AFBAKENING REGIONAALSTEDELIJK GEBIED OOSTENDE. Koning Albert II-laan 20 bus 7, 1000 Brussel Tel.: Fax:
|
|
- Anita de Wilde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 AFBAKENING REGIONAALSTEDELIJK GEBIED OOSTENDE Koning Albert II-laan 20 bus 7, 1000 Brussel Tel.: Fax: MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP Afdeling Ruimtelijke Planning ONTWERP Dossiernr.: Projectnr.: 07/3258 Versie: A maart 2003 α β χ δε ISO 9001 gecertificeerd voor: Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, verkeersinfrastructuur en milieu-infrastructuur BTW BE HRA BBL
2 GEDAS NV Projectnummer: 07/3258 ARCADIS Gedas NV Kortrijksesteenweg GENT Tel.: Fax: Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 2 van 1
3 Revisiestatus: Versie Datum Opmerking A mrt 2003 opgemaakt n.a.v. bespreking voorontwerp dr. stuurgroep dd. 14/02/2003 Opgesteld: Afd. / Discipline Functie Naam Handtekening Datum Planologie Projectcoördinator ruimtelijk planner Projectmedewerker Peter Peeters Christel Vannoppen Geverifieerd: Afd. / Discipline Functie Naam Handtekening Datum Planologie B.U. Manager ruimtelijk planner Leo Van der Vliet Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 3 van 85
4 INHOUDSOPGAVE INLEIDING DOEL EN INHOUD VAN HET AFBAKENINGSPROCES SAMENWERKINGSMODEL EN PROCESVERLOOP INHOUD VAN DIT RAPPORT... 9 DEEL 1: BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR DEEL 2: PLANNINGSCONTEXT RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN EN DE CONCRETE UITGANGSPUNTEN VOOR HET STEDELIJK GEBIED OOSTENDE Richtinggevende bepalingen vanuit het RSV Concrete uitgangspunten voor het afbakeningsproces De taakstelling inzake bijkomende woongelegenheden De kwantitatieve taakstelling inzake bijkomende zoneringen voor bedrijventerreinen De grensstellende elementen van Vlaams belang vanuit het buitengebied PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN WEST-VLAANDEREN JURIDISCHE PLANNINGSCONTEXT Gewestplan Relevante BPA s Andere juridische plannen met ruimtelijke relevantie Duinendecreet, Ramsar-, Habitat- & Vogelrichtlijngebieden, afbakeningen van het Vlaams Ecologisch Netwerk Beschermde dorps-/stadsgezichten en landschappen...29 DEEL 3: KWALITEITEN, PROBLEMEN EN POTENTIES DE STEDELIJKE ONTWIKKELING T.O.V. DE BUITENGEBIEDFUNCTIES HET REGIONAALSTEDELIJK GEBIED ALS WOONSTAD HET REGIONAALSTEDELIJK GEBIED ALS REGIONAAL BEDRIJVIGHEIDS- EN TEWERKSTELLINGSKNOOPPUNT EN ECONOMISCHE POORT HET REGIONAALSTEDELIJK GEBIED ALS REGIONAAL HANDELS- EN VOORZIENINGENCENTRUM HET REGIONAALSTEDELIJK GEBIED ALS TOERISTISCH-RECREATIEF KNOOPPUNT IN HET NETWERK VAN DE KUST DE RUIMTELIJKE SAMENHANG VAN DE STEDELIJKE COMPONENTEN DEEL 4: HYPOTHESE GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR UITGANGSPUNTEN RUIMTELIJKE CONCEPTEN Een compact, samenhangend en kwalitatief stedelijk gebied Een economisch divers stedelijk gebied met poorten Een intern en extern bereikbaar stedelijk gebied Vrijwaren van de open ruimte in en om het stedelijk gebied HYPOTHESE GEWENSTE RUIMTELIJKE STRUCTUUR STRATEGISCHE PROJECTGEBIEDEN, OVERGANGSZONES EN POORTEN Stategisch ontwikkelingsgebied Oosteroever Herstructureringsgebied Kop van t Sas Overgangszone Stuiverstraat/Gistelsesteenweg Overgangszone Schorredijk/Torhoutsesteenweg Poort zeehaven Poort luchthaven DEEL 5: INVULLING VAN DE TAAKSTELLING INZAKE WONEN DE TAAKSTELLING VANUIT HET VLAAMSE GEWEST ACTUALISATIE VAN DE TAAKSTELLING ONTWIKKELINGEN VOOR HET OPVANGEN VAN DE TAAKSTELLING Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 4 van 85
5 3.1. Langdurig leegstaande/verkrotte woningen Onbebouwde percelen Geplande projecten (Woonplan Oostende) In- en uitbreidingsgebieden met een woonbestemming Bijkomende projectgebieden Mogelijke daling van het huidige woonaanbod omwille van kwaliteitsvereisten CONCLUSIE DEEL 6: OPTIES INZAKE (RAND)STEDELIJKE OPENRUIMTE DEEL 7: INVULLING VAN DE TAAKSTELLING INZAKE BIJKOMENDE BEDRIJVENTERREINEN DE TAAKSTELLING VANUIT HET VLAAMSE GEWEST ACTUALISATIE VAN DE TAAKSTELLING VOORZIENE WIJZIGINGEN TIJDENS REST VAN DE PLANPERIODE TOETSING VAN DE TAAKSTELLING AAN DE VOORZIENE WIJZIGINGEN CONCLUSIE PROFILERING VAN DE BEDRIJVENTERREINEN Specifieke regionale bedrijventerreinen Gemengd regionale bedrijventerreinen (bedrijven)terreinen verder te onderzoeken t.o.v. de afbakening van de haven van Oostende zeehaven Lokale bedrijventerreinen DEEL 8: OPTIES M.B.T. DE LIJNINFRASTRUCTUUR EN WEGCATEGORISERING GEWENSTE FUNCTIE VAN DE WEGENINFRASTRUCTUUR IN HET STEDELIJK GEBEUREN CATEGORISERING VAN DE WEGEN DEEL 9: VOORSTEL VAN AFBAKENINGSLIJN VAN HET STEDELIJK GEBIED OOSTENDE UITGANGSPUNTEN VOORSTEL EN VERANTWOORDING Bredense Haven- & Industriegebied Kernstad Omgeving luchthaven DEEL 10: OVERZICHT VAN DE TE NEMEN ACTIES DEEL 11: BIJLAGEN GEPLANDE PROJECTEN WOONPLAN OOSTENDE BINNEN HET STEDELIJK GEBIED LIJST MET KAARTEN EN FIGUREN Kaart 1: bestaande ruimtelijke structuur...13 Kaart 2: gewestplan met situering relevante BPA s...27 Kaart 3: gebieden beschermd door Duinendecreet, Ramsar-, Habitat- & Vogelrichtlijngebieden, afbakeningen van het Vlaams Ecologisch Netwerk...28 Kaart 4: beschermde dorps- en stadsgezichten en landschappen...29 Kaart 5: hypothese gewenste ruimtelijke structuur...42 Kaart 6: begrenzing van de grijze zone als onderzoeksgebied bij de uitwerking van het strategisch plan voor de haven van Oostende...48 Kaart 7: afbakening van de luchthaven en maatregelen ter optimalisatie...50 Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 5 van 85
6 Kaart 8: situering in- en uitbreidingsgebieden en projectgebieden voor bijkomende woongelegenheden...57 Kaart 9: (rand)stedelijke open ruimten van bovenlokaal belang in het stedelijk gebied Oostende...62 Kaart 10: situering van de bedrijventerreinen...65 Kaart 11: voorstel selectie en categorisering wegen...74 Kaart 12: voorstel van afbakeningslijn...77 Kaart 13: localisering van de te nemen acties...78 Kaart 14: situering geplande projecten (Woonplan Oostende)...85 Figuur 1: mogelijks te herbestemmen gebied in de overgangszone Schorredijk/Torhoutsesteenweg...47 Figuur 3: voorstel perimeter uitbreiding lokaal bedrijventerrein Oostendelaan...69 LIJST MET TABELLEN Tabel 1: actualisatie taakstelling wonen...51 Tabel 2: overzicht aanbod onbebouwde percelen...53 Tabel 3: overzicht bijkomende woonmogelijkheden in in- en uitbreidingsgebieden met woonbestemming...55 Tabel 4: overzicht bijkomende woonmogelijkheden in andere projectgebieden...57 Tabel 5: samenvatting aanbod...59 Tabel 6: actualisatie taakstelling bedrijventerreinen...63 Tabel 7: toetsing taakstelling bedrijventerreinen aan de voorziene wijzigingen...65 Tabel 8: (voorstel tot herziening) selectie en categorisering wegennet...72 Tabel 9: actieprogramma...79 Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 6 van 85
7 INLEIDING 1. DOEL EN INHOUD VAN HET AFBAKENINGSPROCES Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen: Vlaanderen Open en Stedelijk De steden en de open ruimte zijn twee belangrijke elementen in de Vlaamse ruimte. In de loop van de jaren is de scheiding tussen stad en platteland veel vager geworden. De overheid wil hier omwille van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en vanuit de ruimtelijke draagkracht tegen in gaan. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen staat daarom het streven naar openheid én stedelijkheid voorop, uitgedrukt in de metafoor Vlaanderen: open en stedelijk. Met deze metafoor wil het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen een trendbreuk realiseren in de ruimtelijke ontwikkeling. Het principe van gedeconcentreerde bundeling geeft de vertaling van deze visie naar het te voeren ruimtelijke beleid. Gedeconcentreerde bundeling betekent dat nieuwe ruimte voor wonen, werken of andere functies daar dient te komen waar vandaag reeds een concentratie van dergelijke functies bestaat. De toepassing van dit principe biedt een dubbel voordeel: - verdere uitdeining en verspreiding van de verstedelijking en versnippering van de open ruimte wordt voorkomen. Hierdoor kan de resterende open ruimte maximaal gevrijwaard worden voor natuur, bos en landbouw. - door een sterkere concentratie van het wonen, het werken en andere maatschappelijke functies in de stedelijke gebieden en te tegelijkertijd te streven naar ruimtelijke kwaliteit, wordt de stedelijke structuur optimaler gebruikt en het stedelijk weefsel geherwaardeerd. Dit komt de leefbaarheid van de stedelijke gebieden ten goede. Selectie en afbakening van stedelijke gebieden De term stedelijke gebieden refereert enerzijds naar een bestaand ruimtelijk gegeven. Stedelijke gebieden zijn gebieden waar vandaag reeds een vrij dichte bebouwing is, waar een hoge concentratie aan stedelijke, culturele en economische voorzieningen is, en waar een grote interne samenhang is. Anderzijds heeft de term stedelijke gebieden ook een beleidsmatige betekenis. De stedelijke gebieden zijn gebieden waar het wenselijk is om ook in de toekomst een bijkomend aanbod aan woningen, economische activiteiten en andere stedelijke functies te concentreren en dit op een kwaliteitsvolle wijze. Om dit beleid ruimtelijk te kunnen lokaliseren, moeten de stedelijke gebieden afgebakend worden. Er wordt m.a.w. een lijn getrokken waarbinnen een stedelijkgebiedbeleid zal gevoerd worden, afgestemd op de eigen problemen en mogelijkheden van het betreffende stedelijke gebied. Dit gebeurt niet in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen maar in ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het Vlaamse Gewest staat in voor de afbakening van de groot- en regionaalstedelijke gebieden, waaronder het stedelijk gebied Oostende. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) worden de stedelijke gebieden geselecteerd, en worden de algemene doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven voor de ruimtelijke ontwikkeling van de stedelijke gebieden uitgewerkt. Oostende, Bredene en Middelkerke worden geselecteerd als gemeenten waarvan delen tot het regionaalstedelijk gebied Oostende kunnen behoren. In het afbakeningsproces voor het stedelijk gebied Oostende wordt uitgezocht en uitgepraat welke delen dan werkelijk tot het stedelijk gebied Oostende behoren en hoe de algemene doelstellingen en ontwikkelingsperspectieven uit het RSV concreet worden vertaald voor dit stedelijk gebied. Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 7 van 85
