PROFICIAT! NEDERLANDS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROFICIAT! NEDERLANDS"

Transcriptie

1 Gefeliciteerd met uw keuze van fiets. We hebben uw fiets zorgvuldig gebouwd zodat de veiligheid en prestaties aan de hoogste normen beantwoorden. Uw dealer heeft u geholpen met het kiezen van de juiste maat en het model dat aan uw vereisten beantwoordt, en heeft uw fiets voor u geassembleerd en afgesteld. Wanneer u uw nieuwe fiets goed verzorgt en onderhoudt, bezorgt hij u jarenlang rijplezier. Is uw kind nog te jong om zelf de handleiding bij zijn of haar fiets te lezen, leg dan alles rustig zelf aan uw kind uit. Lees hoofdstuk 1 aandachtig voordat u op uw nieuwe fiets stapt! In hoofdstuk 1 vindt u belangrijke informatie over de veiligheid en het onderhoud van de fiets. Zo kunt u letsel en schade aan uw nieuwe fiets voorkomen. In hoofdstuk 2 vindt u informatie over het regelmatige onderhoud van uw fiets en hoe geregeld u bepaalde onderdelen van uw fiets moet onderhouden bij normaal gebruik van uw fiets. In hoofdstuk 3 vindt u basisrichtlijnen voor het controleren, afstellen en smeren van bepaalde individuele onderdelen van uw nieuwe fiets. Niet elke fiets heeft dezelfde uitrusting. Daardoor kan er in deze handleiding informatie staan die geen betrekking heeft op uw fiets. Ook sommige illustraties stemmen mogelijk niet helemaal overeen met de fiets die in feite wordt geleverd. Mocht u na het lezen van deze handleiding nog vragen hebben, dan kunt u altijd terecht bij uw fietsendealer. Bepaalde onderdelen van uw fiets zijn beschreven in de handleiding van de fabrikant van de onderdelen in kwestie. Die handleidingen zijn bij uw fiets geleverd. Als u een van de vereiste handleidingen niet hebt ontvangen, kunt u uw dealer erom vragen of contact met ons opnemen op het hieronder vermelde telefoonnummer of webadres. Wij sturen de handleiding dan naar u op. De montage en eerste afstelling van uw nieuwe fiets moeten gebeuren door een erkende, bekwame dealer die over het juiste gereedschap beschikt. Lees hoofdstuk 1 en 2 grondig door. Dit duurt ongeveer drie kwartier en zorgt u ervoor dat uw nieuwe fiets perfect en veilig blijft werken. In hoofdstuk 3 kunt u lezen welk onderhoud aan bepaalde onderdelen van uw fiets routinematig moet gebeuren; dit staat in het schema Geregeld onderhoud. Ook vindt u er informatie over reparaties en afstellingen die onmiddellijk moeten gebeuren, los van het geregelde onderhoud. Bepaalde onderhouds- of reparatiewerkzaamheden mogen alleen door uw dealer worden uitgevoerd. Is dat het geval, dan wordt er steeds uitdrukkelijk verwezen naar uw dealer. Zit u toch nog met een vraag of een probleem waarmee uw dealer geen raad weet, neem dan contact op met ons op het adres dat op het omslag van deze handleiding is vermeld. Uw fiets: Modelnr. of naam Kleur Maat Serienummer: Het serienummer van uw nieuwe fiets staat gegraveerd onderaan op de brackethuls, het uitvaleinde van de derailleur of het schijfremmontagestuk. Uw dealer: Telefoon: Bovenbuis Stuurpen (binnen in balhoofd) PROFICIAT! Staande achtervork Balhoofd Bevestiging voor achterderailleur Onderbuis Liggende vork Voorvork Fig. 1 Zadel Voorderailleur Brackethuls Stuur Wiel Achterderailleur Crankstel Pedaal Wiel Fig. 2 D.1

2 INHOUDSOPGAVE D.2 Hoofdstuk 1 Veilig fietsen op de gewone weg Belangrijk: lezen voor u eropuit trekt! Vóór uw eerste rit Zorg voor een fiets op maat...d.3 Zorg dat u weet hoe uw fiets in elkaar zit...d.3 Checklist Vóór u gaat fietsen Zorg dat uw fiets in goede staat verkeert...d.3 Zorg dat de wielen recht zijn...d.3 Controleer de bandenspanning...d.3 Controleer de remmen...d.4 Controleer of beide wielen goed vastzitten...d.4 D.5 Terwijl u fietst Fiets veilig...d.6 D.7 Voor, tijdens en na elke rit Houd uw fiets in goede staat...d.8 D.9 Veilig leren fietsen met steunwieltjes...d.9 Het pedaalsysteem begrijpen...d.10 Opmerking: Zie Controleer of beide wielen goed vastzitten op blz. D.4 D.5 en Vervangen van banden op blz. D.27 voor het demonteren en monteren van de wielen. Hoofdstuk 2 Geregeld onderhoud Schema Geregeld onderhoud...d.11 Aanbevolen gereedschap voor goed onderhoud van uw fiets...d.11 Hoofdstuk 3, afstellen en smeren Aanhaalmomenten...D.12 Stuur, bar-ends en voorbouw...d.12 D.13 Zadel en zadelpen...d.14 D.15 Balhoofdset en voorvork...d.15 Aandrijving pedalen, crank, ketting en cassette...d.16 D.17 Shimano Nexus systeem met 7 versnellingen...d.17 Derailleurs...D.18 D.19 Remsystemen...D.20 D.23 Wielen...D.24 D.25 Reflectoren...D.25 Onderhoud van frames of vorken uit aluminium of koolstof...d.26 Vervangen van banden...d.27 Verende voorvorken...d.28 Achtervering...D.29 - D.30 Trekking-accessoires...D.31 Beperkte garantie voor de levensduur van de fiets...d.32 Aangezien een fiets kleiner en minder krachtig is dan ander wegverkeer, is veiligheid des te belangrijker. In hoofdstuk 1 krijgt u tips om zo veilig mogelijk te fietsen. Lees eerst dit volledige hoofdstuk door voordat u voor het eerst op uw nieuwe fiets stapt. blz. VÓÓR UW EERSTE RIT Zorg voor een fiets op maat Uw dealer heeft gezorgd voor een fiets die voor u het meest geschikt is om veilig te kunnen fietsen. Als u over de bovenbuis van het frame staat, moet er minimaal 25 mm vrije ruimte zijn (fig. 3). Bij een BMX of mountainbike moet er mm vrije ruimte zijn. Zadelhoogte en positie van het stuur moeten overeenkomstig worden aangepast, zodat u echt gemakkelijk zit en zo vlot mogelijk fietst. Lees eerst blz. D.12 D.15 van deze handleiding voordat u deze aanpassingen probeert uit te voeren. Zorg dat u weet hoe uw fiets in elkaar zit Uw nieuwe fiets is een sterk staaltje toptechnologie. Daardoor biedt uw nieuwe fiets u meer controle, een efficiëntere pedaalslag, meer comfort en een krachtig remsysteem. Als deze voorzieningen echter verkeerd worden gebruikt, kunt u de macht over het stuur verliezen. Een fiets die u zich echt eigen maakt, biedt meer rijplezier. Oefen eerst in de laagste versnellingen op een vlak, leeg parkeerterrein voordat u hard of onder moeilijke omstandigheden gaat fietsen. Als u langzaam rijdt, mag u het stuur niet draaien terwijl de armen van het crankstel (fig. 2) horizontaal met de grond zijn. Moderne highperformance fietsen hebben een kortere wielbasis, met een voorwiel dat dicht tegen het crankstel zit. Het zijn fietsen waarmee u met uw voeten of tenen het voorwiel of het spatbord kunt raken, als u zeer langzaam rijdt, het voorwiel gedraaid staat en uw voeten zo ver mogelijk naar voren op de pedalen staan. Dit zal niet gebeuren als u met normale snelheid rijdt. Zorg dat de crankarmen bij lage snelheden verticaal staan. Meer van dit soort tips vindt u aan het einde van dit hoofdstuk. In zeer zeldzame gevallen kunnen fietsers, vooral als ze wat zwaarder zijn en op grotere fietsen rijden, bij bepaalde snelheden slingering van het voorwiel, harmonische trillingen of frametrillingen ondervinden. Deskundigen zijn het niet over de oorzaak van dit verschijnsel eens, maar sommigen zijn van oordeel dat de oorzaak te zoeken is bij een losse balhoofdset, onjuiste spanning van de spaken of onjuiste uitlijning van het frame. Rijden met de handen los of botsen van het voorwiel zijn andere mogelijke oorzaken. Als u denkt dat uw voorwiel slingert, minder dan meteen snelheid en laat uw fiets onmiddellijk nakijken en repareren door een erkende dealer. 25mm Zorg dat uw voeten of toeclips nooit het voorwiel of het spatbord raken terwijl u een bocht neemt. Dit kan leiden tot verlies van de macht over het stuur en lichamelijk letsel. Als u denkt dat uw voorwiel slingert, minder dan meteen snelheid en laat uw fiets onmiddellijk nakijken en repareren door een erkende dealer. Slingeren van het voorwiel kan leiden tot verlies van de macht over het stuur en lichamelijk letsel. CHECKLIST VÓÓR U GAAT FIETSEN Zorg dat uw fiets in goede staat verkeert Trek er enkele minuten voor uit om de systemen van uw fiets aan de hand van de volgende checklist te controleren: Zorg dat de wielen recht zijn Draai elk wiel snel rond om te controleren of de velg niet op en neer of heen en weer schommelt en of de wielen gecentreerd in het frame en de vork zitten. U kunt dit het beste controleren ter hoogte van de remblokjes, of dicht tegen het frame. Als een van beide wielen niet aan deze test voldoet, moet u het wiel opnieuw laten uitlijnen door uw dealer. Fig. 4 Controleer de bandenspanning Pomp uw banden niet harder op dan de aanbevolen spanning die op de zijkant van de banden wordt opgegeven (fig. 4). De bandenspanning kunt u wel aanpassen aan het wegdek: banden die harder zijn, zijn beter voor op een hard wegdek; off-road werken iets minder harde banden beter. Natuurlijk speelt uw eigen gewicht (of eventueel gewicht van bagage) ook een rol in de keuze van de juiste bandenspanning. Rekening houdend met de opgegeven bandenspanning zult u een iets lagere druk wellicht comfortabeler vinden als u wat minder weegt, terwijl een hogere bandenspanning beter geschikt is als u zwaargebouwd bent of de fiets achterop zwaar beladen is. Een band die harder opgepompt is, raakt ook niet zo gemakkelijk lek als gevolg van bekneld raken. D.3 Fig. 3

3 Fig. 5 CLOSED Fig. 6 Fig. 7 D.4 Gebruik altijd een handpomp voorzien van een spanningsmeter. De pompen bij een benzinestation pompen de banden veel te snel op en de opgegeven spanning is niet altijd nauwkeurig. Controleer de remmen Handremmen Knijp in beide remgrepen zodat u ziet of de rem goed op het wiel grijpt en de fiets onmiddellijk stopt. Correct afgestelde remblokjes staan 1-2 mm van de velg vandaan als de remmen losstaan. De remblokjes moeten op de velg gecentreerd zijn (fig. 5). Met het toespoor in fig. 5 vermijdt u dat de remmen gaan piepen. Zijn de remblokjes niet meer helemaal nieuw of gebruikt u nieuwe direct pull -remmen of remmen van het V-type, dan hoeft u het toespoor waarschijnlijk niet bij te stellen. Zitten uw remmen te strak, te los of lopen ze niet in het midden van de velg, raadpleeg dan in hoofdstuk 3 het deel Remsystemen. Remblok uitgelijnd op de velg Schijfremmen Bij schijfremmen met remblokjes die in contact komen met een schijf die aan de naaf van het wiel bevestigd is, hoort de afstand tussen de remblokjes en de schijf 0,25-0,75 mm te bedragen als er niet wordt geremd. Wees altijd voorzichtig als u schijfremmen controleert: ze kunnen na intensief gebruik zeer heet zijn. Plaats uw vingers niet in de remrotor. Terugtraprem De remmen moeten pakken nadat de cranks minder dan 60 graden achteruit zijn gedraaid (ofwel 1/6 van een omwenteling). Als de remmen niet goed pakken, ga dan langs bij uw dealer om ze te laten afstellen. Raadpleeg ook Rem nooit te bruusk op blz. D.6 van dit hoofdstuk onder Fiets veilig. LOS VAST Remblok en velg moeten parallel lopen Draairichting van de velg 0,5 à 1 mm toespoor Controleer of beide wielen goed vastzitten Wellicht is uw fiets voorzien van een snelspansysteem voor de wielen. Dankzij het snelspansysteem kunt u de wielen snel monteren en demonteren zonder dat u daarbij gereedschap nodig hebt. Wilt u veilig en goed kunnen fietsen, lees dan de volgende instructies aandachtig door: 1. Controleer altijd of beide wielen goed vastzitten voordat u gaat fietsen. 2. Breng de snelspanhendel naar de stand LOS () en plaats het wiel zo ver mogelijk in de vork. 3. Met de hendel ongeveer halverwege tussen LOS () en VAST (CLOSED) (zie fig. 6) draait u de snelspanstelmoer, die tegenover de snelspanas zit, goed met de hand vast (fig. 7). 4. Houd de snelspanhendel in de palm van uw hand en draai de hendel zoals in fig. 8. Draai de hendel naar de stand VAST (zie fig. 10 voor een voorwiel en 11 voor een achterwiel). Wanneer u de snelspanhendel ongeveer halfvast gedraaid hebt, moet u enige weerstand voelen. 5. Kunt u de hendel met weinig of geen weerstand in de stand VAST zetten, dan zit uw wiel niet stevig genoeg vastgeklemd. Breng de hendel terug naar de stand LOS, draai de snelspanstelmoer vaster en draai de hendel opnieuw naar de stand VAST om te controleren of u meer weerstand voelt. Hebt u de snelspaninrichting correct vastgezet, dan zit de wielas voldoende strak in de vorkeinden om de (metalen) wielas in de (metalen) vork te klemmen. Zet de snelspanhendel niet vast door de hendel als een vleugelmoer te gebruiken (fig. 9). 6. Zet de snelspanhendels zodanig vast dat er geen contact is met andere onderdelen van uw fiets (bijvoorbeeld de bagagedrager of de spatborden) en zorg ervoor dat ze niet per ongeluk worden geraakt wanneer u langs iets fietst (fig. 10 en 11). 7. Op de volgende manier kunt u eenvoudig testen of u de wielen helemaal correct hebt ingezet. Til het voorwiel van de grond en draai het wiel vooruit rond (fig. 12). Het wiel mag niet loskomen, los zijn of slingeren. Als u twijfelt, zet het wiel dan opnieuw vast, zoals uitgelegd in punt 2t/m 6 van deze instructies. Hebt u de snelspanhendel correct vastgezet, dan is het onmogelijk om de hendel in een cirkelbeweging parallel met het wiel te draaien (vast- en loszetten gebeurt namelijk met een klikbeweging zie fig. 13). Fig. 8 Fig. 10 Fig. 9 Fig Het achterwiel controleert u op dezelfde manier als het voorwiel; let vooral op een correcte stand van de snelspanhendel in de vaste stand (fig. 11). Hebt u een fiets met gewone asmoeren in plaats van snelspaninrichtingen (fietsen met lugs worden hieronder apart vermeld), dan moeten de asmoeren van het voorwiel tot 20,3-27,1 Nm en de asmoeren van het achterwiel tot 27,1-33,9 Nm worden vastgezet. Bij BMX-fietsen met asmoeren, waarbij de assen niet precies in de vorkuiteinden liggen, zit aan beide kanten een speciale kartelring tussen moer en vork; de moeren kunnen daardoor goed worden aangedraaid en de vork zet het wiel vast (fig. 14). Er zijn ook freestyle-fietsen met buisvormige asverlengingen, zogenaamde lugs (fig. 15). Bij fietsen met lugs is de kartelring tegen het vorkuiteinde geplaatst, zoals in fig. 14, en bevinden zich binnen in de lug extra sluitringen en een moer. Draai asmoeren in lugs met een 15 mmsleutel vast met een aanhaalmoment van 24,9-27 Nm. Draai asmoeren in lugs met een 19 mm-sleutel vast met een aanhaalmoment van 40 Nm. Op de volgende manier kunt u testen of u de wielen helemaal correct hebt ingezet: Til het voorwiel van de grond en draai het wiel vooruit rond (fig. 12). Het wiel mag niet loskomen, los zijn of slingeren. Doe hetzelfde met het Fig. 12 achterwiel. Neem geen risico s met wielen die niet goed vastzitten. Het snelspansysteem van de wielen moet correct afgesteld zijn en de wielen moeten volledig vastzitten, anders kunt u de macht over het stuur verliezen, met mogelijk een (ernstig) ongeval tot gevolg. Raadpleeg uw dealer als u nog verdere vragen hebt over de werking van dit systeem. D.5 Kartelring CLOSED Fig. 14 Asmoer en sluitring Lug Fig. 13 Fig. 15

4 TERWIJL U FIETST FIETS VEILIG Fig. 16 Fig. 17 D.6 Draag een helm Wanneer u bij een valpartij op uw hoofd terechtkomt, zult u sneller dan u denkt een blessure oplopen. Draag een comfortabele helm die goed op uw hoofd past en voldoet aan de ASTM-, ANSI- of CPSC-testnormen inzake veiligheid (fig. 16). Het verdient ook aanbeveling een beschermbril en speciale fietssportkleding te dragen. Zet uw helm af als u niet rijdt om te voorkomen dat er iets in de riempjes verstrikt raakt. Als fietser hebt u er alle belang bij dat u de verkeersregels kent In het buitenland gelden voor fietsers niet altijd dezelfde rechten en plichten als in ons land. Fietsen is een van de leukste manieren om een streek of land te verkennen; een goed voorbereide fietsvakantie zal des te leuker zijn. Dit zijn enkele algemene richtlijnen: Geef duidelijk aan wanneer u van richting verandert. Fiets aan de juiste kant van de weg (niet tegen de rijrichting in). Rijd achter elkaar als u samen met anderen fietst. Rijd defensief (verwacht het onverwachte). Vergeet niet: als fietser blijft u de zwakke weggebruiker. Al wordt er tegenwoordig misschien steeds meer gefietst, nogal wat autobestuurders zijn zich te weinig bewust van de aanwezigheid van fietsers in het verkeer en creëren soms ronduit gevaarlijke situaties. Zelf moet u als fietser ook veilig rijden Veilig fietsen is in de meeste gevallen niet meer dan een kwestie van gezond verstand, toch zijn er enkele zaken die EXTRA aandacht verdienen. Rijd niet met de handen los. Fiets met beide handen stevig op het stuur. Zo bent u altijd bedacht op de kleinste oneffenheid in het wegdek waardoor uw voorwiel onverwacht kan gaan slingeren. Vervoer geen losse voorwerpen op het stuur hangen; ze kunnen in de spaken van het voorwiel terechtkomen of een onverwachte draai aan uw stuur geven. Fietsen onder de invloed is net zo strafbaar als dronken autorijden. Ook met medicatie kunt u maar beter voorzichtig zijn. Fietsen is een constante oefening in coördinatie. Fietsers moeten steeds op gevaren voorbedacht zijn. Neem niemand achter- of voorop. Een normale fiets is niet geschikt om 90 iemand achter- of voorop te vervoeren. Fietsen met iemand achter- of voorop betekent moeilijker sturen, remt anders en is absoluut geen gemakkelijke evenwichtsoefening. 45 Let op het wegdek Een kuil, rioolrooster, een zachte of lage berm... het kan allemaal voor een probleem zorgen. Rijd voorzichtig haaks over trein- of tramsporen of rioolroosters (fig. 17). Als u niet zeker bent van de conditie van het wegdek, is het beter om af te stappen. Houd altijd geparkeerde wagens in de gaten Niets is voor een fietser vervelender dan een wagen die plots uitwijkt of een portier dat openzwaait. Dit kan ernstig letsel veroorzaken. Op een gewone fiets is in ons land een bel verplichte uitrusting. Rijd defensief Vaak zijn er in het verkeer mogelijk gevaarlijke situaties. Als fietser bent u in elk geval minder zichtbaar in het verkeer voor andere fietsers, autobestuurders of voetgangers. Zorg dat u op elk moment kunt stoppen of dat u een obstakel kunt ontwijken. Rem nooit te bruusk Houd altijd een veilige afstand tot andere voertuigen of voorwerpen. Pas de remafstand en remkracht aan de omstandigheden aan. Als uw fiets twee handremmen heeft, gebruik beide remmen dan tegelijkertijd. Natuurlijk is het beter om voorzichtiger om te springen met de voorrem. Remt u te hard met de voorrem, dan kan het achterwiel van de grond komen of het voorwiel slippen. Geen remmen van welk ontwerp ook werken even goed bij nat als bij droog weer. Zelfs wanneer de remmen naar behoren zijn uitgelijnd, gesmeerd en onderhouden, hebben ze een grotere druk op de hendel en een langere remafstand nodig bij nat weer. Zorg dat u erop voorbereid bent dat het stoppen langer zal duren. Vergeet ook niet dat het zicht bij nat weer minder is (zowel voor u als voor automobilisten) en de tractie minder is. Neem de bocht langzamer wanneer de tractie minder is. Natte bladeren en riooldeksels vormen ook een gevaar bij nat weer. Dompel de lagers van uw fiets niet onder in water Kogellagers zorgen dat de onderdelen van een fiets soepel blijven draaien. Als ze worden blootgesteld aan water, kunnen ze gaan roesten of minder soepel draaien. Als lagers onder water zijn geraakt, laat het onderhoud dan over aan uw dealer. Schakel verstandig Duw iets minder hard op de pedalen terwijl u schakelt. U schakelt niet alleen vlotter, u vermijdt ook dat de ketting schuintrekt, dat derailleurs of kettingwielen krom komen te staan of sneller slijten. Fiets niet off-road met een gewone fiets Racefietsen zijn niet geschikt om off-road te fietsen. Het natuurlijke milieu van een racefiets is een verhard wegdek of een fietspad. Een gewone racefiets is niet geschikt voor oneffen terrein. Off-road fietsen vraagt extra aandacht Met een gewone fiets off-road gaan of zelfs fietsen op een landweggetje, is vragen om moeilijkheden. Draag beschermende kleding waaronder een helm, beschermbril en handschoenen. Blijf op de daartoe bestemde paden als u gaat mountainbiken. Ga niet in volle snelheid eenheuvel af, houd uw gewicht goed laag en achter op het zadel, gebruik vooral de achterrem. Let op voor stenen, takken of kuilen. Let ook op voor andere fietsers en voor wandelaars. Ook op een mountainbike kan een bel dus nuttig zijn. s Avonds of s nachts fietsen betekent extra opletten Uw nieuwe fiets is voorzien van een volledig stel reflectoren. Zorg dat ze schoon en op hun plaats blijven. Reflectoren zijn zeker nuttig, maar uw zichtbaarheid wordt er eigenlijk alleen maar beter door als ze het licht van andere voertuigen weerkaatsen. Daarom is een licht voor en achter dat goed werkt, onontbeerlijk in het donker. Fietsen in kleding met lichte kleuren maakt u natuurlijk nog zichtbaarder. Zien en gezien worden, daar draait het tenslotte om. Daarin kunt u meer of minder fanatiek zijn. Als u vaak s avonds fietst, breng dan een bezoek aan uw dealer om te zien wat hij in huis heeft. Net als elke mechanische inrichting hebben alle fietsen en de eraan bevestigde onderdelen een beperkte levensduur ten gevolge van slijtage en belasting. De levensduur van de fiets varieert al naargelang het ontwerp, de materialen, het onderhoud en het gebruik. Een ongeval kan een fiets of fietsonderdelen zwaar belasten. Echt zwaar terrein, steile hellingen afrijden en stuntwerk vergt veel oefening. In elk geval stelt zwaar terrein uw fiets of bepaalde onderdelen ervan danig op de proef, waardoor ze minder lang meegaan of het zelfs plotseling kunnen begeven. Daardoor kunt u de macht over uw stuur verliezen, waarbij een ongeval met ernstige of zelfs fatale gevolgen niet denkbeeldig is. Het echte stuntwerk dat op TV zo eenvoudig oogt, is in werkelijkheid alleen weggelegd voor professionele of zeer ervaren fietsers. Inspecteer uw fiets regelmatig. Als u stuntwerk doet of de fiets op zwaar terrein gebruikt, controleer dan het frame en de onderdelen voor en na elke rit. Krassen, scheuren, deuken, vervorming of verkleuring zijn tekenen van moeheid veroorzaakt door spanning. Hoewel lichtere frames of onderdelen soms een langere levensduur hebben dan zwaardere frames en onderdelen, hoort te worden verwacht dat lichtgewicht high-performance fietsen en onderdelen beter onderhoud nodig hebben en vaker geïnspecteerd moeten worden. Vergeet niet: de kans op een ongeval met het risico op een (ernstige) blessure is bij off-road fietsen veel groter, zelfs als u over een fantastische fiets beschikt. Fiets met goed beschermende kleding, waaronder een goedgekeurde fietshelm. D.7

