INSTELLINGEN BVE GEPROFILEERD

Transcriptie

1 INSTELLINGEN BVE GEPROFILEERD NIEUWE INSTELLINGSPROFIELEN BVE 2010 Totaalbeeld per instelling Het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie (bve) worden verzorgd door in totaal zo n 150 instellingen. Hieronder vallen de grote bekostigde mbo instellingen, maar ook vele particuliere instellingen met mbo-opleidingen. Tussen al deze instellingen zijn behoorlijke verschillen te zien. Niet alleen verschillen in kwaliteit maar ook in studentenpopulatie. Ook zijn er verschillen te zien tussen de grote regionale opleidingencentra (roc s), de kleinere agrarische opleidingencentra (aoc s) en de kleine, gespecialiseerde vakinstellingen. En we zien verschillen met de vaak kleine, niet bekostigde particuliere instellingen. Dit valt af te leiden van de instellingsprofielen bve die de inspectie vanaf 8 december 2010 op haar website publiceert. Voor het eerst is per instelling een overzicht beschikbaar van zowel de uitkomsten van het toezicht op het onderwijs en de examens, het behaalde rendement (mate van diplomering), de financiële situatie en de tevredenheid van de studenten. Voor de niet bekostigde instellingen is minder informatie beschikbaar waardoor de profielen korter zijn. De komende jaren breidt de inspectie de informatie op de profielen verder uit. De overzichten zijn te vinden op onder zoek scholen. Op elk profiel staat een kaart met de geografische herkomst van de studenten en een link naar de instelling. Voor elke instelling is er een profiel te vinden. Waarom openbare profielen? De inspectie rekent het zich tot haar plicht om haar kennis over scholen te delen met het publiek. Ten eerste natuurlijk omdat scholen voor het overgrote deel uit de schatkist betaald worden. Maar ook omdat duidelijkheid over de kwaliteit en de prestaties een belangrijke motor kan zijn achter het voortdurend zorgen voor betere kwaliteit. Transparantie helpt daarbij. Dit geldt in het bijzonder voor de grote mbo-instellingen. Daar is tot nu toe immers wel informatie beschikbaar over de kwaliteit van afzonderlijke opleidingen, maar nog niet over hoe de instellingen als geheel er voor staan. Terwijl het duidelijker is, dat de verschillen tussen de instellingen groot zijn, was dit tot nu toe niet zichtbaar. In het onderzoek naar Besturing en kwaliteit in het mbo uit november 2011 beschrijven we voor het eerst deze verschillen ( onderwijs+in+het+mbo.html?homeref=true). Met de instellingsprofielen wil de inspectie de verschillen duidelijker zichtbaar maken. ENKELE OPVALLENDE ONDERDELEN VAN DE INSTELLINGPROFIELEN MBO Onderwijskwaliteit opleidingen Het aantal opleidingen per instelling waarop het toezicht is verscherpt vanwege zeer zwakke onderwijskwaliteit varieert van 0 tot 10. Als er ook de opleidingen bijgeteld worden met te weinig rendement dan is de range van 0 tot 39. Er zijn 33 bekostigde instellingen, precies de helft van de instellingen, waar voor alle opleidingen voor de onderwijskwaliteit het basistoezicht geldt. Inspectie van het Onderwijs Macrogegevens instellingsprofiel 8 december 2010 Pagina 1 van 5

2 Opleidingen met aangepast toezicht vanwege onderwijskwaliteit Zeer zwakke opleidingen Opleidingen met onvoldoende rendement Examenkwaliteit in 2009 Voor het examenonderzoek in 2009 is per instelling een aselecte steekproef van opleidingen getrokken. In grotere instellingen zijn elf opleidingen onderzocht en in kleine instellingen een of twee. De verschillen in examenkwaliteit zijn groot: er zijn twaalf instellingen met voldoende examens bij alle opleidingen in de steekproef, waaronder Scholengemeenschap De Rooi Pannen, roc Koning Willem I en het Scheepvaart en Transportcollege. Het percentage voldoende examens in 2009 is 63 procent. Bij de onderzochte examens die niet aan de examenstandaarden voldeden, hing dat voor een deel samen met de kwaliteit van examenopgaven die ingekocht waren bij examenleveranciers. Deze bleken namelijk in 2009 ook deels van onvoldoende kwaliteit. Inspectie van het Onderwijs Macrogegevens instellingsprofiel 8 december 2010 Pagina 2 van 5