8 Afbakening, meer dan alleen een lijn De afbakening van het stedelijk gebied houdt meer in dan alleen het trekken van een lijn. Er wordt een ruimtelijke visie ontwikkeld rekening houdend met de rol die het stedelijk gebied moet spelen, en tegelijkertijd hoe de stedelijke structuur kan verbeterd worden, en leefbaar en bereikbaar blijven. Deze visie vormt de basis voor het te voeren stedelijkgebiedbeleid voor het stedelijk gebied Oostende. Aangezien het subsidiariteitsprincipe voorop staat, beperkt de aandacht zich tot elementen van Vlaams belang, m.a.w. voornamelijk op die ruimtelijke elementen die van belang zijn voor het bepalen van de grens van het stedelijk gebied en/of elementen die een beleidsuitspraak op Vlaams niveau vereisen. Ruimtelijke aspecten of elementen die van belang kunnen zijn voor het afbakeningsproces, maar vanuit het subsidiariteitsprincipe een lokale invulling moeten krijgen, kunnen ingebracht worden in het afbakeningsproces, maar zullen verder in detail uitgewerkt moeten worden in gemeentelijke structuurof uitvoeringsplannen. Om het stedelijkgebiedbeleid ook effectief te realiseren, is een actieprogramma nodig en een engagement om deze acties uit te voeren. In het actieprogramma worden de uit te voeren maatregelen opgenomen en op elkaar afgestemd, zodat de inspanningen en middelen gericht ingezet kunnen worden. De afbakening van het stedelijk gebied staat los van administratieve gemeentegrenzen. Dit betekent echter niet dat er nieuw bestuursniveau wordt geïnstalleerd. Wél zal een afstemming van het ruimtelijk beleid tussen de verschillende betrokken gemeenten, de provincie en het Vlaams Gewest nodig zijn, om het stedelijk gebied als geheel verder kwalitatief en volgens de vooropgestelde doelstellingen te ontwikkelen. Het afbakeningsplan geldt als een ruimtelijk referentiekader voor het te voeren beleid. De voorbereiding van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Het afbakeningsproces doet ook dienst als voorbereiding voor het opmaken van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GeRUP). Op basis van de resultaten van dit afbakeningsproces zal de Vlaamse regering een GeRUP opmaken, waarin de grenslijn wordt vastgelegd, maar waarin ook de noodzakelijke bestemmingswijzigingen worden doorgevoerd en voorschriften voor inrichting en beheer zijn opgenomen. Het spreekt voor zich dat in het GeRUP, overeenkomstig het subsidiariteitsprincipe, enkel elementen worden opgenomen die van Vlaams (of regionaalstedelijk) belang zijn. Voorbeelden zijn: ontwikkeling van nieuwe woongebieden voor het opvangen van bijkomende woningen, ontwikkeling van regionale bedrijventerreinen, stedelijke natuurelementen, stedelijke landbouwgebieden, randstedelijke groengebieden of infrastructuur van belang voor de bereikbaarheid van de stedelijke functies en leefbaarheid van het stedelijk gebied,. 2. SAMENWERKINGSMODEL EN PROCESVERLOOP Het ruimtelijk beleid dat gevoerd zal worden door de verschillende overheden, en concrete acties die ondernomen worden door diverse actoren, zullen uiteindelijk vorm geven aan de ontwikkeling van het stedelijk gebied. Daarom is een proces van visievorming en besluitvorming opgezet, met als doel: - streven naar consensus tussen de betrokken overheden en actoren - engagementen ter uitvoering van het actieprogramma te bekomen - afstemming te verkrijgen tussen het afbakeningsplan en andere lopende planningsprocessen - informeren van belanghebbenden en het vergroten van het bestuurlijke en maatschappelijk draagvlak voor het stedelijkgebiedbeleid. Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 8 van 85
9 Binnen het afbakeningsproces werd structureel overleg voorzien in: - het projectteam, met een ambtelijke en bestuurlijke afvaardiging van de drie gemeenten (Oostende, Bredene en Middelkerke), de provincie West-Vlaanderen en het Vlaamse Gewest (AROHM). Zij stuurden inhoudelijk het afbakeningsproces. - de overleggroep, waarin een ruimere afvaardiging van de betrokken besturen, de overheidssectoren en belangengroepen werden geconsulteerd. De beslissingen van het projectteam werden hier getoetst op hun kwaliteit en haalbaarheid. Daarnaast is ook ad hoc overleg gepleegd door gesprekken met sleutelfiguren (informatief) en bilateraal overleg (overleg m.b.t. actuele discussiepunten o.a. met de gemeenten, met de provincie, met het Havenbedrijf). Via de nieuwsbrieven en het infoforum werd ook op een ruimer vlak gecommuniceerd. Het afbakeningsproces is effectief van start gegaan bij de bespreking van de procesnota in het projectteam, op 26 oktober De startnota werd besproken in het projectteam en de overleggroep in februari Hierin werd een overzicht gegeven van de planningscontext, de bestaande ruimtelijke structuur, de geplande projecten en lopende onderzoeken, de problemen, als vertrekbasis voor de verdere uitwerking. In de periode april-juni 2002 werd het overleg gevoerd in het projectteam over de deelonderzoeken rond de taakstelling wonen, de taakstelling inzake ruimte voor bedrijvigheid, de grensstellende elementen van het buitengebied, en de haven & luchthaven. Een eerste voorstel (concept) van afbakening voor het regionaalstedelijkgebied Oostende werd door het projectteam besproken in augustus Na verder bilateraal overleg en bespreking van tussentijdse aanpassingen in het projectteam, werd het voorontwerp opgemaakt, waarover in het projectteam een consensus werd opgebouwd. Dit voorontwerp is aan de stuurgroep voorgelegd in februari Op basis van de adviezen van deze stuurgroep is uiteindelijk dit ontwerp opgemaakt. Na een infoforum voor alle geïnteresseerden, en na advies van de gemeenteraden en de Bestendige Deputatie wordt een einddocument, te samen met de betreffende adviezen en het verslag van het infoforum, aan de Minister voorgelegd als voorstel van afbakening. 3. INHOUD VAN DIT RAPPORT Deel 1 geeft een beknopte beschrijving van de bestaande ruimtelijke structuur van de stad en haar omgeving. Een overzicht van de belangrijkste beleidsdocumenten inzake ruimtelijke ordening en het juridische planningskader wordt toegelicht in deel 2. Een schets van de belangrijkste problemen en potenties op stedelijk niveau is opgenomen in deel 3. Deze vormen mede een belangrijke vertrekbasis voor het uitwerken van het stedelijkgebiedbeleid. In deel 4 wordt de hypothese gewenste ruimtelijke structuur weergegeven, die het toetskader vormde voor het aanduiden van de mogelijkheden om de taakstellingen op te vangen, de begrenzing van het stedelijk gebied te bepalen en de te nemen maatregelen op te lijsten. In dit deel wordt ook ingegaan op de gewenste ontwikkelingen en de hierbij gestelde randvoorwaarden in strategische projectgebieden en overgangszones, als ook op de luchthaven en de haven als aparte onderdelen (poort) in of aan het stedelijk gebied. Bovendien geldt deze hypothese gewenste ruimtelijke structuur (als streefbeeld) ook als inhoudelijk afwegingskader voor andere planningsprocessen. In deel 5 wordt aangegeven waar en hoe invulling gegeven wordt aan de taakstelling inzake bijkomende woonmogelijkheden. Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 9 van 85
10 In deel 6 worden de opties wat betreft (rand)stedelijke open ruimten aangegeven. In deel 7 wordt aangegeven waar en hoe invulling gegeven wordt aan de taakstelling inzake bijkomende bedrijventerreinen. Deel 8 geeft een visie op de rol van de weginfrastructuur op stedelijk niveau en van hieruit een voorstel tot (aangepaste) categorisering. In deel 9 wordt het voorstel van afbakeningslijn gegeven en verantwoord. Deel 10, ten slotte, geeft een overzicht van de wenselijke maatregelen en acties. Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 10 van 85