5 VOOR, TIJDENS EN NA ELKE RIT HOUD UW FIETS IN GOEDE STAAT Maak uw nieuwe fiets schoon Uw fiets rijdt beter als hij altijd in goede staat verkeert. Een vuil frame of vuile onderdelen kunt u schoonmaken met een zachte, vochtige doek en Wrench Force -schoonmaakmiddel of een dergelijk product. Een schurend geluid, afkomstig van een van de kogellagers, betekent dat de kogellagers onderhoud nodig hebben. Breng uw fiets hiervoor naar uw dealer. Gebruik liever geen hogedrukreiniger, zoals bij de meeste autowasstraten. Water onder hoge druk dringt namelijk door de dichting van de kogellagers. De kogellagers kunnen daardoor gaan roesten en niet meer soepel lopen. Laat uw fiets liever ook niet te lang buiten staan Een eigen plaats voor uw fiets, waar hij beschermd staat tegen weer en wind, is altijd handig. Regen en sneeuw kunnen na verloop van tijd uw fiets aantasten. Door de uv-straling van de zon kan de lak verbleken of kunnen rubber of kunststof onderdelen barsten. Uw nieuwe fiets verdient een opgeruimde stalling Laat uw fiets niet zomaar aan zijn lot over. Zeker als u hem langere tijd niet gaat gebruiken, maak hem dan zorgvuldig schoon en smeert u hem; poets het frame met Wrench Force - poetsmiddel of een gelijksoortig framebeschermingsmiddel. Het beste is als u de fiets op kunt hangen met de banden ongeveer op de helft van de normale spanning. Geef hem geen plaatsje in de buurt van een elektromotor; het ozon dat dergelijke motoren vrijgeven, is slecht voor het rubber en voor de verf. Als u de fiets na lange tijd weer van stal haalt, controleer dan eerst of alles nog naar behoren werkt. Bescherm uw fiets tegen diefstal Bewaar de documentatie met het serienummer van de fiets op een veilige plaats. Zie blz. D.1 voor de plaats van het serienummer op uw fiets. Vergeet ook niet uw garantiekaart terug te sturen; Wij kunnen dan zelf ook het serienummer van uw fiets bijhouden. Registreer uw fiets bij de politie. Koop een degelijk slot dat bestand is tegen boutenscharen en zagen, en volg de aanbevolen procedures voor het gebruik van het slot. Gebruik uw slot. Vaak wordt een fiets gestolen die slechts korte tijd onbeheerd en zonder slot heeft gestaan. Kies een slot dat voldoende ruim zit, zodat het rond beide wielen en het frame van uw fiets past. Als u een zadelpen met snelspanklembout hebt, kunt u het zadel en de zadelpen eraf halen om diefstal te voorkomen. Let wel op dat er geen water in het frame komt via de open zitbuis. Bescherm uw fiets tegen onverhoedse schade Zet uw fiets niet op plaatsen waar hij omver kan worden gelopen of om kan vallen. Leg hem ook liever niet neer, en in elk geval niet op de derailleurs. U loopt het risico dat de achterderailleur verbuigt of dat er vuil op de aandrijving terechtkomt. Laat de fiets niet vallen; de stuurgrepen of het zadel kunnen erdoor gescheurd raken. Zet uw fiets altijd correct in een fietsenstalling, let op dat uw wielen niet schuin staan. Ze kunnen krom worden getrokken, net als bij het rijden over hindernissen. Dit zijn slechts enkele van de risico s die u en uw fiets lopen. Als u denkt dat er aan uw fiets is geknoeid, of als uw fiets is beschadigd, controleer dan of alles nog naar behoren functioneert of breng hem ter inspectie en reparatie naar uw dealer. Het stuur kan het frame beschadigen Bij sommige fietsen kan het stuur of een deel van het stuur in contact komen met het frame, wanneer het voorwiel zeer ver wordt gedraaid. Gebeurt dat met een krachtige beweging, dan kan het frame daarbij beschadigd raken. Controleer of het stuur het frame raakt. Rubber handvatten zullen meestal verhinderen dat het frame door dergelijk contact schade oploopt. Uw dealer beschikt over speciaal materiaal waarmee u het stuur en frame extra kunt beschermen. Wijzig de voorvork, het frame of andere onderdelen nooit De onderdelen van uw fiets zijn speciaal ontworpen om zo veilig mogelijk te kunnen rijden. Wijzigingen kunnen de veiligheid van uw fiets in het gedrang brengen. Elke wijziging aan het frame, de voorvork of andere onderdelen betekent dat uw fiets niet meer voldoet aan onze technische gegevens en uw garantie niet meer geldig is. Zo kan het frame bijvoorbeeld een speciale behandeling gekregen hebben die een extra bescherming biedt. Deze kan verloren gaan als de verf er niet vakkundig wordt afgehaald. Ook het weghalen van de overtollige wielborglippen op de vorkuiteinden of de overtollige borginrichtingen met haken en ogen kunnen de veiligheid van uw fiets in het gedrang brengen. Alleen frames met dubbele vering die na 1996 zijn vervaardigd, zijn geschikt voor verende voorvorken met een dubbele kroon en driedubbele bevestiging, omdat dergelijke vorken het frame nog meer belasten. Niet-verende klassieke frames (zonder achtervering) zijn niet geschikt voor vorken met driedubbele bevestiging. Installeer geen vorken met driedubbele bevestiging op een niet-verend klassiek frame. Bent u niet helemaal zeker over het type frame van uw fiets of weet u niet wat een vork met driedubbele bevestiging is, raadpleeg dan uw dealer. Onderhoud van frames of voorvorken uit aluminium of koolstof Er wordt gebruik gemaakt van verschillende speciale materialen voor de constructie van frames en voorvorken. Is uw fiets uitgerust met een frame of voorvork van aluminium of koolstofvezelcomposiet, dan moet uw fiets ook het gepaste onderhoud krijgen. Zie blz. D.26 voor informatie over het frame en de voorvork. Elk kind leert graag fietsen. Leren fietsen moet echter onder toezicht gebeuren. Kinderen moeten zich van jongs af aan het fietsen eigen kunnen maken op een veilige manier. Ze moeten zich bewust zijn van de risico s van het verkeer. Belangrijk is bijvoorbeeld ook dat u de informatie in hoofdstuk 1 omzet naar de denkwereld van uw kind, zodra u hem of haar het fietsen wilt aanleren. Leer ze de gouden regel voor alle fietsers: Draag steeds een helm. VEILIG LEREN FIETSEN MET STEUNWIELTJES Steunwieltjes Jonge kinderen zijn soms nog niet in staat om helemaal zelfstandig te fietsen. Een aantal fietsmodellen zijn daarom uitgerust met speciale steunwieltjes (fig. 18). Ook wanneer uw kind leert fietsen met steunwieltjes, moet er in elk geval voor zorgen dat het in staat is om te stoppen. Zolang uw kind niet zelfstandig kan stoppen, mag u het niet alleen laten fietsen. De steunwieltjes kunnen speciaal worden aangepast om een goed evenwicht aan te leren of bochten te nemen. Om de steunwieltjes correct te monteren, zet u de fiets op een vlak, glad oppervlak en controleert u of de banden de juiste spanning hebben. Zie de instructies over Aandrijving in hoofdstuk 3 voor het losdraaien van de asmoeren van het achterwiel. Zet de fiets rechtop en stel de steunwieltjes zo af dat er ongeveer 6 mm speling is tussen de wieltjes en de grond (fig. 19). Wanneer de fiets precies recht staat, moet de afstand tot de grond aan beide kanten gelijk zijn. Zorg dat de ketting voldoende gespannen is en draai de asmoeren weer vast; zie Aandrijving in hoofdstuk 3. Controleer of het achterwiel zelf nog stevig vastzit; zie Wielen in hoofdstuk 3. Naarmate het kind beter leert fietsen, kunt u de afstand tot de grond vergroten tot het na een tijdje geen steunwieltjes meer nodig heeft. Fig. 18 Fig. 19 D.8 Wijzig nooit zelf het frame op welke wijze ook: schuur en vijl er niet aan, boor er niet in, verwijder geen redundante borginrichtingen van de voorvorken enz. Daardoor vervalt de garantie, is het mogelijk dat het frame het begeeft en kan verlies van de macht over het stuur optreden wat lichamelijk letsel tot gevolg heeft. D.9

6 HET PEDAALSYSTEEM BEGRIJPEN SCHEMA GEREGELD ONDERHOUD Fig. 20 Fig. 21 Fig. 22 Fig Fig. Toeclips en riempjes Deze fiets kan met toeclips en riempjes uitgerust zijn. Maak u het gebruik van toeclips en riempjes eigen. Goed zittende toeclips zorgen dat de bal van de voet zich boven de pedaalas bevindt zodat u krachtiger kunt trappen. Gebruik geen schoenen waarmee uw voet gemakkelijk in de riempjes verstrikt kan raken, zoals schoenen met brede, ingewikkeld gevormde zolen. Als toeclips en riempjes nieuw voor u zijn, oefen dan in het aan- en uitdoen ervan vóór uw eerste rit. Let op de weg terwijl u fietst. Als u naar de pedalen kijkt, is het mogelijk dat u eventuele obstakels niet ziet. Oefen eerst terwijl u stilstaat en probeer daarna het volgende op een vlak, leeg parkeerterrein. Zoek de positie waarin de riempjes niet te strak zitten, zodat u de voeten altijd gemakkelijk uit de toeclips kunt halen en rechtop kunt blijven. Dit doet u door de gesp van het riempje aan te passen (fig. 20). Zorg dat de fiets zich tussen uw benen bevindt. Houd één voet op de grond en zet de crankarm aan de andere kant van de fiets in de stand 5 uur. Om uw voet op de pedaal te plaatsen zet u de teen van uw schoen op de achterste rand van de omgekeerde pedaal met uw tenen enigszins naar beneden gericht (fig. 21). Met een beweging alsof u iets van de onderkant van uw schoen schraapt, draait u de pedaal rechtop en steekt u uw voet in de toeclip. Misschien gaat dat aanvankelijk niet in één beweging, maar oefening baart kunst. Met één voet in de toeclip duwt u af met de andere voet terwijl u op het zadel gaat zitten. Al rijdend zet u nu op dezelfde manier uw andere voet in de pedaal. Om uw voeten uit de pedalen te halen tilt u uw hiel op zodat er geen contact meer is tussen de zool van uw schoen en de bovenkant van de pedaal (fig. 22). In een opwaartse beweging kunt u de voeten uit de toeclips naar achteren trekken; zorg dat uw voet los van de pedaal is en breng de fiets tot stilstand. Haal altijd ten minste één voet van de pedalen als u wilt stoppen. Klikpedalen (Clipless pedalen) Met een fiets uitgerust met klikpedalen hebt u een stevige grip op de pedalen zonder toeclips. Fout gemonteerde klemmen kunnen leiden tot blessures; het monteren laat u dan ook beter over aan uw dealer. Bepaalde types klikpedalen kunt u strakker of losser instellen, zodat meer of minder kracht nodig is om in en uit de pedaal te klikken. Om de instelling aan te passen, kunt u de instructies van de fabrikant over de pedalen raadplegen, die u bij uw fiets hebt gekregen. Die informatie is ook beschikbaar bij uw dealer, of u kunt contact met ons opnemen zodat wij u de informatie kunnen opsturen. De instructies hieronder zijn dan ook alleen bedoeld als aanvulling op de instructies van de fabrikant van de pedalen. Ook het rijden met dit soort pedalen vraagt enige oefening. Zijn klikpedalen nieuw voor u, dan vergt vooral het op- en afstappen enige oefening. Let op de weg terwijl u fietst. Als u naar de pedalen kijkt, ziet u obstakels op de weg te laat. Na eerst stilstaand te hebben geoefend, biedt een leeg, vlak parkeerterrein een uitstekende plaats om het volgende te oefenen: Controleer altijd eerst of er geen vuil aan de onderkant van uw klemmen of schoenen zit voor u zich vastklikt in de pedalen. Steentjes of modder kunnen het vast- en losklikken bemoeilijken. Met de voet vooraan op de klikpedaal zit uw voet meteen vast op de pedaal (fig. 23), u hoeft alleen met de bal van uw voet lichtjes naar beneden te duwen. Een duidelijk hoorbare klik betekent dat uw schoen volledig vastzit in de pedaal. Probeer of u uw voet nog naar voren kunt schuiven om te zien of uw schoen volledig vastzit (fig. 24). Glijdt uw schoen nog van de pedaal af, dan zit hij uiteraard nog niet goed vast en moet u hem er opnieuw inklikken. Losklikken gebeurt door eenvoudigweg uw hiel zijwaarts van de fiets vandaan te draaien (fig. 25). Haal altijd ten minste één voet van de pedalen als u wilt stoppen. Frequentie Aard onderhoud Bij elke rit Controleer of beide wielen goed vastzitten...d.24 D.25 Controleer de bandenspanning...d.24 Controleer de banden op slijtage, zo nodig vervangen...d.24 Controleer of de wielen recht zijn...d.24 Controleer of de remmen goed werken...d.20 D.23 Wekelijks Veeg de fiets met een vochtige doek schoon...d.8 Controleer op loszittende spaken...d.24 Controleer of de klembout van de remband van de terugtraprem goed vastzit...d.21 Smeer de schachten van de verende voorvork...d.28 Controleer of de bouten van de verende voorvork goed vastzitten...d.28 Controleer of de bouten van de achtervering goed vastzitten...d.29 D.30 Maandelijks Controleer en smeer de ketting en cassette...d.16 D.17 Controleer en smeer de derailleurs...d.18 D.19 Controleer de kettingspanning bij een fiets zonder versnelling...d.16 Controleer of alle bouten en moeren goed vastzitten: Zadelpenhendel of -klembout...d.14 D.15 Zadelklembout...D.14 - D.15 Expanderbout van de stuurvoorbouw (standaardvoorbouw)...d.12 D.13 Klembouten van de stuurpenvoorbouw (directe voorbouw)...d.12 D.13 Stuurklembout...D.12 D.13 Klembouten van de stuurgreep (bar end)...d.12 D.13 Klembouten van de spatborden, bagagedrager en lichten...d.31 Controleer de versnellingskabels op slijtage...d.18 D.19 Controleer de remkabels en hydraulische slangen op slijtage...d.20 D.23 Controleer de Shimano Nexus 7-versnellingsnaaf en de Inter-M-rem...D.17, D.21 D.22 Controleer de afstelling van de wiellagers...d.24 Controleer de afstelling van het balhoofdsetlager...d.15 Driemaandelijks Maak het lakwerk schoon en poets het...d.8 Controleer en smeer de remgrepen en knijpremmen...d.20 D.23 Controleer het crankstel...d.16 D.17 Controleer de pedalen en toeclips...d.16 D.17 Controleer de reflectoren...d.25 Jaarlijks De bracketlagers opnieuw van vet voorzien...d.17 De wiellagers opnieuw van vet voorzien...d.25 De balhoofdsetlagers opnieuw van vet voorzien...d.15 De pedaalschroefdraden en lagers opnieuw van vet voorzien...d.17 De snelspanners van de wielen smeren...d.25 De zadelpen smeren...d.15 De stuurvoorbouw smeren...d.13 De verende vorken opnieuw smeren...d.29 Dit onderhoudsschema gaat uit van normaal gebruik. Rijdt u meer dan gemiddeld met de fiets of vaak in slechte weersomstandigheden of op onverharde wegen, dan zal uw fiets meer onderhoud nodig hebben. Merkt u dat een bepaald onderdeel niet meer werkt zoals het hoort, inspecteer en repareer het dan onmiddellijk of raadpleeg uw dealer. Aanbevolen gereedschap voor goed onderhoud van uw fiets Momentsleutel met Nm-aanduidingen Inbussleutels van 2, 4, 5, 6, 8 mm Steeksleutels van 9, 10, 15 mm Ringsleutel van 15 mm Dopsleutels van 14, 15, 19 mm Ratelsleutel T25 Kruiskopschroevendraaier nr. 1 Bandenlichters en bandenplakdoosje Fietspomp met meter Wrench Force of een vergelijkbaar synthetisch kettingsmeermiddel Wrench Force synthetisch vet of vergelijkbaar synthetisch vet Wrench Force framepoetsmiddel of een vergelijkbaar framebeschermingsmiddel Speciale hogedrukpomp voor achterschokbreker of verende voorvork Opmerking: Niet elke fiets heeft al dit gereedschap nodig. blz. D.10 Fig. 25 D.11

