VAN BREEVOORT & TER MEULEN ADVOCATEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VAN BREEVOORT & TER MEULEN ADVOCATEN"

Transcriptie

1 NOTITIE Aan: Van: Betreft: Datum: Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland drs. V. Klein mr. J.M.G.A. Sengers Overgangsmaatregel nieuwe huisvestingsverordening 25 november 20 I I Inleiding De regio Holland Rijnland is onlangs uitgebreid met de Rijnstreek. In beide regio's geldt (deels) een andere systeem voor de berekening van de inschrijfduur binnen het woonruimteverdeelsysteem. Voor doorstromers in oud-hohand Rijnland wordt de inschrijfduur (oftewel: de inschrijfwaardel) berekend door de inschrijftijd2 te vermeerderen met de woonwaarde3. De inschrijftijd is de periode die men is ingeschreven als woningzoekende in de regio. De woonwaarde is de uitkomst van een door het dagelijks bestuur vastgestelde omrekening op basis van de WOZ-waarde van de huidige woning. Voor alle woningzoekenden in de Rijnstreek alsmede voor starters in oud-hohand Rijnland wordt de inschrijfduur anders berekend. Voor deze groepen is het systeem eenvoudiger en wordt enkel gebruik gemaakt van de inschrijftijd. Om deze ongelijkheid op te heffen en meer eenvoud te creëren wil men toe naar één verdeelsysteem op basis van de (reële) inschrijftijd voor de gehele regio. Bij het bepalen van de volgorde wie er in aanmerking komt voor een woning telt dan nog slechts de lengte van de inschrijftijd. De 'dubbele' inschrijfduur - die de doorstromers in oud-halland Rijnland opbouwden - komt in dit nieuwe systeem te vervallen. In een uitspraak van 19 oktober 20 I I (AWB I 115 I 06) heeft de rechtbank 's-gravenhage afdeling bestuursrecht de keuze voor het hanteren van deze WOZwaarde in het licht van een rechtvaardige en evenredige woonruimteverdeling nog 'onbegrijpelijk' genoemd. Holland Rijnland wil haar beleid gaan wijzigen, zodat de additionele woonwaarde op basis van de WOZ-waarde van de woning niet langer deel uitmaakt van de inschrijfduur. De betrokken 1 Artikel 1 sub n Convenant Woonruimteverdeling Artikel1 sub m Convenant Woonruimteverdeling Artikel 1 sub aa Convenant Woonruimteverdeling Pagina 1 van 12

2 partijen twijfelen of een overgangsregeling in de zin van een omzettingsmaatregel juridisch noodzakelijk is. Indien dit het geval is, wordt nagedacht over een omzettingsmaatregel op basis van bestaande rechten (dus met behoud van inschrijfduur op basis van WOZ-waarde) óf een omzettingsmaatregel met herzien beleid (waarbij de inschrijfduur op basis van de WOZ komt te vervallen). Allereerst dient te worden bezien of het - bij een wijziging van beleid - mogelijk is om bestaande rechten van burgers te laten vervallen. Met andere woorden: kan het element 'woonwaarde' rauwelijks worden geschrapt uit de inschrijfwaarde, ook voor doorstromers uit oud-halland Rijnland, waardoor feitelijk slechts de (reële) inschrijftijd overblijft? Indien zulks het geval is, zal de vraag of een omzettingsmaatregel nodig is onbeantwoord kunnen blijven. I. Beleidswijzigingen Algemeen De uitgangspunten van een beleidswijziging kunnen als volgt worden samengevat: 4 I. Een bestuursorgaan is in beginsel vrij haar beleid te wijzigen binnen de grenzen van de wettelijke regeling waarop de bevoegdheid tot het geven van beslissingen is gegrond; 2. Beleidswijzigingen kunnen in beginsel geen terugwerkende kracht hebben; 3. Beleidswijzigingen kunnen slechts met inachtneming van een redelijke overgangstermijn ingevoerd worden; 4. Gewijzigd beleid dient zo veel mogelijk vroegere, gerechtvaardigde verwachtingen te res peeteren. Indien deze criteria op onderhavige casus worden toegepast lijkt het probleem met name te zijn gelegen in de gerechtvaardigde verwachtingen (4), en daarnaast ook in de vraag of het probleem kan worden opgelost met het invoeren van een redelijke overgangstermijn. 4 N.S.J. Koeman, Wijziging van beleid bij administratie en rechter, NJB 1982, p Deze opsomming is nog steeds actueel. Pagina 2 van 12

3 Nadelige beleidswijzigingen Gaat het om wijzigingen ten nadele van de burgers dan zal de wijziging tijdig en behoorlijk moeten worden bekendgemaakt, wellicht is overgangsrecht nodig en eventueel moet aan de 'slachtoffers' een redelijke termijn worden gegund om zich op het nieuwe beleid in te stellen.s Toepassing op situatie Holland Rijnland Beleid mag te allen tijde worden gewijzigd. Is het juridisch houdbaar om bij de overgang naar een nieuw systeem vanwege een beleidswijziging bestaande rechten te laten vervallen? De jurisprudentie verlangt een zekere behoedzaamheid bij het abrupt wijzigen van bestaande rechtsposities, met het oog op het rechtszekerheids6- en vertrouwensbeginsel en het redelijkheidsbeginsel. Nadelige beleidswijziging? Vooropgesteld dient te worden dat de gewenste beleidswijziging binnen Holland Rijnland voor de grootste groep woningzoekenden positieve gevolgen heeft. Uit de notitie 'juridisch vraagstuk overgangsmaatregel woonruimteverdeling' maak ik op, dat 36,5% van het totale aantal woningzoekenden een extra inschrijftijd op basis van de woonwaarde heeft opgebouwd. Dit betekent, dat 63,5% van de woningzoekenden slechts een reële inschrijftijd heeft opgebouwd. Laatstgenoemde groep kan dus een sprong maken binnen het verdeelsysteem als de doorstromers uit (oud) Holland Rijnland de factor woonwaarde bij de inschrijfwaarde verliezen. Ondanks het gegeven dat de beleidswijziging voor de grootste groep positieve gevolgen heeft, gaat het in onderhavig geval toch om een ingrijpende wijziging ten nadele van (een groep) burgers. Dat betekent op de eerste plaats, dat een beleidswijziging tijdig en behoorlijk moet worden bekendgemaakt. Zie onder meer: ABRvS 24 april 1981, AB 1982, 5 ("Nu het hier echter gaat om een beleidswijziging van ingrijpende aard, hadden verweerders aan hun voornemen voldoende bekendheid dienen te geven"); 5 Van Wijk/Konijnenbelt & Van Male, Hoofdstukken van bestuursrecht, 15de dr., Amsterdam 2011, p W.E.J. Tjeenk Willink, AB klassiek: standaarduitspraken bestuursrecht, opnieuw geannoteerd, 1e dr., Zwolle 1991, p Pagina 3 van 12