11 DEEL 1: BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR 1. BESTAANDE RUIMTELIJKE STRUCTUUR Langsheen de kust is een langgerekte welhaast aaneengesloten strook van bebouwing gegroeid. Deze lineaire verstedelijking ent zich op de toeristische en recreatieve functie van de Vlaamse Kust. Structurerende elementen in deze ontwikkeling zijn: - de kuststrook zelf: zee, strand, duinen, dijkbebouwing, campings en tweede verblijfsparken - de parallelle infrastructuren: Koninklijke Baan en kusttram, de N 318 Oostende-Nieuwpoort - de A18 met opeenvolgende afritten - de opeenvolgende nederzettingen langsheen de kust die onder invloed van het verblijfstoerisme (hotels, tweede verblijven en kustmigratie) sterk gegroeid zijn en samen met tussenliggende campings haast een aaneengesloten verstedelijkte strook vormen - de achterliggende poldergebieden als grotendeels aangesloten openruimtegebied In het midden van deze kuststrook bevindt zich Oostende. Reeds in de 15 de eeuw bloeide Oostende open tot een vissers- en havenstad, en met de val van Antwerpen tot een belangrijke handelshaven. In het begin van de 20 ste eeuw is Oostende, o.a. onder impuls van Koning Leopold II, zowel als badstad als havenstad verder ontwikkeld. Tot op vandaag is Oostende het grootste, dichtsbebouwde en best uitgeruste stedelijke centrum in de kuststrook. De haven heeft echter aan belang ingeboet. De ontwikkeling van de haven van Zeebrugge heeft wat betreft de goederentrafiek de Oostendse haven overschaduwd. In vergelijking met andere (kust)havens is de Oostendse haven eerder klein. De regionale luchthaven in Oostende vormt evenwel een bijkomend element in de goederentrafiek in de kuststrook. Binnen de verstedelijkte kuststrook vallen volgende componenten van Oostende als structurerende elementen op: het dichte stadsweefsel van de binnenstad, de havenstructuur met bedrijventerreinen in achterhaven en met de spuikom, en de luchthaven. Op dit schaalniveau zijn ook de autosnelweg (A10), de spoorweg Oostende-Gent met kopstation Oostende en het kanaal Gent-Oostende structurerend. Zij verzorgen de binding van de stad Oostende, de Oostendse haven en delen van het netwerk Kust met het hinterland tot op (inter)nationaal niveau. Ten behoeve van het afbakeningsproces wordt het onderzoeksgebied vernauwd tot de omgeving van de stad Oostende, voornamelijk tot (delen van) de gemeenten Oostende, Bredene en Middelkerke. Als uitgesproken verstedelijkte structurerende componenten onderscheiden we: - de binnenstad een zeer dicht bebouwd (historisch) weefsel met een belangrijke centrumfunctie voor het ommeland (handel, commerciële en openbare diensten en voorzieningen, horeca, ). De binnenstad wordt sterk bepaald door de 19 de eeuwse planmatige opbouw in rastervorm met grote diagonale assen en een aantal grote stedelijke publieke ruimten (parken, pleinen, ) - de stedelijke woonwijken een uitgestrekt min of meer aaneengesloten bebouwingsweefsel met voornamelijk een residentiële functie. Deze stedelijke woonwijken zijn eigenlijk samengesteld uit - doorheen de tijd aaneengegroeide - historische dorpsgehuchten, verkaveling en woningbouwprojecten uit Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 11 van 85
12 verschillende ontwikkelingsperiodes, die elk afzonderlijk herkenbaar zijn door hun opbouw en typologie. Hierdoor is er een grote variatie in dichtheid en morfologie. We vinden deze stedelijke woonwijken aansluitend bij de binnenstad en in een ruime zone omheen de Spuikom. In deze lob en aan de buitenrand ervan (vnl. in het gedeelte tussen A10 en Torhoutsesteenweg) bevinden zich nog wel grootschaligere stedelijke functies zoals het stedelijk kerkhof, het sportcomplex, een bedrijvenzone,. - het haven- en industriegebied: met enerzijds het dokkencomplex in de voorhaven en anderzijds een groot industriegebied dat zich verder ontwikkeld tussen en langsheen de parallelle lijninfrastructuren (autosnelweg spoorweg kanaal), en landinwaarts uitstrekt. De activiteiten zijn divers gaande van visserij, cargo- en ferrydiensten, op- en overslag, havengebonden industriële en ambachtelijke bedrijvigheid, watergebonden bedrijvigheid tot grote niet-water of havengebonden industrie, ambachtelijke of tertiaire bedrijvigheid, en jachthaven en cruiseterminal. De Spuikom vormt een geheel eigen onderdeel van de haveninfrastructuur, alhoewel ze geen functie (meer) vervult voor de haven zelf. Als grote wateroppervlakte vormt ze welhaast een component op zich, met zowel een recreatieve functie (windsurfen, vissen, ), ecologische functies (o.a. als overwinteringsplaats vogels) en in beperkte mate ook economische functie (oesterkweek). - de luchthaven die zich kenmerkt als een uitgestrekte vlakte omheen een landingsbaan, visueel gedomineerd door een groot luchthavengebouw, zowel voor goederenvervoer als charters. Aansluitend bij de start- en landingsbaan zijn infrastructuurwerken uitgevoerd (rolbaan) voor de ontwikkeling van luchthavengebonden bedrijvigheden. - entiteiten van grootschalige kleinhandel vermengt met bedrijvigheid enerzijds een typisch winkel- en bedrijvenlint (KMO & ambachtelijke bedrijven) langsheen de Torhoutsesteenweg, anderzijds de compactere concentratie langsheen de weg Oostende Middelkerke ten zuiden van de luchthaven. Ten overstaan van deze stedelijke componenten kunnen twee sterk structurerende openruimtegehelen onderscheiden worden: - de kuststrook: een lange, smalle reep aansluitend op de zee gekenmerkt door strand, duinen en de zeedijken. Welke naast een ecologische ook een belangrijke toeristisch-recreatieve functie heeft en hiermee eigenlijk bepalend is voor de ontwikkeling van een verstedelijkt netwerk langsheen de Vlaamse kust. In en aansluitend bij deze kuststrook kunnen dan ook zeer typische nederzettingselementen onderscheiden worden, met name de badplaatsen: verstedelijkte dorpen of zelfs volledig nieuwe nederzettingen: Bredene-aan-Zee, Mariakerke, Raversijde, Middelkerke. Naast een permanente woonfunctie is het aanbod aan tweede verblijven t.b.v. het (verblijfs)toerisme, en een typisch handels- en horeca-apparaat dat hierop afgestemd is, kenmerkend. Mariakerke (in het westen) en Bredene-aan-Zee (in het oosten) zijn nagenoeg vergroeid met de stedelijke woonwijken. de campings en verblijfsparken: grote en middelgrote zones met een strakke opeenvolging van (vaste) caravans of gelijkvormige vakantiewoningen, ontwikkeld vanuit de toeristisch-recreatieve aantrekkeningskracht van de kust. - het poldergebied een nagenoeg aaneengesloten, vlak en open openruimtegebied dat van structureel belang is voor de landbouw en de natuurlijke structuur op Vlaams niveau. Het polderlandschap krijgt ook steeds meer een aanzienlijke toeristisch-recreatieve functie. In of aan de rand van dit polderlandschap liggen historisch landelijke nederzettingen: Stene, Bredene-Dorp, Zandvoorde, Leffinge, Slijpe, Snaaskerke, Oudenburg (historisch stadje),. Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 12 van 85
13 Alhoewel de verstedelijkingsdruk in meerdere of mindere mate zichtbaar is onder de vorm van de woonverkavelingen, hebben ze hun typische karakter en hun lokale centrumfunctie grotendeels behouden. Stene is weliswaar volledig vergroeid met de stedelijke woonwijken omheen de binnenstad, enkel het dorpsplein herinnert nog aan het verleden als polderdorp. Bredene-Dorp is ook nagenoeg vergroeid met de stedelijke woonwijken omheen de Spuikom en met de badplaats Bredene-aan-zee. De andere dorpen liggen meer geïsoleerd, alhoewel Zandvoorde en Oudenburg door lintbebouwing naar elkaar en naar de A10 uitgroeien. Op enkele plaatsen zijn nog kleinere ingesloten open ruimten aan te treffen of is de overgang tussen het aangesloten poldergebied en de verstedelijkte componenten diffuser. We beschouwen ze op dit niveau als open overgangsgebieden. Een aantal lijninfrastructuren zijn niet alleen sterk beeldbepalend, maar ook functioneel van belang in het stedelijk functioneren. - de A10, als belangrijkste ontsluiting op (inter)nationaal niveau - de ring van Oostende (R31) als belangrijke verbindings- en verzamelweg voor de verschillende componenten (netwerk Kust, kernstad, stedelijke woonwijken, haven) - de Koninklijke Baan (N34) met de kusttram als verbindingsweg met een belangrijke toeristischrecreatieve functie, doorheen het netwerk van de Kust - de Torhoutsesteenweg (N33), de Brugsesteenweg (N9 Jabbeke-Bredene) en de Spermaliestraat (N325 Middelkerke-Slijpe-A10) als ontsluitingswegen van het netwerk Kust en de stedelijke componenten naar de autosnelwegen, maar ook als verbindingswegen met het omgevende openruimtegebied - de Nieuwpoortsesteenweg (N318 Oostende-Middelkerke-Nieuwpoort) als verbindingsweg doorheen dit deel van het netwerk Kust - de Duinkerkseweg (N341) als ontsluitingsweg, vnl. voor de luchthaven - de Gistelsesteenweg als verbindingsweg met kernen in het omgevende openruimtegebied - het kanaal Gent-Oostende, als waterweg voor de binnenvaart van en naar de haven Het station wordt, als hoofdstation dat zowel geldt als poort voor de stad en voor het toeristischrecreatief netwerk van de Kust, en als transferium in het internationaal verkeer (ferry s), als een afzonderlijk structurerend element beschouwd. Het kanaal Plassendale-Nieuwpoort beschouwen we ook als structurerend lijnelement, niet zozeer als waterweg, wel als landschapselement. Kaart 1: bestaande ruimtelijke structuur Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 13 van 85