7 D.12 CONTROLEREN, AFSTELLEN EN SMEREN blz. Stuur, bar-ends en voorbouw...d.12 D.13 Zadel en zadelpen...d.14 D.15 Balhoofdset en voorvork...d.15 Aandrijving pedalen, crank, ketting en cassette...d.16 D.17 Shimano Nexus systeem met 7 versnellingen...d.17 Derailleurs...D.18 D.19 Remsystemen...D.20 D.23 Wielen...D.24 D.25 Reflectoren...D.25 Onderhoud van uw frame of voorvork uit aluminium of koolstof...d.26 Vervangen van banden...d.27 Verende voorvorken...d.28 Achtervering...D.29 - D.30 Trekking-accessoires...D.31 Aanhaalmomenten Het aanhaalmoment is de mate waarin een schroefdraadbevestiging moet worden vastgedraaid, bijvoorbeeld een schroef of een klembout, met behulp van een momentsleutel. In deze handleiding worden waar nodig de aanhaalmomenten opgegeven, zodat u onderdelen met een schroefdraadbevestiging precies kunt vastzetten. De aanhaalmomenten moeten er vooral voor zorgen dat klembouten en dergelijke niet te strak worden aangedraaid. Het te hard vastdraaien van bevestigingsmateriaal geeft geen extra zekerheid en kan er in tegendeel zelfs toe leiden dat het betreffende onderdeel beschadigd wordt of het helemaal laat afweten. Het te hard vastdraaien van de bar-ends bijvoorbeeld kan het stuur verdraaien. Een onderdeel dat vast en veilig bevestigd is, zal ook blijven vastzitten. Het heeft meestal geen zin om het dan nog verder aan te draaien. Soms worden er verschillende aanhaalmomenten opgegeven. Afhankelijk van het type fiets moeten bepaalde onderdelen soms verschillend worden afgesteld. U kunt gemakkelijk controleren of een bepaald onderdeel correct is vastgezet. Hoe u dat doet, wordt opgegeven in dit hoofstuk. Het zijn eenvoudige middeltjes waarmee u kunt controleren of alles goed vastzit, zeker wanneer u geen gebruik maakt van een momentsleutel. Op blz. D.12 D.13 vindt u een test om te controleren of de voorbouw goed vastzit op de voorvork. Klem het voorwiel tussen uw knieën en probeer de voorbouw te draaien door het stuur heen en weer te wrikken. Als de voorbouw niet draait, is hij correct vastgezet. Natuurlijk blijft dit een subjectief middel, maar de druk op de voorbouw is in elk geval groter dan in normale rijomstandigheden. STUUR, BAR-ENDS EN VOORBOUW Expanderbout van de voorbouw Fig. 26 Fig. 27 Klembout om de voorbouwhoek aan te passen Stuurklembouten Stuurpenklembouten Stuurklembouten Het stuur moet correct gemonteerd zijn, want het is hiermee dat u de fiets goed kunt besturen en onder controle houden. Wilt u zo comfortabel en efficiënt mogelijk fietsen, dan moeten de voorbouw, het stuur en het zadel ook op elkaar afgestemd zijn. Maandelijks moet u even controleren of de voorbouw uitgelijnd staat met het voorwiel en of alle voorbouwklemmen nog stevig vastzitten. Zet een expanderbout van de voorbouw (fig. 26 en 28) vast tot 19,8-29,4 Nm. Zet de stuurklembouten (fig ) vast tot 11,3-13,6 Nm bij een gelaste voorbouw of tot 17-20,3 Nm bij een gegoten voorbouw. Zet de stuurklembouten op een voorbouw met 4 bouten bij BMX-fietsen (fig. 27 en 28) vast tot 9-11,3 Nm. Zet de stuurpenklembouten op een standaard directe voorbouw (fig. 27) vast tot 11,3-13,6 Nm. Zet de stuurpenklembouten op een standaard directe voorbouw bij BMX-fietsen (fig. 27) vast tot 16,4 Nm. Weet u niet zeker met welke voorbouw uw fiets is uitgerust, raadpleeg dan uw dealer. Sommige fietsen zijn uitgerust met een voorbouw waarvan de hoogte of de hoek kan worden ingesteld. Bij een dergelijke voorbouw moet u de klembout om de voorbouwhoek aan te passen (fig. 26) vastzetten tot 17-20,3 Nm nadat u eerst gecontroleerd hebt of de tandjes van beide delen goed ineengrijpen. Bij fietsen met een Airhead MC2-voorbouw (fig. 29) zet u de stuurklembouten vast tot 4,0-4,5 Nm. Zet de MC2-spanmoer met de Airheadset -sleutel vast tot 33,9-40,7 Nm. Controleer of het stuur veilig in de voorbouw zit en de voorbouw veilig in het frame door het stuur heen en weer te bewegen in de voorbouw, met het voorwiel tussen uw knieën geklemd (fig. 31). Let op dat geen kabeltjes worden uitgerekt of bekneld raken door het stuur te draaien. Sommige fietsen zijn uitgerust met schuimplastic dat bedekt is met nylon. Hoewel het schuimplastic in de eerste plaats als versiering bedoeld is, moet u er toch voor zorgen dat het goed vast blijven zitten. Controleer wekelijks of het nog goed vastzit en er niet af kan vallen of op de een of andere manier in de weg kan komen van de bewegende delen van de fiets. Bij sommige fietsen kan het stuur of een deel van het stuur in contact komen met het frame, wanneer het voorwiel ver gedraaid wordt. Gebeurt dat met een krachtige beweging, dan kan het frame daarbij beschadigd raken. Controleer of het stuur het frame raakt. Rubberen stuuruiteinden zullen meestal verhinderen dat het frame door dergelijk contact schade oploopt. Uw dealer beschikt over speciaal materiaal waarmee u het stuur en frame extra kunt beschermen. Bar-ends Sommige fietsen zijn voorzien van extra stuurgrepen op het gewone stuur van de terreinfiets. Deze handvatten of bar-ends (fig. 30) zijn alleen bedoeld om mee te klimmen. Een bar-end mag nooit in contact komen met andere objecten, waardoor u de macht over het stuur kunt verliezen. Monteer de bar-ends naar voren en van u, de fietser, vandaan gericht, en naar boven onder een hoek van niet minder dan 15 ten opzichte van de grond. Het is goed om maandelijks te controleren of de klembouten van de barends nog goed vastzitten (9,6-14,1 Nm) zodat ze niet kunnen gaan draaien op het stuur. De juiste hoek en hoogte van het stuur is grotendeels een kwestie van persoonlijke voorkeur. Bepalend daarbij is het bereiken van het juiste comfort, evenwicht en de juiste efficiëntie. Uw handen moeten nog altijd in een natuurlijke positie staan en vlot alle bewegingen kunnen maken. Handen, armen of schouders in een onnatuurlijke of verkrampte houding wijzen vaak op een onjuiste stuurpositie. De correcte positie is de positie die u het beste bevalt. Uw dealer kan u daarvoor altijd met raad en daad bijstaan. Wilt u de stuurhoek aanpassen, draai dan de stuurklembout(en) net voldoende los om het stuur in de voorbouw te kunnen draaien. Zet het stuur onder de gewenste hoek; let op dat het stuur gecentreerd blijft in de voorbouw. Na de afstelling zet u het stuur weer vast zoals aangegeven in het deel. Voor het aanpassen van de stuurhoogte bij een klassieke voorbouw (fig. 26 en 28) draait u de expanderbout van de voorbouw twee of drie slagen los en tikt u vervolgens boven op de expanderbout met een houten of kunststof hamer om de wig van de voorbouw los te maken. Stel het stuur in op de gewenste hoogte en zet het weer vast zoals aangegeven in het deel (zie ook de hieronder). Het aanpassen van de stuurhoogte van een directe voorbouw (fig. 27) is van invloed op de afstelling van het balhoofdsetlager. Voor het afstellen van de stuurhoogte van een Airhead MC2-voorbouw moet de vork korter worden gemaakt. Voor deze procedures is speciaal gereedschap en speciale training nodig en ze mogen daarom alleen door uw dealer worden uitgevoerd. De voorbouw moet eenmaal per jaar worden gesmeerd. Om een gewone voorbouw te smeren (fig. 26 en 28) draait u de expanderbout van de voorbouw niet meer dan twee of drie slagen los; tik daarna boven op de expanderbout met een houten of kunststof hamer om de wig van de voorbouw los te maken. Haal de voorbouw uit het frame. Veeg het oude vet van de voorbouw af en maak hem zo nodig schoon. Breng een dun laagje Wrench Force of ander synthetisch smeervet aan op het gedeelte van de voorbouw dat in het frame gaat, met inbegrip van de voorbouwwig. Steek de voorbouw in het frame en volg de aanwijzingen in het deel en van dit hoofdstuk om de voorbouw weer te installeren. Smeer een directe voorbouw eenmaal per jaar. Tevens moeten de balhoofdsetlagers worden bijgesteld, wat alleen door uw dealer kan worden gedaan. Bar-ends die loszitten, verkeerd gemonteerd zijn of in contact komen met andere objecten, kunnen leiden tot verlies van de macht over het stuur en lichamelijk letsel. Het stuur korter maken dan de oorspronkelijk bedoelde lengte kan het stuur zwak maken wat verlies van de macht over het stuur en lichamelijk letsel tot gevolg heeft. Rijd niet op een fiets waarvan u twijfelt of het stuur helemaal correct gemonteerd is. Uw dealer heeft het probleem snel verholpen. Fiets nooit met een stuur waarvan de markeringsstreep voor de hoogste stand op de stuurstang zichtbaar is (ook soms stopteken genoemd, zie fig. 32). U kunt de macht over het stuur verliezen wat lichamelijk letsel of schade aan uw fiets tot gevolg kan hebben. Er moet altijd minimaal 70 mm van de voorbouw in het frame blijven. Expanderbout van de voorbouw Spanmoer Markeringsstreep voor de hoogste stand (stopteken) Stuurklembouten Fig. 28 Fig. 29 Fig. 30 Fig. 31 Fig. 32 D.13

8 ZADEL EN ZADELPEN Zadelklembouten Zadelpen Zadelpenklembout Fig. 33 Zadelklembout Fig. 34 Het zadel en de zadelpen zijn bepalend voor steun op de fiets. Pas ze aan voor uw comfort en om gemakkelijker de pedalen te kunnen bedienen. Zorg ervoor dat u juist en comfortabel op uw fiets zit en dat het zadel en de zadelpen goed vastzitten. Controleer maandelijks of de snelspanhendel van de zadelpen of de zadelpenklembout goed vastzitten. Hebt u snelspanhendels, draai ze dan naar de stand LOS (). Met de hendel halverwege tussen de stand LOS () en VAST (CLOSED) draait u de snelspanstelmoer aan de andere kant van de snelspanas vast. Houd de snelspanhendel in de palm van uw hand en breng de hendel naar de stand VAST. Wanneer u de hendel ongeveer halfvast gedraaid hebt, hoort u bij het verder vastdraaien enige weerstand te voelen. Kunt u de hendel naar de stand VAST brengen en voelt u daarbij weinig of geen weerstand, dan zit uw zadel niet stevig genoeg vastgeklemd. Breng de hendel terug naar de stand LOS, draai de snelspanstelmoer vaster en draai de hendel vast tot u weerstand voelt. U kunt controleren of het zadel goed vastzit door het zadel en de zadelpen in het frame te proberen te draaien en door het voorste deel van het zadel op en neer te proberen te bewegen. Als het zadel draait, loszit of op en neer kan worden bewogen, draait u de zadelpenklembout, snelspanner of zadelklembouten vaster en controleert u het zadel. Daarna kunt u nogmaals controleren of het zadel en de zadelpen vastzitten. Gebruik de zadelpenhendel nooit terwijl de zadelpen uit het frame is. Zadelpenklembouten (fig. 33), vastdraaien tot 9,6-14,1 Nm. Zet enkele zadelklembouten vast met een inbussleutel van 6 mm, 17-28,3 Nm. Zet dubbele zadelklembouten vast met een inbussleutel van 5 mm (fig. 33), 9,6-14,1 Nm. Gebruik voor zadelklembouten een steeksleutel van 13 of 14 mm (fig. 34), 20,3-24,9 Nm. Gebruik voor een zadelpen met twee zadelklembouten een inbussleutel van 4 mm, 5-6,8 Nm. Zowel de zitbuishoek (kantelen) als de positie op het zadel bepalen het zit- en stuurcomfort, doordat er meer of minder druk op het stuur wordt uitgeoefend. De hoogte van het zadel is zeer belangrijk voor het comfort, de veiligheid en de efficiëntie. Een goed zadel dat correct is ingesteld, zal ook voor langere ritten comfortabel blijven. Een zadel dat niet goed of stroef zit, moet worden bijgesteld. Het is belangrijk dat u in een comfortabele houding op de fiets zit. Uw dealer kan u daarvoor altijd met raad en daad bijstaan. Om de hoek van het zadel aan te passen draait u de zadelklembout juist net genoeg los om het zadel naar voren en achteren te kunnen bewegen. De zadelhoek kunt u beter beoordelen door een recht voorwerp, bv. een liniaal, boven op het zadel te leggen. Het instellen van de juiste hoek is grotendeels een kwestie van persoonlijke voorkeur; probeer als uitgangspositie een zadel dat onder een hoek evenwijdig met de grond staat. Bij fietsen met achtervering kunt u de zadelneus iets schuin naar beneden zetten zodat de compressie van de achterschokbreker onder uw lichaamsgewicht (doorzakking) resulteert in een plat zadel. Het zadel zelf kan ook naar voren of naar achteren worden gezet op de zadelpen; dat zal eventueel meer comfort opleveren en de afstand tot het stuur veranderen. Als de positie eenmaal is aangepast, draait u de zadelklembout weer vast zoals aangegeven in het deel. Soms is het belangrijker, bv. bij een BMX, dat de fiets optimaal manoeuvreerbaar is bij een lagere stand van het zadel; optimale efficiëntie bij het trappen is dan van ondergeschikt belang. Bent u op zoek naar een comfortabeler zithouding om bv. een grotere afstand te fietsen, zet dan eerst de crankarmen parallel met de zitbuis. Iemand kan daarbij helpen om de fiets in balans te houden. Ga in normale zithouding op het zadel zitten zonder schoenen. Uw uitgestrekte been moet recht zijn wanneer uw hiel op de onderste pedaal rust (fig. 36). Als u eenmaal de schoenen aangetrokken hebt, is dat de correcte zithouding omdat er dan in het uitgestrekte been toch een lichte buiging zit wanneer de bal van de voet op de pedalen rust. Pas de zadelhoogte aan door de zadelpenklembout of de snelspanhendel los te zetten, stel de juiste hoogte in en zet de bout of hendel weer vast zoals aangegeven in het deel. Zie ook de hieronder. Markeringsstreep voor de hoogste stand (stopteken) Fig. 35 Fig. 36 Smeer de zadelpen jaarlijks (behalve bij frames van koolstofvezelcomposiet OCLV); zie Onderhoud van frames of vorken uit aluminium of koolstof op blz. D.26). Hiervoor moet u de snelspanhendel of de bout van de zadelpen losmaken en de zadelpen uit het frame halen. Veeg het oude vet van de zadelpen af en maak hem zo nodig schoon. Breng een dun laagje Wrench Force of een ander synthetisch smeervet aan op het gedeelte van de zadelpen dat in het frame wordt gestoken. Steek de zadelpen in het frame, stel hem op de juiste hoogte in en draai de hendel of bout weer vast zoals aangegeven in. De markeringsstreep voor de hoogste stand of het stopteken (zie fig. 35) mag niet zichtbaar zijn. Er moet altijd minimaal 64 mm van de zadelpen in het frame blijven zitten. (Bij Klein-frames moet er ten minste 100 mm van de zadelpen in het frame blijven zitten. Dit kan meer zijn dan de op de zadelpen gemarkeerde lengte.) Fietsen met het zadel boven deze hoogte kan leiden tot verlies van de macht over het stuur, lichamelijk letsel of schade aan uw fiets. Sommige artsen zijn van oordeel dat langdurig fietsen met een verkeerd afgesteld of slecht passend zadel dat uw bekken niet naar behoren ondersteunt, kan leiden tot gevoelloosheid en letsel aan zenuwen en bloedvaten. Dergelijke klachten kunnen worden voorkomen door de fiets goed af te stellen. Als u gevoelloosheid ondervindt tijdens het fietsen, laat uw dealer de fiets dan juist afstellen. De voorvork zorgt voor de verbinding tussen het voorwiel en het frame. De balhoofdset (fig. 37) is het lagersysteem waarop het stuurmechanisme van uw fiets draait, bestaande uit stuur, stuurpen en voorvork. Bij Freestyle-fietsen maakt een rotor (fig. 38) het mogelijk het stuur 360 te draaien zonder dat de remkabels daarbij klem komen te zitten. BALHOOFDSET EN VOORVORK Controleer maandelijks de balhoofdset van uw fiets. Ga daarvoor over de bovenbuis van uw fiets staan met beide voeten op de grond. Schakel de voorrem stevig in terwijl u de fiets naar voren en achteren schommelt. Zit er geen voorrem op uw fiets, dan controleert u de balhoofdset door het voorwiel dwars of haaks op de kracht die u uitoefent, te draaien. Controleer de balhoofdsetlagers door te kijken, te luisteren en te voelen of u nergens abnormale speling bespeurt. De balhoofdset mag evenmin te vast zitten. Dat kunt u controleren door de voorvork en stuur langzaam van rechts naar links te draaien. Maakt de voorvork daarbij een knarsend geluid of lijkt het alsof de beweging op een bepaald punt in de draaibeweging vastloopt of blijft hangen, dan zitten de lagers waarschijnlijk te vast. Een fiets met een balhoofdset die te vast of te los zit, is onveilig om mee te rijden. Ga langs bij uw dealer voor onderhoud. De rotor mag in geen geval de werking van de balhoofdset hinderen. Let daarom zorgvuldig op vreemde geluiden of op een rotor die tegen de balhoofdset wrijft. Voor het afstellen van de balhoofdset zijn speciaal gereedschap en speciale training nodig en daarom mag dit alleen door uw dealer worden uitgevoerd. Nadere informatie over het afstellen van de rotor vindt u in het deel Remsystemen. Smeer de balhoofdset jaarlijks opnieuw. Hiervoor zijn speciaal gereedschap en speciale training nodig en daarom mag dit alleen door uw dealer worden uitgevoerd. Fig. 37 Fig. 38 D.14 D.15

9 AANDRIJVING PEDALEN, CRANK, KETTING EN CASSETTE Cassette Fig. 39 Ketting Pedaal Crankbout Kettingwiel Bij een fiets bestaat de aandrijving uit die delen die de kracht overbrengen op het achterwiel. De aandrijving bestaat uit de pedalen (in combinatie met toeclips op bepaalde modellen), het crankstel dat bestaat uit een linker- en een rechtercrankarm, de kettingwielen en de trapas (bracket), de ketting en de cassette (met gewone tandkransjes of met freewheel op bepaalde modellen) (fig. 39). Wanneer alle onderdelen van dit systeem goed in elkaar grijpen, gaat alles geruisloos. Dan gaat het schakelen vanzelf en zult u dus zo efficiënt mogelijk fietsen. Voor fietsen uitgerust met een aandrijving van het type Shimano Nexus 7 versnellingen dient u ook dat deel te raadplegen. Controleer de ketting en cassette maandelijks. De ketting moet schoon, roestvrij en goed gesmeerd zijn. Alle kettingschakels moeten vlot en zonder piepen draaien; geen enkel schakeltje mag vervormd zijn. Niet alleen de ketting, maar ook de cassette moet zo schoon mogelijk blijven. Zie het deel om te weten hoe u moet schoonmaken en smeren. Haal de ketting van uw fiets af om de cassette of het freewheel te controleren; laat de cassette in uw handen ronddraaien. Hoort u een knarsend geluid of stopt de cassette onmiddellijk met draaien, dan moet de cassette wellicht worden bijgesteld of vervangen. Breng uw fiets naar uw dealer voor dit onderhoud. Controleer de kettingspanning maandelijks bij een fiets die niet is uitgerust met versnellingen. Wanneer u de ketting in het midden vasthoudt tussen het voor- en achtertandkransje, hoort er in totaal 6-12 mm Fig. 40 beweging te zijn in verticale richting (fig. 40). Zit er op uw fiets een kettinggeleider, controleer dan maandelijks of de kettinggeleider stevig vastzit en goed uitgelijnd is. Controleer of de kettinggeleider niet los zit. Door hem voorzichtig heen en weer te bewegen en er zachtjes op te tikken, controleert u of hij nog goed vastzit. Zit er beweging in of hoort u gerammel, dan moet de kettinggeleider waarschijnlijk iets CCD vaster aangespannen worden. Draai de crankarmen rond met het achterwiel van de grond. Crank en ketting moeten overal vrij van de kettinggeleider lopen. Lijn de kettinggeleider weer uit zodat niets ertegen wrijft. Draai de klembouten stevig vast zodat de kettinggeleider niet kan bewegen. Sommige fietsen zijn uitgerust met een CCD (chain control device, kettingregelaar) (fig. 41). Deze plaat beschermt uw fiets in geval van chainsuck. Zorg dat de plaat steeds goed is afgesteld. Controleer maandelijks of de speling tussen de CCD en de kettingwielen op het punt waar ze elkaar het dichtst benaderen, 0,5-1,0 mm bedraagt en zet de CCD-bouten vast tot 2,3-2,8 Nm. Fig. 41 Controleer de pedalen en toeclips om de drie maanden. Zet de pedalen stevig vast in de crankarmen tot 40,2-42,9 Nm. De rechterpedaal zet u vast door de trapas met de klok mee te draaien, de linkerpedaal door de trapas tegen de klok in te draaien. Controleer of de pedaallagers goed zijn afgesteld. Draai de pedalen met de hand en beweeg ze van links naar rechts en op en neer. Voelen de pedalen los aan of draaien ze stroef, dan moet u ze laten bijstellen, de kogellagers opnieuw van smeervet laten voorzien of laten vervangen door uw dealer. Controleer of de toeclips goed vastzitten aan de pedalen en of de pedaalreflectoren schoon zijn en stevig vastzitten. Controleer het crankstel, waaronder de linker en rechter crankarm, de bracket (as plus lager) en de kettingwielen om de 3 maanden. Span bij elke crankarm de crankbout aan tot 39,5-49,2 Nm. Span de kettingwielbouten aan tot 5,7-7,9 Nm. Controleer de afstelling van het bracketlager door eerst de ketting van de kettingwielen te halen, daarna de crank zo te draaien dat een van de crankarmen parallel staat met de zitbuis. Probeer met de ene hand op de crankarm en de andere op de zitbuis, de crankarm zijwaarts naar en van de zitbuis vandaan te bewegen. Voelt de crank los aan of hoort u een verdacht geluid, dan moeten de lagers van de bracket door uw dealer worden bijgesteld. Laat vervolgens de cranks ronddraaien. Stopt het draaien plotseling of hoort u een krakend geluid uit de lagers, dan moeten de lagers worden bijgesteld of opnieuw door uw dealer van vet worden voorzien. Maak ook de kettingwielen schoon en controleer of ze nergens beschadigd zijn. Als de tandjes gebogen of gebroken zijn, moet het kettingwiel door uw dealer worden vervangen. Controleer de ketting om de 3 maanden op slijtage met een kettingslijtagemeter of een liniaal. Elke schakel van een nieuwe ketting is 2,5 cm lang. Zijn 12 schakels samen meer dan 30 cm lang, dan is de ketting aan vervanging toe. Een goed onderhouden ketting gaat gewoonlijk km mee. Voor het vervangen van de ketting zijn speciaal gereedschap en speciale training nodig. Het mag daarom alleen door uw dealer worden uitgevoerd. Om de kettingspanning van een fiets zonder versnellingen juist af te stellen, draait u de achterwielasmoeren los, afwisselend een slag aan de linker- en rechterkant van het wiel. Verschuif het wiel om de ketting op te spannen en zorg ervoor dat het wiel gecentreerd in het frame zit. Bepaalde modellen zijn uitgerust met een kettingspanner waardoor het wiel gemakkelijker kan worden gecentreerd. Zie en in het hoofdstuk Wielen om het wiel opnieuw vast te zetten. Zie blz. D.9 voor het afstellen van steunwieltjes. Stel de CCD (fig. 41) af door de klembouten van de CCD los te draaien en de CCD-plaat zodanig te plaatsen dat de speling tussen de plaat en alle onderdelen van de kettingwielen (met inbegrip van de tanden aan de zijden van de kettingwielen) 0,5-1,0 mm bedraagt. Draai de bouten van de CCD vast tot 2,3-2,8 Nm en draai de cranks vervolgens een volledige D.16 omwenteling terwijl u de speling nogmaals controleert. Het is mogelijk dat de CCD-plaat opnieuw moet worden afgesteld nadat er aan de trapas is gewerkt of de rechter crankarm is aangedraaid. Voor het afstellen van de aandrijving of bepaalde onderdelen ervan, met inbegrip van het installeren van het crankstel, de bracketlagers, cassette, pedalen of ketting, zijn speciaal gereedschap en speciale training nodig. Dit werk dient door uw dealer te worden uitgevoerd. Elke maand moet de cassette worden schoongemaakt en de ketting worden gesmeerd. Leg altijd een oude doek achter de ketting; zo vermijdt u dat olie op de fiets zelf terechtkomt. Gebruik Wrench Force of een soortgelijk synthetisch kettingsmeermiddel. Na het smeren van de ketting haalt u overtollige olie met een oude doek weg. Bij het schoonmaken van de cassette verwijdert u met Wrench Force -ontvetter of een dergelijk oplosmiddel en met een borsteltje het vuil dat aan de tandkransjes is blijven zitten. Gebruik hiervoor geen benzine omdat benzine te ontvlambaar is en een verontreinigende vetlaag achterlaat nadat de benzine verdampt is. Voor het reinigen van de cassette is speciaal gereedschap en speciale training nodig. Het mag daarom alleen door uw dealer worden uitgevoerd. Demonteer de cassette nooit. De delen van de pedaalassen die in de crankarmen zitten, moeten jaarlijks opnieuw worden ingevet. Opmerking: rechterpedalen zijn verschillend van linkerpedalen. De rechterpedaal hoort op de rechtercrankarm en de linkerpedaal op de linkercrankarm te zitten. Maak de pedalen los door de pedaalas tegen de klok in te draaien voor de rechterpedaal, maar met de klok mee voor de linkerpedaal. Smeer alle schroefdraden met een dun laagje Wrench Force of soortgelijk synthetisch smeervet en zet de pedalen daarna opnieuw vast: de rechterpedaal rechts en de linkerpedaal links. Zie de instructies voor het vastzetten van de pedalen in het deel. De lagers van de pedalen en bracketlagers moeten jaarlijks opnieuw van vet worden voorzien. Hiervoor is speciaal gereedschap en speciale training nodig. Daarom mag dit alleen door uw dealer worden uitgevoerd. Opmerking: Bepaalde lagers van zowel pedalen als bracket zijn hermetisch gesloten en hoeven dus niet jaarlijks opnieuw van vet te worden voorzien. SHIMANO NEXUS SYSTEEM MET 7 VERSNELLINGEN Het Shimano Nexus systeem met 7 versnellingen bestaat uit die delen van de fiets die het schakelen mogelijk maken: de schakelaar, achternaaf en versnellingskabel. Het versnellingsmechanisme zelf zit binnen in de versnellingsnaaf, waardoor het dus maar weinig onderhoud nodig heeft. Wanneer u moet schakelen Schakelen is vooruitzien. Schakelen gaat vaak het gemakkelijkst wanneer u freewheelt, achteruittrapt of gewoon vanuit de stilstand. Wilt u toch gewoon verdertrappen, oefen dan iets minder druk uit op de pedalen terwijl u schakelt. Een te strak gespannen ketting bemoeilijkt het schakelen. Pas uw versnelling aan de rijomstandigheden aan. De juiste versnelling is die waarbij u een gelijkmatig trapritme kunt aanhouden. Leer uw fiets aan te voelen. Een goed afgesteld versnellingssysteem werkt geruisloos. Gaat het schakelen naar een bepaalde versnelling gepaard met ongewone geluiden, dan moet de versnellingskabel waarschijnlijk worden bijgesteld. Is het geluid nadat u bijgesteld hebt niet verdwenen of is het nog duidelijker aanwezig, probeer dan eerst te weten te komen waar het geluid precies vandaan komt. Ga indien nodig te rade bij uw dealer om het probleem te verhelpen. Voor meer informatie over uw versnellingssysteem kunt u terecht bij uw dealer. Controleer vóór elke rit of de Nexus-naafversnellingen goed zijn afgesteld. Staat de schakelaar in de vierde versnelling, dan moeten de rode streepjes op de schijf van de naaf in lijn liggen met de tandkransbracket (fig. 42). Controleer de versnellingskabel maandelijks opknikken, roest, gebroken draden of gerafelde uiteinden. Controleer ook of de uiteinden van de buitenkabel niet gebogen zijn en de buitenkabel niet gescheurd, gebroken of overmatig versleten is. Rijd niet met een fiets als er een probleem met de versnellingskabels is. Vervang de kabel en/of buitenkabel aan de hand van deze instructies of laat dit over aan uw dealer. Klembout van versnellingskabel Als de rode streepjes op de schijf van de naaf niet in lijn liggen met de tandkransbracket wanneer de schakelaar in de vierde versnelling staat, stel de spanning van de versnellingskabel dan bij. Draai het kabelstelbusje op de schakelaar (fig. 43) tot beide rode streepjes in elkaars verlengde liggen. Schakel naar de eerste versnelling en vervolgens weer naar de vierde; controleer de afstelling nogmaals. Smeer de versnellingskabels telkens wanneer ze zijn vervangen, met Wrench Force of soortgelijk synthetisch kettingsmeermiddel. Smeer de naaflagers van de Nexus jaarlijks. Hiervoor is speciaal gereedschap en speciale training nodig. Daarom moet dit door uw dealer worden uitgevoerd. Om de versnellingskabel te vervangen, draait u de klembout van de kabel los en haalt u het dopje aan de voorkant van de schakelaar eraf met een kruiskopschroevendraaier. Schuif het dopje op het einde van de kabel naar voren. Zorg dat u weet hoe de kabel precies door de schakelaar loopt. Leg de nieuwe kabel op dezelfde manier in de schakelaar en zet de kabelklembout weer vast. Zie de instructies in voor de verdere installatie. Schijf Stelbusje van versnellingskabel Tandkransbracket Fig. 42 Kapje kabeleinde Fig. 43 D.17

