Instelling. Onderwerp. Datum

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Instelling. Onderwerp. Datum"

Transcriptie

1 Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Circulaire AAFisc Nr. 29/2014 (nr. Ci.RH.331/ ). Personenbelasting. Belasting niet-inwoners/natuurlijke personen. Bijzondere financieringswet. Bevoegdheden van de gewesten. Aftrekbare bestedingen. Uitgaven die recht geven op een belastingvermindering Datum 7 juli 2014 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom van bepaalde betrokkenen, Er wordt u geen recht verleend op deze rechten. M&D Seminars geeft u via dit document informatie, maar verstrekt geen advies. M&D Seminars garandeert niet dat de informatie in dit document foutloos is. U gebruikt de inhoud van dit document op eigen risico. M&D Seminars, noch een van haar directieleden, aandeelhouders of bedienden zijn aansprakelijk voor bijzondere, indirecte, bijkomstige, afgeleide of bestraffende schade, noch voor enig ander nadeel van welke aard ook bij het gebruik van dit document en van de inhoud van dit document. M&D Seminars 2014 M&D SEMINARS Eikelstraat De Pinte T F info@mdseminars.be

2 Home > Circulaire AAFisc Nr. 29/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) dd Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Circulaire AAFisc Nr. 29/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) d.d Personenbelasting Belasting niet-inwoners/natuurlijke personen Bijzondere financieringswet Bevoegdheden van de gewesten Aftrekbare bestedingen Uitgaven die recht geven op een belastingvermindering Invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting en wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners ingevolge de uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten in het kader van de zesde staatshervorming. BIJLAGEN: 2 INHOUDSTAFEL I. INLEIDING 1-7 II. UITGEBREID OPCENTIEMENMODEL 8-31 A. Omschrijving 8-11 B. Begrippen en berekeningsmodel C. Schema 31 III. LOKALISATIE VAN DE PERSONENBELASTING IV. INKOMSTEN VAN ONROERENDE GOEDEREN A. Belastingregime (vrijstelling) van het inkomen van de eigen woning B. Datum vanaf wanneer de geschatte of herschatte kadastrale inkomens geacht worden te bestaan V. BELASTINGVERMINDERINGEN EN -KREDIETEN MET BETREKKING TOT BEPAALDE UITGAVEN A. Inleiding B. Federale belastingverminderingen voor bepaalde uitgaven Uitgaven die recht geven op een federale belastingvermindering 45 voor een woning die niet de eigen woning is op het moment van betaling 2. Overige federale belastingverminderingen voor bepaalde uitgaven C. Gewestelijke belastingverminderingen en belastingkredieten Uitgaven die recht geven op een gewestelijke 50 belastingvermindering voor een woning die de eigen woning is op het moment van betaling 2. Andere gewestelijke belastingverminderingen en 56 belastingkredieten voor bepaalde uitgaven VI. BELASTING VAN NIET-INWONERS/NATUURLIJKE PERSONEN Aanslagjaar Aanslagjaar Lokalisatieregels VII. OVERIGE WIJZIGINGEN AAN HET WIB VIII. INWERKINGTREDING IX. BIJLAGEN

3 I. Inleiding 1. Inhet kader van de zesde staatshervorming werd de fiscale autonomie van de gewesten aanzienlijk uitgebreid. Zo zullen ingevolge de herziening van de bijzondere financieringswet de gewesten bijkomende middelen behalen uit de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting, die zij vanaf aj kunnen heffen aan de hand van het "uitgebreide opcentiemenmodel". De gewesten zullen vanaf 1 juli 2014 eigen regels kunnen vastleggen voor die gewestelijke belasting op de personenbelasting. 2. Verder werden een aantal fiscale uitgaven overgedragen naar de gewesten, die voortaan de exclusieve bevoegdheid zullen hebben om belastingvoordelen in die domeinen te verlenen. 3. De federale overheid blijft exclusief bevoegd voor: - de belastbare basis; - de belastingen op interesten, dividenden, royalty's, loten van effecten van leningen en meerwaarden op roerende waarden en titels (zie ook nr. 14, b); - de bedrijfsvoorheffing; - de roerende voorheffing; - de dienst van de belastingen. 4. De federale wetgever heeft nog steeds, en onbeperkt, de mogelijkheid om te bepalen welke aftrekken kunnen worden toegepast op de bruto-inkomsten, zoals de aftrek van beroepskosten, investeringsaftrek enz. Van het totale netto-inkomen kunnen evenwel voortaan nog enkel de onderhoudsgelden worden afgetrokken. 5. Alhoewel de belasting van niet-inwoners eveneens een louter federale bevoegdheid blijft, zullen de gewestelijke belastingregels vanaf aj worden toegepast voor niet-inwoners die zich kunnen beroepen op: - de vrijheden die hen worden gegarandeerd in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en het Europese Economische Ruimte-verdrag (EER-verdrag); - non-discriminatiebepalingen uit de verdragen tot vermijding van dubbele belasting. 6. Onderhavige circulaire geeft een eerste commentaar op: - het stelsel van de uitgebreide gewestelijke opcentiemen op de federale personenbelasting ingevoegd in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten (hierna de "bijzondere financieringswet" (BFW)) door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden (BS ) (hierna de W ); - de wet van 8 mei 2014 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de

4 personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet (BS , tweede editie) (hierna de W ); deze wet strekt ertoe het WIB 92 te wijzigen met het oog op de toepassing van de gewestelijke belastingregels in verband met de belasting van niet-inwoners vanaf het aj en de heffing van de "gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting" vanaf het aj De aandacht wordt er op gevestigd dat, gelet op de omvang van de wijzigingen die voormelde wetten aanbrengen, deze eerste commentaar voornamelijk een inleidende functie met betrekking tot de belangrijkste concepten heeft. Waar nodig zal later door middel van afzonderlijke circulaires, F.A.Q., enz. bijkomende toelichting worden verstrekt. II. Uitgebreid opcentiemenmodel A. Omschrijving 8. De gewesten konden reeds opcentiemen heffen, kortingen toestaan en belastingvermeerderingen of -verminderingen invoeren, evenwel beperkt tot maximaal 6,75% van de in elk gewest gelokaliseerde opbrengst van de personenbelasting. 9. Door de uitbreiding van de gewestelijke fiscale autonomie inzake personenbelasting zoals omschreven in art. 5/1, 1, eerste en derde lid BFW, kunnen de gewesten voortaan onbegrensd: - opcentiemen heffen op een deel van de personenbelasting; - kortingen toestaan; - belastingverminderingen en -vermeerderingen invoeren; - terugbetaalbare belastingkredieten toestaan. 10. De gewesten kunnen geen voordelen verlenen onder de vorm van aftrekken van de belastbare grondslag. 11. Dit alles raakt niet aan het recht van de agglomeraties en de gemeenten om eveneens aanvullende belastingen te heffen inzake personenbelasting. B. Begrippen en berekeningsmodel 12. Vanaf aj omvat de personenbelasting twee grote blokken: de "federale personenbelasting" en de "gewestelijke personenbelasting". 13. Indie "nieuwe" berekening van de personenbelasting hebben de begrippen "belasting Staat", "gereduceerde belasting Staat", "federale personenbelasting", "gewestelijke opcentiemen", "gewestelijke korting", "gewestelijke belastingvermeerdering", "gewestelijke belastingvermindering", "gewestelijk belastingkrediet", "gewestelijke personenbelasting" en "totale belasting" de betekenis die eraan wordt gegeven in titel III/1 van de bijzondere financieringswet (cf. art. 2, 3, WIB 92, zoals ingevoegd bij art. 8, 4, W ). Voor de exacte inhoud van deze begrippen en het nieuwe berekeningsmodel wordt dan ook verwezen naar de art. 5/1 tot 5/6 van de bijzondere financieringswet en naar de