14 DEEL 2: PLANNINGSCONTEXT 1. RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN VLAANDEREN EN DE CONCRETE UITGANGSPUNTEN VOOR HET STEDELIJK GEBIED OOSTENDE 1.1. Richtinggevende bepalingen vanuit het RSV Oostende als regionaalstedelijk gebied In de gewenste ruimtelijke structuur voor Vlaanderen wordt de regionale stad Oostende geselecteerd als regionaalstedelijk gebied omwille van haar bestaande en gewenste functioneel-ruimtelijke positie in de Vlaamse stedelijke structuur en de potenties die zij heeft ten aanzien van de ruimtelijke ontwikkeling in Vlaanderen. Indicatief wordt aangegeven dat delen van Oostende, Bredene en Middelkerke tot het stedelijk gebied kunnen behoren. De regionaalstedelijke gebieden nemen omwille van hun verzorgingsniveau, hun stedelijke voorzieningen en hun economische structuur een belangrijke plaats in de ruimtelijke structuur van Vlaanderen. Het beleid in de regionaalstedelijke gebieden is gericht op het maximaal benutten van de bestaande en toekomstige stedelijke potenties. Net zoals de grootstedelijke gebieden hebben regionaalstedelijke gebieden weliswaar op een lager niveau in kwantitatief en kwalitatief opzicht grote potenties om een belangrijk aandeel van de groei inzake bijkomende woongelegenheden, stedelijke voorzieningen en ruimte voor economische activiteiten op te vangen. Dit houdt ook in dat een aanbodbeleid moet gevoerd worden om, behalve de stedelijke ontwikkeling te stimuleren ook de lintontwikkeling te stoppen en het buitengebied van stedelijke ontwikkeling te vrijwaren. Volgende ontwikkelingsperspectieven voor stedelijke gebieden staan voorop en moeten concreet gemaakt worden voor Oostende: - realiseren van een groter aandeel bijkomende woongelegenheden - streven naar minimale woningdichtheden - differentiëren en verbeteren van de woningvoorraad - versterken van de multifunctionaliteit - concentreren van kantoren aan knooppunten van het openbaar vervoer (station, ) - inplanten van (stedelijke) voorzieningen afgestemd op het belang van het regionaalstedelijk gebied - bundelen van kleinhandel op binnenstedelijke locaties en op kleinhandelszones - optimaliseren van de aanwezige recreatieve en toeristische voorzieningen - verzorgen van collectieve en openbare ruimten - behoud en ontwikkeling van stedelijke natuurelementen en randstedelijke groengebieden - bieden van waarborgen voor stedelijke landbouw - behouden en uitbouwen van cultureel-maatschappelijke en historisch waardevolle elementen - stimuleren van een stedelijk mobiliteits- en locatiebeleid Oostende als economisch knooppunt en als poort op Vlaams niveau Het regionaalstedelijk gebied Oostende maakt als economisch knooppunt deel uit van de bestaande ruimtelijk-economische structuur van Vlaanderen. De economische knooppunten zijn van essentieel belang voor het aantrekken van nieuwe investeringen: zij worden door het beleid van het gewest, de provincies en de gemeenten optimaal uitgebouwd en krijgen de nodige groeimogelijkheden. In een economisch knooppunt kunnen zowel lokale als gemengde en specifieke regionale bedrijventerrein voorkomen en verder worden ontwikkeld. In het informatief gedeelte van het Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 14 van 85
15 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt de specifieke kleinhandelsconcentratie aan de Torhoutsesteenweg in dit kader vermeld. In Oostende wordt de poort op Vlaams niveau gevormd door de zeehaven in samenhang met de regionale luchthaven. Poorten zijn een beleidsmatig begrip en zijn plaatsen waar ontwikkelingen worden gestimuleerd omwille van de bestaande of potentiële positie in het internationale communicatienetwerk. Zij zijn een element van de economische structuur op internationaal niveau en kunnen internationale investeringen aantrekken. In functie van deze poort kan een eventuele locatie in het luchthavengebied of zeehavengebied van Oostende worden overwogen voor een multimodaal logistiek park. Logistieke parken omvatten een combinatie van de volgende activiteiten: - ontvangen, opslaan en distribueren van goederen; - voorraadbeheer en conditionering; - goederenbehandeling zoals sorteren, verpakken, voorzien van labels; - kwaliteitscontrole en reparatie; - toegevoegde activiteiten als douaneformaliteiten, verzekeringen, bankactiviteiten. De multimodale logistieke parken richten zich specifiek op het marktsegment van het goederenvervoer, met name het lange-afstandsvervoer (een minimale afstand van 700 á km onder het huidige prijsbeleid). De Oostendse zeehaven als deel van de poort De zeehaven Oostende is ruimtelijk en economisch structuurbepalend voor Vlaanderen. Het is echter, in vergelijking met de andere zeehavens in Vlaanderen, een kleine zeehaven, die zich specifiek richt op de continentale kusttrafiek. Om het zeehavengebied exclusief voor zeehavenactiviteiten (met name zeehavengebonden industriëledistributie- (physical distribution), opslag-, overslag- en logistieke activiteiten) te bestemmen is een afbakening als dusdanig noodzakelijk. Hiertoe wordt op Vlaams niveau voor iedere zeehaven en haar omgeving een ruimtelijke visie ontwikkeld op basis waarvan een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan moet worden opgemaakt samen met de betrokken overheidssectoren. Uitdrukkelijk moet daarbij aandacht besteed worden aan de toegankelijkheid zowel langs de waterzijde als langs de landzijde en moet de bereikbaarheid van de zeehaven benaderd worden vanuit de context van een globaal mobiliteitsbeleid voor gans Vlaanderen en voor alle vervoersmodi. In het richtinggevend gedeelte van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt voor de afbakening van het zeehavengebied Oostende in ruimtelijke uitvoeringsplannen aangegeven dat van de oppervlakte voorzien in het gewestplan (industrie en KMO' s en ambachtelijke bedrijvigheid) op dit moment slechts 200 ha van de 600 ha (voor het grootste deel achter de sluis) wordt bezet. In functie van de verdere optie voor de uitbouw en de reconversie van Oostende zal in de afbakening van het zeehavengebied moeten worden aangeven welke delen voor zeehavenactiviteiten en welke delen als toekomstige (watergebonden en luchthavengebonden) regionale bedrijventerreinen in aanmerking kunnen komen. De afbakening van de Oostendse zeehaven maakt geen deel uit van het afbakeningsproces van het regionaalstedelijk gebied Oostende. De Oostendse luchthaven als deel van de poort De luchthaven van Oostende wordt als regionale luchthaven beschouwd en is structuurbepalend op provinciaal niveau. Een regionale luchthaven is conform het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen een luchthaven die: - bediend wordt door een beperkt gamma van internationale en/of intercontinentale lijnen, maar ook door charters en daarnaast betekenis heeft voor zakenvluchten; Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 15 van 85
16 - door de beperkte diversiteit van de verbindingen een eerder beperkt aantal passagiers en/of vracht verwerkt. De structuurbepalende elementen voor de luchthaven van Oostende zijn de volgende. - De luchthaven van Oostende beschikt over een startbaan en accommodatie die geschikt zijn voor alle typen van vliegtuigen. - De bestaande infrastructuur van een beperkt niveau (start- en landingsbanen met beperkte capaciteiten, taxiways, vliegtuigparkings, platformen en vrije ruimten, gebouwen, hangars, inschepingspieren, controletoren, uitrusting (bebakening, verlichting,...). - De ontsluitingsvoorzieningen op provinciaal niveau (wegen op provinciaal en stedelijk niveau, stedelijke openbaar-vervoersvoorzieningen). - Een specifieke en beperkte ruimtevraag vanuit luchthaven- en luchtvaartgebonden voorzieningen en bedrijvigheden die afhankelijk is van de aard van de regionale luchthaven (eventuele onderhoudsbedrijven voor vliegtuigen, voor vliegtuigmotoren, koerierbedrijven (luchtvaart), cargo-handling bedrijven en dergelijke, evenals bepaalde vormen van toeleveringsbedrijven en bijhorende kantoren). In het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen wordt gesteld dat de ontwikkeling van een luchthavengebonden bedrijventerrein zinvol is om de ontwikkeling van luchtvrachten en de mogelijkheden voor vliegtuigonderhoud te benutten. De optimalisering kan uitbreiding inhouden van de luchthavengebonden activiteiten. Dit kan uitdrukkelijk worden onderzocht in het kader van de afbakening van het stedelijk gebied en in het kader van de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan voor de zeehaven, doch steeds binnen de oppervlakte van de op het gewestplan voorziene bedrijventerreinen. De inrichting van de luchthaven wordt vastgelegd in het afbakeningsplan van het stedelijk gebied Oostende. Oostende in het stedelijk en toeristisch-recreatief netwerk De Vlaamse Kust De Kust neemt als toeristisch recreatief netwerk in Vlaanderen het belangrijkste aandeel van het verblijfstoerisme en dagtoerisme voor zijn rekening. Op Vlaams niveau wordt de Kust als stedelijke netwerk geselecteerd omwille van de toeristischerecreatieve voorzieningen en potenties van nationale betekenis, de aanwezigheid van stedelijke gebieden op korte afstand en een natuurlijke structuur van internationale betekenis die zich uitstrekt van het noorden van Frankrijk tot in Nederland. - De rol van dit gebied ligt vooral in de kustgebonden toeristisch-recreatieve ontwikkeling. Daarnaast is de transportfunctie, in het bijzonder de maritieme transportfunctie rond de poorten belangrijk. - Bij de uitwerking van een stedelijk netwerk moeten ontwikkelingsperspectieven worden uitgewerkt, zowel voor de stedelijke gebieden als het buitengebied en dat in sterke onderlinge samenhang. Het stedelijk netwerk is daarbij niet één aaneengesloten stedelijk gebied, maar het betreft een ruimtelijk beleidskader met een belangrijke plaats en rol voor de structuurbepalende functies van het buitengebied binnen het stedelijk netwerk. De potenties van het stedelijk netwerk Kust moeten op een zodanige wijze worden benut dat de bestaande natuurlijke en agrarische structuur in hun ontwikkeling worden versterkt. De uitwerking van de stedelijke netwerken op Vlaams niveau gebeurt door het Vlaams Gewest. Bij de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Oostende zal specifieke aandacht gevraagd worden voor de positie van het stedelijk gebied in het netwerk van de Vlaamse Kust zonder dat hiervoor het volledige ontwikkelingsperspectief van het stedelijk netwerk zal worden uitgewerkt. Hoogwaardige aansluiting van het regionaalstedelijk gebied Oostende op de hoofdinfrastructuur in Vlaanderen Het regionaalstedelijk gebied Oostende wordt op een hoogwaardige wijze aangesloten op de hoofdinfrastructuur in Vlaanderen. Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 16 van 85