3 Gediplomeerden per jaar (jaarresultaat) Het percentage gediplomeerden per jaar varieert tussen de 54 en 86. Het gemiddelde ligt bij de 66,9 procent. De aoc s doen het hier beter (71,1 procent) en de roc s en vakinstellingen scoren hier even hoog (66,8 procent). Enkele instellingen met een hoog rendement zijn de vakinstellingen SOMA en de Leidse Instrumentmakersschool, de aoc s Lentiz Onderwijsgroep en Wellantcollege en de roc s het Hoornbeeck College, Gilde Opleidingen en Graafschap College. Vergeleken naar deelnemerspopulatie Het is bekend dat instellingen en opleidingen met veel achterstandsgebieden (apcggebieden) lagere opbrengsten hebben. De reden daarvan is niet zozeer het feit dat de deelnemers uit deze gebieden komen en minder zouden presteren. Eerder ligt er een complex van redenen ten grondslag, zoals culturele invloed, inkomen, complexe grote stadsproblematiek, docententekort, aanzuiging arbeidsmarkt, et cetera. Om deze samenhangen te zien, kan het jaarresultaat uitgesplitst worden naar instellingen met relatief weinig of veel deelnemers uit achterstandsgebieden. Aoc s en vakinstellingen hebben weinig van deze deelnemers. Vooral roc s hebben hiermee te maken. Dan blijkt dat roc s in de groep met weinig apcg-deelnemers een jaarresultaat halen van 70 procent, terwijl die in de groep met weinig van deze deelnemers op 65 procent uitkomen. De aard van de populatie maakt kennelijk veel uit. Zo zien we ook dat een van de roc s in de vier grote steden, het ROC van Amsterdam, met het aantal gediplomeerden dicht bij het landelijk gemiddelde komt, ondanks de grote opgave waar ze gezien haar studentenpopulatie voor staat. Index VSV 2008/2009 Om de daling van voortijdig schoolverlaters goed te kunnen vergelijken hebben we een index gemaakt. De indexcijfers berusten op de gemiddelde percentages voortijdig schoolverlaten in 2005/2006, per type instelling. Inspectie van het Onderwijs Macrogegevens instellingsprofiel 8 december 2010 Pagina 3 van 5

4 Het landelijk gemiddelde percentage in 2005/2006 heeft de startindex 100 gekregen. Van elke instelling is daarna de eigen index gemaakt voor 2005/2006 en voor 2008/2009 door het met de startindex te vergelijken. De vsv-index 2008/2009 varieert rond 80. Dit cijfer betekent dat het percentage voortijdig schoolverlaten met 20 procent is gedaald ten opzichte van 2005/2006. De spreiding tussen de instellingen is zeer hoog: de minimum index is 17 (heel weinig uitval) tot 209 (ruim twee keer het landelijk gemiddelde voor dat soort instelling). Tot de beste roc s behoren het Hoornbeeck College, Menso Altingh, De Leijgraaf en De Friese Poort. Bij de vakinstellingen en aoc s springen het SOMA College, het CIBAP, NIMETO en De Groene Welle eruit. De gemiddelde indexcijfers voor het voortijdig schoolverlaten verschillen in geringe mate tussen de soorten instelling: roc s scoren het laagst met 80,6 dan de aoc s met 84,7 en de vakinstellingen met 86,2. Dit hangt samen met de verschillende populatie. Er zijn ook grote verschillen in het tempo waarmee de uitval daalt. Natuurlijk is dit ook afhankelijk van de startpositie in 2005/2006: instellingen die toen al weinig drop out kenden, kunnen niet veel meer dalen. Vergeleken naar deelnemerspopulatie Ook voor de vsv-index zien we een grote samenhang met de aard van de populatie: instellingen met veel deelnemers uit achterstandsgebieden, dit zij vooral de roc s, hebben meer vsv-ers (voor deze groep is de index 90) dan instellingen met weinig van deze deelnemers (index is voor deze groep 68). Inspectie van het Onderwijs Macrogegevens instellingsprofiel 8 december 2010 Pagina 4 van 5

5 Tevredenheid deelnemers Van de 67 instellingen waarvoor een instellingsprofiel is gemaakt, hebben er tien niet meegedaan aan de Job Monitor De rapportcijfers over de opleiding fluctueren op instellingsniveau rond de 6,9. De instellingen variëren hierin tussen de 6,4 en de 7,7. Deelnemers op de aoc s zijn het meest tevreden (7,2). Opvallend is dat de deelnemers op de roc s en de vakinstellingen even tevreden zijn (6,9). Het meest tevreden op de aoc s en de vakscholen zijn de deelnemers op het Citaverde College, het SOMA College en het Grafisch Lyceum Rotterdam. Bij de roc s scoren het Hoornbeeck College, Scholengemeenschap De Rooi Pannen, Koning Willem I College en Deltion College goed. Financieel toezicht Voor 67 instellingen is een instellingsprofiel gemaakt. Deze instellingen vallen onder 66 besturen. Twee instellingen, een roc en een aoc, behoren tot hetzelfde bestuur. De cijfers over het financieel toezicht zijn daarom geënt op 66 besturen. Bij risico s op financieel gebied kan de inspectie het toezicht in twee stadia intensiveren: geïntensiveerd toezicht, dat komt bij 12 procent voor, en intensief toezicht bij een instelling. Alleen bij roc s is er sprake van geïntensiveerd of intensief financieel toezicht. 86 Procent van alle instellingen heeft het normale basistoezicht op financieel gebied. Vervolg De gegevens over het toezicht worden voortdurend geactualiseerd. Uitzondering zijn de uitkomsten van het examentoezicht: hier geven we namelijk de uitkomst van het examenonderzoek in 2009 weer. De andere gegevens worden eens per jaar ververst. In het najaar van 2011 volgt de nieuwe publicatie. De komende jaren breiden we de gegevens op het instellingsprofiel nog uit. Inspectie van het Onderwijs Macrogegevens instellingsprofiel 8 december 2010 Pagina 5 van 5