Proefophoging A5 te Badhoevedorp met klei uit baggerspecie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Proefophoging A5 te Badhoevedorp met klei uit baggerspecie"

Transcriptie

1 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde Proefophoging A5 te Badhoevedorp met klei uit baggerspecie

2 Proefophoging A5 2

3 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE...3 SAMENVATTING ALGEMEEN Inleiding Doelstelling Achtergrond Inhoud VOORBEREIDING Overzicht Herkomst baggerspecie Civieltechnisch onderzoek Fase Fase II Samenvatting Conclusie ONTWERP Civieltechnische eisen Gebruikers- en prestatie-eisen Eisen klei Specifieke ontwerpeisen Ontwerp proefophoging Prognose gedrag Conclusies UITVOERING Locatie proefophoging Toetsvak Aanleg proefophoging Voorbereidende werkzaamheden Uitvoeringsperiode Controle aanvoer Methode van aanleg Weersomstandigheden Maatregelen tijdens neerslag Afwerking Meetresultaten en analyse Resultaten Analyse Meetinstrumenten Samenvatting Conclusies MONITORING Fase 1: Eigenschappen klei Boringen en sonderingen Classificatie-eigenschappen Sterkte- en vervormingseigenschappen Fase II: Gedrag constructie Horizontale vervormingen Vertikale vervormingen Stijfheid en draagkracht Samenvatting Conclusies EVALUATIE...55 Proefophoging A5 3

4 6.1 Eigenschappen klei Classificatie-eigenschappen Sterkte- en vervormingseigenschappen (Toekomstig) gedrag proefophoging Horizontale vervormingen Vertikale vervormingen Stijfheid en draagkracht Stabiliteit Ontwerp Constructie-eisen Materiaaleisen Uitvoeringseisen Uitvoeringsaspecten Uitvoering Controle Economische aspecten Conclusies MILIEUKUNDIGE GEGEVENS Milieukundige eisen Algemeen Toepassingseisen Partijkeuring Algemeen Resultaten Analyse Conclusie Ontwerp Aanzet tot monitoring Nulsituatie ondergrond en drainzand Nulsituatie grondwater Nulsituatie kleikern Monitoring milieukundige aspecten CONCLUSIES AANBEVELINGEN LITERATUUR BIJLAGEN...83 Proefophoging A5 4

5 Samenvatting Voor de stimulering van de toepassing van producten uit baggerspecie is van gerijpte klei uit baggerspecie in juli en augustus 2001 een proefophoging aangelegd. De klei was afkomstig van het baggerverwerkingsdepot op het depot Nauerna, waar de baggerspecie vanaf begin 1998 heeft kunnen rijpen. De klei is toegepast als constructief ophoogmateriaal met een hoogte van 4 meter in een wegconstructie. Deze maakt onderdeel uit van de onderbouw van de aansluiting van de toekomstige autosnelweg A5 op de A4 nabij Schiphol. Op basis van het civieltechnische geschiktheidsonderzoek uitgevoerd in de eerste maanden van 2001 is geconcludeerd dat de klei toepasbaar is als constructief ophoogmateriaal. Op basis van de laboratoriumresultaten is een ontwerp opgesteld en zijn diverse prognoses gedaan ten aanzien van klink, stabiliteit en stijfheid. Daarnaast is voor de aanleg van de proefophoging een toetsing uitgevoerd naar de begaanbaarheid van de klei voor grondverzetmachines. Uit deze toetsing bleek dat het materiaal goed begaanbaar, verwerkbaar en verdichtbaar was. Vooruitlopend op een vrijstellingsregeling betreffende de immissie van sulfaat en fluoride bij toepassing van grond en baggerspecie is in overleg met VROM, het SKB (Stichting Kennisontwikkeling Bodem) en de gemeente Haarlemmermeer overeengekomen de klei als categorie 1 bouwstof toe te passen. Met het bevoegd gezag (gemeente Haarlemmermeer) is overeengekomen deze afwijking van het Bouwstoffenbesluit te monitoren tot twee jaar na aanleg. Tijdens de aanleg van de proefophoging zijn diverse eigenschappen (waaronder watergehalte en verdichtingsgraad) van de klei bepaald ter controle op de kwaliteit van de aangevoerde klei en de effectiviteit van de verwerking van de klei in de proefophoging. Ook na het gereed komen van de proefophoging zijn diverse eigenschappen van de klei vastgelegd. Daarnaast heeft gedurende een jaar naar aanleg een monitoring plaatsgevonden om het gedrag van de totale ophoging vast te leggen. De monitoring leverde op dat de klink van de klei (0.11 meter) veel minder was dan in de ontwerpfase was verwacht (0.60 meter). Daarnaast is door toepassing van een tijdelijke overhoogte bovenop de kleikern de verwachting dat de klink in de gebruiksfase minimaal zal zijn (minder dan enige centimeters). De stijfheid van de kleikern bedraagt meer dan 100 MPa hetgeen vergelijkbaar is met een ophoging bestaande uit zand. Geconcludeerd kan worden dat, mits voldaan wordt aan bepaalde randvoorwaarden, gerijpte klei uit baggerspecie geschikt is om als constructief ophoogmateriaal toe te passen. De proefophoging A5 voldoet aan alle voorwaarden betreffende klink, stabiliteit en stijfheid. Proefophoging A5 5

6 Proefophoging A5 6

7 1 Algemeen Inleiding Voor de stimulering van de toepassing van producten uit baggerspecie is van gerijpte klei uit baggerspecie in juli en augustustus 2001 een proefophoging aangelegd. De klei is toegepast als constructief ophoogmateriaal met een hoogte van 4 meter in de wegconstructie die onderdeel uitmaakt van de onderbouw van de aansluiting van de toekomstige autosnelweg A5 op de A4 nabij Schiphol (figuur 1.1). De proefophoging ligt aan de oostelijke zijde langs de autosnelweg A4 Den Haag Amsterdam nabij de afslag Hoofddorp/Aalsmeer en is onderdeel van de terp voor de fly-over over de A4. Deze fly-over vormt vanuit zuidelijke richting de verbinding tussen de A4 en de A5. Figuur 1.1: Locatie proefophoging: oostzijde A4 Den Haag richting Amsterdam De in de ophoging toegepaste baggerspecie is afkomstig uit het depot Nauerna waar deze vanaf 1997 en 1998 heeft kunnen rijpen. In de ophoging is ca m 3 baggerspecie verwerkt over een lengte van ca. 125 meter. De totale ophoging heeft in de gebruiksituatie een hoogte van gemiddeld 5.5 meter, waarvan de onderste 4 meter bestaat uit de aangebrachte klei. Tijdens de aanleg van de proefophoging zijn diverse eigenschappen (waaronder watergehalte en verdichtingsgraad) van de klei bepaald ter controle op de kwaliteit van de aangevoerde klei en de effectiviteit van de verwerking van de klei in de proefophoging. Ook na het gereed komen van de proefophoging zijn diverse eigenschappen van de klei vastgelegd. Daarnaast zijn voor de monitoring van het gedrag van de totale ophoging diverse meetinstrumenten in de ophoging aangebracht. Deze monitoring is doorgezet tot ca. 1.5 jaar na de start van de aanleg van de proefophoging. Proefophoging A5 7

8 1.2 Doelstelling De toepassing van gerijpte baggerspecie als constructief ophoogmateriaal kan een nuttige en economisch aantrekkelijke toepassing zijn voor materiaal dat over het algemeen alleen toegepast wordt in niet-constructieve ophogingen of zelfs afgevoerd wordt naar depots. Dit leidt tot de hoofddoelstelling van de aanleg van de proefophoging A5: nagaan of gerijpte baggerspecie toegepast kan worden als constructief ophoogmateriaal in een wegconstructie in relatie tot de eisen die hierop van toepassing zijn. De ophoging moet voldoen aan stringente eisen wat betreft draagvermogen, stabiliteit en vervormingen bij een belangrijke bovenbelasting ook op lange termijn. Op basis van de hoofddoelstelling zijn de specifieke doelstellingen van de proefophoging vastgesteld: 1 de gecontroleerde aanleg van een constructieve ophoging met gerijpte klei uit baggerspecie die ook op lange termijn zijn functie behoudt; 2 het uitvoeren van onderzoek ter optimalisatie van ontwerp, aanleg en onderhoud en het opstellen van aanbevelingen voor toepassing bij andere werken; 3 evaluatie van ervaringen bij ontwerp, aanleg en onderhoud en het opstellen van aanbevelingen voor toepassing bij andere werken. De doelstelling van dit rapport is het beschrijven van alle activiteiten, bevindingen en meetresultaten die zijn verricht tijdens de voorbereiding, aanleg en monitoring van de proefophoging A5 met klei uit baggerspecie. Het rapport is afgesloten met een evaluatie, conclusies en aanbevelingen. 1.3 Achtergrond Als gevolg van onderhoud- en saneringswerken komt in Nederland de komende jaren naar schatting jaarlijks 15 miljoen ton droge stof aan baggerspecie vrij. Het grootste deel van deze specie is zout en wordt afgevoerd naar zee. In de Beleidsnota Verwijdering Baggerspecie (BVB) en de Evaluatie Nota Water (ENW) is aangekondigd dat na het jaar 2000 tenminste 20% van het aanbod aan verontreinigde baggerspecie (klassen 2/3/4) moet worden verwerkt en/of nuttig moet worden toegepast. Van deze hoeveelheid baggerspecie komt 1 á 2 miljoen ton klei per jaar [lit. 1] in aanmerking als alternatief voor het gebruik van ophoogzand. Projecten waarbij grote hoeveelheden grond/baggerspecie vrijkomen zijn onderhoudsbaggerwerken, grondverzet in den droge of in den natte (baggerwerken, tunnelbouwactiviteiten). Afhankelijk van de samenstelling van de baggerspecie zal sprake zijn van zand, klei- of veenhoudende grond. Zand kan zonder problemen toegepast worden als ophoogmateriaal. Veenhoudende grond is niet toepasbaar als alternatief voor zand. Dit materiaal zal misschien toepasbaar zijn in niet-constructieve ophogingen als geluidswallen, terreinen en landscaping. Klei uit baggerspecie kan na rijping toepasbaar zijn als constructief ophoogmateriaal. Onder rijping wordt verstaan een proces van irreversibele indroging waarbij de materiaaleigenschappen van de baggerspecie veranderen. Na rijping ontstaat klei (grond) uit baggerspecie. De belangrijkste overweging om klei uit baggerspecie als constructief ophoogmateriaal toe te passen is om de schaarse depotruimte niet te belasten met licht verontreinigde baggerspecie die na rijping als BSB categorie 1 (klei) grond kan worden toegepast. Daarnaast is er veel aanbod van baggerspecie die tot klei kan worden gerijpt. De kleimarkt is echter maar beperkt. Proefophoging A5 8

