Reactie Register Belastingadviseurs op het wetsvoorstel Belastingplan 2019 (35026)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Reactie Register Belastingadviseurs op het wetsvoorstel Belastingplan 2019 (35026)"

Transcriptie

1 Reactie Register Belastingadviseurs op het wetsvoorstel Belastingplan 2019 (35026) Het Register Belastingadviseurs (RB) heeft met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019). Het RB neemt de gelegenheid om op dit wetsvoorstel te reageren. Samenvatting Het RB is van mening dat met het pakket Belastingplan 2019 opmerkelijke keuzes worden gemaakt. Maatregelen als de afschaffing van de dividendbelasting en de verkorting van de looptijd van de 30%- regeling zijn onevenwichtig. Dat geldt ook de voorstellen die enkel gericht lijken om invordering van belastingschulden door de Belastingdienst te vergemakkelijken en voor de aangekondigde maatregel waarmee excessief lenen van de eigen vennootschap wordt tegen gegaan. Voor een inhoudelijke reactie op de laatste maatregel verwijzen wij graag naar ons commentaar op het wetsvoorstel Wet bronbelasting Voorts maken een aantal voorstellen inbreuk op rechtsbeginselen en uitgangspunten van de belastingwet, zoals de begrenzing van de aftrek van diverse aftrekposten en de beperking van de mogelijkheden tot verliesverrekening en afschrijving. De kunstgrepen in de wetssystematiek onderstrepen naar de mening van het RB de noodzaak voor een grondige herziening van het belastingstelsel. Het RB roept het kabinet en de Tweede Kamer op om daar werk van te maken. Inhoudsopgave 1. Algemeen Invoeren tweeschijvenstelsel Tariefmaatregel grondslagverminderende posten Versoberen voorwaartse verliesverrekening box Correctie box 2-tarief Conserverende aanslag lijfrente en pensioen Verkorten maximale looptijd 30%-regeling Verhogen verlaagd btw-tarief Wijziging Nederlandse sportvrijstelling Aanpassing regeling belastingrente Commentaar 1. Algemeen Het Belastingplan 2019 (35026) maakt onderdeel uit van het pakket Belastingplan 2019, samen met de wetsvoorstellen Overige fiscale maatregelen 2019 (35027), Wet bronbelasting 2020 (35028), Register Belastingadviseurs 1

2 Fiscale vergroeningsmaatregelen 2019 (35029), Wet aanpassing kansspelbelasting over sportweddenschappen (35031), Wet implementatie artikel 1 richtlijn elektronische handel (35032) en Wet modernisering kleineondernemersregeling (35033). Daarnaast is op Prinsjesdag de Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking (35030) ingediend en zal de parlementaire behandeling van de Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten en scholing (34556) na een Nota van wijziging weer worden voortgezet. Daarmee biedt het kabinet aan de Tweede Kamer maar liefst acht (!) fiscale wetsvoorstellen aan die binnen twee maanden in stemming worden gebracht. Daarnaast moet de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid nog dit jaar worden afgerond. Het RB is van mening dat het grote aantal wetsvoorstellen en de snelheid van behandeling het wetgevend proces en de kwaliteit daarvan niet ten goede komen. In het pakket Belastingplan 2019 is geen wijziging opgenomen van de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen (artikel 7.8 Wet inkomstenbelasting 2001). De huidige regeling is alleen van toepassing als het inkomen van de buitenlandse belastingplichtige zelf voor 90% of meer aan de Nederlandse loon- of inkomstenbelasting is onderworpen, of 90% van het gezinsinkomen. Uit jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU kan echter worden afgeleid, dat het Hof van Justitie een soepelere norm hanteert dan 90% voor het toekennen van persoonlijke aftrekposten in de werkstaat. Het RB vraagt wanneer een wijziging van artikel 7.8 Wet inkomstenbelasting 2001 kan worden verwacht. Ook mist het RB in het pakket Belastingplan 2019 een uitwerking van de kabinetsreactie op de evaluatie van de werkkostenregeling. 1 In de kabinetsreactie toont de staatssecretaris van Financiën zich bereid om de werkkostenregeling op onderdelen aan te passen aan de bevindingen uit de evaluatie. Tevens kondigt de staatssecretaris aan om de aanpassingen uit te werken in wet- en regelgeving. Het RB vraagt wanneer de voorgestelde wijzigingen in de vigerende wet- en regelgeving mogen worden verwacht. 2. Invoeren tweeschijvenstelsel (Artikel I, onderdeel C en D, artikel II onderdeel A en B en artikel III, onderdeel A en B) Het kabinet stelt voor om per 1 januari 2021 een sociale vlaktaks in te voeren in de inkomstenbelasting. Die sociale vlaktaks bestaat uit een tweeschijvenstelsel, waarbij het belastingtarief in de eerste schijf 37,05% bedraagt, en in de tweede schijf 49,5%. De tweede schijf start bij een inkomen van Dit tweeschijvenstelsel wordt bereikt door de komende jaren de tarieven in de huidige derde en vierde schijf stapsgewijs te verlagen. Het RB merkt op dat door de voorgestelde maatregelen vanaf 1 januari 2021 weliswaar juridisch sprake is van een tweeschijvenstelsel, maar dat daar in werkelijkheid geen sprake van is. Dat komt doordat de algemene heffingskorting en de arbeidskorting sinds 1 januari 2014 inkomensafhankelijk zijn. Deze kortingen inkomensafhankelijk maken, was in feite een verkapte tariefmaatregel. Daardoor wordt voor werkende belastingplichtigen het werkelijke inkomstenbelastingtarief mede bepaald door de op- en afbouw van deze belastingkortingen. Gecombineerd met het per 1 januari 2021 voorgestelde tweeschijvenstelsel laat dat bij benadering het volgende beeld zien. 1 Brief van de staatssecretaris van Financiën van 23 maart 2018, kenmerk Register Belastingadviseurs 2

3 Gecombineerd inkomstenbelastingtarief Van Tot Tarief ,29% ,99% ,27% ,87% ,50% ,50% In de bovenstaande tabel is geen rekening gehouden met toeslagen. Ook verdient opmerking dat het tarief normaliter niet leidt tot een bedrag aan te betalen inkomstenbelasting door de aftrek van de algemene heffingskorting. Opvallend is dat het inkomstenbelastingtarief vanaf een inkomen van circa al bijna 50% bedraagt en dat de sterkste schouders niet het hoogste belastingtarief betalen. Vanaf een inkomen van circa daalt het inkomstenbelastingtarief namelijk van 55,5% naar 49,5%. De tabel toont aan dat economisch bezien geen sprake is van een vlaktaks. 3. Tariefmaatregel grondslagverminderende posten (Artikel II, onderdeel A en B en artikel XXXII) A. Aftrekbare kosten voor de eigen woning Voorgesteld wordt om het tarief waartegen de aftrekbare kosten voor de eigen woning in aanmerking worden genomen vanaf 1 januari 2020 versneld af te bouwen. In 2019 zijn deze kosten nog aftrekbaar tegen een tarief van maximaal 49%. Daarna wordt het tarief stapsgewijs verlaagd tot 37,05% in Deze maatregel treft alleen belastingplichtigen met een inkomen van meer dan per jaar. Het voorstel houdt een wijziging in van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II (33 819). Die wet was deels een aanvulling op/verbetering van de Wet herziening fiscale behandeling eigen woning (33 405). Bij de invoering van de Wet herziening fiscale behandeling eigen woning is gekozen voor overgangsrecht voor op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschulden. Dit overgangsrecht was gericht op het voorkomen van nadelige financiële gevolgen als gevolg van een directe inwerkingtreding voor belastingplichtigen met een eigenwoningschuld. 2 Over de financiële gevolgen van de beperking van het tarief waartegen de aftrekbare kosten voor de eigen woning in aanmerking worden genomen is in de toelichting op het wetsvoorstel Wet maatregelen woningmarkt het volgende opgemerkt. Aangezien de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning zeer geleidelijk wordt ingevoerd en de opbrengst daarvan zo veel mogelijk naar de door de tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning getroffen groep wordt teruggesluisd, zijn de inkomenseffecten, zeker de eerste jaren, beperkt en kan de maatregel met onmiddellijke werking ingaan. Om die reden acht de regering, anders dan bij de 2 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p Dit wetsvoorstel is op 9 december 2013 ingetrokken en vervangen door het wetsvoorstel Wet maatregelen woningmarkt 2014 II. De regeling die betrekking heeft op de beperking van het tarief waartegen de aftrekbare kosten voor de eigen woning in aanmerking kunnen worden genomen is daaruit één op één overgenomen. Register Belastingadviseurs 3