17 Het IC-station van Oostende is geselecteerd als hoofdstation en structuurbepalend voor de stad en haar omgeving. De spoorverbindingen Brussel-Oostende en Oostende-Brugge-Kortrijk-Rijsel worden geselecteerd als deel uitmakend van het hoofdspoorwegennet voor personenvervoer. De zeehaven van Oostende is minder goed aangesloten op het internationale waterwegennet van het hinterland. Het kanaal van Oostende naar Brugge heeft immers slechts een gabariet van klasse V (tot 2000 ton) maar kan toch worden beschouwd als hoofdwaterwegennet. De volgende wegen zijn onderdeel van het TEN en als hoofdweg geselecteerd: - A10: van A18 (Jabbeke) tot R0 (Brussel) (E40) - A18: van A10 (Jabbeke) naar Duinkerke (E40) Er wordt geopteerd de AX niet te verlengen tussen N31 (Brugge-Blauwe Toren) en A18/E40 (Jabbeke). De afwikkeling van het toeristisch verkeer van en naar de oostkust tussen Oostende en Zeebrugge via de als primair II geselecteerde wegen N377 (Jabbeke-N9), N9 (Bredene-Brugge) en de N371 (Blankenberge-Blauwe Toren) wordt verbeterd door specifieke maatregelen. De volgende wegen zijn als primair I geselecteerd: - A10: van A18 (Jabbeke) tot R31 (Oostende-rondpunt) De volgende wegen zijn als primair II geselecteerd: - R31 - N377 van aansluiting 6A10 (Jabbeke) tot N9 (Vijfwege) - N9 van AX (Brugge) tot N316 (Bredene) - N33 van aansluiting 5A18(Gistel) tot N341 (Oostende) - N341 van N33 (Oostende) tot N318 (Oostende-luchthaven) Het groot aaneengesloten gebied van het buitengebied bepalend voor de ontwikkeling van het regionaalstedelijk gebied Oostende Binnen het regionaalstedelijk gebied Oostende moet er ruimte voorzien worden voor stedelijke natuurelementen, randstedelijke groengebieden en stedelijk landbouwgebieden. Stedelijke natuurelementen hebben verschillende functies: een ecologische, een esthetische, een sociale en een psychologische functie en zij zijn bovendien stadslandschapvormend In de stedelijke landbouwgebieden wordt een onderscheid gemaakt tussen (ingesloten) gebieden voor de professionele landbouw en de gebieden met een hobbyland- en tuinbouw in de meer recreatieve sfeer. Ten zuiden van het stedelijk gebied Oostende ligt een groot aaneengesloten gebied van het buitengebied dat in belangrijke mate de ruimtelijke structuur van Vlaanderen bepaalt. Natuur en landbouw komen er samen voor. De open, brakke kreken in Oostende zijn restanten van oude zeedoorbraken en -geulen of oude lopen van getijrivieren. Het zijn, samen met de vaarten en wateringen, de overblijvende open waters van het voormalige waterrijke kustgebied. Ze hebben een eigen structuur en waterkwaliteit en maken deel uit van de natuurlijke structuur op Vlaams niveau. De provincie West-Vlaanderen bevat met 30% het grootst aantal landbouwbedrijven in Vlaanderen. De gemeenten in de omgeving van Oostende beschikken in verhouding tot hun grootte, over veel landbouwgronden in de open polders. Voor de kustmilieus als onderdeel van de natuurlijke structuur worden gebiedsspecifieke ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven opgegeven. Omwille van de zware druk op de waardevolle ecosystemen van het kustmilieu moeten de ecologische waarden van het kustgebied optimaal worden versterkt. Dit houdt in dat bijvoorbeeld: - de bestaande natuurgebieden worden uitgebreid - de relatie tussen strand en duinen en de erachter liggende polders bijzondere aandacht krijgt - het strand gelegen in de omgeving van natuurgebieden kan afgesloten worden voor recreatie - de gevolgen van waterwinning op de natuurwaarden en de mogelijke alternatieven worden onderzocht en geëvalueerd. Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 17 van 85
18 1.2. Concrete uitgangspunten voor het afbakeningsproces De algemene doelstellingen van het RSV voor de regionaalstedelijke gebieden in Vlaanderen, werden bij de start van het afbakeningsproces geconcretiseerd voor het regionaalstedelijk gebied Oostende en vooropgesteld als richtinggevend kader voor de verdere uitwerking vanuit het Vlaamse Gewest. Het betreft: - een kwantitatieve taakstelling inzake het opvangen van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden - een kwantitatieve taakstelling inzake bijkomende zoneringen voor bedrijventerreinen - de grensstellende elementen van het buitengebied die vanuit het Vlaams niveau aan de stedelijke ontwikkeling worden gesteld De taakstelling inzake bijkomende woongelegenheden De taakstelling is afgeleid uit de opties van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, en wordt in het afbakeningsproces meegegeven als een kwantitatieve optie inzake het te realiseren aanbod aan woningbouw tot 2007 voor het stedelijk gebied. Deze taakstelling kan echter niet opgevat worden als een verplicht minimaal aantal te realiseren woongelegenheden binnen het stedelijk gebied. In een confrontatie met de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur voor het regionaalstedelijk gebied Oostende, moet onderzocht worden in hoeverre deze taakstelling op kwalitatieve wijze kan opgenomen worden in het betreffende gebied. In het voorstel van afbakening kan een deel van de taakstelling concreet ingevuld worden binnen het actieprogramma. In West-Vlaanderen moeten in de planperiode ca bijkomende woongelegenheden opgevangen worden. In het RSV is bovendien bepaald dat in de provincie West-Vlaanderen min. 67% van de bijkomende woongelegenheden te realiseren is in het totaal van de stedelijke gebieden en max. 33% in het buitengebied in de provincie. Vertrekkende vanuit deze basisgegevens uit het RSV heeft Afdeling Ruimtelijke Planning de sectorale taakstellingen voor de grootstedelijke en regionaalstedelijke gebieden in samenhang met elkaar bepaald. Enkel op deze wijze wordt gegarandeerd dat de taakstelling voor dit ene stedelijk gebied, het realiseren van 60% van de bijkomende woongelegenheden in de totaliteit van de stedelijke gebieden in Vlaanderen niet hypothekeert. Op basis van hypothetische modellen kende de Afdeling Ruimtelijke Planning een benadering van het aantal bewoonde woongelegenheden in 1991 in elk stedelijk gebied. De verdeling van het aantal bijkomende woongelegenheden in de periode over de verschillende stedelijke gebieden is vervolgens bepaald op basis van twee scenario's: - scenario 1: doorrekening op niveau provincie op basis van het bestaande aandeel bewoonde woongelegenheden in 1991 van het stedelijk gebied Oostende t.o.v. het totale aantal bewoonde woongelegenheden in het geheel van de stedelijke gebieden in de provincie wordt berekend. - scenario 2: doorrekening op niveau arrondissement op basis van een doorrekening op niveau van het arrondissement (zoals berekend in het deel prognose van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen). Migraties tussen de verschillende arrondissementen worden dus ingecalculeerd. Het resultaat van deze berekeningen - de taakstelling voor het regionaalstedelijk Oostende op basis van beide scenario s - is opgenomen in volgende tabel. Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 18 van 85
19 Tabel 1: taakstelling bijkomende woongelegenheden voor stedelijk gebied Oostende volgens twee scenario s Taakstelling stedelijk gebied Oostende Scenario 1: doorrekening niveau provincie Scenario 2: doorrekening niveau arrondissement Deze taakstelling wordt niet in absolute zin gesteld. Tijdens het afbakeningsproces zal er een voortdurende terugkoppeling nodig zijn tussen: - de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur en afbakening van het stedelijk gebied - de reeds gerealiseerde en geplande projecten inzake bijkomende woningbouw in de planperiode de (nog) beschikbare voorraad aan mogelijkheden voor bijkomende woongelegenheden (verdichtings- en inbreidingsmogelijkheden binnen het stedelijk weefsel, uitbreidingsmogelijkheden in de bestaande bestemmingszones binnen de hypothese van afbakening) - de behoefte aan van eventuele bijkomende bestemmingen voor woningbouw en wenselijkheid t.o.v. de grensstellende elementen Bovendien moet hierbij ook de kwalitatieve differentiatie van het bijkomende woonaanbod in ogenschouw genomen worden, afhankelijk van de prioritaire doelgroepen van het woonbeleid voor het stedelijk gebied De kwantitatieve taakstelling inzake bijkomende zoneringen voor bedrijventerreinen Voor de vraag naar ruimte voor economische activiteiten zijn prognoses gemaakt voor Vlaanderen met gegevens over secundaire en tertiaire economische sectoren. De kwantitatieve taakstellingen voor bijkomende bedrijventerreinen is vastgelegd door confrontatie van deze vooruitberekende vraag aan bedrijventerreinen aan het reeds bestemde maar nog niet benutte oppervlakte aan bedrijventerreinen. De vraag naar oppervlakte voor bedrijventerreinen en het beschikbare aanbod zijn niet gelijkmatig gespreid over Vlaanderen. Om het principe van gedeconcentreerde bundeling te bewaken is de ongelijkmatige spreiding tussen de provincies vastgelegd in de bindende bepaling van het RSV. In West-Vlaanderen kan in de planperiode maximaal ha bijkomend bedrijventerrein bestemd worden in de periode , waarvan vooropgesteld wordt dat 526 ha als effectief te realiseren en 978 ha als reserveterrein af te bakenen is. Uit de Vlaamse gegevens van de tewerkstelling per gemeente bleek dat in 1991 de economische activiteiten voor 80% plaatsvinden in de economische knooppunten (waaronder de stedelijke gebieden) plaatsvinden. De gemeenten van het buitengebied bevatten 20% van de economische activiteiten uitgewerkt naar tewerkstelling. Het behouden en versterken van de bestaande concentratie is in het beleid opgenomen in de bindende bepalingen: de provincie kan een grotere concentratie voorstellen maar geen grotere spreiding. Deze verhoudingen zijn per provincie verschillend zoals ook de vraag ongelijkmatig is tussen provincies. Dus zijn per provincie de minimale en de maximale verhouding vastgesteld. Voor West-Vlaanderen is vastgesteld dat min. 76% tot max. 81% in de economische knooppunten moet voorzien worden, en min. 19% tot max. 24% in het buitengebied. Aldus zijn twee scenario s mogelijk in de provincie West-Vlaanderen: maximale verhouding van 81%-19% en minimale verhouding van 76%-24%. Vanuit het Vlaams niveau worden beide berekeningen uitgevoerd en gehanteerd als het plafond voor de kwantitatieve taakstelling voor bedrijventerreinen. Het aandeel tewerkstelling op bedrijventerreinen per gemeente in 1994 vormt het uitgangspunt (wegingsfactor) voor de verdeling van de behoefte aan bijkomende bedrijventerreinen naar het geheel van de economische knooppunten en tussen de economische knooppunten onderling. Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 19 van 85
