qua doorsnede met de nominale stroom (zie technische gegevens vanaf pagina 227) overeenkomen. De voedingskabel voor de regeling mag met max. 16 A gezekerd zijn. De netzekeringen voor de compressor moeten een Z-karakteristiek hebben. Opmerking Wij adviseren de netaansluiting voor toebehoren en externe componenten op dezelfde zekering, echter minstens fasegelijk met de regeling uit te voeren. De aansluiting op dezelfde zekering verhoogt de veiligheid bij netuitschakelingen. Daarbij echter de stroomopname van de aangesloten verbruikers respecteren (beveiliging regelingsvoeding max. 16 A). Montage! Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. Toestel en buisleidingen moeten met de equipotentiaalverbinding van het huis verbonden zijn. Opgelet Verkeerde fasenvolgorde kan schade aan het toestel veroorzaken. De netaansluiting van de compressor beslist in de op de aansluitklemmen aangegeven fasenvolgorde met rechtsdraaiend draaiveld uitvoeren. In overleg met het energiebedrijf kunnen verschillende tarieven voor de voeding van de laststroomkringen worden overeengekomen. De voeding voor de regeling/elektronica moet zonder blokkering van het energiebedrijf plaatsvinden; uitschakelbare tarieven mogen hier niet worden toegepast. 79

80 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) De toewijzing van de blokkering door het energiebedrijf (voor compressor en/of verwarmingswater-doorstroomtoestel) vindt plaats via instellingen in de regeling (zie pagina 156 en 161). De blokkering van de netvoeding is in Duitsland op max. 3 maal 2 uur binnen 1 dag (24 uur) begrensd. Netaansluiting 400 V~, verschillende tarieven & 3 gescheiden toevoerkabels & selectieve blokkering door energiebedrijf voor compressor en verwarmingswater-doorstroomtoestel mogelijk De doorsnede van de voedingskabels volgens de aansluitwaarde van het betreffende toestel configureren. A Regeling Aanbev. kabel: 3 x 1,5 mm 2 B Verwarmingswater-doorstroomtoestel Aanbev. kabel & 6kW:5x1,5mm 2 & 9kW:5x2,5mm 2 C Compressor Aanbev. kabel: 4 x 1,5 mm 2 80

81 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting regeling Opmerking Deze aansluiting mag niet geblokkeerd worden Max. zekering 16 A A Klemmen op de schakeldoos Netaansluiting compressor Aanbev. kabeldoorsnede: 1,5 mm 2 Opmerking De voorgeschakelde zekeringen moeten een Z-karakteristiek hebben. Montage A Klemmen op de aanstuurmodule Netaansluiting verwarmingswater-doorstroomtoestel Max. zekering 16 A Aanbev. kabeldoorsnede: & 6kW:1,5mm 2 & 9kW:2,5mm 2 De 3 verwarmingselementen worden door het plaatsen van bruggen tussen X60.8,X60.9enX60.10inster geschakeld en moeten met N worden verbonden. A Klemmen op de schakeldoos 81

82 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting 400 V~, één tarief & 1 gezamenlijke kabel met een grotere doorsnede tot vlak bij de warmtepomp. & Blokkering door energiebedrijf van de gezamenlijke kabel niet mogelijk. Selectieve blokkering van de afzonderlijke voeding moet na de onderverdeling plaatsvinden; dat betekent meer werk aan de onderverdeling. De doorsnede van de gezamenlijke kabel voor het aangesloten vermogen van het verwarmingswater-doorstroomtoestel en de compressor aanpassen. Met het aangesloten vermogen van de regeling hoeft geen rekening te worden gehouden. A Gezamenlijke kabel warmtepomp Aanbev. kabel: 5 x 4 mm 2 B Regeling, geen blokkering energiebedrijf toegestaan Aanbev. kabel: 3 x 1,5 mm 2 C Verwarmingswater-doorstroomtoestel Aanbev. kabel: & 6kW:5x1,5mm 2 & 9kW:5x2,5mm 2 D Compressor Aanbev. kabel: 4 x 1,5 mm 2 E Onderverdeling (dicht bij de Compact-Energy-Tower) 82

83 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting regeling Opmerking Deze aansluiting mag niet geblokkeerd worden. Max. zekering 16 A. A Klemmen op de schakeldoos Netaansluiting compressor Aanbev. kabeldoorsnede: 1,5 mm 2 Opmerking De voorgeschakelde zekeringen moeten een Z-karakteristiek hebben. Montage A Klemmen op de aanstuurmodule Netaansluiting verwarmingswater-doorstroomtoestel Max. zekering 16 A Aanbev. kabeldoorsnede: & 6kW:1,5mm 2 & 9kW:2,5mm 2 De 3 verwarmingselementen worden door het plaatsen van bruggen tussen X60.8,X60.9enX60.10inster geschakeld en moeten met N worden verbonden. A Klemmen op de schakeldoos 83

84 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting 230 V~, verschillende tarieven & 3 gescheiden toevoerkabels & selectieve blokkering door energiebedrijf voor compressor en verwarmingswater-doorstroomtoestel mogelijk De doorsnede van de voedingskabels volgens de aansluitwaarde van het betreffende toestel configureren. A Regeling Aanbev. kabel: 3 x 1,5 mm 2 B Verwarmingswater-doorstroomtoestel Aanbev. kabel: 7 x 2,5 mm 2 (zie ook pagina 87) C Compressor Aanbev. kabel: 3 x 4 mm 2 Netaansluiting regeling Opmerking Deze aansluiting mag niet geblokkeerd worden. Max. zekering 16 A. A Klemmen op de schakeldoos 84

85 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting compressor Aanbev. kabel: 3 x 4 mm 2 Opmerking De voorgeschakelde zekeringen moeten een Z-karakteristiek hebben. A Klemmen op de aanstuurmodule Netaansluiting verwarmingswater-doorstroomtoestel Montage Elke verwarmingswikkeling heeft een eigen nulleider nodig. Zonder een grotere doorsnede mogen de nulleiders niet worden overbrugd. Voor de aanduiding van de nulleider zitten er bij het toestel blauwe beschermslangen. A Klemmen op de schakeldoos Max. zekering 16 A Aanbev. kabel: & 6kW:7x1,5mm 2 & 9kW:7x2,5mm 2 Max. kabellengte: 30 m Gevaar Onvolledige uitschakeling van de fasen kan bij een elektrisch defect tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. De zekeringsautomaten absoluut met elkaar mechanisch vergrendelen. Het gebruik van afzonderlijke automaten is niet toegestaan. Netaansluiting 230 V~, één tarief & 1 gezamenlijke kabel met een grotere doorsnede tot vlak bij de warmtepomp. & Blokkering door energiebedrijf van de gezamenlijke kabel niet mogelijk. Selectieve blokkering van de afzonderlijke voeding moet na de onderverdeling plaatsvinden; dat betekent meer werk aan de onderverdeling. 85

86 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) De doorsnede van de gezamenlijke kabel voor het aangesloten vermogen van het verwarmingswater-doorstroomtoestel en de compressor aanpassen. Met het aangesloten vermogen van de regeling hoeft geen rekening te worden gehouden. A Gezamenlijke kabel warmtepomp Aanbev. kabel: 3 x 10 mm 2 B Regeling, geen blokkering energiebedrijf toegestaan Aanbev. kabel: 3 x 1,5 mm 2 C Verwarmingswater-doorstroomtoestel Aanbev. kabel: 7 x 2,5 mm 2 (zie ook pagina 87) D Compressor Aanbev. kabel: 3 x 4 mm 2 E Onderverdeling (dicht bij de Compact-Energy-Tower) Netaansluiting regeling Opmerking Deze aansluiting mag niet geblokkeerd worden. Max. zekering 16 A. A Klemmen op de schakeldoos 86

87 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Netaansluiting compressor Aanbev. kabel: 3 x 4 mm 2 Opmerking De voorgeschakelde zekeringen moeten een Z-karakteristiek hebben. A Klemmen op de aanstuurmodule Netaansluiting verwarmingswater-doorstroomtoestel Montage Elke verwarmingswikkeling heeft een eigen nulleider nodig. Zonder een grotere doorsnede mogen de nulleiders niet worden overbrugd. Voor de aanduiding van de nulleider zitten er bij het toestel blauwe beschermslangen. A Klemmen op de schakeldoos Max. zekering 16 A Aanbev. kabel: & 6kW:7x1,5mm 2 & 9kW:7x2,5mm 2 Max. kabellengte: 30 m Gevaar Onvolledige uitschakeling van de fasen kan bij een elektrisch defect tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. De zekeringsautomaten absoluut met elkaar mechanisch vergrendelen. Het gebruik van afzonderlijke automaten is niet toegestaan. Fasebewaker (alleen bij 400 V-toestellen) De fasebewaker wordt voor de bewakingvandenetvoedingvandecompressor gebruikt. Er kunnen twee types gebruikt worden. De volgende afwijkingen zijn bij levering toegestaan: Over-/onderspanning 15 % Fasenasymmetrie 15 % Schakelvertraging 4 s 87

88 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Als deze tolerantiegrenzen worden overschreden, schakelt de fasebewaker uit. Als de waarden weer binnen de tolerantiegrenzen liggen, schakelt de fasebewaker het net automatisch weer in. Model 1 Verklaring van de lichtdiodes & LED Rel brandt groen: Alle spanningen en draaiveld (rechtsdraaiend) zijn in orde. & LED Ph brandt rood: Relais is geactiveerd, draaiveld is linksdraaiend. & Alle LED's uit: Een of meerdere fasen ontbreken. & LED <>U brandt rood: Verkeerdespanningopéén/meerdere fasen. & LED Asy brandt rood: Asymmetrie op één/meerdere fasen. A Over-/onderspanning in % B Fasenasymmetriein% C Schakelvertraging in s D Gebruikte contact in het veiligheidscircuit (maakcontact) E Werkingsindicator ( Rel ) F Storingsindicator fasenuitval/ fasenvolgorde ( Ph ) G Storingsindicator asymmetrie ( Asy ) H Storingsindicator over-/onderspanning ( <>U ) 88

89 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Model 2 Verklaring van de lichtdiodes & LED R brandt groen: Alle spanningen en draaiveld (rechtsdraaiend) zijn in orde. & LED Ph knippert geel: Relais is geactiveerd, draaiveld is linksdraaiend. & Alle LED's uit: Een of meerdere fasen ontbreken. & LED U knippert geel: Onderspanning op één/meerdere fasen. & LED U brandt geel: Overspanning op één/meerdere fasen. & LED Asy brandt geel: Asymmetrie op één/meerdere fasen. Montage A Over-/onderspanning in % B Schakelvertraging in s C Fasenasymmetriein% D Lichtdiode (LED) groen E Lichtdiode (LED) geel 89

90 Montageverloop Netaansluiting (vervolg) Schakelcontact van het relais voor het activeren van een signaalinrichting of blokkering van de warmtepomp: A Gebruikte contact in het veiligheidscircuit (maakcontact) Draaiveld van de netaansluiting controleren 1. Netspanning inschakelen. Eventuele door de fasebewaker gemelde fouten (zie pagina 87) verhelpen. 2. Installatie spanningsvrij schakelen en tegen opnieuw inschakelen beveiligen. 400 V-softstarter massieve as monteren (vanaf BWT 108) Opmerking Volgens het tot nu toe beschreven montageverloop moet de warmtepompmodule al gemonteerd zijn. De montage van de warmtepompmodule is na montage van de softstarter massieve as niet meer mogelijk. 90

91 Montageverloop 400 V-softstarter massieve as monteren (vanaf... (vervolg) 2. Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. Aardleiding van de dwarssteunopdesoftstartermassieve as absoluut aansluiten. Softstarter massieve as met 2 schroevenopdebovenstedwarssteun monteren. Montage 3. Hoekelement op de rechter zijplaat vastschroeven. 4. Aansluiting van de compressor (4- polige stekker met de aanduiding PE,9,10,11)opderechterzijde van de softstarter massieve as steken. 1. Meegeleverd hoekelement aan de linkerkant van de softstarter massieve as monteren. Daartoe: & Kabelbinders aan de linkerkant van de softstarter massieve as verwijderen. & Hoekelement tussen kabel en basisplaat schuiven en met 2 schroeven bevestigen & Kabel met nieuwe kabelbinder (door opening onderin het hoekelement leiden) bevestigen 5. Kabels van de linkerkant van de softstarter massieve as op pos. K van de aanstuurmodule (zie pagina 23) steken. Opmerking De stekker moet vastklikken. 91

92 Montageverloop 230 V-softstarter massieve as monteren (alle types) Opmerking Volgens het tot nu toe beschreven montageverloop moet de warmtepompmodule al gemonteerd zijn. De montage van de warmtepompmodule is na montage van de softstarter massieve as niet meer mogelijk. 1. Hoekelement met 2 plaatschroeven op de basisplaat van de softstarter massieve as monteren. 2. Apart verpakte bedrijfscondensator met ring A en tandschijf B op de basisplaat van de softstarter massieve as monteren Kabels diagonaal (zoals bij de reeds gemonteerde condensator) op de aansluitlippen van de bedrijfscondensator steken.

93 230 V-softstarter massieve as monteren (alle... (vervolg) Montageverloop Montage 4. Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. Aardleiding van de dwarssteun absoluut op de softstarter massieve as aansluiten. Softstarter massieve as met 2 schroevenopdebovenstedwarssteun monteren. Het hoekelement C op de rand van de linkerzijplaat schroeven. 5. Aansluiting van de compressor (6- polige stekker met de aanduiding PE,N,L,S,230,231)opdecontrastekker F op de rechterzijde van de softstarter massieve as steken. Opmerking De stekker moet vastklikken. 6. Kabelstekker E van de softstarter massieveasoppos.k van de aanstuurmodule (zie pagina 26) steken. Opmerking De stekker moet vastklikken. Opmerking Afstandsmaten tussen condensator D met aangesloten kabels H en dwarssteun G resp. rand van de dwarssteun volgens afbeelding respecteren. 93

94 Montageverloop Warmtepomp elektrisch aansluiten 1. Alleen bij type BWT 106 in 400 V- uitvoering: Aansluiting van de compressor op pos. K van de aanstuurmodule (zie pagina 23) maken. 2. Aansluiting van het veiligheidscircuit (4-polige stekker met de aanduiding 1, 2, 3, 4) op pos. E van de aanstuurmodule (zie pagina 23) maken. Aansluiting van de primaire pomp (3-polige stekker met de aanduiding PE 5, 6) op pos. D van de aanstuurmodule (zie pagina 23) maken. Opmerking De stekkers moeten vastklikken. 3. Aansluiting van de primaire temperatuursensor (2-polig, laagspanning) verbinden met de contrastekker die uit de schakeldoos hangt. 4.! Opgelet Om beschadiging van de elektrische kabels te voorkomen deze zo aanleggen dat ze niet tegen warmtegeleidende, vibrerende onderdelen of scherpe kanten van onderdelen liggen. Kabels met kabelbinders vastzetten. Kabels bundelen en met kabelbinders onder de schakeldoos bevestigen. De verloopstekkers op de aanstuurmodule moeten ontlast zijn. 94

95 Montageverloop Grond-drukbewaker of brug aansluiten 1. De aansluiting van de grond-drukbewaker vindt plaats tussen de klemmenx60.11enx60.12opde bovenkant van de schakeldoos (zie ook pagina 72). Als geen grond-drukbewaker wordt aangesloten, moet tussen de klemmen de meegeleverde brug worden aangesloten. 2. Voorste bovenplaat monteren. Montage 95

96 Montageverloop Secundaire circuit aansluiten VL Aanvoer van het secundaire circuit 1. Roestvast stalen ribbelbuizen van het secundaire aanvoer- en retourcircuit door de beide openingen vandeisolatieleidenenopde daarachter liggende steunen van de warmtepomp steken. RL Retour van het secundaire circuit 2. Ribbelbuizen met de meegeleverde klemmen op de steunen vastzetten. 96

97 Montageverloop Aansluitconsole HR Verwarmingsretour HV Verwarmingsaanvoer KW Koud water RL Solarretour VL Solaraanvoer WW Warm water Z Circulatie Om de hydraulische aansluitingen aan te leggen adviseren wij het gebruik van de aansluitconsole (toebehoren) en de daarbij behorende verbindingsleidingen, armaturen (toebehoren) en uitbreidingen circulatie, solarcircuit en verwarmingscircuit (toebehoren, zie pagina 27). Montageplaats zie pagina 12. Alle aansluitingen R¾. Opmerking De aansluitingen aan solarzijde van de console worden bij de Vitocal 222 niet gebruikt. Montage Tapwateraansluiting KW Koud water (R ¾) WW Warm water (R ¾) Z Circulatie (R ¾) De leidingen aan tapwaterzijde aansluiten met koppelbare verbindingen volgens nevenstaande afbeelding. Opmerking Niet benodigde aansluitingen drukdicht afsluiten. De installateur voorziet de circulatieleiding van circulatiepomp en terugslagklep (zie afb. vanaf pagina 98). Gevaar Warmwatertemperaturen van meer dan 60 C veroorzaken brandwonden. Bij deze temperaturen moet door de installateur een bescherming tegen brandwonden worden aangebracht. 97

98 Montageverloop Tapwateraansluiting (vervolg) Tapwateraansluiting Vitocal 242 Voor de tapwateraansluiting Werkblad VEWIN (nr 4.4B sept '93) en eventuele lokale voorschriften respecteren. A Warm water B Circulatiepomp C Terugslagklep, veerbelast D Hydraulisch aansluitgebied van de Compact-Energy-Tower (bovenaanzicht) E Debietregelklep F Manometeraansluiting G Aftapklep H Afsluitklep K Koud water L Tapwaterfilter M Drukreduceerklep N Terugstroomblokkering/buisscheider Opmerking Er zijn reeds een veiligheidsklep aan tapwaterzijde met zichtbare uitloop vandeafblaasleidingeneenafsluiten aftapklep alsmede een terugslagklep in het toestel ingebouwd. Tapwateraansluiting Vitocal 222 Voor de tapwateraansluiting Werkblad VEWIN (nr 4.4B sept '93) en eventuele lokale voorschriften respecteren. 98

99 Montageverloop Tapwateraansluiting (vervolg) A Warm water B Circulatiepomp C Terugslagklep, veerbelast D Hydraulisch aansluitgebied van de Compact-Energy-Tower (bovenaanzicht) E Membraandrukexpansievat F Waarneembare uitloop van de afblaasleiding G Veiligheidsklep H Afsluitklep K Debietregelklep L Manometeraansluiting M Terugstroomblokkering/buisscheider N Aftapklep O Koud water P Tapwaterfilter R Drukreduceerklep Montage 99

100 Montageverloop Verwarmingscircuitaansluiting! Opgelet Bij vloerverwarmingscircuits bestaat het gevaar van schade aan het gebouw door oververhitting van de estrik bij een defect van de regeling. Vloerverwarmingscircuits van een temperatuurbewaker voorzien. HR Verwarmingsretour (multi-steeksysteem) HV Verwarmingsaanvoer (multisteeksysteem) Verwarmingscircuit volgens nevenstaande afbeelding aansluiten. Opmerking Verwarmingscircuit als 1-buiscircuit of met een overstortklep uitvoeren (minimumdebiet 700 liter/h) en via de ketelvul-/aftapkraan C (zie pagina 111)vullen. De installateur voorziet het verwarmingscircuit van een membraanexpansievat. Solarcircuitaansluiting (optie, alleen bij Vitocal 242) Solarcircuit volgens nevenstaande afbeelding aansluiten. Opmerking Solarcircuit door installateur van een expansievat voorzien. De pomp voor het solarcircuit is in de Vitocal 242 geïntegreerd. RL Solarretour (multi-steeksysteem) VL Solaraanvoer (multi-steeksysteem) 100

101 Montageverloop Grondzijdige aansluiting A Primaire uitgang B Primaire ingang & De toegepaste onderdelen moeten tegen het warmtedragende medium tyfocor bestand zijn (voor het grondcircuit en het solarcircuit geen verzinkte leidingen gebruiken). & Voor een goede werking van het grondcircuit leidingen zo aanleggen dat zich geen luchtzakken vormen en een volledige ontluchting is gegarandeerd. & Grondcircuit van membraanexpansievat en veiligheidsklep voorzien. & Membranen en afdichtingen van het expansievat en de veiligheidsklep moeten voor het warmtedragende medium geschikt zijn. Voor de berekening van de voordruk van het membraanexpansievat zie ontwerphandleiding Vitocal 200/ 222/242. & Alle leidingdoorvoeringen door wanden isoleren tegen warmte en geluid. & Leidingen in het gebouw warmte- en dampdiffusiedicht isoleren. & Afvoer- en afblaasleidingen moeten in een vat uitmonden dat het max. mogelijke expansievolume van het warmtedragermedium kan opnemen. & Grondcircuit met Viessmann warmtedragend medium tyfocor (ethyleenglycol-watermengsel met vorstbescherming tot 15 C) vullen. Montage 101

102 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud Ziedeaangegevenpaginavoormeerinformatieoverdetevolgenstappen!!! Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 1. Frontplaat verwijderen Protocollen maken Hoofdzekering uitschakelen 4. Koelcircuit op dichtheid controleren Primaire circuit vullen, ontluchten en druk controleren Toestel aan verwarmingszijde vullen en ontluchten Installatie aan solarcircuitzijde vullen en ontluchten (alleen bij Vitocal 242) Warmwaterboiler aan tapwaterzijde vullen 9. Membraanexpansievat en druk van het verwarmingscircuit controleren Membraanexpansievat en druk van het solarcircuit controleren (alleen bij Vitocal 242, indien nodig) Alle verwarmings- en tapwateraansluitingen controleren op dichtheid 12. Tyfocor-opvangbak controleren (alleen bij Vitocal 242, indien nodig) Veiligheidskleppen en sifon op werking controleren Controleren of de externe aansluitingen op het elektrische aansluitgebied goed vastzitten en op de juiste klemmen zijn aangesloten. 15. Hoofdzekering inschakelen 16. Installatieconfiguratie Concentratie vorstbescherming in het grondcircuit controleren Aansluiting van de sensoren controleren