10 DERAILLEURS Kabel Fig. 44 Stelschroeven Kabelklembout Kabelstelbusje Fig. 45 Grote hendel Fig. 46 Fig. 47 Fig. 48 Kleine hendel Steschroeven Kabelklembout Kleine hendel Kabel Grote hendel Bepaalde fietsmodellen zijn uitgerust met een derailleurs. Dit is een compleet schakelsysteem waarmee u moeiteloos kunt schakelen. Het derailleursysteem bestaat uit de voor- en achterderailleur, de schakelaars of versnellingshendels en de versnellingskabels. In deze handleiding worden de volgende soorten schakelaars besproken: de Shimano RapidFire of E Z Fire (fig. 46), de GripShift (fig. 47), de Shimano STI (fig. 48), de Campagnolo Ergopower (fig. 49) en de Bar-con (fig. 50). Wanneer u moet schakelen (alle systemen) Schakelen is vooruitzien. Schakel alleen met ketting en pedalen in een voorwaartse beweging. Schakel nooit tijdens stilstand of wanneer u achteruittrapt. Oefen iets minder druk uit op de pedalen wanneer u schakelt. Een te strak gespannen ketting bemoeilijkt het schakelen. Vermijd schakelen wanneer u over tram- of treinsporen gaat of over oneffenheden rijdt. Het is mogelijk dat de ketting niet goed verschuift of eraf loopt. Met de linker schakelaar bedient u de voorderailleur en met de rechter schakelaar de achterderailleur. Schakel altijd maar één schakelaar of hendel tegelijk. Pas uw versnelling aan de rijomstandigheden aan. De juiste versnelling is die waarbij u een gelijkmatig trapritme kunt aanhouden. De volgorde van de versnellingen hoeft u daarbij niet per se te respecteren. Leer uw fiets aan te voelen. Een goed afgestelde aandrijving en goed afgestelde derailleurs werken praktisch geruisloos. Hoort u bij het schakelen een ongewoon geluid, dan moet de derailleurkabel waarschijnlijk een beetje worden bijgesteld. Is het geluid hierna niet verdwenen of is het nog duidelijker aanwezig, probeer dan eerst te weten te komen waar het geluid precies vandaan komt. Ga indien nodig te rade bij uw dealer om het probleem te verhelpen. Meer informatie over het type derailleurs vindt u hierna of u kunt hierover contact opnemen met uw dealer. Controleer de versnellingskabels maandelijks opknikken, roest, gebroken draden of gerafelde uiteinden. Controleer ook of de uiteinden van de buitenkabel niet gebogen zijn en de buitenkabel niet gescheurd, gebroken of versleten is. Rijd niet met een fiets als er een probleem met de versnellingskabels is. Vervang de kabel en/of buitenkabel aan de hand van de afstelinstructies of laat dit over aan uw dealer. Controleer de werking van de linkerschakelaar/voorderailleur maandelijks. Staat de grote linker versnellingshendel naar voren (of staat het bovenste gedeelte van de linker draaischakelaar naar achteren gedraaid of is de enkele Bar-con-hendel (fig. 50) naar achteren getrokken), dan hoort de voorderailleur de ketting van een kleiner naar een groter kettingwiel te verplaatsen. Staat de kleine linker versnellingshendel naar voren (of staat het bovenste gedeelte van de linker draaischakelaar naar voren gedraaid of is de enkele Bar-con-hendel (fig. 50) naar voren geduwd), dan hoort de voorderailleur de ketting van een groter naar een kleiner kettingwiel te verplaatsen. De ketting mag nooit van de binnenste of buitenste kettingwielen vallen. Controleer de werking van de rechterschakelaar/voorderailleur maandelijks. Staat de grote rechter versnellingshendel naar voren (of staat het bovenste gedeelte van de rechter draaischakelaar naar achteren gedraaid of is de enkele Bar-con-hendel (fig. 50) naar achteren getrokken), dan hoort de achterderailleur de ketting van een kleiner naar een groter kettingwiel te verplaatsen. Staat de kleine rechter versnellingshendel naar voren (of staat het bovenste gedeelte van de rechter draaischakelaar naar voren gedraaid of is de enkele Bar-con-hendel (fig. 50) naar voren geduwd), dan hoort de derailleur de ketting van een groter naar een kleiner kettingwiel te verplaatsen. Na het schakelen moet de achterderailleur zo staan dat er geen contact is met de ketting. De ketting mag nooit van de binnenste of buitenste tandkransjes aflopen. Linkerschakelaar/Voorderailleur Om de lagere versnellingen correct in te stellen op de voorderailleur, schakelt u de ketting eerst op het kleinste voorste kettingwiel en de grootste tandkrans van de cassette. Draai de derailleurkabelklembout los tot de kabel vrij is. Draai de stelschroef voor de lagere versnellingen (gewoonlijk herkenbaar aan de letter L ) totdat de binnenste kettinggeleider van de derailleur ongeveer 0,5 mm van de ketting vandaan is. Terwijl u aan de voorderailleurkabel trekt, schakelt u de linkerschakelaar volledig naar de stand voor het kleine kettingwiel. Draai het linker kabelstelbusje dat op de schakelaar of het frame zit, zover mogelijk met de klok mee. Trek de voorderailleurkabel strak, steek de kabel in de groef boven de derailleurkabelklembout en draai de kabelklembout aan tot 3,6-5,9 Nm. Om de hogere versnellingen in te stellen op de voorderailleur, schakelt u de achterderailleur naar het kleinste tandkransje. Draai daarna de stelschroef voor de hogere versnellingen op de voorderailleur (gewoonlijk herkenbaar aan de letter H ) tegen de klok in tot de schroef de derailleur niet kan raken. Als u de fiets ondersteboven hebt staan of opgehangen, dan kunt u met de hand de pedalen door laten draaien tot de ketting op het buitenste kettingwiel springt. Stel de voorderailleur in met de linkerschakelaar tot de buitenste kettinggeleider van de voorderailleur ongeveer 0,5 mm van de ketting verwijderd is. Draai de stelschroef voor de hogere versnellingen weer vast tot u weerstand voelt. Hebt u de instelschroef te ver aangedraaid, dan zal de derailleur in de richting van het kleinste kettingwiel bewegen. Kleine hendel Grote hendel Rechterschakelaar/Achterderailleur Fig. 49 Om de hogere versnellingen in te stellen op de achterderailleur, schakelt u de ketting naar het grootste voorste kettingwiel en het kleinste achterste tandkransje. Draai dan de derailleurkabelklembout los tot de kabel vrij is. Ga achter de fiets staan om te zien of het achterste tandkransje, de ketting en beide derailleurschijven op één lijn liggen. Liggen ze niet op één lijn, draai de stelschroef voor de hogere versnellingen, gewoonlijk herkenbaar aan de letter H, totdat ze wel op één lijn liggen. Schakel, terwijl u aan de achterderailleurkabel trekt, de rechterschakelaar helemaal Bar-con naar het kleine tandkransje. Draai het kabelstelbusje op de schakelaar of het frame zo ver mogelijk met de klok mee. Draai het kabelstelbusje op de achterderailleur zo ver mogelijk met de klok mee en draai het daarna één slag tegen de klok in. Trek de versnellingskabel strak, steek de kabel in de klemboutgroef op de achterderailleur en span de kabelklembout aan tot 3,6-5,9 Nm. Om de lagere versnellingen in te stellen op de achterderailleur, draait u eerst de stelschroef op de achterderailleur (gewoonlijk herkenbaar aan de letter L ) ver genoeg tegen de klok in dat de beweging van de derailleur Fig. 50 niet wordt beperkt. Met de fiets ondersteboven of opgehangen kunt u de pedalen met de hand ronddraaien tot de ketting naar het kleinste voorste kettingwiel en het grootste achterste tandkransje wordt verplaatst. Schakel de achterderailleur niet te ver; anders kan de ketting vastlopen tussen het grote tandkransje en de spaken. Plaats de schijven van de achterderailleur in één lijn met het grootste tandkransje. Draai de stelschroef voor de lagere versnellingen met de klok mee tot u weerstand voelt. Hebt u de stelschroef te ver gedraaid, dan zal de derailleur van de fiets vandaan bewegen. Probeer de verschillende versnellingscombinaties. Let op dat de ketting er niet afloopt terwijl u schakelt. Om de achterderailleur de verhoudingen juist te laten weergeven, schakelt u de ketting op het grootste voorste kettingwiel en het kleinste achterste tandkransje. Schakel de ketting naar het volgende tandkransje. Maakt de ketting daarbij overdreven veel lawaai of gaat hij helemaal niet naar het volgende tandkransje, draai het kabelstelbusje op de achterderailleur dan tegen de klok in (hierdoor neemt de kabelspanning toe) zodat de derailleurschijven op één lijn komen te liggen met dit tweede tandkransje. Doe dit in kleine stapjes tot het systeem zonder haperen of overbodig lawaai schakelt. Als de ketting bij deze afstelling onmiddellijk naar het derde tandkransje verspringt, is de derailleurkabel te strak gespannen. Draai het kabelstelbusje met de klok mee tot de derailleurschijven en het tweede tandkransje op één lijn liggen. Probeer alle versnellingscombinaties uit om zeker te zijn dat de ketting vlot heen en weer schakelt over alle achterste tandkransjes. Om de middelste stand van de voorste schakelaar bij te stellen (op modellen die met deze voorziening zijn uitgerust), schakelt u de ketting op het middelste voorste kettingwiel en het grootste achterste tandkransje. Gebruik het kabelstelbusje op de voorste schakelaar om de kettinggeleider van de voorderailleur tot op ongeveer 0,5 mm van de ketting te positioneren. Probeer de verschillende versnellingscombinaties. Let op dat de ketting er niet afloopt terwijl u schakelt en dat de voorderailleur nergens tegen het crankstel komt. Als een van de derailleurkabels niet het gewenste resultaat oplevert, mag u pas weer gaan fietsen nadat de kabel is vervangen. Dit doet u aan de hand van deze instructies of door met uw fiets bij uw dealer langs te gaan. Om een versnellingskabel te vervangen, schakelt u de derailleurs zodanig dat de ketting op het kleinste voorste kettingwiel en het kleinste achterste tandkransje loopt. Let op de manier waarop de derailleurkabel gemonteerd zit, draai de kabelklembout los terwijl u de defecte kabel vasthoudt en haal de kabel door de schakelaar. Controleer de buitenkabels. Beschadigde of roestige buitenkabels dienen ook vervangen te worden. De vervangende buitenkabel moet wel van het juiste type zijn en exact op lengte gesneden; gebruik de oude stukken als model. Zorg er ook voor dat de uiteinden geen bramen hebben; de kabel moet ongehinderd door deze uiteinden kunnen lopen. Smeer de nieuwe kabel met Wrench Force of een soortgelijk synthetisch smeervet. Leid de nieuwe kabel vervolgens door de schakelaar en alle kabelgeleiders en buitenkabels, en door de kabelklem. De nieuwe kabel moet precies lopen zoals de oude. Nadat u de kabel vervangen hebt, stelt u de derailleur in. Volg daarbij de instructies; knip de kabel op een extra lengte van niet meer dan 51 mm voorbij de kabelklembout af. Om te voorkomen dat het kabeleinde gaat rafelen, kunt u er een kabeldopje of een beetje soldeersel op aanbrengen. Smeer alle draaipunten van de voor- en achterderailleur maandelijks, alsmede de derailleurschijven op de achterderailleur, met Wrench Force of gelijksoortig synthetisch kettingsmeermiddel. Smeer de versnellingskabels telkens wanneer u ze vervangt. Volg daarbij de instructies voor vervanging in deze handleiding. D.18 D.19

11 REMSYSTEMEN Met het remsysteem kunt u de snelheid van uw fiets regelen. Deze functie is van essentieel belang voor uw veiligheid. Zonder het juiste gereedschap of de juiste training is het vaak niet gemakkelijk om de remmen goed af te stellen. Rijd niet met de fiets als u niet zeker bent of de remmen goed zijn afgesteld of als u denkt dat er een probleem is. Ga langs bij uw dealer om de remmen te laten afstellen. Wij raden u ten stelligste aan het afstellen van essentiële onderdelen van uw fiets, zoals de remmen, over te laten aan uw dealer. Mocht u nadere informatie over het remsysteem van uw fiets nodig hebben, neem dan contact op met uw dealer. VELGREMMEN Controleer vóór elke rit of de remmen naar behoren werken. Controleer vóór elke rit of de remblokjes nog goed op hun plaats zitten (fig. 55). De velgen van uw fiets maken deel uit van het remsysteem; houd ze altijd schoon. Controleer de velgen op olie, vet of ander vuil. Controleer de remkabels en buitenkabels van uw fiets maandelijks. Controleer ze op knikken, roest, gebroken draden of gerafelde uiteinden. Controleer de buitenkabel ook op gebogen uiteinden, scheuren, uitgerekte kronkels en slijtage. Vervang alle delen van de rem- of buitenkabel die niet in orde zijn. Controleer de remblokjes maandelijks op slijtage. Het remvlak van de remblokjes is voorzien van ondiepe groeven om het water van de velg vandaan af te voeren. Vervang remblokjes Fig. 51 Fig. 52 Fig. 53 Fig. 54 Fig. 55 Remgreepklembout Kabel Fig. 56 Fig. 57 D.20 Geen contact Remblok uitgelijnd op de velg Stelschroef voor de afstand stuur - greep Remblokklembout Kabelstelbusje Remgreepklembout Remarmklembout Centreerschroef Remarmklembout Verbindingskabel Remblokklembout Remblokklembout Remblok en velg moeten parallel lopen Kabelstelbusje Centreerschroef Remarmklembout Remblokklembout Draairichting van de velg 0,5 à 1 mm toespoor waarvan de groeven minder dan 2 mm diep zijn (of minder dan 1 mm bij direct pull-remmen, fig. 51). Bij knijpremmen (fig. 53) spant u om de drie maanden de remblokklembouten aan tot 4,5-6,8 Nm en de klembouten van de knijpremmen tot 7,9-9,6 Nm. Bij direct pull-remmen (fig. 51), cantileverremmen (fig. 52) of U-remmen (fig. 54) spant u om de drie maanden de remblokklembouten aan tot 7,9-9 Nm en de remarmklembouten tot 7,9-9,6 Nm. Span de remgreepklembouten (fig ) om de drie maanden aan tot 4,5-6,8 Nm. Stel de remblokjes zo af dat ze 1,5-2 mm van de velg zijn verwijderd als er niet wordt geremd. U kunt dit doen door de remkabelstelbusjes op de knijpremmen (of remgrepen bij direct pull-remmen) bij te stellen. Wilt u de remblokjes dichter bij de velgen brengen, draai het kabelstelbusje dan naar links. Wilt u meer speling, draai het kabelstelbusje dan naar rechts. Als u met deze werkwijze de remblokjes van direct pull- of knijpremmen niet dicht genoeg bij de velg kunt afstellen, draai de ankerbout van de kabel dan los totdat de kabel los is. Draai het kabelstelbusje helemaal naar rechts. Houd de remblokjes tegen de velg en zet de ankerbout opnieuw vast zoals in. Voor het veranderen van de remkabellengte in een cantileverrem is speciaal gereedschap en een speciale training nodig en mag daarom alleen door uw dealer worden uitgevoerd. Om de uitlijning van de remblokjes bij te stellen, draait u de remblokklembout los. Plaats het remblokje zodanig dat het remblokvlak en het velgvlak op de juiste wijze tegenover elkaar zijn geplaatst (fig. 55). Het toespoor in fig. 55 voorkomt dat de remmen piepen. Dit toespoor is waarschijnlijk niet nodig bij al gebruikte remblokjes of bij sommige nieuwe direct pull-remmen of remmen van het V-type. Nadat u de remmen hebt afgesteld, spant u de remblokklembout aan tot 7,9-9 Nm. Om de remmen te centreren, moet u de centreerschroef draaien (fig ). Test de remmen door zo hard mogelijk in de remgrepen te knijpen. De remkabel moet op zijn plaats blijven zitten en de remblokjes moeten haaks op de velg grijpen en mogen niet in contact komen met de band. Rijd niet met de fiets als u niet zeker bent of de remmen goed zijn afgesteld of als u denkt dat er een probleem is. Ga langs bij uw dealer om de remmen te laten afstellen. Wij raden u ten stelligste aan het afstellen van essentiële onderdelen van uw fiets, zoals de remmen, over te laten aan uw dealer. Smeer de scharnierpunten van de remgrepen en de remarmklembouten om de 3 maanden met een lichte olie in. Uw dealer kan een olie aanbevelen. Smeer de remkabels na montage met een dun laagje Wrench Force of soortgelijk synthetisch smeervet. Kabelmontage Let bij het monteren van een remkabel in direct pull- of knijpremmen op de manier waarop de oude kabel gemonteerd is. Draai de ankerbout van de remkabel los en verwijder de versleten remkabel. Draai het kabelstelbusje op de knijprem zodanig naar rechts dat de schroefdraad van het kabelstelbusje niet boven de knijprem uitsteekt. Smeer de nieuwe remkabel met vet in. Monteer de kabel en zorg daarbij dat hij de loop van de oude remkabel volgt. Zorg dat het loden kopje van de remkabel goed in het remgreephuis vastzit en dat de buitenkabel stevig in de remgreep zit. Steek de remkabel door de ankerbout en volg daarna de instructies voor het afstellen van de remmen in de delen en. Tot slot knipt u de kabel af op niet meer dan 51 mm voorbij de ankerbout. Bescherm het kabeluiteinde tegen rafelen door middel van een metalen dopje of een beetje soldeersel. Voor het monteren van een nieuwe kabel in cantileverremmen is speciaal gereedschap en speciale training nodig en mag daarom alleen door uw dealer worden uitgevoerd. Direct pull-remgrepen Direct pull-remmen (fig. 51) leveren meer rem- en stopkracht en maken gebruik van speciale remgrepen om de remkracht te regelen. Gebruik voor alle remmen uitsluitend daarvoor geschikte remgrepen, zoals de remgrepen waarmee uw fiets normaal is uitgerust. Beschikt u over direct pull-remmen waarvan de remkracht kan worden aangepast, lees dan eerst de bij de fiets geleverde instructies van de fabrikant voordat u de instelling ervan aanpast. Net zoals elk ander remsysteem kunnen direct pull-remmen die niet juist worden gebruikt en onderhouden, leiden tot verlies van de macht over het stuur en tot letsel. TERUGTRAPREMMEN EN INTERNE REMMEN Terugtrapremmen Controleer vóór elke rit of de terugtraprem naar behoren werken door achteruit te trappen. De remmen moeten pakken nadat de cranks minder dan 60 graden achteruit zijn gedraaid (ongeveer een zesde van een volledige omwenteling). Als de remmen niet goed pakken, ga dan langs bij uw dealer om ze te laten afstellen. Rijd niet met de fiets als u niet zeker bent of de remmen goed zijn afgesteld of als u denkt dat er een probleem is. Ga langs bij uw dealer om de remmen te laten afstellen. Wij raden u ten stelligste aan het afstellen van essentiële onderdelen van uw fiets, zoals de remmen, over te laten aan uw dealer. Controleer wekelijks of de klembout van de remband nog stevig vastzit en of de remband nog stevig vastzit op de liggende achtervork (fig. 58). Inter-M-Roller-rem Controleer vóór elke rit of de Nexus Inter-M-Roller-rem (fig. 59) naar behoren werkt. Met de remgreep ongeveer 15 mm ingeknepen moet er al voldoende remkracht worden overgebracht om de fiets te stoppen. Inter-M-rem Om de rem te laten pakken na een kortere loop van de remgreep, draait u de borgmoer van het kabelstelbusje los en draait u het naar links (fig. 59). Wilt u de loop vergroten, draai het kabelstelbusje dan naar rechts. Probeer of u de remgreep normaal kunt inknijpen. Vergrendel de gewenste instelling door de borgmoer van het kabelstelbusje naar rechts te draaien totdat deze handvast is. Smeer de scharnierpunten van de remgrepen om de drie maanden met Wrench Force of een gelijksoortig synthetisch kettingsmeermiddel. Smeer de remkabels na montage met een dun laagje Wrench Force of gelijksoortig synthetisch smeervet. Klembout van de remband Remband Kabelstelbusje Fig. 58 Fig. 59 D.21