4 introductie van de aflossingseis, eerbiedigende werking voor zogenoemde «bestaande gevallen» niet noodzakelijk. 4 Het RB meent dat belastingplichtigen aan de totstandkoming van deze maatregel het vertrouwen hebben mogen ontlenen dat de beperking van de aftrek van de kosten voor de eigen woning geleidelijk zou worden ingevoerd. Belastingplichtigen hebben daarop hun beslissingen gebaseerd en zijn langlopende financiële verplichtingen aangegaan voor de aankoop van een eigen woning. Thans wordt voorgesteld om de periode waarbinnen het tarief voor de aftrekbare kosten voor de eigen woning wordt verlaagd, met eenentwintig jaar (!) te verkorten. Daardoor eindigt het overgangsrecht op dit onderdeel niet op 1 januari 2044, maar al op 1 januari Het bevreemdt het RB dat geen aandacht wordt besteed aan de gevolgen van de versnelde afbouw voor de belastingplichtigen met een eigenwoningschuld en waarom thans langdurige eerbiedigende werking voor bestaande gevallen niet langer noodzakelijk is. Los van de maatregel zelf komt het ontbreken van een degelijke motivering de betrouwbaarheid van de overheid niet tegen goede. B. Overige grondslagverminderende posten Voorts wordt voorgesteld om het tarief waartegen een aantal grondslagverminderende posten in aanmerking worden genomen vanaf 1 januari 2020 te begrenzen. In 2019 zijn deze posten nog aftrekbaar tegen een tarief van maximaal 51,75%. Vanaf 1 januari 2020 wordt dit tarief net als voor de aftrekbare kosten voor de eigen woning stapsgewijs verlaagd tot 37,05% in Deze maatregel treft alleen belastingplichtigen met een inkomen van meer dan per jaar. Tot de grondslagverminderende posten behoren de volgende posten. 1. De ondernemersaftrek; 2. De MKB-winstvrijstelling en de terbeschikkingstellingsvrijstelling; 3. De persoonsgebonden aftrek. Ad. 1 Het RB sluit zich aan bij het commentaar van de Raad van State. De ondernemersaftrek geeft een prikkel aan belastingplichtigen om ondernemer te worden. De huidige zelfstandigenaftrek is een vast bedrag en is dus niet afhankelijk van de hoogte van de winst. De huidige vormgeving stimuleert ondernemers daardoor niet om door te groeien en draagt aanzienlijk bij aan het verschil in belastingheffing tussen werknemers en ondernemers aan de onderkant van de markt. De thans voorgestelde begrenzing van het tarief waartegen de ondernemersaftrek in aftrek kan worden gebracht werkt juist verder in het nadeel van succesvolle ondernemers die hogere winsten uit onderneming behalen. Het RB vraagt om of dit effect met de voorgestelde maatregel is beoogd en of het kabinet dit effect wenselijk acht. Ad. 2 De introductie van de MKB-winstvrijstelling per 1 januari 2007 en de TBS-vrijstelling per 1 januari 2010 houden beide verband met de verlaging van de vennootschapsbelastingtarieven per 1 januari De beide vrijstellingen hebben ten doel om het tarief waartegen de winst uit onderneming c.q. het resultaat uit ter beschikking stellen in de inkomstenbelasting wordt belast globaal gelijk te 4 Kamerstukken II 2013/14, , nr. 3, p. 23. Register Belastingadviseurs 4

5 houden aan het gecombineerde vennootschapsbelastingtarief en aanmerkelijkbelangtarief voor belastingplichtigen die hun onderneming via een besloten vennootschap drijven. Door een deel van de winst uit onderneming c.q. het resultaat uit ter beschikking stellen vrij te stellen wordt in feite hetzelfde effect bereikt als met een tariefsverlaging. Beide maatregelen zijn daarom ook te beschouwen als verkapte tariefmaatregelen. De thans voorgestelde beperking van het tarief waartegen de MKB-winstvrijstelling en de TBSvrijstelling kunnen worden afgetrokken is in feite ook een tariefmaatregel. Daardoor vindt een stapeling van tariefmaatregelen plaats die overigens tegengesteld zijn aan elkaar. Deze maatregel komt de eenvoud van de wet niet ten goede. Niet langer is overzichtelijk tegen welk tarief de extra verdiende euro wordt belast. De maatregel heeft per saldo het effect dat de winst uit onderneming en het resultaat uit TBS boven tegen een hoger tarief worden belast, dan de winst en het resultaat tot In samenhang met de begrenzing van de aftrek van de ondernemersaftrek heeft de maatregel tot gevolg dat de IB-ondernemer vanaf een winst van zwaarder wordt belast dan nu het geval is. Deze ondernemers delen dus niet in de lastenverlichting die het kabinet voorstaat met de verlaging van de tarieven in box 1. Het RB verzoekt daarom om de begrenzing van de aftrek van de MKB-winstvrijstelling en de TBS-vrijstelling te heroverwegen. Overigens is de maatregel niet van toepassing als de winst na aftrek van de ondernemersaftrek of het resultaat uit TBS negatief is. Deze uitzondering is niet evenwichtig. Voor de uitzondering worden slechts budgettaire redenen genoemd. Het RB meent dat dit geen rechtvaardigheidgrond oplevert voor het onderscheid. Teneinde de gevolgen inzichtelijk te maken verzoekt het RB om de gevolgen van een negatieve winst inzichtelijk te maken aan de hand van een voorbeeld. Ad.3 Onderdeel van de persoonsgebonden aftrek zijn de uitgaven voor onderhoudsverplichtingen. Tot deze uitgaven behoren ook de uitgaven voor alimentatie aan de ex-echtgenoot (de geregistreerd partner daaronder begrepen). Deze uitgaven zijn aftrekbaar op grond van artikel 6.3, lid 1, sub a Wet inkomstenbelasting Bij de ex-echtgenoot worden deze uitgaven belast als belastbare periodieke uitkering op grond van artikel 3.101, lid 1, sub b Wet inkomstenbelasting Tegenover de aftrek bij de alimentatieplichtige staat belastingheffing bij de alimentatiegerechtigde. De beperking van de aftrek van alimentatie tot het tarief in (uiteindelijk) de eerste schijf kan er in de praktijk toe leiden dat de betaalde alimentatie bij de ontvanger belast wordt tegen het toptarief (49,5%), terwijl de betaalde alimentatie bij de betaler aftrekbaar is tegen een tarief van 37,05%. Dit gevolg is onevenwichtig en daarom onwenselijk. Ook komt het in de praktijk regelmatig voor dat partijen in het kader van hun echtscheiding besluiten om de alimentatieverplichting af te kopen, zodat zij niet langer financieel aan elkaar gebonden zijn. In plaats van langdurige maandelijkse alimentatiebetaling wordt dan gekozen voor betaling van een bedrag ineens. Die betaling is bij de alimentatieplichtige aftrekbaar op grond van artikel 6.3, lid 1, sub b Wet inkomstenbelasting Bij de alimentatiegerechtigde is deze betaling belast op grond van artikel 3.102, lid 1 Wet inkomstenbelasting Vindt deze betaling plaats in het jaar waarin de (inmiddels) ex-echtgenoten nog een deel van het jaar kwalificeren als elkaars fiscale partner, dan kunnen zij voor de verdeling van de gezamenlijke aftrekposten kiezen om het gehele jaar als fiscaal partner te worden aangemerkt. Voordeel van die keuze is dat de betaling van de afkoopsom in aftrek Register Belastingadviseurs 5