103 !!! Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Stappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en... (vervolg) Stappen voor de eerste inbedrijfstelling Stappen voor de inspectie Stappen voor het onderhoud Pagina 19. Secundaire pomp controleren Solarcircuitpomp controleren (alleen bij Vitocal 242) Externe pompen van het verwarmingscircuit controleren Primaire pomp controleren Mengklep, warmtepomp en boilerverwarming controleren Hogedrukbewaker controleren Huistemperatuur van de compressor controleren Warmwaterboiler intern reinigen Zwerfstroomanode vervangen Verwarmbaar boilervolume aanpassen (alleen bij Vitocal 242, indien nodig) Regelingsparameters instellen Service 103

104 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen Frontplaat verwijderen Gevaar Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. Aansluitingen bij de schakeldoos en de daaronder liggende aanstuurmodule niet aanraken. Gevaar Ontbrekende aarding van onderdelen kan bij een elektrisch defect tot een gevaarlijke stroom door het lichaam en beschadiging van onderdelen leiden. Bij het opnieuw plaatsen van de afdekking de aardleiding beslist weer aansluiten.! Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen, moeten tussen plaatsing en inbedrijfstelling van het toestel minstens 30 minuten liggen. Werkzaamheden aan het koelmiddelcircuit mogen alleen door een koeltechnicus worden uitgevoerd. Voor de inbedrijfstelling van het toestel de bedieningshandleiding respecteren. Bij werkzaamheden voor de eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud moeten de frontplaten worden verwijderd. Protocollen maken Debijdehiernabeschreveneerste inbedrijfstelling vastgestelde meetwaardenindeprotocollenvanaf pagina 221 noteren. Koelcircuit op dichtheid controleren Met koelmiddel-lekzoekapparaat of lekzoekspray de warmtepomp intern op koelmiddellekkage controleren. 1. Frontplaten verwijderen (zie pagina 57). 2. Voorste deel van de isolatie van de warmtepomp eraf halen (zie pagina 60). 3. Vloer, armaturen en zichtbare soldeerpunten van de warmtepomp op oliesporen controleren. 104

105 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Primaire circuit vullen, ontluchten en druk controleren! Opgelet Om schade aan het toestel te vermijden de compressor beslist niet inschakelen als het primaire circuit niet is gevuld. Hiervoor de gestoken aansluitingvandecompressoreraf trekken (zie pagina 94). 2. Alleen bij eerste inbedrijfstelling: Primaire circuit met warmtedragend medium tyfocor 15 C vullenenontluchten. 3. Druk van het primaire circuit controleren. De druk moet ca. 2 bar bedragen. 1. Alleen bij eerste inbedrijfstelling: Primaire circuit spoelen. 4. Voordruk van het membraanexpansievat controleren resp. instellen (zie pagina 109). Service 105

106 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Toestel aan verwarmingszijde vullen en ontluchten Vitocal 242 Vitocal A Afdekking van de elektrische componenten B Terugslagklep (alleen bij Vitocal 242) C Ketelvul-/aftapkraan verwarmingscircuit D Manometer verwarmingscircuit E Vularmatuur solarcircuit (alleen bij Vitocal 242) F Manometer solarcircuit (alleen bij Vitocal 242)

107 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud G Kijkslang tyfocor-opvangbak (alleen bij Vitocal 242) H 3-weg-omschakelklep (handmatig) (alleen bij Vitocal 242) 1. Evt. aanwezige terugslagklep openen. 2. Voordruk van het membraanexpansievat controleren (zie pagina 109). 3. Leidingen grondig doorspoelen. 4. Verwarmingscircuit via ketelvul-/ aftapkraan C met water vullen, daarbij installatiedruk op de manometer D controleren. Minimum installatiedruk Toegest. werkdruk 0,8 bar 3,0 bar 5. Ketelvul-/aftapkraan C sluiten. 6. Geschikte ontluchter in het verwarmingscircuit openen. 7. Netspanning inschakelen. 8. Modus-keuzeschakelaar (zie pagina 128) op 9 zetten. 9. Toestel met installatieschakelaar (zie pagina 197) inschakelen. 10. Opmerking Informatie op de regelingsbediening (vanaf pagina 128) lezen, evt. taal instellen (vanaf pagina 113, voorinstelling Duits ). 11. Programma inbedrijfstelling voor het verwarmingscircuit starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau Code voor verwamingsmonteur invoeren (zie pagina 148). & Inbedrijfstelling! Opgelet Om schade aan het toestel te voorkomen, dichtheid van de aanvoer- en retouraansluitingen van het secundaire verwarmingscircuit op de warmtepomp controleren (zie pagina 96). Bij lekkage het toestel direct uitschakelen, water aftappen en afdichtingsringen controleren. Verschoven afdichtingsringen beslist vervangen. Het programma van inbedrijfstelling zolang laten lopen tot het toestel volledig is ontlucht. Daarbij de installatiedruk observeren en bij daling van de druk onder de 0,8 bar water bijvullen. Service 12. Ontluchter sluiten. 107

108 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 13. Met de toets TERUG het programma van inbedrijfstelling beëindigen. Installatie aan solarcircuitzijde vullen en ontluchten (alleen bij Vitocal 242) Gevaar Oververhitt collectoroppervlak en oververhit warmtedragend medium kan tot brandwonden en schade aan het toestel leiden. Bij werkzaamheden aan de collector en aan het circuit van het warmtedragende medium het collectoroppervlak tegen zonlicht beschermen. 1. Terugslagklep B(zie pagina 111) openen. 2. Leidingen grondig doorspoelen. 3. Solarcircuit via de vularmatuur E (zie pagina 111) met tyfocor G- LS vullen, daarbij installatiedruk op de manometer F (zie pagina 111) controleren. Minimum installatiedruk: 1,7 bar Toegest. werkdruk: 3,5 bar! Opgelet Om schade aan het toestel te vermijden uitsluitend - tyfocor G-LS gebruiken. Geen water bijvullen! 4. Kogelkraan van de vularmatuur E (zie pagina 111) sluiten. 5. Ontluchter op de zonnecollector openen. 6. Netspanning inschakelen. 7. Modus-keuzeschakelaar (zie pagina 128) op 9 zetten. 8. Toestel met installatieschakelaar (zie pagina 197) inschakelen Solarcircuitpomp inschakelen: Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau Code voor verwamingsmonteur invoeren (zie pagina 148). & Handmatige besturing & Relais Met de toets RESET alle relais op Uit zetten. Met de toetsen x/y sosolarcircuitpomp markeren en met de toets AAN activeren. & OK 10. Pomp zolang laten draaien tot het toestel volledig is ontlucht. Daarbijdeinstallatiedrukopdemanometer F observeren en bij daling vandedrukonder1,7bar tyfocor G-LS bijvullen. 108

109 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 11. Ontluchter sluiten. 12. Pompen uitschakelen: Menupunt & Relais & Met de toets RESET alle relais op Uit zetten. & OK & TERUG naar hoofdmenu Membraanexpansievat en druk van het verwarmingscircuit controleren Controle uitvoeren bij koude installatie. Opmerking Er mogen uitsluitend door verwarmingsfirma's aangeboden corrosiewerende middelen worden gebruikt die voor warmtepompen met tapwaterverwarming via een warmtewisselaar met enkele wand (warmwaterboiler) zijn toegestaan. 1. Verwarmingsinstallatie aan verwarmingswaterzijde zo ver aftappen en de druk laten dalen tot de manometer D (zie pagina 111) 0 aangeeft. 2. Als de voordruk van het membraanexpansievat lager is dan de statische druk van de installatie, zoveel stikstof bijvullen tot de voordruk groter is dan de statische druk van de installatie. Voorbeeld: Statische hoogte (afstand tussen verwarmingstoestel en bovenste verwarmingsoppervlak) komt overeen met statische druk 10 m 1bar 3. Water bijvullen tot de vuldruk groter is dan de voordruk van het membraanexpansievat. De vuldruk moet bij afgekoelde installatie ca. 0,2 bar groter zijn dan de statische druk. Max. werkdruk: 3,5 bar. 4. Bij eerste inbedrijfstelling deze waarde als minimum vulwaarde op de manometer D (zie pagina 111) markeren. 109 Service

110 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Membraanexpansievat en druk van het solarcircuit controleren (alleen bij Vitocal 242, indien nodig) Controle uitvoeren bij koude installatie.! Opgelet Gevaar van schade aan het toestel door verkeerde concentratie van het warmtedragende medium. Voor het bijvullen uitsluitend tyfocor G-LS gebruiken. Eerste inbedrijfstelling Rekening houden met de statische hoogte van het solarcircuit. Voordruk van het membraanexpansievat voor het solarcircuit: 1,0 bar + 0,1 x statische hoogte in m Opmerking De berekende vuldruk als minimumwaarde op de manometer F (zie pagina 111) markeren. Alleen bij inspectie en onderhoud Druk van de installatie controleren: Minimum installatiedruk 1,7 bar Toegest. werkdruk 3,5 bar 110

111 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Tyfocor-opvangbak controleren (alleen bij Vitocal 242, indien nodig) Opmerking De opvangbak mag met niet meer dan 10 cm tyfocor gevuld zijn. Grotere hoeveelheden tyfocor duiden op een storing van de installatie. Mogelijke storingen zijn: & Defect van de veiligheidsklep voor het solarcircuit & Defect van het aanwezige membraanexpansievat voor het solarcircuit & Verkeerde dimensionering van de zonnecollector en/of het membraanexpansievat 1. Vulstand van de opvangbak in de kijkslang G (zie pagina 111) controleren. 2. Eventueel in de opvangbak aanwezig warmtedragend medium als volgt aftappen: & Kabelbinders op de kijkslang losmaken & Kijkslang naar voren uit het toestel trekken & Warmtedragend medium in een voldoende grote bak laten lopen. Opmerking De inhoud van de opvangbak bedraagt ca. 9 liter. 3. Kijkslangweerindeuitgangspositie in het toestel terugbrengen en met kabelbinders vastzetten. Opmerking De opvangbak zelf bevindt zich rechts achter de warmwaterboiler en is niet toegankelijk. Service 111

112 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Veiligheidskleppen en sifon op werking controleren Vitocal 222 Vitocal 242: Controleren of veiligheidsklep van solarcircuit A, verwarmingscircuit B en tapwater C werkt. Vitocal 222: Veiligheidsklep (extern) van verwarmingscircuit B en tapwater op werking controleren. Vitocal 242 Opmerking Voor controle van de veiligheidsklep van het verwarmingscircuit en tapwater deze ca. 60 s beluchten. Daarna alle schroefverbindingen op de sifon D op dichtheid controleren. 112

113 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Installatieconfiguratie Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Het gebruikte installatieschema (zie vanaf pagina 13) en optioneel geïnstalleerde componenten of functies moeten in de regeling geactiveerd worden. Alleen buiten het Duitse taalgebied nodig: Taal instellen 1. Klep van de bedieningseenheid openen (zie pagina 128 en bedieningshandleiding). 2. Als de nevenstaande display verschijnt: Verdermetpunt4. 3. Als nevenstaande display verschijnt (er zijn storingen): De op de afbeelding aangegeven toets indrukken. Service 113

114 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Installatieschema kiezen 4. & De volgende toetsen na elkaar indrukken: v en º & Code voor verwamingsmonteur invoeren ( SERVICE, zie voor meer pagina 148). & De volgende toetsen na elkaar indrukken: Y en ¼ 5. Taal kiezen: & Met de toets y het op de afbeelding met A aangeduide bereik markeren. & Toets? indrukken. & Met de toets y de gewenste taal markeren. & Keuze van de taal met de toets O bevestigen. & Door meerdere keren op de toetsen O en n te drukken naar het hoofdmenu terugkeren. 1. De op de afbeelding aangeduide toetsen gelijktijdig en kort indrukken. Opmerking Alternatieve toegangsmogelijkheid ziepagina

115 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 2. Alleen als de codevraag op de display verschijnt: Code voor verwamingsmonteur invoeren ( SERVICE, zievoor meer pagina 148). 3. Met de toets > het gewenste installatieschema (2, 4 of 6) kiezen. Opmerking Het actueel ingestelde installatieschema wordt in het met A gekenmerkte bereik van de display getoond. Geïnstalleerde extra componenten of functies kiezen Opmerking Bijdeinstallatieschema's2tot6kunnendeopties zonnecollector en/of natural cooling bovendien wel of niet worden gekozen. Bij installatieschema 2 kan bovendien een verwarmingswaterbuffer wel of niet worden gekozen. 1. Met de toets VERDER het wel of niet kiezen van de extra componenten voor het getoonde installatieschema starten. Service 115

116 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 2. Met de toetsen JA / NEE de via de toetsen (bereik C, zie afbeelding) aangegeven componenten wel of niet kiezen. Opmerking Als de toetsfunctie JA wordt aangegeven, is de component nog niet gekozen. Wordt de toets dan ingedrukt, is de component gekozen en de toetsfunctie verandert in NEE. De keuze van de component kan door indrukken van de toets weer ongedaan worden gemaakt. De reeds gekozen componenten staaninhetmetb aangeduide bereikvandedisplay. Voorbeeld: In de getoonde afbeedling is voor installatieschema 2 (bereik A) de functie Buffer (bereik B) reeds gekozen, de functie natural cooling nog niet (bereik C). In het getoonde voorbeeld leidt het drukkenopdetoets VERDER ertoe dat de koelfunctie natural cooling niet in het installatieschema wordt opgenomen. 3. Met de toets VERDER de gemaakte keuze (component erbij gekozen of genegeerd ) bevestigenenvoordekeuzemogelijkheid van de volgende component doorgaan. 4. Als alle voor het betreffende installatieschema mogelijke componenten wel of niet zijn gekozen ( genegeerd ), wordt door opnieuw indrukken van de toets VERDER de installatieconfiguratie opgeslagen. Het configuratieprogramma wordt automatisch beëindigd. Concentratie vorstbescherming in het grondcircuit controleren Concentratie vorstbescherming meten en in het protocol vanaf pagina 221 noteren. Er moet vorstbescherming tot 15 C zijn. Anders moet het tyfocor worden vervangen. Aansluiting van de sensoren controleren Controleren of alle sensoren volgens de installatieschema's op pagina 199 en 207 aangesloten zijn. Hiervoor voelertemperaturen opvragen. Bedieningshandleiding 116

117 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Secundaire pomp controleren Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 1. Testprogramma starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau & Inbedrijfstelling & Secundaire pomp Opmerking De sinds de start van het testprogramma verstreken tijd wordt rechtsboven op de display in seconden aangegeven. Verder wordt de status van alle bij het testen betrokken componenten weergegeven. 2. Voelertemperaturen Temperaturen bij secundaire aanvoer en secundaire retour observeren. De temperaturen moeten stijgen. Anders verwarmingswater-doorstroomtoestel controleren (zie pagina 135, storingsmelding D7 ). Als na langere werking (10 tot 30 min) het temperatuurverschil ΔT > 3 K is, is het debiet te gering. Debiet verhogen: & Toestel opnieuw ontluchten (zie pagina 105) & Toerental van de secundaire pomp verhogen & Eventueel pomp vervangen 3. Mengklep Verwarmen/Warm water met de toets c op 0 zetten. 4. Zie punt Met de toets TERUG het testprogramma beëindigen. Service 117

118 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Solarcircuitpomp controleren (alleen bij Vitocal 242) 1. Testprogramma starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau & Inbedrijfstelling & Zonnecollector Opmerking Voor de controle van de solarcircuitpomp moet de temperatuur bij zonnecollector 10 K boven de temperatuur bij solarretour zijn. De sinds de start van het testprogramma verstreken tijd wordt rechtsboven op de display in seconden aangegeven. Verder wordt de status van alle bij het testprogramma betrokken componenten weergegeven. 2. Retourtemperatuur van het solarcircuit observeren. De temperatuur bij solarretour moet na een paar seconden stijgen. 3. Resultaat van de test in het protocol vanaf pagina 221 noteren. 4. Met de toets TERUG het testprogramma beëindigen. Externe pompen van het verwarmingscircuit controleren Opmerking Het hierna beschreven testprogramma is voor installatie-uitvoering 1 (geen externe CV-pomp) niet nodig. 118

119 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 1. Testprogramma starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau & Inbedrijfstelling & Overige menupunten & Verwarmingscircuit 1 pomp of Verwarmingscircuit 2 pomp (indien aanwezig) Opmerking De sinds de start van het testprogramma verstreken tijd wordt rechtsboven op de display in seconden aangegeven. Verder wordt de status van alle bij het testen betrokken componenten weergegeven. 3. Meetwaarden en meetvoorwaarden volgens protocol vanaf pagina 221 vaststellen en noteren. 4. De verwarmingsaanvoertemperatuur moet de temperatuur bij buffer ± 2 K bereiken, de verwarmingsretourtemperatuur moet echter boven de ruimtetemperatuur liggen. Anders is het debiet te gering. Debiet verhogen: & Verwarmingscircuits ontluchten & Toerental van de pomp van het extra verwarmingscircuit verhogen & Eventueel pomp vervangen 5. Met de toets TERUG het testprogramma beëindigen. 2. Temperatuurverschil tussen verwarmingsaanvoer- en retour van het betreffende verwarmingscicruit met klemthermometer bepalen. Service 119

120 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Primaire pomp controleren 1. Testprogramma starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau & Inbedrijfstelling & Primaire pomp Opmerking De sinds de start van het testprogramma verstreken tijd wordt rechtsboven op de display in seconden aangegeven. Verder wordt de status van alle bij het testen betrokken componenten weergegeven. 2. Circulatie van de primaire zijde (grondcircuit) controleren: & Primaire in- (weergave Primair Aan ) en uitgang (geen weergave, klemthermometer gebruiken) moeten dezelfde lage temperatuur hebben. & Het pomphuis van de primaire koelcircuitpomp mag niet warm worden (met de hand controleren). Anders: & Primaire circuit ontluchten & Aansluitingen van de pomp controleren & Trap van de pomp veranderen & Eventueel een grotere pomp gebruiken 3. De compressor met de toets AAN inschakelen. Opmerking Na de testperiode van 250 s schakelt de compressor automatisch uit. 4. Temperatuurverschil ΔT tussenprimaire in- (indicatie Primair Aan ) en uitgang (geen indicatie, klemthermometer gebruiken) bepalen. Gewenste waarde ΔT: & 3tot5Kbij35 Cvoor Secundaire aanvoer en 10 C voor Primair Aan & 2tot4Kbij35 Cvoor Secundaire aanvoer en0 Cvoor Primair Aan 5. Resultaat van de test in het protocol vanaf pagina 221 noteren. Als de gewenste waarden niet worden bereikt: & Primaire circuit ontluchten & Aansluitingen van de pomp controleren & Trap van de pomp veranderen & Eventueel een grotere pomp gebruiken 6. Met de toets TERUG het testprogramma beëindigen. 120

121 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Mengklep, warmtepomp en boilerverwarming controleren Mengklep en warmtepomp controleren 1. Testprogramma starten: Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau & Inbedrijfstelling & Compressor 2. De compressor met de toets Aan inschakelen. Opmerking Na de testperiode van 250 s schakelt de compressor automatisch uit. 3. De volgende temperatuur observereneninhetprotocolvanaf pagina 221 noteren: De temperatuur bij WW boiler boven moet constant (tolerantie: ±1 K) blijven. Anders: & Controleren of mengklep correct is ingesteld. & Elektrische aansluitingen van de mengklep controleren (zie pagina 205) & Mengklep evt. vervangen 4. De volgende temperatuur observereneninhetprotocolvanaf pagina 221 noteren: De temperatuur bij Secundaire aanvoer moet stijgen (tot stijging naar ca. 30 C observeren). Anders: & Primaire pomp controleren & Elektrische aansluitingen van de betreffende componenten controleren & Temperatuur compressorhuis van de warmtepomp controleren (zie pagina 122). 5. De volgende temperatuur observereneninhetprotocolvanaf pagina 221 noteren: Het verschil tussen secundaire aanvoer en secundaire retour moet 6 tot 8K bedragen. Anders trap van de secundaire pomp aanpassen. Service Boilerverwarming door de warmtepomp controleren 1. Mengklep Verwarmen/Warm water voor de boilerverwarming met de toets 100% op 100% zetten. 121

122 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 2. De temperatuur bij Secundaire aanvoer en WW boiler boven ca. 10 min observeren. Beidetemperaturenmoetenstijgen. Anders: & Controleren of mengklep correct is ingesteld & Elektrische aansluitingen van de mengklep controleren (zie pagina 205) & Mengklep evt. vervangen 3. Met de toets TERUG het testprogramma beëindigen. Hogedrukbewaker controleren 1. Warmtepomp inschakelen (zie pagina 121, paragraaf Mengklep, warmtepomp en boilerverwarming controleren, punt1en2). 2. De verwarmingsaanvoer verlagen tot de aanvoertemperatuur tot boven 60 C (maar max. 70 C) stijgt. De compressor moet door de hogedrukbewaker worden uitgeschakeld. Huistemperatuur van de compressor controleren 1. Voorste bovenplaat losmaken. 2. Schroevenendwarssteunlosmaken. 3. Warmtepomp inschakelen en min. 10 min laten lopen (zie pagina 121, punt 1 en 2). 4. Bij lopende compressor de huistemperatuur aan de buitenkant meten. Er mag zich geen ijs afzetten op de behuizing van de compressor en deze mag niet warmer worden dan 60 C (anders is overleg met de technische dienst van Viessmann nodig). 5. Dwarssteun lichten en voorste gedeelte van de isolatie van de warmtepomp aanbrengen. 6. Dwarssteun bevestigen. 122

123 Aanvullende info over de stappen (vervolg) 7. Gevaar Ontbrekende aarding van installatiecomponenten kan bij een elektrisch defect tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. Aarleiding op de dwarssteun en op de voorste bovenplaat beslist aansluiten. Voorste bovenplaat monteren. Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Warmwaterboiler intern reinigen Gevaar Ongecontroleerd uittredend tapwater en warmtedragend medium kan tot brandwonden en bouwschade leiden. Tapwater- en verwarmingswateraansluitingen alleen openen als de warmwaterboiler drukloos is. Vitocal 242 Service 123