12 Kabelmontage Let bij het monteren van een remkabel in Shimano Inter M-remmen op de manier waarop de oude kabel gemonteerd is. Draai de ankerbout van de remkabel los en verwijder de versleten remkabel. Draai het kabelstelbusje op de rem of remgreep volledig naar rechts. Smeer de nieuwe kabel met vet. Monteer de kabel en zorg daarbij dat hij de loop van de oude remkabel volgt. Zorg dat het loden kopje van de remkabel goed in het remgreephuis vastzit en dat de buitenkabel stevig in de remgreep zit. Steek de remkabel door de ankerbout en volg daarna de instructies voor het afstellen van de remmen in het deel. Wanneer de remmen afgesteld zijn, test u ze door de remgrepen volledig in te knijpen. De remkabel moet in de kabelankerbout blijven zitten. Tot slot knipt u de kabel af op niet meer dan 51 mm voorbij de ankerbout. Bescherm het kabeluiteinde tegen rafelen door middel van een metalen dopje of een beetje soldeersel. ROTOR- EN KNIJPREMMEN Fig. 60 Bovenste kabelstopper Onderste kabelstopper Fig. 61 D.22 Lager SCHIJFREMMEN Rotor Dankzij een rotor (fig. 61) kan het stuur van een freestyle-fiets 360 graden draaien, ook al wordt de voorrem met een kabel bediend. Aangezien de rotor een verbinding is tussen de remgreep en de rem, is hij van essentieel belang voor het ontwikkelen van remkracht en voor uw veiligheid. Controleer de werking van de rotor maandelijks. Kijk naar het lager terwijl u het stuur 360 graden draait. Het lager mag niet op of neer bewegen of kantelen. Wanneer u remt, moet de remwerking via de rotor worden overgebracht terwijl het lager parallel blijft met de bovenste en onderste kabelstoppers. Als het lager kantelt wanneer u remt inschakelt of het stuur draait, moet de rotor bijgesteld worden. Om de rotor af te stellen, moet u eerst zorgen dat de twee onderste kabelstelbusjes zich ter hoogte van de onderste kabelstopper bevinden (ze mogen er niet bovenuit steken) en dat het lager op de onderste kabelstopper rust. Bij het instellen van de achterrem moet het lager zich op deze plaats bevinden. Het lager moet parallel zijn met de bovenste en onderste kabelstoppers. Is het gekanteld, dan is er speling in één van de kabels. Trek één voor één aan de kabeluiteinden om te zien welke kabel speling vertoont bij het lager. De speling kunt u wegnemen door het kabelstelbusje bij te stellen. Zet alle borgmoeren van de kabelstelbusjes vast wanneer beide kabels gelijk trekken. Rijd niet met de fiets als u niet zeker bent of de remmen goed zijn afgesteld of als u denkt dat er een probleem is. Ga langs bij uw dealer om de remmen te laten afstellen. Wij raden u ten stelligste aan het afstellen van essentiële onderdelen van uw fiets, zoals de remmen, over te laten aan uw dealer. Knijpremmen Knijpremmen (fig. 60) zijn velgremmen. Informatie over velgremmen vindt u op blz. D.20 D.21. Controleer vóór elke rit of uw remmen naar behoren werken. Controleer of de remblokjes nog goed op hun plaats zitten. Stel de remblokjes zo af dat ze 0,25-0,75 mm van de remschijf zijn verwijderd als er niet wordt geremd. Draai het wiel snel rond. Bij een vrijstaande remgreep moet er zo weinig mogelijk contact zijn tussen de remblokjes en de rotor. Raak de rotors van de remschijven niet aan na intensief gebruik; ze kunnen zeer heet zijn. Span de kabelklembout bij kabelbediende remmen aan tot 5,7-7,9 Nm. Knijp vóór elke rit hard in de remgreep. Een volledig ingeknepen remgreep mag niet tot tegen het stuur komen. Wanneer de remgreep van een hydraulische schijfrem sponsachtig aanvoelt of zonder veel weerstand kan worden ingeknepen, moet het systeem waarschijnlijk ontlucht worden. Laat dit over aan uw dealer. Als de remgreep van een kabelbediende schijfrem tot tegen het stuur kan worden ingeknepen, stel de rem dan af volgens de instructies in het volgende deel. Span de montagebouten van de remschijf en eventuele adaptermontagebouten maandelijks aan tot 6,8 Nm. Span de rotorklembouten aan tot 5-6,2 Nm terwijl u de rotor tegen de naaf houdt. Span de klembouten van Hayes hydraulische remgrepen aan tot 2,8-4 Nm. De rotor maakt deel uit van het remsysteem; houd hem altijd schoon. Controleer de rotor op olie, vet of ander vuil. Voor een grondige reiniging haalt u de remblokjes uit de knijpremmen door ze naar buiten uit de veerklem te trekken. Gebruik geen schoonmaakmiddel, ontvetter of oplosmiddel om de schijf schoon te maken. Gebruik isopropylalcohol voor het schoonmaken van de schijf. Bij hydraulische schijfremmen moet u de remslang maandelijks controleren op knikken of lekken. Vervang de delen van de hydraulische slang die niet in orde zijn. Bij het vervangen van de hydraulische slang Fig. 62 moet het remsysteem opnieuw worden afgesteld. Hiervoor is speciaal gereedschap en een speciale training nodig en dit mag daarom uitsluitend door uw dealer worden uitgevoerd. De hydraulische remvloeistof mag niet in contact komen met het frame om beschadiging van het lakwerk te voorkomen. Controleer de remkabels en buitenkabels maandelijks bij fietsen met kabelbediende schijfremmen. Controleer de kabels op knikken, roest, gebroken draden of gerafelde uiteinden. Controleer de buitenkabel ook op gebogen uiteinden, scheuren, uitgerekte kronkels en slijtage. Vervang elk stuk remkabel of buitenkabel dat niet in orde is. Controleer de schijfremblokjes maandelijks op slijtage. Vervang remblokjes die minder dan 1,0 mm dik zijn. Op bepaalde fietsmodellen kan de afstand van het stuur tot de remgreep aan de grootte van uw handen worden aangepast. Knijp in de remgreep terwijl u aan de stelschroef voor de afstand stuur - greep draait (fig. 63). Bij remgrepen van hydraulische schijfremmen kan de stelschroef in stand B staan. Probeer diverse instellingen. Nadat u de afstand stuur - remgreep Remgreepklembout Stelschroef voor de afstand stuur - greep hebt ingesteld, moet u waarschijnlijk ook de remkabellengte aanpassen door de kabelstelbusjes te draaien, zoals hieronder wordt beschreven. Schijfremmen zijn in grote mate zelfregelend, zolang de rem juist is uitgelijnd en op de schijfrotor is gecentreerd. Als de rotor schuurt, moet de knijprem wellicht worden uitgelijnd. Draai eerst de remklembouten los. Knijp de remgreep helemaal in en span de klembouten één voor één aan (zie het deel ). Gebruik de schijfremgreep niet als de rotor zich niet in de knijprem bevindt. Bij zelfregelende schijfremmen wordt de speling tussen het remblokje en een raakvlak (gewoonlijk de rotor) automatisch ingesteld. Als de hendel echter wordt ingeknepen terwijl de rotor uit de rem is, wordt de remblokspeling ingesteld ten opzichte van het tegenoverliggende remblokje. Dit resulteert in een speling van slechts 0,5 mm tussen de remblokjes zodat de rotor niet opnieuw in de rem kan schuiven. Om de remblokjes volledig te openen, verwijdert u beide remblokjes door het kleine rembloklipje naar buiten te trekken. Met een dopsleutel van 12 mm drukt u elke zuiger zo ver mogelijk naar buiten. Zorg dat u daarbij niet op de rembloklocatiepen drukt. Schuif de remblokjes opnieuw op hun plaats, monteer het wiel weer en controleer de afstelling van de remmen (zie ). Als de remgreep van een kabelbediende schijfrem helemaal tot tegen het stuur kan worden geknepen, moet de spanning van de remkabel worden bijgesteld. U kunt dit doen door de kabelstelbusjes van de remkabels die zich op de remgrepen bevinden, te draaien. Om de rem te laten pakken na een kortere loop van de remgreep, draait u het kabelstelbusje naar links. Om de rem te laten pakken na een langere loop, draait u het kabelstelbusje naar rechts. Als u met deze werkwijze de loop van de remgreep niet juist kunt afstellen, draai de kabelankerbout op de rem dan los totdat de kabel los is. Draai het kabelstelbusje helemaal naar rechts. Trek de kabel strak en volg de instructies in om de kabelankerbout weer vast te draaien. Nadat de remmen zijn bijgesteld, test u ze door de remgrepen volledig in te knijpen. De remkabel moet op zijn plaats blijven zitten. Smeer de scharnierpunten van de remgrepen om de 3 maanden met Wrench Force of een soortgelijk synthetisch kettingsmeermiddel. Schijfremmen hoeven niet te worden gesmeerd. Smeer de remkabels na montage in met een dun laagje Wrench Force of soortgelijk synthetisch smeervet. Kabelmontage Let bij het monteren van een remkabel in kabelbediende schijfremmen op de manier waarop de oude kabel gemonteerd is. Draai de ankerbout van de remkabel los en verwijder de versleten remkabel. Draai het kabelstelbusje op de remgreep volledig naar rechts. Smeer de nieuwe remkabel. Monteer de kabel en zorg daarbij dat hij de loop van de oude kabel volgt. Zorg dat het loden kopje van de remkabel goed in het remgreephuis vastzit en dat de buitenkabel stevig in de remgreep zit. Steek de remkabel door de ankerbout en volg daarna de instructies voor het afstellen van de remmen in de delen en. Tot slot knipt u de kabel af op niet meer dan 51 mm voorbij de ankerbout. Bescherm het kabeluiteinde tegen rafelen door middel van een metalen dopje of een beetje soldeersel. Schijfremmen kunnen zeer heet worden en brandwonden veroorzaken. Raak na te hebben geremd de remschijf gedurende ten minste 30 minuten niet aan. Blijft uit de buurt van draaiende onderdelen zoals rotors en spaken. Zij kunnen lichamelijk letsel veroorzaken. Kabel B Kabelstelbusje Fig. 63 D.23

13 WIELEN Band Om vlot te kunnen fietsen moeten de wielen correct gemonteerd zijn. De wielen zelf moeten goed in elkaar zitten en de wisselwerking met de Spaken remmen moet vlekkeloos verlopen. Het beste wielonderhoud is preventief onderhoud. Zorg dat u weet hoe wielen in elkaar zitten; dan weet u wat er zoal mis kan lopen. Naaf Controleer vóór elke rit of de snelspannaven in de stand Vast staan of de wielasmoeren goed aangespannen zijn. Voor meer informatie over het afstellen van de snelspannaven kunt u het deel of uw dealer Velg raadplegen. Zorg er altijd voor dat het velglint helemaal goed in het velgbed ligt Fig. 64 voordat u een band installeert. Alle spaakgaten moeten bedekt zijn. Controleer of de wielen recht en rond zijn door ze snel rond te draaien. Als de velg geen regelmatige loop heeft, laat het wiel dan uitlijnen door uw dealer. Zorg dat uw banden goed opgepompt zijn. Op de zijkant van de banden staat de juiste spanning. Gebruik liefst een gewone (fiets)pomp en meter. Gebruik geen luchtpomp van een benzinestation. Bij dat soort pompen is de spanning te groot en wordt er te veel lucht ineens gepompt. Daardoor is de kans groot dat uw band klapt. Controleer de banden op slijtage en andere schade. Vervang de band zodra hij scheurtjes of zwakke plekken vertoont, waardoor de binnenband zichtbaar wordt of wanneer de bandbekleding onder het bandprofiel ergens bloot komt te liggen of wanneer het loopvlak nog maar weinig profiel vertoont. Zorg dat de velgen schoon zijn. Remmen gaat moeilijker op vuile of vettige velgen. Maak de velgen schoon met een schone doek of was ze af met water en zeep, spoel ze af en laat ze gewoon drogen. Controleer wekelijks of er geen spaken ontbreken, loszitten of gebroken zijn. Een wiel dat niet helemaal in orde is, vermindert het remvermogen en de sterkte van het wiel. Controleer maandelijks of de naaflagers nog goed aangespannen zitten. Til de voorkant van de fiets met één hand op en probeer de velg zijwaarts te bewegen, van links naar rechts. Kijk, voel en luister of de naaflagers niet los zijn komen te zitten. Laat het wiel snel ronddraaien en luister of u eventueel geknars of andere abnormale geluiden hoort. Een naaf die loszit of lawaai maakt, moet opnieuw worden bijgesteld. Doe hetzelfde voor het achterwiel. Misschien is uw fiets voorzien van een snelspansysteem voor de wielen. Dankzij de snelspanner kunt u de wielen snel monteren en demonteren zonder dat u daarbij gereedschap nodig hebt. Wilt u veilig en goed kunnen fietsen, lees dan de volgende instructies aandachtig door: LOS 1. Controleer altijd of beide wielen goed vastzitten voordat u gaat fietsen. 2. Breng de snelspanhendel naar de stand LOS () en plaats het wiel zo ver mogelijk in de vork. 3. Met de hendel ongeveer halverwege tussen LOS CLOSED VAST () en VAST (CLOSED) (zie fig. 65) draait u de snelspanstelmoer, die tegenover de snelspanas zit, goed met de hand vast (fig. 66). Fig. 65 Fig. 67 Fig. 66 Fig Houd de snelspanhendel in de palm van uw hand en draai de hendel zoals in fig. 67. Draai de hendel naar de stand VAST (zie fig. 69 voor een voorwiel en 70 voor een achterwiel). Wanneer u de snelspanhendel ongeveer halfvast gedraaid hebt, moet u enige weerstand voelen. 5. Kunt u de hendel met weinig of geen weerstand in de stand VAST zetten, dan zit uw wiel niet stevig genoeg vastgeklemd. Breng de hendel terug naar de stand LOS, draai de snelspanstelmoer vaster en breng de hendel naar de stand VAST om te controleren of u meer weerstand voelt. Hebt u de snelspaninrichting correct vastgezet, dan zit de wielas voldoende strak in de vorkeinden om de (metalen) wielas in de (metalen) vork te klemmen. D.24 CLOSED Fig. 69 Fig. 70 Rijd niet met een fiets met speling tussen de as en de naaf of als u denkt dat de naaf moet worden bijgesteld. Ga langs bij uw dealer om de naaf goed te laten afstellen. Zorg dat alle spaakgaten goed afgedekt zijn door het velglint. Blootliggende spaakgaten kunnen mogelijk de binnenband beschadigen. U kunt als gevolg van een klapband vallen waardoor u lichamelijk letsel kunt oplopen. Zet de snelspanhendel niet vast door de hendel als een vleugelmoer te gebruiken (fig. 68). Het wiel zal daardoor zeker niet stevig op zijn plaats blijven zitten. 6. Zet de snelspanhendels zodanig vast dat er geen contact is met andere onderdelen van uw fiets (bijvoorbeeld de bagagedrager of de spatborden) en zorg ervoor dat ze niet per ongeluk worden geraakt wanneer u langs iets fietst (fig. 69 en 70). 7. Op de volgende manier kunt u eenvoudig testen of u de wielen helemaal correct hebt ingezet. Til het voorwiel van de grond en draai het wiel vooruit rond (fig. 71). Het wiel mag niet loskomen, los zijn of slingeren. Als u twijfelt, zet het wiel dan opnieuw vast, zoals uitgelegd in punt 2t/m 6 van deze instructies. Hebt u de snelspanhendel correct vastgezet, dan is het onmogelijk om de hendel in een cirkelbeweging parallel met het wiel te draaien (vast- en loszetten gebeurt namelijk met een klikbeweging zie fig. 72). 8. Het achterwiel controleert u op dezelfde manier als het voorwiel; let vooral op een correcte stand van de snelspanhendel in de vaste stand (fig. 70). Hebt u een fiets met gewone asmoeren in plaats van snelspaninrichtingen (fietsen met lugs worden hieronder apart vermeld), dan moeten de asmoeren van het voorwiel tot 20,3-27,1 Nm en de asmoeren van het achterwiel tot 27,1-33,9 Nm worden vastgezet. Op de volgende manier kunt u eenvoudig testen of u de wielen helemaal correct hebt vastgezet: Til het voorwiel van de grond en draai het wiel vooruit rond (fig. 71). Het wiel mag niet loskomen, los zijn of slingeren. Herhaal deze test voor het achterwiel. Bij BMX-fietsen met asmoeren, waarbij de assen niet precies in de vorkuiteinden liggen, zit aan beide kanten een speciale kartelring tussen moer en vork; de moeren kunnen daardoor goed worden aangedraaid en de vork zet het wiel vast (fig. 73). Er zijn ook freestyle-fietsen met buisvormige asverlengingen, zogenaamde lugs (fig. 74). Bij fietsen met lugs is de kartelring tegen het vorkuiteinde geplaatst, zoals in fig. 73, en bevinden zich binnen in de lug extra sluitringen en een moer. Draai asmoeren in lugs met een 15 mmsleutel vast met een aanhaalmoment van 24,9-27 Nm. Draai asmoeren in lugs met een 19 mm-sleutel vast met een aanhaalmoment van 40 Nm. Op de volgende manier kunt u eenvoudig testen of u de wielen helemaal correct hebt vastgezet: Til het voorwiel van de grond en draai het wiel vooruit rond (fig. 71). Het wiel mag niet loskomen, los zijn of slingeren. Herhaal deze test voor het achterwiel. Blijft de spanning in uw banden niet juist, dan zit er waarschijnlijk ergens een lek in de binnenband. In het deel Vervangen van banden op blz. D.27 vindt u de juiste manier om een lek te verhelpen. Beschikt u niet over het juiste gereedschap, laat dit dan over aan uw dealer. Voorzie de wiellagers jaarlijks van vers smeervet. Hiervoor is speciaal gereedschap en speciale training nodig. Het mag daarom alleen door uw dealer worden uitgevoerd. Smeer de snelspanners jaarlijks. Gebruik hiervoor enkele druppels Wrench Force of een gelijksoortig synthetisch smeermiddel. Breng de olie aan op het punt waar de snelspanhendel in het snelspannerhuis grijpt. Kartelring Asmoer en sluitring Fig. 71 Fig. 72 Fig. 73 Fig. 74 REFLECTOREN De reflectoren van uw fiets zijn een vitaal onderdeel voor uw veiligheid. Haal ze niet van uw fiets. Reflectoren bieden extra veiligheid. Controleer om de drie maanden of alle moeren en bouten van de reflectoren voor- en achteraan, in de wielen en op de pedalen nog stevig vastzitten. Controleer of de reflecterende vlakken van de reflectoren voor- en achteraan haaks op de grond staan en of ze schoon zijn en in goede staat verkeren. De voorreflector moet recht naar voren gericht staan en de achterreflector recht naar achteren. De achterreflector moet ten minste 7,5 cm onder de bovenkant van het zadel gemonteerd zijn. Om de reflectoren af te stellen, kunt u de metalen reflectorbeugeltjes buigen of de schroefjes van de kunststof beugeltjes losdraaien, de reflector verplaatsen en de schroefjes weer vastdraaien. Lug D.25