6 kan worden gebracht in de aangifte van de partner die de afkoopsom ontvangt, waardoor per saldo geen belasting is verschuldigd. Door de thans voorgestelde maatregel kan zich vanaf 2023 de situatie voordoen dat de afkoopsom aftrekbaar is tegen een tarief van 37,05%, maar wordt belast tegen een tarief van 49,5%. 5 Het is dan niet langer mogelijk om de afkoop van alimentatie fiscaal geruisloos te laten verlopen. Voor zover dat verschil wordt veroorzaakt doordat de betalende ex-echtgenoot een hoger inkomen heeft dan de ontvangende echtgenoot is dat te billijken. Vindt belastingheffing en aftrek echter plaats bij dezelfde echtgenoot, dan ziet het RB geen reden om het inkomen zwaarder te belasten dan de aftrekpost. Dit gevolg acht het RB ongewenst. Het RB ontraadt daarom de uitgaven voor onderhoudsverplichtingen te begrenzen. Zo deze begrenzing toch zou worden ingevoerd, vraagt het RB aandacht voor de gevolgen van deze maatregel voor de bestaande afspraken tussen ex-echtgenoten over de betaling van partneralimentatie. De maatregel heeft immers tot gevolg dat de financiële gevolgen van deze afspraken wijzigen voor de alimentatieplichtige ex-echtgenoot. Dat zou kunnen leiden tot pijnlijke heronderhandeling van de in het verleden gemaakte afspraken over de financiële afwikkeling van de echtscheiding. Het RB acht het in dit kader een overgangsmaatregel voor bestaande alimentatieregelingen wenselijk. 4. Versoberen voorwaartse verliesverrekening box 2 (Artikel I, onderdeel E) Voorgesteld wordt om de termijn waarbinnen verliezen uit aanmerkelijk belang voorwaarts kunnen worden verrekend te verkorten van negen naar zes jaar. Deze maatregel hangt volgens de memorie van toelichting samen met de voorgestelde beperking van de termijn voor voorwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting in het wetsvoorstel Wet bronbelasting Wij verwijzen u tevens naar ons commentaar op het wetsvoorstel Wet bronbelasting Het RB constateert dat een inhoudelijke onderbouwing van de versobering van de termijn voor voorwaartse verliesverrekening, dan wel een onderbouwing van de samenhang met de versobering van de termijn in de vennootschapsbelasting, ontbreekt. Een van de uitgangspunten van de Wet inkomstenbelasting is dat belastingplichtigen worden belast voor hun gezamenlijke voordelen uit aanmerkelijk belang. 6 Dat houdt in dat verliezen uit aanmerkelijk belang in beginsel onbeperkt verrekenbaar zouden moeten zijn met de voordelen uit aanmerkelijk belang. Bij invoering van de Wet werken aan winst is de termijn voor voorwaartse verliesverrekening al beperkt tot negen jaar. In zijn advies bij het wetsvoorstel Wet werken aan winst wees de Raad van State op het feit dat aanmerkelijk belangtransacties slechts incidenteel plaatsvinden, waardoor het risico van verliesverdamping bij beperking van de voorwaartse verliesverrekening groot is. 7 Door de termijn voor voorwaartse verliesverrekening verder te verkorten tot zes jaar, wordt de kans dat per saldo meer inkomen wordt belast dan het werkelijk genoten inkomen verder vergroot. 5 Dit verschil ontstaat vanaf 2020 en loopt op tot Artikel 4.12 Wet inkomstenbelasting Kamerstukken II 2015/16, , nr. 4. Register Belastingadviseurs 6

7 Het RB acht deze maatregel in strijd met het draagkrachtbeginsel en daardoor in strijd met de uitgangspunten van de Wet inkomstenbelasting Daarom ontraadt het RB de invoering van deze maatregel. 5. Correctie box 2-tarief (Artikel II, onderdeel C, artikel III, onderdeel C en artikel XXIX) Voorgesteld wordt om het tarief in box-2 vanaf 1 januari 2020 te verhogen naar uiteindelijk 26,9%, teneinde het globaal evenwicht in belastingheffing tussen IB-ondernemers en belastingplichtigen die hun onderneming drijven via een BV in stand te houden. Het RB merkt op dat dit globaal evenwicht mede wordt verstoord door de voorgestelde maatregel die het tarief begrenst waartegen de MKBwinstvrijstelling kan worden afgetrokken. De verhoging van de belastingdruk voor ondernemers met een winst boven is derhalve mede de aanleiding om het AB-tarief te verhogen. Zonder de begrenzing van de aftrek van de MKB-winstvrijstelling zoals het RB voorstaat hoeft het box-2 tarief minder te worden verhoogd. Voorts merkt het RB op dat de voorgestelde verhoging van het box 2-tarief doorwerkt naar de invordering van conserverende aanslagen. Als een aanmerkelijkbelanghouder emigreert, krijgt hij thans een conserverende aanslag voor de aanmerkelijkbelangwinst die hij nog niet heeft gerealiseerd tegen een tarief van 25%. De conserverende aanslag wordt pas ingevorderd als de aanmerkelijkbelanghouder na emigratie dividend ontvangt van de vennootschap of zijn aandelen in de vennootschap verkoopt. De voorgestelde wijziging van de invorderingswet houdt in dat als de aanmerkelijkbelanghouder na 1 januari 2020 dividend ontvangt, niet 25% van dat dividend wordt ingevorderd, maar 26,25% (26,9% vanaf 2021). Per saldo drukt op het betreffende dividend dus geen 25% inkomstenbelasting, maar het verhoogde box 2-tarief. Het RB verzoekt daarom om een overgangsmaatregel voor conserverende aanslagen die betrekking hebben op belastingjaren voor Conserverende aanslag lijfrente en pensioen (Artikel I, onderdeel K) De wet wordt in overeenstemming gebracht met het antwoord van de Hoge Raad op prejudiciële vragen over de conserverende aanslag die bij emigratie van de belastingplichtige wordt opgelegd als de belastingplichtige pensioen- en/of lijfrenteaanspraken heeft opgebouwd. Het voorgestelde artikel 10a.19 Wet inkomstenbelasting bevat daarvoor een overgangsbepaling. De voorgestelde overgangsbepaling houdt in dat een deel van de pensioen- en lijfrenteaanspraken (premies daaronder begrepen) niet tot het te conserveren inkomen worden gerekend en dus niet in de conserverende aanslag worden begrepen. De bedoelde conserverende aanslagen betreffen conserverende aanslagen die al zijn opgelegd. Het RB verzoekt om een nadere toelichting over de wijze waarop de Belastingdienst deze conserverende aanslagen zal gaan verminderen. Moeten belastingschuldigen daar zelf actie voor ondernemen, of mag die actie van de Belastingdienst worden verwacht? Voorts meent het RB dat het nog niet eenvoudig zal zijn om een splitsing aan te brengen in de waarde of de betaalde premies voor de pensioen- en lijfrenteaanspraken. Daarbij vraagt het RB naar de wijze waarop de belastingschuldige die splitsing moet aanbrengen. Register Belastingadviseurs 7