4 ABRvS 8 april 1982, AB 1982, 407 ("De Raad moet echter constateren dat gedaagde van het voornemen haar beleid te wijzigen geen bekendheid heeft gegeven aan eiser"). Gerechtvaardigde verwachtingen Indien de woonwaarde van de inschrijfwaarde van de doorstromers uit (oud) Holland Rijnland komt te vervallen, dan is het de vraag of daarmee de gerechtvaardigde verwachtingen van deze doorstromers worden geschonden. De inschrijfwaarde is namelijk over een periode in het verleden opgebouwd, deze behoefde geen nadere uitvoering en was in zoverre definitief. Mijns inziens hoeft deze groep er dan ook niet vooraf op bedacht te zijn dat haar inschrijfwaarde kan worden aangetast. Het beleid van Holland Rijnland omtrent de doorstromers uit (oud) Holland Rijnland is voorts niet onrechtmatig (geweest). De Huisvestingswet geeft veel beleidsvrijheid om zaken zelf te regelen in de huisvestingsverordening en Holland Rijnland heeft hiervan aanvankelijk (riant) gebruik gemaakt. De doorstromers uit oud-helland Rijnland hoefden in geen enkel opzicht te twijfelen aan de juistheid van het inschrijfbeleid dat aanvankelijk werd gevoerd. Volledigheidshalve dient daarnaast te worden opgemerkt, dat de rechtbank 's-gravenhage in haar uitspraak van 19 oktober 20 I I dan ook met zoveel woorden overweegt dat: "de keuze voor het hanteren van de WOZ-waarde van een door een woningzoekende bewoonde woning voor de toekenning van punten voor woonwaarde in het licht van een rechtvaardige en evenredige verdeling van woonruimte onbegrijpelijk is." Uit de woorden van de rechtbank valt op te maken dat de keuze weliswaar onbegrijpelijk is maar dat Holland Rijnland, gelet op haar beleidsvrijheid, wel bevoegd was tot het toepassen van dit beleid. Vergelijk: CBB 15 oktober 20 I 0, AB 20 I I, 24 ("Het gaat in dit geval om een tariefbeschikking waarmee in de rekenstaat van appelante voor het jaar 2007 extra middelen zijn toegekend. De tariefbeschikking behoefde geen nadere uitvoering en was in zoverre definitief. Appelante behoefde er ook niet op bedacht te zijn dat deze beschikking ten gevolge van bezwaren van derden kon worden aangetast". Zie ook de noot van R. Ortlep bij deze uitspraak. Ortlep citeert uit een boek van Samson: "Mij komt het voor, dat, nog geheel afgezien van datgene, waartoe een overheidsorgaan krachtens de eisen der goede trouw tegenover zijn verkeerspartners verplicht is, een gave beschikking reeds hierom niet voor intrekking met terugwerkende kracht in aanmerking kan komen, omdat een geheel ongedaan maken van een eenmaal gegeven beschikking, waaraan geen enkel gebrek kleeft, de zin aan het overheidshandelen zou Pagina 4 van 12

5 ontnemen. Het minste, dat van de overheid gevraagd kan worden is toch wel, dat zij haar eigen handelingen au serieux neemt en dus niet daarop terugkomt als niet ernstige redenen dit gedrag motiveren". Het voorgaande kan een halve eeuw later met de hier gepubliceerde uitspraak nog steeds onderschreven worden'). Bij een beleidswijziging moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met reeds opgewekte, gerechtvaardigde verwachtingen. Zijn op basis van het gevoerde beleid verwachtingen gewekt voor toekomstig handelen dan zal hier in het kader van de beleidswijziging minimaal bij stil moeten worden gestaan, onder andere in het kader van een zorgvuldige voorbereiding. In de rechtspraak zijn daarom regels ontwikkeld, dat beleid ten aanzien van burgers niet nadelig mag worden gewijzigd zonder aandacht te besteden aan de vraag op welke wijze de schade kan worden gecompenseerd.? In onderhavig geval is het moeilijk om de schade concreet vast te stellen. De 'schade' in het geval van een beleidswijziging die niet financieel van aard is, laat zich immers moeilijk begroten. Desondanks zullen de belangen van de doorstromers in (oud) Holland Rijnland moeten worden meegewogen. Denkbaar is in dat geval om een overgangsregeling te maken. Zie bijvoorbeeld: ARRvS 23 oktober 1979, AB 1980, 198 ("Slechts niet voorzienbare, zwaarwegende wijzigingen in de omstandigheden zouden dan voor een terugkomen op de gedane toezegging een rechtvaardiging kunnen opleveren. De omstandigheid dat later besloten is tot het voeren van een ander beleid biedt op zichzelf daartoe niet voldoende grond. De Afd. merkt voorts op dat het antwoord op de vraag of de motieven om een gedane toezegging in te trekken voldoende zwaarwegend zijn, mede afhangt van het gewicht van de belangen aan de zijde van degene die de toezegging heeft ontvangen. Bovendien dienen aan de zorgvuldigheid waarmee een besluit tot het intrekken van een toezegging moet worden genomen, hoge eisen te worden gesteld. Hierbij valt onder meer te denken aan het onderzoeken en zo mogelijk beproeven van mogelijkheden om de bezwaarlijke gevolgen van de intrekking te ondervangen of te verzachten.'}; 7 J.E.M. Polak, AB klassiek: standaarduitspraken bestuursrecht, opnieuw geannoteerd, 5e dr., Deventer 2003, p. 50. Pagina 5 van 12

