AFRISO. Description et notice de montage / Beschrijving en montage handleiding. Flow-Control 3/K-1 Flow-Control 3/M EURO-INDEX S.A.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "AFRISO. Description et notice de montage / Beschrijving en montage handleiding. Flow-Control 3/K-1 Flow-Control 3/M EURO-INDEX S.A."

Emiel de Coninck
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 EURO-INDEX S.A. 607, Leuvensesteenweg BE-1930 Zaventem, Belgium Tel.: 02 / Fax: 02 / info@euro-index.be AFRISO EURO-INDEX AFRISO-EURO-INDEX GmbH Mess-,Regel-,Überwachungsgeräte für Heizungstechnik, Industrie und Umweltschutz Lindenstr. 20 D Güglingen Telefon: +49(0) Telefax: +49(0) info@afriso.de Internet: Description et notice de montage / Beschrijving en montage handleiding Flow-Control 3/K-1 Flow-Control 3/M Agrégation TUV Nr. S 159/02 / TUV-goedkeuring Nr. S 159/02 Art.-Nr.: Flow Control 3/K-1 Art.-Nr.: Flow Control 3/M A lire avant toute utilisation! Tenir compte de toutes les indications relatives á la sécurité! A conserver pour toute utilisation future! DIN 4736 TÜV Rheinland Version: Id.-Nr.:

2 1. Application Dans les installations monotubes pour brûleurs à fuel, I'air aspiré peut causer une flamme instable ou provoquer un arrêt du brûleur. Pour ces installations, la solution est de prévoir un dispositif de purge d'air automatique Flow-Control sur la conduite d'aspiration. Dans les installations monotube équipé du Flow-Control, le fuel est amené dans le Flow-Control d'ou I'air est évacué en continu. Le fuel désormais exempt d'air est ramené vers la pompe. Seule la quantité de fuei consommé par le brûleur est aspirée de la cuve. La quantité de fuel aspirée devient plus faible et il devient avantageux d'utiliser une conduite d'aspiration de diamètre réduit. 2. Description et fonctionnement du Flow-Control 3/K-1 Le Flow-Control consiste d'une base en fonte de zinc avec raccords pour le conduit venant de la citerne, le conduit d'aspiration et le conduit de retour pour le brûleur. La-dessus est monté un boîtier transparent avec deux flotteurs (flotteur de travail et flotteur de sécurité). Au-dessus du boîtier se trouve une soupape d'évent. La pompe aspire le fuel de la citerne par le clapet de retenue incorporé et I'amène vers le brûleur. L'excès de fuel retourne par le conduit retour de la pompe vers le boîtier du Flow-Control. La montée graduelle du niveau de fuel cause le dégazage par la soupape d'évent. Le flotteur de travail commence à monter quand le niveau du fuel est environ de 30 mm et retourne le fuel, présent dans le boîtier, dans le conduit d'aspiration à I'aide du clapet anti-retour. En fonctionnement normal, la partie supérieure du boîtier est vide, la soupape d'évent est ouverte et le boîtier n'est pas sous pression. Deux soupapes, qui travaillent I une après I'autre et sont actionnées parallèlement, évitent que le fuel s'échappe par la soupape d'évent. Si le flotteur de travail ne marche pas, suite à un défaut, et ne ferme pas la soupape d'évent, le fuel fera monter le flotteur de sécurité qui fermera la soupape d'évent. 3. Description et fonctionnement du Flow-Control 3/M Le fonctionnement est le même que le Flow-ControI 3/M. Le boîtier est en métal. Ainsi on peut monter le Flow-Control 3/M en-dessous du niveau de la citerne. Flow-Control 2

3 4. Notices de montage Le Flow-Control doit être monté auprès du brûleur et entre le filtre et le brûleur. La température ambiante ne doit pas dépasser les 60 C, ainsi le Flow-Control ne peut pas être monté près de la conduite de gaz de combustion ou des endroits non-isolés de la chaudière. Le Flow-Control doit être monté avec la partie transparente vers le haut. Pour le raccordement à la pompe, utiliser des tuyaux flexibles selon DIN La pompe doit être montée comme pour une installation bi-tubes (avec bypass). Un filtre simple doit être monté entre la citerne et le Flow-Control. Pour la plupart des installations, une conduite 10 x 1 suffit. Pour des installations plus grandes on peut utiliser une conduite 12 x 1 pour autant que la consommation est inférieure à 20 I/h. 5. Fiche technique Pression maximum : 6 bar Température ambiante maximum : 60 C Pression d'utilisation maximum : 0,7 bar Température d'utilisation maximum : 60 C Courant de retour maximum : 120 l/h Débit de gicleur maximum : 100 l/h Débit de déaération maximum : 4 l/h Montage : avec boîtier vers le haut Flow-Control 3