124 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) Vitocal Warmwaterboiler aan tapwaterzijde aftappen. Hiervoor afsluitklep A (alleen bij Vitocal 242 intern) sluiten en aftapklep B openen.! Opgelet Onderdruk in de warmwaterboiler kan tot materiaalschade leiden. Aftappen van de warmwaterboiler met een pomp alleen bij geopende ontluchting. 2. Isolatiekap C demonteren. 5. Losse afzettingen met een hogedrukreiniger verwijderen.! Opgelet Puntige of scherpe reinigingsapparaten kunnen tot beschadiging van de warmwaterboiler leiden. Voor interne reiniging uitsluitend apparaten van kunststof gebruiken. Opmerking Grove vuildeeltjes die niet door de aftapklep naar buiten gespoeld kunnen worden, met de hand verwijderen. 3. Kabelschoen D vandeanodeaansluiting van connector E lostrekken. 4. Flensdeksel F demonteren. 124

125 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 6. Vastzittende afzettingen die niet met de hogedrukreiniger te verwijderen zijn, losweken met een chemisch reinigingsproduct.! Opgelet Zuurhoudende reinigingsmiddelen kunnen het materiaal van de warmwaterboiler aantasten. Dergelijke reinigingsmiddelen niet gebruiken. 7. Warmwaterboiler na de reiniging grondig spoelen. 8. Aftapklep B sluiten. 9. Nieuwe pakking G op het flensdeksel F aanbrengen. Opmerking Als de zwerfstroomanode moet worden vervangen, moeten de benodigde stappen (zie pagina 126) hier worden uitgevoerd. 10. Flensdeksel F met zwerfstroomanode H en massa-aansluiting K van de zwerfstroomanode monteren. Schroeven met een max. draaimoment van 25 Nm aantrekken.! Opgelet Contact van de zwerfstroomanode met de verwarmingsspiraal leidt ertoe dat de zwerfstroomanode niet werkt. Het gevolg is corrosieschade aan de warmwaterboiler. Weerstandsmeting van de zwerfstroomanode volgens de volgende beschrijving uitvoeren. 11. Weerstandsmeting tussen de aansluitingen E en K uitvoeren. De weerstand moet tegen oneindig lopen. Als de weerstand duidelijk geringer is, de montage nauwkeurig controleren (evt. raakt de anode de verwarmingsspiraal). 12. Kabelschoen D vandeanodeaansluiting op de connector E schuiven. Opmerking De aders niet verwisselen. Service 13. Isolatiekap C monteren. 14. Afsluitklep A (alleen bij Vitocal 242 intern) openen. 125

126 Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud Aanvullende info over de stappen (vervolg) 15. Schroefverbindingen aan verwarmingswater- en tapwaterzijde controlerenopdichtheid,evt. aantrekken. 16. Uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden in het protocol vanaf pagina 221 opnemen. Zwerfstroomanode vervangen 1. Flensdeksel volgens de vanaf pagina 123 beschreven stappen demonteren. 2. Nieuwe zwermstroomanode in het flensdeksel monteren. 3. Zwerfstroomanode in de vorm van de oude anode buigen. 4. Flensdeksel volgens de vanaf pagina 123 beschreven stappen monteren. Montage- en bedieningshandleidingen van de anodefabrikant Verwarmbaar boilervolume aanpassen (alleen bij Vitocal 242, indien nodig) Als zonnecollectoren op het toestel zijn aangesloten, adviseren wij het door de warmtepomp te verwarmen boilervolume ten gunste van de verwarming door de zonnecollectoren te beperken. Als dat niet gewenst is, adviseren wij de schakeltijden van de warmwaterbereiding zo in te stellen dat alleen in de namiddag het volledige boilervolume voor verwarming is vrijgegeven. Bedieningshandleiding In de fabrieksinstelling is het volledige boilervolume voor verwarming door de warmtepomp beschikbaar. Klepstand A/AB B/AB Warmtepomp verwarmt: volledig boilervolume (ca. 250 liter) alleen bovenste boilervolume (ca. 80 liter) 126

127 Aanvullende info over de stappen (vervolg) Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud 1. Indien nodig, 3-weg-klep omzetten (zie afb.). 2. Regelingsinstelling wijzigen (zie pagina 175, paragraaf Volume boiler voor warmtepomp ). Regelingsparameters instellen 1. Servicefunctie activeren. Informatie over de Servicefunctie en instelling van de regelingsparameters zie hoofdstuk Regelingsinstellingen vanaf pagina Regelingsinstellingen aan de hand van de gegevens bij de standaardinstellingen controleren (vanaf pagina 222). Alleen gewijzigde waarden in het protocol vanaf pagina 222 noteren. 3. Alle storingsmeldingen accepteren (zie pagina 129). Opmerking De storingsmeldingen zijn in dit geval geen aanwijzing voor verkeerde functies van het toestel. Ze zijn ontstaan door de handmatige aansturing van enkele toestelcomponenten bij inbedrijfstelling. Service 127

128 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling Overzicht van de bedieningseenheid A Display B Draaiknop Verlaagde ruimtetemperatuur C Draaiknop Normale ruimtetemperatuur D Modus-keuzeschakelaar E Menutoetsen F Klep van de bedieningseenheid Storingsmeldingen Interne storingen worden door het toestel vastgesteld, getoond en opgeslagen. Als er storingen zijn: & Links naast de Optolink-interface knippert de rode LED (C in afb. op pagina 197). & Op de display van de regeling knippert bij gesloten klep van de bedieningseenheid het storingssymbool U. & Als er een afstandsbediening Vitotrol 200 is aangesloten, knippert hier eveneens een rode storingingsindicator. 128

129 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Er kunnen maximaal 8 storingen opgeslagen worden. Als er meer meldingen zijn, gedraagt de regeling zich als volgt: & Bij meldingen met een hogere prioriteit (dan al zijn opgeslagen) worden de meldingen met lagere prioriteit gewist. & Bij meldingen met gelijke prioriteit (dan al zijn opgeslagen) worden de oudste meldingen gewist. & Meldingen met lagere prioriteit (dan al zijn opgeslagen) worden niet opgeslagen. De actuele storingen worden op volgorde van prioriteit getoond. Storingsmeldingen accepteren Als er storingsmeldingen zijn, worden deze na het openen van de klep van de bedieningseenheid getoond. Nadat de storing is verholpen kunnen deze geaccepteerd worden. Na het accepteren wordt door de regeling getest of de storing is verholpen. Als dat niet het geval is, wordt de storing opnieuw als niet- geaccepteerd getoond. Ongeaccepteerde storingen blijven zo lang in de lijst staan tot de regeling heeft vastgesteld dat de storingsoorzaak is opgeheven. & Toets OK voor het accepteren van de gemarkeerde storingsmelding indrukken. & Toets ALLE voor het accepteren van alle storingsmeldingen indrukken. Storingsmeldingen opvragen Er zijn twee mogelijkheden om storingsmeldingen op te vragen. Service 129

130 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Actuele storingsmeldingen opvragen Menupunt & Info & Storingsmeldingen De storingsmeldingen kunnen zoals op pagina 129 beschreven bevestigd worden. & TERUG Opgeslagen ( historische ) storingsmeldingen opvragen Menupunt & Info & Statistiek & Storingshistorie Toets TIJD indrukken om het tijdstipvandeopgetredenstoringte tonen Toets FOUT indrukken om naar de beschrijving van de fout terug te keren. & TERUG Opmerking De storingsmeldingen kunnen in de storingshistorie niet worden geaccepteerd. Storingsmeldingen negeren Om instellingen/opvragen in de regeling uit te kunnen voeren: 1. Klep van de bedieningseenheid openen. De actuele storingsmeldingen worden getoond. 2. Toets TERUG indrukken. Het hoofdmenu wordt getoond. Instellen en opvragen zijn nu mogelijk. Weergave van de storingsmeldingen Opmerking De voor de sensorcontrole benodigde weerstandskarakteristieken van de sensorenbevindenzichoppagina

131 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Storingsmelding Storingsoorzaak Maatregel Systeemfout Regelingsprocessor defect Bedieningseenheid vervangen 10 Buitensensor Kortsluiting Sensor controleren, evt. vervangen 18 Buitensensor Onderbreking Klemmen controleren, evt. sensor vervangen 20 Sec. aanvoersensor Kortsluiting Sensor controleren, evt. vervangen 28 Sec. aanvoersensor Onderbreking Klemmen controleren, evt. sensor vervangen 30 Primair Aan sensor Kortsluiting Sensor controleren, evt. vervangen 38 Primair Aan sensor Onderbreking Klemmen controleren, evt. sensor vervangen 40 Aanvoersensor verwarmingscircuit 2 (mengklepcircuit) 44 Aanvoersensor natural cooling 48 Aanvoersensor verwarmingscircuit 2 4C Aanvoersensor natural cooling 50 WW-sensor boven 52 WW-sensor beneden 58 WW-sensor boven 5A WW-sensor beneden Kortsluiting Onderbreking Kortsluiting Onderbreking Sensor controleren, evt. vervangen Klemmen controleren, evt. sensor vervangen Sensor controleren, evt. vervangen Klemmen controleren, evt. sensor vervangen 60 Buffersensor Kortsluiting Sensor controleren, evt. 61 Sec. retoursensor vervangen Service 131

132 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Storingsmelding Storingsoorzaak Maatregel 68 Buffersensor Onderbreking Klemmen controleren, evt. 69 Sec. retoursensor sensor vervangen 92 Zonnecollectorsensor Kortsluiting Sensor controleren, evt. vervangen 93 Solarretoursensor 9A Zonnecollectorsensor Onderbreking Klemmen controleren, evt. sensor vervangen 9B Solarretoursensor A4 Terugslagklep Terugslagklep klemt of is defect; solarcircuit circuleert 's nachts A6 Secundaire Secundaire pomp defect pomp A7 Solarcircuit Solarcircuit heeft geen circulatie Terugslagklep controleren, evt. vervangen Secundaire pomp controleren(ziepagina117),evt. pomp vervangen Solarcircuit controleren (zie pagina 118), evt. pomp vervangen A8 Pomp VC 1 Geen circulatie Externe CV-pomp controleren(ziepagina118),evt. pomp vervangen A9 Warmtepomp Warmtepomp Warmtepomp (zie pagina 121), primaire pomp, secundaire pomp controleren, evt. vervangen. Het toestel gaat tot het accepteren van de storingsmelding met het verwarmingswater-doorstroomtoestel op verlaagde werking. Na reparatie gaat de warmtepomp pas weer werken als het toestel eerst een keer is uitgeschakeld. 132 AB E-verwarming Aanvoertemperatuur stijgt niet, evt. verwarmingswater-doorstroomtoestel defect. Veiligheidstemperatuurbegrenzers en verwarmingselementen controleren, evt. vervangen

133 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Storingsmelding Storingsoorzaak Maatregel AC natural cooling Storingsfunctie In de relaistest (zie pagina 151) de aansluituitbreiding natural cooling en doorgang naar de pompen controleren AD AF B1 BA BB BC BD C1 C4 C8 Mengklep verwarmen/warm water Boilerlaadpomp KM communicatie KM-BUS mengklep VC 2 KM-BUS mengklep NC KM-BUS afst. bed. VC 1 KM-BUS afst. bed. VC 2 E-net/compressor Blokkeercontact energiebedrijf Veiligheidscircuit Mengklep defect Boilerlaadpomp voor de boilerverwarming defect Communicatiefout bedieningseenheid Communicatiefout mengklep VC 2 Communicatiefout mengklep natural cooling Storing KM-BUS afstandsbediening verwarmingscircuit 1 Storing KM-BUS afstandsbediening verwarmingscircuit 2 Netaansluiting compressor niet ok (bijv. draaiveld, asymmetrie, fasenuitval). Zekering, netschakelaar, fasebewaker of motorveiligheidsschakelaar compressor defect Blokkeercontact energiebedrijf langer dan 12 uur actief Storing van een van de aangesloten componenten Mengklep controleren (zie pagina 121), evt. vervangen Pomp controleren (zie pagina 121), evt. vervangen Aansluitingen controleren, evt. bedieningseenheid vervangen Aansluitingen van de uitbreidingsset controleren, uitbreidingsset inschakelen Aansluitingen en kabels controleren Netaansluiting en componenten controleren, evt. vervangen Blokkeercontact energiebedrijf controleren, evt. vervangen Extern veiligheidscircuit, aangesloten componenten en circuits controleren (bijv. druk grondcircuit of brug) Service 133

134 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Storingsmelding Storingsoorzaak Maatregel C9 Koelcircuit Hoge druk - lage druk of verwarmingsgasschakelaar Aanvoer- en retourtemperatuursensoren controleren, hogedrukcontrole uitvoeren (zie pagina 122), primaire en secundaire circuit op druk en debiet controleren, warmtepomp evt. door koeltechnicus laten controleren CA Primaire pomp Debiet van de primaire zijdetegeringofontbreekt CB D0 D3 Primaire temperatuur Zwerfstroomanode Veiligheidscircuit Temperatuur is gedaald tot onder de minimale primaire inlaattemperatuur Geen beschermstroom Storing van een van de aangesloten componenten D5 WW-SHK Onderbreking brug X 6.5 X6.6 Primaire pomp controleren (zie pagina 120), evt. vervangen Grondcircuit op debiet controleren Warmwaterboiler volledig vullen resp. contacten van de zwerfstroomanode en printplaat controleren, evt. onderdelen vervangen Extern veiligheidscircuit, aangesloten componenten en circuits controleren (bijv. druk grondcircuit of brug) Evt. aangesloten schakelcontact of brug controleren (aansluiting bevindt zich op de vermogensprintplaat) 134

135 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) Storingsmelding Storingsoorzaak Maatregel D7 E-verwarming K6 Op K6 aangesloten radiatoren controleren D8 E-verwarming Op K7 aangesloten radiatoren K7 controleren D9 E-verwarming Op K8 aangesloten radiatoren K8 controleren Opmerking Voor het ontgrendelen van de veiligheidstemperatuurbegrenzer het toestel spanningsvrij schakelen. Voor opnieuw in bedrijf stellen de betreffende veiligheidstemperatuurbegrenzer op verwarmingsstaaf ontgrendelen (hiervoor rode knop indrukken). Opmerking De veiligheidstemperatuurbegrenzers bevinden zich aan de voor- en achterzijde van de verwarmingsstaven, zie ook afb. op pagina 136. DA DB DD DE Ruimtesensor VC1 Ruimtesensor VC2 Ruimtesensor VC1 Ruimtesensor VC2 Kortsluiting Onderbreking Sensor controleren, evt. vervangen Klemmen controleren, evt. sensor vervangen Service 135

136 Storingen oplossen Diagnose aan de regeling (vervolg) De afbeelding toont de positie van de veiligheidstemperatuurbegrenzers (A: K6,B: K7,K8)opdeverwarmingsstaven. Zie voor de plaats van de verwarmingsstaven pagina 214. Diagnose Maatregelen bij permanent te lage ruimtetemperatuur De hierna beschreven stappen voor opheffen van het probleem uitvoeren. 1. Gewenste ruimtetemperatuur voor de normale temperatuur verhogen (zie bedieningshandleiding) 2. Buitentemperatuursensor controleren(ziepagina116). 3. Stooklijnen aanpassen (zie bedieningshandleiding). 4. Verwarmingscircuit ontluchten. 5. Hydraulische afstemming van de/ het aangesloten verwarmingscircuit(s). 6. Debiet van het/de aangesloten verwarmingscircuit(s) controleren. 7. Verwarming door het geïntegreerde verwarmingswater-doorstroomtoestel toelaten (zie pagina 161). Geen indicatie op de display van de bedieningseenheid De hierna beschreven stappen voor opheffen van het probleem uitvoeren. 1. Installatieschakelaar (zie pagina 197) inschakelen Zekering controleren, evt. vervangen(ziepagina197)

137 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) 3. Controlerenofvoedingopnetingang regeling/elektronica aanwezig is, evt. herstellen. 4. Steek- en schroefverbindingen controleren. 5. Schakeladapter vervangen. 6. Bedieningsgedeelte vervangen. 7. Hoofdprintplaat vervangen. Servicekleppen koelcircuit! Opgelet Bij ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan het koelcircuit bestaat er gevaar van schade aan het toestel. De hierna beschreven stappen mogen alleen door hiervoor bevoegd personeel worden uitgevoerd. Service Openen van de serviceklep Bij het losmaken van de afsluitkap A beslist op de zeskant C met gereedschap tegenhouden. 137

138 Storingen oplossen Diagnose (vervolg) Sluiten van de serviceklep & Nieuwe koperen afdichting B gebruiken. & Bij het dichtschroeven van de afsluitkap A beslist op de zeskant C met gereedschap tegenhouden. Vereist aanhaalmoment: 11 Nm 138

139 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur hoofdmenu Service A Ziepagina140 B Zie pagina 141, 142 en 143 C Zie pagina 144, 145, 146 en

140 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur - informatie Hoofdmenu > Informatie A Alleen bij Vitocal

141 Overzicht van de menustructuur - programmeren Hoofdmenu > Toestelinstellingen > Programmeren Regelingsinstellingen Service A Ziepagina142 B Ziepagina143 C Alleen bij Vitocal

142 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur - programmeren (vervolg) Hoofdmenu > Toestelinstellingen > Programmeren A Ziepagina141 B Ziepagina143 C Alleen bij Vitocal

143 Hoofdmenu > Toestelinstellingen > Programmeren Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur - programmeren (vervolg) Service A Zie pagina 141 en 142 B Alleen bij Vitocal

144 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur - serviceniveau Hoofdmenu > Toestelinstellingen > Serviceniveau A Zie pagina 146 en B Ziepagina145 C Alleen bij Vitocal 242

145 Overzicht van de menustructuur - serviceniveau (vervolg) Hoofdmenu > Toestelinstellingen > Serviceniveau Regelingsinstellingen Service A Ziepagina144 B Zie pagina 146 en 147 C Alleen bij Vitocal

146 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur - serviceniveau (vervolg) Hoofdmenu > Toestelinstellingen > Serviceniveau A Zie pagina 144 en B Ziepagina147 C Alleen bij Vitocal 242

147 Overzicht van de menustructuur - serviceniveau (vervolg) Hoofdmenu > Toestelinstellingen > Serviceniveau Regelingsinstellingen Service A Ziepagina144 B Ziepagina

148 Regelingsinstellingen Overzicht van de menustructuur - serviceniveau (vervolg) C Ziepagina141tot143 D Alleen bij Vitocal 242 Regelingsinstellingen door de vakman Op de volgende pagina's worden alleen de instellingen beschreven die uitsluitend door de vakman op serviceniveau kunnen worden uitgevoerd. Om in het serviceniveau te komen moet u een code invoeren (zie pagina 148). Parametersdieindebedieningshandleiding zijn beschreven, worden hier niet toegelicht. Ze worden echter in de volgorde opgesomd waarin ze in het regelingsmenu voorkomen. Opmerking Bij verkeerde bediening op serviceniveau door de gebruiker vervalt onze garantie. De beschrijving van de regelingsinstelling ziet er als volgt uit: & Instellingen in het menu Serviceniveau (zie ook pagina 144 en 145) worden op pagina 148 tot 152 beschreven. Deze paragraaf heeft in de zijkop het kopje Regelingsinstellingen. & Instellingen in het menu Programmeren (zie ook pagina 141 en 142) worden op pagina 153 tot 195 beschreven. De aanduidingen van de verschillende submenu's ( Installatiedefinitie, Warmtepomp etc.) zijn in de zijkop te vinden ( Regelingsinstellingen installatiedefinitie etc.). Serviceniveau activeren Opmerking Bij verkeerde bediening op serviceniveau door de gebruiker vervalt onze garantie. 1. Klep van de bedieningseenheid openen. 148

149 Regelingsinstellingen Serviceniveau activeren (vervolg) 2. Code invoeren: Menupunt & Toestelinstellingen & Toegangsmachtiging & Code invoeren: SERVICE steeds 1 x indrukken & 2x OK Opmerking Als de klep van de bedieningseenheid gesloten of de toets Hoofdscherm wordt ingedrukt, is de toegang tot het serviceniveau geblokkeerd. Als er meer instellingen op serviceniveau worden aangebracht, moet de code opnieuw worden ingevoerd. Sensortemperaturen aanpassen Service Afwijkingen van de sensoren die door verschillende leidingweerstanden ontstaan, kunnen met deze functie worden gecompenseerd. De gegevens worden ook bij uitvallen van de elekriciteit opgeslagen. Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau 149

150 Regelingsinstellingen Sensortemperaturen aanpassen (vervolg) & Voelertemp. aanpassen De actueel gemeten temperatuur voor elke sensor invoeren. Doortedrukkenopdetoets RESET wordt de instelling voor de gemarkeerde sensor teruggedraaid. & OK Signaalingangen controleren Met behulp van dit menu kan de installatie worden gecontroleerd. Zo kan bijv. bij een storing gecontroleerd worden of de oorzaak is verholpen. De test is alleen bij uitgeschakeld relais mogelijk. Alle bewakingsingangen staan gewoonlijk in de toestand Uit. Bij een storing komenzeindetoestand Aan. Een omschakeling op Aan wordt opgeslagen en in het menu Informatie > Statistiek > Storingshistorie getoond. Een uitzondering is de weergave bij blokkering energiebedrijf. Als de blokkering energiebedrijf als maakcontact (zie pagina 153) werkt, betekent Aan dat de blokkering energiebedrijf actief is. Als de blokkering energiebedrijf als verbreekcontact (zie pagina 153) werkt, betekent Uit dat de blokkering energiebedrijf actief is. Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau & Signaalingangen & TERUG Handmatige aansturing van relais en mengkleppen Bij Handmatige aansturing kunnen voor inbedrijfstelling of controle van verschillende componenten de relais en mengkleppen (samengevat: actoren ) handmatig worden in- en uitgeschakeld. Zolang het menu Handmatige aansturing of één van de submenu's is opgeroepen, zijn alle regelingsfuncties buiten bedrijf. Zolang de klep van de bedieningseenheid is geopend, worden alle actoren uitsluitend met de hand aangestuurd. 150