5 parlementaire voorbereiding ter zake (inzonderheid de Parl. St. Kamer /001 p ). De nieuwe begrippen worden hieronder kort beschreven. 14. De belasting Staat (art. 5/2, 2 BFW) bestaat uit: a) de som van de personenbelasting op de afzonderlijk belaste inkomsten, en de personenbelasting op de gezamenlijk belaste inkomsten na toepassing van de belastingvrije som, de belastingvermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten, en de belastingvermindering voor inkomsten uit het buitenland, b) verminderd met de belasting die betrekking heeft op de dividenden, interesten, royalty's, loten van effecten van leningen en meerwaarden op roerende waarden en titels. (Concreet gaat het om de inkomsten als bedoeld in art. 17, 1, 1 tot 3 ; 90, 6 en 9, WIB 92, en meerwaarden op roerende waarden en titels, andere dan aandelen, die op grond van art. 90, 1, WIB 92 belastbaar zijn. Deze omschrijving wordt hierna ingekort tot "roerende inkomstenbox"). 15. De gereduceerde belasting Staat (art. 5/2, 1, eerste lid, BFW) is de belasting Staat verminderd met een bedrag dat gelijk is aan de belasting Staat vermenigvuldigd met de autonomiefactor. Voor de aanslagjaren 2015, 2016 en 2017 is deze autonomiefactor gelijk aan 25,990 pct. (art. 5/2, 1, tweede lid, BFW). 16. De federale personenbelasting (art. 5/1, 3, BFW) is gelijk aan het positieve of negatieve verschil tussen: - de gereduceerde belasting Staat verhoogd met de belasting met betrekking tot de "roerende inkomstenbox" (cf. nr. 14, b), en - de federale belastingverminderingen (andere dan deze die zijn toegepast om de belasting Staat te bekomen) die hierop worden aangerekend of die desgevallend op het saldo van de gewestelijke personenbelasting worden aangerekend (zie nr. 29). 17. De gewestelijke personenbelasting (art. 5/1, 1, tweede lid, BFW) is gelijk aan het positieve of negatieve resultaat van: - de som van de gewestelijke opcentiemen en gewestelijke belastingvermeerderingen, - verminderd met de gewestelijke kortingen en belastingverminderingen die worden aangerekend op de som van die gewestelijke opcentiemen en belastingvermeerderingen, - en verminderd met de gewestelijke kortingen en belastingverminderingen die desgevallend op het saldo van de federale personenbelasting worden aangerekend (zie nr. 30). 18. De totale belasting (art. 5/3, 2, eerste lid, BFW) is gelijk aan de som van de federale personenbelasting en de gewestelijke personenbelasting. In tegenstelling tot de federale personenbelasting en de gewestelijke personenbelasting kan de totale belasting niet negatief zijn. 19. Deze totale belasting wordt achtereenvolgens (art. 5/3, 2, tweede lid, BFW): 1 verhoogd met de federale belastingvermeerderingen; 2 verminderd met de federale verrekenbare, niet terugbetaalbare bestanddelen; 3 verminderd met de federale en gewestelijke terugbetaalbare belastingkredieten; 4 verminderd met federale verrekenbare en terugbetaalbare bestanddelen; 5 verhoogd met de aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting en de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting. Het resultaat hiervan is in beginsel de verschuldigde of de terug te storten belasting.

6 20. De gewestelijke opcentiemen worden geheven op de gereduceerde belasting Staat (art. 5/1, 1, eerste lid, 1 en 5/4, BFW). Zij zijn proportioneel, worden op alle belastingplichtigen in het gewest toegepast, en kunnen gedifferentieerd worden per belastingschijf. Het tarief van de opcentiemen is voor de afzonderlijk belaste inkomsten eenvormig, uniek en minstens gelijk aan het tarief dat wordt toegepast op de gewestelijke belastingschijf waarvoor de geraamde opbrengst van de gewestelijke personenbelasting het hoogste is. Dit tarief bedraagt 35,117 pct. voor de aanslagjaren 2015, 2016 en 2017, tenzij een gewest een andere opcentiem bepaalt (cf. de formule in art. 81quater, eerste lid, 1, BFW en de Parl. St. Kamer /001, p. 27). 21. De gewestelijke belastingvermeerderingen (art. 5/1, 1, eerste lid, 2 en 5/5, 2, tweede lid BFW) worden toegepast na de gewestelijke opcentiemen. Zij zijn proportioneel (niet forfaitair), en verbonden aan de materiële bevoegdheid van het gewest. 22. De gewestelijke kortingen (art. 5/1, 1, eerste lid, 2 en 5/5, 1, BFW) worden in mindering gebracht van de gewestelijke opcentiemen, desgevallend verhoogd met de gewestelijke belastingvermeerderingen. Zij zijn forfaitair (niet proportioneel), eventueel gedifferentieerd, en in principe van toepassing op alle belastingplichtigen in het gewest. 23. De gewestelijke belastingverminderingen (art. 5/1, 1, eerste lid, 2 en 5/5, 2, eerste lid, BFW) worden aangerekend op de gewestelijke opcentiemen, desgevallend verhoogd met gewestelijke belastingvermeerderingen en verminderd met de gewestelijke kortingen. Zij zijn proportioneel of forfaitair, verbonden aan de materiële bevoegdheid van het gewest, en verminderen de belasting maar zijn niet terugbetaalbaar. In tegenstelling tot de federale belastingverminderingen (zie nr. 28), zullen de gewestelijke verminderingen ook worden aangerekend op de opcentiemen met betrekking tot de afzonderlijk belaste inkomsten. 24. De gewestelijke belastingkredieten (art. 5/1, 1, derde lid, en 5/5, 3, BFW) worden met de totale belasting verrekend. Zij zijn proportioneel of forfaitair, verbonden aan de materiële bevoegdheid van het gewest, en terugbetaalbaar. 25. Art. 5/5, 4, BFW legt vast voor welke uitgaven de gewesten de exclusieve bevoegdheid hebben om belastingkredieten en -verminderingen te verlenen. Zie ter zake nrs van onderhavige circulaire. 26. Art. 5/6, BFW, stelt dat de gewesten bij de toepassing van gewestelijke opcentiemen, kortingen, belastingvermeerderingen en -verminderingen en belastingkredieten het principe van de progressiviteit moeten respecteren. Dit houdt in dat naarmate de basisbelasting (cf. art. 5/2, 2, 2, BFW) stijgt, de verhouding tussen het bedrag van de opcentiemen en belastingvermeerderingen tot de basisbelasting niet mag afnemen en de verhouding tussen het bedrag van de kortingen, belastingverminderingen en belastingkredieten en de basisbelasting niet mag toenemen. Het Rekenhof brengt dienaangaande een met redenen omkleed advies uit (art. 5/7, derde lid BFW). 27. De federale belastingverminderingen voor pensioenen en vervangingsinkomsten en voor inkomsten uit het buitenland worden in mindering gebracht van de om te slane belasting (de basisbelasting op de gezamenlijk belaste inkomsten, na aftrek van de belasting op de belastingvrije sommen) (zie reeds nr. 14). 28. De aanrekenregels voor de federale belastingverminderingen voor bepaalde uitgaven zijn vastgelegd in art. 178/1, 1, eerste lid, WIB 92, ingevoegd bij art. 71, eerste lid, W Voor deze verminderingen, zie de nrs van onderhavige circulaire. Deze federale belastingverminderingen worden in beginsel aangerekend op de gereduceerde

7 belasting Staat verhoogd met de belasting op de "roerende inkomstenbox" (cf. nr. 14, b). Zij zullen nog steeds enkel op de belasting met betrekking tot de gezamenlijk belaste inkomsten worden aangerekend. Overflowmechanisme 29. Het "overflowmechanisme" houdt in dat de federale belastingverminderingen voor bepaalde uitgaven die bij gebrek aan federale aanrekeningsbasis niet kunnen worden aangerekend zoals vermeld in nr. 28, worden aangerekend op het eventuele saldo van de gewestelijke personenbelasting met betrekking tot de gezamenlijk belaste inkomsten (art. 178/1, 1, tweede lid, WIB 92 dat uitvoering geeft aan art. 5/3, 1, 1, BFW). 30. Inafwachting van eigen regels die door de gewesten worden vastgelegd, is het saldo van de gewestelijke kortingen en belastingverminderingen dat niet kan worden verrekend met de gewestelijke opcentiemen en de gewestelijke belastingvermeerderingen zoals vermeld in de nrs. 22 en 23, verrekenbaar op het eventuele saldo dat overblijft van de federale belasting na toepassing van de federale belastingverminderingen (art. 5/3 1, 2 en 81quater, eerste lid, 3, BFW). De gewestelijke kortingen en belastingverminderingen worden in dat geval aangerekend op de federale personenbelasting met betrekking tot zowel de gezamenlijk als de afzonderlijk belaste inkomsten. C. Schema 31. Een schematische voorstelling van het uitgebreide opcentiemenmodel en de hierboven besproken begrippen bevindt zich in bijlage 1. III. Lokalisatie van de personenbelasting 32. Het gewest dat bevoegd is voor de uitoefening van de gewestelijke bevoegdheden inzake personenbelasting, is het gewest waar de belastingplichtige zijn fiscale woonplaats heeft op 1 januari van het aanslagjaar (art. 5/1, 2, BFW). 33. Per aanslagjaar en per belastingplichtige is er slechts één fiscale woonplaats mogelijk. Zo heeft een rijksinwoner, wanneer hij gedurende het jaar N zijn fiscale woonplaats verplaatst van gewest A naar gewest B, op 1 januari van het jaar N+1 zijn fiscale woonplaats in gewest B en zal derhalve het fiscaal regime van gewest B van toepassing zijn op de inkomsten van het volledige jaar N. 34. Het begrip "fiscale woonplaats" wordt niet verder gedefinieerd in de bijzondere financieringswet zelf. De fiscaal geldende criteria om te bepalen of iemand al dan niet rijksinwoner is, zullen evenwel ook gelden voor het begrip inwoner van een gewest om vast te stellen welke gewestelijke bepalingen van toepassing zijn. 35. Art. 8, 1 en 2, W wijzigt de in art. 2, 1, 1, WIB 92 opgenomen definitie echter in die zin dat de criteria "woonplaats" en "zetel van fortuin" niet langer evenwaardige, alternatieve criteria vormen, maar dat het criterium "woonplaats" voortaan primeert. Het criterium "zetel van fortuin" zal nog slechts worden ingeroepen als de belastingplichtige geen "woonplaats" heeft in België. De inschrijving in het Rijksregister van natuurlijke personen geldt daarbij als een weerlegbaar vermoeden van het vestigen van de woonplaats in België. 36. Voor de toepassing van de bijzondere financieringswet, zal een belastingplichtige dus geacht worden zijn fiscale woonplaats te hebben in het gewest waar hij zijn woonplaats of, bij gebrek aan woonplaats in België, zijn zetel van fortuin heeft gevestigd op 1 januari van het aanslagjaar.