9 Gerijpte klei uit baggerspecie kan een economisch aantrekkelijk alternatief zijn voor het gebruik van zand als constructief ophoogmateriaal. In Nederland, waar ophogingen voor wegen in het algemeen met zand worden gemaakt, bestaat tot nu toe een beperkte ervaring met het maken van constructieve ophogingen met klei, zoals gerijpte fijnkorrelige baggerspecie en met het functioneren van deze klei in constructieve ophogingen. De laatste vijf jaar heeft Rijkswaterstaat het initiatief genomen tot de aanleg van een aantal proefophogingen met als doel de toepassing van klei uit baggerspecie als constructief ophoogmateriaal na te gaan. Het betreft hier o.a. ophogingen bij de Slufter (Europoort), de Moerdijk, de A50 en de in dit rapport beschreven ervaringen met de proefophoging A Inhoud Dit rapport geeft een beschrijving van alle activiteiten, bevindingen en meetresultaten ten aanzien van de aanleg en monitoring van de proefophoging. Het overgrote deel van het rapport (hoofdstuk 2 tot en met 6) bevat de bevindingen ten aanzien van de civieltechnische aspecten van de klei en de proefophoging. De milieukundige aspecten zijn apart behandeld (hoofdstuk 7). In hoofdstuk 2 wordt aandacht besteed aan de voorbereiding van het project. Diverse civieltechnische onderzoeken zijn uitgevoerd met als doel het nagaan van de toepasbaarheid van de gerijpte baggerspecie uit het depot Nauerna als constructief ophoogmateriaal in een wegconstructie. Deze onderzoeken zijn uitgevoerd in de periode januari/februari en mei/juni In hoofdstuk 3 zijn de civieltechnische eisen vastgelegd waaraan klei moet voldoen wil het toepasbaar zijn als constructief ophoogmateriaal in een wegconstructie. Op basis van deze eisen en de civieltechnische eigenschappen van de baggerspecie is het ontwerp van de constructie vastgesteld (juni/juli 2001). Hoofdstuk 4 bevat een beschrijving van de aanleg van de proefophoging welke in de periode juli/augustus 2001 heeft plaats gevonden. Voorafgaand aan de aanleg van de proefophoging is een toetsvak aangelegd. Hiermee is de verwerkbaarheid van de baggerspecie nagegaan. Dit hoofdstuk is afgesloten met een overzicht van de meetinstrumenten die geplaatst zijn tijdens de aanleg voor de monitoring van de ophoging. In hoofdstuk 5 komt de monitoring van de proefophoging aan bod. De eigenschappen van de aangebrachte klei in de proefophoging zijn in augustus/september 2001 vastgelegd. Daarnaast is het gedrag van de constructie tot ca. 1.5 jaar na aanleg gevolgd (tot maart 2003). Hoofdstuk 6 bevat een evaluatie van alle metingen. Hierbij is achtereenvolgens ingegaan op: eigenschappen klei, gedrag proefophoging, ontwerp, uitvoerings- en economische aspecten. Zoals reeds hierboven aangegeven zijn in hoofdstuk 7 de milieukundige aspecten behandeld. Hierbij is aandacht besteed aan de milieukundige aspecten die zowel tijdens de voorbereidings- als ontwerpfase aan bod zijn gekomen. De rapportage van de monitoring was op het moment van schrijven van dit rapport niet beschikbaar en zal in SKB-verband worden opgesteld. Het rapport is in hoofdstuk 8 en 9 afgesloten met conclusies en aanbevelingen. Proefophoging A5 9

10 Proefophoging A5 10

11 2 Voorbereiding Overzicht In dit hoofdstuk worden de voorbereidende werkzaamheden beschreven. De in de proefophoging A5 toegepaste baggerspecie is afkomstig uit de rijpingsvelden op het depot Nauerna. Paragraaf 2.2 geeft een korte beschrijving van de herkomst en rijping van het materiaal. Tijdens de voorbereiding zijn diverse civieltechnische onderzoeken uitgevoerd op monsters genomen uit de rijpingsvelden. Paragraaf 2.3 bevat de resultaten en conclusies ten aanzien van de civieltechnische onderzoeken, die in twee fasen zijn uitgevoerd. In de eerste fase (januari en februari 2001) is een verkennend onderzoek uitgevoerd waarbij een aantal classificatieparameters is bepaald. Op basis van dit onderzoek is geconcludeerd dat het zinvol was om nader onderzoek (fase 2) uit te voeren om de ontwerpfase in te gaan. In deze fase (mei en juni 2001) zijn de sterkte- en vervormingsparameters bepaald van de baggerspecie bij verschillende watergehaltes cq. consistentie-indices. Op basis van deze gegevens is het ontwerp van de proefophoging opgesteld (zie hoofdstuk 3). Paragraaf 2.4 sluit het hoofdstuk af met de conclusies. 2.2 Herkomst baggerspecie De gerijpte klei uit baggerspecie is afkomstig uit het depot Nauerna. Dit depot ligt aan de noordzijde van het Noordzeekanaal ca. 5 kilometer ten westen van Zaandam (figuur 2.1) en is eigendom van de N.V. Afvalzorg. N.V. Afvalzorg is actief op het gebied van de eindverwerking van afval en eigendom van de provincie Noord-Holland. Het depot Nauerna wordt geëxploiteerd en beheerd door Afvalzorg Deponie B.V., één van de vier divisies van de N.V. Afvalzorg. Figuur 2.1: Depot Nauerna Een andere divisie van de N.V. Afvalzorg is Afvalzorg Grondstromen B.V. B.V. Baggerzorg (samenwerkingsverband tussen waterschappen in Noord Holland en de N.V. Afvalzorg) maakt onderdeel uit van deze divisie en is leverancier van de gerijpte baggerspecie. Baggerzorg verwerkt baggerspecie, die vrijkomt tijdens onderhoudsbaggerwerk in Noord-Holland. Daarvoor beschikt Baggerzorg over baggerverwerkingsdepots op de locatie Nauerna. De baggerspecie die verwerkt is in de proefophoging is afkomstig uit het riviertje de Zaan. Hier heeft eind 1997 en begin 1998 onderhoudsbaggerwerk plaatsgevonden. De gebaggerde specie ( m 3 ) is afgevoerd naar de rijpingsvelden op het depot Nauerna. Van deze specie is ca m 3 gestort in zes rijpingsvelden met een totaal oppervlak van ca. 12 ha (figuur 2.2). Het droge stof gehalte bedroeg op dat moment ca. 30%. Dit is vergelijkbaar met een watergehalte van ca. 200%. Proefophoging A5 11

12 In eerste instantie is de baggerspecie in lagen van 1 tot 1.5 meter aangebracht bovenop een laag drainagezand van 0.30 meter. In de zomer van 1998 is actief begonnen met het bevorderen van het rijpingsproces. Eerst zijn greppels gegraven om de afvoer van water te bevorderen. Daarna is de specie in 4 tot 5 keer in ruggen opgezet tot een hoogte van ca. vijf meter. In 1999 was een droge stof gehalte bereikt van 50 tot 60%. Dit komt overeen met een watergehalte van 70 tot 100%. Uit ervaring opgedaan bij eerdere rijpingsprocessen in de rijpingsvelden is gebleken dat een droge stof gehalte van 50 tot 60% het maximaal haalbare is. Hierbij dient opgemerkt te worden dat bij andere projecten met gerijpte baggerspecie (Slufter, Moerdijk) de rijping geleid heeft tot hogere droge stofgehaltes. Na 1999 zijn geen intensieve bewerkingen op de baggerspecie in de rijpingsvelden uitgevoerd. Figuur 2.2: Rijpingsveld 2.3 Civieltechnisch onderzoek Het civieltechnisch onderzoek op de gerijpte baggerspecie, zoals dat aanwezig was in de rijpingsvelden, is uitgevoerd in twee fases. Tijdens de eerste fase is alleen een aantal classificatieparameters bepaald om een eerste inzicht te krijgen in de samenstelling en het watergehalte van de klei (paragraaf 2.3.1). Dit onderzoek is uitgevoerd in januari en februari 2001 [lit. 2 & 3]. Dit onderzoek is deels uitgevoerd door de afdeling IL van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde en deels door KOAC-WMD. In mei en juni 2001 is tijdens de tweede fase een uitgebreid laboratoriumonderzoek [lit. 4] uitgevoerd waarbij aan de hand van triaxiaal- en samendrukkingsproeven de sterkte- en vervormingeigenschappen van de klei zijn bepaald bij verschillende watergehaltes cq. consistentie-indices (paragraaf 2.3.2). Dit onderzoek is uitgevoerd door Fugro. In paragraaf zijn de resultaten uit fase 1 en 2 samengevat Fase 1 Op 18 en 19 januari 2001 zijn monsters genomen van de gerijpte baggerspecie uit de rijpingsvelden door Baggerzorg. Hiervoor zijn 10 boringen geplaatst tot een diepte van 3 meter. Elke halve meter is een monster genomen. Van alle monsters zijn het watergehalte, gloeiverlies, organisch stof gehalte, lutum-, silt en zandgehalte bepaald. Het kalkgehalte is alleen bepaald van de monsters die beproefd zijn in het laboratorium van de afdeling IL van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde. De monsters genomen uit boring 1 t/m 4 zijn beproefd door de afdeling IL van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde. De monsters van boring 5 t/m 10 zijn onderzocht door KOAC-WMD. De resultaten van het onderzoek zijn bijgevoegd in bijlage I en samengevat in tabel 2.3. Op basis van de korrelverdeling kan de gerijpte baggerspecie volgens NEN 5104 [lit. 5] gezien worden als KLEI, sterk zandig, matig humeus en kalkrijk. Proefophoging A5 12

13 Eigenschap Minimum Gemiddelde Maximum Eenheid Aantal Korrelverdeling D µm 4 < 2 µm % 60 < 63 µm % 36 > 63 µm % 36 Samenstelling Watergehalte % 60 Gloeiverlies % 60 Organisch % 60 stofgehalte Kalkgehalte % 24 Tabel 2.3: Laboratoriumresultaten klei in rijpingsvelden (januari 2001) Over de diepte variëren de verschillende eigenschappen, behoudens het watergehalte, minimaal. Bij de meeste boringen is het watergehalte aan het oppervlak het laagst (figuur 2.3). Oorzaak is dat vanaf 1998 geen actieve bewerkingen hebben plaats gevonden, waardoor het oppervlak kon uitdrogen. 0.0 Watergehalte [%] Figuur 2.3: Watergehalte als functie van diepte t.o.v. bovenkant baggerspecie Bij één boring is het watergehalte aan het oppervlak hoger dan in de dieper gelegen baggerspecie (figuur 2.3: paarse lijn). Dit kan verklaard worden doordat het bovenliggende materiaal (eerste meter) kleiïger van aard is dan het diepere materiaal. Het percentage aan deeltjes kleiner dan 2 µm van het bovenliggende materiaal (14.6%) is hoger dan van het dieper gelegen materiaal (7.8%). Over het algemeen houdt kleiachtig materiaal meer vocht vast dan zandig materiaal Fase II Eind april 2001 zijn door Baggerzorg diverse boringen uitgevoerd in de rijpingsvelden waarvan mengmonsters zijn gemaakt. Doelstelling van de proeven was te onderzoeken in hoeverre de sterkte- en vervormingsparameters afhangen van het watergehalte cq. consistentie-index. Ter verificatie van de resultaten uit fase I zijn enige classificatie-eigenschappen bepaald. De proeven zijn uitgevoerd door Fugro. Tevens zijn enige proeven uitgevoerd waarbij de klei gemengd is met kalk. Deze proeven zijn tegelijkertijd uitgevoerd om tijd te winnen in het geval uit de laboratoriumproeven zou blijken dat de klei zonder toevoeging niet zou voldoen als constructief ophoogmateriaal. In de ontwerpfase heeft geen analyse van deze metingen plaatsgevonden. De resultaten van de metingen zijn vastgelegd in [lit. 4]. Proefophoging A5 13

14 In totaal zijn 5 mengmonsters beproefd bij 4 verschillende watergehaltes overeenkomend met een consistentie-index van respectievelijk ongeveer 0.4, 0.5, 0.6 en 0.7 [lit. 4]. De consistentie-index (I c ) is gerelateerd aan het watergehalte ten opzichte van de vloei- en plasticiteitsgrens van de klei: met: w l = vloeigrens (%) w p = plasticiteitsgrens (%) w = watergehalte (%) I c wl w = w w l p De mengmonsters zijn aangemaakt door de monsters te mengen met water tot watergehaltes overeenkomend met de hierboven genoemde consistentie-indices. De monsters zijn verdicht tot een dichtheid van ca. 100% van de één -punts Proctor-dichtheid. De resultaten van de proeven zijn weergegeven in bijlage II. Daarnaast zijn bij variërende consistentie-index één-punts Proctorproeven uitgevoerd, waarmee de verdichtingsgraad is berekend. Voor een betere vergelijking van de resultaten was het beter geweest de verdichtingsgraad te berekenen op basis van de maximale Proctordichtheid. Achtereenvolgens komen de volgende eigenschappen aan bod: classificatie-eigenschappen; sterkteparameters; vervormingsparameters; één-punts Proctorproef. Voor meer gedetailleerde informatie betreffende de analyse van de triaxiaal- en samendrukkingsproeven wordt verwezen naar [lit. 7]. Classificatie-eigenschappen De resultaten van de classificatieproeven zijn vastgelegd in bijlage II. De classificatie-eigenschappen zijn samengevat in tabel 2.4. Uitgangspunt voor de bepaling van de vloei- en plasticiteitsgrens zijn de proeven zoals die beschreven zijn volgens de RAW-eisen. Eigenschap Minimum Gemiddelde Maximum Eenheid Aantal Korrelverdeling D µm 5 < 2 µm % 5 < 63 µm % 5 > 63 µm % 5 Samenstelling Watergehalte % 5 Organisch stofgehalte % 5 Plasticiteitgrenzen Vloeigrens % 5 Plasticiteitsgrens % 5 Plasticiteitindex % 5 Consistentie-index Tabel 2.4: Resultaten classificatieproeven Volgens de in tabel 2.4 vermelde resultaten kan de specie gezien worden als ZAND, uiterst siltig, matig humeus en kalkrijk. Het materiaal voldoet volgens dit onderzoek net aan de eisen voor ophoogzand Proefophoging A5 14

15 (RAW 2000 art ): fractie fijner dan 2 µm ten hoogste 8% en het gehalte aan minerale deeltjes door zeef 63 µm ten hoogste 50%. Op basis van de plasticiteitgrenzen is conform de plasticiteitskaart (ASTM D2478, 1975 [lit. 6]) het materiaal te zien als een organische KLEI met een matig tot hoge plasticiteit, hetgeen overeenkomt met de beschrijving van de klei uit fase I. Sterkte De sterkteparameters zijn bepaald met triaxiaalproeven. Hiermee zijn de cohesie en inwendige wrijvingshoek bepaald die samen de bezwijkomhullende van Mohr vastleggen. Deze omhullende voldoet aan de formule van Coulomb en geldt als het bezwijkcriterium: τ = c + σ n met: τ = schuifspanning bij bezwijken (kpa) c = cohesie (kpa) σ n = normaalspanning (kpa) ϕ = inwendige wrijvingshoek (graden) De resultaten van de triaxiaalproeven zijn samengevat in bijlage II. De cohesie ligt over het algemeen rond de 1 kpa. De relatie tussen de inwendige wrijvingshoek en de consistentie-index is weergegeven in figuur 2.4. Hieruit blijkt dat de inwendige wrijvingshoek niet of nauwelijks afhangt van de consistentieindex. tan ϕ Consistentie index [-] Figuur 2.4: Relatie inwendige wrijvingshoek en consistentie-index Vervormingsparameters De vervormingsparameters zijn bepaald door de uitvoering van samendrukkingsproeven. Op basis van de resultaten van deze proeven worden de samendrukkingsconstantes (C) en consolidatie coëfficiënt (c v ) bepaald. De samendrukkingsconstantes zijn een maat voor de zetting die de grond ondervindt als gevolg van een bepaalde belasting. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in primaire (C p ) en secundaire (C s ) samendrukkingsconstantes. De eerste constante (C p ) is een maat voor de samendrukking die ontstaat door het uitpersen van water. De tweede (C s ) is afhankelijk van de mate van heroriëntatie van de kleideeltjes, ook wel kruip genoemd. De consolidatie coëfficiënt (c v ) is een maat voor snelheid van de zetting. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen de samendrukkingsconstantes onder en boven de zogenaamde grenspanning (C respectievelijk C ). Als de totale belasting op een grondlaag lager is dan de grensspanning vertoont de grond over het algemeen minder zetting dan wanneer de totale belasting de grensspanning overschrijdt. Proefophoging A5 15

16 De sterkte- en vervormingeigenschappen zijn bepaald bij verschillende consistentie-indices. In totaal zijn 5 mengmonsters beproef bij 4 verschillende watergehaltes overeenkomend met een consistentie-index van respectievelijk ongeveer 0.4, 0.5, 0.6 en 0.7 [lit. 4]. In figuur 2.5 zijn de samendrukbaarheid na de grensspanning (C ) en de consolidatie coëfficiënt (c v ) als functie van de consistentie-index weergegeven. Ook hieruit blijkt weer dat deze parameters min of meer onafhankelijk zijn van de consistentie-index en daarmee het watergehalte E E Consistentie index [-] 1.0E Consistentie index [-] Figuur 2.5: Relatie samendrukbaarheid en consolidatie coëfficiënt met consistentie-index 40 Grensspanning [kpa] ,30 0,40 0,50 0,60 0,70 0,80 0,90 Consistentie index [-] Figuur 2.6: Relatie grensspanning met consistentie-index In figuur 2.6 is de grensspanning weergegeven als functie van de consistentie-index. Verwacht werd dat de grensspanning toe zou nemen als functie van de consistentie-index. Uit figuur 2.6 blijkt dit verband niet van toepassing te zijn. Één-punts Proctordichtheid De resultaten van de één-punts Proctordichtheid proeven zijn bijgevoegd in bijlage II. Figuur 2.6 geeft de relatie tussen de bereikte droge dichtheid en het watergehalte. De verschillende monsters geven hetzelfde verband tussen dichtheid en watergehalte te zien. Daarnaast is er geen sprake van een maximale droge dichtheid bij een optimaal watergehalte, binnen de geteste range van watergehalten. De verzadigingsgraad van de monsters in de één-punts Proctorproeven blijkt gemiddeld 93% te bedragen. Proefophoging A5 16

17 1350 Droge dichtheid [kg/m3] S-lijn Watergehalte [%] Figuur 2.6: Relatie Proctordichtheid en watergehalte incl. S-lijn 1 Algemeen De onderzochte sterkte- en vervormingseigenschappen zijn min of meer onafhankelijk van de consistentie-index en daarmee het watergehalte. Dit is in overeenstemming met de veronderstelling dat deze eigenschappen alleen afhankelijk zijn van de aard en verdichtingsgraad van met materiaal. Gezien het feit dat bovenstaande eigenschappen bij dit materiaal niet of nauwelijks blijken af te hangen van de consistentie-index zijn van de verschillende proeven de gemiddelde waarden bepaald. Een overzicht van deze gegevens is weergegeven in tabel 2.6. Eigenschap Minimum Gemiddelde Maximum Eenheid Aantal Sterkte-eigenschappen cohesie kpa 20 ϕ Graden 20 Vervormingeigenschappen C p C s C P g kpa 20 C p C s C c v (60 kpa) m 2 /s 20 m v (60 kpa) m 2 /kn 20 k (60 kpa) m/s 20 Tabel 2.6: Sterkte- en vervormingeigenschappen Volgens NEN 6740 [lit. 8] komt de gerijpte baggerspecie wat betreft de sterkte-eigenschappen (cohesie en inwendige wrijvingshoek) overeen met sterk zandige KLEI. Gezien de vervormingeigenschappen en de dichtheid van de baggerspecie komt het materiaal overeen met zwak zandige, matig gepakte tot slappe KLEI (NEN 6740) Samenvatting In tabel 2.7 zijn de resultaten uit fase I en II van de civieltechnische onderzoeken samengevat. Ondanks het feit dat volgens de korrelverdeling, zoals deze bepaald is in fase II, het materiaal gezien kan worden 1 Dichtheid in droge toestand bij een verzadigingsgraad van 100% Proefophoging A5 17

18 als ZAND is gezien de resultaten uit fase I en de sterkte- en vervormingseigenschappen (fase II) de benaming KLEI op dit materiaal van toepassing. Eigenschap Fase I Fase II Eenheid Korrelverdeling D µm < 2 µm % < 63 µm % > 63 µm % Samenstelling Watergehalte % Org. Stofgehalte % Kalkgehalte % Plasticiteitgrenzen Vloeigrens % Plasticiteitsgrens % Plasticiteitindex % Consistentie-index Sterkte-eigenschappen Verdichtingsgraad - 99 % Cohesie kpa Inwendige wrijvingshoek Graden Vervormingeigenschappen Verdichtingsgraad % Grensspanning - 30 KPa Samendrukbaarheidconstante primair secundair Consolidatie coëfficiënt m 2 /s Samendrukbaarheid m 2 /kn Doorlatendheid m/s Tabel 2.7: Samenvatting eigenschappen gerijpte klei uit baggerspecie rijpingsvelden Figuur 2.7: Weergave korrelverdeling (gele gebied) in zand-, silt- en kleidriehoek Proefophoging A5 18

19 2.4 Conclusie De gerijpte baggerspecie bestaat uit KLEI, sterk zandig, matig humeus, kalkrijk met een medium tot hoge plasticiteit. Op basis van de resultaten uit fase I is geconcludeerd dat de eigenschappen van de gerijpte baggerspecie uit de rijpingsvelden zodanig waren dat het zinvol was om de ontwerpfase in te gaan. Hiertoe zijn in fase II diverse additionele onderzoeken uitgevoerd waarbij naast de korrelverdeling ook de plasticiteitsgrenzen en sterkte- en vervormingsparameters zijn bepaald. Proefophoging A5 19

20 Proefophoging A5 20

21 3 Ontwerp In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de eisen die aan wegconstructies worden gesteld en welke constructieve, uitvoerings- en materiaaleisen daarvan zijn afgeleid voor de toepassing van klei als constructief ophoogmateriaal. (paragraaf 3.1). Daarnaast kunnen ook enige specifieke ontwerpeisen een rol spelen (paragraaf 3.2). Milieukundige eisen komen aan de orde in paragraaf 3.3. Deze eisen hebben geleid tot een ontwerp van de proefophoging. De achtergronden worden toegelicht in paragraaf 3.4. Paragraaf 3.5 bevat een uitéénzetting betreffende de prognoses ten aanzien van het gedrag van de proefophoging. Conclusies volgen in paragraaf Civieltechnische eisen In de civiele techniek kan een aantal toepassingsmogelijkheden voor klei uit baggerspecie worden onderscheiden: wegenbouw, aanleg van dijken, stortplaatsen, geluidswallen, terreinophoging en landscaping [lit. 6]. De proefophoging maakt onderdeel uit van de onderbouw van een snelweg. De klei is toegepast als constructie-onderdeel CO: constructieve ophoging in wegen (figuur 3.1). Hierbij wordt een ophoging bedoeld voor locaties met een belangrijke bovenbelasting met stringente eisen aan draagvermogen, vervormingen en stabiliteit. Figuur 3.1: Onderscheid constructie-onderdelen D = deklaag CF = wegfundering CB = belastingspreidende laag CO = constructieve ophoging Door DWW is de systematiek structuur in eisen ontwikkeld [lit. 7], die is bedoeld om duidelijkheid te scheppen in de onderlinge samenhang van eisen aan wegen. Vaak wordt de structuur in eisen samengevat in een eisenpiramide (figuur 3.2). De top van de piramide bevat een beperkt aantal algemene eisen, die vaak moeilijk meetbaar zijn. Naar beneden in de piramide worden de eisen gedetailleerder en beter meetbaar, maar ook meer specifiek voor bepaalde materialen of constructies. De relaties tussen de eisen op verschillende niveaus kunnen worden uitgedrukt in een gebeurtenissenboom, die naar beneden steeds verder vertakt. In paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op de gebruikers- en prestatie-eisen die aan een wegconstructie gesteld worden. De daaruit voortvloeiende constructie-, uitvoerings-, en materiaaleisen aan de klei worden besproken in paragraaf Proefophoging A5 21