20 De taakstelling van gemeenten deels of geheel gelegen in het stedelijk gebied Oostende is weergegeven in onderstaande tabel. Dit is het totaal van bijkomende oppervlakte voor economische activiteiten van 1994 tot Binnen de taakstelling zal enerzijds een deel van de af te bakenen oppervlakte moeten gaan voor regionale en lokale bedrijventerreinen binnen de afbakening van het stedelijk gebied. Anderzijds moet een deel van de af te bakenen oppervlakte gaan naar die delen van de gemeenten buiten de afbakening (lokale bedrijventerreinen aan de kernen door de provincie geselecteerd worden als hoofddorp, zonering van zonevreemde bedrijven). Deze kwantitatieve taakstelling is een richtplafond en kan pas definitief worden vastgesteld tijdens het afbakeningsproces. Tabel 2: taakstelling bedrijventerreinen voor gemeenten deels of geheel gelegen in het stedelijk gebied Oostende Provinciale verhouding scenario 76% scenario 81% Af te bakenen bedrijventerreinen 29 ha 35 ha De taakstelling voor bedrijventerreinen heeft een invalshoek die zowel kwalitatief als kwantitatief is. Om van de berekende kwantitatieve taakstelling naar een definitieve taakstelling te komen, zijn meerdere terugkoppelingen nodig in het afbakeningsproces. De volgende aspecten zijn minimaal noodzakelijk en zijn onderling onlosmakelijk verbonden om tot een definitieve taakstelling te komen: - Welke oppervlakte bedrijventerreinen is bestemd van 1994 tot op heden? Aangezien de taakstelling de bijkomende oppervlakte aan bedrijventerreinen weergeeft vanaf 1994 is het noodzakelijk te onderzoeken welke bedrijventerreinen (dmv gewestplanwijzigingen, BPA s) aan het juridisch aanbod werden onttrokken en/of extra werden bestemd. Bestemmingswijzigingen binnen het af te bakenen havengebied moeten hierbij niet worden in rekening gebracht aangezien deze niet opgenomen zijn in de taakstelling voor het regionaalstedelijk gebied Oostende. - Overheveling stedelijk gebied naar delen buiten stedelijk gebied Zoals hoger beschreven bevat de kwantitatieve taakstelling een aantal gemeenten met delen binnen en delen buiten het stedelijk gebied. Het probleem stelt zich bij gemeenten waarvan kernen gelegen zijn in het buitengebied omdat deze niet als het stedelijk gebied worden geselecteerd. Indien deze kernen door de provincie geselecteerd worden als hoofddorpen, zullen hun economische activiteiten zich kunnen ontwikkelen op lokale bedrijventerreinen. De oppervlakte van dergelijke lokale bedrijventerreinen is opgenomen in de kwantitatieve taakstelling van het stedelijk gebied zoals gegeven in bovenstaande tabel. - Afstemming tussen afbakeningsproces regionaalstedelijk gebied en afbakeningsproces havengebied : Het (nog af te bakenen) zeehavengebied zit niet vervat in de vooropgestelde taakstelling inzake bijkomende bedrijventerreinen in het regionaalstedelijke gebied. In het afbakeningsproces van het havengebied zal aangegeven moeten worden welke delen van de oppervlakte reeds voorzien in het gewestplan (industrie en KMO s & ambachtelijke bedrijvigheid) voor zeehavenactiviteiten en welke delen als toekomstig (watergebonden, luchthavengebonden) regionale bedrijventerreinen. - Hypothese gewenste ruimtelijke structuur : Vanuit voorgaande elementen kan worden vermoed dat binnen het regionaalstedelijk gebied Oostende geen (significante) oppervlakte aan bijkomende bedrijventerreinen zal moeten worden aangegeven (zie volgend punt). In functie van de hypothese gewenste ruimtelijke structuur is het belangrijk te onderzoeken in hoeverre de bestemde bedrijventerreinen reeds werden ontwikkeld, of een verdere specialisatie van deze bedrijventerreinen (als kleinhandelszone, transport- en distributiezone, ) gewenst is. Dossier: Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende ONTWERP Versie A Pagina 20 van 85
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST
Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel
Nadere informatieKaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV)
Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 2: Selectie economische knooppunten en economisch netwerk (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 3: Planningsprocessen
Nadere informatieGEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN. GEMEENTE LUBBEEK Provincie Vlaams-Brabant
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN Gellenberg 16 Tel.: 016 47 97 30 Fax: 016 47 97 01 GEMEENTE LUBBEEK Provincie Vlaams-Brabant KAARTENBUNDEL Dossiernr.: 003357 Projectnr.: 07/3357 Versie: F juni 2009
Nadere informatieEen blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen
Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Afdeling ruimtelijke planning Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen 1. Krijtlijnen
Nadere informatieDeel 4: Bindend gedeelte
Deel 4: Bindend gedeelte Inhoudsopgave 5.6 Uitbouw van functionele en toeristisch-recreatieve wandel- en fietsnetwerken... 9 6 Actieprogramma s en stimulansen... 10 6.1 Verordeningen en financiële maatregelen
Nadere informatieeen plek op de luchthaven economie en ruimte om te ondernemen
een plek op de luchthaven economie en ruimte om te ondernemen START colloquium ruimte om te ondernemen ruimte om te on ndernem men STA ART collo oquium Een plek op de luchthaven Vlaams beleidskader d =
Nadere informatieAfbakening regionaalstedelijk gebied Oostende
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening regionaalstedelijk gebied Oostende Bijlage III Toelichtingsnota tekst colofon Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement
Nadere informatieMelle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Definitief ontwerp Kaartenbundel richtinggevend gedeelte september 2011 Gent 20-02-2008 Ontwerpteam: Annelies De Clercq Cindy Van Caeneghem port arthurlaan 11!
Nadere informatieActualisatie en gedeeltelijke herziening. Informatie- en inspraakvergadering
Actualisatie en gedeeltelijke herziening Informatie- en inspraakvergadering Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen? - is geen bestemmingsplan - bevat geen informatie over individuele percelen Ruimtelijk Structuurplan
Nadere informatiePROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk
Nadere informatieGemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare. In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare. Bindend gedeelte
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Knesselare In opdracht van : Gemeentebestuur van Knesselare Bindend gedeelte Inhoud 1 RUIMTELIJKE KERNBESLISSINGEN VAN UIT DE GEWENSTE DEELSTRUCTUREN... 2 1.1 RUIMTELIJKE
Nadere informatieGEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE. ONTWERP GRS Bindend deel
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ASSENEDE ONTWERP GRS Bindend deel Identificatienummer : 104792414/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 21.05.2007 Voorontwerp GRS 2007 jpa 20.03.2008 Ontwerp
Nadere informatieBesluit van de Deputatie
3e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,
Nadere informatieVeurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)
Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters
Nadere informatieBijlage III. De bespreking van deze deelgebieden is hieronder weergegeven.
Bijlage III De N43 is een belangrijk structuurbepalend element in de ruimte tussen Gent en Kortrijk, en situeert zich als historische ontwikkelingsas tussen de oude as van de Leie en de nieuwe as van de
Nadere informatieAFBAKENING VLAAMS STEDELIJK GEBIED ROND BRUSSEL
AFBAKENING VLAAMS STEDELIJK GEBIED ROND BRUSSEL Onderzoek en overleg voor afbakening in nieuwe fase Op 11 mei 2007 heeft de Vlaamse Regering een tussentijdse beslissing genomen over de afbakening van het
Nadere informatieBesluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei
Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel
Nadere informatieOostende - Middenkust
Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met
Nadere informatieRichtinggevend gedeelte
116/183 43-03/26000512 DEEL 3 Richtinggevend gedeelte Leeswijzer In het voorgaande informatief gedeelte werd een analyse van de bestaande ruimtelijke structuur gemaakt door vanuit een globale en sectorale
Nadere informatieN16 Scheldebrug Temse-Bornem
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage III: toelichtingsnota tekst colofon Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement RWO - Ruimtelijke Planning Phoenixgebouw
Nadere informatieProvincieraadsbesluit
directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve
Nadere informatieStructuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne
PRESENTATIE GRS Herne Wat komt aan bod: Wat is een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan? Hoe past het gemeentelijk structuurplan in het structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse overheid?