8 IV. Inkomsten van onroerende goederen A. Belastingregime (vrijstelling) van het inkomen van de eigen woning 37. Art. 11, W heeft met ingang van aj art. 12, 3, WIB 92 met betrekking tot de vrijstelling van het inkomen van de eigen woning vervangen door het volgende: "het inkomen van de eigen woning is vrijgesteld." Het begrip "eigen woning" wordt verder niet meer in het WIB 92, maar in de bijzondere financieringswet gedefinieerd (art. 5/5, 4, tweede tot achtste lid, BFW). 38. Dit begrip is essentieel gezien voortaan de gewestelijke voordelen van toepassing zijn voor de uitgaven met betrekking tot het behouden of verwerven van de eigen woning van de belastingplichtige. 39. Bovendien wordt de kwalificatie van een woning als eigen woning van dag tot dag beoordeeld, dit in toepassing van art. 9, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 10, W , en dat bepaalt dat wanneer in een belastbaar tijdperk de bestemming van een onroerend goed wordt gewijzigd, de inkomsten van dat tijdperk worden vastgesteld in verhouding tot de werkelijke duur, uitgedrukt in dagen, van elk deel van het belastbare tijdperk vóór en na de wisseling van omstandigheden. De regel van de 16de dag van de maand als vermeld in nr. 9/2, Com.IB 92, is dus niet langer van toepassing. B. Datum vanaf wanneer de geschatte of herschatte kadastrale inkomens geacht worden te bestaan 40. Als aanpassing aan de regel waarbij van dag tot dag moet beoordeeld worden of een woning eigen is of niet, voegt art. 10, W vanaf het aj een bepaling in in art. 9, WIB 92, volgens dewelke voor de toepassing van de art. 7 tot 15, WIB 92 (zoals ze bestaan ingevolge de inwerkingtreding van de W ), en onder voorbehoud van art. 494, 3 en 6, WIB 92, het uit een schatting of herschatting voortspruitend kadastraal inkomen geacht wordt te bestaan vanaf de dag waarop het feit waarvan de aangifte bij toepassing van art. 473,WIB 92 is voorgeschreven, zich heeft voorgedaan, en niet meer vanaf de eerste dag van de daaropvolgende maand. 41. Deze bepaling is echter niet van toepassing voor de verhogingen van kadastrale inkomens die voortspruiten uit een herschatting bedoeld in art. 494, 1, 2 of 3, WIB 92, ten gevolge van: - de renovatie van woningen die volledig zijn gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid in de zin van art , WIB 92, zoals het tot aj van toepassing was, of - de renovatie van tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven woningen in de zin van art , WIB 92, zoals het tot aj van toepassing was, voor zover het feit waarvan de aangifte bij toepassing van art. 473, WIB 92, is voorgeschreven zich heeft voorgedaan uiterlijk op 31 december In dat geval, blijft het vroegere stelsel, waarbij de kadastrale inkomens zes of negen jaar "bevroren" worden, van toepassing, behalve inzake de onroerende voorheffing (cf. art. 494, 6, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 97, W ). V. Belastingverminderingen en -kredieten met betrekking tot

9 bepaalde uitgaven A. Inleiding 42. De in de art tot en 154bis, WIB 92 vermelde belastingverminderingen zullen vanaf aj.2015 in beginsel of als federale belastingvermindering of als gewestelijke belastingvermindering worden verleend. 43. Een aantal aftrekken en verrekenbare bedragen zoals de aftrek voor enige woning (woonbonus), de bijkomende interestaftrek, de gewone interestaftrek en de verrekening van de onroerende voorheffing worden eveneens omgezet in een federale of gewestelijke belastingvermindering. 44. Overeenkomstig de standstill-bepaling opgenomen in art. 81quater, eerste lid, 2, BFW, blijven de op 30 juni 2014 bestaande bepalingen inzake belastingverminderingen en - kredieten die voortaan als gewestelijke belastingverminderingen of -kredieten zullen worden verleend daarbij van toepassing tot wanneer de gewesten hun eigen regels ter zake hebben aangenomen. B. Federale belastingverminderingen voor bepaalde uitgaven 1. Uitgaven die recht geven op een federale belastingvermindering voor een woning die niet de eigen woning is op het moment van betaling 45. De federale overheid blijft bevoegd voor de belastingverminderingen voor de volgende uitgaven met betrekking tot een woning die niet de eigen woning is op het ogenblik dat die uitgaven worden betaald: - bijdragen van een aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood die de belastingplichtige tot uitvoering van een individueel gesloten levensverzekeringscontract definitief in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) heeft betaald voor het vestigen van een rente of van een kapitaal bij leven of bij overlijden en waarbij het kapitaal dat in uitvoering van het levensverzekeringscontract wordt gevestigd, dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een lening die is aangegaan om dergelijke woning te verwerven of te behouden (art , 2 en 145 4, WIB 92, zoals gewijzigd door de art. 24, 1 en 25, W ); - betalingen voor de aflossing of wedersamenstelling van een hypothecaire lening die is aangegaan om een dergelijke in een lidstaat van de EER gelegen woning te bouwen, te verwerven of te verbouwen (art , 3, WIB 92 zoals gewijzigd door art. 24, 2, W ); - de interesten en de betalingen voor de aflossing of de wedersamenstelling van een hypothecaire lening die is gesloten om een enige woning te verwerven of te behouden, aangegaan hetzij vóór 1 januari 2005, hetzij vanaf 1 januari 2005 en uiterlijk op 31 december 2013 terwijl, bij het aangaan van die lening, voor dezelfde woning nog een voor 1 januari 2005 gesloten hypothecaire lening in aanmerking kwam voor de aftrek van interesten van hypothecaire leningen of voor het bouwsparen, evenals de bijdragen betaald ter uitvoering van een levensverzekeringscontract dat uitsluitend dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een dergelijke hypothecaire lening (art. 526, WIB 92, zoals gewijzigd door de art. 101 en 102, W ); - de interesten en de betalingen voor de aflossing of de wedersamenstelling van een hypothecaire lening die is gesloten om de enige woning te verwerven of te behouden, aangegaan vanaf 1 januari 2005 en uiterlijk op 31 december 2013, evenals de bijdragen betaald ter uitvoering van een levensverzekeringscontract dat uitsluitend dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een dergelijke hypothecaire lening (art. 539, WIB 92, ingevoegd bij art. 105, W ).