151 Regelingsinstellingen Handmatige aansturing van relais en... (vervolg) Bij het verlaten van het menu Handmatige aansturing (bijv. door het sluiten van de klep van de bedieningseenheid) worden de actoren die op dat moment in de normale regeling niet nodig zijn door de regeling uitgeschakeld en wordt het regelproces opnieuw gestart. Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau & Handmatige aansturing In de Handmatige aansturing zijn de volgende submenu's beschikbaar: Menupunt & Relais & Mengklep & Voelertemperaturen & Installatieoverzicht De submenu's Voelertemperaturen en Installatieoverzicht kunnen ook via Informatie in het hoofdmenu worden opgeroepen. Zie voor meer informatie over deze submenu's de bedieningshandleiding. Submenu Relais Opmerking De relais kunnen hier naar wens worden geactiveerd. Eventueel zijn bij het oproepen van dit menu verschillende actoren nog ingeschakeld.!! Opgelet In de Handmatige aansturing kunnen per abuis tegenstrijdige bedrijfssituaties (bijv. E-verwarming 1: Aan en Secundaire pomp: Uit ) ingesteld worden. Dat kan tot schade aan het toestel leiden. Daarom bij elke bediening eerst alle actoren op Uit zetten, dan pas de benodigde actoren op Aan zetten. Opgelet Handmatig te snel uit- en inschakelen van de compressor kan tot schade aan de compressor en de softstarter massieve as leiden. Minstens 10 min pauze tussen het uit- en inschakelen van de compressor aanhouden. Service Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau & Handmatige aansturing & Relais De toets RESET schakelt alle 151

152 Regelingsinstellingen Handmatige aansturing van relais en... (vervolg) ingeschakelde relais uit. Door indrukken van de toetsen x en y een relais selecteren en met de toetsen AAN en UIT het relais schakelen. & OK Submenu Mengklep De motoren voor de interne en externe mengklep (max. 3) kunnen hier met de hand worden ingesteld. Klepstand in % 3-weg-klep Verwarmen/ warm water (intern) 3-weg-mengklep Verw. circuit 2 (mengklepcircuit) 3-weg-mengklep natural cooling 0 Verwarmen Gesloten Gesloten 50 Verwarmen/warm water 100 Warmwaterbereiding Open Open Menupunt & Toestelinstellingen & Serviceniveau & Handmatige aansturing & Mengklep Door indrukken van de toetsen x en y een mengklep selecteren en met de toetsen V/W de gewenste mengklepstand in % instellen. De toets c stelt de gekozen mengklep op de nulstand. & OK 152

153 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Installatieschema Behalvedeonder Installatieconfiguratie (zie pagina 113) beschreven procedure kan hier ook het installatieschema worden gewijzigd of extra componenten en/of functies wel of niet worden gekozen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Installatiedefinitie & Installatieschema De vereiste procedure staat vanaf pagina 113 beschreven. Contact energiebedrijf: 1S Deze instelling definieert of het contact van de blokkering energiebedrijf als maakcontact ( JA ) of verbreekcontact ( NEE ) werkt. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Installatiedefinitie & Contact energiebedrijf: 1S ( JA, NEE ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEE Gemiddelde tijd buitentemperatuur Door deze parameter vindt de filtering plaats van de buitentemperatuur met een tijdconstante van 22 uur (standaardinstelling). Hierdoor vindt compensatie van kortstondige temperatuurschommelingen plaats. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Installatiedefinitie & Gemiddelde tijd buitentemp. (Q/P) Standaardinstelling Instelbereik 22:00 h 00:10 tot 100:00 h Service 153

154 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Stookgrens < T-ruimte (verwarmingsgrenstemperatuur) De verwarmingsgrenstemperatuur definieert de waarde van de buitentemperatuur waaronder bij daling de ruimteverwarming begint. De verwarmingsgrenstemperatuur volgt uit de ingestelde, gewenste ruimtetemperatuur minus de onder Verwarmingsgrens < T-ruimte ingestelde waarde. Voorbeeld: De ingestelde gewenste ruimtetemperatuur bedraagt 20 C, de onder Verwarmingsgrens < T-ruimte ingestelde waarde bedraagt 4,0 K. Als de gemiddelde waarde van de buitentemperatuur onder 16 C (verwarmingsgrenstemperatuur) daalt, begint de ruimteverwarming. Stijgt de buitentemperatuur tot boven de 18 C, wordt de ruimteverwarming op grond van de opgegeven hysterese van 2 K ingesteld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Installatiedefinitie & Verwarmingsgrens < T-ruimte (1/!) Standaardinstelling Instelbereik 4 K 0 tot 20 K A Gewenste ruimtetemperatuur B Buitentemperatuur C Ingestelde waarde Verwarmingsgrens < T-ruimte D Verwarming UIT E Verwarming AAN Temperatuurgrens voor verlaagde werking Als de gemiddelde buitentemperatuur onder de hier ingestelde temperatuurgrens daalt, wordt de modus Verlaagd (zie bedieningshandleiding) niet meer gebruikt. Het toestel verwarmt tot de ingestelde temperatuur voor de modus Normaal. Blijft de gemiddelde buitentemperatuur boven de hier ingestelde temperatuurgrens, vindt werking volgens de ingestelde schakeltijden plaats. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren 154 & Installatiedefinitie & T-grens voor verl. modus (1/!)

155 Regelingsinstellingen installatiedefinitie Temperatuurgrens voor verlaagde werking (vervolg) Standaardinstelling 30 K Instelbereik 30 tot +30 K Vorstbeschermingstemperatuur Voor de vorstbescherming van de installatie gaat het toestel op verlaagde werking zodra de gemiddelde buitentemperatuur onder de hier ingestelde waarde daalt. Dat gebeurt onafhankelijk van de instelling van de modus-keuzeschakelaar. Het uitschakelpunt van de vorstbeschermingsfunctie is op 2 K boven het inschakelpunt vastgelegd. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Installatiedefinitie & Vorstbeschermingstemp. (1/!) Standaardinstelling 1 C Instelbereik 15 tot +15 C A Buitentemperatuur B Vortsbeschermingstemperatuur (selecteerbaar) C Uitschakelpunt vorstbeschermingsfunctie (vorstbeschermingstemperatuur + 2 K) D Verlaagde verwarming UIT E Verlaagde verwarming AAN Service 155

156 Regelingsinstellingen warmtepomp Blokkering compressor door energiebedrijf Bij geactiveerde blokkering energiebedrijf ( Blokkering energiebedrijf: JA ) kan door het energiebedrijf de warmteproductie door de warmtepomp uitgeschakeld worden. Vereiste is echter dat er een blokkeercontact energiebedrijf is aangesloten (zie pagina 74). De warmteverdeling door de CV-pomp en de circulatiepomp voor de boilerverwarming worden niet geblokkeerd. Als de blokkering energiebedrijf geactiveerd wordt, moet voor de overbrugging van de tijd waarin geen warmte kan worden geproduceerd, een buffer geïnstalleerd zijn. Opmerking De werking van de blokkering energiebedrijf op het verwarmingswater-doorstroomtoestel wordt apart ingesteld (zie pagina 161). Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Blokkering energiebedrijf ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEE Maximale aanvoertemperatuur Instelling van de maximale aanvoertemperatuur van de warmtepomp. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Max. aanvoertemp. (1/!) Standaardinstelling 60 C Instelbereik 25 tot 60 C Minimimum retourtemperatuur Als de temperatuur onder de minimale retourtemperatuur daalt, wordt niet de warmtepomp maar het verwarmingswater-doorstroomtoestel ingeschakeld. Het verwarmingswater-doorstroomtoestel blijft ingeschakeld tot de minimale retourtemperatuur bereikt is. 156

157 Minimimum retourtemperatuur (vervolg) Regelingsinstellingen warmtepomp Opmerking Als de minimale retourtemperatuur te laag wordt ingesteld, neemt de slijtage van de compressor toe door frequente lagedrukuitschakelingen. Als de minimale retourtemperatuur te hoog wordt ingesteld, wordt het aandeel van de elektrische verwarming verhoogd en daalt het rendement. Deze problematiek doet zich voor al voor bij de verwarming van afgekoelde gebouwen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Min. retourtemp. (1/!) Standaardinstelling 5 C Instelbereik 1 tot 40 C Hysterese T.-primair/min. T.-primair Aan De instelling bepaalt het regelbereik voor het in- en uitschakelen van de warmtepomp. Het uitschakelpunt van de warmtepomp wordt door de minimale grondinlaattemperatuur ( min. T.-primair Aan ) bepaald. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Hyst. T.-primair of Min. T.-primair Aan (1/!) A Grondinlaattemperatuur B Min. T.-primair Aan C Hysterese T.-primair D Warmtepomp AAN E Warmtepomp UIT Service Standaardinstelling Instelbereik Hyst. T.-primair 5K 1tot20K Min. T.-primair Aan 4 C -10tot+20 C 157

158 Regelingsinstellingen warmtepomp Looptijd minimaal Instelling van de minimumlooptijd van de warmtepomp. Voor het aflopen van deze periode schakelt de warmtepomp niet uit. Door deze instellingen moeten lange looptijden van de warmtepomp bereikt worden om een hoog rendement en een geringe slijtage te garanderen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Looptijd minimaal (P/Q) Standaardinstelling 2:00 min Instelbereik 2:00 tot 30:00 min Compressor minimaal uit Instelling van de periode waarin de compressor uitgeschakeld blijft. Deze functie dient als bescherming van de warmtepomp tegen overbelasting (3 inschakelingen per uur mogen niet overschreden worden). Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Compressor min. uit (P/ Q) Standaardinstelling Instelbereik 10:00 min 00:20 tot 30:00 min Aanvoer primaire / secundaire pomp Als de compressor inschakelt, moet aan de volgende criteria zijn voldaan: & De primaire pomp moet al lopen, zodat het primaire circuit circuleert. & De secundaire pomp moet al lopen, zodat de warmte via het verwarmingswater direct kan worden afgevoerd. 158

159 Aanvoer primaire / secundaire pomp (vervolg) Regelingsinstellingen warmtepomp Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Aanvoer primaire pomp of Aanvoer sec. pomp (P/Q) Standaardinstelling Instelbereik 2:00 min 00:10 tot 16:40 min A Stookcommando B Primaire pomp C Secundaire pomp D Compressor E Inschakelvertraging F Aanvoer secundaire pomp G Aanvoer primaire pomp H UIT K AAN Optimale looptijd Service Instelling van de optimale looptijd van de compressor. Bij te lange looptijden (afhankelijk van de uitvoering van het primaire circuit) verijst de aardsonde en het rendement (COP) wordt minder. 159

160 Regelingsinstellingen warmtepomp Optimale looptijd (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Optimale looptijd (P/Q) Standaardinstelling Instelbereik 2:00 h 00:20 tot 24:00 h A Optimale werking B Primaire temperatuur daalt C Optimale looptijd 160

161 Regelingsinstellingen elektrische verwarming E-verwarming Deze parameter geeft aan het toestel door of er een verwarmingswater-doorstroomtoestel is ingebouwd. Opmerking Deze parameter mag niet worden versteld. Het gebruik van de elektrische verwarming voor warmwaterbereiding en verwarming mag uitsluitend via de parameter WW met elektro en Verw. met elektro (zie de volgende pagina's) worden vrijgegeven of geblokkeerd. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & E-verwarming ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEE Blokkering energiebedrijf verwarmingswater-doorstroomtoestel Met deze instelling wordt vastgelegd of het energiebedrijf door middel van een speciaal besturingsapparaat de voeding van het verwarmingswater-doorstroomtoestel kan blokkeren (instelling: JA ). Vereiste is echter dat er een blokkeercontact energiebedrijf is aangesloten (zie pagina 74). Als het energiebedrijf deze mogelijkheid niet heeft, moet de instelling NEE worden gekozen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Blokkering energiebedrijf ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEE Service Verwarmen met elektriciteit Met deze instelling kan de extra verwarming van de verwarmingscircuits door het verwarmingswater-doorstroomtoestel worden vrijgegeven of geblokkeerd. 161

162 Regelingsinstellingen elektrische verwarming Verwarmen met elektriciteit (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Verw. met elektro ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEE Warm water met elektriciteit Met deze functie is het mogelijk de tapwaterverwarming door het geïntegreerde verwarmingswater-doorstroomtoestel te deactiveren (bijv. als een door de installateur geïnstalleerd doorstroomtoestel de naverwarming van het tapwater overneemt). Het verwarmingswater-doorstroomtoestel werkt dan alleen nog op het verwarmingscircuit. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & WW met elektro ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEE Maximale aanvoertemperatuur Bepaalt de maximale aanvoertemperatuur die door het verwarmingswater-doorstroomtoestel beschikbaar wordt gesteld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Max. aanvoertemp. (1/!) Standaardinstelling 65 C Instelbereik 5 tot 75 C Wachttijd verwarmingsstaaf Instelling van de periode waarin de elektrische verwarming na het wisselen van modus (verlaagd/normaal) niet wordt ingeschakeld. 162

163 Wachttijd verwarmingsstaaf (vervolg) Regelingsinstellingen elektrische verwarming Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Wachttijd verwarmingsstaaf (P/Q) Standaardinstelling Instelbereik 0:30 h 0:00 tot 5:00 h Drempel elektrische verwarming De instelling bepaalt volgens welke som (integraal uit duur en grootte van een temperatuurafwijking van de gewenste regeltemperatuur) de elektrische verwarming start. Een kortstondige temperatuurafwijking activeert de elektrische verwarming niet. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Drempel E-verwarming (P/ Q) A Gewenste regeltemperatuur B Werkelijke temperatuur C Hysterese aanvoer (zie pagina 166) D Som (integraal uit duur en grootte van de temperatuurafwijking) Standaardinstelling Instelbereik 300 K min 10 tot K min Service Maximale trap elektrische verwarming Deze instelling bepaalt met welk maximaal vermogen (trap 1, 2 of 3, zie vanaf pagina 227) de extra verwarming van het tap- en verwarmingswater plaatsvindt. 163

164 Regelingsinstellingen elektrische verwarming Maximale trap elektrische verwarming (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Elektrische verwarming & Max. trap E-verwarming (l/ m) Standaardinstelling 3 Instelbereik 1 tot 3 164

165 Warmtepomp voor bouwdrogen Regelingsinstellingen interne hydraulica Deze instelling bepaalt of behalve het verwarmingswater-doorstroomtoestel ook de warmtepomp nog voor het drogen wordt gebruikt. Als de warmtepomp niet paraat is, omdat bijv. het primaire circuit van de warmtepomp op het tijdstip van het bouwdrogen nog niet bedrijfsklaar is, moet deze functie op NEE zijn gezet. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Interne hydraulica & WP voor bouwdrogen ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEE Tijd bouwdrogen Instelling van het aantal dagen dat de installatie voor het bouwdrogen uitsluitend met het verwarmingswater-doorstroomtoestel moet verwarmen. De verwarming vindt plaats volgens de instellingen van de gewenste temperaturen en schakeltijden van de normale en verlaagde werking (zie bedieningshandleiding). De instelling 0 schakelt de functie uit. De restduur van het bouwdrogen in dagen wordt bij gesloten klep van de bedieningseenheid op de display getoond. Opmerking Als de Estrikfunctie (zie pagina 186) geactiveerd is, mag hier geen ingreep volgen. De instellingen onder Estrikfunctie staan in direct verband met deze instelling. De instellingen van beide functies beïnvloeden elkaar. Wanneer behalve het verwarmingswater-doorstroomtoestel ook de warmtepomp voor de bouwdroging wordt gebruikt, moeten de betreffende instellingen onder het menupunt Warmtepomp voor bouwdrogen (hiervoor) worden aangebracht. Service Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Interne hydraulica & Tijd bouwdrogen (j/k) Standaardinstelling 0 (functie UIT ) Instelbereik 0 tot 30 dagen 165

166 Regelingsinstellingen interne hydraulica Hysterese aanvoer De gewenste aanvoertemperatuur van het secundaire circuit wordt door de regeling volgens de actuele warmtevraag vastgelegd. De instelling Hysterese aanvoer legt vast bij welke afwijking van de intern berekende gewenste aanvoertemperatuur één van de warmtegeneratoren (warmtepomp, zonnecollector, verwarmingswater-doorstroomtoestel) wordt inen uitgeschakeld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Interne hydraulica & Hysterese aanvoer (0/=) Standaardinstelling Instelbereik 2 K 0,5 tot 5,0 K Naloop interne pomp Nalopen van de secundaire pomp nadat de warmteproductie door de warmtepomp of het verwarmingswater-doorstroomtoestel werd ingesteld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Interne hydraulica & Naloop int. pomp (P/Q) Standaardinstelling Instelbereik 02:00 min 00:10 tot 05:00 min Max. stappen 3-weg-klep Afhankelijk van het type van de gebruikte 3-weg-klep is het aantal stapimpulsen dat de motor moet ontvangen om van de ene eindpositie naar de andere te gaan, verschillend. De instelling van deze parameter is alleen dan nodig als de 3-weg-klep werd vervangen. Bij levering is het aantal stapimpulsen correct ingesteld. Opmerking Voor het activeren van de gewijzigde instelling moet de installatie met de installatieschakelaar uit- en weer ingeschakeld worden. 166

167 Max. stappen 3-weg-klep (vervolg) Regelingsinstellingen interne hydraulica Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warmtepomp & Max. stap 3-weg-klep (l/ m) Standaardinstelling 320 Instelbereik niet wijzigen Service 167

168 Regelingsinstellingen zonnecollector (alleen bij Vitocal 242) Zonnecollector Als er een zonnecollector is gemonteerd, moet deze in de regeling geactiveerd worden. Pas dan kan een aantal overige parameters worden opgeroepen, waarvan de definitie voor de exacte functie van de geïntegreerde solarregeling nodig is. Opmerking Als onder Installatieconfiguratie (zie pagina 113) of Installatieschema (zie pagina 153) de zonnecollector al werd geactiveerd, is deze ook onder dit menupunt reeds geactiveerd (staat op JA ). Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Zonnecollector ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEE Maximumtemperatuur Instelling van de maximale collectortemperatuur. Bij overschrijding van deze waarde wordt de solarcircuitpomp uitgeschakeld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Max. temperatuur (T/U) Standaardinstelling 130 C Instelbereik 100 tot 300 C Hysterese solarpomp aan/hysterese solarpomp uit Deze instelling bepaalt bij welk temperatuurverschil tussen zonnecollector en warmwaterboiler de solarcircuitpomp in- resp. uitschakelt. 168

169 Regelingsinstellingen zonnecollector (alleen bij Vitocal 242) Hysterese solarpomp aan/hysterese solarpomp... (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Hyst. solarpomp aan resp. Hyst. solarpomp uit (0/=) A Temperatuurverschil zonnecollector/boiler (boiler kouder) B Inschakelhysterese C Uitschakelhysterese D Inschakelperiode van de solarcircuitpomp E Solarcircuitpomp AAN F Solarcircuitpomp UIT Standaardinstelling Instelbereik Hyst. solarpomp aan 7,0 K 3,0 tot 20,0 K Hyst. solarpomp uit 3,0 K 1,0 tot 15,0 K Hysterese pompkick Deze instelling bepaalt bij welk temperatuurverschil tussen zonnecollector en boilerwater de solarcircuitpomp in intervallen in- en uitschakelt. Deze functie zorgt door verbeterde stroming voor een geoptimaliseerde temperatuurdetectie van de collectortemperatuursensor. Service 169

170 Regelingsinstellingen zonnecollector (alleen bij Vitocal 242) Hysterese pompkick (vervolg) Bij punt 1 wordt de solarcircuitpomp gedurende de gedefinieerde looptijd vandepompkick(ziepagina170) ingeschakeld. Stijgt de temperatuur verder tot punt 2 ( Hyst. solarpomp aan ), dan loopt de solarcircuitpomp zonder onderbreking totdat de uitschakelhysterese is bereikt ( Hyst. solarpomp uit ) 3 (zie ook pagina 168). A Temperatuurverschil zonnecollector/boiler (boiler kouder) B Inschakelhysterese pompkick C Uitschakelhysterese solarcircuitpomp D Inschakelhysterese van de solarcircuitpomp (normale werking) E Bedrijfstoestand solarcircuitpomp F Intervalmodus (looptijd/dode tijd pompkick) van de solarcircuitpomp G Ondebrekingsvrije werking van de solarcircuitpomp Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Hysterese pompkick (0/=) Standaardinstelling Instelbereik 3,5 K 3,0 tot 20,0 K Looptijd pompkick Looptijd van de solarcircuitpomp bij pompkick (zie pagina 169). 170

171 Looptijd pompkick (vervolg) Regelingsinstellingen zonnecollector (alleen bij Vitocal 242) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Looptijd pompkick (l/m) Standaardinstelling 00:02 min & Zonnecollector Instelbereik 00:01 tot 00:20 min Dode tijd pompkick Periode waarin de solarcircuitpomp na een pompkick (zie pagina 169) niet kan starten. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Dode tijd pompkick (p/q) Standaardinstelling Instelbereik 01:00 min 01:00 tot 60:00 min Debiet Invoer van het debiet in het collectircircuit van de installatie. De invoer van deze waarde vormt de basis van de opbrengst van de zonneenergie. Het debiet kan uit het ingestelde pompvermogen van de solarcircuitpomp en het drukverlies in de aansluitleiding en de zonnecollectoren worden berekend. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Zonnecollector & Debiet (+/-) Standaardinstelling Instelbereik 100 l/h 10 tot 500 l/h Service 171

172 Regelingsinstellingen warm water Warm water boilertemperatuur Bedieningshandleiding Temperatuur programma warm water Bedieningshandleiding Programma circulatiepomp Bedieningshandleiding Modus Vastlegging van de modus van de warmwaterboiler. Instelling Stand-by Verlaagd Normaal Constante Draaischakelaar Extern Schakeltijden Functie Vorstbeschermingsbewaking van het toestel De besturing vindt alleen plaats via de bovenste boilertemperatuursensor, de gereed gehouden warmwaterhoeveelheid bedraagt ca. 80 liter. De besturing vindt alleen plaats via de bovenste en onderste boilertemperatuursensor, de gereed gehouden warmwaterhoeveelheid bedraagt ca. 220 liter* 1 Werking als constanteregelaar met de ingestelde tweede gewenste temperatuur voor het warme water. Er wordt rekening gehouden met de instellingen van de moduskeuzeschakelaar, de geprogrammeerde schakeltijden en de instellingen van de afstandsbediening. (standaardinstelling) Zonder functie Er wordt alleen rekening gehouden met de voor de geprogrammeerde schakeltijden aangebrachte instellingen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren 172 & Warm water & Modus (</>) *1 Deze instelling is alleen effectief als de 3-weg-klep voor de instelling van de boilerverwarming zich op de stand A/AB (zie pagina 126) bevindt.