6 Gerechtshof 's-gravenhage 22 september 2009, LJN: BJ 8865 ("Echter, bij een dergelijke beleidswijziging moet hij voldoende rekening houden met het belang van Artu bij honorering van de bij haar opgewekte verwachtingen. Dit kan onder meer door bij de beleidswijziging jegens Artu een voldoende lange overgangstermijn in acht te nemen'j. Overgangstermijn Een uitgangspunt is dat een beleidswijziging slechts met inachtneming van een redelijke overgangstermijn kan worden ingevoerd. Van de overgangstermijn moet een overgangsregeling worden onderscheiden. Een overgangstermijn is een termijn die wordt gehanteerd om iedereen te laten 'wennen' aan het nieuwe beleid. Betrokkenen kunnen zich op die manier alvast instellen op het nieuwe beleid. Een te korte overgangstermijn is in strijd met de algemene rechtsbeginselen. Zie bijvoorbeeld: CBB 21 februari 1994, AB 1994, 314 ("De verordening is door het ontbreken van een overgangstermijn in strijd met de Wet op de kansspelen (de wet) (... ) Dat ontbreken is evenzeer in strijd met de algemene rechtsbeginselen.'} Een overgangsregeling moet worden bezien in het licht van gerechtvaardigde verwachtingen. Mogelijke overgangsregelingen worden reeds uitvoerig besproken in de 'Verkennende notitie omzettingsmaatregel, versie 22 september 20 I I'. Conclusie De eerste vraag is of het juridisch houdbaar is om bij de overgang naar een nieuw systeem vanwege een beleidswijziging bestaande rechten zonder meer te laten vervallen. Op grond van vaste jurisprudentie en literatuur lijkt dat juridisch geen haalbare kaart. In het huidige systeem was (en is) het beleid omtrent de inschrijfduur weliswaar 'onbegrijpelijk', doch het is niet op onjuiste gronden tot stand gekomen. De doorstromers uit (oud) Holland Rijnland hoefden niet de twijfelen aan de juistheid van het aanvankelijke beleid. Voor zover de vraag gaat over de wijziging van het huidige beleid, geldt de hoofdregel dat beleid altijd kan worden gewijzigd. Er zal echter rekening moeten worden gehouden met de gerechtvaardigde verwachtingen van de doorstromers in (oud) Holland Rijnland. Dit betekent, dat Pagina 6 van 12

7 aan de gerechtvaardigde verwachtingen tegemoet kan worden gekomen door het treffen van een overgangsregeling, inhoudende dat voor oude gevallen eerbiedigende werking wordt verleend. Op dit moment liggen twee varianten van omzettingsmaatregelen voor. In variant 2 komt voor de woonwaardedoorstromers de inschrijfduur in woonwaarde te vervallen. Die wijziging is te abrupt en stuit af op juridische bezwaren, met name vanwege strijd met de beginselen van rechtszekerheid, vertrouwen en redelijkheid. In variant I behouden woonwaardedoorstromers hun punten, maar wordt hun inschrijfduur op basis van woonwaarde gecorrigeerd met een (nog te bepalen) factor waardoor het aantal punten weliswaar vermindert, maar de onderlinge volgorde tussen deze groep woningzoekenden niet wordt aangetast. Zij behouden bovendien hun voorsprong ten opzichte van andere groepen woningzoekenden die alleen inschrijfduur hebben. Zoals hiervoor reeds is uiteen gezet, zal gewijzigd beleid zo veel mogelijk vroegere, gerechtvaardigde verwachtingen dienen te respecteren. Uit de woorden 'zo veel mogelijk' blijkt dat een absolute garantie voor de nakoming van verwachtingen niet hoeft te worden gegeven. Dit roept een tweetal vragen op. Mag een beleidswijziging een verlaging of een vermindering van opgebouwde rechten inhouden? En zo ja, is deze verlaging of vermindering dan in strijd met reeds opgewekte gerechtvaardigde verwachtingen? In een zaak waarin een aantal medische specialisten bij een beleidswijziging in 2002 een beroep deden op het beleid dat in 1995 werd (in)gevoerd heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-gravenhage (LJN: AQ8860) als volgt overwogen, zie r.o. 3.3: "Daartoe willen gedaagden weer een productieprikkel creëren opdat ook patiënten sneller geholpen worden en de zorg betaalbaar blijft. Dat doel van gedaagden is gerechtvaardigd en honorabel. Dat een dergelijke beleidswijziging mogelijk een inkomensachteruitgang van de specialisten tot gevolg heeft doet daaraan niet af." Pagina 7 van 12

8 Uit deze uitspraak kan worden afgeleid dat een beleidswijziging ook een achteruitgang mag betekenen mits het doel van de beleidswijziging gerechtvaardigd en honorabel is. Het doeib van het gewijzigde beleid in het geval van Holland Rijnland is dat de absolute volgorde in de eigen subregio zoveel mogelijk intact blijft en dat de relatieve volgorde binnen de twee regio's zoveel mogelijk gelijk wordt getrokken. Hoewel de begrippen 'gerechtvaardigd' en 'honorabel' enigszins subjectief zijn, valt goed te verdedigen dat het doel van de beleidswijziging binnen de kaders van deze begrippen ligt. Dit betekent, dat de correctiefactor naar mijn mening een verlaging van de woonwaarde mag inhouden. Daarnaast speelt de vraag of hiermee een afbreuk wordt gedaan aan de gerechtvaardigde verwachtingen van de doorstromers in (oud) Holland Rijnland. Door het toepassen van een correctiefactor blijven de onderlinge verschillen tussen de doorstromers binnen (oud) Holland Rijnland bestaan. Met andere woorden: door de correctiefactor blijft de absolute volgorde tussen de doorstromers binnen oud-hr gelijk. Tot zover worden de gerechtvaardigde verwachtingen van de doorstromers binnen oud-hr voldoende gewaarborgd. Naar mijn mening behoort ook de onderlinge volgorde binnen heel (oud) Holland Rijnland (dus ook ten opzichte van starters) tot de gerechtvaardigde verwachtingen van de doorstromers van oud-hr. Deze onderlinge volgorde wordt (waarschijnlijk grotendeels) gewaarborgd doordat een correctiefactor de doorstromers van (oud) Holland Rijnland nog steeds een voordeel oplevert ten opzichte van de starters binnen (oud) Holland Rijnland die slechts de lengte van hun inschrijfduur hebben. Een mogelijk probleem is, dat bovenstaande niet de volledige lading dekt. Uit het doel van de beleidswijziging blijkt namelijk, dat de absolute volgorde binnen de eigen subregio zoveel mogelijk intact dient te blijven. Doordat de woonwaarde wordt verminderd/vervangen door een (lagere) correctiefactor kan het zijn dat doorstromers van (oud) Holland Rijnland met een lage inschrijfduur en een hoge woonwaarde worden ingehaald door starters met een hoge inschrijfduur. In de 'verkennende notitie omzettingsmaatregel' wordt aan dit probleem al marginaal aandacht besteed met de opmerking: 'Dit is acceptabel omdat de meeste starters voor een woning in een ander segment gaan dan de meeste doorstromers.' Indien de gevolgen voor de doorstromers binnen (oud) Holland Rijnland inderdaad klein zijn (lees: er worden maar weinig doorstromers ingehaald door starters én deze starters gaan inderdaad voor andere woningen dan doorstromers) dan kan worden betoogd, dat de gerechtvaardigde verwachtingen zo veel mogelijk worden gerespecteerd. Het ligt echter wel op de weg om een gedegen onderzoek uit te laten voeren of zelf met concrete cijfers te komen, die 8 In navolging van de verkennende notitie omzettingsmaatregel die in opdracht van de woningcorporaties is gemaakt. Pagina 8 van 12