10 2. Overige federale belastingverminderingen voor bepaalde uitgaven 46. Tot de belastingverminderingen voor andere uitgaven waarvoor de federale overheid bevoegd blijft, behoren: - de belastingverminderingen voor het lange termijnsparen, zoals: * bijdragen voor aanvullend pensioen (art , 1 en 145 3, WIB 92); * individuele levensverzekeringspremies (wanneer de levensverzekering niet dient tot het waarborgen of wedersamenstellen van een lening met betrekking tot een woning - zie daarvoor de nrs. 45 en 55) (art , 2 en 145 4, WIB 92); * verwerving van werkgeversaandelen (art , 4 en 145 7, WIB 92); (de overdracht binnen de vijf jaar na het verwerven van de aandelen wordt voortaan gesanctioneerd met een terugname van de belastingvermindering onder de vorm van een federale belastingvermeerdering en dit voor overdrachten vanaf 1 januari 2014 die zijn verbonden met een aj en later (art , 2, WIB 92, ingevoegd bij art. 28, W )); * betalingen voor het pensioensparen (art , 5 en tot , WIB 92), inclusief premiebetalingen voor een pensioenspaarverzekeringscontract dat dient voor het waarborgen of wedersamenstellen van een lening voor het verwerven of behouden van een woning die de eigen woning is van de belastingplichtige; - de overgedragen belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven (art , 1, WIB 92 zoals gewijzigd door art. 30, W ); - de belastingvermindering voor lage energiewoningen, passiefwoningen of nul energiewoningen (art , 2, WIB 92 zoals het bestond voor het werd opgeheven bij artikel 41 van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen, en bij toepassing van art. 535, WIB 92, verleend vanaf aj. 2012); - de belastingvermindering voor interesten van groene leningen (art , 3, WIB 92); - de belastingvermindering voor elektrische voertuigen (art , WIB 92); - de belastingvermindering voor uitgaven voor een ontwikkelingsfonds (art , WIB 92); - de belastingvermindering voor giften (art , WIB 92); - de belastingvermindering voor bezoldigingen van een huisbediende (art , WIB 92); - de belastingvermindering voor kinderoppas (art , WIB 92); - de belastingvermindering voor het presteren van overwerk (art. 154bis, WIB 92) (1). (1) Hoewel het niet om een eigenlijke belastingvermindering voor bepaalde uitgaven gaat, wordt de belastingvermindering voor het presteren van overwerk beschouwd als een belastingvermindering op hetzelfde niveau als de verminderingen voor bepaalde uitgaven. 47. De belastingverminderingen voor het verwerven van obligaties van het Kringloopfonds (art , WIB 92), het Startersfonds (art , WIB 92) en het Fonds ter reductie van de globale energiekost (art , WIB 92) worden opgeheven vanaf het aj (art. 32, 33, 35 en 72, W ; Parl. St. Kamer /001 p. 46). C. Gewestelijke belastingverminderingen en belastingkredieten 48. Ineen aantal domeinen zullen enkel nog de gewesten belastingverminderingen of belastingkredieten kunnen verlenen. Deze domeinen zijn gelieerd aan de fiscale uitgaven die overeenkomstig het institutioneel akkoord naar de gewesten worden overgeheveld.

11 49. Deze uitgaven houden verband met de bestaande materiële bevoegdheden van de gewesten inzake monumenten en landschappen, stadsvernieuwing, huisvesting en rationeel energiegebruik, en met de nieuwe naar de gewesten over te hevelen bevoegdheden inzake werkgelegenheid en grootstedenbeleid (cf. Parl. St. Kamer /001 p. 26). Het betreft met name de hieronder beschreven uitgaven. 1. Uitgaven die recht geven op een gewestelijke belastingvermindering voor een woning die de eigen woning is op het moment van betaling Gewestelijke bevoegdheden 50. Vanaf aj zijn de gewesten exclusief bevoegd om fiscale voordelen met betrekking tot de uitgaven voor het verwerven of behouden van de eigen woning te verlenen, ongeacht het fiscaal regime dat van toepassing is (woonbonus, bouwsparen, lange termijnsparen, enz.). Voor de fiscale voordelen met betrekking tot woningen die niet de eigen woning zijn op het ogenblik dat de uitgaven worden gedaan, blijft de federale Staat bevoegd. 51. Welke gewestelijke belastingregels op de eigen woning van toepassing zijn, wordt niet bepaald door de ligging van die woning, maar door de fiscale woonplaats van de belastingplichtige op 1 januari van het aanslagjaar. In een belastingvermindering omgezette aftrekken van het totale netto inkomen 52. De bijzondere financieringswet laat geen enkele aftrek van uitgaven meer toe van de belastbare basis, met uitzondering van de onderhoudsuitkeringen (cf. reeds nr. 4). Vanaf het aj worden alle andere fiscale voordelen die voordien onder de vorm van een aftrek van het totale netto inkomen werden verleend, omgezet in belastingverminderingen. Het gaat om: - de aftrek voor enige woning als bedoeld in art. 104, 9, WIB 92, zoals dit bestond voor het werd opgeheven door art. 20, 2, W , en - de bijkomende interestaftrek als bedoeld in art. 104, 9, WIB 92, zoals dit bestond voor het werd gewijzigd door de programmawet van Andere omzettingen tot belastingverminderingen 53. De aftrek beoogd door art. 14, WIB 92 (gewone interestaftrek en aftrek van erfpacht- of opstalvergoedingen) wordt vanaf het aj niet meer toegepast op uitgaven betaald met betrekking tot de eigen woning. In welbepaalde gevallen wordt deze omgezet in een belastingvermindering. 54. Verder maakt de gedeeltelijke verrekening van de onroerende voorheffing als bedoeld in art. 277, WIB 92 zoals dit bestond vooraleer het werd opgeheven door de programmawet van , vanaf het aj het voorwerp uit van een gewestelijke belastingvermindering, gezien dit voordeel betrekking heeft op de eigen woning van de belastingplichtige. Uitgaven die recht geven op een gewestelijke belastingvermindering voor een woning die de eigen woning is op het ogenblik van betaling 55. Ter zake worden volgende uitgaven beoogd: - de interesten en de betalingen voor de aflossing of de wedersamenstelling van een hypothecaire lening die specifiek is gesloten om een enige woning te verwerven of te behouden, evenals de bijdragen van een aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood die de belastingplichtige tot uitvoering van een individueel gesloten levensverzekeringscontract definitief heeft betaald voor het vestigen van een rente of van

12 een kapitaal bij leven of bij overlijden en dat uitsluitend dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een dergelijke hypothecaire lening. (art en , WIB 92 zoals ingevoegd bij de art. 44 en 45, W ); - betalingen voor de aflossing of de wedersamenstelling van een hypothecaire lening die specifiek is aangegaan om een in een lidstaat van de EER gelegen woning te bouwen, te verwerven of te verbouwen, evenals de bijdragen van een aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood die een belastingplichtige tot uitvoering van een individueel gesloten levensverzekeringscontract definitief in een lidstaat van de EER heeft betaald voor het vestigen van een rente of van een kapitaal bij leven of bij overlijden wanneer dat kapitaal dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een lening die specifiek is aangegaan om een dergelijke woning te verwerven of te behouden (art tot en in voorkomend geval , WIB 92, zoals ingevoegd bij de art. 46 tot 49 en 53, W ); - de interesten van schulden die voor 1 januari 2015 specifiek zijn aangegaan om een woning te verwerven of te behouden waarvan het inkomen begrepen is in de belastbare onroerende inkomsten vóór toepassing van art. 12, WIB 92, met uitzondering van de interesten die in aanmerking komen voor de in art , WIB 92, vermelde belastingvermindering, evenals de termijnen en de waarde van ermee gelijkgestelde lasten met betrekking tot de aanschaffing van een recht van erfpacht of recht van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten andere dan de in art. 10, 2, WIB 92, vermelde rechten van gebruik op een dergelijke woning (art en in voorkomend geval , WIB 92, zoals ingevoegd bij de art. 50 en 53, W ); - de interesten van leningen die specifiek zijn gesloten om de eigen woning te verwerven of te behouden, en die zijn aangegaan vóór 1 januari 2005 of vanaf 1 januari 2005 terwijl, bij het aangaan van die lening, voor dezelfde woning nog een andere lening die is aangegaan vóór 1 januari 2005 inaanmerking komt voor de aftrek van interesten als vermeld in art. 14, WIB 92, of voor de toepassing van art , WIB 92 zelf, evenals de termijnen en de waarde van ermee gelijkgestelde lasten met betrekking tot de aanschaffing van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten, andere dan de in art. 10, 2, WIB 92, vermelde rechten van gebruik op de woning waarvoor de hiervoor vermelde interesten zijn betaald (art en in voorkomend geval , WIB 92, zoals ingevoegd bij de art. 51 en 53, W ); - interesten van hypothecaire leningen gesloten om de woning die op 31 december van het belastbaar tijdperk de enige woning is van de belastingplichtige te verwerven of te behouden, en die zijn aangegaan vanaf 1 mei 1986 en vóór 1 januari 2005 of vanaf 1 januari 2005 terwijl, bij het aangaan van die lening, voor dezelfde woning nog een hypothecaire lening in aanmerking komt voor de aftrek van interesten van hypothecaire leningen of voor het bouwsparen (art en in voorkomend geval , WIB 92, zoals ingevoegd bij de art. 52 en 53, W ). 2. Andere gewestelijke belastingverminderingen en belastingkredieten voor bepaalde uitgaven 56. De gewesten zijn eveneens exclusief bevoegd voor de belastingverminderingen en belastingkredieten met betrekking tot de volgende uitgaven (art. 5/5, 4, eerste lid, 2-7 BFW): - de uitgaven ter beveiliging van woningen tegen inbraak of brand (art , WIB 92); - de uitgaven voor onderhoud en restauratie van beschermde monumenten en landschappen (art , WIB 92); - de uitgaven betaald voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen en voor prestaties betaald met dienstencheques andere dan sociale dienstencheques (art , WIB 92); - de energiebesparende uitgaven in een woning met uitzondering van de interesten voor groene leningen, d.d beperkt tot de dan bestaande federale belastingvermindering voor dakisolatie (art , WIB 92, zoals ingevoegd bij art. 55 W