173 Regelingsinstellingen warm water Warmwaterboiler maximaal Instelling van de maximumtemperatuur warmwaterboiler. Na het bereiken van deze temperatuur wordt de nieuwe verwarming zolang verhindert tot de temperatuur met minstens 5 K is gedaald. Opmerking Bij gebruik van zonnecollectoren moet de waarde tot 70 C worden verhoogd. Gevaar Warm water met een temperatuur > 60 C veroorzaakt brandwonden. Bij deze temperaturen moet door de installateur een bescherming tegen brandwonden worden aangebracht. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Warmwaterboiler maximaal (T/U) Standaardinstelling 60 C Instelbereik 20 tot 80 C Hysterese warm water verwarmingswater-doorstroomtoestel/ hysterese De instellingen bepalen bij welke afwijking van de ingestelde gewenste temperatuur van de warmwaterboiler ( WW-boilertemp. ) de boilerverwarming door de warmtepomp ( hysterese ) in- en uitgeschakeld wordt. Als ook verwarmingswater-doorstroomtoestel is geinstalleerd, is bovendien de parameter Hysterese WW E-verwarming relevant. Service 173

174 Regelingsinstellingen warm water Hysterese warm water... (vervolg) Opmerking De ingestelde waarde voor hysterese moet boven de verwachte temperatuurdaling door de warmteverliezen van één nacht liggen (ca. 5 K). Eenlagerewaardevoor hysterese WW E-verwarming verhoogt het aandeel van de elektrische opwarming van het tapwater, het installatierendement wordt geringer. A Gewenste tapwatertemperatuur B Schakelhysterese warmtepomp ( hysterese ) C Schakelhysterese verwarmingswater-doorstroomtoestel ( hysterese WW E-verwarming ) D Werkelijke tapwatertemperatuur op de bovenste boilertemperatuursensor E Schakeltoestand warmtepomp F Schakeltoestand verwarmingswater-doorstroomtoestel G UIT H AAN Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Hysterese of Hysterese WW E-verwarming (5/%) Standaardinstelling Instelbereik Hysterese 7,0 K 1,0 tot 10,0 K Hysterese WW E-verwarming 10,0 K 2,0 tot 30,0 K 174

175 Regelingsinstellingen warm water Inschakeloptimalisatie Bedieningshandleiding Uitschakeloptimalisatie Bedieningshandleiding Extra functie warm water Bedieningshandleiding 2. gewenste temperatuur warm water Bedieningshandleiding Volume boiler voor warmtepomp Het nuttige boilervolume kan met een handbediende 3-weg-klep (zie pagina 126) worden gevarieerd. Pas door de hier aangebrachte instelling ontvangt de regeling een terugmelding van de instelling van de handklep en daarmee van het verwarmbare boilervolume. Opmerking Een volledige verwarming van het boilervolume kan alleen plaatsvinden als de handklep overeenkomstig is ingesteld en voor vol. boiler voor WP de instelling Ja is gekozen. Service Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Vol. boiler voor WP ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEE 175

176 Regelingsinstellingen warm water Reactie overschot Coördinatie van de warmteafname in het secundaire circuit bij overschotproductie door de warmtepomp of plotseling verminderde afname in het secundaire circuit. Instellingen: 0 Geen warmteafname 1 Warmteafname alleen bij kritiek overschot, d.w.z. als kritieke temperaturen in het warmtepompcircuit bereikt werden of de minimumlooptijd van de warmtepomp nog niet is bereikt. 2 Warmteafname ook dan als het warmteoverschot voor de warmtepomp niet kritiek is. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Reactie overschot (l/m) Standaardinstelling 2 Instelbereik 0 tot 2 Warm water voorrang Bij geactiveerde voorrang warm water wordt de warmwaterboiler zolang verwarmd tot de ingestelde boilertemperatuur (zie bedieningshandleiding) is bereiktofdeonder max. looptijd WW ingestelde periode (zie pagina 177) is afgelopen. Pas dan wordt het verwarmingscircuit van warmte voorzien. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & WW voorrang ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEE 176

177 Regelingsinstellingen warm water Maximale looptijd warm water De hier ingestelde waarde bepaalt de periode waarin de warmwaterboiler bij geactiveerde voorrang warm water wordt verwarmd. Dit geldt echter alleen bij gelijktijdige warmtevraag van het verwarmingscircuit. Als er geen warmte nodig is voor het verwarmingscircuit, wordt de warmwaterboiler ook via de hier ingestelde periode tot het bereiken van de ingestelde boilertemperatuur (zie bedieningshandleiding) verwarmd. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Max. looptijd WW (P/Q) Standaardinstelling Instelbereik 04:00 h 00:10 tot 24:00 h Maximale onderbreking warm water De hier ingestelde waarde bepaalt de periode die bij geactiveerde voorrang warm water voor de verwarming van het verwarmingscircuit beschikbaar is. Als na afloop van deze periode altijd nog warmtevraag van het verwarmingscircuit bestaat, wordt (indien nodig) toch eerst de warmwaterboiler verwarmd. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Warm water & Max. onderbreking WW (P/Q) Standaardinstelling Instelbereik 01:30 h 00:10 tot 24:00 h Service 177

178 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Normale temperatuur Bedieningshandleiding Verlaagde temperatuur Bedieningshandleiding Temperatuur programma verwarmingscircuit Bedieningshandleiding Afstandsbediening Als er een afstandsbediening is geïnstalleerd, moet deze voor het betreffende verwarmingscicruit worden geactiveerd. Opmerking Bij gebruik van een afstandsbediening moet de parameter Modus (zie pagina 178) op Afstandsbediening zijn ingesteld. Anders knippert de storingsindicator van de afstandsbediening. Ook de afstandsbediening moet op het betreffende verwarmingscircuit zijn gecodeerd. Overige aanwijzingen voor het gebruik van ruimtetemperatuursensorenenafstandsbedieningenziepagina69. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Afstandsbediening ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEE Modus Geordend boven de instelling van de modus-keuzeschakelaar kan hier de modus vast worden ingevoerd. 178

179 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Modus (vervolg) Instelling Stand-by Verlaagd Normaal Constante Draaischakelaar Extern Schakeltijden Afstandsbediening Functie Vorstbeschermingsbewaking van het toestel Permanent verlaagde ruimtetemperatuur Permanent normale ruimtetemperatuur Werking als constanteregelaar De instelling van de modus vindt plaats via de modus-keuzeschakelaar (standaardinstelling) Zonder functie Werking volgt volgens ingestelde schakeltijden Werking volgt volgens de instellingen van de afstandsbediening. Deze instelling kan alleen worden gekozen als eerst de afstandsbediening(ziepagina178)werdgeactiveerd. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Modus (</>) Maximale aanvoertemperatuur Begrenzing van de aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit op een maximumwaarde. De laagste instelbare waarde komt overeen met de instelling vandewaardebij min. aanvoertemp. (zie pagina 179). Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Max. aanvoertemp. (1/!) Standaardinstelling 40 C Instelbereik 10 tot 70 C Service Minimumaanvoertemperatuur Begrenzing van de aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit op een minimumwaarde. De hoogste instelbare waarde komt overeen met de instelling vandewaardebij max. aanvoertemp. 179

180 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Minimumaanvoertemperatuur (vervolg) Opmerking Deze instelling heeft invloed op de koelfunctie natural cooling. Bijte lage instelling schakelt de dauwpuntbewaking, afhankelijk van de koellijn (zie pagina 179), de koelfunctie te vroeg uit. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Min. aanvoertemp. (1/!) Standaardinstelling 10 C Instelbereik 1 tot 30 C Warm water bij partyfunctie Deze instelling bepaalt of bij geactiveerde partyfunctie (zie bedieningshandleiding) eerst de warmwaterboiler (instelling Ja ) verwarmdofdirectopverwarming (instelling Nee ) wordt omgeschakeld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Warm water bij party ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEE Reactie overschot Coördinatie van de warmteafname in het secundaire circuit bij overschotproductie door de warmtepomp of plotseling verminderde afname in het secundaire circuit. Instellingen: 0 Geen warmteafname 1 Warmteafname alleen bij kritiek overschot, d.w.z. als kritieke temperaturen in het warmtepompcircuit bereikt werden of de minimumlooptijd van de warmtepomp nog niet is bereikt. 2 Warmteafname ook dan als het warmteoverschot voor de warmtepomp niet kritiek is. 180

181 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Reactie overschot (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Reactie overschot (l/m) Standaardinstelling 2 Instelbereik 0 tot 2 Ruimtetemperatuursensor Als er een ruimtetemperatuursensor is geïnstalleerd, moet deze voor het betreffende verwarmingscicruit worden geactiveerd. Overige aanwijzingen voor het gebruik van ruimtetemperatuursensoren en afstandsbedieningen zie pagina 69. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Ruimtetemperatuursensor ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEE Steilheid ruimtebijschakeling Bij aanwezige en geactiveerde ruimtetemperatuursensor en vrijgegeven ruimtetemperatuur-bijschakeling (zie pagina 182) kan de steilheid van de ruimtetemperatuur-bijschakeling worden gekozen. Hoe hoger de waarde wordt gekozen, hoe groter de invloed van de ruimtetemperatuur is. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Steilh. ruimtebijschakel. (l/m) Standaardinstelling 10 Instelbereik 0 tot 10 Service 181

182 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Ruimtetemperatuur-bijschakeling Voorwaarden: Ruimtetemperatuursensor gemonteerd en geactiveerd. De instelling legt vast wanneer de ruimtetemperatuur-bijschakeling bovendien bij de weersafhankelijke regeling actief moet zijn. Instellingen: 0 Geen ruimtetemperatuur-bijschakeling 1 Ruimtetemperatuur-bijschakeling alleen bij verlaagde werking 2 Ruimtetemperatuur-bijschakeling alleen bij normale werking 3 Ruimtetemperatuur-bijschakeling bij normale en verlaagde werking Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Ruimtetemp.-opschakel. (l/m) Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 tot 3 Inschakeloptimalisatie Bedieningshandleiding Maximale correctie van de aanvoertemperatuur Voorwaarden: Ruimtetemperatuursensor gemonteerd en geactiveerd. Instelling van de maximumwaarde waarmee de aanvoertemperatuur door de ruimtetemperatuur-bijschakeling kan worden veranderd. 182

183 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Maximale correctie van de aanvoertemperatuur (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Max. corr. aanvoer (0/=) Standaardinstelling Instelbereik 10,0 K 0,1 tot 10,0 K A Aanvoertemperatuur B Verschil van gewenste ruimtetemperatuur en buitentemperatuur C Stooklijn D Mogelijk positief correctiebereik (0,1 tot 10,0 K) E Mogelijk negatief correctiebereik (0,1 tot 10,0 K) Ruimteregeling Als een ruimtetemperatuursensor gemonteerd en geactiveerd is, is een ruimtetemperatuurafhankelijke regeling mogelijk. Hiervoor moet deze functie worden geactiveerd. Opmerking Als voor ruimteregeling Ja wordt gekozen, kunnen niveau en steilheid van de stooklijn niet meer worden ingesteld (parameters van de weersafhankelijke regeling). Service Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Ruimteregeling ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEE 183

184 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Niveau en steilheid van de stooklijn instellen Bedieningshandleiding Integrale ruimteregelaar Voorwaarde: Ruimteregeling staat op Ja. Integraal aandeel van de regelkring ruimtetemperatuur. Een hoge waarde zorgt voor een snelle reactie. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Integrale ruimteregelaar ([/ ]) Standaardinstelling 100 Instelbereik 5 tot 1000 Verhoging T.-aanvoer Als er een mengklepcircuit is aangesloten (installatieschema 4 en 6), wordt via deze functie de temperatuurverhoging van het secundaire circuit ten opzichte van het mengklepcircuit ingesteld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verw. circuit 2 & Verhoging T-aanvoer (1/!) Standaardinstelling Instelbereik 0,0 K -10 tot 40,0 K Looptijd mengklep Opmerking Deze instellingen worden alleen gebruikt als onder Parameter mengklep de parameterset 1 (vrije parameters) is ingesteld. Instelling van de tijd die de stelaandrijving van de externe verwarmingscircuitmengklep voor de volledige omschakeling tussen twee bedrijfstoestanden (90 graden) nodig heeft. 184

185 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Looptijd mengklep (vervolg) Te korte looptijden kunnen tot Pulseren van de verwarmingscircuitmengklep leiden. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verw. circuit 2 & Looptijd mengklep (0/=) Standaardinstelling Instelbereik 0:10 min 0:05 tot 4:15 min Parameters mengklep Bij instelling 0 gebruikt de warmtepompregeling de functionaliteit van de KM- BUS mengklep, aan de mengklep wordt alleen de gewenste aanvoertemperatuur opgegeven. Bij instelling 1 worden de mengklepparameters van de warmtepompregeling (bijv. Looptijd mengklep ) gebruiktomdestandvandemengkleptebepalen. Instellingen: 0 KM-BUS mengklep 1 Vrije parameters Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verw. circuit 2 & Parameters mengklep (l/ m) Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 of 1 Service 185

186 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Estrikfunctie Opmerking Het protocol dat door de verwarmingsmonteur wordt opgesteld, moet de volgende informatie over het verwarmen bevatten: & Opwarmgegevens met de betreffende aanvoertemperaturen & Bereikte maximale aanvoertemperatuur & Bedrijfstoestand en buitentemperatuur bij overdracht Na stroomuitval of uitschakelen van de regeling wordt de functie verder voortgezet. Als de estrikfunctie volgens het programma is beëindigd of voor afloop van het programma het temperatuur-tijd-profiel 0 wordt gekozen, wordt het ingestelde bedrijfsprogramma voortgezet. De temperatuur-tijd-profielen 5 tot 15 regelen op de maximale aanvoertemperatuur. Ook bij 2 aangesloten verwarmingscircuits kan slechts 1 tijdprogramma geactiveerd worden. Voor estrikdrogen zijn vier verschillende temperatuur-tijd-profielen beschikbaar. Opmerking Als Tijd voor bouwdrogen is geactiveerd (zie pagina 165), mag hier niet ingegrepen worden. De instellingen onder Tijd voor bouwdrogen staan in direct verband met deze instelling. De instellingen van beide functies beïnvloeden elkaar. Temperatuur-tijd-profiel 1 (volgens EN ) Temperatuur-tijd-profiel 2 (volgens ZV parket- en vloerverwarmingstechniek) A Aanvoertemperatuur B Dagen A Aanvoertemperatuur B Dagen 186

187 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Estrikfunctie (vervolg) Temperatuur-tijd-profiel 3 Temperatuur-tijd-profiel 4 A Aanvoertemperatuur B Dagen A Aanvoertemperatuur B Dagen Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verw. circuit 2 & Estrikfunctie (l/m) Standaardinstelling 0 Instelbereik 0 tot 15 Regelband/dode band mengklep Opmerking Deze instellingen worden alleen gebruikt als onder Parameter mengklep de parameterset 1 (vrije parameters) is ingesteld. De dode band C bepaalt het schommelingsgebied rondom de gewenste aanvoertemperatuur, waarin de mengklep niet reageert (stroomloos is). Zodra de aanvoertemperatuur dit gebied verlaat, begint de mengklepmotor na een pulsduurmodulatie te pulseren (regelband, B en D). Als het gebied van de regelband wordt verlaten, is de mengklep permanent gesloten A (boven de regelband) of open E (onder de regelband). Service 187

188 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Regelband/dode band mengklep (vervolg) Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Regelband mengklep (5/ %) of Dode band mengklep (=/ 0) A Mengklep permanent gesloten B Mengklep gaat dicht (modulerend) C Mengklepmotor is stroomloos D Mengklep gaat open E Mengklep permanent open TV Aanvoertemperatuur TVs Gewenste aanvoertemperatuur ΔTVh Regelband ΔTVt Dode band t Tijd Standaardinstelling Instelbereik Regelband mengklep 4,0 K 2,0 tot 40,0 K Dode band mengklep 1,0 K 0,5 tot 3,0 K natural cooling Als de componenten van de functie natural cooling door de installateur zijn geïnstalleerd, moet voor het gebruik van de functie de installatiedefinitie conform worden aangepast. Deze instelling kan ook via de installatieconfiguratie (zie pagina 113) worden uitgevoerd. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit 188 & Verwarmingscircuit 1/2 & natural cooling ( JA / NEE ) Standaardinstelling NEE

189 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit natural cooling (vervolg) Instelbereik JA/NEE Koelgrens < T-ruimte (koelgrenstemperatuur) Voorwaarde: Functie natural cooling is geactiveerd. De koelgrenstemperatuur definieert de waarde van de buitentemperatuur, bij overschrijding waarvan de koelfunctie natural cooling wordt ingeschakeld. De koelgrenstemperatuur volgt uit de ingestelde, gewenste ruimtetemperatuur en de onder koelgrens > T-ruimte te kiezen waarde. Voorbeeld: De ingestelde gewenste ruimtetemperatuur bedraagt 20 C, de onder koelgrens > T-ruimte ingestelde waarde bedraagt 4,0 K. Stijgt de gemiddelde waarde van de buitentemperatuur tot boven de 24 C (koelgrenstemperatuur), dan wordt de koelfunctie natural cooling ingeschakeld. Daalt de buitentemperatuur tot onder de 23 C, dan wordt de koelfunctie natural cooling door de opgegeven hysterese van 1 K uitgeschakeld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Koelgrens < T-ruimte (5/%) A Gewenste ruimtetemperatuur B Koelgrenstemperatuur C Ingestelde waarde Koelgrens > T-ruimte D Gemiddelde buitentemperatuur E Koelfunctie AAN F Koelfunctie UIT Standaardinstelling Instelbereik 4,0 K 2,0 tot 20,0 K Service Niveau/steilheid koellijn Voorwaarde: Functie natural cooling is geactiveerd. 189

190 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Niveau/steilheid koellijn (vervolg) Een bepaalde buitentemperatuur kan via de parameter Niveau koellijn en Steilh. koellijn aan een bepaalde aanvoertemperatuur van het koelcircuit worden toegekend. De parameter Niveau koellijn verschuift de koellijn langs de aanvoertemperatuuras, de parameter Steilh. koellijn kent bij grotere steilheid van dezelfde buitentemperatuur een lagere aanvoertemperatuur toe. A Aanvoertemperatuur B Buitentemperatuur C Koellijn D Koellijn met hoger niveau (C verschoven) E Koellijn met grotere steilheid Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Niveau koellijn ( +NIVE / NIVE ) of Steilh. koellijn ( +NEIG / NEIG ) Standaardinstelling Instelbereik Niveau koellijn 0 15 tot 40 Steilh. koellijn 1,2 0,0 tot 3,5 natural cooling met mengklep Als voor de natural cooling -functie een mengklep wordt gebruikt en via de KM- BUS wordt aangestuurd, moet voor deze instelling Ja worden gekozen. Daardoor wordt gelijktijdig de storingsbewaking geactiveerd. Als de mengklep niet via de KM-BUS, maar via een aansturing van de installateur (zie ontwerphandleiding Vitocal 200/222/242) wordt geregeld, moet voor deze instelling Nee worden gekozen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren 190 & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & NC met mengklep ( JA / NEE )

191 natural cooling met mengklep (vervolg) Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Standaardinstelling NEE Instelbereik JA/NEE Regelband/dode band natural cooling -mengklep Opmerking Deze instellingen worden alleen gebruikt als onder Parameters koelmengklep de parameterset 1 (vrije parameters) is ingesteld. Functiebeschrijving zie pagina 187. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit Regelband NC mengklep Dode band NC mengklep & Verwarmingscircuit 1/2 & Regelband NC mengklep (%/5) of Dode band NC mengklep (=/0) Standaardinstelling Instelbereik 4,0 K 2,0 tot 40 K 1,0 K 0,5 tot 3,0 K Looptijd koelmengklep Opmerking Deze instellingen worden alleen gebruikt als onder Parameters koelmengklep de parameterset 1 (vrije parameters) is ingesteld. Instelling van de tijd die de stelaandrijving van de koelmengklep voor de volledige omschakeling tussen twee bedrijfstoestanden (90 graden) nodig heeft. Te korte looptijden kunnen tot pulseren vandekoelmengklepleiden. Service Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Looptijd koelmengklep (m/l) Standaardinstelling 0:10 min 191

192 Regelingsinstellingen verwarmingscircuit Looptijd koelmengklep (vervolg) Instelbereik 0:05 tot 4:15 min Parameters koelmengklep Voorwaarde: Functie NC met mengklep is geactiveerd. Bij instelling 0 gebruikt de warmtepompregeling de functionaliteit van de KM- BUS mengklep, aan de mengklep wordt alleen de gewenste aanvoertemperatuur opgegeven. Bij instelling 1 worden de mengklepparameters van de warmtepompregeling (bijv. Looptijd mengklep ) gebruiktomdestandvandemengkleptebepalen. Instellingen: 0 KM-BUS mengklep 1 Vrije parameters Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Verwarmingscircuit & Verwarmingscircuit 1/2 & Parameters koelmengklep (l/m) Standaardinstelling 0 Instelbereik 0/1 192

193 Regelingsinstellingen buffer Buffer Opmerking Deze functie is alleen bij installatieschema 2 beschikbaar. Bij de keuze van installatieschema 4 en 6 wordt de buffer automatisch als installatieonderdeel gedefinieerd. Als bij installatieschema 2 een verwarmingswaterbuffer onderdeel van de installatie is, moet deze hier door de optie Ja te kiezen of via de installatieconfiguratie (zie pagina 113) resp. installatiedefinitie (zie pagina) worden ingesteld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Overige menupunten & Buffer & Buffer ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik NEE JA/NEE Programma buffer Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 193) de optie Ja is gekozen. Bedieningshandleiding Vaste temperatuur Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 193) de optie Ja is gekozen. De temperatuur kan niet hoger ingesteld worden dan de onder Max.-temperatuur (zie pagina 194) gekozen instelling. Service Instelling van de temperatuur waarop de verwarmingswaterbuffer wordt opgewarmd als een oplading volgt en onder Progr-buffer (zie bedieningshandleiding) het programma Constante is gekozen. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Overige menupunten & Buffer & Vaste temperatuur (1/!) Standaardinstelling 50 C 193