4 1. Toepassing Bij het gebruik van éénpijpssystemen voor stookoliebranders wordt lucht meegezogen uit de tank. Deze lucht kan een onstabiele vlam veroorzaken of heeft in bepaalde gevallen zelfs het uitvallen van de brander tot gevolg. Daarom is het nodig kontinu te ontluchten. Bij éénpijpssystemen voorzien van een automatische ontluchter Flow-Control wordt de overtollige olie terug in de Flow-Control gepompt en daar kontinu ontlucht. Deze olie gaat dan via de aanzuigleiding terug naar de pomp, die enkel de voor de brander benodigde olie uit de tank moet aanzuigen. De hoeveelheid aangezogen lucht vermindert evenals de leidingsweerstand zodat de dimensionering van de aanzuigleiding aangepast moet worden. 2. Flow-Control 3/K-1 : beschrijving en werking De Flow-Conrol bestaat uit een zinkgegoten basis met aansluitingen voor de leiding die van de tank komt, de aanzuigleiding en de terugvoerleiding van de pomp. Op de basis is een transparente kunststof kap gemonteerd met daarin twee vlotters (werkingsvlotter en veiligheidsvlotter). Bovenop de kap bevindt zich een ontluchtingsventiel. De pomp zuigt de olie uit de tank. Deze komt via een ingebouwde terugslagklep in de Flow-Control. Via de aanzuigleiding gaat de olie naar de pomp. De overtollige olie komt dan via de terugvoerleiding terug in d'e vlotterkap. Door het geleidelijk stijgen van het oliepeil wordt de olie ontlucht via het ontluchtingsventiel. Bij een olieniveau van ongeveer 30 mm begint dewerkingsvlotter te stijgen en stuurt, met behulp van een bodemventiel, de in de vlotterkap aanwezige olie in de aanzuigleiding. Bij normale werking is het bovenste gedeelte van de vlotterkap leeg, het ontluchtingsventiel is open en staat de vlotterkap niet onder druk. Twee na elkaar werkende, parallel bediende ventielen verhinderen het wegvloeien van de olie via het ontluchtsingsventiel. lndien de werkingsvlotter als gevolg van een defekt niet stijgt dan zal de stijgende olie de veiligheidsvlotter doen stijgen die dan het ontluchtingsventiel zal sluiten. 3. Flow-Control 3/M : beschrijving en werking De werking is dezelfde als deze van de Flow-Control 3/M. De vlotterkap is echter uit metaal met bovenaan een transparante kap. De Flow-Control 3/M mag lager dan het. maximum niveau van de olie gemonteerd worden. Flow-Control 4

5 4. Montagevoorschriften De Flow-Control moet tussen de filter en de brander gemonteerd worden nabij de brander. De maximum omgevinigstemperatuur mag de 60 C niet overschrijden, dus mag de Flow-Control niet te dicht bij het rookgaskanaal of op niet-geisoleerde delen van de ketel gemonteerd worden. De Flow-Control moet met de vlotterkap loodrecht naar boven gemonteerd worden. Voor de aansluiting aan de pomp dienen flexibels volgens DIN 4798 gebruikt te worden. De pomp dient gemonteerd te worden zoals voor een tweepijpsaansluiting (met bypass. Een enkelvoudige filter moet tussen de tank en de Flow-Control gemonteerd worden. Voor de meeste installaties is een leiding 10x1mm voldoende. Bij grotere installaties kan men een leiding 12x1mm gebruiken voor zover het verbruik kleiner is dan 20 I/h. 5. Technische gegevens Maximum proefdruk : 6 bar Maximum omgevingstemperatuur : 60 C Maximum bedrijfsdruk : 0,7 bar Maximum bedrijfstemperatuur : 60 C Maximum retourleiding : 120 l/h Maximum sproeierdebiet : 100 l/h Maximum ontluchtingsvermogen : 4 l/h Montage : met vlotterkap loodrecht naar boven. Flow-Control 5

6 Flow-Control 3/K-1 Flow-Control 3/M Flow-Control 6

Vergelijkbare documenten

EENLEIDINGSYSTEEM MET VOLUMETRISCHE DOSEERVENTIELEN SYSTÈME À LIGNE UNIQUE À DOSEURS VOLUMÉTRIQUES PNEUMATISCHE POMPEN POMPES PNEUMATIQUES

BVBA POMAC-LUB-SERVICES SPRL Korte Bruggestraat 28 B-8970 Poperinge Tel. 057/33 48 36 Fax 057/33 61 27 info@pomac.be internet: www.pomac.be EENLEIDINGSYSTEEM MET VOLUMETRISCHE DOSEERVENTIELEN SYSTÈME À