Nadere informatieRUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016
RUP Kanaalzone West Wielsbeke Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Welke plannen worden vervangen? Situering van het plangebied Hoger beleidskader
Nadere informatie13/ / Informatief deel
13/183 43-03/26000512 DEEL 2 Informatief deel Leeswijzer Het is de bedoeling dat het informatief gedeelte de bestaande ruimtelijke structuur van de gemeente schetst, met inbegrip van de ruimtelijk relevante
Nadere informatie13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter
13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 84 A Relatie met het afbakeningsproces In de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur van het regionaalstedelijk
Nadere informatieDE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;
Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet
Nadere informatieantwoord op de uitgebrachte adviezen van de screeningsnota
antwoord op de uitgebrachte adviezen van de screeningsnota RUP Koeisteerthofdreef stad Mortsel februari 2010 NOTA Inhoud 1. Inleiding... - 3-2. Advies provincie Antwerpen... - 3-3. Advies Agentschap R-O
Nadere informatieregionaal en specifiek regionaal watergebonden bedrijventerrein Zwartenhoek te Ham
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan regionaal en specifiek regionaal watergebonden bedrijventerrein Zwartenhoek te Ham openbaar onderzoek van 25 mei 2009 tot en met 23 juli 2009 informatievergadering
Nadere informatieRuimtelijk rendement op het platteland: creatief binnen de grenzen. Inspiratiemoment Herbestemmen op het platteland - 2 december 2016
Ruimtelijk rendement op het platteland: creatief binnen de grenzen Inspiratiemoment Herbestemmen op het platteland - 2 december 2016 Inhoud Ruimtelijk rendement Zonevreemd Ruimtelijk beleid Agrarische
Nadere informatieRuimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen
Provinciale ruimtelijke beleidsvisie Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen Goedgekeurd deputatie 24.04.2008 DOELSTELLING STAND VAN ZAKEN KADER Doel van de beleidsnota (1) Visie op grootschalige
Nadere informatieToelichting bij de gedeeltelijke herziening van het. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. (12 december 2003) Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Toelichting bij de gedeeltelijke herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (12 december 2003) Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Voorwoord Deze brochure maakt u bondig wegwijs in de herziening
Nadere informatiePROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-
Nadere informatieDE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse
Nadere informatieGemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem
Gemeente Kruishoutem Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Ontwerp Bindend gedeelte Uitgave Datum 1 november 2004 2 februari 2005 3 mei 2005 4 oktober 2005 5 april 2006 Studiebureau VDS b.v.b.a.
Nadere informatieGEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ZELZATE ONTWERP COLOFON Opdracht: Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Zelzate Opdrachtgever: Gemeentebestuur Zelzate Grote Markt 1 9060 Zelzate Opdrachthouder: SORESMA
Nadere informatieruimtelijk structuurplan provincie Limburg richtinggevend gedeelte richtinggevend gedeelte
richtinggevend gedeelte Deel I: visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling informatief gedeelte richtinggevend gedeelte I II III IV V bindend gedeelte deel I. visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling
Nadere informatieRUP Leestenburg Brugge
DIENST RUIMTELIJKE ORDENING SECTOR UNESCO RUP Leestenburg Brugge Bewonersvergadering conferentiezaal stadhuis 30/09/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied
Nadere informatiegewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Definitief Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk
Nadere informatieADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN
ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. ALGEMENE BEOORDELING... 3 III. UITGEBREID PLANNINGS-
Nadere informatiestartnota PRUP SPG RECONVERSIE MILITAIRE BASIS KOKSIJDE
startnota PRUP SPG RECONVERSIE MILITAIRE BASIS KOKSIJDE inhoud 01 VOORGESCHIEDENIS 02 WAT IS EEN STARTNOTA? 03 VAN ONTWERPEND ONDERZOEK TOT BESTEMMINGSPLAN 04 PARTICIPATIE startnota PRUP SPG RECONVERSIE
Nadere informatieAfbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk
Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Definitieve vaststelling Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk Bijlage III: Toelichtingsnota (tekst) Inhoudstafel Colofon samenstelling Ministerie van de
Nadere informatieGemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare
Provincie Oost-Vlaanderen Arrondissement Dendermonde Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Berlare Bindend gedeelte Studiebureau VDS b.v.b.a. 2 Gemeente Berlare Gemeentelijk Ruimtelijk
Nadere informatieUITGANGSPUNTEN UITDAGINGEN WONEN ECONOMIE STEDELIJKE VOORZIENINGEN OPEN RUIMTE LANDBOUW Bruto -taakstelling
UITDAGINGEN WONEN Bruto -taakstelling Aftopping buitengebied (max.groeiwvl + groeirwm) 2012-2017 2017-2022 1118 583 stedelijk gebied Buitengebied stedelijk gebied Buitengebied 803,36 314,64 418,92 164,08
Nadere informatieProvincieraadsbesluit
directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas
Nadere informatieRUIMTELIJK STRUCTUURPLAN. GEMEENTE KAMPENHOUT Provincie Vlaams-Brabant
Weesbeek RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN Gemeentehuisstraat 16 Tel.: 016 65 99 22 Fax: 016 65 69 58 GEMEENTE KAMPENHOUT Provincie Vlaams-Brabant ONTWERP - KAARTENBUNDEL Dossiernr.: 00.2872 Projectnr.: 07/2872
Nadere informatieRUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015
RUP Hernieuwenburg Wielsbeke Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied Aanleiding aan te pakken ruimtelijke vraagstukken
Nadere informatiePROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN
PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN " Afbakening kleinstedelijk gebied Waregem op het grondgebied Zulte " Deel 2: Grafisch plan Stedenbouwkundige voorschriften mei 2012 Deel 2: Grafisch plan en stedenbouwkundige
Nadere informatieInhoud mei 2004 Globale toekomstvisie Schematische weergave kaart 1 Gewenste natuurlijke en landschappelijke structuur Schematische weergave kaart 2 Gewenste agrarische structuur Schematische weergave
Nadere informatieGEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS. ONTWERP GRS Bindende bepalingen
GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN SINT - LAUREINS ONTWERP GRS Bindende bepalingen Identificatienummer : 00287314/kja Datum Status/beschrijving revisie Paraaf 15.11.2002 Voorontwerp GRS 2002 10.02.2004
Nadere informatieGemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel
Gemeente Wuustwezel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kaartenatlas Informatief en richtinggevend deel Dossier WUU582 Opdrachtgevend bestuur: Gemeentebestuur van Wuustwezel November 2006 Provincie Gemeente
Nadere informatieRUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HECHTEL-EKSEL KAARTENBUNDEL
Provincie Limburg Arrondissement Maaseik Gemeente Hechtel-Eksel RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN HECHTEL-EKSEL KAARTENBUNDEL november 2006 Gemeente Hechtel-Eksel Don Boscostraat 5 3940 Hechtel-Eksel Tel: (011)
Nadere informatieDE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;
Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex
Nadere informatiestationsomgeving Gent Sint-Pieters - Koningin Fabiolalaan
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan stationsomgeving Gent Sint-Pieters - Koningin Fabiolalaan informatievergadering 7 maart 2006 openbaar onderzoek van 27 februari 2006 tot 27 april 2006 1 inhoud toelichting
Nadere informatieRUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent
RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen
Nadere informatieKortrijk. 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77)
Kortrijk 1. Reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding (KB 4/11/77) 1082 De gebieden die als "reservegebieden voor beperkte industriële uitbreiding" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van
Nadere informatieGemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan De Pinte Bindende Bepalingen Technum Afdeling Ruimtelijke Planning Leiepark 18 9051 Gent T 09 240 09 11 F 09 240 09 00 INHOUD 1 OPVOLGING, OVERLEG EN SAMENWERKING...