8 7. Verkorten maximale looptijd 30%-regeling (Artikel XIII, onderdeel F en G en artikel XIV) A. Voorstel in strijd met doelstelling Het aangekondigde plan houdt in dat de looptijd van de 30%-regeling zal worden verkort van acht jaar naar vijf jaar. Het RB merkt allereerst op dat de doelstelling van de 30%-regeling is om de benodigde specifieke deskundigen, waaraan in Nederland een tekort is, aan te trekken. Door de looptijd van de regeling te verkorten van acht jaar tot vijf jaar, wordt de doelstelling ondermijnd. Rechtszekerheid Het kabinet is voornemens om deze maatregel te laten gelden voor alle gevallen. Het kabinet voorziet dus niet in een overgangsregeling voor bestaande gevallen, behoudens de vergoeding /verstrekking van schoolgelden voor internationale scholen. Ervan uitgaande dat de wet conform de aankondiging wordt aangepast, heeft dit mede tot gevolg dat voor een aantal werknemers de 30%- regeling per 1 januari 2019 zal eindigen. Het RB heeft er moeite mee dat ook werknemers die thans al een 30%-regeling hebben, onder de nieuwe regels gaan vallen. Volgens het kabinet is het formeel toegestaan om ook de huidige gevallen te treffen door de nieuwe regels. Het RB wijst echter specifiek op het beginsel van rechtszekerheid en het vertrouwensbeginsel. Het RB verneemt graag waarom het kabinet de verkorting van de 30%- regeling voor deze werknemers in overeenstemming acht met deze beginselen. Voorts wijst het RB er op dat in de beschikkingen voor de 30%-regeling die vanaf 1 januari 2012 zijn afgegeven, de volgende zinsnede is opgenomen: Deze beschikking is geldig onder voorbehoud van wijziging in de wet- en regelgeving. In de beschikkingen die vóór 1 januari 2012 zijn afgegeven is deze zinsnede niet opgenomen. Het RB is dan ook van mening dat op basis van het vertrouwens- en rechtszekerheidsbeginsel een wijziging in de vóór 1 januari 2012 afgegeven beschikkingen juridisch niet mogelijk is. Het RB vraagt het kabinet graag om een nadere toelichting, in aanvulling op de brief van het Ministerie van Financiën van 25 mei Ook al zou een verkorting van de looptijd voor huidige gevallen juridisch houdbaar zijn, dan is het RB nog van mening dat de verkorting van de termijn voor bestaande gevallen niet moet worden doorgevoerd. De inperking van het overgangsrecht voor reeds toegekende 30%-regelingen komt de betrouwbaarheid van de Nederlandse overheid immers niet ten goede. Het RB stelt daarom voor om de eventuele verkorting van de looptijd alleen te laten gelden voor nieuwe gevallen, dat wil zeggen voor aanvragen vanaf 1 januari Met een dergelijke regeling wordt recht gedaan aan hetgeen de werknemer (en werkgever) vooraf mocht(en) verwachten. Het RB wijst in dit kader graag ook op de wijziging van de 30%-regeling per Destijds is wél een overgangsregeling met eerbiedigende werking ingevoerd voor bestaande gevallen. Als ook nu een overgangsregeling zou worden getroffen voor bestaande gevallen, dan is er in ieder geval sprake van een consistente lijn. B. Financiële consequenties Het RB wijst hierbij uitdrukkelijk op de grote gevolgen die het (onverwacht) tussentijds wegvallen van de 30%-regeling heeft op het besteedbaar inkomen van de betreffende werknemers. Afhankelijk van Register Belastingadviseurs 8

9 de hoogte van het loon, kan het nadeel voor werknemers oplopen tot circa 15%. Het aantal werknemers dat langer dan vijf jaar gebruik maakt van de 30%-regeling is relatief klein. Het RB is dan ook van mening dat voordelen van de beperking van de looptijd niet opwegen tegen de nadelen voor de individuele werknemers. Daarbij merkt het RB op dat beperking van de looptijd tot vijf jaar, de kans kleiner maakt dat de betreffende werknemers uiteindelijk in Nederland blijven. Behoud van deze werknemers moet naar de mening van het RB echter zoveel mogelijk worden nagestreefd met het oog op (extra) belastinginkomsten na afloop van de 30%-regeling. Het RB wijst er nog op dat de 30%-regeling meer oplevert dan deze kost. Naar de mening van het RB is het dan ook economisch niet verstandig om de looptijd te verkorten zonder overgangsrecht voor bestaande gevallen. C. Verlies concurrentiepositie Het RB wijst er op dat de meeste landen die vergelijkbare regelingen hebben als de 30%-regeling, een maximumperiode van vijf jaar hanteren. Als Nederland ervoor kiest om eenzelfde looptijd te hanteren, onderscheidt Nederland zich niet langer ten opzichte van die landen. De regeling biedt potentiële inkomende werknemers dus geen reden om naar Nederland te komen. Kiest Nederland echter voor een langere looptijd, dan onderscheidt Nederland zich in positieve zin ten opzichte van die landen, wat het vestigingsklimaat kan verbeteren. Een betere regeling ten opzichte van andere landen kan een aanzuigende werking hebben op kennismigranten, die dan dus niet naar andere landen zullen gaan. Dat komt de bestrijding van schaarste aan het juiste personeel ten goede. Het RB wijst erop dat met name het mkb de dupe is van de voorgestelde regeling. Het grootbedrijf heeft immers meer mogelijkheden om te sturen op arbeidsmobiliteit dan het mkb. Het RB wijst uitdrukkelijk op het belang van het vestigingsklimaat, wat ook in de overwegingen omtrent de dividendbelasting naar voren is gekomen. Het zou dan ook vreemd zijn als het kabinet in dit geval een geheel andere keuze maakt. In aanvulling daarop merkt het RB op dat de dividendbelasting wordt afgeschaft om het vestigingsklimaat van grote bedrijven te waarborgen. De verkorting van de looptijd van de 30%- regeling heeft echter een averechts gevolg, daar het bedrijven daarmee juist lastiger wordt gemaakt om geschikt gekwalificeerd personeel te werven. Het RB wijst er ook nog op dat de kans dat werknemers na afloop van de duur van de 30%-regeling in Nederland blijven wonen en werken, zal afnemen naar mate de looptijd van de 30%-regeling korter is. Hoe korter de looptijd, hoe groter de kans is dat de vanuit het buitenland aangetrokken werknemers uiteindelijk, na het verstrijken van de periode dat zij een beschikking voor de 30%- regeling hebben, weer vertrekken. Dit heeft tot gevolg dat de doelstellingen van de 30%-regeling niet worden bereikt. Het RB is daarom van mening dat, gezien het streven om de benodigde werknemers in Nederland te krijgen en te houden, de looptijd van de regeling niet moet worden verkort. De huidige regeling sluit aan bij de doelstelling van de oorspronkelijke regeling. Die doelstelling zorgt voor een positieve ontwikkeling van de Nederlandse economie. Mocht desondanks toch worden gekozen voor verkorting van de looptijd, dan is het RB van mening dat de looptijd ten minste zes jaar moet zijn. D. Overig Het RB wijst er uitdrukkelijk op dat de aangekondigde maatregel die de looptijd ook voor bestaande gevallen verkort, niet ten goede komt aan het vertrouwen in de Nederlandse politiek. Potentiële expats zullen Nederland mogelijk niet kiezen als vestigingsland, daar de indruk kan ontstaan dat de Register Belastingadviseurs 9

10 overheid haar afspraken niet nakomt en regelingen eenzijdig wijzigt/intrekt, zonder betrokkenen tegemoet te willen komen. Daarbij komt mogelijk ook dat een deel van de expats dat thans in Nederland woont, ontslag zal nemen en Nederland zal verlaten. Het RB is van mening dat deze gevolgen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. Het RB roept daarom op om een overgangsregeling voor bestaande gevallen in het leven te roepen. Ten slotte merkt het RB het volgende op over de vergoeding van werkelijke extraterritoriale kosten (hierna: ETK). Hiervoor wordt in de praktijk als uitgangspunt een looptijd van acht jaar aangehouden. De staatssecretaris van Financiën geeft in het besluit DGB2013/70M aan dat in bepaalde situaties een langere periode ook als tijdelijk kan worden gezien. Het RB merkt op dat in de brief over de aangekondigde verkorting van de 30%-regeling wordt aangegeven dat de looptijd van de vergoeding van de ETK wordt gemaximeerd op vijf jaar. De aankondiging lijkt echter geen ruimte te geven voor die situaties. Het RB is van mening dat deze situaties van belang blijven en vraagt dan ook om in voorkomende gevallen een langere periode voor vergoeding van de daadwerkelijke kosten toe te staan, dan de aangekondigde vijf jaar. 8. Verhogen verlaagd btw-tarief (Artikel XXIV, onderdeel B) Voorgesteld wordt om het lage btw-tarief te verhogen van 6% naar 9% met ingang van 1 januari Opvallend is dat in het voorstel in tegenstelling tot de laatste verhoging van het algemene btwtarief in het geheel geen overgangsmaatregelen zijn opgenomen. Dat betekent dat het moment waarop de btw is verschuldigd bepalend is voor de hoogte van het tarief. Het RB heeft daarover de volgende vragen. In beginsel is het tijdstip waarop de prestatie wordt verricht bepalend voor het moment waarop de btw is verschuldigd. Als een ondernemer die het kasstelsel toepast in 2018 een prestatie verricht, waarvoor de consument in 2018 een factuur ontvangt, welk tarief is dan van toepassing, als de consument de factuur pas in 2019 betaalt? Als de ondernemer het kasstelsel toepast en deelbetalingen ontvangt in 2018 en in 2019, welk tarief is dan van toepassing op deze deelbetalingen? 9. Wijziging Nederlandse sportvrijstelling (Artikel XXIV, onderdeel C) De wijziging van de sportvrijstelling is noodzakelijk naar aanleiding van jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie. In het voorgestelde artikel 11, lid 4 wordt nader bepaald wanneer een instelling geen winst beoogt. Daarvan kan volgens onderdeel a sprake zijn als de instelling voor prestaties vergoedingen ontvangt die hoger zijn dan de normale waarde van die prestaties. Als de instelling zonder die vergoedingen geen exploitatieoverschot heeft, kan sprake zijn van een instelling die geen winst beoogd. Het RB verzoekt om een nadere toelichting op de wijze waarop de normale waarde van dergelijke prestaties moet worden bepaald. Register Belastingadviseurs 10

11 Voorts vraagt het RB of onderdeel b van datzelfde lid zo moet worden verstaan dat instellingen die exploitatieoverschotten behalen, maar van de gemeente onder de kostprijs een accommodatie huren te allen tijde als niet-winst beogend worden aangemerkt. Ten slotte vraagt het RB naar de gevolgen van de wijziging van de sportvrijstelling voor de verhuurder die thans heeft geopteerd voor belaste verhuur aan een exploitatie-stichting. Leidt de wijziging van de sportvrijstelling tot herziening bij de verhuurder? 10. Aanpassing regeling belastingrente (Artikel XXVI, artikel XXVII en artikel XXVIII) Op grond van dit artikel worden de bepalingen van de belastingrente van de artikelen 30f, 30fc en 30g Algemene wet inzake rijksbelastingen gewijzigd. Uitgangspunt van de oorspronkelijke regeling belastingrente is dat de inspecteur belastingrente in rekening brengt als het opleggen van een belastingaanslag met een door de belastingplichtige te betalen bedrag door toedoen van die belastingplichtige te lang op zich laat wachten. In het belastingplan 2019 is getracht om dit uitgangspunt zo uniform mogelijk toe te passen. A. Inkomstenbelasting / Vennootschapsbelasting (artikel 30f en artikel 30fc AWR) Met ingang van het belastingjaar 2014 is de aangiftetermijn voor de inkomstenbelasting verschoven van 1 april naar 1 mei na afloop van het belastingjaar, maar daar wordt voor de belastingrente nog geen rekening mee gehouden. Hierdoor kan het op dit moment voorkomen dat belastingplichtigen die (tijdig) tussen 1 april en 1 mei na het belastingjaar aangifte doen toch belastingrente in rekening wordt gebracht. Er wordt terecht voorgesteld om geen belastingrente in rekening te brengen indien de aangifte wordt ingediend voor 1 mei en de aanslag conform die aangifte wordt vastgesteld. Het verbaast het RB dat ondanks het feit dat de aangiftetermijn voor de vennootschapsbelasting is gesteld op vijf maanden na afloop van het kalenderjaar (of boekjaar) er toch belastingrente in rekening wordt gebracht. Dat is dus ook het geval indien de aangifte tijdig, te weten voor 31 mei wordt ingediend. Bij de inkomstenbelasting wordt thans in alle gevallen afgezien van het berekenen van belastingrente indien de aangifte tijdig (voor het verstrijken van reguliere aangiftetermijn) wordt ingediend. Niet valt in te zien, waarom dit voor de vennootschapsbelasting anders zou moeten zijn. Het RB verzoekt dan ook de belastingrenteberekening eveneens achterwege te laten indien de aangifte vennootschapsbelasting tijdig, te weten voor eind mei, is ingediend. B. Erfbelasting (artikel 30g AWR) In de erfbelasting kan het voorkomen dat belastingrente in rekening wordt gebracht ondanks het feit dat de aangifte tijdig wordt ingediend en de aanslag conform die aangifte wordt vastgesteld. In het wetsvoorstel Belastingplan 2019 wordt voorgesteld dat degene die tijdig verzoekt om een voorlopige aanslag of tijdig aangifte erfbelasting doet, geen belastingrente in rekening wordt gebracht indien de (voorlopige) aanslag wordt vastgesteld overeenkomstig het tijdig ingediende verzoek of de tijdig ingediende aangifte. Deze wijziging gaat slechts gelden voor belastingaanslagen ter zake van overlijdens die op of na 1 januari 2019 plaatsvinden. Belangrijk hierbij is dat in de overgangsregeling is opgemerkt dat het beleid dat geen belastingrente wordt berekend over belastingaanslagen ter zake van overlijden op of na 1 januari 2017, voor zover nodig wordt gehandhaafd. Dit beleid is in het leven geroepen gezien de achterstanden die de Register Belastingadviseurs 11

12 Belastingdienst heeft met betrekking tot het verwerken van de aangiften erfbelasting als gevolg van de problemen met de automatisering. C. Overige knelpunten Het RB merkt op dat er in het voorstel geen oplossing wordt gegeven voor andere knelpunten die zich voordoen in de belastingrenteregeling. Het RB verwijst hiervoor onder andere naar de gestelde kamervragen van de heer Bashir in Tevens verzoekt het RB om de hoogte van de thans gehanteerde rentepercentages voor de belastingrente (8% bij de vennootschapsbelasting en 4% bij de overige middelen) te heroverwegen, gezien de langdurige lage stand van de marktrente. In dit kader verwijst het RB onderzoek naar aanleiding van de motie van Aukje de Vries. Dat onderzoek richtte zich op de vraag of het huidige systeem van de belastingrente redelijk, billijk en rechtvaardig is, of de gehanteerde rentepercentages marktconform zijn en of er verbeterpunten zijn. In dat onderzoek is tevens de vraag van Eerstekamerlid De Grave betrokken om te onderzoeken of het mogelijk is het rentepercentage te baseren op het werkelijke rendement. De staatssecretaris heeft het rapport van genoemd onderzoek tezamen met zijn brief van 5 juli 2018 gezonden aan de Tweede Kamer. 9 Uit een recente uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden van 12 juni 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5364, blijkt volgens het RB duidelijk dat met name ook de situaties waarin rente wordt berekend over een tijdvak waarin het geld al onder de Belastingdienst was nadere aandacht verdienen. De staatssecretaris heeft in zijn brief laten weten goed te begrijpen dat de regeling dergelijke situaties bij belastingplichtigen gevoelens van onredelijkheid oproept. Maar met een verwijzing naar de achterliggende verzuimsystematiek, de complexiteit van de wetgeving en de budgettaire gevolgen blijkt de staatssecretaris niet voornemens de regeling op dit punt aan te passen. De genoemde argumenten overtuigen het RB volstrekt niet. Het RB verzoekt de wetgeving op dit punt alsnog aan te passen. Deze reactie is opgesteld door Bureau Vaktechniek van het Register Belastingadviseurs in samenwerking met de Commissie Wetsvoorstellen en de specialistengroepen van het Register Belastingadviseurs. Aan dit commentaar hebben in het bijzonder bijgedragen: mr. M.W.F.G. Vervoort RB, mr. L.L.C. Blom AA RB, mr. J.P. Dagevos RB, J.H.P.M. Raaijmakers RB, mr. A.T. Pahladsingh RB, mr. P.H.J. Furer RB, drs. P.N.M. Goossens RB en drs. M.A.B. Bögemann RB. Culemborg, 4 oktober 2018 o-o-o-o-o 8 Tweede Kamer der Staten Generaal, vergaderjaar , Aanhangsel Kamerstukken II 2017/18, , nr. 99. Register Belastingadviseurs 12

Prinsjesdag 2018 (JVC Businessclub 2 oktober 2018) Prinsjesdag

Prinsjesdag 2018 (JVC Businessclub 2 oktober 2018) Prinsjesdag Prinsjesdag 2018 1 Prinsjesdag 2018 2 Op 18 september jl. bood Wopke Hoekstra de Tweede kamer aan: 1. Miljoenennota 2. De Rijksbegroting 3. Het Belastingpakket Prinsjesdag 2018 3 Het Belastingpakket: Prinsjesdag

Nadere informatie

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Het belastingstelsel verandert. We vergroenen, de belasting op consumptie gaat omhoog en belangrijk: het kabinet maakt werk lonender. De belastingtarieven

Nadere informatie

Prinsjesdag Belastingplan september 2018 Bram Faber

Prinsjesdag Belastingplan september 2018 Bram Faber Prinsjesdag 2018 Belastingplan 2019 19 september 2018 Bram Faber Belastingplan Inhoud Korte terugblik Inhoud Belastingplan 2019 Terugblik Terugblik Terugblik Terugblik Dividendbelasting (gedeeltelijk)

Nadere informatie

Birgitta van Antwerpen. (Senior Belastingadviseur - Actan)

Birgitta van Antwerpen. (Senior Belastingadviseur - Actan) Welkom! Welkom! Birgitta van Antwerpen (Senior Belastingadviseur - Actan) Inleiding Inleiding 18 september Indiening bij TK tot 6 december Schriftelijke voorbereiding 18 december Aangenomen? 15 november

Nadere informatie

Prinsjesdagspecial 2018

Prinsjesdagspecial 2018 Prinsjesdagspecial 2018 19 september 2018 Welke voorstellen bevat het pakket Belastingplan 2019? De Prinsjesdagspecial 2018, opgesteld in opdracht van de NBA, biedt een handzaam overzicht van de aangekondigde

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 785 Wijziging van enkele Belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2018) L BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de DGA TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de DGA TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR ACTIEPUNTEN EIND 2018 voor de DGA KLAAR VOOR 2019 TARIEVEN BTWVERHOGING EIGEN WONING ACTIEPUNTEN VOOR DE DGA Inhoudsopgave 3 Maatregelen tegen veel lenen bij eigen bv 3 Tarieven in de vennootschapsbelasting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 000 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 72 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 3508 Invoering van een bronbelasting en afschaffing van de dividendbelasting alsmede wijziging van enige wetten in verband met enkele maatregelen voor het bedrijfsleven (Wet bronbelasting 00) TWEEDE NOTA

Nadere informatie

Reactie Register Belastingadviseurs op het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020 (35028)

Reactie Register Belastingadviseurs op het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020 (35028) Reactie Register Belastingadviseurs op het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020 (35028) Het Register Belastingadviseurs (RB) heeft met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel Invoering van een

Nadere informatie

Special Miljoenennota 2019

Special Miljoenennota 2019 Special Miljoenennota 2019 De belangrijkste plannen voor u en uw bedrijf! Verlaging van de inkomsten- en vennootschapsbelasting, afschaffing van de dividendbelasting, versnelde afbouw van de hypotheekrenteaftrek,

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 Belastingdienst 15 2015 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 IB 331-1B51PL Deze aanvullende toelichting hoort bij de M aangifte 2015. In het Overzicht inkomsten

Nadere informatie

ONDERNEMER EN ONDERNEMING EINDEJAARSSEMINAR mr. Martijn (M.V.J.) Vries

ONDERNEMER EN ONDERNEMING EINDEJAARSSEMINAR mr. Martijn (M.V.J.) Vries ONDERNEMER EN ONDERNEMING EINDEJAARSSEMINAR 2018 mr. Martijn (M.V.J.) Vries Programma ondernemer en onderneming Box 2 en VpB tarieven (combi-tarief) Vlaktax en aftrektarieven IB-ondernemers Omslagpunt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 028 Invoering van een bronbelasting en afschaffing van de dividendbelasting alsmede wijziging van enige wetten in verband met enkele maatregelen

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001 hcersgnagreovewt nitsalebnetsmoknit 102g Overgangsrecht inhaal pensioentekorten (Besluit van 20 december 2000, Stb. 2000, 640, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 december 2002, Stb. 2002, 635)

Nadere informatie

Suggesties voor het Belastingplan 2016

Suggesties voor het Belastingplan 2016 Suggesties voor het Belastingplan 2016 Het Register Belastingadviseurs (hierna: RB) heeft het afgelopen jaar met waardering kennis genomen van de verschillende fiscale maatregelen die het kabinet heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Presentatie fiscale wijzigingen. 24 januari 2019

Presentatie fiscale wijzigingen. 24 januari 2019 Presentatie fiscale wijzigingen 24 januari 2019 Wijzigingen vennootschapsbelasting Tarief vennootschapsbelasting Jaar t/m 200.000 boven 200.000 2018 20,00% 25,00% 2019 19,00% 25,00% 2020 16,50% 22,55%

Nadere informatie

UW ONDERNEMING, ONZE ERVARING. Belastingplan mr. B. (Bas) Opmeer

UW ONDERNEMING, ONZE ERVARING. Belastingplan mr. B. (Bas) Opmeer UW ONDERNEMING, ONZE ERVARING Belastingplan 2019 mr. B. (Bas) Opmeer Programma 2 Politieke werkelijkheid Tarieven en vrijstellingen Box 2 en VpB tarieven Vergroening en milieu Eigen woning Mobiliteit Overige

Nadere informatie

(Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord

(Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord UW ONDERNEMING, ONZE ERVARING (Verwachte) fiscale wijzigingen Belastingplan 2018 en Regeerakkoord mr. B. (Bas) Opmeer Programma 2 Politieke werkelijkheid Tarieven en vrijstellingen Box 3 Schenkbelasting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Prinsjesdag Bas Pijnaker - Leidt fiscale groep Govers - Sinds 1 nov 2013 werkzaam bij Govers

Prinsjesdag Bas Pijnaker - Leidt fiscale groep Govers - Sinds 1 nov 2013 werkzaam bij Govers Prinsjesdag 2018 Sprekers Bas Pijnaker - Leidt fiscale groep Govers - Sinds 1 nov 2013 werkzaam bij Govers Manfred Maas - Leidt fiscale groep ANB - Sinds 1 september 1996 werkzaam bij Govers/ANB Pakket

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 5 juli 2018 Betreft Onderzoek regeling van de belastingrente

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 5 juli 2018 Betreft Onderzoek regeling van de belastingrente > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

19:30 Opening 19:45 Hoofdlijnen belastingherziening 20:30 Pauze 20:45 Workshops Ondernemer en onderneming Zaal 040

19:30 Opening 19:45 Hoofdlijnen belastingherziening 20:30 Pauze 20:45 Workshops Ondernemer en onderneming Zaal 040 WELKOM Programma 19:30 Opening 19:45 Hoofdlijnen belastingherziening 20:30 Pauze 20:45 Workshops Ondernemer en onderneming Zaal 040 21:10 Wissel pauze Wwft Eindhoven 1 BTW wijziging laag tarief e.d. Eindhoven

Nadere informatie

Wijzigingen op privégebied

Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Deze whitepaper bevat een samenvatting van de belangrijkste voorgestelde wijzigingen op privégebied. De informatie in dit onderdeel heeft betrekking

Nadere informatie

Nieuwsbrief kwartaal 4 Prinsjesdag Bron: Dukers & Baelemans Pagina 1. U als particulier: Algemene heffingskorting en de arbeidskorting

Nieuwsbrief kwartaal 4 Prinsjesdag Bron: Dukers & Baelemans Pagina 1. U als particulier: Algemene heffingskorting en de arbeidskorting U als particulier: Algemene heffingskorting en de arbeidskorting In het belastingplan 2014 was reeds aangekondigd dat het afbouwpercentage in de algemene heffingskorting geleidelijk wordt verhoogd en de

Nadere informatie

Reactie van het Register Belastingadviseurs (RB) op het ter consultatie gelegde concept Wet aanpassing innovatiebox

Reactie van het Register Belastingadviseurs (RB) op het ter consultatie gelegde concept Wet aanpassing innovatiebox Reactie van het Register Belastingadviseurs (RB) op het ter consultatie gelegde concept Wet aanpassing innovatiebox Het RB heeft met belangstelling kennisgenomen van het ter consultatie gelegde concept

Nadere informatie

Fiscale eindejaarstips. Sjoerd van den Heuvel

Fiscale eindejaarstips. Sjoerd van den Heuvel Fiscale eindejaarstips Sjoerd van den Heuvel EIA en MIA Minimuminvesteringsbedrag volgend jaar omhoog naar 2.500 per investering. In 2013 jaardrempelbedrag 2.300, drempelbedrag per investering 450 EIA

Nadere informatie

Fiscaal Actueel

Fiscaal Actueel Fiscaal Actueel 4-2017 Belangrijke wijziging huwelijksvermogensrecht per 1 januari 2018 Tot 1 januari 2018 worden huwelijken nog standaard gesloten in algehele gemeenschap van goederen. Daarna is de standaard

Nadere informatie

PRINSJESDAG 2014 Beknopt overzicht aangekondigde maatregelen Prinsjesdag 2014

PRINSJESDAG 2014 Beknopt overzicht aangekondigde maatregelen Prinsjesdag 2014 PRINSJESDAG 2014 Beknopt overzicht aangekondigde maatregelen Prinsjesdag 2014 Inhoud 1 Veranderingen belastingtarieven en kortingen inkomstenbelasting... 3 a Belastingtarief eerste schijf verhoogd... 3

Nadere informatie

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht

Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht door Mr. P.M. van Schie Prof. dr. CA. de Kam Mr. J. Lamens Mr. drs. F.J.P.M. Haas Twaalfde herziene druk Kluwer Deventer - 2004 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-

Nadere informatie

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Nadere informatie

Eindejaarstips en fiscale-actualiteiten

Eindejaarstips en fiscale-actualiteiten Eindejaarstips en fiscale-actualiteiten Dag van de MKB-accountant 2018 Nieuwegein, 13-12-2018 Sylvester Schenk directeur FZ Register Belastingadviseurs Programma Fiscale actualiteiten Geen oliebollen maar

Nadere informatie

Prinsjesdag. 19 september 2018

Prinsjesdag. 19 september 2018 Prinsjesdag 19 september 2018 Belastingplan Belastingplan 2019 Overige fiscale maatregelen 2019 Wet Fiscale Vergroeningsmaatregelen 2019 Wet Bronbelasting 2020 Wet modernisering kleine ondernemersregeling

Nadere informatie

1 Belastingplannen 2016

1 Belastingplannen 2016 1 Belastingplannen 2016 1.1 Inkomstenbelasting 1.1.1 Belastingverlaging in de tweede en derde belastingschijf Het tarief in de tweede en derde belastingschijf in de inkomstenbelasting/ premie volksverzekeringen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 504 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober 2010 Het

Nadere informatie

Prinsjesdag 2018: belastingplan 2019

Prinsjesdag 2018: belastingplan 2019 Prinsjesdag 2018: belastingplan 2019 Veranderingen zijn dus nog mogelijk. De regering heeft op Prinsjesdag 18 september 2018 haar plannen voor 2019 bekendgemaakt. Hieronder een kort overzicht van een aantal

Nadere informatie

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Besluit 31-03-2006 nr CPP06-507 Invorderingswet 1990. Aansprakelijkheid verzekeraars in verband met een inkomensvoorziening, een arbeids- of

Nadere informatie

Miljoenennota-ontbijt Almere 17 September 2014. Mr. A. (André) Verduijn RB Countus accountants + adviseurs

Miljoenennota-ontbijt Almere 17 September 2014. Mr. A. (André) Verduijn RB Countus accountants + adviseurs Miljoenennota-ontbijt Almere 17 September 2014 Mr. A. (André) Verduijn RB Countus accountants + adviseurs Belastingplan 2015 Inkomensbeleid Tarief 1e schijf inkomstenbelasting minder verhoging: van 36,25%

Nadere informatie

Prinsjesdag 2014 - fiscale actualiteiten

Prinsjesdag 2014 - fiscale actualiteiten 18 september 2014 Prinsjesdag 2014 - fiscale actualiteiten Op Prinsjesdag 2014 is het Belastingplan 2015 gepresenteerd. Het Belastingplan 2015 bevat voor specifiek de vastgoedsector weinig belangrijke

Nadere informatie

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd. Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale eenheid te laten vormen. Zowel in de vennootschapsbelasting als in de omzetbelasting is een fiscale eenheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 272 Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (aanpassing regime ter zake van de afkoop van verplichtingen tot alimentatie of tot verrekening

Nadere informatie

Ondernemers. Prinsjesdag Belastingplannen 2019 en meer nieuwe wetgeving

Ondernemers. Prinsjesdag Belastingplannen 2019 en meer nieuwe wetgeving Ondernemers Prinsjesdag 2018 Belastingplannen 2019 en meer nieuwe wetgeving 1 Inhoudsopgave Ondernemer... 3 Stapsgewijs naar twee tariefschijven...... 3 Geleidelijke afbouw ondernemersaftrek...... 3 Minder

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17 Inhoud Lijst van afkortingen 15 Studiewijzer 17 Inleiding belastingrecht 19 Deel 1 Inkomstenbelasting 26 1 Algemene uitgangspunten 29 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 29 1.2 Waarover

Nadere informatie

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren.

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren. Als directeur-grootaandeelhouder (dga) bent u in de unieke positie om zaken te doen met uw eigen bv. Partijen moeten dan wel zakelijk met elkaar omgaan en afspraken moeten goed zijn vastgelegd. Wie de

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

Vraag 1 Wie heeft bij u, het ministerie van Financiën of elders richting de overheid gepleit/gelobbyd voor een fiscaal overgangsrecht?

Vraag 1 Wie heeft bij u, het ministerie van Financiën of elders richting de overheid gepleit/gelobbyd voor een fiscaal overgangsrecht? Antwoorden op vragen gesteld op 22 februari 2019 door de vaste commissie voor Financiën over de brief van de staatssecretaris van Financiën van 4 februari 2019 inzake een fiscaal overgangsrecht in geval

Nadere informatie

Het concept wetsvoorstel krijgt in zijn algemeenheid de instemming van het RB. Desondanks heeft het RB enkele opmerkingen.

Het concept wetsvoorstel krijgt in zijn algemeenheid de instemming van het RB. Desondanks heeft het RB enkele opmerkingen. Reactie van het Register Belastingadviseurs (RB) op het ter consultatie voorgelegde concept voor de vereenvoudiging van de belastingteruggaaf van oninbare vorderingen Algemeen Het RB heeft met belangstelling

Nadere informatie

MEER WETEN OVER BELASTINGEN

MEER WETEN OVER BELASTINGEN www.damd.nl Meer weten over Belastingen De belangrijkste belastingen waarmee je als zzp er te maken hebt zijn de inkomsten- en de omzetbelasting. De eerste belastingsoort is voor jou van belang, omdat

Nadere informatie

JJJ. de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

JJJ. de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs JJJ JJJ de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mr. R.F. Berck Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam, 7 oktober 2008

Nadere informatie

Nieuwsbrief december 2012

Nieuwsbrief december 2012 Eindejaar tips voor de onderneming Voorkom toepassing van thin capitalization Zijn er in uw concern groepsleningen afgesloten? U kunt toepassing van de renteaftrekbeperking voor groepsleningen op grond

Nadere informatie

1 Bent u bekend met het bericht bescherm de rechten van belastingbetalers beter 1)?

1 Bent u bekend met het bericht bescherm de rechten van belastingbetalers beter 1)? 2018Z14464 Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de staatssecretaris van Financiën over het bericht bescherm de rechten van belastingbetalers beter. (ingezonden 1 augustus 2018) 1 Bent u bekend met het

Nadere informatie

PRINSJESDAG HIGHLIGHTS BELASTINGPLAN 2019 [1/6]

PRINSJESDAG HIGHLIGHTS BELASTINGPLAN 2019 [1/6] PRINSJESDAG HIGHLIGHTS BELASTINGPLAN 2019 [1/6] In deze bijdrage geven wij een korte beschrijving van de belangrijkste voorstellen uit het Belastingplan 2019 en aanvullende wetsvoorstellen. De special

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24 Inhoud Lijst van afkortingen 13 Studiewijzer 15 Inleiding belastingrecht 17 Deel 1 Inkomstenbelasting 24 1 Algemene uitgangspunten 26 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 26 1.2 Waarover

Nadere informatie

Reactie op prejudiciële vraag 17/01256

Reactie op prejudiciële vraag 17/01256 Reactie op prejudiciële vraag 17/01256 Conserverende aanslag ter zake van pensioen- en lijfrechten: strijd met verdragstrouw? Berichtgegevens Tijdstip ontvangst : 12-05-2017 12:28 Afzender : J.J.T. Beerepoot

Nadere informatie

Nieuwsbrief september 2011

Nieuwsbrief september 2011 Nieuwsbrief september 2011 In dit nummer: Vast bedrag voor zelfstandigenaftrek vanaf 2012 Wetsvoorstel personenvennootschappen wordt ingetrokken Onroerende zaken en privégebruik na 2011 Afschaffing levensloopregeling

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

De regeling is al goedgekeurd voor 2013. Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd.