9 deze stelling kunnen onderbouwen. In de verkennende notitie is ook aandacht besteed aan de omstandigheid dat woningzoekenden uit de Rijnstreek sinds 2000 inschrijfduur opbouwen, terwijl dat in (oud) Holland Rijnland pas sinds 2006 het geval is. Bij het zoeken naar de juiste correctiefactor is uitgangspunt, dat de positie van woningzoekenden uit beide subregio's zo gelijkwaardig wordt en dat zij ongeveer evenveel inschrijfduur nodig hebben voor een woning. Ook daarmee wordt zo veel mogelijk tegemoet gekomen aan de verwachtingen van woningzoekenden uit beide regio's. 2. Voorrang binnen omzettingsmaatregel Holland Rijnland vraagt hoe het zit met het 'tweede volgordecriterium' in het geval twee doorstromers met gelijke inschrijftijd reageren op een woning. Beleidsmatig is het wenselijk om in dat geval doorstromers die een sociale huurwoning achterlaten voorrang te geven op doorstomers die een particuliere huurwoning of een koopwoning achterlaten. Het argument hiervoor is, dat een sociale huurwoning een groter maatschappelijk belang dient. Holland Rijnland wil weten of dit beleid juridisch houdbaar is. De vraag die hier speelt, is of dit beleid wellicht in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Gelijkheidsbeginsel algemeen Het gelijkheidsbeginsel wil dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld en dat ongelijke gevallen ongelijk worden behandeld naar de mate waarin zij verschillen. Uit de jurisprudentie blijkt, dat de rechtspraak slechts in een enkel geval een beroep op het gelijkheidsbeginsel honoreert.9 Onderscheid maken door (lagere) wetgever De wetgever is bevoegd om verschillende groepen aan te wijzen en deze vervolgens verschillend te behandelen. Voor zover deze wettelijke kaders beleidsruimte laten (hetgeen het geval is in de Huisvestingswet), kan bij verdere beleidsvorming op lager niveau soms een verdere differentiatie optreden. 10 Het gelijkheidsbeginsel verplicht daarbij bestuursorganen adequate differentiatiecriteria voor hun beleid vast te stellen en steeds aan te (kunnen) geven dat deze criteria juist zijn toegepast. 9 Zie bijvoorbeeld de noot van J.H. van der Veen bij ABRvS 7 november 1980, AB 1981, Van Wijk/Konijnenbelt & Van Male, Hoofdstukken van bestuursrecht, 15de dr., Amsterdam 2011, p Pagina 9 van 12

10 VAN B REEVOORT & T ER MEULEN Gelijkheidsbeginsel en toepasselijke wet Uit de jurisprudentie en literatuur! I blijkt, dat het gelijkheidsbeginsel dient te worden gerelateerd aan de toepasselijke wet, in dit geval de Huisvestingswet. Het gaat daarbij om de facetten die rechtens relevant zijn. Zie bijvoorbeeld: ARRvS I augustus 1983, AB 1984, 532 ("Daarbij moet in aanmerking worden genomen, dat in de Wet van 2 juli 1981, Stb. 468, houdende Wet op het basisonderwijs, in art 30 naast het godsdienstonderwijs het levensbeschouwelijk vormingsonderwijs wordt genoemd'). Toepassing op situatie Holland Rijnland In onderhavige zaak liggen maatschappelijke argumenten ten grondslag aan het (eventueel) maken van onderscheid tussen instromers met dezelfde inschrijftijd. Als uitgangspunt kan worden genomen dat er vrijwel nooit sprake is van gelijke gevallen. Soms lijken gevallen veel op elkaar, het gaat er evenwel om, dat ten aanzien van de juridische aspecten gelijkheid bestaat.12 Ik kom hier zo nog op terug. Van belang is vast te stellen dat (lagere) wetgevers verschillende groepen mogen aanwijzen die zij verschillend behandelen mits hiervoor goede, zakelijke redenen zijn aan te voeren. Huisvestingswet In onderhavig geval dient mijns inziens echter bovenal aansluiting gezocht te worden bij de Huisvestingswet. Uit hetgeen ik reeds uiteen heb gezet blijkt dat het wettelijke kader ruimte kan laten om op lager beleidsniveau differentiatie toe te passen én dat het gelijkheidsbeginsel dient te worden gerelateerd aan de toepasselijke wet. De Huisvestingswet geeft veel ruimte om naar eigen inzicht een huisvestingsverordening vast te stellen. Ik wijs op 2 van de Huisvestingswet. In de Huisvestingswet wordt de mogelijkheid gegeven om criteria vast te stellen omtrent een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte. De wet kent op de eerste plaats de criteria voor plaatsing van woningzoekenden op een voordracht en de criteria voor inschrijving van woningzoekenden indien een registratiesysteem wordt gehanteerd (artikel 14 Huisvestingswet). Bij deze inschrijvingscriteria moet bijvoorbeeld worden gedacht aan het stellen van een leeftijdsgrens en 11 J.B.T.M. ten Berge, Besturen door de overheid, 4e dr. Deventer 2011, p J.B.T.M. ten Berge, Besturen door de overheid, 4e dr., Deventer2011, p Pagina 10 van 12