13 ); - zie eveneens nr. 46 voor de federaal gebleven overgedragen belastingverminderingen voor energiebesparende uitgaven en de belastingverminderingen voor lage energiewoningen, passiefwoningen of nul energiewoningen en interesten voor groene leningen (Parl. St. Kamer /001 p. 45); - de uitgaven voor de vernieuwing van woningen gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid (art , WIB 92); - de uitgaven gedaan voor vernieuwing van tegen een redelijke huurprijs in huur gegeven woningen (art , WIB 92). VI. Belasting van nietinwoners/natuurlijke personen 57. Ook na de herziening van de bijzondere financieringswet blijft de belasting van nietinwoners een exclusief federale bevoegdheid. Art. 54/2, BFW bepaalt evenwel dat de gewestelijke belastingregels ook zullen worden toegepast voor niet-inwoners om het principe van vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal te vrijwaren en de non-discriminatieclausules in dubbelbelastingverdragen na te leven. Het WIB 92 wordt bijgevolg als volgt aangepast. 1. Aanslagjaar De gewestelijke belastingregels worden reeds vanaf aj.2014 inde belasting van nietinwoners toegepast (art. 54/2, 1, BFW en art. 82, 2, tweede lid, W ). 59. Concreet gaat het om de belastingverminderingen voor winwin-leningen en voor renovatieovereenkomsten die worden verleend door het Vlaamse Gewest en de belastingvermindering voor aandelen van de Caisse d'investissement de Wallonie, die door het Waalse Gewest wordt verleend (deze laatste vermindering wordt voor het aj.2014 inde praktijk evenwel niet verleend). 60. Deze verminderingen worden verleend aan de niet-inwoners die zich kunnen beroepen: - op de bepalingen van het VWEU en het EER-verdrag; belastingplichtigen die voor aj onder de toepassing vallen van de 75 pct.-regel zoals die wordt geformuleerd in art. 244, WIB 92, maar geen inwoner zijn van een lidstaat van de EER, zullen derhalve niet onder de toepassing vallen van de gewestelijke belastingregels; - op een non-discriminatiebepaling in een verdrag ter vermijding van de dubbele belasting, en dit rechtstreeks op grond van het verdrag. 2. Aanslagjaar Inde belasting van niet-inwoners - natuurlijke personen worden voortaan drie categorieën belastingplichtigen onderscheiden: - niet-inwoners die inwoner zijn van een andere lidstaat van de EER en ten minste 75 pct. van hun belastbare beroepsinkomsten in België verwerven en voor wie de belasting overeenkomstig art. 244, WIB 92, zoals vervangen door art. 77, W , zal worden berekend; - niet-inwoners die geen inwoner zijn van een andere lidstaat van de EER maar wel ook ten minste 75 pct. van hun belastbare beroepsinkomsten in België verwerven en voor wie de

14 belasting overeenkomstig art. 243/1, WIB 92, zoals ingevoegd bij art. 76, W , zal worden berekend; - "gewone" niet-inwoners voor wie de belasting overeenkomstig art. 243, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 75, W , zal worden berekend. Hieruit vloeit voort dat de notie "niet-inwoner met tehuis" verdwijnt uit de bepalingen inzake de belasting van niet-inwoners. 62. Vanaf aj zullen de "uitgebreide" gewestelijke fiscale regels worden toegepast in de belasting niet-inwoners. De gewestelijke regels zijn evenwel enkel van toepassing op de niet-inwoners: - die inwoner zijn van een lidstaat van de EER en die in België belastbare beroepsinkomsten hebben behaald of verkregen, die ten minste 75 pct. van hun binnen- en buitenlandse beroepsinkomsten uitmaken, zoals hierboven vermeld; - of die zich kunnen beroepen op een non-discriminatiebepaling in een verdrag ter vermijding van de dubbele belasting, en dit rechtstreeks op grond van het verdrag. 3. Lokalisatieregels 63. Om te bepalen met welke gewestelijke belastingregels desgevallend rekening moet worden gehouden, moeten niet-inwoners in een gewest worden gelokaliseerd overeenkomstig de lokalisatieregels opgenomen in art. 248/2, WIB 92, zoals ingevoegd bij art. 5, W Zo kan een niet-inwoner, net als een rijksinwoner, slechts in één gewest worden gelokaliseerd. Deze regel geldt per belastbaar tijdperk. 65. Een niet-inwoner wordt gelokaliseerd in het gewest waar hij de hoogste netto beroepsinkomsten heeft behaald of verkregen. Wanneer een belastingplichtige even hoge netto beroepsinkomsten heeft behaald of verkregen in twee of meer gewesten, wordt hij gelokaliseerd in het gewest waar het hoogste aantal effectief gewerkte dagen werd gepresteerd. Wanneer de niet-inwoner in twee of meer gewesten even hoge netto beroepsinkomsten heeft behaald en in elk van die gewesten een gelijk aantal effectief gewerkte dagen heeft gepresteerd, is hij gelokaliseerd in het gewest waarin hij het vorige belastbaar tijdperk was gelokaliseerd. 66. Ingeval van een gemeenschappelijke aanslag worden beide echtgenoten in hetzelfde gewest gelokaliseerd. Dit is het gewest waar ze, samen genomen, het hoogste netto beroepsinkomen verwerven (of het hoogste aantal dagen werken). 67. Art. 248/3, WIB 92, zoals ingevoegd bij art. 6, W , verduidelijkt per inkomenscategorie welke aanknopingspunten moeten worden gebruikt om te bepalen in welke gewest een beroepsinkomen wordt behaald of verkregen. Ter zake worden dergelijke aanknopingspunten vastgelegd voor bezoldigingen van werknemers, bezoldigingen van bedrijfsleiders, winsten, baten, winsten en baten van een vorige beroepswerkzaamheid, bezoldigingen meewerkende echtgenoten, vervangingsinkomsten, en pensioenen (cf. Parl. St. Kamer /001 pag ). VII. Overige wijzigingen aan het WIB Om de regels vervat in het bestaande WIB 92 conform te maken met de nieuwe

15 bepalingen van de bijzondere financieringswet, brengt de W o.a. nog wijzigingen aan op vlak van: - de belastingkredieten voor zelfstandigen (art. 289bis, 1, WIB 92) en voor lage activiteitsinkomens (art. 289ter, WIB 92) en de mate van verrekening van het forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (Parl. St. Kamer /001 pag ); - de bepalingen inzake de vestiging en invordering van de belastingen, met name inzake de terugbetaalbare bestanddelen (zoals het overschot van de gewestelijke belastingkredieten en het hiervoor vermelde belastingkrediet voor zelfstandigen) en de ambtshalve ontheffing (Parl. St. Kamer /001 pag ); - het huwelijksquotiënt (Parl. St. Kamer /001 pag ); - de berekening van de gemiddelde aanslagvoet (Parl. St. Kamer /001 pag ). Gelet op de strekking van onderhavige circulaire wordt hier evenwel niet verder op ingegaan. VIII. Inwerkingtreding 69. De hervormingen treden principieel in werking op 1 juli 2014, waarbij de fiscale bevoegdheden van de gewesten met betrekking tot de personenbelasting van toepassing zijn vanaf aj Zoals reeds vermeld (nr. 44) voorziet de bijzondere financieringswet in een overgangsregeling voor de aanslagjaren 2015 en volgende tot wanneer de gewesten hun eigen regels hebben aangenomen (art. 81quater, BFW). De belastingverminderingen en -kredieten die voortaan tot de exclusieve bevoegdheid van de gewesten behoren, zijn "de verminderingen en kredieten zoals opgenomen in de op 30 juni 2014 bestaande fiscale wetgeving". 71. Inzake de belasting van niet-inwoners, natuurlijke personen (het in aanmerking nemen van de gewestelijke regelingen in hoofde van bepaalde niet-inwoners), geldt een aantal regels reeds vanaf aj (cf. eveneens nr. 58 e.v.). IX. Bijlagen Bijlage 1: Schematische voorstelling uitgebreid opcentiemenmodel (Parl. st. Kamer /001, bijlage 1). Bijlage 2: Samenvattende tabel met de federale en gewestelijke belastingverminderingen voor bepaalde uitgaven. Voor de Administrateur Grote Ondernemingen, tijdelijk belast met de functie van Administrateur-generaal van de Fiscaliteit, S. QUINTENS Adviseur-generaal - Auditeur-generaal van Financiën