22 Figuur 3.2: Eisenpiramide Gebruikers- en prestatie-eisen De te stellen eisen aan een ophoging waarin (gerijpte) klei wordt toegepast hebben voornamelijk betrekking op de uiteindelijke constructie (weg) die er op gebouwd wordt. Gebruikerseisen zijn eisen die door de wegbeheerder aan een weg worden gesteld [lit. 7]. Hieronder vallen eisen als: de weg moet een zeker comfort bezitten; de weg moet veilig zijn; de weg moet bereikbaar zijn. Deze gebruikerseisen zijn vertaald naar prestatie-eisen. Dit zijn eisen aan de prestatie die de weg moet leveren. Deze zijn vertaald naar specifieke en meetbare technische termen als langsvlakheid, dwarsvlakheid en standzekerheid [lit. 7]. De eisen aan langsvlakheid betreffen eisen aan het maximale hoogteverschil dat mag optreden over een bepaalde afstand en het verschil in langshelling. Wat betreft dwarsvlakheid worden eisen gesteld aan de minimale en maximale dwarshelling en spoordieptes. Daarnaast bepaalt de faalkans op bezwijken de standzekerheid van de ophoging Eisen klei De prestatie-eisen die worden gesteld aan de langsvlakheid, dwarsvlakheid en standzekerheid zijn vertaald naar constructie-, materiaal en uitvoeringseisen: constructie-eisen: dit zijn eisen aan de constructie als geheel of aan onderdelen van de constructie (verharding, ballastbed, aardebaan). De eisen zijn niet afhankelijk van de materiaalkeuze; materiaaleisen: dit zijn eisen die aan het geroerde materiaal worden gesteld op het moment van uitvoering. Deze eisen zijn afhankelijk van de materiaalkeuze; uitvoeringseisen: dit betreffen eisen aan de eigenschappen van het ongeroerde materiaal zoals dat in de constructie voorkomt. De eisen zijn ook afhankelijk van de materiaalkeuze. Proefophoging A5 22

23 In [lit. 7] is het verband gegeven tussen de verschillende prestatie-eisen en constructie-, materiaal-, en uitvoeringseisen. Daarnaast zijn volgens [lit. 6] nog een aantal materiaaleisen van belang. De maatgevende eisen zijn samengevat in tabel 3.1. Type eis Parameter Eis Constructieeis zettinggedrag ondergrond dient een homogeen zettinggedrag te vertonen klink vormgeving maximale klink afhankelijk van langshelling- en dwarshellingeisen dekking klei buiten druklijnen dient minimaal 1 meter te bedragen onderkant klei boven het gemiddeld hoogste grondwaterpeil te liggen bovenkant klei beneden vorstindringingsdiepte (0.60 MV) E-modulus constructie gemeten aan bovenkant ophoging: groter dan 100 MPa stabiliteit veiligheidsfactor tijdens aanleg volgens NEN veiligheidsfactor in gebruiksfase volgens NEN Materiaaleis consistentie-index minimaal 0.70 en maximaal 1.0 aard materiaal materiaal dient homogeen te zijn en geen grove delen te bevatten organisch stof maximaal 5% gehalte Uitvoeringse E-modulus klei gemeten aan bovenkant klei groter dan 30 MPa is verdichtingsgraad minimaal 97% t.o.v. één-punts Proctordichtheid bij insitu watergehalte Tabel 3.1: Maatgevende constructie-, uitvoerings- en materiaaleisen [lit. 6 en 7]. De in tabel 3.1 weergegeven eisen zijn van toepassing voor de totale wegconstructie. Dit levert de belangrijkste eisen op die dit moment een leidraad vormen voor de toepassing van klei uit baggerspecie als constructieve ophoging in wegen (constructie-onderdeel CO). Deze eisen zijn van toepassing uitgaande van taludhellingen van 1:2 á 1:3 en een maximale ophoging van ca. 4 meter in verband met het evenwichtsdraagvermogen. Dit wil niet zeggen dat hogere ophogingen niet mogelijk zijn, echter dan zal een hogere consistentie-index dan wel sterkte benodigd zijn. Over het algemeen kan gesteld worden dat indien voldaan wordt aan de materiaal- en uitvoeringseisen ook wordt voldaan aan de constructie-eisen wat betreft klink, E-modulus en stabiliteit. Tevens is bij de gestelde consistentie-index de klei verwerkbaar. Mocht het materiaal niet voldoen aan de eis ten aanzien van het organisch stof gehalte en of consistentie-index dan is het nog steeds mogelijk dit materiaal toe te passen. Wel is dan extra onderzoek noodzakelijk ten aanzien van de sterkte- en samendrukkingseigenschappen. Daarnaast kunnen door aanpassing van de vormgeving van de ophoging de gevolgen van het niet voldoen aan de eis voor het organisch stof gehalte en of consistentie-index en de daarmee gepaarde gaande consequenties betreffende klink, stabiliteit en E- modulus beheerst worden. Een aantal eisen zijn hieronder uitgewerkt [lit. 6] beginnende vanaf de materiaaleisen: Consistentie-index De consistentie-index (I C ) geeft een indicatie van de geroerde ongedraineerde schuifsterkte en is daarmee een maat voor de verwerkbaarheid van de klei (figuur 3.3). Bij een watergehalte dat gelijk is aan de vloeigrens van de klei (I C = 0) is de schuifsterkte ca. 1 tot 5 kpa. Is het watergehalte afgenomen tot de plasticiteitsgrens van de klei (I C = 1) dan is de schuifsterkte toegenomen tot ca kpa. Proefophoging A5 23

24 Uit buitenlandse ervaringen, ervaringen met Nederlandse kleidijken en ervaring opgedaan met een aantal proefophogingen is gebleken dat de verwerkbaarheid van de klei vastgesteld kan worden met de consistentie-index. Een goede verwerkbaarheid betekent dat het aan te brengen kleilichaam begaanbaar is voor normaal materieel, zoals bijvoorbeeld bulldozers of scrapers en dat het materiaal goed te verdichten is. De verwerkbaarheid is afhankelijk van het watergehalte van de klei. Het materiaal mag niet te droog te zijn (kleibrokken verdichten niet), maar ook niet te nat (kleilichaam is niet begaanbaar). Gewoonlijk wordt de verwerkbaarheid van klei in de praktijk in verband gebracht met de consistentieindex. Deze moet tijdens het aanbrengen van de klei liggen tussen 0.6 en 1.0. Figuur 3.3: Geroerde schuifsterkte versus consistentie-index E-modulus Het vormveranderingsdraagvermogen is afhankelijk van de E-modulus en is het vermogen van een lichaam om zonder excessieve vervormingen de maatgevende belasting te ondergaan. Deze is afhankelijk van de stijfheid en de schuifsterkte van de ondergrond. In de praktijk blijkt dat een minimale consistentie-index van 0.7 voldoende is om tot een redelijke dimensionering van het wegontwerp te komen [lit. 7]. Stabiliteit De belasting waarbij geen instabiliteit van de constructie optreedt, is het evenwichtsdraagvermogen. Dit wordt bepaald door de sterkte van de klei, die met name afhankelijk is van het vochtgehalte en Proefophoging A5 24

25 gedeeltelijk de verdichtingsgraad. Uit de praktijk blijkt dat bij ophogingen tot ca. 4 meter hoogte aan het evenwichtsdraagvermogen wordt voldaan wanneer de consistentie-index groter is dan 0.7 [lit. 6]. Daarnaast dient de verdichtingsgraad voldoende te zijn om verweking en daarmee sterkteverlies op termijn te voorkomen. Klink/zwel De volumevastheid van een ophoging in klei is sterk afhankelijk van het vochtgehalte. Klink door consolidatie kan optreden bij een te lage consistentie. Een te hoge consistentie kan zwel veroorzaken. Over het algemeen keert het materiaal naar een natuurlijk evenwicht (I c = 0.6 á 0.7). Daarnaast heeft ook het organisch stof gehalte invloed op de volumevastheid doordat door biologische afbraak in de constructie het volume van het organisch stof afneemt en daarmee additionele klink veroorzaakt. Dit laatste is alleen van toepassing voor constructie-onderdelen die blootstaan aan de lucht. Vormgeving Het doel van de gestelde vormgevingseisen is de invloed van de externe factoren op het gedrag van de klei te beperken. Indien klei niet voldoet aan de gedefinieerde materiaaleisen is het mogelijk door aanpassing van de vormgeving het toch mogelijk te maken de klei toe te passen en te voldoen aan de gestelde constructie-eisen. De eis met betrekking tot de dekking van de klei buiten de druklijnen onder de weg (minimaal 1 meter) voorkomt krimp en zwel door weersinvloeden, alsmede afbraak van organisch materiaal door blootstelling aan zuurstof uit de lucht. Daarnaast heeft de eis met betrekking tot de grondwaterstand als doel verweking van de klei te voorkomen door continue verzadiging. De maatgevende periode is gelijk aan de levensduur van de weg. De zetting van de ondergrond is bepalend of de ligging van de onderkant van de klei gedurende de gebruiksfase verandert. Tenslotte is de eis met betrekking tot de vorstindringingsdiepte gesteld vanwege de vorstgevoeligheid van klei. Dit houdt in dat bij bevriezing grote heffingen optreden. De vorstbestendigheid is voldoende. Dit houdt in dat de eigenschappen van de korrels door bevriezing niet veranderen. 3.2 Specifieke ontwerpeisen In [lit. 7] is een aantal situaties beschreven waardoor het mogelijk is dat niet wordt voldaan aan één van de constructie-eisen. Tevens wordt aangegeven wat de noodzakelijke ontwerpaanpassingen ten opzichte van de standaardconstructie dienen te zijn zodat wel wordt voldaan aan de constructie-eisen. Hieronder is een samenvatting gegeven van belangrijke extern invloeden die aanleiding kunnen geven tot ontwerpaanpassingen: Aanwezigheid sloten Over het algemeen zullen sloten met zand worden gedempt. Mocht dit reden geven tot niet gewenste zettingsverschillen dan zijn de volgende maatregelen mogelijk ter reductie van de zettingsverschillen in de gebruiksfase: sloten opvullen met lichter materiaal of gebiedseigen materiaal; toepassing tijdelijke overhoogte ter plaatse van sloot; talud sloot afgraven tot 1:10: hiermee is de zetting over grotere afstand uit te spreiden. Proefophoging A5 25

26 Optreden van zetting van de ondergrond Door zetting van de ondergrond kan de onderkant van de klei op lange termijn onder het niveau van het gemiddeld hoogste grondwaterpeil zakken, rekening houdend met opbolling van het waterpeil. Maatregelen om dit te voorkomen zijn de klei hoger aan te leggen door toepassing van een dikkere zandlaag tussen grondwater en de klei. Daarnaast kan gedacht worden aan de toepassing van drains om de opbolling van het grondwater te verkleinen. In de ontwerpfase zal aan de hand van zettingsberekeningen van de ondergrond de hoogte van de onderkant van de klei bepaald dienen te worden. 3.3 Ontwerp proefophoging In figuur 3.5 is het ontwerp gegeven van een representatieve dwarsdoorsnede van de proefophoging [lit. 7]. Het ontwerp voldoet gedeeltelijk aan de in tabel 3.1 beschreven constructie-, uitvoerings- en materiaaleisen. In tabel 3.3 is aangegeven op welke wijze aan de verschillende eisen is voldaan of voldaan zal worden. Bij het niet voldoen aan één van de eisen is aangegeven welke aanvullende maatregelen zijn genomen. Figuur 3.5: Ontwerp proefophoging Proefophoging A5 26