11 het bepalen van rangordegegevens en de woonwaarde (artikelen 3 en 4 van de huidige Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2009). Daarnaast kent de Huisvestingswet criteria die bij de vergunningverlening worden gesteld. Dat zijn drie soorten criteria: toelatingscriteria (artikel 9 Huisvestingswet), passendheidscriteria (artikel I 0 Huisvestingswet) en urgentiecriteria (artikel 11 Huisvestingswet). In dit verband zijn de (gelijkluidende) artikelen 11 lid 3 en 12 lid 3 van de Huisvestingswet relevant: "Tot de criteria, bedoeld in het tweede lid, kan mede behoren dat aan de woonruimte welke de woningzoekende verlaat, met het oog op een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte dringend behoefte bestaat" Het gaat hier om een urgentiecriterium. Zo'n criterium kan zowel betrekking hebben op de woningzoekende zelf als op de woonruimte die hij bij verhuizing verlaat. In het laatste geval gaat het om de mate waarin op de distributiemarkt behoefte bestaat aan de woonruimte die de woningzoekende verlaat. Het belang hiervan is gelegen in de bevordering van de doorstroming. De Huisvestingswet geeft de mogelijkheid om onderscheid te maken naargelang de soort woning die de woningzoekende verlaat. Aangezien het gelijkheidsbeginsel dient te worden gerelateerd aan de toepasselijke wet, is het van belang te constateren, dat de Huisvestingswet deze ruimte biedt. Kennelijk wordt het maken van onderscheid tussen verschillende groepen 'woning-achterlaters' in de Huisvestingswet toegestaan. Het lijkt mij derhalve mogelijk om dit onderscheid te maken, zonder dat in strijd met het gelijkheidsbeginsel wordt gehandeld. Conclusie De Huisvestingswet biedt voldoende aanknopingspunten om woningzoekenden die een sociale huurwoning bewonen, voorrang te geven op woningzoekenden die een particuliere huurwoning of een koopwoning bewonen. Slotconclusie Bestaand beleid en regelgeving kunnen altijd worden gewijzigd. Met het abrupt wijzigen van bestaande rechtsposities moet zeer behoedzaam worden omgegaan. Geconstateerd kan worden, dat Pagina 11 van 12

12 bij de voorgenomen wijziging van het beleid in de regio's (oud) Holland Rijnland en de Rijnstreek de opgebouwde rechten van de starters in beide regio's en van de doorstromers in de Rijnstreek gehandhaafd blijven. Alleen de doorstromers in de regio (oud) Holland Rijnland worden geconfronteerd met een wijziging van hun rechten. Abrupt verval van de opgebouwde rechten is in strijd met diverse rechtsbeginselen. De voorgestelde variant 2 stuit daarmee op te grote juridische bezwaren. De kans dat deze variant in rechte geen stand houdt is groot. Met variant I wordt het meest tegemoet gekomen aan de wens tot beleidswijziging, aangezien de gevolgen van deze beleidswijziging voor de doorstromers binnen de regio (oud) Holland Rijnland beperkt zijn en de gerechtvaardigde verwachtingen zo veel mogelijk worden gerespecteerd. Bestaande rechten behoeven niet volledig gegarandeerd te worden, wanneer het doel van de beleidswijziging gerechtvaardigd en honorabel is. Met variant I wordt derhalve juridisch het minste risico genomen. Wanneer men elke vorm van risico wenst uit te sluiten, valt te overwegen om de opgebouwde rechten te beperken tot de gemeenten die deel uitmaken van de regio (oud) Holland Rijnland. Dat betekent, dat doorstromers wier inschrijfduur verhoogd is met de woonwaarde van deze verhoging alleen profiteren in die gemeenten en dat de woonwaarde niet meetelt indien zij opteren voor een woning in een gemeente uit de regio Rijnstreek. Dat onderscheid is te verdedigen, omdat deze doorstromers alleen bepaalde verwachtingen van de hen toegekende woonwaarde kunnen koesteren bij toewijzing van een woning in een van de gemeenten van de regio oud-holland Rijnland, maar niet in een van de gemeenten uit de regio Rijnstreek. In die gemeenten kunnen zij alleen met hun reële inschrijfduur meedingen naar een woning. Dat betekent, dat er voor de huidige geregistreerde woningzoekenden weinig verandert. Doorstromers uit de regio oud-holland Rijnland profiteren alleen in die regio van de hen toegekende woonwaarde en doorstromers uit de regio Rijnstreek ondervinden geen nadeel van deze woonwaarde wanneer doorstromers uit de regio oud Holland Rijnland in de regio Rijnstreek willen wonen. Bovendien verandert er voor de inwoners van de regio Rijnstreek ook niets, als zij een woning in een van de gemeenten van oud-hohand Rijnland wensen, omdat zij ook in de oude situatie niet voor toekenning van woonwaarde in aanmerking kwamen. Ik besef echter, dat deze optie geen recht doet aan het streven om in de gehele regio één systeem van woningtoewijzing te hanteren. De Huisvestingswet biedt voldoende aanknopingspunten om bij een omzettingsregel woningzoekenden die een sociale huurwoning bewonen voorrang te geven op woningzoekenden die een particuliere huurwoning of een koopwoning bewonen. Pagina 12 van 12

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting

Nadere informatie

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet; Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 7 april 2015; gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 18, 19 en 20 van de Huisvestingswet 2014 en de artikelen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. XXXXXX 2015, nr. XXXXXX;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. XXXXXX 2015, nr. XXXXXX; Huisvestingsverordening gemeente Oldebroek 2015 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. XXXXXX 2015, nr. XXXXXX; gelet op de artikelen 4, 5, 7, 9, 10,

Nadere informatie

BESLUITEN. verdeling nieuwbouwwoningen vrije sector. B&W-nr.: 06.1422 d.d. 28-11-2006

BESLUITEN. verdeling nieuwbouwwoningen vrije sector. B&W-nr.: 06.1422 d.d. 28-11-2006 Behoudens advies van de commissie ROW B&W-nr.: 06.1422 d.d. 28-11-2006 Onderwerp verdeling nieuwbouwwoningen vrije sector BESLUITEN 1. te constateren dat het hanteren van toewijzingsregels voor nieuwbouw

Nadere informatie

Concept-zienswijze uitgangspunten nieuwe Huisvestingsverordening Documentnummer INT-14-16127 Notitie voor de IJmondraadscommissie van 17 februari 2015

Concept-zienswijze uitgangspunten nieuwe Huisvestingsverordening Documentnummer INT-14-16127 Notitie voor de IJmondraadscommissie van 17 februari 2015 Concept-zienswijze uitgangspunten nieuwe Huisvestingsverordening Documentnummer INT-14-16127 Notitie voor de IJmondraadscommissie van 17 februari 2015 Onderwerp: Vragen en inrichting nieuwe Huisvestingsverordening