194 Regelingsinstellingen buffer Vaste temperatuur (vervolg) Instelbereik 1 tot 60 C Hysterese temperatuur Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 193) de optie Ja is gekozen. De instelling bepaalt bij welke afwijking van de ingestelde gewenste temperatuur de boileropwarming wordt in- en uitgeschakeld. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Overige menupunten & Buffer & Hysterese temp. (1/!) Standaardinstelling Instelbereik 5 K 2 tot 20 K A Gewenste temperatuur B Inschakelhysterese C Boilerverwarming UIT D Boilerverwarming AAN Maximumtemperatuur Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 193) de optie Ja is gekozen. Instelling van de maximumtemperatuur in de verwarmingswaterbuffer. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Overige menupunten 194 & Buffer & Max. temperatuur (1/!) Standaardinstelling 60 C Instelbereik 1 tot 70 C

195 Regelingsinstellingen buffer Uitschakeloptimalisatie Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 193) de optie Ja is gekozen. De uitschakeloptimalisatie garandeert dat bij ingestelde schakeltijden (zie bedieningshandleiding) de buffer tot het einde van de normale werking altijd volledig is verwarmd. Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Overige menupunten & Buffer & Uitschakeloptimalisatie ( JA / NEE ) Standaardinstelling Instelbereik JA JA/NEE Reactie overschot Opmerking Deze functie is bij installatieschema 2 alleen dan beschikbaar als onder Buffer (zie pagina 193) de optie Ja is gekozen. Coördinatie van de warmteafname in het secundaire circuit bij overschotproductie door de warmtepomp of plotseling verminderde afname in het secundaire circuit. Instellingen: 0 Geen warmteafname 1 Warmteafname alleen bij kritiek overschot, d.w.z. als kritieke temperaturen in het warmtepompcircuit bereikt werden of de minimumlooptijd van de warmtepomp nog niet is bereikt. 2 Warmteafname ook dan als het warmteoverschot voor de warmtepomp niet kritiek is. Service Toegang & Toestelinstellingen & Programmeren & Overige menupunten & Buffer & Reactie overschot (l/m) Standaardinstelling 2 Instelbereik 0 tot 2 195

196 Componenten Weerstandslijnen van de sensoren Ruimtetemperatuursensor (Ni 500) Interne sensoren, temperatuursensor in de verwarmingswaterbuffer en collectortemperatuursensor (Pt500) Buitentemperatuursensor (Ni500) 196

197 Componenten Zekering De enige verwisselbare zekering bevindt zich in de zekeringhouder naast de installatieschakelaar in de bedieningseenheid. Zekering: T 6,3 A, 250 V Max. vermogensverlies 2,5 W A Zekeringhouder B Installatieschakelaar C Rode LED D Groene LED Gevaar Het aanraken van spanningvoerende onderdelen kan tot een gevaarlijke stroom door het lichaam leiden. Bij werkzaamheden aan het toestel beslist ook de laststroomkring spanningsvrij schakelen. Door het verwijderen van de zekering naast de bedieningseenheid is de laststroomkring niet spanningsvrij. Service 197

198 Aansluit- en bedradingsschema's Overzicht van de printplaten en aansluitmogelijkheden Opmerking Het is slechts een schematische weergave. A B C D E F G H K L M N 198 Hoofdprintplaat Bedieningseenheid Optolink-interface Sensoren Stappenmotor mengklep (intern) Sensoren en besturingsingangen Schakeladapter Verwarmingswater-doorstroomtoestel Compressor met aansturing Primaire pomp Extra printplaat Zwerfstroomanode O Secundaire pomp P Solarcircuitpomp (alleen Vitocal 242) R Boilerlaadpomp S Veiligheidscircuit T Hoofdaansluitgebied op de schakeldoos 400/230 V U Aanstuurmodule met fasebewaker V Softstarter massieve as (vermogensafhankelijk) X60 Hoofdaansluitgebied voor extern aansluitingen op de schakeldoos

199 Aansluit- en bedradingsschema's Hoofdaansluitgebied Service A X B X C X D X Netaansluiting regeling 2 Netaansluiting verwarmingswater-doorstroomtoestel (400 V) 199

200 Aansluit- en bedradingsschema's Hoofdaansluitgebied (vervolg) 3 Netaansluiting verwarmingswater-doorstroomtoestel (230 V) 4 Drukschakelaar grondcircuit 5 Brug voor drukschakelaar grondcircuit, zie gedetailleerde beschrijving B op pagina 201 en CV-pomp direct verwarmingscircuit 7 Circulatiepomp 8 Uitbreidingsset natural cooling 9 Verzamelstoringsgmelding qp Blokkering door energiebedrijf qq Collectortemperatuursensor (alleen bij Vitocal 242) qw KM-BUS: KM-BUS-verdeler qe KM-BUS: Afstandsbediening Vitotrol 200 qr KM-BUS: Uitbreidingsset voor een verwarmings- en/of koelcircuit met mengklep, bijv. op de KM-BUS-verdeler aangesloten. qt Ruimtetemperatuursensor qz Buitentemperatuursensor qu Temperatuursensor verwarmingswaterbuffer qi Nulleider voor regeling bij gescheiden aardlekcircuits qo Signaal van het koelcircuit wp Veiligheidscircuit, zie gedetailleerde beschrijving A op pagina 201 en 202 wq Signaal van de faseregelaar (alleen bij 400 V-toestellen) ww Compressorrelais, zie gedetailleerde beschrijving B op pagina 201 en 202 we Compressor wr Primaire pomp wt Optioneel wz Nulleider voor verwarmingswater-doorstroomtoestel bij gescheiden aardlekcircuits HDE Naar het verwarmingswaterdoorstroomtoestel HLP Naar de hoofdprintplaat S1 Netschakelaar regeling X50. Klemmen op de interne DIN-rail in de schakeldoos X60. Hoofdaansluitgebied voor externe aansluitingen op de schakeldoos X70. PE-steunpunt X80. Klemmen op de aanstuurmodule onder de schakeldoos X90. Verbinding vandeschakeldoos naar de aanstuurmodule ZLP Extra printplaat 200

201 Aansluit- en bedradingsschema's Veiligheidscircuit 400 V-toestellen B Conform gebied 5 en ww in afb. op pagina 199 C Van de netschakelaar (zie pagina 199) D Fasebewaker E Motorbeveiligingsrelais compressor F Optioneel geplaatst thermisch contact G Terugmelding draaistroombewaker aan hoofdprintplaat H Hogedrukregeling K Temperatuurbewaker rookgas L Lagedrukveiligheid M Terugmelding veiligheidscircuit koelcircuit aan hoofdprintplaat N Compressorrelais (printplaat) O Brug gronddrukbewaker P Compressorrelais op aanstuurmodule Service A Conform gebied qo in afb. op pagina

202 Aansluit- en bedradingsschema's Veiligheidscircuit 230 V-toestellen B Conform gebied 5 en ww in afb. op pagina 199 C Van de netschakelaar (zie pagina 199) D Motorbeveiligingsrelais compressor E Thermische beveiliging softstarter massieve as F Terugmelding veiligheidscircuit aan hoofdprintplaat G Hogedrukregeling H Temperatuurbewaker rookgas K Lagedrukveiligheid L Terugmelding veiligheidscircuit koelcircuit aan hoofdprintplaat M Compressorrelais (printplaat) N Brug gronddrukbewaker O Compressorrelais op aanstuurmodule A Conform gebied qo in afb. op pagina

203 Linkergedeelte van de hoofdprintplaat Aansluit- en bedradingsschema's Service A B C D E Temperatuursensor secundaire retour Boilerlaadpomp voor geïntegreerd boilerlaadsysteem AanX50.,X60.enX80. Solarcircuitpomp (alleen Vitocal 242) Secundaire pomp F G H K Naar de schakeladapter (zie onderste gedeelte van de hoofdprintplaat op pagina 205) Aan C op bovenste gedeelte van de hoofdprintplaat (zie pagina 205) Printplaat zwerfstroomanode Naar de zwerfstroomanode 203

204 Aansluit- en bedradingsschema's Linkergedeelte van de hoofdprintplaat (vervolg) X50. Klemmen op de interne DIN-rail in de schakeldoos X60. Hoofdaansluitgebied voor extern aansluitingen op de schakeldoos 204

205 Aansluit- en bedradingsschema's Bovenste en onderste gedeelte van de hoofdprintplaat Service A Bedieningseenheid B Optolink-interface C Aan H (printplaat zwerfstroomanode) op pagina 203 D Schakeladapter E Netingang schakeladapter 230 V~ F Verwarmingselement 4 op K8 G Verwarmingselement 3 op K7 H Verwarmingselement 2 op K6 K Verwarmingselement 1 op K6 205

206 Aansluit- en bedradingsschema's Bovenste en onderste gedeelte van de... (vervolg) L Nulleider voor verwarmingswaterdoorstroomtoestel bij gescheiden aardlekcircuits M Voeding (L1) verwarmingselement 1en2* 1 N Voeding (L2) verwarmingselement 3* 1 O Voeding (L3) verwarmingselement 4* 1 *1 Aardleidingverzamelpunt bevindt zich op de behuizing van de elektronica 206

207 Rechtergedeelte van de hoofdprintplaat Aansluit- en bedradingsschema's Service A B Aanvoertemperatuursensor secundair circuit Onderste boilertemperatuursensor C D E Retourtemperatuursensor van het solarcircuit Bovenste boilertemperatuursensor Naar de extra printplaat 207

208 Aansluit- en bedradingsschema's Rechtergedeelte van de hoofdprintplaat (vervolg) F G H Alternatief intern overbrugd Stappenmotor mengklep verwarmen/warm water Aanvoertemperatuursensor primair circuit K Brug veiligheidscircuit (WW- SHK) X60. Hoofdaansluitgebied voor extern aansluitingen op de schakeldoos 208

209 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 242-G Aanwijzing voor bestelling van reserveonderdelen! Bij bestelling dienen het bestelnr., het fabricagenr. (zie typeplaatje) en het positienummer van het onderdeel (uit deze onderdelenlijst) te worden vermeld. Courante onderdelen vindt u bij de plaatselijke vakhandel. 001 Flens met pakking 002 Blindflens met pakking 003 Pakking 004 Ti-elektrode met aansluitkabel 005 Vermogensprintplaat CD Zekeringdop 007 Zekeringhouder 008 Wipschakelaar, 2-polig 009 Bedieningsgedeelte CD Temperatuursensor 011 Ruimtetemperatuursensor 012 Bodemplaat 013 Achterplaat 014 Bodemplaat boven 015 Hoekplaat 016 Versterkingsbeugel 017 Zijplaat rechtsboven 018 Zijplaat linksboven 019 Zijplaat rechts 020 Zijplaat links 021 Frontplaat onder 022 Frontplaat boven 023 Houder boven 024 Afdekklep 025 Isolatie boven 026 Isolatie onder 027 Slang opvangbak 028 Opvangbak 029 Veiligheidsklep R ½, 6 bar 030 Circulatiepompmotor solarcircuit 031 Circulatiepompmotor verwarmingscircuit weg-klep met stappenmotor 033 Snelontluchter 034 Manometer solarcircuit 035 Doorstroomtoestel 6 kw 036 Verbindingsklem 037 Aftapkraan R ½ 038 Blokkeerklep DN Veiligheidsgroep DN 20, 10 bar 040 Veiligheidsklep R ¾ x R 1, 10 bar 041 Pakkingset 042 Pakkingset 043 Pakkingring R Bevestigingselementen 047 Warmtepompmodule 200/106, 400 V 048 Warmtepompmodule 200/108, 400 V 049 Warmtepompmodule 200/110, 400 V 050 Printplaat met 4 relais 051 Printplaat zwerfstroomanode 052 Buitentemperatuursensor 053 Bovenplaat voor 054 Bovenplaat achter 056 Circulatiepompmotor grond, BWT 106, 230/400 V 057 Circulatiepompmotor grond, BWT 108/110, 400 V 058 Circulatiepompmotor SLS Platenwarmtewisselaar 060 Membraanveiligheidsklep 3 bar 061 Ribbelbuis DN weg-kogelkraan G Vularmatuur DN 20, G 1 x G Manometer verwarmingscircuit 065 Schakeladapter 30 W 066 Afdekking onder 069 Aanstuurmodule AS2 voor BWT 106, 400 V 070 Aanstuurmodule AS3 voor BWT 108, 400 V 071 Aanstuurmodule AS4 voor BWT 110, 400 V 209 Service

210 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 242-G (vervolg) 072 Softstarter massieve as voor BWT 108/110, 400 V 073 Fasebewaker 400 V 074 Brugstekker fasebewaker 400 V 075 Temperatuursensor 076 Borgveer 077 Thermoschakelaar 078 Warmtepompmodule 200/106, 230 V V 079 Warmtepompmodule 200/108, 230 V V 080 Warmtepompmodule 200/110, 230 V V 081 Circulatiepompmotor grond, BWT 108/110, 230 V 082 Aanstuurmodule AS7 voor BWT 106, 230 V 083 Aanstuurmodule AS8 voor BWT 108, 230 V 084 Aanstuurmodule AS9 voor BWT 110, 230 V 085 Softstarter massieve as voor BWT 106/108/110, 230 V 086 Bedrijfscondensator softstarter massieve as voor BWT 106, 230 V 087 Bedrijfscondensator softstarter massieve as voor BWT 108, 230 V 088 Bedrijfscondensator softstarter massieve as voor BWT 110, 230 V 089 Sifon Onderdelen zonder afbeelding 045 Lakstift vitowit 046 Spuitbus vitowit 067 Montage- en servicehandleiding 068 Bedieningshandleiding A Typeplaatje B Typeplaatje warmwaterboiler 210

211 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 242-G (vervolg) Service 211

212 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 242-G (vervolg) 212

213 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 242-G (vervolg) Service 213

214 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 242-G (vervolg) 214

215 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 222-G Aanwijzing voor bestelling van reserveonderdelen! Bij bestelling dienen het bestelnr., het fabricagenr. (zie typeplaatje) en het positienummer van het onderdeel (uit deze onderdelenlijst) te worden vermeld. Courante onderdelen vindt u bij de plaatselijke vakhandel. 001 Flens met pakking 002 Blindflens met pakking 003 Pakking 004 Ti-elektrode met aansluitkabel 005 Vermogensprintplaat CD Zekeringdop 007 Zekeringhouder 008 Wipschakelaar, 2-polig 009 Bedieningsgedeelte CD Temperatuursensor 011 Ruimtetemperatuursensor 012 Bodemplaat 013 Achterplaat 014 Bodemplaat boven 015 Hoekplaat 016 Versterkingsbeugel 017 Zijplaat rechtsboven 018 Zijplaat linksboven 019 Zijplaat rechts 020 Zijplaat links 021 Frontplaat onder 022 Frontplaat boven 023 Houder boven 024 Afdekklep 025 Isolatie boven 026 Isolatie onder 031 Circulatiepompmotor verwarmingscircuit weg-klep met stappenmotor 033 Snelontluchter 034 Manometer solarcircuit 035 Doorstroomtoestel 6 kw 036 Verbindingsklem 038 Blokkeerklep DN Pakkingset 042 Pakkingset 044 Bevestigingselementen 047 Warmtepompmodule 200/106, 400 V 048 Warmtepompmodule 200/108, 400 V 049 Warmtepompmodule 200/110, 400 V 050 Printplaat met 4 relais 051 Printplaat zwerfstroomanode 052 Buitentemperatuursensor 053 Bovenplaat voor 054 Bovenplaat achter 055 Deksel regeling 056 Circulatiepompmotor grond, BWT 106, 230/400 V 057 Circulatiepompmotor grond, BWT 108/110, 400 V 058 Circulatiepompmotor SLS Platenwarmtewisselaar 060 Membraanveiligheidsklep 3 bar 061 Ribbelbuis DN Manometer verwarmingscircuit 065 Schakeladapter 30 W 066 Afdekking onder 069 Aanstuurmodule AS2 voor BWT 106, 400 V 070 Aanstuurmodule AS3 voor BWT 108, 400 V 071 Aanstuurmodule AS4 voor BWT 110, 400 V 072 Softstarter massieve as voor BWT 108/110, 400 V 073 Fasebewaker 400 V 074 Brugstekker fasebewaker 400 V 075 Temperatuursensor 076 Borgveer 077 Thermoschakelaar 078 Warmtepompmodule 200/106, 230 V V 215 Service

216 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 222-G (vervolg) 079 Warmtepompmodule 200/108, 230 V V 080 Warmtepompmodule 200/110, 230 V V 081 Circulatiepompmotor grond, BWT 108/110, 230 V 082 Aanstuurmodule AS7 voor BWT 106, 230 V 083 Aanstuurmodule AS8 voor BWT 108, 230 V 084 Aanstuurmodule AS9 voor BWT 110, 230 V 085 Softstarter massieve as voor BWT 106/108/110, 230 V 086 Bedrijfscondensator softstarter massieve as voor BWT 106, 230 V 087 Bedrijfscondensator softstarter massieve as voor BWT 108, 230 V 088 Bedrijfscondensator softstarter massieve as voor BWT 110, 230 V Onderdelen zonder afbeelding 045 Lakstift vitowit 046 Spuitbus vitowit 067 Montage- en servicehandleiding 068 Bedieningshandleiding A Typeplaatje B Typeplaatje warmwaterboiler 216

217 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 222-G (vervolg) Service 217

218 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 222-G (vervolg) 218

219 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 222-G (vervolg) Service 219

220 Onderdelenlijsten Onderdelenlijst Vitocal 222-G (vervolg) 220

221 Protocollen Protocol van de hydraulische parameters Instel- en meetwaarden Gewenste waarde Interne reiniging warmwaterboiler Vortsbeschermingsconcentratie C 15 (grondmedium) Test secundaire pomp Temperatuur secundaire aanvoer gestegen? Ja Temperatuur secundaire retour gestegen? Ja Temperatuurverschil ΔT 3K Test solarcircuitpomp (alleen bij Vitocal 242) Temperatuur solarretour gestegen? Ja Test externe pompen van de verwarmingscircuits Verwarmingsaanvoertemperatuur C Verwarmingsretourtemperatuur C Ruimtetemperatuur C Temperatuurverschil verwarmingsaanvoer/ buffer K ±2 Verwarmingsretourtemp. > ruimtetemp. Ja Onder de volgende omstandigheden meten: Soort circulatiepomp Trap van circulatiepomp Instelling overstortklep Test primaire pomp Temperatuur Primair Aan C Temperatuur primaire uitgang C Temperatuurverschil ΔT bij: Secundaire aanvoer =35 Cen Primair K 3 tot 5 Aan =10 C of Secundaire aanvoer =35 Cen Primair K 2 tot 4 Aan =0 C Pomphuis primaire koelcircuitpomp Nee wordt warm? Test mengklep, warmtepomp en boilerverwarming Onder de volgende omstandigheden gemeten: Ruimtetemperatuur C Buitenluchttemperatuur C Eerste inbedrijfstelling 221 Service

222 Protocollen Protocol van de hydraulische parameters (vervolg) Instel- en meetwaarden Gewenste waarde Eerste inbedrijfstelling Mengklep en warmtepomp verwarming Temperatuur WW boiler boven constant? Ja (±1 K) Temperatuur secundaire aanvoer C van: naar: Warmtepomp boilerverwarming Temperatuur secundaire aanvoer C van: naar: Temperatuur WW boiler boven C van: naar: Protocol van de regelingsparameters Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Installatiedefinitie Installatieschema 2,4en6* 1 2 Taal * 2 Deutsch Contact energiebedrijf: Nee/Ja Nee 1S Gemiddelde tijd buitentemp. 0:10 tot 100:00 h 22:00 h Verwarmingsgrens < 0 tot 20 K 4 K T-ruimte Temperatuurgrens -30 tot 30 C -30 C voor verl. werking Vorstbeschermingstemperatuur -15 tot 15 C 1 C Warmtepomp Blokkering door energiebedrijf Nee/Ja Ja Max. aanvoertemperatuur 25tot60 C 60 C Eerste inbedrijfstelling *1 2: een direct verwarmingscircuit met warm water; 4: een direct verwarmingscircuit, een gemengd verwarmingscircuit (met buffer): 6: een direct verwarmingscircuit, een gemengd verwarmingscircuit (met buffer). *2 Duits; Engels; Frans; Italiaans; Zweeds; Nederlands; Fins; Pools. 222

223 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Min. retourtemperatuur 1 tot 40 C 5 C Min. T.-primair Aan -10 tot 20 C -4 C Hysterese T.-primair 1 tot 20 K 5 K Looptijd minimaal 2:00 tot 30:00 min 2:00 min Min. compressor Uit 00:20 tot 30:00 min 10:00 min Aanvoer primaire 00:10 tot 16:40 min 2:00 min pomp Aanvoer secundaire 00:10 tot 16:40 min 2:00 min pomp Optimale looptijd 00:20 tot 24:00 h 2:00 h Verwarmingswater-doorstroomtoestel E-verwarming Nee/Ja Ja Blokkering door energiebedrijf Nee/Ja Ja Verwarmen met elektriciteit Nee/Ja Ja Warm water met elektriciteit Nee/Ja Ja Max. aanvoertemperatuur 5 tot 75 C 65 C Wachttijd verwarmingsstaaf 0.00 tot 5.00 h 0:30 h Drempel elektrische 10 tot K min 300 K min verwarming Max. trap E-verwarming 1tot3 3 Interne hydraulica Warmtepomp voor Nee/Ja Nee bouwdrogen Tijd bouwdrogen 0 tot 30 dagen 0 dagen ( Uit ) Hysterese aanvoer 0,5 tot 5,0 K 2,0 K Nalopen interne pomp 00:10 tot 05:00 min 02:00 min Max. stappen 3-wegklep tot Zonnecollector (alleen bij Vitocal 242) Zonnecollector Nee/Ja Nee Max. temperatuur 100 tot 300 C 130 C Eerste inbedrijfstelling 223 Service

224 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Hysterese solarcircuitpomp 3,0 tot 20,0 K 7,0 K aan Hysterese solarcircuitpomp 1,0 tot 15,0 K 3,0 K uit Hysterese pompkick 3,0 tot 20,0 K 3,5 K Looptijd pompkick 00:01 00:02 min tot 00:20 min Dode tijd pompkick 01:00 tot 60:00 min 01:00 min Debiet 10 tot 500 l/h 100 l/h Warm water Temperatuur warmwaterboiler 10tot70 C 50 C Temperatuur programma Weekprogramma UIT warm water Programma circulatiepomp Weekprogramma UIT Werking 0tot6* 1 4 Warmwaterboiler max. 20 tot 80 C 60 C Hysterese elektrische 2 tot 30 K 10 K verwarming warm water Hysterese 1tot10K 7K Inschakeloptimalisatie Nee/Ja Ja Uitschakeloptimalisatie Nee/Ja Ja Extra functie warm Nee/Ja Nee water 2. Gewenste temperatuur 10 tot 70 C 60 C warm water Boilervolume voor WP Nee/Ja Ja Reactie overschot 0tot2* 2 2 Warm water voorrang Nee/Ja Ja Max. looptijd warm 00:10 tot 24:00 h 04:00 h water Max. onderbreking 00:10 tot 24:00 h 01:30 h warm water Verwarmingscircuit 224 Eerste inbedrijfstelling *1 0: stand-by; 1:verlaagd; 2:normaal; 3: constante; 4: draaischakelaar; 5:extern; 6: schakeltijden. *2 0: geen reactie; 1: afname alleen bij kritiek overschot; 2: altijd afname.