27 Type eis Parameter Ontwerp Constructie-eis zettinggedrag geen sloten aanwezig: verwachting zettinggedrag homogeen klink vormgeving klink na verwijderen tijdelijke overhoogte maximaal 0.11 meter: dimensionering overgangshelling op basis van 0.15 meter 2 dekking klei buiten druklijnen bedraag ca. 1.5 meter gemiddelde grondwaterstand ligt ca. 2 meter beneden onderkant klei afdekkende laag minimaal 1.5 meter dik E-modulus constructie dikte zand onder verhardingsconstructie: 1 meter stabiliteit 3 tijdens aanleg: voldoende op basis van ingenieursgevoel gebruiksfase: voldoende op basis van ingenieursgevoel Uitvoeringseis E-modulus klei voldoende volgens ingenieursgevoel en ervaring met ophoging bij de Slufter verdichtingsgra controle met proeven ad Materiaaleis consistentieindex te laag op basis van geschiktheidsonderzoek fase I (I c = 0.60) aard materiaal organisch stof gehalte visuele controle op homogeniteit en vuil te hoog op basis van geschiktheidsonderzoek fase I (7.7%) Tabel 3.3: Ontwerp ophoging Het in tabel 3.3 en figuur 3.5 weergegeven ontwerp is hieronder uitgewerkt: Zettinggedrag Ter plaatse van de proefophoging zijn geen sloten die gedempt moeten worden. Er kan dus worden verwacht dat het zettinggedrag van de ondergrond homogeen is. Of de ondergrond ter plaatse van de proefophoging homogeen is, is niet nagegaan. Klink Verwacht wordt dat de kleikern onder invloed van de verhardingsconstructie, zandbed en een extra zandlaag ter compensatie van de zetting een totale klink zal vertonen van 0.56 meter. De dimensionering van de overgangshelling in langsrichting en dwarsrichting [lit. 7] is gebaseerd op een klink na oplevering van de wegconstructie van maximaal 0.15 meter, gemeten over 30 jaar ( dagen). Hierbij is uitgegaan van de toepassing van een tijdelijke overhoogte van 2 meter gedurende een consolidatieperiode van 1 jaar. Deze tijdelijke overhoogte was reeds meegenomen in het ontwerp voor een ophoging uit zand om de restzetting van de ondergrond tot nul te reduceren. Vormgeving De dekking van de klei buiten de druklijnen bedraagt minimaal 1.5 meter, zodat ruimschoots aan de eis van 1 meter wordt voldaan. De gemiddelde grondwaterstand ligt ca. 2 meter beneden de onderkant van de klei. Uit berekeningen door het bouwteam A5 bleek dat de ondergrond na 30 jaar ca meter zetting zou vertonen onder het gewicht van de ophoging en de tijdelijke voorbelasting. Ook op termijn is de afstand tussen het grondwaterpeil en de onderkant van de klei voldoende. De bovenkant van de klei ligt ca. 1.5 meter beneden de bovenkant van de proefophoging: ruim beneden de vorstindringingsdiepte (0.6 meter). 2 Bij een overgangshelling in langsrichting van 1:3.5 en in dwarsrichting van 1:0.64 [lit. 7]. 3 Later nagerekend: ruim voldoende. Proefophoging A5 27

28 E-modulus constructie Op basis van een te bereiken verdichtingsgraad van de kleikern van 97% en een afdekkende zandlaag van minimaal 1 meter dik wordt verwacht dat de E-modulus boven de 100 MPa zal liggen. Stabiliteit Op basis van ingenieursgevoel is verondersteld dat de ophoging bij een taludhelling van 1:2 zowel tijdens de aanleg als in de gebruiksfase voldoende stabiel is. Later zijn berekeningen gemaakt met als resultaat dat de stabiliteit ruim voldoende bleek te zijn. Consistentie-index De consistentie-index van de klei (0.60) leek te laag om deze te kunnen toepassen als constructief ophoogmateriaal. Besloten is om gezien de toenmalige beschikbaarheid van een proeflocatie voor de proefophoging bij de A5 voor aanvang van de bouw van de proefophoging een toetsvak aan te leggen. Het doel van het toetsvak was om na te gaan of de klei bij de huidige consistentie-index verwerkbaar en begaanbaar was voor het materieel benodigd om de klei aan te brengen en te verdichten. Daarnaast is tijdens de aanleg van het toetsvak gecontroleerd of de verdichtingseis haalbaar was. Indien beide doelen niet haalbaar waren, zou de aanleg van de proefophoging niet doorgaan. Aard materiaal De aangevoerde klei dient tijdens de uitvoering visueel gecontroleerd te worden op homogeniteit en het voorkomen van vuil. Organisch stof gehalte Een organisch stof gehalte van 7.7% is, gelet op de materiaaleisen, in principe te hoog om toe te passen in de proefophoging. De vormgevingseis ten aanzien van de dekking van de klei buiten de druklijnen voorkomt dat afbraak van organisch materiaal door blootstelling aan lucht zal plaatsvinden. De verwachting is dus dat bij deze constructie het organisch stof gehalte niet of nauwelijks zal afnemen en daarmee nauwelijks extra klink zal veroorzaken. Op basis van deze veronderstelling is geconcludeerd dat de overschrijding van het maximale organisch stof gehalte (5%) geen of nauwelijks gevolgen zal hebben voor de klink van de constructie door vertering van organisch materiaal en daarmee het materiaal toepasbaar is in een constructieve ophoging. E-modulus klei Op basis van ingenieursgevoel en ervaring met de ophoging bij de Slufter is geconcludeerd de elasticiteitsmodulus van de klei boven de 30 MPa zal liggen. Verdichtingsgraad De verdichtingsgraad dient tijdens de uitvoering per laag gecontroleerd te worden op basis van de droge dichtheid bepaald met de steekringmethode en de maximale Proctor-dichthid bij het in-situ watergehalte. 3.4 Prognose gedrag Belangrijkste civieltechnische prognose is de voorspelling ten aanzien van de klink van de ophoging. Op basis van zettingsberekeningen [lit. 7] wordt verwacht dat de kleikern een klink zal vertonen van 0.56 meter (na 30 jaar). Door toepassing van een tijdelijke overhoogte (2 meter) gedurende een consolidatieperiode van 1 jaar zal de klink in de gebruiksfase maximaal 0.15 meter bedragen. Hierbij is Proefophoging A5 28

29 geen rekening gehouden met additionele klink als gevolg van de relatief lage consistentie-index van het materiaal en het hoge organisch stof gehalte. Wat betreft het organisch stof gehalte is verondersteld dat bij voldoende dekking van de klei buiten de druklijnen (1 meter) de externe invloed van zuurstof op de vertering van organisch materiaal niet of nauwelijks merkbaar is. Met andere woorden: er zal geen of nauwelijks enige afname van het organisch materiaal op treden en daarmee wordt extra klink voorkomen. Daarnaast is de verondersteld dat de dynamische elasticiteitsmodulus van de constructie bij een zandbeddikte van 1 meter en een minimale verdichtingsgraad van 97% minimaal 100 MPa zal bedragen. 3.5 Conclusies Het ontwerp van de proefophoging voldoet aan alle constructie-eisen en daarmee aan alle gestelde prestatie-eisen, ondanks dat de gerijpte baggerspecie niet voldoet aan alle materiaaleisen. Door in het ontwerp van de vormgeving van de ophoging hiermee rekening te houden is toch een ontwerp verkregen die voldoet aan alle constructie-eisen. Op basis van de consistentie-index van de klei (I c = 0.60) is geconcludeerd dat getoetst diende te worden of de klei begaanbaar was voor het materieel om de klei in de ophoging te verwerken. Besloten is om aan de hand van een toetsvak voor aanleg van de proefophoging de begaanbaarheid van de klei na te gaan en daarmee de haalbaarheid van de proefophoging aan te tonen. Daarnaast overschrijdt het organisch stof gehalte van de klei (7.7%) de gestelde eis (5%). Door voldoende dekking van de klei buiten de druklijnen (minimaal 1 meter) wordt verondersteld dat vertering van organisch materiaal door blootstelling aan zuurstof niet of nauwelijks zal optreden en daarmee geen additionele klink zal opleveren. Door toepassing van bovenstaande vormgevingseis lijkt het gerechtvaardigd aan te nemen dat een overschrijding van het maximale organisch stof gehalte geen onoverkomelijke gevolgen heeft voor de klink van de constructie door vertering van organisch materiaal. Op basis van de bepaalde vervormingseigenschappen van de klei zijn de overgangshellingen in langs- en dwarsrichting van de constructie ontworpen, zodanig dat aan de prestatie-eisen voor de langs- en dwarsvlakheid is voldaan. Bij toepassing van een tijdelijke overhoogte wordt de klink van de kleikern in de gebruiksfase geminimaliseerd tot 0.15 meter. Daarnaast is op basis van ingenieursgevoel en later op basis van stabiliteitsberekeningen bepaald dat op basis van de bepaalde sterkte-eigenschappen van de klei de ophoging bij een taludhelling 1:2 zowel tijdens de aanleg als in de gebruiksfase voldoende stabiel is. Proefophoging A5 29

Tauw BV Postbus 133 7400 AC DEVENTER

Tauw BV Postbus 133 7400 AC DEVENTER FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Materiaalkundig Laboratorium Tauw BV Postbus 133 7400 AC DEVENTER T.a.v. de heer A. Velthorst ONDERZOEKSRAPPORT Project Opdrachtnummer 17090537000 Opdrachtgever Tauw BV Datum

Nadere informatie

Nijmegen aanpassing spoorbrug i.v.m. aanleg nevengeul

Nijmegen aanpassing spoorbrug i.v.m. aanleg nevengeul Ingenieursbureau Nijmegen aanpassing spoorbrug i.v.m. aanleg nevengeul Geotechnische parameters Projectcode HT1694 Datum 4 oktober 2012 Rapportstatus Definitef Opdrachtgever Prorail Paraaf Opdrachtgever:

Nadere informatie

Memo. Op basis van de bij de sondering aangetroffen grondslag is de maatgevende grondopbouw gekozen en weergegeven in onderstaande tabel.

Memo. Op basis van de bij de sondering aangetroffen grondslag is de maatgevende grondopbouw gekozen en weergegeven in onderstaande tabel. Memo nummer 201210297096.22-01 datum 29 oktober 2012 aan Bas Hoorn Oranjewoud van Pieter Erenstein Oranjewoud kopie Erik Kwast Oranjewoud project Prov NH, zettingsberekening N23 projectnummer 0 betreft

Nadere informatie

dr / nat [kn/m 3 ] mv. tot ophoogzand 18.0/

dr / nat [kn/m 3 ] mv. tot ophoogzand 18.0/ MEMO Aan: De heer F. te Brake (GMB) Van: ing. D. Ripzaad PMSE RC C.c.: Kenmerk: M7498-17 Datum: 27-01-2015 Betreft: Hoogwaterroute Meinerswijk te Arnhem- zettingsberekening Pagina: 1 van 2 Geachte heer

Nadere informatie

PRODUCTINFORMATIEBLAD POEDERKOOLVLIEGAS. voor aanvullingen en ophogingen

PRODUCTINFORMATIEBLAD POEDERKOOLVLIEGAS. voor aanvullingen en ophogingen PRODUCTINFORMATIEBLAD POEDERKOOLVLIEGAS voor aanvullingen en ophogingen 1 Inleiding Poederkoolvliegas is een grondstof die vrijkomt bij de elektriciteitsproductie in kolengestookte centrales in Nederland.

Nadere informatie

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december 2012. Postbus 1 6400 AA Heerlen

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december 2012. Postbus 1 6400 AA Heerlen Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen Opdrachtnummer: Versie: Uw referentie: Projectnr.: GA-120338-2 V01 Definitief HL091704901 79A Datum rapport: 17 december 2012

Nadere informatie

De invloed van de adviseur

De invloed van de adviseur Symposium Restzettingseisen: haalbaar en betaalbaar? 7 april 5 De invloed van de adviseur Hein Jansen Fugro Ingenieursbureau B.V. Leidschendam De invloed van de adviseur Inhoud maakt keuzes communiceert

Nadere informatie

Doorsnede parkeergarage en beschermingszone primaire kering (bron: bestemmingsplan)

Doorsnede parkeergarage en beschermingszone primaire kering (bron: bestemmingsplan) HaskoningDHV Nederland B.V. NoLogo MEMO Aan Van Interne toetsing Dossier Project Betreft : Arjan de Wit : Andries van Houwelingen : Jos Tromp : BD8043 : PG Kampen : Invloed parkeergarage op primaire kering

Nadere informatie

Hierbij zenden wij u de rapportage betreffende een project aan het Oppad te Oud-Loosdrecht.

Hierbij zenden wij u de rapportage betreffende een project aan het Oppad te Oud-Loosdrecht. Gemeente Wijdemeren T.a.v. mevrouw Koelemeij Postbus 190 1230 AD Loosdrecht Almelo, 4 september 2012 Onderwerp: project aan het Oppad te Oud-Loosdrecht Geachte mevrouw Koelemeij, Hierbij zenden wij u de

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Ter plaatse van de instabiliteiten treedt op sommige plaatsen water uit het talud

Ter plaatse van de instabiliteiten treedt op sommige plaatsen water uit het talud ., Project Havens Terneuzen Overleg stabiliteitsprobleem Datum:. Tijd: Deelnemers: Archiefnummer: Opsteller verslag 22-03-2006 10.00 Ruud Bosters (DWW), Wilbur van Beijnen (PBZ), Harrie van Gils (PBZ),

Nadere informatie

Reactie uw kenmerk: / Bijlage 1. Reactie inzake gegevens: Het sondeerrapport met advies (paaldraagkracht berekening).

Reactie uw kenmerk: / Bijlage 1. Reactie inzake gegevens: Het sondeerrapport met advies (paaldraagkracht berekening). Reactie uw kenmerk: 00646502/001063880 Bijlage 1 Reactie inzake gegevens: Het sondeerrapport met advies (paaldraagkracht berekening). Reactie uw kenmerk: 00646502/001063880 Bijlage 2 Reactie inzake gegevens:

Nadere informatie

Minimum VerwerkingsStandaard (MVS) voor baggerspecie

Minimum VerwerkingsStandaard (MVS) voor baggerspecie Minimum VerwerkingsStandaard (MVS) voor baggerspecie Handreiking voor vastlegging in vergunningen Wet milieubeheer 29 juli 2004 sikb/stukken/04.3392 1 Inleiding De MVS voor baggerspecie houdt in dat baggerspecie

Nadere informatie

Figuur 1 Reductie van de massa te storten specie als functie van het uitgangszandgehalte en resterend zandgehalte.

Figuur 1 Reductie van de massa te storten specie als functie van het uitgangszandgehalte en resterend zandgehalte. Rubriek: Onderzoek Zandscheiding als middel voor depotvolumebesparing Het is duidelijk moeilijker om nieuwe depotruimte te realiseren voor de opslag van baggerspecie. Dit door gebrek aan publieke steun.

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

van A. van der Scheer en E. van der Veen datum: juni 1985 Te verwachten zetting bij ophoging van gedeelten van de Binnenschelde nabij Bergen op Zoom

van A. van der Scheer en E. van der Veen datum: juni 1985 Te verwachten zetting bij ophoging van gedeelten van de Binnenschelde nabij Bergen op Zoom -..-.. -- - -. =?at +< J'N pttn RIdKSolt-';,ri:~l \/UC>R 08 Srnedinghuls. Leiystad van A. van der Scheer en E. van der Veen datum: juni 1985 Te verwachten zetting bij ophoging van gedeelten van de Binnenschelde

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: Project aan de Looweg te Uden. Opdrachtnr. : HA

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: Project aan de Looweg te Uden. Opdrachtnr. : HA Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: te Opdrachtnr. : HA- Datum rapport : oktober Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: te Opdrachtnr. : HA- Datum rapport : oktober

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Oude Kruisbergseweg 1 te Zelhem. Opdrachtnr. : HA

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Oude Kruisbergseweg 1 te Zelhem. Opdrachtnr. : HA Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Oude Kruisbergseweg 1 te Zelhem Opdrachtnr. : HA-012122 Datum rapport : 23 april 2015 Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Bielemansdijk tegenover 4 te Zelhem. Opdrachtnr. : HA

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Bielemansdijk tegenover 4 te Zelhem. Opdrachtnr. : HA Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Bielemansdijk tegenover 4 te Zelhem Opdrachtnr. : HA-013167 Datum rapport : 23 mei 2016 Veldrapport betreffende grondonderzoek ten

Nadere informatie

Onze ref. : B01/WRH Nieuwegein, 8 april 2016

Onze ref. : B01/WRH Nieuwegein, 8 april 2016 FUGRO GEOSERVICES B.V. Archimedesbaan 13 (3439 ME Nieuwegein) Postbus 1471 3430 BL Nieuwegein tel.: 030 60 28175 Provincie Fryslân Infra, Gebiedsinrichting en Natuur T.a.v. de heer E. Bruins Slot Postbus

Nadere informatie

Kop van Overijssel heeft volwassen fietspad

Kop van Overijssel heeft volwassen fietspad Kop van Overijssel heeft volwassen fietspad In de kop van Overijssel is in 1992 een fietspad aangelegd in een gebied met zeer slechte draagkracht. Nu, 18 jaar later, is ter plaatse gekeken hoe dit inmiddels

Nadere informatie

RAPPORT GRONDMECHANISCH ONDERZOEK

RAPPORT GRONDMECHANISCH ONDERZOEK RAPPORT GRONDMECHANISCH ONDERZOEK 10869 Nieuwbouwproject WVI, Moorslede Geosonda bvba Keizer Karellaan 292b 1083 Brussel BTW: BE 0452 403 644 www.geosonda.be info@geosonda.be +32 (0)2 479 32 41 1. Administratieve

Nadere informatie

Aantal pagina's 10. Doorkiesnummer (088) Wrijvingscoëfficiënten van C-Fix-, basalt en betonzuilen

Aantal pagina's 10. Doorkiesnummer (088) Wrijvingscoëfficiënten van C-Fix-, basalt en betonzuilen Memo Van Dr. G. Wolters Aantal pagina's 10 Doorkiesnummer (088) 33 58 318 E-mail guido.wolters @deltares.nl Onderwerp Wrijvingsproeven Wrijvingscoëfficiënten van C-Fix-, basalt en betonzuilen 1 Algemeen

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: project aan de Aubade en de Vurehout te Zaandam. Opdrachtnr. : HA /

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: project aan de Aubade en de Vurehout te Zaandam. Opdrachtnr. : HA / Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: project aan de Aubade en de Vurehout te Opdrachtnr. : HA-010270/20105441 Datum rapport : 2 november 2012 Veldrapport betreffende grondonderzoek ten

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden Delfzijl en Eemshaven

Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden Delfzijl en Eemshaven Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden Delfzijl en Eemshaven Wijzigingsblad nr. 1 bij versie 4 Versie Datum Auteur Paraaf Review

Nadere informatie

RISICO BEHEERSING DOOR MONITORING Chris Dykstra

RISICO BEHEERSING DOOR MONITORING Chris Dykstra RISICO BEHEERSING DOOR MONITORING Chris Dykstra Risico s Zetting groter dan verwacht (meer zand) Zettingen kleiner dan verwacht Zettingen verlopen te langzaam (bouwtijd overschrijden) Restzettingen te

Nadere informatie

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den

Nadere informatie

ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE?

ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE? W E R K D O C U M E N T ZETTINGEN EN WAT DOE IK ER EIEE? door ir. M.A. Viergever 1980-138 Ado april 9340 M ' T N T S T E R I E V A N V E R K E E R E N W A T E R S T A A T S D I E N S T V O O R D E I J

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Charloisse Lagedijk 931 te Rotterdam

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Charloisse Lagedijk 931 te Rotterdam Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Charloisse Lagedijk 931 te Rotterdam Opdrachtnr. : HA-15151 / 331107 Datum rapport : 30 maart 2018 Veldrapport betreffende grondonderzoek

Nadere informatie

Principeopbouw van lichtgewicht wegconstructie voor polderweg

Principeopbouw van lichtgewicht wegconstructie voor polderweg Principeopbouw van lichtgewicht wegconstructie voor polderweg Versie 1.1 Document: r121006.2 Opdrachtgever: Stybenex Infra Engineering Delft Delft, 12 oktober 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Ontwerpprocedure...4

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning met eventueel nieuw te bouwen hal aan de Handwijzersdijk nabij 2 te Hengelo

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning met eventueel nieuw te bouwen hal aan de Handwijzersdijk nabij 2 te Hengelo Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning met eventueel nieuw te bouwen hal aan de Handwijzersdijk nabij 2 te Hengelo Opdrachtnr. : HA-14101 / 16531 Datum rapport : 13 maart 2017 Veldrapport

Nadere informatie

Introductie Buro Aardevol

Introductie Buro Aardevol Introductie Buro Aardevol Wegbouwkundig onderzoek en advies Projectmanagement Duurzaamheidsinvulling en advisering Milieukundig asfalt- en funderingsonderzoek Werkvoorbereiding Directievoering en toezicht

Nadere informatie

Memo. 1 Inleiding. Figuur 1: Abstracte weergave mengproces. Aan Ruud Termaat. Kenmerk GEO Datum 30 mei 2011.

Memo. 1 Inleiding. Figuur 1: Abstracte weergave mengproces. Aan Ruud Termaat. Kenmerk GEO Datum 30 mei 2011. Memo Aan Ruud Termaat Datum 30 mei 2011 Van Dianne den Hamer Erik Vastenbrug Kenmerk Doorkiesnummer +31 (0)88 33 57 272 Aantal pagina's 7 E-mail dianne.denhamer @deltares.nl Onderwerp Programma van Eisen

Nadere informatie

Grondwater- en contaminantenstroming

Grondwater- en contaminantenstroming Grondwater- en contaminantenstroming Prof. Dr. Ir. H. Peiffer Oefening 7 : Doorstroming door dijklichaam met damwand Academiejaar 2006-2007 Bart Hoet Christophe Landuyt Jan Goethals Inhoudopgave Inleiding...

Nadere informatie

Doorkiesnummer. Bijlage(n) 1. Telefoon (015) Telefax (015)

Doorkiesnummer. Bijlage(n) 1. Telefoon (015) Telefax (015) Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde Aan Projectbureau Zeeweringeli t.a.v. A. Leenhouts Postbus 114 4460 AC Goes Van Ronaid van Etten

Nadere informatie

Voorwaarden werkzaamheden nabij warmtenet

Voorwaarden werkzaamheden nabij warmtenet Voorwaarden werkzaamheden nabij warmtenet Klik hier als u tekst wilt invoeren. Universiteit Utrecht Directie Vastgoed & Campus, Heidelberglaan 8, 3584 CS Utrecht (Postbus 80125, 3508 TC Utrecht) Datum

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Paardendorpseweg 2 te Zelhem

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Paardendorpseweg 2 te Zelhem Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning aan de Paardendorpseweg 2 te Zelhem Opdrachtnr. : HA-14646 Datum rapport : 28 juli 2017 Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve

Nadere informatie

fc^ WERKDOCUMENT NOTITIE BETREFFENDE DE AANLEG VAN EEN ONTSLUITINGSWEG MET RECREATIEVE BESTEMMING MET ALS VERHARDING ZAND-CEMENT-SLAKKENSTABILISATIE

fc^ WERKDOCUMENT NOTITIE BETREFFENDE DE AANLEG VAN EEN ONTSLUITINGSWEG MET RECREATIEVE BESTEMMING MET ALS VERHARDING ZAND-CEMENT-SLAKKENSTABILISATIE fc^ r WERKDOCUMENT NOTITIE BETREFFENDE DE AANLEG VAN EEN ONTSLUITINGSWEG MET RECREATIEVE BESTEMMING MET ALS VERHARDING ZAND-CEMENT-SLAKKENSTABILISATIE door ing. W. van Dijk 1982-300 Cdc december MINISTERIE

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning en bijgebouw aan de Elderinkweg 9a te Hengelo GLD

Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning en bijgebouw aan de Elderinkweg 9a te Hengelo GLD Veldrapport betreffende grondonderzoek ten behoeve van: woning en bijgebouw aan de Elderinkweg 9a te Hengelo GLD Opdrachtnr. : HA-14136 Datum rapport : 17 maart 2017 Veldrapport betreffende grondonderzoek

Nadere informatie

Hierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught.