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B ; Huisvestingsverordening gemeente Harderwijk 2015 De raad van de gemeente Harderwijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2015, nr. B15.000858; gelet op de artikelen 4, 5,

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/56

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/56 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/56 Voor raadsvergadering d.d.: 02-06-2009 Agendapunt: 4 Onderwerp:

Nadere informatie

MEMO van college aan de commissie R&B

MEMO van college aan de commissie R&B MEMO van college aan de commissie R&B datum : 18 juni 2008 aan : Commissie R&B van : College onderwerp : Jaarlijkse aanpassing van bedragen in passendheidstabellen Portefeuillehouder:J. Mesu Inlichtingen

Nadere informatie

ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Heemstede 2017

ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: Heemstede 2017 ONDERWERP Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: 2017 SAMENVATTING De Huisvestingsverordening Zuid-Kennemerland/IJmond: 2015 stelt regels voor rechtvaardige en evenredige verdeling van schaarse

Nadere informatie

Actualiteiten subsidies. Subsidies in tijden van crisis Fleur Onrust

Actualiteiten subsidies. Subsidies in tijden van crisis Fleur Onrust Actualiteiten subsidies Subsidies in tijden van crisis Fleur Onrust Inhoud 1. Subsidiesysteem Awb kort 2. Voorwaarden voor intrekking / beëindiging 3. Subsidieverplichtingen en beëindiging 4. Lagere vaststellling

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Huisvestingsverordening gemeente Oldebroek 2015 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Commissie Bezwaarschriften Woonruimteverdeling

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005;

Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; Het college van burgemeester en wethouders van Moerdijk, in haar vergadering van 26 juli 2005; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1, tweede lid, en 29a, tweede lid, van

Nadere informatie

1. de heer K, wonende te X, aan het adres X, hierna te noemen K

1. de heer K, wonende te X, aan het adres X, hierna te noemen K Mr. R. Menschaert 1 08/1914.01/pva Heden de en acht tweeduizend ten verzoeke van 1. de heer K, wonende te X, aan het adres X, hierna te noemen K te dezer zake woonplaats kiezende te 's-gravenhage aan het

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING

DE GRONDWET - ARTIKEL HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING DE GRONDWET - ARTIKEL 140 - HANDHAVING BESTAANDE REGELGEVING Bestaande wetten en andere regelingen en besluiten die in strijd zijn met een verandering in de Grondwet, blijven gehandhaafd, totdat daarvoor

Nadere informatie

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht 2 september 2015 16:00 uur - 17:00 uur Online Wat gaan we doen: rechtspraak over.. 1. De 3 B s (bestuursorgaan-, belanghebbende- en besluitbegrip) 2. Schadevergoeding

Nadere informatie

Hoor- en adviescommissie

Hoor- en adviescommissie A D V I E S AAN GEDEPUTEERDE STATEN naar aanleiding van de behandeling van de bezwaarschriften ingevolge artikel 7:1 van de Awb van Gemeente Zijpe te Schagerbrug (bezwaarde) en B. Schuijt te Sint Maartensbrug

Nadere informatie

Purmerend, Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: U ontvangt hierbij voor de 2 e

Purmerend, Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: U ontvangt hierbij voor de 2 e Purmerend, Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: U ontvangt hierbij voor de 2 e maal een advies inzake de bezwaarschriften van de heer B.J.H. Brugge, De Goedemeent 15 en de

Nadere informatie

de Rechtspraak Rechtbank Overijssel Reg.nr. PS/2XJIU lao<sa 04 DEC 2014 Dat. ontv.:

de Rechtspraak Rechtbank Overijssel Reg.nr. PS/2XJIU lao<sa 04 DEC 2014 Dat. ontv.: de Rechtspraak Rechtbank Overijssel AANTEKENEN [X]/PERPOST PER FAX Bestuursrecht datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) faxnummer afdeling onderwerp provinciale

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 Rapport Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Nadere informatie

Raadsvoorstel van de Commissie voor bezwaarschriften. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 22 december 2005 / 225/2005.

Raadsvoorstel van de Commissie voor bezwaarschriften. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 22 december 2005 / 225/2005. Datum raadsvergadering / Nummer 22 december 2005 / 225/2005 Onderwerp bezwaar Programma / Programmanummer Kunst en cultuur / 6310 Portefeuillehouder T. Hirdes Voorstel van het College van Burgemeester

Nadere informatie

Woonruimteverdeling in Holland Rijnland R E G I O N A L E SAMENWERKING I N D E P R A K T I J K

Woonruimteverdeling in Holland Rijnland R E G I O N A L E SAMENWERKING I N D E P R A K T I J K Woonruimteverdeling in Holland Rijnland R E G I O N A L E SAMENWERKING I N D E P R A K T I J K Agenda Wat is woonruimteverdeling? Hoe werkt het? Urgenties Lokaal maatwerk Vragen? Stel ze gerust! Woonruimteverdeling

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Huisvestingsverordening gemeente Heusden 2016

Huisvestingsverordening gemeente Heusden 2016 Huisvestingsverordening gemeente Heusden 2016 De raad van de gemeente Heusden; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 augustus 2016; gelet op de Huisvestingswet 2014;

Nadere informatie

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw

Nadere informatie

De huisvestingsverordening gemeente Epe 2015 vast te stellen.

De huisvestingsverordening gemeente Epe 2015 vast te stellen. CVDR Officiële uitgave van Epe. Nr. CVDR370319_1 4 juli 2017 huisvestingsverordening gemeente Epe 2015 Raadsbesluit 2015 - registratienummer: 2015-16976 DE RAAD DER GEMEENTE EPE gelezen het voorstel van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW Datum uitspraak: 23-09-2010 Datum publicatie: 13-12-2010 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

ui ii hu ii ii ui ii H n I II

ui ii hu ii ii ui ii H n I II 1 Gemeente ñ Bergen op Zoom Aan de leden en duoburgerleden van de gemeenteraad van Bergen op Zoom ui ii hu ii ii ui ii H n I II Uw kenmerk Ons kenmerk U14-008121 Datum 1 8 JUNI 20H Uw brief Beh. door W.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel

Nadere informatie

Stappen in duurzaamheid

Stappen in duurzaamheid 2Voorwoord Stappen in duurzaamheid Wist u dat als u een klein restje vet weg moet spoelen, u dit het beste kunt doen met koud water? Ik niet, maar toch is het zo. Hoe dat zit kunt u lezen in de tips van

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

151/2015 KlRz RAPPORT. inzake de klacht van. Verzoeker. tegen. de Minister van Justitie

151/2015 KlRz RAPPORT. inzake de klacht van. Verzoeker. tegen. de Minister van Justitie RAPPORT inzake de klacht van Verzoeker tegen de Minister van Justitie 1. Inleiding Verzoeker heeft op 16 juli 2015 een verzoekschrift ingediend bij de Ombudsman van Curaçao waarin verzocht is om een onderzoek

Nadere informatie

In deze bijlage zijn een aantal terugkerende en veelgestelde vragen in willekeurige volgorde opgenomen.