225 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Normale temperatuur 10 tot 30 C 20 C Verlaagde temperatuur 10tot30 C 14 C Temp. programma VC Weekprogramma UIT Afstandsbediening Nee/Ja Nee Werking 0tot7* 1 4 Max. aanvoertemperatuur 10tot70 C 40 C Min. aanvoertemperatuur 1 tot 30 C 10 C Warm water bij partyfunctie Nee/Ja Ja Reactie overschot 0tot2* 2 2 Ruimtetemperatuursensor Nee/Ja Nee Steilheid ruimtebijschakeling 0 tot Ruimtetemperatuurbijschakeling 0tot3* 3 Inschakeloptimalisatie Nee/Ja Nee Max. correctie aanvoer 0,1 tot 10,0 K 10,0 K Ruimteregeling Nee/Ja Nee Niveau stooklijn -15 tot 40 K 0 K Steilheid stooklijn 0,0 tot 3,5 0,6 Integrale ruimteregelaar 5 tot Verhoging T-aanvoer -10 tot 40 K 0 K Looptijd mengklep 0:05 tot 4:15 min 0:10 min Parameters mengklep 0/1 0 Estrikfunctie 0 tot 15 0 (passief) Regelband mengklep 2 tot 40 K 4 K Dode band mengklep 0,5 tot 3 K 1 K Natural cooling Nee/Ja Nee Koelgrens < T-ruimte 2 tot 20 K 4 K Eerste inbedrijfstelling Service *1 0: stand-by; 1: verlaagd; 2: normaal; 3 constante (op max. aanvoertemperatuur); 4: draaischakelaar; 5: extern (zonder functie); 6: schakeltijden; 7: afstandsbediening. *2 0: geen reactie; 1: afname alleen bij kritiek overschot; 2: altijd afname. *3 0: nooit; 1: alleen verlaagde werking; 2: alleen normale werking; 3: in verlaagde en in normale werking. 225

226 Protocollen Protocol van de regelingsparameters (vervolg) Instelparameter Instelbereik Standaardinstelling Niveau koellijn -15 tot 40 0 Steilheid koellijn 0,0 tot 3,5 1,2 natural cooling met Nee/Ja Nee mengklep Regelband natural 2 tot 40 K 4 K cooling -mengklep Dode band natural 0,5tot3K 1K cooling -mengklep Looptijd koelmengklep 0:05 tot 4:15 min 0:10 min Parameters koelmengklep 0/1 0 Verwarmingswaterbuffer Buffer Nee/Ja Nee Programma buffer Weekprogramma UIT Vaste temperatuur 1 tot 60 C 50 C Hysterese temperatuur 2 tot 20 K 5 K Max. temperatuur 1 tot 70 C 60 C Uitschakeloptimalisatie Nee/Ja Ja Reactie overschot 0tot2* 1 2 Eerste inbedrijfstelling *1 0: geen reactie; 1: afname alleen bij kritiek overschot; 2: altijd afname. 226

227 Technische gegevens 400 V-toestellen Technische gegevens 400 V-toestellen Vitocal 242-G/222-G Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 Vermogensgegevens warmtepomp* 1 Warmtepompmodule Type 200/ / /110 Nominaal vermogen kw 6,1 7,7 9,7 Koelvermogen kw 4,7 6,9 7,5 El. vermogensopname kw 1,4 1,8 2,2 Vermogenscoëfficiënt (COP) Bij verwarming 4,3 4,3 4,3 Vermogensgegevens verwarmingswater-doorstroomtoestel Vermogen kw trapsgewijs 2/4/6 Max. vermogen kw 12,1 13,7 15,7 Grond (primair) Inhoud l 1,6 2,1 2,6 Min. debiet* 2 l/h Max. externe doorstroomweerstand mbar Max. inlaattemperatuur C Min. inlaattemperatuur C Verwarmingswater (secundair) Inhoud, warmtepomp l 1,6 1,8 2,0 Inhoud, totaal l 7,0 7,2 7,4 Min. debiet* 2 l/h Max. externe doorstroomweerstand mbar Max. aanvoertemperatuur C Solarmedium (alleen bij Vitocal 242) Inhoud l 16,0 16,0 16,0 Max. externe doorstroomweerstand mbar Elektrische waarden Service *1 Bij bedrijfspunt B0/W35 volgens EN 255: B0 = grondinlaattemperatuur 0 C/W 35 = verwarmingswater-uitlaattemperatuur 35 C. Zie gegevensblad voor meer bedrijfspunten. *2 Minimumdebiet absoluut aanhouden. 227

228 Technische gegevens 400 V-toestellen Technische gegevens 400 V-toestellen (vervolg) Vitocal 242-G/222-G Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 Nom. spanning (warmtepomp) 3/N/PE400V/50Hz Nom. spanning (verwar- 3/N/PE400V/50Hz mingswater-doorstroom- toestel) Nom. spanning (stuurstroomkring) 230 V/50 Hz Nom. stroom (compressor) A 5,5 6,0 8,0 Aanloopstroom (compressor) A 25,0 14,0* 1 20,0* 1 Aanloopstroom (compressor A 32,0 35,0 48,0 bij geblokkeerde rotor) El. vermogensopname & Regeling W <10 <10 <10 & Circulatiepomp grondcircuit W 62/92/ /175/ 195/175/120 bij trap 1/2/3 120 & Circulatiepomp verwarmingscircuit W 45/75/110 bij trap1/2/3 & Circulatiepomp voor boilerverwarming W 45/66/89 bij trap 1/ 2/3 & Circulatiepomp solarcircuit W 45 (alleen bij Vitocal 242) Zekering A * * 2 Beschermingsgraad IP 20 Zekering (intern) T 6,3 A H Koelcircuit Koelmedium R 410 A Inhoud kg 1,05 1,20 1,35 Compressor Type Scroll hermetisch gesloten Gegevens van het volledige toestel Afmetingen & Totale lengte mm & Totale breedte mm & Totale hoogte mm & Kantelmaat mm *1 Met aanloopstroombegrenzer (softstarter massieve as). Z-karakteristiek vereist ter bescherming. *2 Z-karakteristiek nodig. 228

229 Technische gegevens 400 V-toestellen (vervolg) Technische gegevens 400 V-toestellen Vitocal 242-G/222-G Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 Gewichten Vitocal 242 & Totaal gewicht kg & Gewicht basistoestel kg & Gewicht warmtepomp kg Gewichten Vitocal 222 & Totaal gewicht kg & Gewicht basistoestel kg & Gewicht warmtepomp kg Toegest. werkdruk Grondcircuit (primair) bar 4,0 4,0 4,0 Verwarmingscircuit (secundair) bar 3,0 3,0 3,0 Solarcircuit (alleen bij bar 6,0 6,0 6,0 Vitocal 242) Warmwaterboiler (tapwaterzijde) bar 10,0 10,0 10,0 Service 229

230 Technische gegevens 400 V-toestellen Technische gegevens 400 V-toestellen (vervolg) Vitocal 242-G/222-G Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 Aansluitingen Primaire aanvoer en retour (grond) naar keuze Rp ¾ of multi-steeksysteem DN 20 Verwarmingsaanvoer en - Multi-steeksysteem DN 20 retour Solaraanvoer en -retour Multi-steeksysteem DN 20 (alleen bij Vitocal 242) Koud water, warm water R ¾ ¾ ¾ Tapwatercirculatie R ¾ ¾ ¾ Afvoer (overloop) DN Warmwaterboiler Inhoud l Continuvermogen warm l/h water Warmwater-vermogenskengetal 1,5 1,5 1,5 NL Max. taphoeveelheid bij het aangegeven warmwatervermogenskengetal NL en tapwaterverwarming van 10 naar 45 C l/min 16,8 16,8 16,8 Aansluitbaar collectoroppervlak (alleen bij Vitocal 242) & Vitosol 200-F m & Vitosol 200-T, 300-T m Productwaarden (volgens EnEV, verwarming zonder verwarmingswater-doorstroomtoestel) Nominaal vermogen kw 6,1 7,7 9,7 Vermogenscoëfficiënt N 4,3 4,3 4,3 Bij 0 C/35 C Correctiefactor 0 C 1,087 1,087 1,087 Factor Δt = 7 K 0,995 0,987 0,956 Verbruiksfactor verwarmen 0,215 0,217 0,221 Bij 0 C/35 C Verbruiksfactor tapwater Bij 0 C/35 C 0,256 0,257 0,

231 Technische gegevens 230 V-toestellen Technische gegevens 230 V-toestellen Vitocal 242-G/222-G Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 Vermogensgegevens warmtepomp* 1 Warmtepompmodule Type 200/ / /110 Nominaal vermogen kw 6,2 7,6 9,7 Koelvermogen kw 4,6 5,7 7,3 El. vermogensopname kw 1,6 1,9 2,4 Vermogenscoëfficiënt (COP) Bij verwarming 3,9 4,0 4,0 Vermogensgegevens verwarmingswater-doorstroomtoestel Vermogen kw trapsgewijs 2/4/6 Max. vermogen kw 12,2 13,6 15,7 Grond (primair) Inhoud l 1,6 2,1 2,6 Min. debiet* 2 l/h Max. externe doorstroomweerstand mbar Max. inlaattemperatuur C Min. inlaattemperatuur C Verwarmingswater (secundair) Inhoud, warmtepomp l 1,6 1,8 2,0 Inhoud, totaal l 7,0 7,2 7,4 Min. debiet* 2 l/h Max. externe doorstroomweerstand mbar Max. aanvoertemperatuur C Solarmedium (alleen bij Vitocal 242) Inhoud l 16,0 16,0 16,0 Max. externe doorstroomweerstand mbar Elektrische waarden Nom. spanning (warmtepomp) 1/N/PE230V/50Hz Service *1 Bij bedrijfspunt B0/W35 volgens EN 255: B0 = grondinlaattemperatuur 0 C/W 35 = verwarmingswater-uitlaattemperatuur 35 C. Zie gegevensblad voor meer bedrijfspunten. *2 Minimumdebiet absoluut aanhouden. 231

232 Technische gegevens 230 V-toestellen Technische gegevens 230 V-toestellen (vervolg) Vitocal 242-G/222-G Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 Nom. spanning (verwar- 1/N/PE230V/50Hz mingswater-doorstroom- toestel) Nom. spanning (stuurstroomkring) 230V/50Hz Nom. stroom (compressor) A Aanloopstroom (compressor)* A < 45 < 45 <45* 1 1 Aanloopstroom (compressor A bij geblokkeerde rotor) El. vermogensopname & Regeling W <10 <10 <10 & Circulatiepomp grondcircuit W 62/92/ /133/87 165/133/87 bij trap 1/2/3 & Circulatiepomp verwarmingscircuit W 45/75/110 bij trap1/2/3 & Circulatiepomp voor boilerverwarming W 45/66/89 bij trap 1/ 2/3 & Circulatiepomp solarcircuit W 45 (alleen bij Vitocal 242) Zekering* 2 A * 2 Beschermingsgraad IP 20 Zekering (intern) T 6,3 A H Koelcircuit Koelmedium R 410 A Inhoud kg 1,05 1,20 1,35 Compressor Type Scroll hermetisch gesloten Gegevens van het volledige toestel Afmetingen & Totale lengte mm & Totale breedte mm & Totale hoogte mm & Kantelmaat mm Gewichten Vitocal 242 & Totaal gewicht kg *1 Met aanloopstroombegrenzer (softstarter massieve as). Z-karakteristiek vereist ter bescherming. *2 Z-karakteristiek nodig. 232

233 Technische gegevens 230 V-toestellen (vervolg) Technische gegevens 230 V-toestellen Vitocal 242-G/222-G Type BWT 106 BWT 108 BWT 110 & Gewicht basistoestel kg & Gewicht warmtepomp kg Gewichten Vitocal 222 & Totaal gewicht kg & Gewicht basistoestel kg & Gewicht warmtepomp kg Toegest. werkdruk Grondcircuit (primair) bar 4,0 4,0 4,0 Verwarmingscircuit (secundair) bar 3,0 3,0 3,0 Solarcircuit (alleen bij bar 6,0 6,0 6,0 Vitocal 242) Warmwaterboiler bar 10,0 10,0 10,0 (tapwaterzijde) Aansluitingen Primaire aanvoer en retour (grond) naar keuze Rp ¾ of multi-steeksysteem DN 20 Verwarmingsaanvoer en - Multi-steeksysteem DN 20 retour Solaraanvoer en -retour Multi-steeksysteem DN 20 (alleen bij Vitocal 242) Koud water, warm water R ¾ ¾ ¾ Tapwatercirculatie R ¾ ¾ ¾ Afvoer (overloop) DN Warmwaterboiler Inhoud l Continuvermogen warm l/h water Warmwater-vermogenskengetal 1,5 1,5 1,5 NL Max. taphoeveelheid bij het aangegeven warmwatervermogenskengetal NL en tapwaterverwarming van 10 naar 45 C l/min 16,8 16,8 16,8 Aansluitbaar collectoroppervlak (alleen bij Vitocal 242) & Vitosol 200-F m & Vitosol 200-T, 300-T m Service 233

234 Appendix Opdracht voor eerste inbedrijfstelling van Vitocal 242/242 Zend de volgende opdracht met bijgevoegd installatieschema per fax aan uw Viessmann-verkoopkantoor. Wij verzoeken u ervoor te zorgen dat bij inbedrijfstelling een medewerker met kennis van zaken aanwezig is. 234

235 Verklaringen Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring voor Vitocal 242-G Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het product Vitocal 242-G inclusief de warmtepompregeling CD70 met de volgende normen overeenstemt: AD-bladen met toelichtingen en verklaringen EN DIN4753 EN DIN8901 EN EN 292 EN EN 294 EN EN 349 ISO 5149 EN 378 VDE EN VDE EN VGB 20 Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met _ gekenmerkt: 89/336/EG 97/23/EG 98/37/EG 2006/95/EG Identificatie overeenkomstig de Richtlijn inzake Drukapparatuur (97/23/EG) ten aanzien van de boiler: & verwarmd druktoestel, zonder risico voor oververhitting & Categorie I overeenkomstig bijlage II, diagram 2 & Module A volgens bijlage III & Materialen volgens AD-reglement overeenkomstig het individuele rapport en bijlage I, 4,2, b & Corrosietoeslag volgens bijlage I, 2.2 en AD-reglement. Bij de energetische keuring van verwarmings- en luchtbehandelingsinstallaties conform DIN V , zoals vereist in de Duitse EnEV-voorschriften, kan bij de bepaling van de installatiewaarden voor het product Vitocal 242-Gworden uitgegaan van de productwaarden die bij de Europese typehomologatie overeenkomstig de Rendementsrichtlijn zijn bepaald (zie tabel Technische gegevens). Service 235

236 Verklaringen Conformiteitsverklaring (vervolg) Allendorf, 16 maart 2007 Viessmann Werke GmbH&Co KG vert. Manfred Sommer Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring voor Vitocal 222-G Wij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheid dat het product Vitocal 222-G inclusief de warmtepompregeling CD70 met de volgende normen overeenstemt: AD-bladen met toelichtingen en verklaringen EN DIN4753 EN DIN8901 EN EN 292 EN EN 294 EN EN 349 ISO 5149 EN 378 VDE EN VDE EN VGB 20 Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijnen wordt dit product met _ gekenmerkt: 89/336/EG 97/23/EG 98/37/EG 2006/95/EG Identificatie overeenkomstig de Richtlijn inzake Drukapparatuur (97/23/EG) ten aanzien van de boiler: & verwarmd druktoestel, zonder risico voor oververhitting & Categorie I overeenkomstig bijlage II, diagram 2 & Module A volgens bijlage III & Materialen volgens AD-reglement overeenkomstig het individuele rapport en bijlage I, 4,2, b & Corrosietoeslag volgens bijlage I, 2.2 en AD-reglement. 236

237 Verklaringen Conformiteitsverklaring (vervolg) Bij de energetische keuring van verwarmings- en luchtbehandelingsinstallaties conform DIN V , zoals vereist in de Duitse EnEV-voorschriften, kan bij de bepaling van de installatiewaarden voor het product Vitocal 222-Gworden uitgegaan van de productwaarden die bij de Europese typehomologatie overeenkomstig de Rendementsrichtlijn zijn bepaald (zie tabel Technische gegevens). Allendorf, 16 maart 2007 Viessmann Werke GmbH&Co KG vert. Manfred Sommer Service 237

238 Index Index A Aansluit- en bedradingsschema's. 198 Aansluitconsole Aansluitingen & aansluitconsole & elektrisch & elektrische & secundair circuit & solarcircuit & tapwaterzijde & verwarmingscircuit & warmtepomp elektrisch Aansluituitbreiding natural cooling 73 Aanslutingen & grondzijdig Aanstuurmodule Afstandsbediening Afstandsmaten B Bedieningseenheid Benodigde toestellen.. 19, 27, 36, 45, Blokkering door energiebedrijf. 74, 79 Boilerverwarming controleren Bouwdrogen Buffer Buffertemperatuursensor Buitentemperatuursensor C Circulatiepomp Collectorcircuit debiet Collectortemperatuursensor Componenten Compressor minimaal uit Concentratie vorstbescherming in het grondcircuit Conformiteitsverklaring , 236 Contact energiebedrijf CV-pomp D Debiet collectorcircuit Diagnose Doorstroomtoestel Draaischakelaar & normale ruimtetemperatuur & verlaagde ruimtetemperatuur Druk controleren.. 105, 106, 108, 109, , 111 Drukbewaker grondcircuit E Eerste inbedrijfstelling , 234 Eisen aan de installatieruimte... 9 Elektriciteitsleverancier Elektrische aansluiting... 66, 68 Elektrische verwarming Elektrischee aansluiting Energiebedrijf Estrikfunctie E-verwarming Extra functie warm water F Fasebewaker Foutmeldingen Functiebeschrijving G Geldigheidsopmerking Grond-drukbewaker... 72, 95 Grondzijdige aansluiting

239 Index Index (vervolg) H Handmatige aansturing Hogedrukbewaker Hoofdaansluitgebied Hoofdprintplaat & bovenste en onderste gedeelte 205 & rechtergedeelte Huistemperatuur van de compressor controleren Hydraulische parameters Hysterese & aanvoer & pompkick & solarcircuitpomp & verwarmingswaterbuffer & warm water verwarmingswaterdoorstroomtoestel & warmtepomp I Inbedrijfstelling Indicatieveld Inschakeloptimalisatie , 182 Inspectie Installatie aan solarcircuitzijde vullen en ontluchten Installatie aan verwarmingszijde vullen en ontluchten Installatiecomponenten parametreren Installatieconfiguratie Installatiedruk controleren.. 105, 106, , 109, 110 Installatieprogramma Installatieschema.. 19, 28, 37, 46, 153 Integrale ruimteregelaar Interne pompen controleren. 117, 118, K Koelcircuit op dichtheid controleren Koelen instellen Koelmengklep L Looptijd & koelmengklep & maximaal warm water & mengklep & minimaal van de warmtepomp & optimaal van de warmtepomp & pompkick solarcircuitpomp M Maximale aanvoertemperatuur warmtepomp Maximumtemperatuur zonnecollector Membraanexpansievat controleren , 109, 110 Mengklep controleren Menustructuur Menutoetsen Minimale looptijd van de warmtepomp Modus-keuzeschakelaar Modus & verwarmingscircuit & warmwaterboiler N Naar binnen brengen natural cooling... 15, 73, 188 Netaansluiting Niveau & koellijn & stooklijn

240 Index Index (vervolg) O Onderdelenlijsten , 215 Onderhoud Opdracht voor eerste inbedrijfstelling Opvangbak controleren Overzicht van de menustructuur P Parameters mengklep Plaatsing Pompen controleren , 118, 120 Primaire circuit Primaire pomp controleren Protocol R Regelingsinstellingen Regelingsinstellingen & installatiedefinitie & interne hydraulica & verwarmingscircuit & verwarmingswaterbuffer & verwarmingswaterdoorstroomtoestel & warm water & warmtepomp & zonnecollector Regelingsparameters , 222 Relais handmatig aansturen Reparatiewerkzaamheden Ruimtetemperatuur-bijschakeling 181, Ruimtetemperatuursensor S Secundair circuit Secundaire pomp , 158, 166 Secundaire pomp controleren Sensoraansluitingen Sensortemperaturen aanpassen Serviceniveau activeren Sifon... 58, 60 Signaalingangen controleren Softstarter massieve as... 90, 92 Solarcircuitaansluiting Solarcircuitpomp Solarcircuitpomp controleren Stappenmotoren handmatig aansturen Startvertraging warmtepomp Steilheid & koellijn & ruimtebijschakeling & stooklijn Stooklijn Storingen Storingen verhelpen Storingsmeldingen Storingsmeldingen & accepteren & negeren & opvragen & weergave T Taal instellen Tapwateraansluiting Tapwaterverwarming... 16, 172 Technische gegevens Tweede gewenste temperatuur warm water Tyfocor-opvangbak controleren

241 Index Index (vervolg) U Uitbreidingsset... 72, 73 Uitbreiding & natural cooling & verwarmingscircuit Uitschakeling energiebedrijf Uitschakeloptimalisatie , 195 V Veiligheidscircuit Veiligheidskleppen controleren Vertrekhoogte Verwarmingscircuitaansluiting Verwarmingswaterbuffer Verwarmingswater-doorstroomtoestel Verwarmingswater-doorstroomtoestel & Blokkering energiebedrijf Verzamelstoringsmelding Vorstbeschermingsthermostaat Vulstand opvangbak voor tyfocor controleren W Wandafstanden Warmtepomp controleren Warmwaterboiler Warmwaterboiler reinigen Waterafvoer , 60 Weerstandslijnen van de sensoren Z Zekering Zonnecollector Zwerfstroomanode vervangen

242 242

243 243

244 Geldig voor Geldig voor de warmtepompen: Grond/water-warmtepomp Vitocal 242-G/222-G, type BWT 106, 108 en V en 230 V Gedrukt op milieuvriendelijk, chloorvrij gebleekt papier Met basistoestel vanaf fabricagenr.: (Vitocal 242-G) (Vitocal 222-G) Met warmtepompmodule vanaf fabricagenr.: (200/106, 230 V) (200/108, 230 V) (200/110, 230 V) (200/106, 400 V) (200/108, 400 V) (200/110, 400 V) 244 Viessmann Nederland B.V. Postbus AH Capelle a/d IJssel Tel. : Fax : info@viessmann.nl Technische wijzigingen voorbehouden.