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Circulaire AAFisc Nr. 6/2015 (nr. Ci.RH.331/633.998) dd. 03.02.2015 Personenbelasting Bijzondere

Nadere informatie

TOEPASSING VAN DE ARTIKELEN 243, 243/1 EN 244, WIB 92: CATEGORIEËN VAN NIET-RIJKSINWONERS (AJ. 2015)

TOEPASSING VAN DE ARTIKELEN 243, 243/1 EN 244, WIB 92: CATEGORIEËN VAN NIET-RIJKSINWONERS (AJ. 2015) BIJLAGE 1 TOEPASSING VAN DE ARTIKELEN 243, 243/1 EN 244, WIB 92: CATEGORIEËN VAN NIET-RIJKSINWONERS (AJ. 2015) Artikelen van het WIB 92 (de overgangsbepalingen worden, met uitzondering van de artikelen

Nadere informatie

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ; Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331.611.085 (AAFisc Nr. 41/2011) dd 22.08.2011 Personenbelasting Berekening van de belasting Berekening

Nadere informatie

invloed 6e staatshervorming

invloed 6e staatshervorming de aangifte - algemeen 1 belastingaangifte vanaf ajr 2015 deels gewestelijke invulling: vak IX en vak X de federale bevoegdheden: de codes worden voorafgegaan door 1 of 2 de gewestelijke bevoegdheden:

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën http://minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/586.459 (AOIF 43/2007). Aftrek voor enige woning. Belastingvermindering voor het lange termijnsparen. Kapitaalaflossing

Nadere informatie

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015 Indexatie Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2015 Hierna vindt u een overzicht van de geïndexeerde plafonds die op het gebied van de inkomstenbelastingen voor het aan

Nadere informatie

Basisbedrag Geïndexeerd bedrag Artikel WIB 92 Omschrijving Aj. 2014

Basisbedrag Geïndexeerd bedrag Artikel WIB 92 Omschrijving Aj. 2014 I. Titel II van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (Coëfficiënt art. 178, 1 en 2, WIB 92: 1,7073) Art. 131, 1 ste lid, 1 Grensbedrag : 15.220 25.990 Belastingvrije som : 4.260 7.270 1 ste lid,

Nadere informatie

Fiscale aspecten van de zesde staatshervorming. Luc De Greef

Fiscale aspecten van de zesde staatshervorming. Luc De Greef Fiscale aspecten van de zesde staatshervorming Luc De Greef 1. Algemeen! Bijzondere financieringswet van 6 januari 2014 (B.S. 31.1.2014) kader waarbinnen de 3 gewesten en de federale overheid hun fiscale

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH 241/605.665 (AOIF 55/2010). Personenbelasting. Onderhoudsuitkering. Voorwaarde van aftrekbaarheid van een

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/582.830 (AOIF 17/2008). AFTREKBARE BESTEDING. Aftrek voor enige eigen woning. INTEREST VAN EEN HYPOTHECAIRE LENING.

Nadere informatie

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2012

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2012 Indexatie Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2012 Hierna vindt u een overzicht van de geïndexeerde plafonds die op het gebied van de inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar

Nadere informatie

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i...

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i... Page 1 of 12 Home > Circulaire AAFisc Nr. 13/2014 (nr. Ci.RH.421/630.788) dd. 03.04.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst VENB Vennootschapsbelasting/Belasting

Nadere informatie

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2018

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2018 Indexatie Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2018 Hierna vindt u een overzicht van de geïndexeerde plafonds die op het gebied van de inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar

Nadere informatie

Verslag van het Rekenhof over de gewestelijke fiscale uitgaven van het aanslagjaar 2015

Verslag van het Rekenhof over de gewestelijke fiscale uitgaven van het aanslagjaar 2015 Verslag van het Rekenhof over de gewestelijke fiscale uitgaven van het aanslagjaar 2015 Uitvoering van artikel 81ter, 1, van de financieringswet 1 Inleiding In uitvoering van artikel 81ter, 1 van de financieringswet

Nadere informatie

Artikel WIB. (16 - aj. 2005) 518

Artikel WIB. (16 - aj. 2005) 518 Omschrijving WONINGAFTREK (oud stelsel) Forfaitaire aftrek eigen woning: - verhoging persoon ten laste: - maximumbedrag netto-inkomen woningaftrek: BEROEPSINKOMSTEN Artikel WIB (16 - aj. 2005) 518 Basisbedrag

Nadere informatie

Tarieven personenbelasting

Tarieven personenbelasting Tarieven personenbelasting Gezamenlijk belastbaar inkomen INKOMSTENSCHIJF BELASTING OP VORIGE INK13 AJ14 0,00 8 590,00 25 % 8 590,00 12 220,00 30 % 2 147,50 12 220,00 20 370,00 40 % 3 236,50 20 370,00

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci. RH 331/598.621 (AOIF 37/2010). Personenbelasting. Kind ten laste. Alleenstaande belastingplichtige met kind.

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning. Dienst Reglementering

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning. Dienst Reglementering KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Dienst Reglementering Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen -

Nadere informatie

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor de aanslagjaren 2015 en 2016

Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor de aanslagjaren 2015 en 2016 Indexatie Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor de aanslagjaren 2015 en 2016 Het Belgisch Staatsblad van 21 januari 2015 publiceert de geïndexeerde bedragen die inzake inkomstenbelastingen

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Administratie van Fiscale Zaken

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Administratie van Fiscale Zaken FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Administratie van Fiscale Zaken Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen - Aanslagjaar 2012 Indexeringsregels A. De coëfficiënt bedoeld

Nadere informatie

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis

Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis WIB: Art. 178/1 KB/WIB: Hoofdstuk I, Afdeling VI, Afdeling XXIV, Art. 62, Art. 63/11, Art. 120, 123-125, Art. 144/2, Art. 200, Art. 254-256 en Bijlage IIbis VCF: Art. 2.1.4.0.1. 1 WIJZIGINGEN KB/WIB WIJZIGINGEN

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Administratie van Fiscale Zaken

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Administratie van Fiscale Zaken 1 KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Administratie van Fiscale Zaken Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken

Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/121 over het wijk-werken Samenvatting : Commentaar op het Vlaamse decreet van 07.07.2017 betreffende wijk-werken en diverse bepalingen in het kader van de zesde

Nadere informatie

Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) dd

Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/ ) dd Page 1 of 7 Home > Zoekresultaten > Circulaire AAFisc Nr. 27/2014 (nr. Ci.RH.331/633.468) dd. 01.07.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB/Geschillen

Nadere informatie

Zesde staatshervorming : welke fiscale bevoegdheden voor de Gewesten? Zesde staatshervorming : welke fiscale bevoegdheden voor de Gewesten?

Zesde staatshervorming : welke fiscale bevoegdheden voor de Gewesten? Zesde staatshervorming : welke fiscale bevoegdheden voor de Gewesten? Page 1 of 9 Zesde staatshervorming : welke fiscale bevoegdheden voor de Gewesten? Auteur(s): J. Goossens/S. Van Belle Editie: 1373 p. 1 Publicatiedatum: 12 februari 2014 Zesde staatshervorming : welke

Nadere informatie

Met huidig bericht wordt enkel ingegaan op een aantal praktische vragen die voor dergelijke, in 2014 gesloten leningen, worden gesteld.