De regeling is al goedgekeurd voor 2013. Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd. Particulier Toeslagen op tijd aanvragen Zorg ervoor dat de toeslagen op tijd worden aangevraagd. Als de deadline gepasseerd is heeft u geen recht meer op uitbetaling. Als u bij ons op de uitstellijst staat

Nadere informatie

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen

Nadere informatie

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126) 2008 Als u gaat scheiden Als u gaat scheiden, heeft dit gevolgen voor de belasting van u en uw echtgenoot. Voor de belastingheffing wordt u als gescheiden beschouwd, als u niet meer bij elkaar woont. Om

Nadere informatie

Special Miljoenennota 2019

Special Miljoenennota 2019 Special Miljoenennota 2019 De belangrijkste plannen voor u en uw bedrijf Verlaging van de inkomsten- en vennootschapsbelasting, afschaffing van de dividendbelasting, versnelde afbouw van de hypotheekrenteaftrek,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 026 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) A BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

ALLE ONDERNEMINGSVORMEN

ALLE ONDERNEMINGSVORMEN Eindejaarstips 2013 ALLE ONDERNEMINGSVORMEN Laat uw verliezen niet op 31 december in rook op gaan Zoals inmiddels bekend mag u uw bedrijfsverliezen helaas niet onbeperkt verrekenen met positieve resultaten.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 026 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) Nr. 16 NADER VERSLAG Vastgesteld 30 oktober 2018 De vaste

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau

EXAMENPROGRAMMA. Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Examen Belastingrecht niveau 6 Niveau EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Belastingrecht niveau 6 Niveau Vergelijkbaar met hbo Versie 1-0 Geldig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 615 Goedkeuring van het op 12 april 2012 te Berlijn tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland

Nadere informatie

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) VOORSTEL VAN WET

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) VOORSTEL VAN WET 35 026 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) Nr. 2 Herduk 1 VOORSTEL VN WET Wij Willem-lexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-

Nadere informatie

Reactie van het Register Belastingadviseurs (RB) op het ter consultatie voorgelegde concept van de Wet terugvordering staatssteun

Reactie van het Register Belastingadviseurs (RB) op het ter consultatie voorgelegde concept van de Wet terugvordering staatssteun Reactie van het Register Belastingadviseurs (RB) op het ter consultatie voorgelegde concept van de Wet terugvordering staatssteun Het RB heeft met belangstelling kennisgenomen van het ter consultatie voorgelegde

Nadere informatie

Op Prinsjesdag 2018 zijn de belastingplannen voor 2019 en latere jaren gepresenteerd.

Op Prinsjesdag 2018 zijn de belastingplannen voor 2019 en latere jaren gepresenteerd. 19 september 2018 Prinsjesdag 2018 Op Prinsjesdag 2018 zijn de belastingplannen voor 2019 en latere jaren gepresenteerd. In deze nieuwsbrief komen een aantal voorgenomen maatregelen aan bod betreffende:

Nadere informatie

Fiscale wetsvoorstellen. Voor 2014 en volgende jaren

Fiscale wetsvoorstellen. Voor 2014 en volgende jaren Fiscale wetsvoorstellen Voor 2014 en volgende jaren Wetsvoorstellen In deze presentatie Belastingplan 2014 Overige fiscale maatregelen 2014 Wet wijziging percentages belasting- en invorderingsrente Wet

Nadere informatie

Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010

Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010 Fiscale eindejaarstips 2009 en wijzigingen 2010 IB ONDERNEMER Uitstellen van winst Het uitstellen van winst is voor een IB-ondernemer fiscaal voordelig, want in 2010 is de MKB-winstvrijstelling verhoogd

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 026 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (elastingplan 2019) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 15 november 2018 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

IB-aspecten van het rapport van de Studiecommissie Belastingstelsel

IB-aspecten van het rapport van de Studiecommissie Belastingstelsel IB-aspecten van het rapport van de Studiecommissie Belastingstelsel Mr drs S.A.W.J. Strik Hoofd Bureau Vaktechniek E&Y Belastingadviseurs Voorzitter Commissie Wetsvoorstellen NOB Overzicht IB algemeen

Nadere informatie

Pakket Belastingplan 2019; ten koste van de ondernemer

Pakket Belastingplan 2019; ten koste van de ondernemer Pakket Belastingplan 2019; ten koste van de ondernemer Op Prinsjesdag 2018 werden maar liefst acht(!) fiscale wetsvoorstellen gelanceerd die allemaal vóór 1 januari 2019 door de Tweede en Eerste Kamer

Nadere informatie

1. Inkomstenbelasting/premie

1. Inkomstenbelasting/premie Tabellen IB/PH 1.1 1. Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2016 1.1 Inkomstenbelasting 1.1.1 Belastingplicht Inkomstenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen. Binnenlandse belastingplichtigen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 819 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld Nr. 3

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

Cover Informatie over... AEGON Lijfrente uitstelrekening Voorwaarden

Cover Informatie over... AEGON Lijfrente uitstelrekening Voorwaarden Cover AEGON Informatie Lijfrente uitstelrekening over... Voorwaarden De AEGON Lijfrente uitstelrekening is een spaarrekening. Artikel 1 Definities 1. Als in de Voorwaarden AEGON Lijfrente uitstelrekening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 7 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 7 oktober 2011

Nadere informatie

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd.

Het kabinet was verder voornemens om de tariefopstap van te verhogen naar Dit voornemen is echter niet doorgevoerd. Eindejaarstips 2018 Algemeen: Ondernemers en rechtspersonen 1. Verhoging BTW- tarief Per 1 januari 2019 gaat het lage BTW- tarief van 6% omhoog naar 9%. Deze verhoging heeft betrekking op onder meer de

Nadere informatie

Datum 9 september 2016 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Bashir over de regeling van de belastingrente

Datum 9 september 2016 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Bashir over de regeling van de belastingrente > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 30 VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 11 november

Nadere informatie

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2017

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2017 De heer P. Janusz Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2017 Relatiebeheerder: TAX SERVICE Datum: 9 november 2018 De heer P. Janusz Nieuw Vennep, 9 november 2018 Geachte heer Janusz, Ingevolge uw

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Artikel I

VOORSTEL VAN WET. Artikel I Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting- en invorderingsrente (Wet wijziging percentages belasting-

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Ministerie van Justitie en Veiligheid Ingediend op https://www.internetconsultatie.nl/moderniseringpersonenvennootschap Amsterdam, 29

Nadere informatie

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In

Nadere informatie

Alsnog aftrek voor eerder niet afgetrokken lijfrentepremies? Een. onderzoek naar het niet-toepassen van de hardheidsclausule (artikel 63

Alsnog aftrek voor eerder niet afgetrokken lijfrentepremies? Een. onderzoek naar het niet-toepassen van de hardheidsclausule (artikel 63 Rapport Alsnog aftrek voor eerder niet afgetrokken lijfrentepremies? Een onderzoek naar het niet-toepassen van de hardheidsclausule (artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen). Oordeel De

Nadere informatie

Nieuwsbrief van 2 november 2017

Nieuwsbrief van 2 november 2017 Nieuwsbrief van 2 november 2017 Behandelde onderwerpen in deze nieuwsbrief: Wettelijk minimumloon per 1 januari 2018 Correctie op BTW-aangifte alleen nog digitaal Aftrek BTW voorheffing op bonnetjes Punten

Nadere informatie

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning (2013) Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning : Inkomen uit werk en woning bestaat uit inkomsten

Nadere informatie

Pakket Belastingplan 2019; ten koste van de ondernemer

Pakket Belastingplan 2019; ten koste van de ondernemer Fiscaal Uitgave van het Register Belastingadviseurs 04 Klantennieuwsbrief met actuele en praktische artikelen, speciaal voor klanten van RB-leden (naar de stand van zaken per 13 november 2018). Administratie

Nadere informatie

Wat verandert er in 2014?

Wat verandert er in 2014? Wat verandert er in 2014? In 2014 veranderen een aantal belastingregels en zijn er veranderingen voor toeslagen. Zo kunt u nog maar 1 rekeningnummer gebruiken voor de meeste belastingteruggaven en toeslagen.

Nadere informatie

a. In het in onderdeel N opgenomen artikel 8.11, derde lid, van de Wet

a. In het in onderdeel N opgenomen artikel 8.11, derde lid, van de Wet 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Het in artikel I, onderdeel W, opgenomen

Nadere informatie