14 ONDERHOUD VAN FRAMES OF VORKEN UIT ALUMINIUM OF KOOLSTOF Fig. 75 Fig. 76 Kettinggeleider Beschermstuk voor liggende achtervork 24mm Doorsnede Fietsonderdelen van aluminium of koolstofvezel (bv. de uitvaleinden) zijn niet zo vervormbaar als staal. Als u een onderdeel probeert aan te passen door het te buigen of te draaien, is er kans dat het breekt. Het verdient geen aanbeveling de uitlijning van het frame bij te stellen. Als het frame beschadigd is, stuur het dan via uw dealer naar de fabriek voor reparatie. Toleranties voor pers- en schroefdraadverbindingen zijn cruciaal. Zorg dat u nooit een onderdeel opperst dat te groot is of verkeerd uitgelijnd is, want zo kunt u het frame of het onderdeel breken. Als u bevestigingsmateriaal met schroefdraad te strak vastdraait, kunt u de schroefdraad permanent beschadigen of het onderdeel breken. Zorg dat de schroefdraad van de trapas en de achterderailleur vóór montage schoon en goed gesmeerd is. Begin onderdelen met de hand in plaats van met een schroefsleutel. Span de cups van de trapas aan tot 48,6-68,9 Nm. Span de achterderailleurklembouten aan tot 7,9-9,6 Nm. Draai de montagebouten voor de waterfles, de CCD-bouten en de montagebouten voor de bagagedrager en de spatborden aan tot 2,3-2,8 Nm. Draai de klembout van de voorderailleur niet meer dan tot 2,3 Nm aan om beschadiging van de derailleur of het frame te voorkomen. Uw frame is bestemd voor zadelpennen met een buitendiameter van 27,12-27,20 mm of 31,45-31,60 mm. Meet de zadelpen vóór de montage om te zien of deze aan deze toleranties voldoet. Breng voldoende smeermiddel aan op aluminium frames om te voorkomen dat de aluminium zadelpen op de aluminium zadellug of zitbuis blijft steken. Binnen in de zadellug van een OCLV-frame bevindt zich een dun laagje glasvezel dat dient als isolatiemiddel tegen roest. Dit laagje zorgt dat de koolstofvezel niet in aanraking komt met het aluminium van de zadelpen. Smeermiddel is niet nodig en wordt ook niet aanbevolen. De OCLV-frames moeten altijd voorzien zijn van een beschermstuk voor de liggende achtervork (fig. 76) en een kettinggeleider (fig. 75, niet nodig op Y Foil-frames) ter bescherming tegen schade in geval van chainsuck of wanneer de ketting voorbij het binnenste kettingwiel geschakeld wordt. Zorg dat de kettinggeleider en het beschermstuk voor de liggende achtervork juist gemonteerd zijn en in goede conditie worden gehouden. Als deze onderdelen loskomen of beschadigd zijn, ga dan naar uw dealer om ze onmiddellijk te laten vervangen. Wanneer u onderdelen van het frame schoonmaakt, gebruik dan geen oplosmiddelen, bijtende chemische producten of schuurmiddelen (met inbegrip van sommige soorten was). Verwijder de vuile laag op het frame met een zachte doek en een oplossing van een zacht wasmiddel en water. Het gebruik van industriële oplosmiddelen bij het reinigen van het frame of het verwijderen van verf, kan de verf beschadigen. Ook kunnen sommige energie-opwekkende frisdranken de verf beschadigen. Klem uw fietsframe zo weinig mogelijk in reparatierekken of in op auto's gemonteerde fietsrekken. Mechanische klemmen beschikken over aanzienlijke kracht waardoor de lichtgewicht buizen van uw fiets gemakkelijk samengedrukt, gedeukt of anderszins beschadigd kunnen worden. Zet de fiets vast in reparatierekken door de zadelpen te klemmen. Zet uw fiets vast in op auto s gemonteerde fietsrekken door de vorkuiteinden vast te klemmen. Blootstelling aan overdadige hitte, zoals bij poederspuiten of bij een open vlam, kan het hechtmiddel beschadigen dat de onderdelen van het frame samenhoudt. Stel het frame niet bloot aan temperaturen hoger dan 71 C. Bij alle frames zijn er voor het verwijderen van verf speciale technieken en veel zorg vereist. Bijtende schuurmiddelen verwijderen ook framemateriaal waardoor de sterkte van de fiets wellicht wordt aangetast. Neem contact op met uw dealer voor meer informatie. Wijzigingen aan het frame of de vork, van welke aard ook, maken de garantie ongeldig en kunnen gevaarlijk zijn. Bij Klein-frames moet er ten minste 100 mm van de zadelpen in het frame steken, zoals beschreven op blz. 15. Bij sommige zadelpennen wordt de minimale markeringsstreep vastgesteld door de diameter van de zadelpen met 2,5 te vermenigvuldigen. Dit is onvoldoende voor Klein-frames. Als u twijfelt, meet dan de markeringsstreep op uw zadelpen. Reparatie van frame De meeste gevallen van framebeschadiging kunnen in de fabriek worden gerepareerd. Stuur het frame terug via een erkende dealer. Schraeder- en Presta-ventielen Dit zijn twee soorten ventielen die op fietsen worden gebruikt (fig. 77). Het Schraeder-ventiel, dat de grootste diameter heeft, lijkt op bij auto's gebruikte ventielen en wordt op dezelfde wijze gebruikt. Verwijder het stofdopje, bevestig een luchtpomp met een Schraeder-fitting en pomp de band op. Breng het stofdopje weer aan om te voorkomen dat vuil en rommel in het ventiel komen. Bij het Presta-ventiel (ook bekend als Frans ventiel) verwijdert u het stofdopje, indien aanwezig. Presta-ventielen verschaffen een Fig. 77 zeer goede afdichting en er moet aanzienlijke druk worden uitgeoefend om ze de eerste keer te openen. Nadat u de ventielmoer hebt losgedraaid, drukt u met uw vinger op de moer om het ventiel te openen (hierdoor ontsnapt er een beetje lucht). Pomp de band op met een Presta-ventielfitting. Als u klaar bent, draait u de ventielmoer vast tegen het ventiel totdat de moer handvast zit. Dit heeft dezelfde functie als het stofdopje van een Schraeder-ventiel. Volg de onderstaande stappen wanneer u een lekke band wilt maken of een versleten band wilt vervangen. 1. Als uw fiets direct pull-remmen heeft, maak dan de verbindingsarm los van de gebogen buis (fig. 78). Heeft uw fiets cantilever- of U-remmen (fig. 81), maak dan de verbindingskabel los van de knijprem om de rem uitschakelen. Heeft uw fiets knijpremmen (fig. 80), draai dan aan de snelspanhendel. Druk op de snelspanner op de Campagnolo Ergopowerhendel (fig. 79). De knijprem zal terugveren zodat u de band tussen de remblokjes uit kunt halen. Opmerking: als u het achterwiel eraf wilt halen, schakel de ketting dan naar het kleinste kettingwiel en het kleinste tandkransje van de cassette. Heeft uw fiets een terugtraprem, maak dan de remarmband los van de liggende achtervork. Bij achterwielen met een Nexus 7-versnellingen maakt u de remen versnellingskabels los. Let erop dat u de achternaaf, die nog warm kan zijn van het remmen, niet aanraakt. Wilt u de remkabel losmaken, duw de kabelhouder (fig. 82) dan naar voren en de kabelklembout naar achteren, zodat de bout in lijn ligt met het grotere gat van de houder en duw hem vervolgens naar buiten om de kabelklembout los te maken. Schuif de remkabelstopper vervolgens naar voren om hem van de remarm te halen. Om de versnellingskabel los te maken, plaatst u de schakelaar eerst in de eerste versnelling. Trek dan de buitenkabel uit de buitenkabelstopper van de versnellingskabel. Draai de klembout van de versnellingskabel tot de sluitringen in lijn liggen met de groef in de tandkransbracket en verwijder de kabel. 2. Bij wielen met snelspaninrichtingen maakt u de snelspanhendel los en bij voorwielen schroeft u de snelspanstelmoer met 3 volledige slagen los. Haal het wiel uit de uiteinden van de voorvork. Bij wielen met asmoeren draait u de moer aan weerszijden van de naaf afwisselend los. Zo verandert de lagerafstelling van de naaf niet. Opmerking: bij het achterwiel van fietsen met een derailleur houdt u de achterderailleur omhoog en naar achteren terwijl u het wiel van de fiets haalt. Bij het achterwiel van fietsen zonder achterderailleur schuift u het wiel vooruit en tilt u de ketting van het achterste tandkransje af. Haal nu het wiel van de fiets. 3. Laat de band volledig leeglopen. Haal de band met uw handen of met bandenlichters van de velg af. Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals een schroevendraaier om de band te verwijderen. 4. Als u een lekke binnenband wilt repareren, repareer dan het lek op de binnenband met een bandenpleister of vervang de binnenband. Controleer of er geen vreemde voorwerpen door de binnenkant van de band en de velg steken of daar vastzitten. Zorg ervoor dat het velglint alle spaaknippels bedekt. Kijk of er geen slijtage of andere schade aan uw banden is. Vervang de band als hij sneden of scheurtjes heeft die door de band lopen en een deel van de binnenband zichtbaar maken of als om het even welk deel van de bandbekleding, zoals draden of ander materiaal, door het bandprofiel (loopvlak) komt. 5. Als u een binnen- of buitenband vervangt, zorg er dan voor dat de nieuwe binnen- of buitenband van dezelfde maat is als de oude of vraag uw dealer of de andere maten geschikt zijn. U vindt de maat op de zijkant van de band. 6. Pomp de binnenband op tot die een zekere vorm begint aan te nemen. Leg de binnenband in de buitenband. Duw het ventiel door het gaatje in de velg en monteer de band voorzichtig op de velg met uw handen. Zorg ervoor dat u de binnenband niet tussen de velg en de buitenband klemt wanneer u de buitenband monteert. 7. Pomp de band voor ongeveer de helft op terwijl u ervoor zorgt dat de hiel van de band goed in de velg zit. Laat de band opnieuw leeglopen. Dit helpt voorkomen dat de binnenband geklemd zit. 8. Pomp de band op tot de spanning bereikt is die aangeduid staat op de zijkant van de band. Plaats het wiel weer in het frame en zorg ervoor dat de as volledig in de uiteinden van de vork geschoven is. Opmerking: wanneer u het achterwiel van fietsen met derailleur wilt demonteren, schakelt u de ketting op het kleinste tandkransje. Bij het achterwiel van fietsen zonder derailleur schuift u het wiel zo ver mogelijk naar voren en legt u de ketting over het tandkransje. Bij schijfremmen zet u de rotorschijf in lijn met de rem. 9. Breng de snelspanner weer aan en stel hem af of span de asmoeren aan; zie het hoofdstuk Wielen. Bij fietsen zonder versnelling spant u de ketting weer (met de kettingspanners, indien aanwezig). Stel ook de steunwieltjes af en maak de remarmband van de terugtraprem weer vast, indien uw fiets daarmee is uitgerust. Centreer het wiel in het frame en span de asmoeren aan weerszijden van de naaf geleidelijk en afwisselend aan. Draai de rembandbout vast. Om de remkabel op een Nexus-achternaaf te monteren, schuift u de buitenkabelstopper van de remkabel in de groef op de remarm. Trek de kabel naar achteren en duw de kabelhouder naar voren tot u de kabelklembout door het gat met de grote diameter kunt steken. Schuif de bout naar voren in het gat met de kleinste diameter en zorg ervoor dat de bout goed vastzit, zodat deze niet eruit kan komen. VERVANGEN VAN BANDEN Rembandbout Snelspanner Remarm Snelspanner Fig. 78 Fig. 79 Fig. 80 Fig. 81 Buitenkabelstopper Kabelhouder Kabelklembout Fig. 82 D.26 D.27

15 ACHTERVERING Om de versnellingskabel op achternaven van Shimano Nexus te monteren, zet u de sluitringen van de klembout van de versnellingskabel op één lijn met de groef in de tandkransbracket en met de kabel nabij het midden van de naaf. Schuif de bout erin. Wikkel de kabel tegen de klok in rond de tandkransbracket, leg de kabel vervolgens in de voorvork en trek aan de buitenkabel tot er genoeg speelruimte is om de buitenkabel in de buitenkabelstopper te monteren. Zorg ervoor dat de spanning van de versnellingskabel juist is afgesteld. 10. Bij fietsen met handremmen monteert u de remverbindingskabel, de direct pull-verbinding of sluit u de remsnelspanner. 11. Test de rem om te zien of deze correct is afgesteld. 12. Draai het wiel snel rond om te zien of het gecentreerd is en vrij ronddraait zonder ergens tegenaan te wrijven. VERENDE VOORVORKEN Voorbelastingafstellers Speling van de band 25mm Heeft uw fiets een verende voorvork, kijk dan vóór elke rit of hij werkt zoals het hoort. Lees de bij de verende voorvork behorende handleiding die u samen met uw fiets hebt ontvangen. Als u de handleiding van de voorvork niet hebt ontvangen, kunt u uw dealer erom vragen of contact met ons opnemen. Wij sturen de handleiding dan naar u op. De instructies hieronder zijn uitsluitend bedoeld als aanvulling bij de handleiding van de fabrikant van de voorvork. Verende voorvorken moet met zorg behandeld en geregeld onderhouden en gesmeerd worden. Zorg dat alle bouten goed vastzitten en de vereiste speling aanwezig is. Bij fietsen met cantileverremmen moet er minimaal 25 mm speling zijn Fig. 83 tussen het ankerplaatje en de buitenkabelstopper van de voorste remkabel op de remboog (fig. 83). Stel de lengte van de remkabel bij met het kabelstelbusje op de remgreep. Telkens als u 5-10 uur gefietst hebt of nadat u in water en modder gereden hebt, dient u onder de stofhulzen van de schokdempers te kijken of de afdichting nog schoon is. Verwijder al het vuil en maak deze plaats schoon met een zachte doek. Gebruik geen oplosmiddelen of andere reinigingsmiddelen die het smeermiddel van de vering kunnen aantasten. Zorg dat de stofhulzen in de juiste stand staan om de afdichtingen te beschermen en te voorkomen dat verontreinigende stoffen de voorvork aantasten. Span de kroonklembouten aan zoals opgegeven in de bij de verende voorvork geleverde handleiding. Rijd niet met de fiets als de spelingen tussen de bovenkant van de band en de onderkant van de voorvorkkroon kleiner zijn dan het minimum. U vindt de minimumspelingen in de bij de verende voorvork geleverde handleiding. Het is mogelijk dat u de stugheid van de veer van de verende voorvork, ook wel voorbelasting genoemd, kunt afstellen. Stel de verende voorvork eerst zodanig af dat deze ongeveer 5-10 mm (of mm voor voorvorken met lange loop van meer dan 65 mm) doorzakt (samenperst wanneer u normaal op de fiets zit). Probeer na het rijden met deze afstelling ook andere afstellingen die bij uw eigen rijstijl passen. Volg de instructies in de bij de verende voorvork geleverde handleiding om de voorbelasting van de verende voorvork te vergroten. Dempen regelt de actiesnelheid van de verende voorvork gedurende compressie of terugvering. Bij sommige voorvorken kunt u de compressie- en/of terugveringdemping bijstellen. Volg de instructies in de bij de verende voorvork geleverde handleiding om de demping bij te stellen. Een gewijzigde vering heeft invloed op de stuur- en remprestaties van uw fiets. Nadat u de vering hebt gewijzigd, dient u de fiets voorzichtig uit te proberen in een omgeving met weinig verkeer totdat u weer vertrouwd bent met de prestaties. Verende voorvorken moeten regelmatig worden gesmeerd om soepel te functioneren en de afdichting lang te laten meegaan. Volg de instructies voor smeren en onderhoud in de bij de verende voorvork geleverde handleiding. Als uw fiets achtervering heeft, kijkt u vóór elke rit of deze werkt zoals het hoort. Lees daarvoor de handleiding van de achterschokbrekers die u bij uw fiets hebt ontvangen. Als u geen handleiding hebt ontvangen, kunt u uw dealer erom vragen of contact met ons opnemen. Wij sturen de handleiding dan naar u op. De instructies hieronder zijn uitsluitend bedoeld als aanvulling bij de handleiding van de fabrikant van de schokbrekers. Alle systemen Controleer steeds na 10 uur gebruik of de montagebouten van de schokbrekers en de bouten op de scharnierpunten nog vastzitten. Hiervoor draait u de moer van de bout of de as af, reinigt u de schroefdraden grondig, brengt u een borgmiddel voor schroefdraden aan (Loctite 242 is hiervoor uitstekend geschikt) en spant u de moer weer aan. Wanneer u de zadelhoogte van uw nieuwe fiets met voor- en achtervering wilt wijzigen, laat de onderkant van de zadelpen dan niet lager zakken dan 38 mm van het bovenste deel van de draaiarm. Als de draaiarm in contact komt met de zadelpen, kan dit uw fiets beschadigen. De aanbevolen afstelling van de voorbelasting (beginveerdruk) van de achterschokbreker, zowel lucht- als schroefveer, laat een geringe compressie van de veer toe, die doorzakking genoemd wordt, zodra uw gewicht op de fiets komt. Een correcte afstelling laat een doorzakking toe van ongeveer 15 25%, gemeten bij de achterschokbreker. Om de voorbelasting op coil/over-schokbrekers te vergroten, draait u de stelmoer zo dat de veer wordt samengedrukt. Om de vering minder stug te maken, draait u de moer zo dat de veer langer wordt. Als de veer op de schokbreker niet het gewenste afstelbereik biedt, bestaan er vervangveren met verschillende veergrootten. Raadpleeg uw dealer. Op modellen met luchtschokbrekers wordt de voorbelasting afgesteld door de luchtdruk in de schokbreker te veranderen met de bijgeleverde hogedrukschokbrekerpomp. Een gewijzigde vering heeft invloed op de stuur- en remprestaties van uw fiets. Nadat u de vering hebt gewijzigd, dient u de fiets voorzichtig uit te proberen in een omgeving met weinig verkeer totdat u weer vertrouwd bent met de prestaties. U hebt geen smeerolie nodig voor de schokbreker en het scharnierpunt van uw fiets met voor- en achtervering. Het scharnierpunt maakt gebruik van een composietlager dat met Teflon ingesmeerd is. Gebruik geen smeermiddelen, want ze kunnen het composietlager aantasten. Om het beste resultaat te verkrijgen en om lang met uw fiets te kunnen rijden, wast u de schokbreker en het gebied rond het scharnierpunt met een oplossing van water en zeep, of met alleen water. Figuur 84 Zet de montagebouten van de schokbrekers vast tot 6,9-8,5 Nm. Zet de klembouten van de scharnierpunten vast tot 11,3-12,4 Nm. Bij fietsen met luchtschokbrekers kunt u beginnen met een druk in ATM van 0,15 x uw lichaamsgewicht in kg. Kijk naar de druk die de manometer aangeeft, en probeer verschillende instellingen uit in stappen van 0,7 1 ATM om de fiets nauwkeurig op de juiste of gewenste doorzakking in te stellen. Op sommige schokbrekermodellen kunt u de demping instellen om de snelheid van de veeractie te regelen. Lees de handleiding van de schokbrekers voor informatie over het afstellen van de demping. Figuur 85 Zet de montagebouten van de schokbrekers vast tot 6,9-8,5 Nm. Zet de verbindingsklembouten vast tot 1,7-2,2 Nm. Zet de klembouten van het scharnierpunt aan de linkerzijde van de fiets vast tot 11,3-12,4 Nm. Bij fietsen met luchtschokbrekers kunt u beginnen met een druk in ATM van 0,15 x uw lichaamsgewicht in kg. Kijk naar de druk die de manometer aangeeft, en probeer verschillende instellingen uit in stappen van 0,7 1 ATM om de fiets nauwkeurig op de juiste of gewenste doorzakking in te stellen. Op sommige schokbrekermodellen kunt u de demping instellen om de snelheid van de veeractie te regelen. Lees de handleiding van de schokbrekers voor informatie over het afstellen van de demping. Op dit model is het compressiepercentage van de schokbreker instelbaar. U kunt het percentage wijzigen naarmate het achterste wiel door zijn loopbereik gaat. U kunt dit doen door het montagestuk van de onderste (achter)schokbreker naar een van de montagegaten voor de compressieafstelling te verplaatsen (fig. 85). Volg daarna de aanwijzingen in het deel van dit hoofdstuk om u ervan te verzekeren dat uw fiets naar behoren werkt. (wordt vervolgd op de volgende bladzijde) Verbindingsbouten Fig. 84 Compressieinstelling Fig. 85 D.28 D.29