In deze bijlage zijn een aantal terugkerende en veelgestelde vragen in willekeurige volgorde opgenomen. Bijlage 2 Veelgestelde vragen In deze bijlage zijn een aantal terugkerende en veelgestelde vragen in willekeurige volgorde opgenomen. a. Vallen tijdelijke huurcontracten onder de werking van de Huisvestingswet

Nadere informatie

WAARDEVERMINDERING. Onvrede van verzoeker Verzoeker is op twee punten ontevreden over de gemeente:

WAARDEVERMINDERING. Onvrede van verzoeker Verzoeker is op twee punten ontevreden over de gemeente: WAARDEVERMINDERING ANONIEM RAPPORT van de GEMEENTELIJKE OMBUDSMAN OLDEBROEK op basis van artikel 9:36 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht 13-0024 15 oktober 2013 Inleiding Op 25 februari 2013 stuurde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 740 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Wet tarieven in burgerlijke zaken en enkele andere wetten ter verhoging van de opbrengst

Nadere informatie

1. Onderwerp Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015

1. Onderwerp Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2015 In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163 Rapport Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni 2011 Rapportnummer: 2011/163 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop de directeur

Nadere informatie

Endelhovenlaan 1, 3601 GR Maarssen Postbus 1212, 3600 BE Maarssen T F

Endelhovenlaan 1, 3601 GR Maarssen Postbus 1212, 3600 BE Maarssen T F /r1 Pagina 1 van 6 Memo M2000: Wmo-vragen inzake uitvoering eigen bijdrageregeling Maarssen Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Behandeld door Mark Renaud Direct nummer 0346-254 361 E-mail mark.renaud@stichtsevecht.nl

Nadere informatie

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder. Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,

Nadere informatie

Woonruimteverdeling. Een woning huren van St. Joseph

Woonruimteverdeling. Een woning huren van St. Joseph Woonruimteverdeling Een woning huren van St. Joseph Woonruimteverdeling 1. Inleiding Woningstichting St. Joseph verhuurt circa 460 woningen in Stramproy en omgeving. We willen graag dat de juiste woning

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AX0760

ECLI:NL:RVS:2006:AX0760 ECLI:NL:RVS:2006:AX0760 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-05-2006 Datum publicatie 10-05-2006 Zaaknummer 200505022/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Was/wordt tabel Concept Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019

Was/wordt tabel Concept Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019 Was/wordt tabel Concept Huisvestingsverordening Holland Rijnland 2019 Zuiver technische aanpassingen aan de verordening zijn in dit overzicht niet meegenomen. artikel Huisvestingsverordening 2015 Huisvestingsverordening

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

DATUM BEHANDELING IN D&H 23 apfil 2013. commissie 0 MBH (8 mei 2013)

DATUM BEHANDELING IN D&H 23 apfil 2013. commissie 0 MBH (8 mei 2013) 3ATUM VERGADERING 23 IT)eİ 2013 BULAGE(N) 2 DATUM BEHANDELING IN D&H 23 apfil 2013 \GENDAPUNTNUMMER I I commissie 0 MBH (8 mei 2013) AAN DE VERENIGDE VERGADERING B1300195 waterschap Hollandse Delta VERORDENING

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om

Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om NOTENKRAKER Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om CBb 14 oktober 2011, nr. AWB 10/85 en 10/86 E.J. Daalder 1 Inleiding Uit het in, onder meer, artikel 6 EVRM neergelegde

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6386 / 66 Betreft zaak: Wob-verzoek Automark II Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren gericht tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:2510

ECLI:NL:RBDHA:2016:2510 ECLI:NL:RBDHA:2016:2510 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 04-03-2016 Datum publicatie 21-04-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5039 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

6.2.5 Het College overweegt als volgt. De zorg waarop segment 2 betrekking heeft wordt geboden door een daartoe georganiseerd verband van zorgverlener

6.2.5 Het College overweegt als volgt. De zorg waarop segment 2 betrekking heeft wordt geboden door een daartoe georganiseerd verband van zorgverlener Hoorzitting NZa d.d. 16 november 2016 om 11:15 uur Aantekeningen mr. K. van Berloo (namens ActiZ) Inzake: Bezwaar prestatie- en tariefbeschikking wijkverpleging en verzorging 1. Het standpunt van ActiZ

Nadere informatie

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 december 2002 Rapportnummer: 2002/399

Rapport. Datum: 31 december 2002 Rapportnummer: 2002/399 Rapport Datum: 31 december 2002 Rapportnummer: 2002/399 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat UWV Gak, kantoor Breda, haar niet die informatie heeft verstrekt, die zij nodig acht om te kunnen berekenen

Nadere informatie

Was/wordt tabel Huisvestingsverordening Holland Rijnland. Zuiver technische aanpassingen aan de verordening zijn in dit overzicht niet meegenomen.