Hierbij doen wij u de resultaten toekomen van het nader bodemonderzoek op het sportpark De Koepel te Vught. Gemeente Vught T.a.v. heer R. Agterdenbos Postbus 10100 5260 GA VUGHT Heeswijk, 15 juni 2009 Behandeld door : BER Onze ref. : 54161/256445.2 Betreft : Nader bodemonderzoek sportpark De Koepel te Vught

Nadere informatie

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt Notitie Aan: Waternet Van: Ben van der Wal, Geert Kerkvliet Datum: 28 mei 2015 Kopie: Gemeente Amsterdam Ons kenmerk: INFRABD3912N004F02 Classificatie: Project gerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure

Nadere informatie

RAPPORT GRONDMECHANISCH ONDERZOEK

RAPPORT GRONDMECHANISCH ONDERZOEK RAPPORT GRONDMECHANISCH ONDERZOEK 10939 Nieuwbouw, Ledegem Geosonda bvba Keizer Karellaan 292b 1083 Brussel BTW: BE 0452 403 644 www.geosonda.be info@geosonda.be +32 (0)2 479 32 41 1. Administratieve gegevens

Nadere informatie

Parameterbepaling van grof naar fijn

Parameterbepaling van grof naar fijn Parameterbepaling van grof naar fijn Alexander van Duinen Deltares Pilot-cursus Macrostabiliteit 30 september 2016 Inhoud Benodigde parameters Wanneer s u toepassen? Van grof naar fijn werken Default parameter

Nadere informatie

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk.

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk. Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus 2582 294 AB Lekkerkerk E-mail: m.martens@martens-bouw.nl Project: 1796MAR; IPB Baan 2 Rotterdam Betreft: briefrapport indicatief bodemonderzoek

Nadere informatie

Dijken op veen: ontwerpmethode sterk verbeterd

Dijken op veen: ontwerpmethode sterk verbeterd Dijken op veen: ontwerpmethode sterk verbeterd Goaitske de Vries (Deltares) Cor Zwanenburg (Deltares) Bianca Hardeman (Rijkswaterstaat) Huub de Bruijn (Deltares) Ruim 33 kilometer van de Markermeerdijken

Nadere informatie

Cofra. BeauDrain(-S) luchtdrukconsolidatie. Cofra. Building worldwide on our strength

Cofra. BeauDrain(-S) luchtdrukconsolidatie. Cofra. Building worldwide on our strength luhtdrukonsolidatie BeauDrain(-S) C Building worldwide on our strength BeauDrain luhtdrukonsolidatie Luhtdrukonsolidatie is voor het eerst geïntrodueerd door W. Kjellman, de uitvinder van de geprefabrieerde

Nadere informatie

Rapport grondmechanisch onderzoek. Provinciaal domein Puyenbroeck. Wachtebeke Locatie 4 - loods logistiek 15/165.4

Rapport grondmechanisch onderzoek. Provinciaal domein Puyenbroeck. Wachtebeke Locatie 4 - loods logistiek 15/165.4 Geosonda Keizer Karellaan 292b 1083 Brussel Tel +32 (0)2 479 32 41 Fax +32 (0)2 478 29 67 Rapport grondmechanisch onderzoek Provinciaal domein Puyenbroeck, Wachtebeke Locatie 4 - loods logistiek 15/165.4

Nadere informatie

Rapport grondmechanisch onderzoek. Wegen- en rioleringswerken, Molenstraat - De Haan 15/376

Rapport grondmechanisch onderzoek. Wegen- en rioleringswerken, Molenstraat - De Haan 15/376 Geosonda Keizer Karellaan 292b 1083 Brussel Tel +32 (0)2 479 32 41 Fax +32 (0)2 478 29 67 Rapport grondmechanisch onderzoek Wegen- en rioleringswerken, Molenstraat - De Haan 15/376 Opdrachtgever: Werf:

Nadere informatie

SECOND OPINION MILIEUPLEIN A/D MINCLERSWEG TE HAARLEM

SECOND OPINION MILIEUPLEIN A/D MINCLERSWEG TE HAARLEM FUGRO GEOSERVICES B.V. Briefrapport betreffende SECOND OPINION MILIEUPLEIN A/D MINCLERSWEG TE HAARLEM Opdrachtnummer: 1014-0126-000 Projectleider : ing. W.A. Nohl Principal Consultant Fugro GeoServices

Nadere informatie

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer

Nadere informatie

Ontwerp van geotextielen in een steenbekleding

Ontwerp van geotextielen in een steenbekleding Ontwerp van geotextielen in een steenbekleding Richtlijn SBRCUR 1795 Wim Voskamp NGO lezing november 2016 1 Geotextielen in een steenbekleding NGO lezing november 2016 2 In een glooiing of bij onder water

Nadere informatie

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER PROVINCIE DRENTHE 9 juli 2010 074910580:0.1 B02032.000046.0100 INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Inleiding 3 1.2

Nadere informatie

Wanneer deugt een wegfundering? Technologendagen 2015 Christ van Gurp

Wanneer deugt een wegfundering? Technologendagen 2015 Christ van Gurp Wanneer deugt een wegfundering? Technologendagen 2015 Christ van Gurp Wanneer deugt een wegfundering? Voor steenmengsel conform Standaard RAW Bepalingen zijn twee testmethoden belangrijk bepaling verdichtingsgraad

Nadere informatie

In de onderstaande tabel zijn de scenario s voor de Bypassdijken noord opgesomd. scenario omschrijving kans van voorkomen

In de onderstaande tabel zijn de scenario s voor de Bypassdijken noord opgesomd. scenario omschrijving kans van voorkomen A. Bypassdijken noord Stap 1 bestaat volgens het stappenplan [lit. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.] uit het opstellen van de basisschematisatie en het ontwerp. Voor de noordelijke bypassdijk is gekeken

Nadere informatie

Volumetrie = levensduur: IVO-SMA en de Standaard 2015

Volumetrie = levensduur: IVO-SMA en de Standaard 2015 Volumetrie = levensduur: IVO-SMA en de Standaard 2015 Ing. Jan Willem Venendaal BAM Wegen bv Rémy van den Beemt BAM Wegen bv Samenvatting Steenmastiekasfalt ontleent zijn duurzaamheid aan het hoge mastiekgehalte

Nadere informatie

School 'De Kleurdoos' te Ledeberg Sondeerrapport 31160

School 'De Kleurdoos' te Ledeberg Sondeerrapport 31160 bodemonderzoek essais de sol funderingsadvies conseil fondations Voshol 6b Voshol 6b 9160 Lokeren 9160 Lokeren tel. 09 349 45 00 tel. 02 356 45 40 fax. 09 349 42 10 fax. 02 356 89 37 www.sondex.be www.sondex.be

Nadere informatie

1 Kwel en geohydrologie

1 Kwel en geohydrologie 1 Kwel en geohydrologie 1.1 Inleiding Grondwater in de omgeving van de grote rivieren in Nederland wordt door verschillen in het peil sterk beïnvloed. Over het algemeen zal het rivierpeil onder het grondwatervlak

Nadere informatie

Datum : 6 oktober Project : restautatie(in- en extern) monumentale boerderij Dorpstraat 13 Plaats : JISP

Datum : 6 oktober Project : restautatie(in- en extern) monumentale boerderij Dorpstraat 13 Plaats : JISP Datum : 6 oktober 2016 Opdrachtnummer : 710253 Project : restautatie(in- en extern) monumentale boerderij Dorpstraat 13 Plaats : JISP Opdrachtgever : Fam. Alofs Dorpstraat 13 1546 LD Jisp Constructeur

Nadere informatie

Kwetsbaarheid veenbasis: labmetingen en modelmatige evaluatie. Rob Hendriks

Kwetsbaarheid veenbasis: labmetingen en modelmatige evaluatie. Rob Hendriks Kwetsbaarheid veenbasis: labmetingen en modelmatige evaluatie Rob Hendriks 27-3-2018 Inhoud presentatie 1. Hoe de veenbasis werkt 2. Metingen weerstand veenbasis 3. Wegzijging bij gemeten weerstanden 4.

Nadere informatie

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek te Lelystad

Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek te Lelystad Rapportage Geotechnisch Bodemonderzoek te Opdrachtnummer : 61140249 Project :, Warande Deelgebied 1 en 2 Nieuwbouw Opdrachtgever : Gemeente t.a.v. Crediteuren administratie Postbus 91 Stadhuisplein 2 8200

Nadere informatie

baggerspecie van 60% en meer wordt als reinigbare

baggerspecie van 60% en meer wordt als reinigbare November 2001 De Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) voor baggerspecie Vanaf 1 januari 2002 moet belasting worden betaald voor het storten van reinigbare baggerspecie* Dit staat in de Wet belastingen

Nadere informatie

Memo. 1 Inleiding. Techniek, Onderzoek & Projecten Onderzoek & Advies. 6 januari 2016

Memo. 1 Inleiding. Techniek, Onderzoek & Projecten Onderzoek & Advies. 6 januari 2016 Aan KMR-afdeling Planadvies & Vergunningen, t.a.v. Matthijs de Vlieger Onderwerp Beoordeling vergunningsaanvraag kistdamgarage Contactpersoon A. Mouzouri Doorkiesnummer 1 Inleiding In opdracht van de gemeente

Nadere informatie

Rapport grondmechanisch onderzoek. Renovatie en uitbreiding Leopoldskazerne - Gent 14/111

Rapport grondmechanisch onderzoek. Renovatie en uitbreiding Leopoldskazerne - Gent 14/111 Geosonda Keizer Karellaan 292b 1083 Brussel Tel +32 (0)2 479 32 41 Fax +32 (0)2 478 29 67 Rapport grondmechanisch onderzoek Renovatie en uitbreiding Leopoldskazerne - Gent 14/111 Opdrachtgever: Werf: Geotechnisch

Nadere informatie

EEM rekentechnieken. Ontwikkeling eenvoudig ongedraineerd schuifsterkte model op basis van de SHANSEP benadering

EEM rekentechnieken. Ontwikkeling eenvoudig ongedraineerd schuifsterkte model op basis van de SHANSEP benadering EEM rekentechnieken Ontwikkeling eenvoudig ongedraineerd schuifsterkte model op basis van de SHANSEP benadering POV ST ABILITEIT Auteur: Ronald Brinkgreve : 14 december 2015 Versie: 1.0 Inleiding Volgens

Nadere informatie

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN i BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN-EIND RESULTATEN VELDWERK EN INFILTRATIEBEREKENINGEN Uitgebracht aan:

Nadere informatie

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Regio Oost Briefrapport betreffende DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL Opdrachtnummer: 6010-0391-000 Kermisland 110, Postbus 5251, 6802 EG, Arnhem, Tel: 026-3698444., Fax: 026-3629961

Nadere informatie

Ondiepe funderingen op slappe kleien.

Ondiepe funderingen op slappe kleien. Ondiepe funderingen op slappe kleien. door Prof. ir Jan Maertens, Jan Maertens BVBA en KU Leuven. 1. Probleemstelling. Vroeger heeft men er altijd naar gestreefd om zo weinig mogelijk gebouwen op te richten

Nadere informatie

Ontwerp van dijken. Koen Haelterman Afdeling Geotechniek

Ontwerp van dijken. Koen Haelterman Afdeling Geotechniek Ontwerp van dijken Koen Haelterman Afdeling Geotechniek Inhoud Grondlagenopbouw en karakteristieken Bepaling watertafel Ophogingen op draagkrachtige grond Ophogingen op weinig draagkrachtige grond Problematiek

Nadere informatie

Projectnummer: C Opgesteld door: Jacoline van Loon. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan: Martin Winkel Nico Bakker

Projectnummer: C Opgesteld door: Jacoline van Loon. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan: Martin Winkel Nico Bakker MEMO Onderwerp: Stabiliteitsberekening kade project 'Grensmeander in de Vecht' Apeldoorn, 6 november 2014 Van: Rimmer Koopmans Afdeling: Divisie Water & Milieu Apeldoorn Aan: Waterschap Vechtstromen Projectnummer:

Nadere informatie

Stabiliteit Lekdijk nabij 't Waal

Stabiliteit Lekdijk nabij 't Waal Stabiliteit Lekdijk nabij 't Waal Berekeningen ten behoeve van keurvergunning projectnr. 234722 revisie 02 15 november 2010 Opdrachtgever Gemeente Houten t.a.v. dhr. P. de Moed Postbus 30 3990 DA HOUTEN

Nadere informatie

Toepassing van zeefzand uit groenafval.