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman. Vitocal 200-G. Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V)

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 200-G. voor de vakman. Vitocal 200-G. Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V) Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 200-G Compacte warmtepomp type BWP (400/230 V) Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 200-G 5/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 343. voor de vakman. Vitocal 343. Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V)

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 343. voor de vakman. Vitocal 343. Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V) Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 343 Compact-Energy-Tower type BWT (400/230 V) Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 343 4/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidshandleiding

Nadere informatie

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden

Vitocal 200-G. 3.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Vitocal 200-G.1 Overzicht van de toepassingsvoorbeelden Verwarmingscircuit zonder mengklep, met tapwaterverwarming en koelfunctie natural cooling met NC-Box (met mengklep) via het vloerverwarmingscircuit

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6.

Inhoudsopgave. Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G. Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning. Hoofdstuk 2, pagina 6. Inhoudsopgave Compact-Energy- Tower voor een lageenergiewoning 6,5 tot 9,6 kw Producten Vitocal 222-G Vitocal 242-G Hoofdstuk 2, pagina 6 1 Aardwarmte/waterwarmtepomp 6,5 tot 9,6 kw Vitocal 200-G, type

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200A. voor de vakman. Vitotrol 200A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 363 VITOTROL 200A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. Afstandsbediening, bestelnr Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A Afstandsbediening, bestelnr. 7438 364 VITOTROL 300A 3/2010 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Productbeschrijving. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset mengklep Open Therm voor Vitodens 100-W en 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300. voor de vakman. Vitocal 300. Vitocal 300, type BWC en WWC

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300. voor de vakman. Vitocal 300. Vitocal 300, type BWC en WWC Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300 Vitocal 300, type BWC en WWC Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300 6/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Vitocal 200-S/200-A, tapwateropwarming en koelfunctie "active cooling"

Vitocal 200-S/200-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling Hoofdcomponenten Lucht/waterwarmtepomp in split- of monoblock-uitvoering: Vitocal 00-A Vitocal 00-S Warmtepompregeling: Vitotronic 00, type WOC Verwarmingswaterbuffer: Vitocell 00-W, type SVPA Warmwaterboiler:

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 300A. voor de vakman. Vitotrol 300A. afstandsbediening. Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300A afstandsbediening Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 300A 4/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Basisstation. voor de vakman. Basisstation Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Basisstation Voor de communicatie tussen de Vitotronic regeling en afstandsbedieningen en draadloze buitentemperatuursensor Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 301.A21 tot A45 Type BW/BWS 351.A18. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden VIESMANN VITOCAL 300-G/350-G Type BW/BWS 30.A tot A45 Type BW/BWS 35.A8 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 3/03 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 300-G / 350-G, tweetraps, een

Nadere informatie

Vitocal 222-S/222-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling"

Vitocal 222-S/222-A, tapwateropwarming en koelfunctie active cooling KW Z WW Verwarmingscircuitregeling zonder mengklep De gewenste aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit wordt uit volgende parameters bepaald: buitentemperatuur, gewenste kamertemperatuur, bedrijfsprogramma

Nadere informatie

Vitocal 300-G/350-G (vervolg)

Vitocal 300-G/350-G (vervolg) Vitocal 00-G/50-G (vervolg).9 Vitocal 00-G/50-G, tweetraps, een verwarmingscircuit zonder mengklep, twee verwarmingscircuits met mengklep, tapwateropwarming, verwarmingswaterbuffer en externe warmtegenerator

Nadere informatie

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel

Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Handleiding voor de vakman VIESMANN Aanstuurmodule verwarmingswaterdoorstroomtoestel Voor buiten geplaatste warmtepompen Best.nr. 7296 454 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 333-G/343-G Type BWT/BWT-NC 331.B06 tot B10 Type BWT 341.B06 tot B10. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 333-G/343-G Type BWT/BWT-NC 331.B06 tot B10 Type BWT 341.B06 tot B10. Installatievoorbeelden. Geselecteerde installatievoorbeelden VIESA VITOCAL -G/-G Type BWT/BWT-C.B06 tot B0 Type BWT.B06 tot B0 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 556 079 L /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. ID: 605086_0_06, Vitocal ///-G, een

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A07 type BWS 351.A07 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps type BWC/WWC 351.A07 Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS 301.A06 tot A17, 5,9 tot 17,0 kw type WW 301.A06 tot A17, 7,9 tot 23,0 kw Warmtepomp 1- en 2-traps type BWC 301.A06 tot

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 300. Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw. Ordner Vitotec, register 11.

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 300. Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw. Ordner Vitotec, register 11. VIESMANN VITOCAL 300 Warmtepomp 39,6 tot 106,8 kw Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Ordner Vitotec, register 11 VITOCAL 300 type WW Warmtepomp met elektrische aandrijving voor verwarming

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWC, WW/WWC Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300-G 2/2009 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Radiografische afstandsbediening voor één CV-circuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 2/2012 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box 300 / NC-Box 200. Veiligheidsvoorschriften. Gebruiksaanwijzing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box 300 / NC-Box 200. Veiligheidsvoorschriften. Gebruiksaanwijzing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN NC-Box 300 / NC-Box 200 Koelfunctie natural cooling Toebehoren voor grond/water-warmtepompen Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor de verbinding van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor RF met een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Bestelnr. 7429 151 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 200 RF. voor de vakman. Vitotrol 200 RF. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 200 RF Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOTROL 200 RF 3/2011 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-L type CVL Boiler voor tapwater-verwarmingsinstallaties in boilerlaadsysteem 500 tot 1000 liter inhoud VITOCELL 100-L 3/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA

CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit CV-circuitverdeling voor Vitodens 200, Vitodens 300 tot 35 kw en Vitopend, type WH2A, WHKA en WHEA Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A07 type BWS 351.A07 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps type BWC/WWC 351.A07 Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding AM1 Bestelnr. 7429 152 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL

VIESMANN VITOTRANS 353 Type PBS, PZS, PBM, PZM en PBL VIESA VITOTRAS 353 Type PBS, PZS, PB, PZ en PB Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 4/014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Tapwateropwarming verswatermodule Vitotrans 353, type PZS/PZ

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Radiobasis. voor de vakman. Radiobasis Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Radiobasis Voor aansluiting van Vitotrol 200 RF en buitentemperatuursensor aan een Vitotronic-regeling Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Radiobasis

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. NC-Box. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN NC-Box Voor koelfunctie natural cooling Bestelnr. 7462 052 zonder mengklep Bestelnr. 7462 054 met mengklep Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr.

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsset. voor de vakman. Uitbreidingsset. voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset voor één verwarmingscircuit met mengklep Bestelnr. 7424 958 Uitbreidingsset 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding EA1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Uitbreiding E1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS. Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 340-M/360-M. voor de vakman. Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS. Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 340-M/360-M type SVK type SVS Combinatieboiler 750 en 1000 liter inhoud VITOCELL 340-M/360-M 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B

Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwset Verwarmingscircuitverdeling voor Vitodens 200-W tot 35 kw, Vitodens 300-W en Vitopend 200-W, type WH2B Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 300-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 300-G type BW/BWS, WW/WWS Compacte warmtepomp met elektrische aandrijving 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL 300-G

Nadere informatie

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/

Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. & 3-weg omschakelklep verwarmen/ Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreidingsset natural cooling Bestelnr. 7179 172 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL 222-G/242-G Type BWT/BWT-M 221.A06 tot A10 Type BWT/BWT-M 241.A06 tot A10. Installatievoorbeelden

VIESMANN. VITOCAL 222-G/242-G Type BWT/BWT-M 221.A06 tot A10 Type BWT/BWT-M 241.A06 tot A10. Installatievoorbeelden VIESMA VITOCA -G/-G Type BWT/BWT-M.A06 tot A0 Type BWT/BWT-M.A06 tot A0 Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden /05 Inhoudsopgave. ID: 60508_0_0, Vitocal -G/-G, een verwarmingscircuit

Nadere informatie

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1

Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitbreiding ijsaccumulator Voor grond/water-warmtepompen in combinatie met Vitotronic 200, type HC1 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Veiligheidsopmerkingen

Veiligheidsopmerkingen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3A, 49en66kW HR-ketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 10/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsopmerkingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montage- en servicehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTDB-RF2 Ruimtetemperatuurregelaar met digitale schakelklok en draadloze ontvanger voor Vitodens 100-W, type WB1C Geldigheidsverwijzing

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G

VIESMANN VITOCAL 300-G VITOCAL 350-G VIESA VITOCAL 00-G VITOCAL 50-G Installatievoorbeelden VITOCAL 00-G type BW 0.A tot A45 type BWS 0.A tot A45 VITOCAL 50-G type BW 5.A8 type BWS 5.A8 Geselecteerde installatievoorbeelden 567 65 L 6/04 Inhoudsopgave.

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw. Technische gegevens VITOCAL 222-G VITOCAL 242-G. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst

VIESMANN. VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw. Technische gegevens VITOCAL 222-G VITOCAL 242-G. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VIESMANN VITOCAL Compacte warmtepompen 5,9 tot 10,0 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 222-G Compacte warmtepomp Brine/water-warmtepomp voor verwarming en tapwateropwarming

Nadere informatie

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007

Servicehandleiding voor de vakman VITOCELL 100-H. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud. Bewaren a.u.b.! NL 3/2007 Servicehandleiding voor de vakman Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler 130 tot 200 liter inhoud VITOCELL 100-H 3/2007 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften Gelieve deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 200-W. voor de vakman. Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 200-W type WB2B, 80en105kW HR-gaswandketel VITODENS 200-W 1/2008 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling

VIESMANN. Montagehandleiding DIVICON. voor de vakman. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling DIVICON 1/2010 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering

VIESMANN. Montageaanwijzing VITODENS 333. voor de vakman. Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitodens 333 Type WS3A HR-combitoestel (compacte uitvoering) 6,6 tot 26 kw aardgasuitvoering VITODENS 333 3/2006 Na montage deze handleiding recycleren! Veiligheidsaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacttoestellen 5,9 tot 10,3 kw. Technische gegevens. VITOCAL 343-G type BWT 341.A06..

VIESMANN. VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacttoestellen 5,9 tot 10,3 kw. Technische gegevens. VITOCAL 343-G type BWT 341.A06.. VIESMANN VITOCAL Brine/water-warmtepompen Compacttoestellen 5,9 tot 10,3 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst Compacte warmtepomp met brine/water-warmtepomp 400 V~, warmwaterboiler,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIG 300. voor de vakman. Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN. Montagehandleiding VITOLIG 300. voor de vakman. Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitolig 300 type VL3A Verwarmingsketel voor houtpellets VITOLIG 300 8/2005 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 300/350. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 350 VITOCAL 300

VIESMANN VITOCAL 300/350. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 350 VITOCAL 300 VIESMANN VITOCAL 300/350 Warmtepomp Grond/water 6,4 tot 32,6 kw Water/water 8,4 tot 43,0 kw Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Opbergen: Ordner Vitotec, register 11 VITOCAL 300 type

Nadere informatie

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets

VIESMANN VITOLIGNO 300-C Verwarmingsketel voor houtpellets VIESA VITOIGO 00-C Verwarmingsketel voor houtpellets Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 9 70 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitoligno 00-C met twee verwarmingscircuits met mengklep,

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 222-S Type AWT-AC 221.A04 tot A13, B10, B13 VITOCAL 242-S Type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13

VIESMANN VITOCAL 222-S Type AWT-AC 221.A04 tot A13, B10, B13 VITOCAL 242-S Type AWT-AC 241.A04 tot A13, B10, B13 VIESA VITOCA -S Type AWT-AC.A04 tot A, B0, B VITOCA 4-S Type AWT-AC 4.A04 tot A, B0, B Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 578 49 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal -S/4-S,

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset condenswaterbak. Veiligheidsinstructies. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset condenswaterbak. Veiligheidsinstructies. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwset condenswaterbak Voor Vitocal 300-A met serienr. 7440 159 tot 7440 162 Voor Vitocal 350-A met serienr. 7439 961 tot 7439 968 Veiligheidsinstructies Volg

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCELL 100-E/W. voor de vakman. Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-E/W type SVP Verwarmingswaterbuffer 50 l Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-E/W 5/2014 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Vitotrol 300. Veiligheidsvoorschriften. Montageplaats. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 300 Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bestelnr. 7248 907 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITODENS 300. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitodens 300 type WB3B, 6,6 tot 35,0 kw HR-gasketel als wandtoestel Uitvoering voor aardgas en propaan VITODENS 300 1/2006 Na montage deze handleiding recycleren!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwset deling warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwset deling warmtepomp Voor Vitocal 300-A en Vitocal 350-A Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander VITOCROSSAL 300 10/2011 Na montage deze handleiding recycl en! Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. Toepassing. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Best.-nr. 7264 890 met aansluitkabel 0,25 m Best.-nr. 7160 504 met aansluitkabel 1,5 m Best.-nr. 7423 711 met aansluitkabel

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-G Brine/water-warmtepomp

VIESMANN VITOCAL 200-G Brine/water-warmtepomp VIESMANN VITOCAL 200-G Brine/water-warmtepomp Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 200-G type BWP Brine/water-warmtepomp in compacte constructie Compacte brine/water-warmtepomp

Nadere informatie

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.!

voor de gebruiker van de installatie Bewaren a.u.b.! Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Rookgas/water-warmtewisselaar VITOTRANS 300 5588 604 B/fl 1/2009 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW, WW. VITOCAL 300-G type BWC, WWC. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst

Technische gegevens. VITOCAL 300-G type BW, WW. VITOCAL 300-G type BWC, WWC. Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VIESMANN VITOCAL 300-G Warmtepomp met elektrische aandrijving voor verwarming en tapwaterverwarming in monovalente of bivalente verwarmingsinstallaties Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Installatievoorbeelden Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra. Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen

Installatievoorbeelden Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra. Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen Verwarmingssystemen Industriële systemen Koelsystemen Installatievoorbeelden 0 Warmtepompen met functie, hydraulica, componenten en elektra A Versie /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Inhoudsopgave... 8.

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling (set)

VIESMANN. Montagehandleiding. Divicon. voor de installateur. Divicon. Verwarmingscircuit-verdeling (set) Montagehandleiding voor de installateur VIESMNN Divicon Verwarmingscircuit-verdeling (set) Divicon 4/2017 Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing ANALOGE SCHAKELKLOK. voor de gebruiker van de installatie. voor Vitodens 100. 5588 587 B/fl 03/2008 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing ANALOGE SCHAKELKLOK. voor de gebruiker van de installatie. voor Vitodens 100. 5588 587 B/fl 03/2008 Bewaren a.u.b.! Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN voor Vitodens 100 ANALOGE SCHAKELKLOK 03/2008 Bewaren a.u.b.! Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsaanwijzingen nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 200-G. Brine/water-warmtepomp 6,1 tot 9,7 kw. Ordner Vitotec, register 11

VIESMANN. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 200-G. Brine/water-warmtepomp 6,1 tot 9,7 kw. Ordner Vitotec, register 11 VIESMANN VITOCAL 200-G Brine/water-warmtepomp 6,1 tot 9,7 kw Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst Opbergen: Ordner Vitotec, register 11 VITOCAL 200-G type BWP Tot 60 ºC aanvoertemperatuur Warmtepomp met

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwpakket water/water-warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Ombouwpakket water/water-warmtepomp. Veiligheidsinstructies. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Ombouwpakket water/water-warmtepomp Voor volgende warmtepompen: Type BW/BWS 301.A06 tot A17 Type BWC 301.A06 tot A17 Type BW/BWS 351.A07 en A18 Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 242-S Warmtepompen-compactapparatuur, split-unit 3,0 tot 10,6 kw

VIESMANN VITOCAL 242-S Warmtepompen-compactapparatuur, split-unit 3,0 tot 10,6 kw VIESMANN VITOCAL 242-S Warmtepompen-compactapparatuur, split-unit 3,0 tot 10,6 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 242-S type AWT-AC 241.A Warmtepompen-compactapparatuur

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten.

VIESMANN. Montagehandleiding. Onderbouwkit met thermostatische mengklep. Veiligheidsvoorschriften. Montagevereisten. Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Onderbouwkit met thermostatische mengklep CV-circuitverdeling voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

VIESMANN VITOSOLIC 100 Type SD1

VIESMANN VITOSOLIC 100 Type SD1 VIESA VITOSOIC 00 Type SD Installatievoorbeelden VITOSOIC 00 type SD Geselecteerde installatievoorbeelden 5675 07 /05 Inhoudsopgave. ID: 6059_50_0, tapwaterverwarming met bivalente warmwaterboiler, met

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding VITOCAL 350-G. voor de vakman Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocal 350-G type BW/WW 351.A18 type BWS 351.A18 Warmtepomp met elektrische aandrijving, 1- en 2-traps Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCAL

Nadere informatie

voor de vakman Zonneregelingsmodule type Type SM1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.!

voor de vakman Zonneregelingsmodule type Type SM1 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Bewaren a.u.b.! ontage- en servicehandleiding voor de vakman VIESA Zonneregelingsmodule type Type S voor wandmontage, bestelnr. 79 07 Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina Zonneregelingsmodule 577 5 0/0 Bewaren a.u.b.!

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit

VIESMANN. Bedieningsaanwijzing VITOTROL 200. voor de gebruiker van de installatie. Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit Bedieningsaanwijzing voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Afstandsbediening voor één verwarmingscircuit VITOTROL 200 3/2006 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsaanwijzingen Voor uw veiligheid Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman. Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman. Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter Vitocell 300-V type EVI Warmwaterboiler, 200 tot 500 liter VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V 3/2007 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 222-S Warmtepompen-compactapparatuur, split-unit 3,0 tot 10,6 kw

VIESMANN VITOCAL 222-S Warmtepompen-compactapparatuur, split-unit 3,0 tot 10,6 kw VIESMANN VITOCAL 222-S Warmtepompen-compactapparatuur, split-unit 3,0 tot 10,6 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 222-S type AWT-AC 221.A/AWT- AC 221.B Warmtepompen-compactapparatuur

Nadere informatie

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.!

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 11/2015 Bewaren a.u.b.! Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN VITOSOL 11/2015 Bewaren a.u.b. Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTROL 100. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrol 100 type UTD-RF Klokthermostaat met digitale schakelklok en draadloze ontvanger Bestelnr.: 7160 432 VITOTROL 100 12/2007 Na montage deze handleiding

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C

VIESMANN. Montagehandleiding. Regeling vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman. voor Vitodens 100-W, type WB1C Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Regeling vervangen voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13

VIESMANN VITOCAL 200-S type AWB 201.B04 tot B13, C10, C13 type AWB-AC 201.B04 tot B13, C10, C13 VIESMA VITOCA 00-S type AWB 0.B04 tot B, C0, C type AWB-AC 0.B04 tot B, C0, C Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 578 444 /0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave. Vitocal 00 S, type AWB,

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitvoer met veerbladen voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitomax 100-LW, Vitomax 200-LW en Vitomax 300-LT met 1860 tot 6600 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2007 Na

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 200-S Montagehandleiding voor de vakman VIESMA Uitbreidingsmodule verwarmingscircuits voor Vitoligno 200-S Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN VITODENS 200-W Type B2HA 49 tot 150 kw HR-wandtoestel op gas

VIESMANN VITODENS 200-W Type B2HA 49 tot 150 kw HR-wandtoestel op gas VIESA VITODES 00-W Type BHA 9 tot 0 kw HR-wandtoestel op gas Installatievoorbeelden Geselecteerde installatievoorbeelden 77 89 /06 Inhoudsopgave. Eén verwarmingscircuit zonder mengklep, met open verdeler...

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL 200-F. voor de vakman. Vitosol 200-F type SVK Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage

VIESMANN. Montagehandleiding VITOSOL 200-F. voor de vakman. Vitosol 200-F type SVK Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitosol 200-F type SVK Vlakke plaatcollector voor schuine daken, opbouwmontage VITOSOL 200-F 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V. voor de vakman Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 300-B type EVB Warmwaterboiler, 300 en 500 liter Vitocell 300-V type EVI Warmwaterboiler, 200 tot 500 liter VITOCELL 300-B VITOCELL 300-V 7/2009 Bewaren

Nadere informatie

VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering 3,0 tot 10,6 kw

VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering 3,0 tot 10,6 kw VIESMANN VITOCAL 200-S Lucht/water-warmtepomp, splituitvoering 3,0 tot 10,6 kw Technische gegevens Bestelnummer en prijzen: zie prijslijst VITOCAL 200-S type AWB 201.B/ AWB 201.C Warmtepomp met elektrische

Nadere informatie

VIESMANN VITOTRANS 100 Plaatwarmtewisselaar

VIESMANN VITOTRANS 100 Plaatwarmtewisselaar VIESMANN VITOTRANS 100 Plaatwarmtewisselaar Technisch blad Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOTRANS 100 Type PWT Voor overgavestations van warmteverzorgingsnetten, voor systeemscheiding in verwarmingsinstallaties

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met 80 tot 560 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2011 Na montage

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal type CM2 vanaf 400 kw en type CT3U Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur

VIESMANN. Aansluit- en bedradingsschema VITOCAL 222-S. voor de installateur Aansluit- en bedradingsschema voor de installateur VIESANN Vitocal -S type AWT(-)/AWT(-)-E/AWT(-)-E-AC.C0 tot C Warmtepomp-compacttoestel in split-uitvoering VITOCAL -S 7 0 NL 7/07 ewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met nom. vermogen 575 tot 1950 kw resp. 1080 kw Vitorond VITOTRANS

Nadere informatie