16 TREKKING-ACCESSOIRES Verbindingsbouten Fig. 86 Fig. 87 Figuur 86 Zet de montagebouten van de schokbrekers vast tot 6,9-8,5 Nm. Zet de klembouten van de scharnierpunten vast tot 11,3-12,4 Nm. Bij fietsen met luchtschokbrekers kunt u beginnen met een druk in ATM van 0,10 x uw lichaamsgewicht in kg. Kijk naar de druk die de manometer aangeeft, en probeer verschillende instellingen uit in stappen van 0,7 1 ATM om de fiets nauwkeurig op de juiste of gewenste doorzakking in te stellen. Op sommige schokbrekermodellen kunt u de demping instellen om de snelheid van de veeractie te regelen. Lees de handleiding van de schokbrekers voor informatie over het afstellen van de demping. Figuur 87 Zet de montagebouten van de schokbrekers vast tot 6,9-8,5 Nm. Zet de klembouten van de scharnierpunten vast tot 5-5,7 Nm. Bij fietsen met luchtschokbrekers kunt u beginnen met een druk in ATM van 0,15 x uw lichaamsgewicht in kg. Kijk naar de druk die de manometer aangeeft, en probeer verschillende instellingen uit in stappen van 0,7 1 ATM om de fiets nauwkeurig op de juiste of gewenste doorzakking in te stellen. Op sommige schokbrekermodellen kunt u de demping instellen om de snelheid van de veeractie te regelen. Lees de handleiding van de schokbrekers voor informatie over het afstellen van de demping. Omdat u uw nieuwe fiets ook als pendelvoertuig kunt gebruiken, is hij voorzien van accessoires zoals een dynamo en lamp om de zichtbaarheid te vergroten, spatborden om de fiets en de fietser zelf droger te houden, een bagagedrager om spullen mee te nemen en een bel om mensen te waarschuwen en te groeten. Onderhoud de accessoires goed, zodat ze optimaal werken. Maandelijks moet u even controleren of de volgende moeren en bouten nog vastzitten. Span de spatbordstelmoeren aan tot 3,5-4,5 Nm. Span de klembouten van de spatborden en de bagagedrager aan tot 5,7-6,8 Nm. Als uw fiets nog andere accessoires heeft, controleer die dan ook eenmaal per maand. AAN Lichten De lichten op uw fiets zijn ontworpen en op de fiets gemonteerd om extra veiligheid te bieden wanneer mist of duisternis de zichtbaarheid vermindert. De lichten worden door een dynamo van stroom voorzien; u hebt dus geen batterijen nodig. Maar om licht te krijgen, moet u de dynamo wel AAN zetten en voldoende snel fietsen om de lampjes licht te doen geven, meestal ongeveer 5-6,5 km per uur. Om de dynamo en dus ook de lichten aan te zetten, duwt u de dynamo naar beneden zoals u kunt zien op fig. 88. Hierdoor schakelt u de dynamo in en gaan de lichten branden als u met een bepaalde snelheid fietst. Kijk of zowel het voor- als achterlicht brandt wanneer u begint te fietsen. Wilt u de lichten uitzetten, draai de dynamo dan weg van de band tot u een klik hoort. Als u deze handeling correct uitgevoerd hebt, hoort de dynamo UIT te staan. Controleer uw lichten. Richt de lichten zo dat ze de meeste helderheid bieden ook op afstand en dat ze op de beste plaats, vooraan op uw fiets, staan (normaliter in het midden vooraan op uw fiets). Houd de lenzen van uw lichten schoon. Denk eraan dat uw gezichtsveld kleiner kan worden als u s avonds fietst, zelfs wanneer uw voorlicht brandt. Pas voor de veiligheid uw snelheid aan. Denk er eveneens aan dat u minder zichtbaar zult zijn dan overdag, ook al fietst u met uw lichten aan. Fig. 88 Fig. 89 Rijd altijd defensief! Naast het feit dat u de lichten goed moet richten en de lenzen schoon moet houden, zodat ze maximaal licht geven, moet u wellicht af en toe de lampjes van de lichten vervangen. Doe dit bij voorkeur om de zes maanden, want u wordt niet vooraf gewaarschuwd wanneer een lampje doorbrandt. Door de lampjes regelmatig te vervangen, verkleint u het risico dat het lampje tijdens het fietsen doorbrandt, waardoor u dus zonder licht zou moeten verderrijden. De bedrading van de verlichting op uw fiets kan gedeeltelijk opgenomen zijn in het frame om de draden te beschermen. Trek niet aan die draden, scheur ze niet en snijd ze niet door. Doet u dit wel, dan zal het licht niet meer functioneren. Lampjes monteren Om een nieuw lampje te monteren, verwijdert u de stelschroef van de lens op het voor- of achterlicht (fig. 89) met een kruiskopschroevendraaier. Als u de schroef er volledig uitgedraaid hebt, draait u de lens een kwartslag met de klok mee en tilt u de lens uit de lamphouder. Nu kunt u het lampje losdraaien. Let daarbij wel op dat u het glas van het lampje niet verbrijzelt. Bij het monteren van een nieuw lampje moet u erop letten dat u de draad in de voet van de lamphouder niet losmaakt. Voer het losmaken van het lampje in omgekeerde volgorde uit om het lampje te monteren. De juiste lampjes zijn verkrijgbaar bij uw dealer. Het voltage en het wattverbruik van het lampje zijn vermeld op de lampvoet. De meest gebruikte lampjes zijn: voorlicht achterlicht 6 V 2,4 W 6 V 0,6 W D.30 D.31

17 BEPERKTE GARANTIE VOOR DE LEVENSDUUR VAN DE FIETS Trek Bicycle Corporation waarborgt elk frame en elke vaste voorvork van een nieuwe Trek-, Klein-, Fisher- of LeMond-fiets tegen montagefouten en defecten in het materiaal gedurende het hele leven van de oorspronkelijke eigenaar. Trek Bicycle Corporation waarborgt eveneens alle oorspronkelijke onderdelen, met uitzondering van verende voorvorken en achterschokdempers, voor een periode van één jaar vanaf de datum van aankoop. Verende voorvorken en achterschokdempers worden gedekt door de garantie van de oorspronkelijke fabrikanten ervan. Verf en stickers hebben een garantie van één jaar. Deze garantie is uitdrukkelijk beperkt tot het repareren of vervangen van een defect frame, een defecte voorvork of een defect onderdeel en vormt het enige verhaal onder de garantie. De garantie is alleen van toepassing op de oorspronkelijke eigenaar en is niet overdraagbaar. Aanspraken in verband met deze garantie moeten via een erkende dealer worden ingediend. Een aankoopbewijs is vereist. Pas als u een garantieregistratiekaart ingevuld hebt en als de Trek Bicycle Corporation die ontvangen heeft, kunt u aanspraak maken op garantie. De garantie is niet van toepassing op de normale slijtage van uw fiets, foute montage of follow-up onderhoud, of de montage van onderdelen of accessoires die niet oorspronkelijk bedoeld of geschikt zijn voor de fiets zoals hij verkocht wordt. De garantie is evenmin van toepassing op schade of storing door een ongeval, verkeerd gebruik, misbruik of verwaarlozing. Wijziging van het frame of onderdelen ervan maakt deze garantie ongeldig. Trek Bicycle Corporation kan niet aansprakelijk worden gesteld voor incidentele of vervolgschade. Sommige landen sluiten incidentele of vervolgschade niet uit. Het is mogelijk dat de bovenvermelde uitsluiting niet geldt voor u. Arbeidskosten voor het vervangen van onderdelen worden niet door de garantie gedekt. Deze garantie biedt de consument specifieke wettelijke rechten die van plaats tot plaats kunnen variëren. Deze garantie heeft geen invloed op de rechten van de consument volgens de wet. D.32

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Checklist materiaal

PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Checklist materiaal PROF OF NIET, WE DELEN DEZELFDE PASSIE! Checklist materiaal Bij een training dient veiligheid voorop te staan. Om een training veilig uit te kunnen voeren, moet je als trainer niet alleen na te denken

Nadere informatie

Montagehandleiding. Categorie Mountainbike

Montagehandleiding. Categorie Mountainbike Montagehandleiding Categorie Mountainbike Altec 2019 Inhoudsopgave Inleiding... - 3 - Voorwiel monteren... - 4 - Spatbord en voorverlichting monteren... - 5 - Stuur met vaste stuurpen monteren... - 6 -

Nadere informatie

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage. Gefeliciteerd met je nieuwe Highlander fiets! We hebben de fiets met veel zorg ontworpen, samengesteld en verpakt, zodat je veel plezier hebt aan je nieuwe fiets. Heb je een vraag over de fiets? Neem dan

Nadere informatie

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage.

Door de diverse stappen in deze montagehandleiding te doorlopen zorg je ervoor dat he in een handomdraai klaar bent met de montage. Gefeliciteerd met je nieuwe Popal fiets! We hebben de fiets met veel zorg ontworpen, samengesteld en verpakt, zodat je veel plezier hebt aan je nieuwe fiets. Heb je een vraag over de fiets? Neem dan contact

Nadere informatie

Fietsworkshop Opkikker 2016

Fietsworkshop Opkikker 2016 Fietsworkshop Opkikker 2016 1. Fietsonderdelen 2. Verplichte onderdelen fiets De racefiets - twee goed functionerende remmen: één op het voorwiel en één op het achterwiel De kinderfiets - één goed functionerende

Nadere informatie

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen. Voorwiel monteren De voorwiel komt los van de fiets uit dezelfde doos. Dit komt doordat de fiets anders niet in de doos past. U dient het voorwiel zelf te monteren. Zie in de onderstaande stappen hoe u

Nadere informatie

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen. Voorwiel monteren De voorwiel komt los van de fiets uit dezelfde doos. Dit komt doordat de fiets anders niet in de doos past. U dient het voorwiel zelf te monteren. Zie in de onderstaande stappen hoe u

Nadere informatie

Montagehandleiding. Categorie Stadsfietsen

Montagehandleiding. Categorie Stadsfietsen Montagehandleiding Categorie Stadsfietsen Altec 2019 Inhoudsopgave Inleiding... - 3 - Voorwiel monteren... - 4 - Spatbord en voorverlichting monteren... - 5 - Stuur met vaste stuurpen monteren... - 6 -

Nadere informatie

HANDLEIDING ALTEC FIETSEN

HANDLEIDING ALTEC FIETSEN Handleiding Altec Versie 1.1 TJ Fietsen 1-3-2016 Doos inhoud Zadel Zadelpen Voorwiel Pedalen Voorlamp Bel Optioneel o Voordrager o Slot Benodigdheden gereedschappen Steeksleutel 15 voor montage pedalen

Nadere informatie

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen. Voorwiel monteren De voorwiel komt los van de fiets uit dezelfde doos. Dit komt doordat de fiets anders niet in de doos past. U dient het voorwiel zelf te monteren. Zie in de onderstaande stappen hoe u

Nadere informatie

DM-TRFD (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Voorderailleur DEORE XT FD-T8000

DM-TRFD (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Voorderailleur DEORE XT FD-T8000 (Dutch) DM-TRFD001-00 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Voorderailleur DEORE XT FD-T8000 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4 LIJST VAN

Nadere informatie

Caliper rem met dubbel scharnierpunt

Caliper rem met dubbel scharnierpunt (Dutch) DM-BL0001-03 Dealerhandleiding Caliper rem met dubbel scharnierpunt BR-4700 BR-4600 BR-3500 BR-2400 BL-R780 BL-4700 BL-4600 BL-3500 BL-2400 BELANGRIJKE MEDEDELING Deze dealerhandleiding is in eerste

Nadere informatie

Checklist racefiets/mountainbike

Checklist racefiets/mountainbike Checklist racefiets/mountainbike Klimmen tegen MS Beste deelnemers van Klimmen tegen MS Cyclon Bike Care Team zal weer aanwezig zijn bij de aankomende editie van klimmen tegen MS. Net zoals de afgelopen

Nadere informatie

NUTTIGE HULPMIDDELEN. Kruiskopschroevendraaier. Set inbussleutels. Moersleutel

NUTTIGE HULPMIDDELEN. Kruiskopschroevendraaier. Set inbussleutels. Moersleutel NUTTIGE HULPMIDDELEN Kruiskopschroevendraaier Set inbussleutels Moersleutel STAP 1 Verwijder alle verpakkingsmateriaal Verwijder alle verpakkingsmateriaal ter voorbereiding van montage Houd er rekening

Nadere informatie

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen. Voorwiel monteren De voorwiel komt los van de fiets uit dezelfde doos. Dit komt doordat de fiets anders niet in de doos past. U dient het voorwiel zelf te monteren. Zie in de onderstaande stappen hoe u

Nadere informatie

Theoretische toets - WerkPortfolio Mijn Fiets Antwoorden

Theoretische toets - WerkPortfolio Mijn Fiets Antwoorden Je naam Je klas De datum Vraag 1: Waarom moet je regelmatig banden oppompen? In vraag 1 is één antwoord goed. Een fiets met harde banden fietst lichter. Je hoeft, als je regelmatig de banden oppompt, niet

Nadere informatie

Play Trend L.A. Glove Europe E-Mail : info@trapido.biz Tel : 0049(0)2821980343

Play Trend L.A. Glove Europe E-Mail : info@trapido.biz Tel : 0049(0)2821980343 1 Gebruiksaanwijzing en veiligheid Inhoud: 1. Introductie 2. Voor het eerste gebruik 3. Controle voor gebruik 4. Wielen en lagers 5. Rijden met de TRAPIDO 6. Veiligheids tips voor de TRAPIDO 7. Onderhoud

Nadere informatie

DM-SL (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Schakelversteller. RAPIDFIRE Plus 11-speed SL-RS700

DM-SL (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Schakelversteller. RAPIDFIRE Plus 11-speed SL-RS700 (Dutch) DM-SL0006-02 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Schakelversteller RAPIDFIRE Plus 11-speed SL-RS700 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP...

Nadere informatie

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen.

Om de voorwiel te monteren dient u eerst de voorvork stangen te draaien, totdat deze naar voren wijzen. Voorwiel monteren De voorwiel komt los van de fiets uit dezelfde doos. Dit komt doordat de fiets anders niet in de doos past. U dient het voorwiel zelf te monteren. Zie in de onderstaande stappen hoe u

Nadere informatie

Vlak pedaal. Dealerhandleiding DEORE XT PD-M8040 SAINT PD-MX80 PD-M828. Geen Serie PD-GR500. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets DM-PD

Vlak pedaal. Dealerhandleiding DEORE XT PD-M8040 SAINT PD-MX80 PD-M828. Geen Serie PD-GR500. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets DM-PD (Dutch) DM-PD0001-04 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Vlak pedaal DEORE XT PD-M8040 SAINT PD-MX80 PD-M828 Geen Serie PD-GR500 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING...

Nadere informatie

Sulky Line Painter 1200

Sulky Line Painter 1200 Form No. 3355 9 Rev C Sulky Line Painter 00 Modelnr. 403 6000000 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.toro.com Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL) Inhoud Blz. Inleiding....................................

Nadere informatie

Voornaaf/ cassettenaaf (schijfrem)

Voornaaf/ cassettenaaf (schijfrem) (Dutch) DM-HB0005-03 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Voornaaf/ cassettenaaf (schijfrem) HB-M4050 FH-M4050 HB-M3050 FH-M3050 HB-RM33 FH-RM33 FH-RM35 HB-TX505

Nadere informatie

Montagehandleiding. Categorie Transportfietsen

Montagehandleiding. Categorie Transportfietsen Montagehandleiding Categorie Transportfietsen Altec 2019 Inhoudsopgave Inleiding... - 3 - Voorwiel monteren... - 4 - Spatbord en voorverlichting monteren... - 5 - Stuur met vaste stuurpen monteren... -

Nadere informatie

Vriendelijke bedankt voor de aanschaf van de NRGBike loopfiets. We hopen dat het u verder brengt!

Vriendelijke bedankt voor de aanschaf van de NRGBike loopfiets. We hopen dat het u verder brengt! Inleiding Vriendelijke bedankt voor de aanschaf van de NRGBike loopfiets. We hopen dat het u verder brengt! Mochten er vragen zijn omtrent gebruik, onderhoud of reparatie dan verwachten wij dat deze handleiding

Nadere informatie

Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Schakelversteller METREA SL-U5000

Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Schakelversteller METREA SL-U5000 (Dutch) DM-UASL001-01 Dealerhandleiding WEG MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Schakelversteller METREA SL-U5000 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4 LIJST VAN

Nadere informatie

www.active-walker.com

www.active-walker.com www.active-walker.com 1 EEN INHOUD 1. Inhoud 2. Inleiding 6. Montage en vervoer 7. Persoonlijke veiligheid 3. Beschrijving onderdelen 4. Onderhoud 5. Instellingen voor comfort 8. Werking 9. Specificaties

Nadere informatie

DM-RBRD (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Achterderailleur

DM-RBRD (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Achterderailleur (Dutch) DM-RBRD001-00 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Achterderailleur CLARIS RD-R2000 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4 LIJST VAN

Nadere informatie

Wij wensen u veel fietsplezier!

Wij wensen u veel fietsplezier! Alblas Online Handleiding voor montage en onderhoud Voorwoord Bedankt voor uw aanschaf bij Alblas Online. Voordat u gebruik kunt maken van uw nieuwe fiets dient deze zorgvuldig af gemonteerd te worden.

Nadere informatie

Montage transportfiets

Montage transportfiets Montage transportfiets Hartelijk dank voor uw aankoop en het vertrouwen in Ado Bike. Na het monteren van het voorwiel, het zadel, de pedalen en het stuur, is deze fiets klaar voor gebruik. Wij wensen u

Nadere informatie

Handleiding voor E-conomic elektrische fiets

Handleiding voor E-conomic elektrische fiets (NE) Handleiding voor E-conomic elektrische fiets 1 Inhoudstafel I Inhoud en benaming van de onderdelen II Montage instructies III Werking fiets en display IV Controle voor gebruik V Laden van de batterij

Nadere informatie

Handleiding montage fiets

Handleiding montage fiets Handleiding montage fiets Voorwiel monteren Het voorwiel zit los van de fiets in de doos. Dit komt doordat de fiets anders niet in de doos past. U dient het voorwiel zelf te monteren. Zie in de onderstaande

Nadere informatie

Montagehandleiding. Categorie Omafietsen

Montagehandleiding. Categorie Omafietsen Montagehandleiding Categorie Omafietsen Altec 2019 Inhoudsopgave Inleiding... - 3 - Voorwiel monteren... - 4 - Spatbord en voorverlichting monteren... - 5 - Stuur met vaste stuurpen monteren... - 6 - Zadel

Nadere informatie

RACE Voornaaf / cassettenaaf met 11 versnellingen

RACE Voornaaf / cassettenaaf met 11 versnellingen (Dutch) DM-HB0003-04 Dealerhandleiding RACE Voornaaf / cassettenaaf met 11 versnellingen HB-9000 HB-6800 HB-5800 FH-9000 FH-6800 FH-5800 BELANGRIJKE MEDEDELING Deze dealerhandleiding is in eerste instantie

Nadere informatie

Remschijfnaaf voor wegfiets

Remschijfnaaf voor wegfiets (Dutch) DM-HB0004-01 Dealerhandleiding Remschijfnaaf voor wegfiets HB-CX75 HB-RS505 FH-CX75 FH-RS505 BELANGRIJKE MEDEDELING Deze dealerhandleiding is in eerste instantie bedoeld voor professionele fietsmonteurs.

Nadere informatie

Fig Veiligheid

Fig Veiligheid 3.4.2 Crankstel; bij inrijden van een nieuwe skelter Na een gebruiksperiode van enkele dagen (bij intensief gebruik) tot twee weken (bij normaal gebruik) dienen de bevestigingsbouten (zie Fig. 3) waarmee

Nadere informatie

Voornaaf/cassettenaaf (standaardtype)

Voornaaf/cassettenaaf (standaardtype) (Dutch) DM-HB0001-05 Dealerhandleiding Voornaaf/cassettenaaf (standaardtype) RACE HB-3500 FH-3500 HB-2400 FH-2400 HB-RS400 FH-RS400 HB-RS300 FH-RS300 MTB HB-MX71 HB-TX800 FH-TX800 Trekking HB-T670 FH-T670

Nadere informatie

TWINBIKE KUIPEN. Inleiding. Welkom bij het Roam-team

TWINBIKE KUIPEN. Inleiding. Welkom bij het Roam-team 1 TWINBIKE KUIPEN Inleiding Roam is fabrikant van unieke en speciale fietsen, voor zeer uiteenlopende doeleinden.van lage instap fiets tot zeer uitgebalanceerde vervoersmiddelen voor minder-validen. Ook

Nadere informatie

Bandenwisselaar handbediend

Bandenwisselaar handbediend 9706552 Bandenwisselaar handbediend Gebruikershandleiding 1 Bewaar deze handleiding op een veilige plek! U wordt verwezen naar deze handeling voor de montage-instructies, operationele procedures, veiligheidsinformatie

Nadere informatie

Voorste kettingblad. Dealerhandleiding SORA FC-R3000 FC-R3030. Bottom bracket BB-RS500 BB-RS500-PB. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets

Voorste kettingblad. Dealerhandleiding SORA FC-R3000 FC-R3030. Bottom bracket BB-RS500 BB-RS500-PB. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets (Dutch) DM-RBFC001-00 Dealerhandleiding WEG MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Voorste kettingblad SORA FC-R3000 FC-R3030 Bottom bracket BB-RS500 BB-RS500-PB INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING...

Nadere informatie

Memory. Evaluatieles. groep

Memory. Evaluatieles. groep Memory Evaluatieles 3+4 groep 1 Memory groep 3 4 Beste leerkracht, We gebruiken het spel memory als kapstok om fiets, techniek en veiligheid nog eens onder de aandacht te brengen en om op een luchtige

Nadere informatie

DM-CD (Dutch) Dealershandleiding. Kettingapparaat SM-CD50

DM-CD (Dutch) Dealershandleiding. Kettingapparaat SM-CD50 (Dutch) DM-CD0001-00 Dealershandleiding Kettingapparaat SM-CD50 BELANGRIJKE MEDEDELING Deze dealershandleiding is in de eerste plaats bedoeld om gebruikt te worden door profesionele fietsmonteurs. Gebruikers

Nadere informatie

Montagehandleiding Mountainbike

Montagehandleiding Mountainbike Montagehandleiding I. De transportverpakking uitpakken 4 II. Het voorwiel voorbereiden 4 III. Het voorwiel monteren 5 IV. Het voorwiel in de vork vastzetten 9 V. Stuur afstellen 10 VI. Het zadel monteren

Nadere informatie

Wielen vervangen GEREEDSCHAPSSET HET RESERVEWIEL VERWIJDEREN AFSLUITBARE WIELMOEREN

Wielen vervangen GEREEDSCHAPSSET HET RESERVEWIEL VERWIJDEREN AFSLUITBARE WIELMOEREN Wielen vervangen GEREEDSCHAPSSET De krik en het gereedschap bevinden zich onder de stoel links voorin. HET RESERVEWIEL VERWIJDEREN Wees voorzichtig bij het optillen van een wiel. De wielen zijn zwaar en

Nadere informatie

Handleiding MultiMotion Trollimaster

Handleiding MultiMotion Trollimaster Handleiding MultiMotion Trollimaster 1 Algemene toelichting op uw rollator U heeft zojuist een opvouwbare, lichtgewicht rollator gekocht. Deze rollator is bedoeld voor gebruik binnens- en buitenshuis en

Nadere informatie

Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN ) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN ) A en A

Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN ) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN ) A en A Nederlands Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN 461332) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN 471042) A9638059 en A9638060 Hartelijk dank dat u voor deze originele Triumph-accessoireset

Nadere informatie

Montagehandleiding racefiets

Montagehandleiding racefiets Aufbauanleitung Rennrad I. De transportverpakking uitpakken 4 II. Het voorwiel voorbereiden 4 III. Het voorwiel monteren 5 IV. Het voorwiel in de vork vastzetten 7 V. Stuur afstellen 7 VI. Het zadel monteren

Nadere informatie

INLEIDING MATERIAALLIJST SPECIFICATIES & GEREEDSCHAP PROCEDURES BEDIENING VAN DE ZADELPEN GIANT BEPERKTE GARANTIE

INLEIDING MATERIAALLIJST SPECIFICATIES & GEREEDSCHAP PROCEDURES BEDIENING VAN DE ZADELPEN GIANT BEPERKTE GARANTIE INLEIDING MATERIAALLIJST SPECIFICATIES & GEREEDSCHAP PROCEDURES BEDIENING VAN DE ZADELPEN GIANT BEPERKTE GARANTIE 1 INLEIDING Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe GIANT CONTACT SWITCH zadelpen. Dit

Nadere informatie

Handleiding Girandola kinderfietsen 12, 14, 16

Handleiding Girandola kinderfietsen 12, 14, 16 Handleiding Girandola kinderfietsen 12, 14, 16 Matrabike Gompenstraat 21 5145 RM Waalwijk The Netherlands KvK nr: 18.127.976 Klantenservice Nederland: 0416-342 012 Klantenservice België: 03-8880990 Dagelijks

Nadere informatie

FC-M820 / FC-M825 SM-BB71 / SM-CR82

FC-M820 / FC-M825 SM-BB71 / SM-CR82 (Dutch) DM-FC0001-00 Dealershandleiding FC-M820 / FC-M825 SM-BB71 / SM-CR82 BELANGRIJKE MEDEDELING Deze dealershandleiding is in de eerste plaats bedoeld om gebruikt te worden door profesionele fietsmonteurs.