Toepassing van zeefzand uit groenafval. Toepassing van zeefzand uit groenafval. Vanuit de praktijk heeft de LWBG de vraag gekregen hoe om te gaan met zeefzand uit groenafval in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Het gaat in deze om groenafval

Nadere informatie

DOORLATENDHEID BARTOK TE ARNHEM

DOORLATENDHEID BARTOK TE ARNHEM FUGRO GEOSERVICES B.V. Geo-Advies Oost-Nederland Briefrapport betreffende DOORLATENDHEID BARTOK TE ARNHEM Opdrachtnummer: 6014-0266-000 Opgesteld door : M. van Dijk adviseur Projectleider : drs. O. Duizendstra

Nadere informatie

Bijlage Analysecertificaten zeefkrommen slib

Bijlage Analysecertificaten zeefkrommen slib Bijlage 7 Analysecertificaten zeefkrommen slib AL-West B.V. Handelskade 39, 7417 DE Deventer, Netherlands Postbus 693, 7400 AR Deventer Tel. +31(0)570 788110, Fax +31(0)570 788108 e-mail: info@al-west.nl,

Nadere informatie

aalst, verslag nr. 16/066 ZETTINGSBEREKENING

aalst, verslag nr. 16/066 ZETTINGSBEREKENING aalst, 18.03.2016 verslag nr. 16/066 PROVINCIE : GEMEENTE : OOST-VLAANDEREN LEDE ZETTINGSBEREKENING Project : LEDE - Poortseweg Bouwheer : SOLVA I.1. Berekening van het draagvermogen voor een fundering

Nadere informatie

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten MEMO datum 18-3-211 van Ir Yves Plancke yves.plancke@mow.vlaanderen.be Ir. Marco Schrijver marco.schrijver@rws.nl titel Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Nadere informatie

Constructie vissteigers en visstoepen

Constructie vissteigers en visstoepen Constructie vissteigers en visstoepen Wanneer de materiaalkeuze, de vorm en grootte van de vissteiger of visstoep zijn bepaald, kan de constructie ervan worden uitgewerkt. Het aanleggen van deze voorzieningen

Nadere informatie

Hoofdstuk 22, GEOBLOCK 2010 Grondwerken

Hoofdstuk 22, GEOBLOCK 2010 Grondwerken Hoofdstuk 22, GEOBLOCK 2010 Grondwerken Handleiding RAW systematiek Stichting GEOBLOCK 1 kenniscentrum EPS in de GWW Grondwerken Inhoud 22.8 22.81 Begrippen 4 22.81.01 Geëxpandeerd polystyreen EPS / GEOBLOCK

Nadere informatie

Notitie Tarragrond toepassen in Borsele Het beleidskader en regels waarbinnen tarragrond in Borsele mag worden toegepast

Notitie Tarragrond toepassen in Borsele Het beleidskader en regels waarbinnen tarragrond in Borsele mag worden toegepast Notitie Tarragrond toepassen in Borsele Het beleidskader en regels waarbinnen tarragrond in Borsele mag worden toegepast Datum: 22 maart 2011 Opgesteld door: M. Holster-Siemons Inhoudsopgave 1. Achtergrond...3

Nadere informatie

Onderzoek naar de oorzaak van eep. Onderzoek naar de oorzaak van een drassige plaats in de noordwestelijke kade van de Schinkelpolder

Onderzoek naar de oorzaak van eep. Onderzoek naar de oorzaak van een drassige plaats in de noordwestelijke kade van de Schinkelpolder Onderzoek naar de oorzaak van een drassige plaats in de noordwestelijke kade van de Schinkelpolder CENTRUM VOOR ONDERZOEK WATERKERINGEN Onderzoek naar de oorzaak van een drassige plaats in de noordwestelijke

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Het tablet is om vele redenen een populaire toedieningsvorm van geneesmiddelen. Het gebruikersgemak en het gemak waarmee ze grootschalig kunnen worden geproduceerd zijn slechts twee van de

Nadere informatie

Terrein te Sterrebeek Sondeerrapport 29515

Terrein te Sterrebeek Sondeerrapport 29515 bodemonderzoek essais de sol funderingsadvies conseil fondations Voshol 6b Voshol 6b 9160 Lokeren 9160 Lokeren tel. 09 349 45 00 tel. 02 356 45 40 fax. 09 349 42 10 fax. 02 356 89 37 www.sondex.be www.sondex.be

Nadere informatie

Wet belastingen op milieugrondslag

Wet belastingen op milieugrondslag Vastgestelde tekst per 1 april 2014 Wet belastingen op milieugrondslag HOOFDSTUK IV. AFVALSTOFFENBELASTING AFDELING 1. BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 22 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop

Nadere informatie

Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2019 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007

Wijzigingsblad d.d. 1 januari 2019 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 bij de Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 De Richtlijn bodemkwaliteitskaarten versie 3 september 2007 wordt per 1 januari 2013 respectievelijk 1 januari 2014, 1 januari 2016 en 1

Nadere informatie

RESULTATEN GRONDONDERZOEK. Nieuwbouw bedrijfsruimte Koonings, Hoek Binderendreef - Helmondsingel te Deurne. Dukaat 5a 5751 PW Deurne

RESULTATEN GRONDONDERZOEK. Nieuwbouw bedrijfsruimte Koonings, Hoek Binderendreef - Helmondsingel te Deurne. Dukaat 5a 5751 PW Deurne Rapport: RESULTATEN GRONDONDERZOEK Nieuwbouw bedrijfsruimte Koonings, Hoek Binderendreef - Helmondsingel te Deurne Opdrachtgever: Koonings Bruid & Bruidegom Dukaat 5a 5751 PW Deurne Contactbedrijf: TBB

Nadere informatie

Veldrapport betreffende grondonderzoek nieuwbouw Noord-Boulevard te Den Haag-Scheveningen

Veldrapport betreffende grondonderzoek nieuwbouw Noord-Boulevard te Den Haag-Scheveningen GEOMET POWERED BY ABO-GROUP Veldrapport betreffende grondonderzoek nieuwbouw Noord-Boulevard te Den Haag-Scheveningen Opdracht nummer Datum rapport 7 oktober 216 blz. 1 Veldrapport betreffende grondonderzoek

Nadere informatie

Voorwoord en ontwikkeling BCTR. Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus

Voorwoord en ontwikkeling BCTR. Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus Voorwoord en ontwikkeling BCTR Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus Uitdagingen Op laboratoriumschaal schuimbitumen mengsels maken. Niet alleen een basis gestabiliseerde fundering laag maar een vervanger

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlagen. Inleiding.3

Inhoudsopgave. Bijlagen. Inleiding.3 Inhoudsopgave Inleiding.3 1 Geotechnisch grondonderzoek... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Normen en richtlijnen... 4 1.3 Offerte... 4 1.4 Veldwerk... 4 1.5 Classificatie middels wrijvingsgetal... 5 Bijlagen Bijlage

Nadere informatie

Memorandum. Monitoring Systems Stieltjesweg 1 Postbus 155 2600 AD Delft

Memorandum. Monitoring Systems Stieltjesweg 1 Postbus 155 2600 AD Delft Memorandum Aan Reppel BV / Fonofloor BV t.a.v. de heer ing. R. van der Klis Postbus 102 3300 AC DORDRECHT Van prof.ir. E. Gerretsen Onderwerp Akoestische beoordeling vloersystemen Inleiding Reppel BV en

Nadere informatie

Het droogproces van slib uit het Delftse Hout Auteur: Melvin Koote Supervisor: Leon van Paassen

Het droogproces van slib uit het Delftse Hout Auteur: Melvin Koote Supervisor: Leon van Paassen Het droogproces van slib uit het Delftse Hout Auteur: Melvin Koote Supervisor: Leon van Paassen Samenvatting: Om baggerslib te kunnen hergebruiken is het belangrijk dat bekend is hoe lang het duurt totdat

Nadere informatie

Zandsproeien in teensloot langs Nauernasche Vaart; Innovatieve methode voor stabiliteitsverbetering kades en dijken

Zandsproeien in teensloot langs Nauernasche Vaart; Innovatieve methode voor stabiliteitsverbetering kades en dijken Zandsproeien in teensloot langs Nauernasche Vaart; Innovatieve methode voor stabiliteitsverbetering kades en dijken Bart Pottuijt (hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier), Tim Hoogendoorn (Beens Dredging)

Nadere informatie

Korte notitie Afwateringskanaal Noord

Korte notitie Afwateringskanaal Noord Korte notitie Afwateringskanaal Noord Auteur: Wim Pater (State of the Art Engineering B.V.) Datum: 27-6-2014 Inleiding Traject 3 van afwateringskanaal Noord is op STBI (Stabiliteit Piping) en STBU (Stabiliteit

Nadere informatie

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen Notitie / Memo Aan: Kees de Vries Van: Anke Luijben en Jasper Jansen Datum: 25 januari 2017 Kopie: Ons kenmerk: WATBE5026-136N001D0.2 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Nadere informatie

[ 3 ] Tauw & Witteveen+Bos & Royal Haskoning; Tekeningen met kenmerk ZL ; Productgroep

[ 3 ] Tauw & Witteveen+Bos & Royal Haskoning; Tekeningen met kenmerk ZL ; Productgroep notitie Witteveen+Bos Van Twickelostraat 2 Postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 Telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl onderwerp project opdrachtgever projectcode referentie opgemaakt

Nadere informatie

Ontginningen: inleiding tot de stabiliteitsrisico s

Ontginningen: inleiding tot de stabiliteitsrisico s Studienamiddag OVO ZULTE 12/06/2014 ing. Ward Bresseleers raadgevend ingenieur studiebureau Declerck & partners Ontginningen: inleiding tot de stabiliteitsrisico s 2 INLEIDING VLAREM II Concept veilig

Nadere informatie

Vervormingseigenschappen

Vervormingseigenschappen Vervormingseigenschappen Betonconstructies kunnen niet uitsluitend worden ontworpen op druk- en treksterkte. Vervormingen spelen ook een belangrijke rol, vooral doorbuiging. Beheersing van de vervorming

Nadere informatie

STABILITEIT VAN VEENKADEN: DE STAND VAN ZAKEN

STABILITEIT VAN VEENKADEN: DE STAND VAN ZAKEN Droogte onderzoek Veenkaden: middellange termijn STABILITEIT VAN VEENKADEN: DE STAND VAN ZAKEN STOWA rapportnummer: 2004-07 ISBN: 90-5773-239-4 Opgesteld door: Ir. H. van Hemert Ir. L.R. Wentholt (versie

Nadere informatie

Project : plaatsen dakopbouw aan het Utrechts Jaagpad 110 Plaats : LEIDEN

Project : plaatsen dakopbouw aan het Utrechts Jaagpad 110 Plaats : LEIDEN Datum : 18 januari 2017 Opdrachtnummer : 116347 Project : plaatsen dakopbouw aan het Utrechts Jaagpad 110 Plaats : LEIDEN Opdrachtgever : De heer en mevrouw Hulskamp Utrechts Jaagpad 110 2314 AT Leiden

Nadere informatie