Met huidig bericht wordt enkel ingegaan op een aantal praktische vragen die voor dergelijke, in 2014 gesloten leningen, worden gesteld. Verduidelijkingen omtrent de voorwaarden waaraan in 2014 gesloten leningen moeten voldoen, om in aanmerking te kunnen komen voor de gewestelijke belastingvermindering voor enige woning (woonbonus) Vanaf

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur FOD Financiën Onderwerp 19 vragen en antwoorden omtrent de fiscale aftrek voor de enige eigen woning Datum februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit

Nadere informatie

Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen. Forum for the Future - November Maurice De Mey

Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen. Forum for the Future - November Maurice De Mey Personenbelasting - Optimale aangifte woonleningen Forum for the Future - November 2017 - Maurice De Mey De cruciale vraag Is op het moment van betaling van interest, kapitaal en/of premie van de individuele

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Onderwerp Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2015 Afdeling 3. Belastingvermindering voor de eigen woning Datum 24 oktober 2014 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Dienst Reglementering

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Dienst Reglementering KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Dienst Reglementering Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen -

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie van Fiscale Zaken

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie van Fiscale Zaken Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie van Fiscale Zaken Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen - Aanslagjaar 2009 A. De coëfficiënt bedoeld in artikel

Nadere informatie

Ambtshalve ontheffing

Ambtshalve ontheffing Ontheffing van ambtswege : wat is een materiële vergissing? Ambtshalve ontheffing... Voorbeeld... Wetswijziging... Daardoor vallen onder dit derde geval nu bijkomend de belastingverminderingen voor :...

Nadere informatie

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 Federale Overheidsdienst Brussel, 31 maart 2010 FINANCIEN ----------------------------------------- Personenbelasting. Administratie van de ondernemings- Bijzondere bijdrage

Nadere informatie

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Samenvatting : Commentaar over de forfaitaire beroepskosten op winst ingevoerd door de wet van 26.03.2018

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.421/620.779 (AAFisc Nr. 19/2013). Belastbare grondslag in de Ven.B. Meerwaarde. Verwezenlijkte meerwaarde.

Nadere informatie

Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming. Luc De Greef

Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming. Luc De Greef Fiscale aspecten van woningkredieten na de zesde staatshervorming Luc De Greef 1. Algemeen Bijzondere financieringswet van 6 januari 2014 (B.S. 31.1.2014) kader waarbinnen de 3 gewesten en de federale

Nadere informatie

INHOUD. Huwelijk en fiscus

INHOUD. Huwelijk en fiscus Hoofdstuk 1. De periode voorafgaandelijk aan het huwelijk......... 1 Sectie 1. Het samenwonen van de toekomstige echtgenoten... 3 A. het vertrek uit de ouderlijke woonst... 3 B. Betaling van een onderhoudbijdrage....

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Dienst Reglementering

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Dienst Reglementering KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Stafdienst Beleidsexpertise -en Ondersteuning Dienst Reglementering Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen -

Nadere informatie

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie van Fiscale Zaken

Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie van Fiscale Zaken Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie van Fiscale Zaken Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen - Aanslagjaar 2010 A. De coëfficiënt bedoeld in artikel

Nadere informatie

Het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening, noemt men in Vlaanderen de woonbonus.

Het belastingvoordeel dat verbonden is aan een hypotheeklening, noemt men in Vlaanderen de woonbonus. Gepubliceerd op Wikifin (https://www.wikifin.be) Wat is de woonbonus? Wie een hypothecaire lening afsluit om een woning te kopen of bouwen, kan vaak genieten van bepaalde belastingvoordelen gekoppeld aan

Nadere informatie

I. WIB92 1 I. WIB92. K.B. 10 april 1992 WIB Inhoudsopgave

I. WIB92 1 I. WIB92. K.B. 10 april 1992 WIB Inhoudsopgave I. WIB92 1 I. WIB92 K.B. 10 april 1992 WIB92..................................... 1 K.B. 10 APRIL 1992 WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992 (B.S., 30 juli 1992) Inhoudsopgave TITEL I. De verschillende

Nadere informatie

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd Page 1 of 6 Home > Addendum dd. 18.11.2014 bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/574.945) dd. 09.10.2008 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst

Nadere informatie

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde.

Niet verhuurde onroerende goederen die in het buitenland zijn gelegen Begrip huurwaarde. Page 1 of 5 Home > Circulaire AAFisc Nr. 22/2016 (nr. Ci.704.681) dd. 29.06.2016 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting Circulaire

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling FOD FINANCIËN Onderwerp Voorafgaande beslissing nr. 700.096. Personenbelasting.Vrijgesteld inkomen. Sociaal voordeel aan het personeel. Thuisoppas van zieke kinderen. Beroepskosten. Niet-aftrekbare

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.241/567.657 (AOIF 7/2008). BEROEPSINKOMEN. Anciënniteitspremie. Bezoldiging. Sociaal voordeel. Vrijgesteld inkomen.

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Administratie van Fiscale Zaken

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Administratie van Fiscale Zaken 1 Indexeringsregels KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Administratie van Fiscale Zaken Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen - Aanslagjaar 2013

Nadere informatie

Groenboek Zesde Staatshervorming. Subcluster fiscaliteit en financiering

Groenboek Zesde Staatshervorming. Subcluster fiscaliteit en financiering Groenboek Zesde Staatshervorming Subcluster fiscaliteit en financiering 1. Verenigbaarheid van de regionale fiscaliteit met het Europees recht 2. De Vlaamse bevoegdheden in de personenbelasting 3. De niet-bevoegdheidsoverdracht

Nadere informatie

Indexering aj. 2016 aj. 2017

Indexering aj. 2016 aj. 2017 Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy Lieven Van Belleghem Indexering aj. 2016 aj. 2017 Indexcoëfficiënt belastingvrije som en bestaansmiddelen = aj.2016 = 1,7321 / aj.2017

Nadere informatie

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014.

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014. Nieuwigheden in de aangifte aanslagjaar 2014 in de belasting van niet-inwoners Buitenlandse vennootschappen, verenigingen, instellingen of lichamen die een onderneming exploiteren of zich met verrichtingen

Nadere informatie

Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:

Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: p. 1/18 Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Aanslagjaar Inkomsten 5 Interest spaarrekening : 1.250 1.880 1.880 6 dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen : 125 190 190 10

Nadere informatie

De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud. 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning... 2

De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud. 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning... 2 Inhoudstafel DEEL I. De woningfiscaliteit grondig door elkaar geschud 1. Alleen de gewesten zijn nog bevoegd voor de eigen woning........... 2 1.1. De woningfiscaliteit is slechts gedeeltelijk geregionaliseerd.................

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling BDO News www.bdo.be Onderwerp Taxshift : Wat verandert er vanaf (aanslagjaar) 2016? Datum 30 december 2015 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten

Nadere informatie

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 (AAFisc Nr. 30/2013) dd. 22.07.2013 Berekening van de Ven.B Rechtspersonenbelasting Berekening van de RPB Afzonderlijke

Nadere informatie

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling.

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling. Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/1 Circulaire nr. Ci.RH.421/579.072 (AOIF Nr. 60/2010) dd 10.09.2010 Vennootschapsbelasting Belasting van niet-inwoners vennootschappen

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën Onderwerp Voorafgaande beslissing 400.374. Interest. Afkoopwaarde. Kapitaal. Levensverzekering. Beleggingsfonds. Datum 21 april 2005 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:

Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: p. 1/17 Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: 5 Interest spaarrekening : 1.250 1.880 1.880 6 dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen : 125 190 190 10 Interesten of dividenden

Nadere informatie

Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:

Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: p. 1/18 Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: 5 Interest spaarrekening : 1.250 1.880 1.880 6 dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen : 125 190 190 10 Interesten of dividenden

Nadere informatie

Page 1 of 6 Home > FAQ Deeleconomie Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting FAQ - Deeleconomie ALGEMEEN 1. Wat is deeleconomie? 2.

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... (versie 1) Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 7 Art 37 bis 2 Deeleconomie...

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... (versie 1) Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 7 Art 37 bis 2 Deeleconomie...

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... (versie 1) Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 7 Art 37 bis 2 Deeleconomie...

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... (versie 1) Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 7 Art 37 bis 2 Deeleconomie...

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... (versie 1) Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 7 Art 37 bis 2 Deeleconomie...

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... (versie 1) Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 7 Art 37 bis 2 Deeleconomie...

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... (versie 1) Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 7 Art 37 bis 2 Deeleconomie...

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... (versie 1) Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 7 Art 37 bis 2 Deeleconomie...