Nadere informatie

Voornaaf/cassettenaaf (standaardtype)

Voornaaf/cassettenaaf (standaardtype) (Dutch) DM-MEHB001-01 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Voornaaf/cassettenaaf (standaardtype) HB-TX500 FH-TX500 FH-TY500 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING...

Nadere informatie

STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02

STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02 STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02 S SVENSKA 1 2 3 4 5 7 A B 6 SVENSKA 8 9 X Z S Y W V 10 NEDERLANDS NL SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Voetenplaat. Monteren van de adapterplaat 1:1 6:1. Spatborden Taxifixatieset

INHOUDSOPGAVE. Voetenplaat. Monteren van de adapterplaat 1:1 6:1. Spatborden Taxifixatieset INHOUDSOPGVE Editie 1 2009 11 23 NL 1201-1 Monteren van de adapterplaat 1:1 Voetenplaat 6:1 Diepte verstelling zitunit Stoelverkanteling Verstellen van de duwbeugel Positionering van de wielen Positionering

Nadere informatie

Caliper-rem met dubbel draaipunt

Caliper-rem met dubbel draaipunt (Dutch) DM-RBBR001-01 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Caliper-rem met dubbel draaipunt SORA BL-R3000 BR-R3000 CLARIS BL-R2000 BR-R2000 Remkabel BC-1051

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Loophulp

Gebruiksaanwijzing Loophulp Gebruiksaanwijzing Loophulp Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06 Inhoud Contactgegevens fabrikant... 1 Conformiteit... 2 Inleiding... 2 Levering... 2 Bestemd gebruik... 3 Veiligheidsmaatregelen...

Nadere informatie

Installatie instructies Buddyrider Bron: buddyrider.nl

Installatie instructies Buddyrider Bron: buddyrider.nl Installatie instructies Buddyrider Bron: buddyrider.nl 1. Monteer de zitting aan het voorste platform en bevestig het plateau van de draagarm met één van de meegeleverde schroeven. 2. Bevestig de montagebeugel

Nadere informatie

I N S T R U C T I E B O E K J E

I N S T R U C T I E B O E K J E INSTRUCTIEBOEKJE Inhoud GEBRUIK Uw RIH-fiets in gebruik nemen 4 Comfortabel zitten 5 Verende onderdelen 8 Verlichting 10 Banden 11 Leren onderdelen 11 Remmen 11 ONDERHOUD Onderhoud algemeen 12 VEILIGHEID

Nadere informatie

Powerpack. gebruikshandleiding

Powerpack. gebruikshandleiding Powerpack gebruikshandleiding 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding De RMA powerpack is een hulpmiddel voor de begeleiding. Het vergemakkelijkt het duwen van een rolstoel gebruiker. De hulpmotor is niet ontworpen

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING E4B OMBOUWSET

GEBRUIKERSHANDLEIDING E4B OMBOUWSET GEBRUIKERSHANDLEIDING E4B OMBOUWSET Hartelijk dank voor de aankoop van deze E4B ombouwset Deze handleiding is geschikt voor alle E4B ombouwsets. Deze handleiding is bedoeld hoe u uw eigen fiets kunt ombouwen

Nadere informatie

Veloretti Assembly Manual

Veloretti Assembly Manual Veloretti Assembly Manual So, You got a brand new Veloretti? TIMELESS DESIGN SINCE 2013 Inhoud Happy Cycling! Gefeliciteerd met de aankoop van jouw Veloretti! HAPPY CYCLING! Gefeliciteerd met de aankoop

Nadere informatie

HANDLEIDING 2013 SP12 NCX geveerde zadelpen V2.1

HANDLEIDING 2013 SP12 NCX geveerde zadelpen V2.1 HANDLEIDING 2013 SP12 NCX geveerde zadelpen V2.1 INHOUDSOPGAVE BELANGRIJKE INFORMATIE BETREFFENDE VEILIGHEID...1 VOORAFGAANDE AAN IEDERE RIT!...2 INSTALLATIE-INSTRUCTIES...2 UW ZADEL MONTEREN...3 DE VEERSPANNING

Nadere informatie

100% Rijklaar. De montagehandleiding voor het rijklaar maken van je fiets + onderhoudstips.

100% Rijklaar. De montagehandleiding voor het rijklaar maken van je fiets + onderhoudstips. 100% Rijklaar De montagehandleiding voor het rijklaar maken van je fiets + onderhoudstips. Inhoud van de handleiding Je nieuwe fiets wordt geleverd in een doos om transportschade te voorkomen. Voor het

Nadere informatie

Gebruikershandleiding kort

Gebruikershandleiding kort Velo-Plus² Van Raam BV Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Zadelhoogte U stelt de zadelhoogte correct in, door op de fiets te gaan zitten en een voet op het pedaal in de onderste stand te zetten. In die

Nadere informatie

Veloretti Montage Manual

Veloretti Montage Manual Veloretti Montage Manual So, You got a brand new Veloretti? TIMELESS DESIGN SINCE 2013 Inhoud Happy Cycling! Gefeliciteerd met de aankoop van jouw Veloretti! HAPPY CYCLING! Gefeliciteerd met de aankoop

Nadere informatie

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Handleiding. Tilly Light fietsendrager Handleiding Tilly Light fietsendrager mei 2015 Tilly Light BV Inhoudsopgave Algemeen 4 Onderdelen 5 Stekker aansluiting 10 Eerste gebruik 11 Op de auto plaatsen 15 Fietsen plaatsen 18 Rijden 23 Fietsen

Nadere informatie

DM-FD (Dutch) Dealerhandleiding. Voorderailleur FD-9000 FD-6800 FD-5800 FD-4700

DM-FD (Dutch) Dealerhandleiding. Voorderailleur FD-9000 FD-6800 FD-5800 FD-4700 (Dutch) DM-FD0002-05 Dealerhandleiding Voorderailleur FD-9000 FD-6800 FD-5800 FD-4700 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4 AANBRENGEN... 5 AFSTELLING... 9 ONDERHOUD... 17 2 BELANGRIJKE

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding GUIDE E CERTIFIED C E LLE NCE RACE & CYCLOCROSS Gebruikershandleiding Gefeliciteerd met de aanschaf van deze kwaliteitsfi ets. Wij hebben ons best gedaan u op betrouwbare en veilige wijze de bijzondere

Nadere informatie

DM-TRRD (Dutch) Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Achterderailleur DEORE XT RD-T8000

DM-TRRD (Dutch) Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Achterderailleur DEORE XT RD-T8000 (Dutch) DM-TRRD001-00 Dealerhandleiding WEG MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Achterderailleur DEORE XT RD-T8000 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4 LIJST

Nadere informatie

Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Voorderailleur SLX FD-M7025 FD-M7020 FD-M7005 FD-M7000

Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Voorderailleur SLX FD-M7025 FD-M7020 FD-M7005 FD-M7000 (Dutch) DM-MBFD001-00 Dealerhandleiding WEG MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Voorderailleur SLX FD-M7025 FD-M7020 FD-M7005 FD-M7000 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 4 VEILIGHEID

Nadere informatie

Belangrijk: Bewaar dit document als naslagwerk

Belangrijk: Bewaar dit document als naslagwerk Belangrijk: Bewaar dit document als naslagwerk Deze handleiding vertelt je hoe je je nieuwe fiets veilig kunt gebruiken. Ook al heb je nog zo veel fietservaring, lees ALTIJD eerst Hoofdstuk voordat je

Nadere informatie

Installation instructions, accessories. Sneeuwkettingen. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Pagina 1 / 15 R

Installation instructions, accessories. Sneeuwkettingen. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Pagina 1 / 15 R Installation instructions, accessories Instructienr. 30664147 Versie 1.0 Ond. nr. Sneeuwkettingen R7700468 Volvo Car Corporation Sneeuwkettingen- 30664147 - V1.0 Pagina 1 / 15 Uitrusting A0000162 R7700458

Nadere informatie

DM-RAPD (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. SPD-SL-pedaal DURA-ACE PD-R9100 SM-PD63

DM-RAPD (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. SPD-SL-pedaal DURA-ACE PD-R9100 SM-PD63 (Dutch) DM-RAPD001-00 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE SPD-SL-pedaal DURA-ACE PD-R9100 SM-PD63 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4

Nadere informatie

Voertuigcontrole Kawasaki Z650 (BRAVOK)

Voertuigcontrole Kawasaki Z650 (BRAVOK) Voertuigcontrole Kawasaki Z650 (BRAVOK) Banden Controlepunten banden: - Bandenspanning: De banden moeten voldoende op spanning zijn. Per motortype is de bandenspanning verschillend, voor en achter is vaak

Nadere informatie

Stadsfietsen trappen te zwaar

Stadsfietsen trappen te zwaar Stadsfietsen trappen te zwaar Veel fietsers in de stad komen nauwelijks vooruit. Ze ploeteren voort op een slecht rijdende fiets. En ook gloednieuwe fietsen trappen direct uit de winkel trappen soms al

Nadere informatie

VOORBLAD. Dealerhandleiding XTR FC-M9100 FC-M9120. Bottom bracket SM-BB93 SM-BB94-41A. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets DM-MAFC002-01

VOORBLAD. Dealerhandleiding XTR FC-M9100 FC-M9120. Bottom bracket SM-BB93 SM-BB94-41A. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets DM-MAFC002-01 (Dutch) DM-MAFC002-01 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE VOORBLAD XTR FC-M9100 FC-M9120 Bottom bracket SM-BB93 SM-BB94-41A INHOUD INHOUD...2 BELANGRIJKE MEDEDELING...3

Nadere informatie

Montagehandleiding Trekking- / City- / Hybride fiets

Montagehandleiding Trekking- / City- / Hybride fiets Montagehandleiding I. De transportverpakking uitpakken 4 II. Het voorwiel voorbereiden 4 III. Het voorwiel monteren 5 IV. Het voorwiel in de vork vastzetten 9 V. Stuur afstellen 10 VI. Het zadel monteren

Nadere informatie

DEMONTAGE & MONTAGE CARTRIDGE DE ZADELPEN INSTALLEREN OP DE FIETS

DEMONTAGE & MONTAGE CARTRIDGE DE ZADELPEN INSTALLEREN OP DE FIETS INLEIDING MATERIAALLIJST SPECIFICATIES & GEREEDSCHAP PROCEDURES DEMONTAGE & MONTAGE CARTRIDGE DE ZADELPEN INSTALLEREN OP DE FIETS BEDIENING VAN DE ZADELPEN GIANT BEPERKTE GARANTIE 1 INLEIDING Gefeliciteerd

Nadere informatie

(Dutch) DM-TRPD Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Pedaal DEORE XT PD-T8000

(Dutch) DM-TRPD Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Pedaal DEORE XT PD-T8000 (Dutch) DM-TRPD001-02 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Pedaal DEORE XT PD-T8000 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4 LIJST VAN TE GEBRUIKEN

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Het maakt niet uit hoeveel fietservaring je hebt, LEES EERST hoofdstuk 1 voordat je de nieuwe fiets in gebruik neemt.

Gebruikershandleiding. Het maakt niet uit hoeveel fietservaring je hebt, LEES EERST hoofdstuk 1 voordat je de nieuwe fiets in gebruik neemt. Gebruikershandleiding Het maakt niet uit hoeveel fietservaring je hebt, LEES EERST hoofdstuk 1 voordat je de nieuwe fiets in gebruik neemt. BELNGRIJK: BEWR DIT DOCUMENT TER REFERENTIE Informatie over deze

Nadere informatie

Gebruikshandleiding. Telescoopladder

Gebruikshandleiding. Telescoopladder Gebruikshandleiding Telescoopladder Instructies Algemeen De telescoopladder kan worden versteld van een compact formaat (fig. 1)tot de volle lengte (fig. 2) of tot elke mogelijke tussenliggende lengtes

Nadere informatie

Mechanische Schijfremmen

Mechanische Schijfremmen (Dutch) DM-BR0007-03 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Mechanische Schijfremmen BR-TX805 BR-M375 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4

Nadere informatie

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Handleiding. Tilly Light fietsendrager Handleiding Tilly Light fietsendrager Versie 1, 2015 Tilly Light BV 2 inhoudsopgave Inhoudsopgave Onderdelen 5 Eerste gebruik 8 Op de auto plaatsen 12 Fietsen plaatsen 15 Rijden 20 Fietsen afnemen 21 Van

Nadere informatie

Ketting (11-speed) Dealerhandleiding CN-9000 CN-6800 CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-E

Ketting (11-speed) Dealerhandleiding CN-9000 CN-6800 CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-E (Dutch) DM-CN0001-06 Ketting (11-speed) Dealerhandleiding CN-9000 CN-6800 CN-HG901-11 CN-HG900-11 CN-HG701-11 CN-HG700-11 CN-HG601-11 CN-HG600-11 CN-E8000-11 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID

Nadere informatie

Carbon Ultralight BLIJF DE WERELD ONTDEKKEN

Carbon Ultralight BLIJF DE WERELD ONTDEKKEN Carbon Ultralight BLIJF DE WERELD ONTDEKKEN Gefeliciteerd met uw nieuwe Carbon Ultralight. Dit is de lichtste rollator ter wereld! Om alle mogelijkheden van uw Carbon Ultralight te benutten is het belangrijk

Nadere informatie

Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Voorderailleur METREA FD-U5000

Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Voorderailleur METREA FD-U5000 (Dutch) DM-UAFD001-00 Dealerhandleiding WEG MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Voorderailleur METREA FD-U5000 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4 LIJST VAN

Nadere informatie

Lesfiche 1 FIETSCONTROLE EN INDIVIDUELE VAARDIGHEDEN.

Lesfiche 1 FIETSCONTROLE EN INDIVIDUELE VAARDIGHEDEN. Lesfiche 1 FIETSCONTROLE EN INDIVIDUELE VAARDIGHEDEN www.fietsometer.be 1. FIETSCONTROLE Voor je met leerlingen in het verkeer gaat, controleer je of de fietsen veilig zijn. Je hebt de wettelijk verplichte

Nadere informatie

Voorste kettingblad. Dealerhandleiding. Non-Series FC-RS400 FC-RS510. BB-unit BB-RS500 BB-RS500-PB. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets

Voorste kettingblad. Dealerhandleiding. Non-Series FC-RS400 FC-RS510. BB-unit BB-RS500 BB-RS500-PB. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets (Dutch) DM-RCFC001-02 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Voorste kettingblad Non-Series FC-RS400 FC-RS510 BB-unit BB-RS500 BB-RS500-PB INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING...

Nadere informatie

GebruikS- en servicevoorschriften

GebruikS- en servicevoorschriften GebruikS- en servicevoorschriften Geachte consument, gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe Kawasaki fiets. Om er voor te zorgen dat u veel rijplezier beleeft en behoudt aan uw nieuwe fiets, volgen

Nadere informatie

Voorste kettingblad. Dealerhandleiding. Non-Series FC-RS400. BB-unit BB-RS500 BB-RS500-PB. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets DM-RCFC001-00

Voorste kettingblad. Dealerhandleiding. Non-Series FC-RS400. BB-unit BB-RS500 BB-RS500-PB. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets DM-RCFC001-00 (Dutch) DM-RCFC001-00 Dealerhandleiding RACE MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE Voorste kettingblad Non-Series FC-RS400 BB-unit BB-RS500 BB-RS500-PB INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING...

Nadere informatie

5.1S Opvouwbare halterbank. Belangrijke veiligheidsvoorschriften - Neem de volgende waarschuwingen in acht voordat u dit toestel in gebruik neemt:

5.1S Opvouwbare halterbank. Belangrijke veiligheidsvoorschriften - Neem de volgende waarschuwingen in acht voordat u dit toestel in gebruik neemt: 5.1S Opvouwbare halterbank Gebruikershandleiding 8019031.061518.A Belangrijke veiligheidsvoorschriften - Neem de volgende waarschuwingen in acht voordat u dit toestel in gebruik neemt: Dit pictogram wijst

Nadere informatie

Voorderailleur. Dealerhandleiding FD-M9000 FD-M9020 FD-M9025 FD-M8000 FD-M8020 FD-M8025 FD-M612 FD-M617 FD-M618 FD-M672 FD-M677

Voorderailleur. Dealerhandleiding FD-M9000 FD-M9020 FD-M9025 FD-M8000 FD-M8020 FD-M8025 FD-M612 FD-M617 FD-M618 FD-M672 FD-M677 (Dutch) DM-FD0003-05 Voorderailleur Dealerhandleiding FD-M9000 FD-M9020 FD-M9025 FD-M8000 FD-M8020 FD-M8025 FD-M612 FD-M617 FD-M618 FD-M672 FD-M677 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 4 VEILIGHEID VOOROP...

Nadere informatie

5. Versnellingen. 5.1 Voorderailleur. Klemtype (standaard)

5. Versnellingen. 5.1 Voorderailleur. Klemtype (standaard) 5. Versnellingen 5.1 Voorderailleur Klemtype (standaard) De voorderailleur moet eerst goed worden uitgelijnd. De voorderailleur kan worden aangepast qua hoogte en qua hoek ten opzichte van het kettingblad

Nadere informatie

STIGA VILLA 85 M

STIGA VILLA 85 M STIGA VILLA 85 M 8211-3039-01 1. 2. A B 3. 4. 5. 6. 7. 8. 2 R L 9. 10. Z X V W Y 11. 3 NL NEDERLANDS SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplettendheid

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Gefeliciteerd met de aankoop van deze WheelzAhead rollator! Voordat u gebruik gaat maken van uw rollator, vragen wij u en uw eventuele begeleider eerst bijgaande handleiding aandachtig

Nadere informatie

Geschreven door: Tyler Parra

Geschreven door: Tyler Parra Deze gids zal een wandeling door over hoe de kogellagers in de wielen te vervangen. Geschreven door: Tyler Parra ifixit CC BY-NC-SA /Www.ifixit.com Pagina 1 van 13 INTRODUCTIE De kogellagers verminderen

Nadere informatie

Ketting (11-speed) Dealerhandleiding CN-9000 CN-6800 CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG600-11

Ketting (11-speed) Dealerhandleiding CN-9000 CN-6800 CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG600-11 (Dutch) DM-CN0001-05 Ketting (11-speed) Dealerhandleiding CN-9000 CN-6800 CN-HG901-11 CN-HG900-11 CN-HG701-11 CN-HG700-11 CN-HG601-11 CN-HG600-11 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP...

Nadere informatie

DM-UAWH (Dutch) Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. STADS-SPORT wielset METREA WH-U5000

DM-UAWH (Dutch) Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. STADS-SPORT wielset METREA WH-U5000 (Dutch) DM-UAWH001-01 Dealerhandleiding WEG MTB Trekking Stads-toer/ comfort-fiets STADS-SPORT E-BIKE STADS-SPORT wielset METREA WH-U5000 INHOUD BELANGRIJKE MEDEDELING... 3 VEILIGHEID VOOROP... 4 LIJST

Nadere informatie

Educatieve Verkeerstuin

Educatieve Verkeerstuin Educatieve Verkeerstuin AFSTANDEN INSCHATTEN DE PRAKTIJK Op straat kunnen allerlei dingen in de weg staan. Als je er goed op reageert, voorkom je botsingen. Bij deze oefening komt de leerling een aantal

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorste remblokjes verwisselen. 3. Voor Remkabel verwisselen. 5. Achterste remblokjes verwisselen 7. Achter remkabel verwisselen 9.

Inhoudsopgave. Voorste remblokjes verwisselen. 3. Voor Remkabel verwisselen. 5. Achterste remblokjes verwisselen 7. Achter remkabel verwisselen 9. 1 Inhoudsopgave. Onderwerp. Blz. Voorste remblokjes verwisselen. 3. Voor Remkabel verwisselen. 5. Achterste remblokjes verwisselen 7. Achter remkabel verwisselen 9. Voorste velg vervangen. 11. Voorste

Nadere informatie

CAL. 5Y85 ANALOOG QUARTZHORLOGE

CAL. 5Y85 ANALOOG QUARTZHORLOGE NEDERLANDS CAL. 5Y85 ANALOOG QUARTZHORLOGE De tijd wordt aangeduid door middel van uren-, minuten en secondewijzers. De datum wordt aangeduid met de datumwijzer De dag van de week wordt aangeduid met de

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Telescoopladder

Gebruikershandleiding. Telescoopladder Gebruikershandleiding Telescoopladder Instructies Algemeen De telescoopladder kan worden versteld van een compact formaat (fig. 1) tot de volle lengte (fig. 2) of tot elke mogelijke tussenliggende lengte

Nadere informatie