Nadere informatieInhoudstafel INLEIDING...2
ontwerp ruimtelijk structuurplan Turnhout Inhoudstabel Inhoudstafel INLEIDING...2 DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE...8 INLEIDING: ANALYSE VAN DE RUIMTELIJKE CONTEXT...11 HOOFDSTUK I: SITUERING & GESCHIEDENIS...12
Nadere informatieStedenbouwkundige aspecten van de ontwikkeling voor Gent Sint Pieters
Stedenbouwkundige aspecten van de ontwikkeling voor Gent Sint Pieters De aanleiding Gent Sint-Pieters en omgeving einde jaren 90 vanuit stedenbouwkundig oogpunt Knooppunt openbaar vervoer met groeiverwachtingen
Nadere informatieISTRUCTUURPLAN GLABBEEK
STRUCTUURPLAN GLABBEEK Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Glabbeek Dit plan werd opgesteld onder de verantwoordelijkheid van: (voor ARCADIS Gedas) Gezien en definitief vastgesteld door de Gemeenteraad
Nadere informatieDOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD
DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD Situering van het dossier Bevoegd lid college 5 schepen E. Gryson Dienst technische dienst Volgnummer dossier Onderwerp Stedenbouw en ruimtelijke ordening. Ontwerp Ruimtelijk
Nadere informatieVLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,
VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische
Nadere informatiesituering van de gebieden
situering van de gebieden provincie oost-vlaanderen - project gentse kanaalzone - kaart 1 koppelingsgebieden in onderzoek 0 0,5 1,5km basis: hypothese van de gewenste ruimtelijke structuur kanaalzone OMGEVING
Nadere informatieGEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE
GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GRS GAVERE - BINDEND GEDEELTE 1 INHOUD 1. VOORSTEL BINDENDE BEPALINGEN 3 1.1. RUIMTELIJKE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR 3 1.2. RUIMTELIJK-ECONOMISCHE
Nadere informatiePROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN
PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 maart 2011 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Koen Helsen Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 4/7 Uitvoering RSPA : PRUP Kievermont Geel voorlopige
Nadere informatieAfbakening grootstedelijk gebied Antwerpen
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen
Nadere informatieAfbakening regionaalstedelijk gebied Brugge Voorstel van afbakening
Opdrachtgever: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Kaart 2: Overzicht BPA's Opdrachthouder: schaal: 1/100000 146 154 2 4 1 5 1 3 150 145 140 89 135 111 152 83 45 77 101 11 2 10 32 2 144 31 123 21 303
Nadere informatieprovinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan
provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan LEEMSTRAAT Hoogstraten Stedenbouwkundige voorschriften Ruimtelijke planner: Peter Peeters Dienst Ruimtelijke Planning Gezien en definitief vastgesteld door de provincieraad
Nadere informatieGemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Opwijk, herziening Gemeente Opwijk
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Opwijk, herziening Gemeente Opwijk Projectnummer: 43-03/26000512 2/183 43-03/26000512 OPDRACHTGEVER Gemeente Opwijk Marktstraat 55 1745 Opwijk Ann Van Damme Rony Willems
Nadere informatieVlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,
Vlaamse Regering Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet
Nadere informatieAfbakening grootstedelijk gebied Antwerpen
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen
Nadere informatieRUIMTELIJKE VISIE REGIO LEIE & SCHELDE. Griet Lannoo Brussel, BRV partnerforum 16 maart 2017
RUIMTELIJKE VISIE REGIO LEIE & SCHELDE Griet Lannoo Brussel, BRV partnerforum 16 maart 2017 Regio van 13 gemeenten KORTRIJK I N T E R C O M M U N A L E L E I E D A L 2 1910 Waregem Kortrijk Menen 1940
Nadere informatieGemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat. september 2011, ontwerp 1
Gemeente Wevelgem Ruimtelijk Uitvoeringsplan 7-1 Marremstraat september 2011, ontwerp 1 Colofon Formele procedure Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500
Nadere informatieVLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,
VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische
Nadere informatie12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur
121/183 43-03/26000512 12 Conceptuele benadering van de ruimtelijke structuur De beschreven visie wordt vertaald in een ruimtelijk concept voor Opwijk. Concepten zijn de ruimtelijke vertaling van de visie.
Nadere informatiep r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college
2015-04-16 p r o v i n Directie Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat 10 3700 TONGEREN Dienst Ruimtelijke Planning en Beleid Geacht college Betreft: uw verzoek tot raadpleging
Nadere informatiePROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN WEST-VLAANDEREN Tweede partiële herziening
PROVINCIAAL RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN WEST-VLAANDEREN Tweede partiële herziening Voorontwerp Oktober 2018 Colofon dienst ruimtelijke planning Koning Leopold III laan 41 BE 8000 Brugge tel +32 50 40 35
Nadere informatieProvinciale Directie Dienst Ruimtelijke planning en mobiliteit
Provinciale Directie Dienst Ruimtelijke planning en mobiliteit ROGS/01-9/PAUKVDV BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 september 1997
Nadere informatieIn opdracht van Gemeentebestuur Maldegem. Bindend gedeelte. Studiebureau Vansteelandt bvba
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Maldegem In opdracht van Gemeentebestuur Maldegem Bindend gedeelte december 2005 Studiebureau Vansteelandt bvba Stationsstraat 3a 9810 Eke (Nazareth) tel: 09/243 81
Nadere informatieRUP. Katwilgweg TOELICHTINGSNOTA BIJLAGEN
RUP Katwilgweg TOELICHTINGSNOTA BIJLAGEN December 2010 COLOFON Projectleider Maud Coppenrath Ontwerper Arcadis Belgium Programmaleider Katlijn Van der Veken Planologisch ambtenaar Frank de Bruyne Secretariaat
Nadere informatieVLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,
VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische
Nadere informatiePLANNING ALS MEERVOUDIGE OPDRACHT IN DE DEMERVALLEI
Wouter Pattyn SYMPOSIUM DEMERVALLEI PLANNING ALS MEERVOUDIGE OPDRACHT IN DE DEMERVALLEI drv afdeling Gebieden en Projecten Jana Van Hoyweghen Gerard Stalenhoef www.ruimtevlaanderen.be departement Ruimte
Nadere informatieHerziening GRS Dendermonde
Herziening GRS Dendermonde Toelichting deelkern Appels 5 december 2011 Openbaar onderzoek 31 oktober tot 29 januari 2011 1 Inleiding Tweede toelichtingsronde Alle opmerkingen zijn bekeken en overwogen
Nadere informatiePRUP site Braem nv Handel in/van onderdelen en tweedehandsvrachtwagens te Handzame (Kortemark)
Toelichting ontwerp PRUP site Braem nv Handel in/van onderdelen en tweedehandsvrachtwagens te Handzame (Kortemark) Infoavond 13 december 2016 Algemene toelichting i.k.v. voorlopige vaststelling door provincieraad
Nadere informatiekleine amer L52 L54 kalfort dienstverleningszone infrastructuurelement recreatiepool polder (natuurverwevingsgebied) natuur- en boscomplex
antwerpen rupel leuk ruisbroek sint-niklaas kleine amer schoorveld N16 L52 sauvegarde puurs centrum L54 kalfort gorrebroek mechelen liezele A12 breendonk brussel centrumgebied hoofddorp type I secundaire
Nadere informatieOvereenkomst treedt in werking na start realisatie LAR-Zuid en operationalisering Groenfonds
PLANNEN VAN AANPAK dinsdag 19 januari 2016 AANLEIDING Samenwerkingsovereenkomst met Natuurpunt (8 december 2014) Drie projectgebieden ter compensatie van LAR-Zuid Groenfonds Relatie tussen de plannen van
Nadere informatiegewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Mechelen Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Mechelen Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied
Nadere informatieRICHTINGGEVEND DEEL RSTRUCTUURPLAN GLABBEEK
RICHTINGGEVEND DEEL LEGENDE netwerk van valleigebieden: groene dragers van de open ruimte open ruimte gebied structurerend voor natuur en landschap structureel landbouwgebied structureel landbouwgebied
Nadere informatieDe haven van Oostende, energie haven
De haven van Oostende, energie haven Evy Copejans Vlaams Instituut voor de Zee De haven van Oostende is een kleine maritieme haven, gelegen in één van de grootste en belangrijkste havengebieden ter wereld,
Nadere informatieSint-Truiden - Tongeren
Sint-Truiden - Tongeren 1. Reservegebieden voor industriële uitbreiding (KB 5/04/77) 1080 De gebieden die als reservegebieden voor industriële uitbreiding zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de Staat,
Nadere informatieInformatiemoment PRUP Camping Ter Hoeve (De Panne) Infomoment 6 februari 2019
Informatiemoment PRUP Camping Ter Hoeve (De Panne) Infomoment 6 februari 2019 Algemeen - Wat is een Provinciaal Ruimtelijk UitvoeringsPlan (PRUP)? - een plan dat een bepaalde bestemming vastlegt waardoor
Nadere informatieIngevolge de wet op de ruimtelijke ordening en stedenbouw dd. 29 maart Nog steeds hét juridisch planninginstrument in Watou
Structuurplan "De Watounaar" Bewonersplatform Watou. Ruimtelijke Ordening Watou. De diverse planinstrumenten van toepassing op het grondgebied van Poperinge. Ingevolge de wet op de ruimtelijke ordening
Nadere informatieProvincie Vlaams Brabant
156 Provincie Vlaams Brabant OPEN RUIMTE Open ruimte is de zuurstof van onze ruimte. Het is dus een kostbaar goed, dat we moeten beschermen. Voor de Visienota Ruimte betekent dit dat we de verdere inname
Nadere informatieGemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan. Deel 3 : bindende bepalingen. F:\2001\042\Inh\GRS\VO_OW\ _OW_BG1_LCR.doc
DENTERGEM Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Ontwerp Deel 3 : bindende bepalingen F:\2001\042\Inh\GRS\VO_OW\ 184524_OW_BG1_LCR.doc Gemeentebestuur Dentergem Kerkstraat 1 8720 Dentergem Grontmij afdeling
Nadere informatieRoeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)
Roeselare - Tielt 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) 0180 De gebieden die als "reservegebied voor woonwijken" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de gemeente of de vereniging van gemeenten
Nadere informatieOmzendbrief RO/2010/01
Omzendbrief RO/2010/01 Aan: de colleges van burgemeester en schepenen de deputaties van de provincies Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport Koning Albert II-laan
Nadere informatieGooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen
22 april 199797-000527 concept-nota Hoofdlijnen ruimtelijk beleid regio Gooi en Vechtstreek Gooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen Het bebouwde deel
Nadere informatieSint-Niklaas - Lokeren
Sint-Niklaas - Lokeren 1. Valleigebieden (KB 7/11/78) 0911 De agrarische gebieden met landschappelijke waarde die op kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven overdrukt zijn met de letter V hebben
Nadere informatiegemeentelijk ruimtelijk structuurplan Diest platen
gemeentelijk Diest platen een sterke stad omgeven door gebalde dorpen september 2008 gemeentelijk OVERZICHT VAN PLATEN inleidend 0.1. de ruimtelijke structuur: een illustratie 0.2. het onbebouwde landschap
Nadere informatieNOORDRAND BRUSSEL 176 ONTWERPEND ONDERZOEK ONTWERPEND ONDERZOEK
NOORDRAND BRUSSEL 176 177 INVENTARISATIE De noordrand van Brussel onderscheid zich van de zuidrand van Antwerpen omwille van volgende kenmerken: het gebied is minder dicht bebouwd en wordt gestructureerd
Nadere informatieVERSTEDELIJKT GEBIED ZANDLEEMGEBIED SCHELDE - DURME. afbakening stedelijk gebied sint-niklaas rivier- of beekvallei
R2 NL N403 E34/N49 N451 N70 antwerpen R4 moervaart sint-niklaas N70 E17//A14 zuidlede N449 N70 lokeren N41 N419 schelde A12 gent R4 lede N407 N445 durme N446 N470 N16 rupel schelde N406 dendermonde N47
Nadere informatie