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN. Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen - Aanslagjaar 2011

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN. Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen - Aanslagjaar 2011 KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIËN Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen - Aanslagjaar 2011 Voorafgaande opmerkingen Overeenkomstig artikel 178,

Nadere informatie

CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan 15 1860 Meise

CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan 15 1860 Meise Federale Overheidsdienst FINANCIEN Afz.: Ontvangkantoor Londerzeel Stationsstraat 90 B 2 1840 Londerzeel Algemene administratie van de FISCALITEIT CONSCIENCE Hendrik BEERENS Martha Koning Albert II laan

Nadere informatie

I. WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN Wetboek van de inkomstenbelastingen april

I. WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN Wetboek van de inkomstenbelastingen april Algemene inhoud I. WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992 1 Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 10 april 1992............. 3 II. KONINKLIJK BESLUIT TOT UITVOERING VAN HET WIB 1992 415 Koninklijk

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............ Ondernemingsnummer :... Berekening van de aftrek voor risicokapitaal Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Algemene Administratie voor Beleidsexpertise -en Ondersteuning. Dienst Reglementering

KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN. Algemene Administratie voor Beleidsexpertise -en Ondersteuning. Dienst Reglementering KONINKRIJK BELGIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene Administratie voor Beleidsexpertise -en Ondersteuning Dienst Reglementering Bericht in verband met de automatische indexering inzake inkomstenbelastingen

Nadere informatie

1. Belastingschalen in de personenbelasting. Aanslagjaar 2018 in euro

1. Belastingschalen in de personenbelasting. Aanslagjaar 2018 in euro 1. Belastingschalen in de personenbelasting Aanslagjaar 2018 in euro 0,00 1.070,00 0,00 25,00% 11.070,00 12.720,00 2.767,50 30,00% 12.720,00 21.190,00 3.262,50 40,00% 21.190,00 38.830,00 6.650,50 45,00%

Nadere informatie

Art. 132, eerste lid, 7 en 8, en tweede lid, WIB 92. zoals gewijzigd door art. 2, W en van toepassing vanaf aj. 2006

Art. 132, eerste lid, 7 en 8, en tweede lid, WIB 92. zoals gewijzigd door art. 2, W en van toepassing vanaf aj. 2006 Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331/594.501 (AOIF Nr. 65/2010) dd 25.10.2010 Personenbelasting Berekening van de belasting Belastingvrije

Nadere informatie

Personenbelasting als potentieel beleidsinstrument

Personenbelasting als potentieel beleidsinstrument Personenbelasting als potentieel beleidsinstrument simulatiemodel 17-12-2012 Lucas Huybrechts Simulatie nieuwe beleidsmaatregelen 1. simulatiemodel 2. regionale opcentiemen 3. belastingverminderingen 4.

Nadere informatie

Verhoogde belasting vrije som voor personen met beperkt inkomen: 7.380,00 euro (7.350,00)

Verhoogde belasting vrije som voor personen met beperkt inkomen: 7.380,00 euro (7.350,00) De geïndexeerde bedragen voor aanslagjaar 2016 werden door de Federale Overheidsdienst Financiën bekendgemaakt en gepubliceerd in het Belgisch staatsblad. Wij geven u een overzicht van de belangrijkste

Nadere informatie

Algemene inleiding. Begrippen

Algemene inleiding. Begrippen Algemene inleiding Begrippen 34 Algemene inleiding Begrippen 1. Eenjarigheid van de personenbelasting De personenbelasting treft in de regel de inkomsten van één bepaald kalenderjaar. Het tijdperk waarvan

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Raad van de Europese Unie Onderwerp Verordening (EG) nr. 4/2009 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking

Nadere informatie

Impact begrotingsmaatregelen van Di Rupo op uw Personenbelasting

Impact begrotingsmaatregelen van Di Rupo op uw Personenbelasting Voordelen alle aard Impact begrotingsmaatregelen van Di Rupo op uw Personenbelasting 1. Kosteloze terbeschikkingstelling woonst KI 745 EUR geïndexeerd KI

Nadere informatie

J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Parlementaire werkzaamheden. Inhoudstafel.

J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Parlementaire werkzaamheden. Inhoudstafel. Page 1 sur 80 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Parlementaire werkzaamheden Inhoudstafel Einde 417 uitvoeringbesluiten 7 gearchiveerde versies Franstalige

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... (versie 1) Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 8 Art 37 bis 2 Deeleconomie...

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... (versie 1) Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 8 Art 37 bis 2 Deeleconomie...

Nadere informatie

p. 1/12 Globaal overzicht

p. 1/12 Globaal overzicht p. 1/12 Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: 5 Interest spaarrekening : 1.250 1.880 1.880 6 dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen : 125 190 190 10 Interesten of dividenden

Nadere informatie

1 van 5 4-10-2013 11:02 Home > Recente wijzigingen > Circulaire nr. Ci.RH.233/629.295 (AAFisc. 35/2013) dd. 01.10.2013 Algemene administratie van de Fiscaltiteit - Centrale diensten Dienst Personenbelasting

Nadere informatie

Fiscale maatregelen Stand van zaken op 20 januari 2012

Fiscale maatregelen Stand van zaken op 20 januari 2012 Fiscale maatregelen Stand van zaken op 20 januari 2012 Inleiding Op 22 december 2011 werd de wet houdende diverse bepalingen (document kamer nr. 1952/018) aangenomen in de plenaire vergadering van het

Nadere informatie

Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing

Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing Inhoudstafel Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing 1. Voor wie?... 3 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen........

Nadere informatie

Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy

Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy Van Belleghem Kluwer Opleidingen voor Bank Verzekering Accountancy Lieven Van Belleghem Indexering fiscale bedragen aj. 2017 aj. 2018 Indexcoëfficiënt belastingvrije som en bestaansmiddelen = aj.2017 =

Nadere informatie

Lieven Van Belleghem

Lieven Van Belleghem Praktische Belastingservice voor Bank Verzekering Accountancy Lieven Van Belleghem Indexering fiscale bedragen aj. 2018 aj. 2019 Indexcoëfficiënt belastingvrije som en bestaansmiddelen = aj.2018 = 1,7761

Nadere informatie

De nieuwe aangifte aanslagjaar 2015

De nieuwe aangifte aanslagjaar 2015 De nieuwe aangifte aanslagjaar 2015 Fiscale Wenken nr. 2015/19 Personenbelasting Wenst u meer info over dit onderwerp? Contacteer ons vrijblijvend via contact@vdl.be. Op 10 april 2015 werd het nieuwe formulier

Nadere informatie

Schematisch overzicht van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen.

Schematisch overzicht van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen. Algemene administratie van de FISCALITIT - Centrale diensten Directie I/5A Circulaire nr. Ci.RH.332/604.868 (AOIF Nr. 67/2010) dd 03.11.2010 Personenbelasting Belastingstelsel van het aanvullend pensioen

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 8 Art 37 bis 2 Deeleconomie... 8 Art

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 8 Art 37 bis 2 Deeleconomie... 8 Art

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 8 Art 37 bis 2 Deeleconomie... 8 Art

Nadere informatie

Percen- tage. 8. TOTAAL (nrs. 1 tot 7)... (A)... Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde. 3. TOTAAL (nrs. 1 en 2)... (B)...

Percen- tage. 8. TOTAAL (nrs. 1 tot 7)... (A)... Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde. 3. TOTAAL (nrs. 1 en 2)... (B)... Identiteit: Ondernemingsnr. of nationaal nr.:........ INVESTERINGSAFTREK van toepassing voor NATUURLIJKE PERSONEN AANSLAGJAAR 0 I. Berekening van de investeringsaftrek A. Eenmalige aftrek Percen- Afschrijfbare

Nadere informatie

SOFISK Aangifte personenbelasting 2014 : stilte voor de storm van volgend jaar.

SOFISK Aangifte personenbelasting 2014 : stilte voor de storm van volgend jaar. SOFISK 2014 Versie 2014.7.6 (10/06/2014) Personenbelasting o Beknopte afdruk: Kinderopvang werd niet afgedrukt. Vennootschapsbelasting o Correctie bij overname gegevens van vorig jaar. Versie 2014.7.5

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 8 Art 37 bis 2 Deeleconomie... 8 Art

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 8 Art 37 bis 2 Deeleconomie... 8 Art

Nadere informatie

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten...

Inhoudstafel. Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit: Art 36 Voordelen van alle aard Art 37 Auteurs rechten... Inhoudstafel Click op de titel of subtitel Art. 21 Roerende inkomsten-vrijgestelde inkomsten uit:... 6 Art 36 Voordelen van alle aard... 7 Art 37 Auteurs rechten... 8 Art 37 bis 2 Deeleconomie... 8 Art

Nadere informatie

TOELICHTING 275 C VOORAFGAANDE OPMERKINGEN TOELICHTINGEN

TOELICHTING 275 C VOORAFGAANDE OPMERKINGEN TOELICHTINGEN Toelichting 275 C 1/7 TOELICHTING 275 C (De wettelijke bepalingen zijn beschikbaar op de website van de FOD Financiën www.fisconetplus.be) Bedoelde artikelen: Art. 205bis tot 205novies, 236, 239/1 en 536

Nadere informatie

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen

Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing. 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen Deel 1 - Bijzondere fiscale aftrek eigen woning (de zgn. woonbonus) als u leent voor uw verbouwing 1. Voor wie? 2. Voorwaarden waaraan de lening moet voldoen 2.1. Een lening gesloten vanaf 1 januari 2005...5

Nadere informatie