Was/wordt tabel Huisvestingsverordening Holland Rijnland. Zuiver technische aanpassingen aan de verordening zijn in dit overzicht niet meegenomen. Was/wordt tabel Huisvestingsverordening Holland Rijnland Zuiver technische aanpassingen aan de verordening zijn in dit overzicht niet meegenomen. artikel Huisvestingsverordening 2015 Huisvestingsverordening

Nadere informatie

Agendapunt Onderwerp 7 Huisvestingsverordening gemeente Heerde 2015

Agendapunt Onderwerp 7 Huisvestingsverordening gemeente Heerde 2015 Raadsvoorstel Raadsvergadering Afdeling en opsteller 18 mei 2015 Leefomgeving/E. van Doorn/ 0650272283 /e.vandoorn@heerde.nl Commissie Ruimte Portefeuille 20 april 2015 Gerrit van Dijk Programma Ruimtelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930 ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-11-2012 Datum publicatie 20-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 12-1613 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1985

ECLI:NL:RBNHO:2015:1985 ECLI:NL:RBNHO:2015:1985 Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum uitspraak 23-03-2015 Datum publicatie 07-04-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 1993 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 29982/612264/612512 Betreft: beslissing op bezwaar tegen de vaststelling toezichtskosten 2012 van NostalgieNet B.V. Het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat),

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205 Rapport Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) te Groningen geen duidelijkheid verstrekt over haar

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:707

ECLI:NL:RBMNE:2016:707 ECLI:NL:RBMNE:2016:707 Instantie Datum uitspraak 09-02-2016 Datum publicatie 16-02-2016 Zaaknummer 14/6285 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake

Nadere informatie

Behoorlijkheidvereisten, zoals opgenomen in de Behoorlijkheidwijzer (Nationale Ombudsman)

Behoorlijkheidvereisten, zoals opgenomen in de Behoorlijkheidwijzer (Nationale Ombudsman) Bijlage 2 Behoorlijkheidsvereisten Behoorlijkheidvereisten, zoals opgenomen in de Behoorlijkheidwijzer (Nationale Ombudsman) 1. Discriminatieverbod Het verbod op discriminatie houdt in dat een bestuursorgaan

Nadere informatie

uitspraak van de meervoudige kamer van 8 september 2015 in de zaak tussen

uitspraak van de meervoudige kamer van 8 september 2015 in de zaak tussen ECLI:NL:RBMNE:2015:6855 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 08-09-2015 Datum publicatie: 18-09-2015 Zaaknummer: UTR 15/1599 Rechtsgebieden: Bestuursrecht Bijzondere kenmerken: Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant, Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

Meetinstructie niet nageleefd. Gering verschil opgegeven en werkelijke woonoppervlak.

Meetinstructie niet nageleefd. Gering verschil opgegeven en werkelijke woonoppervlak. Meetinstructie niet nageleefd. Gering verschil opgegeven en werkelijke woonoppervlak. Koper beklaagt zich erover dat het door hem gekochte appartement niet 105 m² groot is maar 100 m². De verkopende makelaar

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 2 Klacht Op 8 maart 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Douane,

Nadere informatie

MEMO van college aan de algemene raadscommissie

MEMO van college aan de algemene raadscommissie MEMO van college aan de algemene raadscommissie datum : 19 februari 2012 aan : Gemeenteraad van : College onderwerp : Huisvestingsverordening gemeente Bergen, aanpassen Bijlagen 1 en 2 per 1 maart 2013

Nadere informatie

agendanummer Gelezen het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard met kenmerk d.d. 17 februari 2015;

agendanummer Gelezen het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard met kenmerk d.d. 17 februari 2015; Gemeente Albrandswaard RAADSBESLUIT Onderwerp Verordening 'Woonruimtebe,, liddeling regio Rotterdam 2015' Commissie BBVnummer: 13212 Datum vergadering/ agendanummer Kenmerk 1735 Openbaar: openbaar De raad

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 Instantie Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer 16 _ 1047 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197

Rapport. Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197 Rapport Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (verder: het CBR): bij het ten uitvoer brengen van de Educatieve Maatregel

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Zaaknummer : 2014/150 Rechter(s) : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 Partijen : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid College Bekostiging

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:2895

ECLI:NL:CRVB:2014:2895 ECLI:NL:CRVB:2014:2895 Instantie Datum uitspraak 02-09-2014 Datum publicatie 03-09-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-615 WIJ Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

Titel : Huisvestingswet 2014 en intrekken beleidsregels bindingseisen woningmarkt Besluit pag. 3. Toelichting pag. 4

Titel : Huisvestingswet 2014 en intrekken beleidsregels bindingseisen woningmarkt Besluit pag. 3. Toelichting pag. 4 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 16 december 2014 NUMMER PS PS2015WMC01 AFDELING FLO COMMISSIE WMC STELLER I. Schartman DOORKIESNUMMER 030 2582486 DOCUMENTUMNUMMER 8110A627 PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 Rijksbegroting van het jaar 1985 18600 Hoofdstuk XI Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Nr. 72 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 OPGAVE 1 (34 punten) Vraag 1.1 (5 punten) Er staan geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open. Het voorbereidingsbesluit van artikel

Nadere informatie

ederlandse Voedsel- en arenautoriteit inisterie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

ederlandse Voedsel- en arenautoriteit inisterie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ederlandse Voedsel- en arenautoriteit inisterie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Besluit van naleefmonitor slachterijen met permanent toezicht bij de Besluit omtrent actieve openbaarmaking van

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen: Uitspraak 201306462/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juni 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep 201306462/1/A1.

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864 ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864 Instantie Datum uitspraak 29-03-2005 Datum publicatie 31-03-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 02/6235 AOW/ANW e.a. Bestuursrecht

Nadere informatie

4. Op 13 januari 2008 wendde verzoeker zich tot de Nationale ombudsman omdat hij nog geen nieuw besluit van de PUR had ontvangen.

4. Op 13 januari 2008 wendde verzoeker zich tot de Nationale ombudsman omdat hij nog geen nieuw besluit van de PUR had ontvangen. Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) pas op 28 april 2008 een nieuwe beslissing op zijn bezwaarschrift had genomen, ondanks de toezegging dat het besluit

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2004:AR8300

ECLI:NL:RBUTR:2004:AR8300 ECLI:NL:RBUTR:2004:AR8300 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 23-12-2004 Datum publicatie 28-12-2004 Zaaknummer AWB 04 / 781 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:5125

ECLI:NL:RBAMS:2013:5125 ECLI:NL:RBAMS:2013:5125 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-08-2013 Datum publicatie 08-01-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB-12_6071 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Zienswijze. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit Kenmerk: 621072/623284 Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van [verzoeker] op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna:

Nadere informatie

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie. Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie. De huurster van een horecagelegenheid heeft een geschil met de verhuurder over de huursom. In dat kader wordt

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183 Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld Auteurs: mr. M. Verheijden en mr. L. Stevens Samenvatting In maart 2009 vindt een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10295

ECLI:NL:RBNHO:2016:10295 ECLI:NL:RBNHO:2016:10295 Instantie Datum uitspraak 16-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 2558 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie