Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007"

Transcriptie

1 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (geconsolideerde versie, geldend vanaf tot ) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Citeertitel Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Deze versie is geldig tot Vastgesteld door Onderwerp gedeputeerde staten financiën en economie Opmerkingen m.b.t. de regeling PB 2010/ , de wijziging in hfst. 8 die heeft plaatsgevonden op 15 december 2009, kenmerk 2009/ (gepubliceerd op 22 december 2009, PB ), treedt in werking op 22 september 2010, met terugwerkende kracht tot 1 januari Paragraaf 8.34 treedt in werking 1 dag na publicatie door de Europese Commissie of indien later na goedkeuring door de Minister van LNV. Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad nr. 2010/ Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Algemene subsidieverordening Overijssel 2005 (geldig vanaf ) Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Geen Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerki ngtredin g Terugwe rkende kracht t/m Betreft Datum ondertekening Bron bekendmaking Kenmerk voorstel Hoofdstuk 3, paragraaf Provinciaal Blad nr. 2011/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 12 april 2011, kenmerk 2011/ Hoofdstuk 3, paragraaf Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 15 februari 2011, kenmerk 2011/

2 Datum inwerki ngtredin g Terugwe rkende kracht t/m Betreft Datum ondertekening Bron bekendmaking Kenmerk voorstel Provinciaal Blad nr. 2011/ Hoofdstuk 7, paragraaf Provinciaal Blad nr. 2011/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 29 maart 2011, kenmerk 2011/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2011/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2011/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 22 maart 2011, kenmerk 2011/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 25 januari 2011, kenmerk 2011/ Hoofdstukken 3, 5, 6, 7 en Provinciaal Blad nr. 2010/ en Provinciaal Blad nr. 2010/ Besluiten van Gedeputeerde Staten d.d. 14 december 2010, kenmerk 2010/ en 21 december 2010, kenmerk 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 19 oktober 2010, kenmerk 2010/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 28 september 2010, kenmerk 2010/ Hoofdstuk 1a, 3, 5, 6, 7, Provinciaal Blad nr. 2010/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 13 juli 2010, kenmerk 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 8 juni 2010, kenmerk 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 27 april 2010, kenmerk 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Hoofdstuk 3, 5 en Provinciaal Blad nr. 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Hoofdstuk 1, 3, 5, 6, 7 en Provinciaal Blad nr en 63 -

3 Datum inwerki ngtredin g Terugwe rkende kracht t/m Betreft Datum ondertekening Bron bekendmaking Kenmerk voorstel Hoofdstuk 5, 7 en Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 1, 3, 5, 6, 7 en Provinciaal Blad nr / Hoofdstuk 3, 5, 6 en Provinciaal Blad nr / Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 1, 3, 5, 6 en Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 2, 7 en Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 3, 6 en Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 5, paragraaf Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 3, paragraaf 3.6 en hoofdstuk 7, paragraaf 8a Provinciaal Blad nr en Hoofdstuk 6, 7, Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 1, 3, 5 en Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 2 paragraaf Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 3, 7 en

4 Datum inwerki ngtredin g Terugwe rkende kracht t/m Betreft Datum ondertekening Bron bekendmaking Kenmerk voorstel Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 3, 6, 7, 8 en Provinciaal Blad nr nieuwe regeling Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 1. Algemeen Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1. Begripsbepalingen Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: a. de verordening: de Algemene subsidieverordening Overijssel 2005; b. Awb: de Algemene wet bestuursrecht; c. cofinanciering: ten minste één andere partij dan de aanvrager en de provincie draagt bij in de kosten van de gesubsidieerde activiteit; d. prestatiesubsidie: de subsidie, waarbij de subsidieontvanger ten aanzien van de te subsidiëren activiteiten óf wordt gestuurd op prestaties, óf op een combinatie van prestaties, bedrijfsvoering of middelen en waartegenover geen rechtstreekse baat staat voor de provincie. e. stimuleringssubsidie: de subsidie die aan het bestaan van een organisatie bijdraagt of bepaalde activiteiten aanmoedigt of ondersteunt; f. subsidietijdvak: een aaneengesloten periode waarvoor een subsidieplafond of deelplafond is vastgesteld; g. bovengemeentelijk: de activiteiten vinden plaats in ten minste twee Overijsselse gemeenten; h. regionaal: de activiteiten vinden plaats in ten minste drie Overijsselse gemeenten; i. provinciaal: de activiteiten vinden plaats in ten minste zestien Overijsselse gemeenten.

5 Artikel 1.2. Toepassingsbereik [Toelichting: Zie de toelichting bij artikel 2 van de verordening. De bijdragen die OV-ondernemingen ontvangen voor het verrichten van personenvervoer zijn in de wet personenvervoer 2000 aangewezen als subsidie. Het is echter niet wenselijk dat daarop de regels uit dit uitvoeringsbesluit van toepassing zijn. De relatie tussen de provincie en de vervoersbedrijven is tailor made' en wordt beheerst door het bestek waarop door de concessiehouder en diens concurrenten is ingeschreven in een openbare aanbestedingsprocedure. Daarin liggen ook de regels vast voor de hoogte van de subsidie, bevoorschotting, de vaststelling etcetera. In artikel 6 van de Algemene subsidieverordening zijn afwijkingsmogelijkheden van bepalingen gesteld bij of krachtens deze verordening opgenomen. Wanneer naast de provincie ook andere overheden of derden subsidiëren, kan een subsidieontvanger te maken krijgen met niet op elkaar afgestemde subsidiebepalingen. Elke subsidiënt heeft immers vaak zijn eigen specifieke bepalingen. Bij de afhandeling van europese subsidies (EFRO (regionale ontwikkeling), ESF (sociaal fonds) en het EOGFL (landbouw)) (inclusief provinciale cofinanciering) wordt de Europese regelgeving gevolgd. De regelingen en programma's met betrekking tot bijdragen uit de Europese fondsen kennen hun eigen criteria en procedureregels. Het uitvoeringsbesluit kent eigen procedureregels. Gedeputeerde Staten kunnen door maatwerk één of meerdere bepalingen van de verordening of het uitvoeringsbesluit buiten toepassing te laten. Voor het deel provinciale cofinanciering kan maatwerk worden toegepast. ] Dit besluit is van toepassing op alle door Gedeputeerde Staten te verstrekken subsidies met uitzondering van de subsidies voor de exploitatie van het openbaar vervoer en de Programma Beheer subsidies. Artikel 1.3. Subsidievormen [Toelichting: In het project Stroomlijning en sturing subsidierelaties is gedachtegoed ontwikkeld over de wijze waarop de provincie om wil gaan met organisaties waaraan zij subsidie verstrekt. Dit heeft geresulteerd in verschillende sturingsmodellen; te weten het stimuleringsmodel aan de ene kant en het (vergelijkend) prestatiemodel en het directief model aan de andere kant. Het directief model is een opschaling van het prestatiemodel. Dit betekent dat bij dat sturingsmodel niet alleen gestuurd wordt op prestaties maar ook op bedrijfsvoering en/of middelen. ] 1. Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken als prestatiesubsidie of als stimuleringssubsidie. 2. Tenzij anders bepaald verstrekken Gedeputeerde Staten subsidie als prestatiesubsidie. Artikel 1.4. Subsidieplafond en wijze van behandelen van aanvragen [Toelichting: Artikel 5 van de verordening bepaalt dat Gedeputeerde Staten een subsidieplafond kunnen vaststellen en dat dit kan worden onderverdeeld in deelplafonds per subsidietijdvak of per onderdeel van provinciaal beleid. Genoemd artikel is de wettelijke grondslag als bedoeld in artikel 4:25 Awb. In de meeste gevallen zullen Gedeputeerde Staten voor de in dit uitvoeringsbesluit geregelde subsidies een subsidieplafond vaststellen dat een heel kalenderjaar geldt. Omdat de artikelen over het subsidieplafond, de indieningstermijn en de wijze van behandelen van aanvragen een drie-eenheid moeten vormen, vloeit uit deze keuze automatisch voort dat (volledige) aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst. ] Indien Gedeputeerde Staten een subsidieplafond vaststellen, worden subsidieaanvragen behandeld in volgorde van ontvangst. Hierbij geldt dat wanneer de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld als datum van ontvangst van de aanvraag geldt. Artikel 1.5. Stapeling 1. Indien voor een activiteit subsidie kan worden verstrekt op grond van twee of meer paragrafen van dit uitvoeringsbesluit, of op grond van de Algemene subsidieverordening dan kunnen Gedeputeerde Staten besluiten tot stapeling van de deelbijdragen. [Toelichting: Niet zelden worden provinciale bijdragen aan activiteiten van aanvragers gestapeld met subsidies van andere overheden. Stapeling kan ook bínnen de provincie, bijvoorbeeld omdat er overlap zit tussen onderdelen van provinciaal beleid. Kulturhusen zijn daarvan een goed voorbeeld. Op grond van het beleid voor vitaliteit kleine kernen kan daarvoor subsidie worden verleend. Leefbaarheid van het platteland is echter ook één van de doelstellingen in het reconstructiebeleid en ook in dat kader kan subsidie worden verleend voor de bouw van een kulturhus. Daarnaast kan stapeling zich voordoen als een activiteit bijdraagt aan meerdere provinciale beleidsdoelstellingen bijvoorbeeld als een waterschap een werk uitvoert dat bijdraagt aan de capaciteit voor waterberging en tegelijk natte natuur realiseert.] 2. Stapeling is mogelijk, tenzij in de betreffende paragraaf een maximum is gesteld omdat een bepaald aandeel in de financiering wordt verlangd van de aanvrager zelf of derden; dan kan de totale provinciale bijdrage niet hoger zijn dan dat maximum. [Toelichting: Dit lid heeft betrekking op stapeling uit regelingen waar dezelfde beleidsdoelstelling onder ligt of waarvan de doelstellingen min of meer in elkaars verlengde liggen. In de toelichting op het eerste lid worden kulturhusen genoemd als voorbeeld. Artikel bepaalt de maximale bijdrage voor kulturhusen op 50%. De reden daarvoor is dat we het belangrijk vinden dat ook de gemeente en andere derden bijdragen. Als de gestapelde bijdrage groter zou zijn dan 50%

6 wordt dit beleidsuitgangspunt doorkruist. Daarnaast geldt een maximale bijdrage van ,--. Dat maximum heeft te maken met het beschikbare budget voor kulturhusen vanuit het programma Cultuur en maatschappelijke ontwikkeling. Dat bedraagt in 2006 circa ,--. Als er een aanvraag komt van een gemeente waarin de bouw meer dan ,-- één miljoen euro kost zou je het hele budget in één keer kwijt kunnen zijn. Om ervoor te zorgen dat er uit dat budget meerdere kulturhusen kunnen worden ondersteund, is er een absoluut maximum opgenomen. Dit maximum laat echter onverlet dat uit andere budgetten wordt gestapeld boven het genoemde bedrag van ,--. Stapeling is dus mogelijk. Kortom, er kan een totale provinciale bijdrage worden verleend die hoger is dan ,-- zolang die niet groter is dan 50%. Eén van de budgetten waaruit kan worden gestapeld is het reconstructiebudget (mits het kulturhus past in het Uitvoeringsprogramma reconstructie). In de betreffende paragraaf is bepaald dat het maximum uit die regeling eveneens ,-- is. Daarmee komt de totale gestapelde bijdrage op maximaal 50% tot maximaal ,--.] 3. Stapeling tot een maximum als genoemd in lid 2 geldt niet als de activiteit bijdraagt aan meerdere provinciale beleidsdoelstellingen. In dat geval is stapeling van de provinciale bijdrage boven een gesteld maximum mogelijk voorzover een extra prestatie wordt geleverd om ook aan andere beleidsdoelen bij te dragen. [Toelichting: Waar het tweede lid betrekking heeft op stapeling uit regelingen waar dezelfde beleidsdoelstelling onder ligt, gaat het derde lid over stapeling uit regelingen met onderscheiden beleidsdoelstellingen. Stel dat een waterschap een werk wil uitvoeren dat bijdraagt aan de capaciteit voor waterberging (40% subsidiabel op grond van artikel 6.10) en tegelijk natte natuur realiseert (50% subsidiabel op grond van artikel 4.8., mits het past in de gebiedsuitwerking van het reconstructieplan). Om te bepalen of stapeling in dit geval mogelijk is en tot welk percentage zullen Gedeputeerde Staten bij de beoordeling van de aanvraag kijken naar de extra inspanning die moet worden geleverd gelet op de aanvullende doelstelling. Stel dat het project van het waterschap is begroot op ,--. Zou het waterschap zich alleen richten op waterberging dan zou het project kunnen worden uitgevoerd voor ,--. Dan kan 40% van ,-- uit de waterparagraaf worden gesubsidieerd. Stapeling uit het natuurbudget is mogelijk maar niet meer dan 50% van ,--. De totale bijdrage is derhalve ,--. Bij een theatervoorstelling waarin diverse minderheden meedoen en die (dus) zou kunnen worden gesubsidieerd vanuit cultuur en/of vanuit minderheden betekent de betrokkenheid van allochtonen in de meeste gevallen geen extra inspanning of kosten. In dat geval moet worden gekozen voor één van de regelingen en is stapeling geen optie.] 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing bij cofinanciering uit de Europese structuurfondsen. [Toelichting: Voor bijdragen uit de Europese structuurfondsen is een voorwaarde dat er cofinanciering komt uit de lidstaat. Het is niet gewenst dat de normale regels daarop van toepassing zijn. Met de Europese bijdrage komt het totaal dikwijls boven het maximum in een provinciale regeling uit. In sommige gevallen is in dit uitvoeringsbesluit overigens een bijzondere regeling opgenomen voor stapeling met Europees geld. Voor kulturhusen geldt bijvoorbeeld in de regel dat de provincie maximaal 50% bijdraagt maar inclusief Europese middelen bedraagt de subsidie maximaal 75%.] 5. Voorzover de voorschriften die gelden ten aanzien van de deelbijdragen van elkaar verschillen bepalen Gedeputeerde Staten bij subsidieverlening welke voorschriften van toepassing zijn. [Toelichting: De voorschriften met betrekking tot bevoorschotting, verantwoording, enz. zijn niet bij alle subsidies hetzelfde. Om te voorkomen dat een aanvrager met verschillende regimes wordt geconfronteerd hetgeen tot extra inspanningen en kosten zou leiden dienen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening te vermelden welke voorschriften van toepassing zijn. Daarbij kan derhalve worden afgeweken van de regels die normaal gelden voor de verschillende deelbijdragen. Overigens speelt naast het belang van de aanvrager ook het gelijkheidsbeginsel een rol bij de toepassing van dit artikel. Als een aanvrager aanzienlijke voordelen geniet in vergelijking met een aanvrager die geen gestapelde bijdrage ontvangt, dan zal terughoudend worden omgegaan met het afwijken van de normale voorschriften. ] Artikel 1.6. Subsidiabele kosten 1. Subsidiabele Kosten zijn de voor de activiteiten noodzakelijke kosten, die aantoonbaar rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de door de aanvrager te leveren prestatie. [Toelichting: Dit artikellid is de logische kapstok om in de subsidiegrondslag alleen redelijke kosten mee te nemen. Uiteraard gaat het ons er in eerste instantie om dat de afgesproken prestatie wordt geleverd door de subsidieontvanger, maar gemeenschapsgeld is niet bedoeld om standaard organisatiekosten mee te betalen. Voorbeelden van kosten die over het algemeen niet rechtstreeks zijn toe te rekenen aan een prestatie zijn: a. interne kosten, o.a. huurkosten, kosten voor gas, elektriciteit en verzekeringen; b. personele kosten; c. verrekenbare heffingen, belastingen of lasten; d. rente-, bank-, financierings- en gerechtskosten, geldboetes en sanctiekosten; e. afschrijvingskosten; f. dat deel van de kosten dat niet noodzakelijk is voor de realisatie van de activiteit. Personele kosten zijn over het algemeen geen kosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan een prestatie. Als de aanvrager aannemelijk heeft gemaakt dat deze kosten wel noodzakelijk zijn voor de prestatie dan kunnen Gedeputeerde Staten deze kosten wel als subsidiabel aanmerken. ] 2. BTW is niet subsidiabel, tenzij de aanvrager kan aantonen dat de BTW niet kan worden verrekend. Bij subsidies boven de ,-- moet daarvoor een verklaring worden overlegd. [Toelichting: De Wet op het BTW-compensatiefonds stelt overheden in staat om in rekening gebrachte BTW voor een groot deel te compenseren. In relatie daarmee is op de algemene uitkeringen gekort. De bedoeling is dat deze korting door de ontvangsten uit het BTW-compensatiefonds gecompenseerd worden. De vraag of overheden taken in eigen beheer uitvoeren of uitbesteden wordt dan niet meer beïnvloed door de kosten van

7 BTW. Ook gemeenten die van de provincie subsidie ontvangen kunnen een beroep doen op het BTW-compensatiefonds, maar ook andere organisaties, indien zij op gelijke voet als de overheid opereren. Het is uiteraard niet de bedoeling dat terugvorderbare bedragen ook nog eens gesubsidieerd worden. Om dat duidelijk te markeren is deze bepaling opgenomen, waarin dat gedeelte niet-subsidiabel verklaard wordt. De bepaling is algemeen geredigeerd, zodat alle potentiële terugvorderbare BTW eronder valt. Met de bepaling wordt de verantwoordelijkheid voor het daadwerkelijk terugvorderen bij de subsidieontvanger gelegd. Er is geen sprake van een (verkapte) vermindering van subsidies. Ook onder werking van de Algemene subsidieverordening Overijssel 1997 was verrekenbare BTW niet subsidiabel.] 3. De kosten van dat deel van de activiteiten dat al heeft plaatsgevonden voordat de aanvraag is ontvangen zijn niet subsidiabel. [Toelichting: Wanneer de uitvoering van een activiteit start op 1 januari en de complete subsidieaanvraag wordt ontvangen op 1 februari, dan zijn de kosten die gemaakt zijn van 1 januari tot 1 februari niet subsidiabel. ] Artikel 1.7. Subsidieverplichtingen [Toelichting: In afdeling Awb staan bepalingen over verplichtingen van de subsidieontvanger. De categorieën van verplichtingen genoemd in artikel 4:37, eerste lid Awb, kunnen Gedeputeerde Staten in ieder geval verbinden aan de subsidieverlening. Deze standaardverplichtingen behoeven in verband met het voorkomen van herhaalde normstelling geen herhaling in dit uitvoeringsbesluit. Daarnaast kunnen ook andere verplichtingen aan subsidieontvangers worden opgelegd. Het betreft andere doelgebonden verplichtingen (artikel 4:38 Awb) en oneigenlijke verplichtingen (artikel 4:39 Awb). Voor beide geldt dat als de subsidie berust op een wettelijke grondslag die verplichtingen ook op een wettelijke grondslag moeten berusten. De in artikel 1.7 opgenomen verplichting is aan te merken als een oneigenlijke verplichting. Vanuit Europese regelgeving geldt voor subsidieontvangers eveneens de soortgelijke verplichting om bij projecten die met subsidie vanuit Europa mogelijk worden gemaakt hiervan ter plaatse van het project melding te maken. ] Gedeputeerde Staten kunnen de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot de wijze waarop bij de uitvoering van gesubsidieerde activiteiten bekend wordt gemaakt dat de provincie Overijssel daarvoor subsidie heeft verstrekt. Paragraaf 2. Stimuleringssubsidie [Toelichting: Met het verstrekken van een stimuleringssubsidie wordt tot uitdrukking gebracht dat Gedeputeerde Staten wensen bij te dragen aan het bestaan van een organisatie (de aanwezigheid). De (statutair bepaalde) doelstelling van een organisatie wordt van belang geacht. Ook wordt geen verantwoording achteraf gevraagd. Het is de meest elementaire vorm van subsidieverstrekking. De administratieve lasten zijn beperkt. Gedeputeerde Staten kunnen aan de subsidieontvanger doelgebonden verplichtingen als bedoeld in artikel 4:38 Awb opleggen. Dit betekent dat Gedeputeerde Staten aan een stimuleringssubsidie die gelijk vastgesteld wordt de verplichting kan opleggen om de subsidie aan te wenden voor specifieke prestaties. De subsidiebeschikking stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde subsidiebedrag. De termijn waarbinnen op een aanvraag moet worden beslist, sluit aan bij de redelijke termijn als bedoeld in artikel 4:13 Awb. Omdat het om publieke middelen gaat, hebben Gedeputeerde Staten vastgesteld dat het niet gewenst is grote bedragen via stimuleringssubsidie en daarmee zonder verantwoording achteraf weg te zetten. Gedeputeerde Staten achten een bedrag van ,-- alleszins redelijk als bovengrens voor stimuleringssubsidie. Dit is vastgelegd in artikel 1.8. Van belang is artikel 4:43 Awb dat een aantal artikelen van die Awb van toepassing verklaart op de beschikking tot subsidievaststelling in de situatie dat daaraan voorafgaand geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven (het betreft de artikelen 4:32, 4:35, tweede lid, 4:38 en 4:39 Awb). ] Artikel 1.8. Hoogte stimuleringssubsidie De subsidie bedraagt ten hoogste ,--. Artikel 1.9. Indieningstermijn aanvraag om stimuleringssubsidie Een aanvraag om stimuleringssubsidie kan gedurende het gehele jaar worden ingediend. Artikel Gegevens en bescheiden bij aanvraag stimuleringssubsidie De aanvrager van een stimuleringssubsidie overlegt bij de aanvraag in ieder geval: a. de statuten in het geval de aanvrager een rechtspersoon is, voorzover deze niet al eerder zijn overgelegd;

8 b. een werkplan met of een verslag van de activiteiten die de aanvrager gebruikelijk uitvoert om haar doel te bereiken. Artikel Beslistermijn vaststelling stimuleringssubsidie Gedeputeerde Staten beslissen omtrent subsidievaststelling binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Paragraaf 3. Prestatiesubsidie Artikel Prestatiesubsidie [Toelichting: Prestatiesubsidie kan worden verstrekt voor de looptijd van activiteiten of voor één of meer boekjaren, waarbij een boekjaar gelijk staat aan een kalenderjaar. Deze bepaling is een uitwerking van de artikelen 4:32 en 4:67 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hieruit volgt dat meerjarige subsidies kunnen worden verstrekt. Wordt een meerjarige subsidie verstrekt dan moet gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid die artikel 4:34 Awb biedt om bij de subsidieverlening een begrotingsvoorbehoud te maken. Dit is de oplossing voor het probleem dat het bij meerjarige subsidies onvermijdelijk is om subsidies te verlenen ten laste van een nog niet vastgestelde of goedgekeurde begroting. Door een begrotingsvoorbehoud te maken, kunnen Gedeputeerde Staten op de subsidieverlening terugkomen. Een begrotingsvoorbehoud is een aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden opschortende of ontbindende voorwaarde. De keuze voor de soort voorwaarde is afhankelijk van de vraag of al voor de vaststelling of goedkeuring van de begroting voorschotten moeten worden uitbetaald. Is dat het geval dan moet gekozen worden voor de vorm van de ontbindende voorwaarde. Willen Gedeputeerde Staten het begrotingsvoorbehoud inroepen en daadwerkelijk terugkomen op de subsidieverlening dan moet dat binnen de in de Awb genoemde termijn expliciet gebeuren. De leden 4 en 5 van artikel 4:34 Awb geven aan op welke wijze dat moet gebeuren. Als een subsidie wordt verstrekt voor een periode van drie jaar of langer voor steeds min of meer dezelfde activiteiten is het van belang te weten dat de subsidie dan niet zonder meer kan worden beëindigd (artikel 4:51 Awb). ] Prestatiesubsidie kan worden verstrekt voor de looptijd van activiteiten of voor één of meer boekjaren. Subparagraaf 3.1. Niet per boekjaar te verstrekken prestatiesubsidies [Toelichting: Met het verstrekken van subsidie via het prestatiemodel wordt de gedachtegang uit het Onderhandelingsakkoord en de statenmotie van juni 2004 (ingediend bij de Perspectievennota 2005) tot uitdrukking gebracht. Met maatschappelijke organisaties en instellingen willen wij outputgerichte prestatieafspraken maken, die volstrekt recht doen aan ieders verantwoordelijkheid en het maatschappelijke resultaat dat wij willen bereiken. Subsidieverstrekking wordt gestuurd op rendement. Daarbij hoort per definitie verantwoording achteraf. Uitgangspunt daarbij is dat de verantwoording zich richt op de geleverde prestaties en activiteiten en de manier waarop die aansluiten bij het provinciaal beleid. Dat kan ook, omdat vooraf (bij subsidieverlening) afspraken tussen subsidieontvanger en provincie zijn gemaakt over wat en waaraan de subsidieontvanger bij gaat dragen en wat zij daarvoor gaat doen. Daarbij wordt tevens bepaald waarover en hoe en wat de mate van verantwoording nadien moet zijn. De uitwerking van het prestatiemodel biedt ruimte om flexibel en naar instelling gedifferentieerd om te kunnen gaan met het concretiseren van prestaties en daarmee met de verantwoording achteraf. ] Artikel Indieningstermijn aanvraag tot verlening prestatiesubsidie [Toelichting: Dit artikel dient in samenhang met artikel 1.6 en artikel 1.16 te worden gelezen. Na ontvangst van de aanvraag hebben Gedeputeerde Staten op basis van artikel weken de tijd om te beslissen over de subsidieaanvraag. Als het project start op 1 januari 2010, dan wordt geadviseerd om de aanvraag voor 1 oktober 2009 in te dienen. Stel dat de aanvraag voor dit project wordt ingediend op 1 december 2009, dan beslissen Gedeputeerde Staten voor 1 maart Als het project reeds is begonnen op 1 januari 2010 en de aanvraag wordt afgewezen door Gedeputeerde Staten, dan loopt de subsidieontvanger een financieel risico. Dit risico is voor eigen rekening van de aanvrager. Stel dat de aanvraag voor dit project wordt ingediend na 1 januari 2010, dan zijn de kosten die reeds gemaakt zijn niet subsidiabel, op basis van artikel 1.6. ] Een aanvraag om prestatiesubsidie kan gedurende het gehele jaar worden ingediend.

9 Artikel Gegevens en bescheiden bij aanvraag tot verlening prestatiesubsidie 1. De aanvrager van een prestatiesubsidie overlegt bij de aanvraag in ieder geval: [Toelichting: In dit artikellid wordt de aanzet gegeven voor het opschalen van prestatiesubsidie naar een prestatiesubsidie met directieve elementen, waarbij in grotere mate wordt gestuurd op bedrijfsvoering en/of middelen. Vaak zijn de statuten en het prestatieplan voldoende om een aanvraag te kunnen beoordelen. Het kan echter ook voorkomen dat voor bepaalde subsidies ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag aanvullende documenten worden gevraagd. In de hoofdstukken 2 t/m 7 van dit uitvoeringsbesluit zal dan ten aanzien van diverse subsidies verdergaande opschaling plaatsvinden. Vanuit het gedachtegoed van het project Stroomlijning en sturing subsidierelaties zijn overwegingen om hiertoe over te gaan het financiële en juridische risico voor de provincie, de kenmerken en eigenschappen van de subsidieontvanger, contextvariabelen waaronder de maatschappelijke aandacht en het op doelgerichte en doelmatige wijze inzetten van de middelen door de provincie.] a. de statuten voorzover deze niet al eerder zijn overgelegd, tenzij de aanvrager een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon is; b. een plan van de te leveren (deel)prestaties waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee na te streven effecten die bijdragen aan het realiseren van de provinciale beleidsdoelstellingen; c. een begroting waaruit de hoogte van de gevraagde subsidie blijkt. 2. De aanvrager maakt op verzoek bij de aanvraag melding van subsidies of andere vormen van staatssteun die de subsidieontvanger, alsmede het eventuele moederconcern en/of dochters van de onderneming of het eventuele moederconcern hebben ontvangen in de drie jaren voorafgaand aan de subsidieaanvraag. Tevens wordt melding gemaakt van eventuele andere aanvragen die in behandeling zijn op het moment van de aanvraag voor subsidie op grond van dit uitvoeringsbesluit. [Toelichting: Gelet op het maximaal te verlenen subsidiebedrag is er de mogelijkheid gebruik te maken van een vrijstellingsverordening van de EG nr. 1998/2006, betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 EG op de-minimissteun. Dit betekent dat de subsidieontvanger (dus per onderneming, alsmede het eventuele gehele moederconcern waartoe de onderneming behoort) niet meer dan ,-- aan subsidie over een periode van drie belastingjaren (dus inclusief eerdere ontvangen subsidies overheidsinstanties) aan steun mag ontvangen. De aanvrager moet daarom aangeven hoeveel de-minimussteun door de aanvrager in het lopende en de twee daar aan voorafgaande belastingjaren ontvangen is en verklaren dat de totale steun niet meer dan ,-- bedraagt. De vrijstelling is ook van toepassing op de afzet en verwerking van landbouwproducten en op de sector vervoer. Ten aanzien van het laatste geldt een specifieke beperking: de-minimissteun voor ondernemingen actief in de sector wegvervoer wordt beperkt tot ,--. Aankoop van vervoermiddelen voor vrachtvervoer over de weg (vrachtwagens) blijft uitgesloten. De de-minimisegel is onder andere niet van toepassing op de primaire productie van landbouwproducten en de visserijsector (voor deze twee sectoren gelden eigen de-minimisdrempels, zie hieronder), exportsteun en steun waardoor binnenlandse producten ten opzichte van ingevoerde producten worden bevoordeeld. Voor landbouwbedrijven (een primaire producent van landbouwproducten in de zin van Bijlage I EG-Verdrag) bedraagt de maximale steun 7.500,--. Een vissersbedrijf kan tot ,-- steun binnen een periode van drie belastingjaren ontvangen, zonder dat de overheid dat vooraf aan de Europese Commissie moet melden.] Artikel Subsidieverplichtingen [vervallen] Artikel Beslistermijn verlening prestatiesubsidie [Toelichting: In dit artikel staat het uitgangspunt vermeld dat de beslistermijn van dertien weken begint op het moment van ontvangst van een aanvraag. Voor een niet-volledige aanvraag geldt artikel 4:5 Awb. Op grond van dat artikel kunnen Gedeputeerde Staten de aanvrager een termijn geven waarbinnen hij zijn aanvraag alsnog kan aanvullen. Doet hij dat niet, dan kan de aanvraag na die termijn buiten behandeling worden gelaten. Worden de ontbrekende gegevens wel tijdig ingezonden, dan volgt behandeling van de aanvraag volgens de normale procedure. Gedurende de termijn dat de aanvrager in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, wordt de beslistermijn opgeschort (artikel 4:15 Awb). In dit algemene deel van het uitvoeringsbesluit zijn geen weigeringsgronden opgenomen. Artikel 4:35 Awb bevat een aantal niet-limitatieve algemeen geldende gronden om subsidieverlening te weigeren. Deze kunnen in de hoofdstukken 2 t/m 7 worden aangevuld met specifieke op de betreffende subsidie betrekking hebbende weigeringsgronden. Artikel 4:36 Awb maakt het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst (eerste lid) of afdwingovereenkomst (tweede lid) mogelijk. De afdwingovereenkomst verschaft Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om in rechte nakoming te vorderen van het verrichten van de gesubsidieerde activiteit c.q. prestatie. Het geeft zekerheid over het daadwerkelijk verrichten van de activiteit/prestatie door de subsidieontvanger. Op grond van artikel 4:33, aanhef en onder a Awb, mag in de beschikking tot subsidieverlening als voorwaarde worden opgenomen dat de subsidieontvanger verplicht is mee te werken aan het sluiten van een uitvoerings- of afdwingovereenkomst. ] Gedeputeerde Staten beslissen omtrent subsidieverlening binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag om prestatiesubsidie, tenzij een uiterste termijn voor de indiening van de aanvraag geldt. De termijn van dertien weken begint in dat geval op de dag, nadat die uiterste termijn is verstreken.

10 Artikel Voorschotverlening [Toelichting: De betaling van het subsidiebedrag en de verleende voorschotten en de terugvordering daarvan zijn geregeld in afdeling Awb. De bevoegdheid tot voorschotverlening, waarmee vooruit wordt gelopen op de betaling van het subsidiebedrag zelf, moet een wettelijke grondslag hebben. Hiertoe strekt artikel ] 1. Gedeputeerde Staten kunnen de subsidieontvanger voorschotten verlenen tot maximaal 90% van het verleende subsidiebedrag. 2. Bij subsidieverstrekking aan gemeenten kan in bijzondere gevallen een voorschot worden verleend tot 100% van het verleende subsidiebedrag. [Toelichting: De uitzondering in het tweede lid ziet op subsidies die worden verleend in het kader van Investeren in Overijssel/Investeren met gemeenten.] Artikel Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling prestatiesubsidie De subsidieontvanger dient binnen zes maanden na afloop van de activiteiten of het subsidietijdvak waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Artikel Gegevens en bescheiden bij aanvraag tot vaststelling prestatiesubsidie [Toelichting: De in dit artikel genoemde documenten zijn de verantwoordingsvarianten van de documenten genoemd in artikel 1.14., eerste lid. Als onderbouwing van het financiële verslag kunnen deugdelijke kopieën van facturen, bankafschriften, kwitanties en overige betalingsbewijzen gelden. Prestaties zijn beter te beordelen als inzicht is verkregen in de kosten. ] De aanvrager van een prestatiesubsidie overlegt bij de aanvraag: a. een verslag van de geleverde (deel)prestaties; b. een financieel verslag. Artikel 1.19a. Verantwoordingssystematiek specifieke uitkeringen (Sisa) [Toelichting: De kern van Sisa is dat de provincie Overijssel bij het doorgeven van specifieke uitkeringen via bijvoorbeeld subsidies naar informatie vraagt die zoveel mogelijk aansluit bij de informatiebehoefte en verantwoordingsmomenten van de gemeente. Dat betekent dat de provincie in principe voldoende heeft aan een jaarverslag en de jaarrekening van de subsidieontvangende gemeente. Deze jaarstukken moeten met een bijlage, waarin de verantwoordingsinformatie staat opgenomen, ieder jaar volgend op het jaar waarover verantwoording wordt afgelegd, uiterlijk 15 juli via het CBS bij de provincie worden aangeleverd. Dit houdt in dat: De provincie Overijssel gebruik maakt van de reguliere jaarstukken van de gemeente: het jaarverslag en de jaarrekening die een accountant heeft voorzien van een rechtmatigheidsoordeel. Van de voor de specifieke uitkering door de accountant gecontroleerde apart voorgeschreven verantwoording wordt afgezien. In plaats daarvan wordt de noodzakelijke met name financiële beleidsinformatie per specifieke uitkering opgenomen in een bijlage bij de (reguliere) jaarrekening en tijdens de jaarrekening controle door de accountant gecontroleerd. Met uitzondering van de onder punt b) genoemde financiële verantwoordingsplicht blijven de voorwaarden die in de beschikking of overeenkomst hebben gestaan van kracht. Wat betreft het verantwoordingsmoment wordt aangesloten bij de procedure die voor de reguliere jaarstukken geldt: uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het jaar of tijdvak waar over verantwoording moet worden afgelegd aan de provincie worden de stukken via het CBS bij de provincie aangeleverd. Na ontvangst van de verantwoordingsinformatie kan de provincie Overijssel de regeling financieel vaststellen. Hierbij kan worden vertrouwd op de van de gemeente ontvangen gecertificeerde jaarstukken, welke zijn getoetst aan de afgesproken controles. Daarbij wordt ook het rapport van de bevindingen van de accountant en in het bijzonder de hierin opgenomen tabel met fouten en onzekerheden bij de vaststelling van de specifieke uitkering betrokken. Op basis van de verkregen verantwoordingsinformatie vindt vervolgens de inhoudelijke toets bij de provincie plaats. Dit kan leiden tot nadere vragen of maatregelen vanuit de provincie. ] 1. In afwijking van artikel 1.19 verantwoorden gemeenten de regelingen die worden genoemd in de 'Kruisjeslijst ontvangende medeoverheden' jaarlijks volgens het Sisa-principe. [Toelichting: De kruisjeslijst ontvangende medeoverheden (kruisjeslijst sisa) en het format worden jaarlijks aangepast en gepubliceerd op de website van het ministerie van BZK. De Sisa systematiek wordt voor de regelingen uit de kruisjeslijst op alle openstaande beschikkingen en/of tweezijdige rechtshandelingen toegepast waaruit informatieverplichtingen voortvloeien. Uitzondering hierop vormen: De regeling bodemsanering, daar wordt deze systematiek toegepast voor alle na 1 januari 2008 aangegane overeenkomsten; ] 2. De Sisa-verantwoording geldt als aanvraag tot vaststelling van de subsidie. [Toelichting: In de Invulwijzer sisa medeoverheden Overijssel is per regeling aangegeven hoe het verzoek tot vaststelling dient te worden gedaan.] 3. In aanvulling op lid 2 geldt voor meerjarige projecten de laatste Sisa verantwoording als de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

11 4. In afwijking van artikel 1.19 tweede lid geldt de Sisa verantwoording als de financiële verantwoording van de subsidie. [Toelichting: De Sisa-verantwoording geldt als financiële verantwoording van de subsidie. Gedeputeerde Staten vragen niet langer een door de accountant gecontroleerd financieel verslag. De accountant controleert de gemeentelijke jaarrekening en daarmee ook met name de financiële indicatoren zoals deze in de SISA-bijlage zijn opgenomen. Gedeputeerde Staten kunnen op basis van artikel 1.19, sub a, wel om een inhoudelijk verslag vragen. ] Artikel 1.19b Sisa bij Investeren met gemeenten [Toelichting: Sinds 2006 wordt het principe van Sisa toegepast op specifieke uitkeringen die door het Rijk aan gemeenten en/of provincies worden verstrekt. Vanaf 2010 wordt de verantwoording door middelen van het Sisa principe ook toegepast in de relatie provincie-gemeenten voor de autonome middelen die via het IMG aan de gemeenten worden beschikt. ] 1. Op subsidiebeschikkingen verstrekt aan gemeenten in het kader van "Investeren met gemeenten" is het regime van Sisa van toepassing. 2. Artikel 1.19a lid 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel Accountantsverklaring 1. Indien de hoogte van de subsidie afhankelijk is van de werkelijke kosten en de verleende subsidie bedraagt ,-- of meer, overlegt de aanvrager bij de aanvraag tevens een schriftelijke accountantsverklaring omtrent de de getrouwheid van het financiële verslag of de jaarrekening [Toelichting: Dit artikel verplicht de subsidieontvanger in bepaalde gevallen tot het laten verrichten van een accountantscontrole. Voor publiekrechtelijke rechtspersonen wordt een uitzondering gemaakt voor het overleggen van een accountantsverklaring in verband met het verplichte accountantsonderzoek op basis van de Provincie- of Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten. ] 2. Het eerste lid is niet van toepassing op publiekrechtelijke rechtspersonen. 3. [vervallen] 4. Bij subsidieverlening kunnen Gedeputeerde Staten, overeenkomstig artikel 4:79 Awb, bepalen dat de aanvrager, die geen publiekrechtelijke rechtspersoon is, bij de aanvraag tevens een accountantsverklaring overlegt over de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen. [Toelichting: Dit lid maakt het mogelijk om bij subsidieverlening aan de accountant van de subsidieontvanger tevens de taak te geven controle uit te oefenen op de naleving van de subsidieverplichtingen. Wordt dit toegepast dan zal daarbij een aanwijzing moeten worden gegeven over de reikwijdte en de intensiteit van de accountantscontrole. Omdat accountants werken conform de richtlijnen voor de accountantscontrole sluiten wij voor het voorschrijven van het soort onderzoek daarbij aan. De richtlijnen onderscheiden de beoordelingsopdracht (over de betrouwbaarheid van stukken) en de controleopdracht (over de getrouwheid van stukken). De verklaring omtrent de getrouwheid van het financiële verslag c.q. de jaarrekening behelst de uitslag van het onderzoek of het financiële verslag c.q. de jaarrekening voldoet aan de bij of krachtens de wet gestelde verplichtingen en of het prestatieverslag, voorzover hij dat kan beoordelen, daarmee verenigbaar is. Of de hoogte van de subsidie afhankelijk is van de werkelijke kosten moet blijken uit de bijzondere subsidieparagraaf dan wel uit de beschikking.] Artikel Lagere vaststelling [Toelichting: In een situatie dat binnen een prestatiesubsidie de kosten een rol spelen bij de hoogte van de subsidie, is het niet gewenst dat de subsidieontvanger winst' maakt op een activiteit. Artikel 4:46 Awb bepaalt daarom onder meer dat subsidie lager kan worden vastgesteld als de activiteiten niet of niet geheel hebben plaatsgevonden. In aanvulling daarop bepaalt artikel dat subsidie ten opzichte van de subsidieverlening lager vastgesteld wordt als de gesubsidieerde activiteiten meer opbrengen of minder kosten dan van te voren begroot. De subsidieontvanger zou anders immers gemeenschapsgeld overhouden ( ongerechtvaardigde verrijking'). Aan de andere kant is het niet zo dat wij het subsidiebedrag verhogen als de gesubsidieerde activiteiten minder opbrengen of meer kosten dan van te voren begroot. Dit risico is voor rekening van de subsidieontvanger. Als de werkelijke kosten van activiteiten bepalend zijn voor de hoogte van de subsidie, dan worden op grond van artikel 4:46, derde lid Awb, overigens ook kosten die redelijkerwijze als niet noodzakelijk kunnen worden beschouwd, niet in aanmerking genomen. Dat betekent dat ook bij verlening de aanvraag moet worden gecorrigeerd' voor kosten die bij vaststelling als redelijkerwijs niet noodzakelijk zullen worden beschouwd. De oude subsidieregelingen kenden een aantal bepalingen waarin situaties werden geschetst waarin sprake is van redelijkerwijs niet noodzakelijke kosten (artikelen 18 en 19 van de Algemene subsidieverordening 1997). Die situaties zullen wij in ieder geval blijven hanteren bij het beoordelen van de aanvraag tot vaststelling. Het gaat dan om: lasten die ten laste van de exploitatierekening zijn gebracht waarvoor op de begroting van de subsidieontvanger voor dat jaar geen post is opgenomen, of lasten zonder noodzaak tot een onevenredig hoog bedrag die ten laste van de exploitatierekening zijn gebracht, of

12 lasten die in de exploitatierekening zijn opgenomen met het kennelijke doel van kapitaal- of reservevorming. ] Voorzover zowel de werkelijke kosten als ook de werkelijke opbrengsten bepalend zijn voor het bedrag van de subsidie en de activiteiten meer opbrengsten genereren danwel de kosten daarvan lager zijn dan begroot, wordt de subsidie naar rato lager vastgesteld. Artikel Beslistermijn vaststelling prestatiesubsidie 1. Gedeputeerde Staten beslissen omtrent vaststelling van de prestatiesubsidie binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. 2. In afwijking van het eerste lid beslissen Gedeputeerde Staten omtrent vaststelling van de prestatiesubsidie op basis van de regelingen die worden genoemd in artikel 1.19a binnen 26 weken na ontvangst van de aanvraag. Subparagraaf 3.2. Per boekjaar te verstrekken prestatiesubsidies aan rechtspersonen Artikel Toepasselijkheid andere bepalingen 1. Afdeling Awb is van toepassing op door Gedeputeerde Staten per boekjaar te verstrekken prestatiesubsidies aan rechtspersonen, waarbij in de wetstekst voor de begrippen activiteiten en activiteitenplan prestaties respectievelijk prestatieplan moet worden gelezen. [Toelichting: Dit artikel regelt dat de artikelen 4:60 t/m 4:80 Awb van toepassing zijn op per boekjaar te verstrekken prestatiesubsidies aan rechtspersonen. Deze artikelen zijn een uitwerking van en een aanvulling op de andere bepalingen van de subsidietitel. Steeds zijn naast afdeling Awb ook die andere bepalingen van toepassing. Het gros van de bepalingen van afdeling Awb geeft Gedeputeerde Staten rechtstreeks bepaalde bevoegdheden en legt subsidieontvangers rechtstreeks bepaalde verplichtingen op. Enkele bepalingen gelden echter pas als dat uitdrukkelijk in een wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald. Het betreft de artikelen: 4:64, derde lid (vrijstelling/ontheffing accountantsverklaring bij aanvraag); 4:68 (definitie boekjaar); 4:71 (rechtshandelingen waarvoor voorafgaande toestemming van Gedeputeerde Staten 4:72 (egalisatiereserve); 4:77 (inhoud financieel verslag als subsidieontvanger in overwegende mate zijn inkomsten ontleent aan de subsidie); 4:78, vijfde lid (vrijstelling/ontheffing accountantscontrole); 4:79, eerste en tweede lid (uitbreiding accountantscontrole tot naleving subsidieverplichtingen) Awb. In de volgende twee artikelen worden de artikelen 4:72 en 4:79, eerste en tweede lid Awb, uitgewerkt. De overige onderwerpen kunnen indien gewenst in de hoofdstukken 2 t/m 7 of in een beschikking tot subsidieverlening worden uitgewerkt.] 2. De artikelen 1.16, 1.19a en 1.22 van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing. [Toelichting: Omdat in afdeling Awb niets wordt geregeld ten aanzien van de beslistermijnen op aanvragen om subsidieverlening en -vaststelling, wordt aangesloten bij de bepalingen in dit besluit voor niet per boekjaar te verstrekken prestatiesubsidies.] Artikel Egalisatiereserve [Toelichting: Een egalisatiereserve werkt als buffer, waarmee tekorten in het ene jaar kunnen worden opgevangen met overschotten in het andere jaar, zodat een doelmatige besteding en beheer van subsidiegelden kan worden bereikt. Gelet op artikel 4:72, tweede lid van de wet, komt het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend ten gunste onderscheidenlijk ten laste van de egalisatiereserve. Tot de werkelijke kosten worden niet gerekend niet-toegestane reserveringen en dotaties aan voorzieningen. Bij de vaststelling van de egalisatiereserve worden, naast de subsidie-inkomsten, ook alle inkomsten betrokken die mede ten doel hebben bij te dragen aan het realiseren van de prestatieafspraken met Gedeputeerde Staten. Te denken valt onder meer aan eigen bijdragen van afnemers van producten, incidentele en structurele subsidies van derden en sponsorbijdragen. Inkomsten van derden ten behoeve van niet-gesubsidieerde activiteiten worden buiten beschouwing gelaten. In de Algemene subsidieverordening Overijssel 1997 was gelet op artikel 4:71, eerste lid, onder g Awb, opgenomen dat de subsidieontvanger toestemming nodig heeft van Gedeputeerde Staten voor het vormen van andere reserves en voorzieningen dan een egalisatiereserve. In de subsidiepraktijk werd zo'n verzoek om toestemming echter vrijwel nooit gedaan, terwijl er wel reserves en voorzieningen werden aangelegd. Omdat het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving regels geven voor het hanteren van reserves en voorzieningen, waaraan subsidieontvangers toch al moeten voldoen, is de toestemmingsverplichting niet in dit uitvoeringsbesluit opgenomen. ]

13 1. Tenzij Gedeputeerde Staten bij subsidieverlening anders bepalen, vormt de subsidieontvanger een egalisatiereserve overeenkomstig artikel 4:72 Awb. 2. Per 31 december van enig subsidietijdvak mag de stand van de egalisatiereserve niet meer bedragen dan tien procent van de in het betreffende tijdvak verleende subsidie en de daarmee samenhangende inkomsten. 3. Het bedrag waarmee de egalisatiereserve wordt overschreden, wordt in mindering gebracht op de vast te stellen subsidie over het in het tweede lid bedoelde subsidietijdvak. Artikel Uitbreiding accountantscontrole [Toelichting: Zie toelichting op artikel 1.20., vierde lid. ] Bij subsidieverlening kunnen Gedeputeerde Staten bepalen dat de aanvrager, die geen publiekrechtelijke rechtspersoon is, bij de aanvraag tot subsidievaststelling tevens een accountantsverklaring overlegt over de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen. Artikel 4:79 Awb is van toepassing. Artikel Voorschotverlening 1. Gedeputeerde Staten kunnen de subsidieontvanger voorschotten verlenen tot maximaal 100% van het verleende subsidiebedrag. 2. De voorschotten worden per midden van de maand beschikbaar gesteld. Subparagraaf 3.3. Vergelijkingsprocedure [Toelichting: De vergelijkingspocedure is van toepassing op het op basis van vergelijking verstrekken van subsidie aan één of meer subsidieontvanger voor het gedurende een subsidietijdvak uitvoeren van dezelfde of in hoofdzaak dezelfde prestaties die bijdragen aan één of meer doelen van provinciaal beleid. Een transparant en vergelijkingsgerichte subsidieprocedure strekt ertoe dat een breder scala van potentiële subsidieaanvragers wordt aangetrokken en dat economisch-voordelige prestaties aan provinciale doelen bijdragen. Gedeputeerde Staten staan hiermee een zo efficiënt mogelijk gebruik van provinciale gelden voor. Deze procedure beoogt een vereenvoudigde evenknie te zijn van de welbekende (europese) aanbestedingsprocedure. Het voordeel van deze analogie is dat er bij het volgen van de vergelijkingsprocedure sprake zal zijn van marktconformiteit, waardoor staatssteun niet aan de orde zal zijn. Bij het plaatsen van uitvragen zullen Gedeputeerde Staten de door het Europese Hof van Justitie ontwikkelde basisnormen voor het plaatsen van overheidsopdrachten analoog toepassen. Dit betekent dat Gedeputeerde Staten zich verplichten tot transparantie, non-discriminatie en gelijke behandeling en evenredigheid. ] Artikel Toepasselijkheid Deze subparagraaf is van toepassing indien dat in dit uitvoeringsbesluit of bij besluit van Gedeputeerde Staten is bepaald. Artikel Uitvraag 1. Gedeputeerde Staten stellen ten behoeve van de vergelijkingsprocedure een uitvraag vast. 2. Een uitvraag bestaat uit een programma van eisen en een beoordelingsprocedure. Artikel Kennisgeving [Toelichting: De transparantieverplichting houdt in dat een passende mate van openbaarheid wordt gegarandeerd aan elke potentiële aanvrager om subsidie. Potentiële subsidieaanvragers moeten toegang kunnen hebben tot alle relevante informatie over een uitvraag om desgewenst belangstelling te kunnen tonen. Daarom zal voor iedere uitvraag onderzocht moeten worden welk medium het meest geschikt is voor de bekendmaking van die betreffende uitvraag. Hierbij zullen gedeputeerde Staten zich laten leiden door de omvang van het belang van de uitvraag voor de samenleving. Hoe groter dat belang, hoe meer ruchtbaarheid aan de uitvraag gegeven zal worden. Passende en algemeen gebruikte media zijn bijvoorbeeld internet, het Provinciaal Blad en regionale kranten. De inhoud van de kennisgeving moet voldoende transparant zijn en mag dus beperkt blijven tot een korte beschrijving van de essentiële gegevens van de uitvraag en de beoordelingsprocedure. Dit kan zo nodig worden aangevuld met informatie die beschikbaar is via internet en/of opvraagbaar is bij de provincie. Van belang is dat de kennisgeving en eventuele aanvullende documentatie die informatie zullen bevatten die organisaties en instellingen redelijkerwijs nodig hebben om te beslissen of zij een subsidieaanvraag zullen indienen. ] Gedeputeerde Staten geven op geschikte wijze kennis aan de uitvraag.

14 Artikel Programma van eisen Het programma van eisen bevat in elk geval: a. een beschrijving van de provinciale doelstellingen; b. een beschrijving van de te leveren prestaties; c. de eisen waaraan de aanvrager moet voldoen; [Toelichting: Met het opnemen van selectiecriteria kan op voorhand het aantal instellingen en organisaties worden beperkt, die mogelijk zullen reageren op de uitvraag. Gedacht kan worden aan objectieve criteria als bijvoorbeeld ervaring in de desbetreffende sector, omvang en infrastructuur van de organsisatie, technische en professionele vaardigheden. Een andere mogelijkheid is het opstellen van een lijst van gekwalificeerde organisaties en instellingen voor bijvoorbeeld een specifiek onderdeel van provinciaal beleid. Gedeputeerde Staten kunnen vervolgens uit deze lijst specifieke organisaties en instellingen selecteren en uitnodigen te reageren op een bepaalde uitvraag.] d. de criteria waaraan de te leveren prestaties moeten voldoen; e. de termijn voor het indienen van aanvragen, die in ieder geval zes weken bedraagt; f. het subsidieplafond; g. het aantal te subsidiëren partijen; h. de looptijd van de prestatiesubsidie; i. de wijze van subsidieverstrekking. Artikel Beoordelingsprocedure [Toelichting: Het is van belang dat het uiteindelijke besluit over het vertrekken van subsidie in overeenstemming is met de vooraf vastgestelde procedurevoorschriften en dat volledig de hand wordt gehouden aan de beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling. Dit betekent dat alle subsidieaanvragers voor een bepaalde uitvraag altijd toegang hebben tot dezelfde hoeveelheid informatie en geen van die subsidieaanvragers op ongerechtvaardigde wijze wordt bevoordeeld. ] 1. Gedeputeerde Staten plaatsen de subsidieaanvragen op basis van de in het programma van eisen opgenomen eisen en criteria als bedoeld in artikel 1.30., onderdeel c en d, in een prioriteitsvolgorde. 2. Gedeputeerde Staten verstrekken subsidie in volgorde van de vastgestelde prioriteit aan het aantal partijen als bedoeld in artikel 1.30., onderdeel g. 3. In afwijking van het tweede lid kunnen Gedeputeerde Staten in de uitvraag bepalen dat de subsidie wordt verstrekt aan het aantal partijen als bedoeld in artikel 1.30., onderdeel g, die de gevraagde prestaties tegen de laagste prijs kunnen leveren. Hoofdstuk 1A Investeren Met Gemeenten (IMG) Artikel 1a.1 Subsidiabele activiteiten Gedeputeerden Staten kunnen subsidie verlenen aan gemeenten voor projecten die op enigerlei wijze bijdragen aan provinciale doelstellingen uit het coalitieakkoord , de Omgevingsvisie, Overijssel Werkt of Samen&Overijssel. Artikel 1a.2 Criteria 1. De projecten hebben betrekking op één of meer van de volgende thema's: a. Ruimtelijke ordening b. Mobiliteit c. Regionale economie d. Inrichting landelijk gebied e. Waterbeheer f. Milieu g. Regionale culturele infrastructuur & erfgoed h. Wettelijke taken waaronder Jeugdzorg i. Flankerend beleid sociale infrastructuur 2. De uitvoering van de projecten start uiterlijk in 2011.

15 Artikel 1a.3 Grondslag De provinciale bijdrage is gelijk aan de bijdrage van de gemeente aan de projecten, met als maximum het bedrag dat de gemeente heeft ontvangen in 2009 uit de verkoop van aandelen Essent. Artikel 1a.4 Afwijkingen van Ubs Gedeputeerde Staten kunnen bij subsidies op grond van dit hoofdstuk afwijken van het bepaalde in dit uitvoeringsbesluit. Hoofdstuk 2. Bijzondere bepalingen Bestuurlijke Aangelegenheden Paragraaf 1. Integrale veiligheid [ingetrokken] Paragraaf 2. Jeugd en veiligheid [ingetrokken] Paragraaf 3. Samenwerking Overijssel Kurzeme (Letland) [ingetrokken] Hoofdstuk 3. Bijzondere bepalingen Economie, Milieu en Toerisme Paragraaf 1. Operationeel Programma EFRO Artikel 3.1. Criteria: Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verlenen aan projecten die passen binnen: het Operationeel programma EFRO Regio Oost-Nederland, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie d.d. 27 juli 2007, nr. C(2007) Artikel 3.2 tot en met 3.15 [vervallen] Paragraaf 2. Overijssel werkt!

16 Subparagraaf 2.1. Bedrijfsverplaatsingen [vervallen per 1 januari 2008] Subparagraaf 2.2. Algemeen Artikel Toepasselijkheid Deze subparagraaf is van toepassing op de subparagrafen 2.3 tot en met Artikel Subsidiabele activiteiten [Toelichting: Dit artikel is bedoeld als vangnet voor de beleidslijnen binnen het Meerjarig Economisch Uitvoeringsperspectief. Wanneer Gedeputeerde Staten van oordeel zijn, dat de te subsidiëren activiteit niet wordt beoogd onder de hierna volgende subparagrafen 2.4 tot en met 2.7, maar wel past binnen het MEUP, dan kunnen Gedeputeerde Staten een aanvraag honoreren. Overigens beoogt het provinciebestuur met het Meerjarig Economisch Uitvoeringsperspectief provincie Overijssel (MEUP) uitdrukkelijk een verbinding te leggen met andere beleidsvelden die kunnen bijdragen aan het thema. Bijvoorbeeld met cultuur, zorg, wonen, platteland. Deze integraliteit willen wij bij de uitvoering vasthouden.] Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verlenen voor de kosten van activiteiten die passen binnen de thema s van Overijssel werkt! en plaatsvinden in Overijssel. Artikel Gedeputeerde Staten verstrekken subsidie voor de in een uitvraag als bedoeld in paragraaf genoemde prestaties aan in ieder geval die organisaties die integraal uitvoering geven aan het economische beleid van de provincie. Subparagraaf 2.3. Verbeteren vestigingsklimaat bedrijfsleven [ingetrokken met ingangvan 16 maart 2009] Subparagraaf 2.4. Herstructurering van bedrijventerreinen [Toelichting: De provinciale benadering met betrekking tot de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen en de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen is gewijzigd. De provincie wil partijen verbinden en versnelling van het herstructureringsproces. Naast behoud van de economische functie, zijn duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit kernbegrippen die bij herstructurering zichtbaar moeten worden. Herstructurering staat voorop in de discussie over locaties voor vestiging van bedrijven. Het provinciale Meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid heeft vooral betrekking op revitalisering en herprofilering van verouderde bedrijventerreinen. Om de beleidsintensivering op dit dossier te doen slagen, is het financiële instrumentarium daarop aangepast. De aanvankelijk centraal staande provinciale subsidielijn, is omgebogen in verband met de oprichting van een Herstructureringsmaatschappij bedrijventerreinen Overijssel (HMO). De HMO richt zich alleen op het private deel dat zich bij herprofilering voordoet. Daarbij gaat het om aankoop, sanering en het opnieuw uitgeven van (voorheen verouderde) bedrijfskavels, waarbij het behoud van de economische functie voorop staat. Beperkte herstructureringsvormen (de zogenoemde beperkte herstructurering en revitalisering, waarbij de economische functie van het bedrijventerrein dezelfde blijft), bestaan vooral uit investeringen in de publieke ruimte. Deze zijn primair de verantwoordelijkheid van de betrokken gemeenten en de op het betreffende bedrijventerrein gevestigde ondernemers, en vallen buiten het bereik van de HMO. Reden om de provinciale subsidie te richten op de publieke aspecten van herstructurering. Bij de opzet van de aanpassing van het Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (Ubs) hebben Gedeputeerde Staten niet alleen gebruikgemaakt van het advies over de financiële instrumenten voor herstructurering. Ook de praktijkervaringen met het Ubs in de afgelopen jaren, hebben een rol gespeeld bij de nieuwe opzet van deze paragraaf. Het Ubs heeft uitsluitend betrekking op de kosten van werkzaamheden in de publieke ruimte

17 Het doet daarbij niet ter zake van welk type herstructurering die werkzaamheden deel uitmaken. Wel dat de werkzaamheden in de publieke ruimte verder moeten gaan dan bijvoorbeeld verbetering van het wegdek of een ander solitair aspect. Dat is vaak immers niet meer dan gewoon onderhoud. De werkzaamheden maken onderdeel uit van een herstructureringsplan, waarin alle maatregelen zijn opgenomen die de veroudering van het terrein als geheel bestrijden en de kwaliteit van het bedrijventerrein verbeteren. Aspecten als duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit zijn in het herstructureringsplan opgenomen. Subsidiëring van transformatie is van subsidieverlening uitgesloten. Het Ubs heeft bijvoorbeeld betrekking op de volgende aspecten/werkzaamheden in de publieke ruimte Slecht wegdek en/of slecht wegenprofiel (veroorzaakt door slechte kwaliteit van de weg; verschil in breedte van de weg; parkeren op de openbare weg of op grasbermen). Aanpak door een nieuw wegenplan. Alle wegen krijgen een nieuw, uniform straatprofiel, met onderscheid tussen de rijbaan (voor gemotoriseerd verkeer en fietsers), aanstraatstrook (voor laden en lossen, toegang tot inritten en draairuimte voor vrachtverkeer), parkeervakken (voor bezoekers), voetpaden en groenstroken. Slechte verkeersveiligheid (veroorzaakt door slechte kwaliteit van de weg; slecht wegenprofiel; door parkeren op de weg; geen of onduidelijke afbakening van de openbare weg en private terreinen). Aanpak door aanleg van voldoende duidelijk afgebakende openbare parkeerruimte. Privégebruik van de openbare ruimte, waaronder groenstroken, voor bijvoorbeeld parkeren, opslag of tuinen is niet toegestaan. De gemeente schrijft eigenaren/huurders hierover individueel aan. Ook op andere overtredingen van wet- en regelgeving wordt strenger gehandhaafd. Ontbreken van voldoende parkeergelegenheid (voor medewerkers, bezoekers en bezorgend verkeer). Zie vorig punt. Ontbreken goede bewegwijzering (geheel niet aanwezig/onduidelijk/verschillende uitvoeringen), veroorzaakt onnodige verkeersbewegingen door zoekgedrag. Via collectief parkbeheer kan hierin worden voorzien met een uniforme benadering. Slechte verlichting. Vereist nieuw verlichtingsplan, waarbij verkeersveiligheid en sociale veiligheid voorop staan. Beperkt groen/-onderhoud. Vereist nieuw groenplan (aanleg en onderhoud). Ook daarbij spelen verkeersveiligheid en sociale veiligheid een belangrijke rol. Veiligheid, waaronder sociale veiligheid. Door collectief parkbeheer kan beveiliging door onder meer cameratoezicht en surveillances tot stand komen. Dit gevoegd bij een duidelijke en goede structuur van wegen, parkeren, groen en verlichting, komt de sociale veiligheid ten goede. Digitale infrastructuur. De aansluiting van een bedrijventerrein op een open glasvezelnetwerk. Let wel, het gaat om verouderde bedrijventerreinen. De slechte kwaliteit beslaat de voorzieningen in de publieke ruimte en die van de private eigendommen. Dit is de reden om via het Ubs, een samenhang tussen publieke voorzieningen en private voorzieningen aan te brengen. Althans, als er in de gegeven situatie maatregelen nodig zijn in zowel de publieke, als in de private ruimte. Dat kan door alleen die werkzaamheden voor de publieke ruimte te subsidiëren, die a) vooral voortvloeien uit de kwaliteitsscan, maar ook b) die onderdeel uitmaken van het gehele herstructureringsplan. Als het herstructureringsplan zowel werkzaamheden in de publieke ruimte als in de private sector omvat, dan worden deze werkzaamheden in samenhang in het herstructureringsplan beschreven en uitgevoerd. Samenhang creëert niet alleen een meer afgestemde planopzet, maar het leidt ook tot meer betrokkenheid tussen gemeente en ondernemers. ] Artikel Begripsbepalingen [Toelichting: -Herstructureringsproject Een herstructureringsproject betreft alle voorbereidingshandelingen en uitvoeringswerkzaamheden die nodig zijn voor de herstructurering van een bedrijventerrein als opgenomen in een herstructureringsplan. Zij hebben betrekking op het totale bedrijventerrein, waarvan de begrenzing in het herstructureringsplan met een kaart is aangegeven. De intensiteit en de aard van de werkzaamheden kan binnen het begrensde gebied variëren. De subsidie wordt slechts eenmaal per bedrijventerrein verstrekt. -Paragraaf Bedrijventerreinen Een paragraaf Bedrijventerreinen maakt in principe onderdeel uit van een door het gemeentebestuur vast te stellen structuurvisie. Die structuurvisie is vereist op basis van de nwro. De paragraaf Bedrijventerreinen bevat een samenhangende en zorgvuldige beleidsvisie voor de lange termijn voor bedrijventerreinen waarmee een goede ruimtelijke ordening wordt bevorderd. De volgende aspecten worden daarbij uitgewerkt: inventarisatie huidige data; een reële vraagprognose, voorraad beschikbare terreinen, herijking huidig aanbod; mogelijkheden van herstructurering; toetsing van de vraagprognose aan de geactualiseerde behoeftenraming van het CBP-middenscenario; fysieke en digitale bereikbaarheid; garanties voor de aspecten duurzaamheid, zorgvuldig ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit; grondprijzen; inhoudelijke regionale afstemming. Mocht de betreffende gemeente bij de indiening van de subsidieaanvraag nog niet beschikken over een vastgestelde structuurvisie, dan kan zij, vooruitlopend daarop, een separaat document over bedrijventerreinen vaststellen en bij de subsidieaanvraag overleggen. Het document moet wel een gelijkwaardige status hebben als bedoelde paragraaf. -Structureel beheer Dit heeft tot doel het structureel op peil houden van het gewenste kwaliteitsniveau van het bedrijventerrein nadat er herstructurering heeft plaatsgevonden. Hierbij gaat het om beheer en onderhoud dat via een publiek-private samenwerking vorm krijgt en zorg draagt voor het op een adequaat niveau houden van voorzieningen en het beheer van een bedrijventerrein. Dat kan ook binnen de structuur van een parkmanagementorganisatie worden geregeld. De monitoring van de instandhouding van een adequaat kwaliteitsniveau kan plaatsvinden door eenmaal per drie jaar een kwaliteitsscan uit te voeren. -Opbrengst

18 Als opbrengst wordt in aanmerking genomen de opbrengst uit uitgifte, verhuur (ook tijdelijk) en verpachting van grond, de opbrengst uit verhuur en verkoop van gebouwen en eventue(e)l(e), verkregen subsidie(s). -Duurzaamheid, zorgvuldig ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit Duurzaamheid, zorgvuldig ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit zijn belangrijke aspecten die bij herstructurering steeds meer een rol moeten gaan spelen. Deze aspecten komen al direct tot uitdrukking in de hoofddoelstelling van herstructurering. Namelijk door het bedrijventerrein kwalitatief zodanig te verbeteren dat zich nieuwe ondernemers daar vestigen en dat de gevestigde ondernemers daar blijven. Door vertrek van ondernemers te voorkomen, wordt de vraag naar nieuwe bedrijvenlocaties afgeremd. In een toelichting op een subsidieparagraaf kan op de uitwerkingsaspecten van duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit niet diep en volledig worden ingegaan. In het Meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid zal dat meer tot uitdrukking gaan komen. Hoewel een bestaand bedrijventerrein in dit opzicht beperkingen heeft ten opzichte van een nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein, is ook op bestaande bedrijventerreinen duurzaamheid een aspect dat meer aandacht moet hebben. De focus moet komen te liggen op de vermindering van de milieubelasting en een efficiënter ruimtegebruik. Zowel de sociaal-maatschappelijke aspecten, bescherming van het milieu en economische ontwikkeling krijgen evenwichtige aandacht. Het gaat om de waarde van het terrein voor de langere termijn, waarbij waarde' niet alleen een economische maar ook een sociale en een ecologische betekenis heeft. Duurzaamheid speelt op de niveaus van de inrichting van het terrein, de samenwerking tussen de bedrijven onderling en tussen bedrijfsleven en overheid en tenslotte op individueel bedrijfsniveau. In het kwaliteitsscoresysteem vormt duurzaamheid een relevant aspect voor de bepaling van de kwaliteit. Daarbij gaat het om zaken als, energie, duurzaam bouwen, luchtkwaliteit, bodemverontreiniging en intensief ruimtegebruik. De daarop gebaseerde kansenkaart geeft de opties aan waarmee het bedrijventerrein, ook op onderdelen van duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit, te verbeteren valt. Bij intensief of zorgvuldig ruimtegebruik worden de grond en opstallen zodanig benut, dat het grondbeslag per eenheid economische activiteit of werknemer wordt beperkt en de bedrijfseconomische positie en de kwaliteit van het bedrijventerrein gelijk blijft of verbetert. Zorgvuldig ruimtegebruik heeft meerdere dimensies, zoals: intensivering van ruimtegebruik. Geen verkoopbepaling met betrekking tot maximaal te bouwen oppervlakte, maar minimaal te bebouwen oppervlakte. Geen blijvend onbebouwde kavels of delen van kavels. Een bouwplicht opleggen in die zin dat bijvoorbeeld binnen twee jaar na uitgifte van de bouwkavel en/of verlenen van de bouwvergunning het bouwwerk gerealiseerd is. Is dit niet het geval dan wordt de grond - tegen de aanvankelijke betaalde verkoopprijs - weer eigendom van de vorige eigenaar, bijvoorbeeld de gemeente of de HMO; parkeerplaatsen niet per definitie op maaiveldniveau, maar ook onder of op gebouwen. Ook gebruikmaken van elkaars parkeermogelijkheden kan een optie zijn; verticaal bouwen, de hoogte of de diepte in. Minimale bouwhoogte; zorgvuldig ruimtegebruik is nauw verweven met onderwerpen als herstructurering, duurzaamheid, landschappelijke inpassing, parkmanagement, criminaliteitsbestrijding en architectuur. Voor wat dat laatste betreft is het vooral van belang dat er gestreefd wordt naar een goed ontwerp en aansluiting bij ter plaatse logische bouwhoogtes en dichtheden. Zonering met uitstraling aan de openbare ruimte en verhouding publieke en private ruimte. -Uitsluitingen Werkzaamheden die geen betrekking hebben op het doel van herstructurering in het kader van het Ubs, namelijk de bestrijding van de veroudering van het bedrijventerrein als geheel; werkzaamheden die tot het reguliere onderhoud gerekend worden, dus ook groot onderhoud; werkzaamheden die betrekking hebben op de private eigendommen (zoals kavels en bedrijfsgebouwen); de aanleg of verbetering van bovenwijkse infrastructuur naar en van een bedrijventerrein; transformatie van een bedrijventerrein. Mocht op een bedrijventerrein, waarop slechts voor een deel transformatie plaatsvindt, op andere delen van het terrein sprake zijn van (een) andere vorm(en) van herstructurering, dan is de uitsluiting niet van toepassing op dat deel waarop de andere vorm(en) van herstructurering plaatsvind(t)(en). ] 1. Bedrijventerrein: een terrein van minimaal één hectare, dat in gebruik is door twee of meer bedrijven uit de sectoren industrie, nijverheid en/of commerciële en niet-commerciële dienstverlening. Daaronder niet begrepen een terrein dat in overwegende mate bestemd is voor kantoren, detailhandel of horeca. [Toelichting: Voor de toepassing van het Ubs, gaat het over een terrein ouder dan tien jaar gerekend vanaf het moment van eerste bedrijfsvestiging. Het betreffende bedrijventerreinen moet voorts opgenomen zijn in het Meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid ] 2. Kwaliteitsscan: een systematische beoordeling van de aanwezige kwaliteit op een bedrijventerrein, als onderdeel van het kwaliteitsscoresysteem. [Toelichting: Een kwaliteitsscan vindt plaats door middel van een systematische beoordeling van de aanwezige kwaliteit op een bedrijventerrein. De scan is een onderdeel van het kwaliteitsscoresysteem. Dit systeem wordt door Gedeputeerde Staten als een gekwalificeerd systeem beschouwd. Deze moet zijn geborgd in een onafhankelijke stichting. De scan vindt plaats in opdracht van het gemeentebestuur. Door middel van objectieve en toetsbare criteria volgen vanuit de toepassing van dit systeem, de scores met betrekking tot de kwaliteit op de diverse relevante aspecten. Dit leidt tot het geven van één of meer sterren, naar analogie van het hotel-classificatiesysteem. Vervolgens worden door middel van een kansenkaart aanbevelingen gedaan en de concrete activiteiten benoemd, die moeten worden getroffen om een hogere en duurzamere kwaliteit van het bedrijventerrein te bereiken. Dit instrument scherpt de discussies aan tussen de gemeente en de ondernemers over het te bereiken kwaliteitsniveau van een bedrijventerrein. Voorafgaand aan de opstelling van een herstructureringsplan, vindt de scan plaats als nul-meting. Na uitvoering van het herstructureringsproject wordt de kwaliteit als gevolg van de genomen maatregelen, opnieuw met een scan bepaald. Hiermee vindt monitoring van de kwaliteit plaats.]

19 3. Herstructureringsplan: het plan bevat de visie(s) met betrekking tot de herstructurering van het betreffende bedrijventerrein. Het is de nadere uitwerking op uitvoeringsniveau, van de te nemen concrete activiteiten en het daarbij behorende financieringsplan en de planning. [Toelichting: Een herstructureringsplan komt tot stand in overleg tussen het gemeentebestuur en de ondernemers of de ondernemersvereniging. Het plan wordt door het gemeentebestuur vastgesteld. Het plan is (mede) gebaseerd op de daaraan voorafgaande kwaliteitsscan. Het plan bevat de visie(s) met betrekking tot de herstructurering van het betreffende bedrijventerrein. Het aspect duurzaamheid, waaronder ruimtewinst, maar ook het aspect ruimtelijke kwaliteit, wordt in het plan zichtbaar gemaakt. Het herstructureringsplan is de nadere uitwerking op uitvoeringsniveau, van de te nemen concrete activiteiten en het daarbij behorende financieringsplan (inclusief kosten, c.q. exploitatiebegroting). Als het herstructureringsplan zowel werkzaamheden in de publieke ruimte als in de private sector omvat, dan worden deze in samenhang in het plan beschreven en in samenhang uitgevoerd. Het plan bevat voorts een overzicht van subsidieabel geachte kosten, waarover via vooroverleg tussen gemeente en provincie overeenstemming bestaat. Dit overzicht dient ter bepaling van de prestaties in de beschikking tot subsidieverlening. Het overzicht is tevens basis voor de beoordeling van geleverde prestaties ten behoeve van de vaststelling van de subsidie. Uit het plan blijkt dat alle bij het herstructureringsproject betrokken partijen de uitvoering ervan onderschrijven. Het herstructureringsplan bevat voorts een plan van aanpak om het met de herstructurering bereikte kwaliteitsniveau te borgen. Dat kan zijn door middel van afspraken tussen gemeente en bedrijven over beheer en onderhoud, het structureel beheer. Ook kan dat plaatsvinden door middel van parkmanagement. Voor zover (de) initiatiefnemer(s) bij het project een betrokkenheid wensen van de HMO, bevat het herstructureringsplan de gemotiveerde reden(en) hiertoe.] 4. Publieke ruimte: de fysieke ruimte die het domein is van de overheid en door haar wordt beheerd. 5. Structuurvisie: een gemeentelijke structuurvisie die vereist is op basis van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (nwro). De paragraaf Bedrijventerreinen bevat een samenhangende en zorgvuldige beleidsvisie voor de lange termijn voor bedrijventerreinen. 6. Herstructurering: onder herstructurering van een bedrijventerrein vallen alle eenmalige ingrepen op een bedrijventerrein waarvan de economische functie behouden blijft, die tot doel hebben veroudering van het terrein als geheel te bestrijden, en die niet tot het reguliere onderhoud gerekend worden. [Toelichting: Er zijn vier typen herstructurering: beperkte herstructurering (groot onderhoud): grote opknapbeurt bij (deels) technische veroudering van het terrein; revitalisering: een integrale aanpak is nodig om de deels technische, economische en maatschappelijke veroudering tegen te gaan. Het vestigingsmilieu wordt vernieuwd waarbij bestaande economische functies behouden blijven; herprofilering: het terrein krijgt (deels) een andere werkfunctie, met een hogere vastgoedwaarde (bijvoorbeeld kantoren). Een integrale aanpak bestrijdt de economische, maatschappelijke en ruimtelijke veroudering; transformatie: het terrein met economische en ruimtelijke veroudering krijgt door integrale aanpak een andere functie, zoals wonen, leisure en/of retail.] Artikel Subsidiabele activiteiten [Toelichting: Aspecten als parkmanagement en beveiliging worden niet meer specifiek gesubsidieerd. Voor nieuwe bedrijventerreinen maken dat soort voorzieningen vanzelfsprekend onderdeel uit van de exploitatie. Voor bestaande terreinen zullen dergelijke aspecten onderdeel uitmaken van het herstructureringsplan. Bedoelde aspecten zijn in de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker in beeld gekomen en in de praktijk toegepast. De mogelijkheden ervan zijn algemeen bekend. Er is geen noodzaak meer om via specifieke vaak kleine subsidies invoering van parkmanagement en beveiliging ingang te doen vinden. Die aspecten liggen besloten in de kwaliteitsscan en het herstructureringsplan.] 1. Binnen het thema Herstructurering van bedrijventerreinen kan subsidie worden gevraagd voor kwaliteitsverbetering van bestaande bedrijventerreinen. Dit betreffen de volgende activiteiten: a. het uitvoeren van een kwaliteitsscan; [Toelichting: De uitvoering van de kwaliteitsscan komt voor subsidiëring in aanmerking als deze op grond van het Ubs vereist is. Vereist in die zin dat deze vooraf moet gaan aan een herstructureringsplan waarvoor subsidie wordt gevraagd. De scan wordt uitgevoerd conform de systematiek van het kwaliteitsscoresysteem. Het gaat hier om de eerste nul-meting, ter voorbereiding van de opstelling van het herstructureringsplan. Voor die scan kan subsidie worden aangevraagd. Ook vindt er een (monitoring)scan plaats, nadat het herstructureringsproject is afgerond. Laatstbedoelde scan, waarvoor specifiek subsidie moet worden aangevraagd, is gekoppeld aan de aanvraag voor vaststelling van de subsidie voor het uitvoeren van het herstructureringsplan.] b. het opstellen van een herstructureringsplan; [Toelichting: Het herstructureringsplan is mede gebaseerd op de kwaliteitscan. In de toelichting op het begrip herstructureringsplan wordt op de bedoeling en inhoud van het plan ingegaan.] c. het uitvoeren van een herstructureringsplan; d. project- en procesmanagement. [Toelichting: Het onderdeel project- en procesmanagement vormt in de praktijk nogal eens een zwakke schakel. Hierdoor komen herstructureringsprojecten niet van de grond, of hebben een erg lange doorlooptijd. Om ook hierin verbetering te brengen bieden Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om hiervoor een subsidie te verkrijgen.]

20 2. Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3.28 betreffen activiteiten op, of met betrekking tot de herstructurering van, een bedrijventerrein dat opgenomen is in het meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid [Toelichting: De bedrijventerreinen die in het Meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid zijn opgenomen, voldoen aan het begrip bedrijventerrein, als bedoeld in de toelichting. In de praktijk zou kunnen blijken dat volgens het gemeentebestuur een bepaald bedrijventerrein binnen de planperiode dringend zou moeten worden geherstructureerd, terwijl deze niet is opgenomen in het Meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid Als het gemeentebestuur met onderzoek de herstructureringsnoodzaak van een niet in het meerjarenprogramma opgenomen terrein binnen de planperiode kan aantonen, dan kan dit aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd. Gedeputeerde Staten zullen een besluit kunnen nemen waarbij in dat geval niet aan de eis van opname in bedoeld meerjarenprogramma behoeft te worden voldaan. De inventarisatie en de definitieve vaststelling van de lijst van te herstructureren projecten, waar een kwaliteitsscan moet plaatsvinden is in gang gezet. De vaststelling van het bedoelde meerjarenprogramma staat gepland in de vergadering van Provinciale Staten van juni 2009.] Artikel Criteria 1. Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3.28, eerste lid, sub a, betreffen alleen de door de provincie Overijssel gehanteerde systematiek van het kwaliteitsscoresysteem. 2. Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3.28, eerste lid, sub b, moeten voldoen aan de volgende criteria: [Toelichting: Gedeputeerde Staten hebben tijdsbepalingen opgenomen. Versnelling van de opzet en uitvoering van de herstructureringsprojecten is een belangrijke doelstelling van het provinciale beleid. Met de tijdsbepalingen beogen Gedeputeerde Staten te voorkomen: a. dat het herstructureringsplan gebaseerd zou worden op een kwaliteitsscan die op onderdelen al weer achterhaald kan zijn; b. dat de opstelling van de kwaliteitsscan en de opstelling, respectievelijk de uitvoering van het herstructureringsplan te veel in tijd uiteen gaan lopen; c. dat een herstructureringsproject een eindeloos aantal jaren doorlooptijd heeft. De termijnen vereisen van initiatiefnemers een voortdurende actieve opstelling met betrekking tot de doorlooptijd van het proces. Om die reden is ook subsidie voor procesmanagement mogelijk gemaakt. Onder met de uitvoeringswerkzaamheden moet zijn begonnen, wordt het volgende verstaan. De werkzaamheden moeten niet alleen zijn aanbesteed en gegund, maar ook daadwerkelijk zijn gestart. Die start mag geen pro forma karakter hebben, maar moet werkzaamheden betreffen, die een fysieke betekenis hebben en een continu karakter. Bodemonderzoek valt daar bij voorbeeld niet onder. De maand waarin de eerste voortgangsrapportage door het gemeentebestuur wordt verstrekt, is de maand waarin vervolgens de rapportage jaarlijks wordt verstrekt. Op basis van de overgelegde voortgangsrapportage vindt er jaarlijks een voortgangsgesprek plaats tussen de gemeente en de provincie.] a. het op te stellen herstructureringsplan is gebaseerd op de kwaliteitsscan als bedoeld in artikel 3.28, eerste lid, sub a; b. het herstructureringsplan is vastgesteld binnen 12 maanden nadat de kwaliteitsscan als bedoeld in het vorige lid is uitgevoerd. 3. Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3.28, eerste lid, sub b, c en d, kunnen worden ingediend door gemeenten die een paragraaf Bedrijventerreinen in de gemeentelijke structuurvisie hebben opgenomen, dan wel een ander document met een gelijkwaardige status. [Toelichting: Hierbij wordt verwezen naar de toelichting op het begrip Paragraaf Bedrijventerrein.] 4. Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3.28, eerste lid, sub c, moeten voldoen aan de volgende criteria: [Toelichting: Gedeputeerde Staten hebben tijdsbepalingen opgenomen. Versnelling van de opzet en uitvoering van de herstructureringsprojecten is een belangrijke doelstelling van het provinciale beleid. Met de tijdsbepalingen beogen Gedeputeerde Staten te voorkomen: a. dat het herstructureringsplan gebaseerd zou worden op een kwaliteitsscan die op onderdelen al weer achterhaald kan zijn; b. dat de opstelling van de kwaliteitsscan en de opstelling, respectievelijk de uitvoering van het herstructureringsplan te veel in tijd uiteen gaan lopen; c. dat een herstructureringsproject een eindeloos aantal jaren doorlooptijd heeft. De termijnen vereisen van initiatiefnemers een voortdurende actieve opstelling met betrekking tot de doorlooptijd van het proces. Om die reden is ook subsidie voor procesmanagement mogelijk gemaakt. Onder met de uitvoeringswerkzaamheden moet zijn begonnen, wordt het volgende verstaan. De werkzaamheden moeten niet alleen zijn aanbesteed en gegund, maar ook daadwerkelijk zijn gestart. Die start mag geen pro forma karakter hebben, maar moet werkzaamheden betreffen, die een fysieke betekenis hebben en een continu karakter. Bodemonderzoek valt daar bij voorbeeld niet onder. De maand waarin de eerste voortgangsrapportage door het gemeentebestuur wordt verstrekt, is de maand waarin vervolgens de rapportage jaarlijks wordt verstrekt. Op basis van de overgelegde voortgangsrapportage vindt er jaarlijks een voortgangsgesprek plaats tussen de gemeente en de provincie.] a. er moet een vastgesteld herstructureringsplan aan de uitvoering van de herstructurering van het bedrijventerrein ten grondslag liggen; b. de kosten voor werkzaamheden, als vermeld in het herstructureringsplan, hebben uitsluitend betrekking op werkzaamheden in de publieke ruimte; c. de begroting van de werkzaamheden van de uitvoering van het herstructureringsplan is na de verlening van de provinciale subsidie sluitend; d. als het herstructureringsplan ook werkzaamheden bevat in de private sector, dan worden de werkzaamheden in de publieke ruimte en die in de private sector in samenhang in het herstructureringsplan beschreven en in samenhang uitgevoerd;

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 11-3-2009 tot 16-3-2009) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 23-7-2008 tot 1-9-2008) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 15-11-2006 tot 20-12-2006) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling

Nadere informatie

Artikel 1.4. Subsidieplafond en wijze van behandelen van aanvragen 3

Artikel 1.4. Subsidieplafond en wijze van behandelen van aanvragen 3 CVDR Officiële uitgave van Overijssel. Nr. CVDR34868_34 29 november 2016 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Hoofdstuk 1. Algemeen Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 15-2-2006 tot 28-2-2006) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Provinciaal blad nr. 2011/0121942

Provinciaal blad nr. 2011/0121942 Provinciaal blad nr. 2011/0121942 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2011 besluit van: Gedeputeerde Staten d.d. 24 mei 2011 kenmerk: 2011/0096361 gepubliceerd op: 30 juni 2011 inwerkingtreding op:

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze verordening wordt verstaan onder provinciebestuur: het bevoegde orgaan van

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR244162_9 14 juli 2017 Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Algemene subsidieverordening Texel 2016 Algemene subsidieverordening Texel 2016 ASV Texel 2016 Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 maart 2016 onder nummer 019 Gemeenteblad Texel 2016 nr 35 datum 24-03-2016 Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Landsmeer. Nr. 115833 22 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011

Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011 Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 17-11-2011) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 De raad van de gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van , , inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 pagina 1 van 13 Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 Regelgeving Algemeen register Algemeen bestuur Overige zaken betreffende algemeen bestuur Regeling Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006

Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006 Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006 Deze verordening is op 3 mei 2006 gepubliceerd in het Weekblad Oosterhout en vanaf 14 juni 2006 van kracht in de gemeente Oosterhout April 2006 pagina:2 Nr.

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2015, nr... ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR39116_10. Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel Hoofdstuk 1. Algemeen Paragraaf 1. Algemene bepalingen

CVDR. Nr. CVDR39116_10. Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel Hoofdstuk 1. Algemeen Paragraaf 1. Algemene bepalingen CVDR Officiële uitgave van Overijssel. Nr. CVDR39116_10 29 november 2016 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005 Hoofdstuk 1. Algemeen Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke Zorg en Welzijn Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

A. ALGEMENE BEPALINGEN

A. ALGEMENE BEPALINGEN No. 070505 St. Annaparochie, 31 mei 2007. De raad der gemeente het Bildt; overwegende; dat de raad bij besluit dd. 11 november 2002 de Algemene Subsidie Verordening heeft vastgesteld; dat het in aanvulling

Nadere informatie

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt-

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt- Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake actualisering gemeentelijk subsidiebeleid. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Awb: de Algemene

Nadere informatie

Algemene Subsidieregeling 2008

Algemene Subsidieregeling 2008 Algemene Subsidieregeling 2008 Paragraaf 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. gemeentebestuur: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van besluiten betreffende

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING WESTSTELLINGWERF 2016 De raad van de gemeente Weststellingwerf; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer 006042/c; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland; Provinciale Staten van Fryslân, Groningen en Drenthe: gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK De raad van de gemeente Moerdijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van >, , inzake de Algemene

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel

Algemene subsidieverordening Texel Algemene subsidieverordening Texel Gemeenteblad Texel 2016 nr 36 datum 24-03-2016 INTREKKING Algemene subsidieverordening Texel 2011 De raad van de gemeente Texel gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerhugowaard. Nr. 63717 23 mei 2016 Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014 Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2014 Nr.RB2016030/RB2013232

Nadere informatie

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 Raadsvergadering : 25 februari 2016 Agendanr. : 6d Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 januari

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014 De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 maart 1014, nr. 1104516; gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat: - de sinds

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Artikel 1. Begripsomschrijvingen a. Activiteit: het resultaat van samenhangend handelen van een organisatie, meetbaar in tijd, kwantiteit, kwaliteit

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo, ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO De raad van de gemeente Tynaarlo, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 september 2010, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015.

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015. Vergadering d.d. : 30 september 2014 Agendapunt : 7.2 Registratienummer : 512102 Onderwerp : Algemene subsidieverordening 2015 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; Gelet op artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56;

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56; Nr. S6a DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56; gehoord de commissie Economie en Wonen d.d. 4 september 2018; gelet op het bepaalde

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening van 23 maart, 13 en 20 april 2016 van Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; De raad van de gemeente Nederweert; Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; dat maatschappelijke ontwikkelingen aanleiding zijn geweest om het bestaande beleid

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING ALMERE 2011 De raad van de gemeente Almere; Gezien het voorstel van het college; Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 De raad van de gemeente Werkendam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012, gelet op - artikel 149

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Regio Achterhoek 2008

Algemene subsidieverordening Regio Achterhoek 2008 Het Algemeen Bestuur van de Regio Achterhoek; gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van de Regio Achterhoek van 22 oktober 2008; BESLUIT: vast te stellen de navolgende Algemene Subsidieverordening

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 citeertitel: Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 vastgesteld bij besluit van: 15 februari 2018 Algemene subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017 Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - algemene groepsvrijstellingsverordening:

Nadere informatie

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, Verordening van 4 oktober 2006, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot het verstrekken van subsidie (Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006) Provinciale Staten van Fryslân, gelet op

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening 2014

Algemene subsidieverordening 2014 Algemene subsidieverordening 2014 De raad van de gemeente Reimerswaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 april 2014, 14.008846, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017 Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 207 Aanhef De raad van de gemeente Bunnik, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 206; Gelet op artikel 49 van de

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Algemene subsidieverordening gemeente Oldebroek Nr. 65148 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juli 2010; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren;

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren; Ontwerpbesluit nr. Provinciale Staten van Noord-Holland; overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren; voorts overwegende dat het uit een oogpunt

Nadere informatie

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2011 Nummer: 35 Uitgifte: 23 december 2011 Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de

Nadere informatie

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016 Leeswijzer modelbepalingen - [datum] of [naam gemeente] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel II. - [iets] = facultatief, zie bijvoorbeeld artikel I bij artikel 9, derde de lid, onder

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 16 juni 2014, nummer 2014-046; (gewijzigd n.a.v. de raadsvergadering van 7 oktober 2014) overwegende dat - het juridisch

Nadere informatie

Het dagelijks bestuur van de Sociaal-Economische Raad;

Het dagelijks bestuur van de Sociaal-Economische Raad; Subsidiebesluit SER Besluit van het dagelijks bestuur van de Sociaal-Economische Raad van 19 december 2003 tot vantoepassingverklaring van afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht op door de Raad

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen; CVDR Officiële uitgave van Harlingen. Nr. CVDR27949_1 16 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2006 Raad : 6 december 2006.... DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN; overwegende dat

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Provinciaal blad 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 14 december 2005, nr. 2005/59635 tot bekendmaking van de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006. Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 1 Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 GRONDSLAG 1. Op grond van artikel 2, lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Medemblik (ASV) kan het college nadere regels stellen

Nadere informatie

de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 als volgt te wijzigen:

de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 als volgt te wijzigen: Nr. Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Noord-Holland, overwegende dat in de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 verzuimd is de bevoegdheid tot het vaststellen van subsidieplafonds aan gedeputeerde

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 16 juni, nummer -046; overwegende dat - het juridisch toetsingskader voor de subsidieverstrekking verbetering behoeft

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Wierden Nr. 163204 20 september 2017 Algemene subsidieverordening gemeente Wierden 2015 Burgemeester en wethouders van Wierden maken (ter uitvoering van het

Nadere informatie

Sector: I. Nr. : 90.8

Sector: I. Nr. : 90.8 Sector: I Nr. : 90.8 De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2001, nummer 7/90.01; gelet op de artikelen 148 en 149 van de Gemeentewet

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019. PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Drenthe Nr. 2529 4 april 2019 Algemene subsidieregeling SNN 2019 Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 2 april 2019, kenmerk 5.1/2019000925,

Nadere informatie

2. De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de budgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn.

2. De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de budgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn. De raad van de gemeente Waalwijk; Gezien het voorstel van het college van 21 oktober 2014; Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT:

Nadere informatie

Provinciaal blad. Haarlem, 23 juni 2008. Provinciale Staten van Noord-Holland. Provinciale Staten van Noord-Holland; H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.

Provinciaal blad. Haarlem, 23 juni 2008. Provinciale Staten van Noord-Holland. Provinciale Staten van Noord-Holland; H.C.J.L. Borghouts, voorzitter. Provinciaal blad 2008 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland van 24 juni 2008, nr. 2008-37944 tot bekendmaking van de deelverordening klimaat Noord-Holland 2008. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Nadere informatie

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Weert. Nr. 21832 10 februari 2017 Subsidieregeling Professionele Instellingen Weert 2017 Burgemeester en wethouders van Weert; gelet op artikel 3 van de Algemene

Nadere informatie

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg min i in mi in in ii BM1500213 De raad van de gemeente Steenbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op: artikel 149 van de Gemeentewet besluit vast te stellen

Nadere informatie

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Provinciaal blad 2008 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland van 17 januari 2008, nr. 2008-4492 tot bekendmaking van de subsidieverordening reserve cofinanciering Europese projecten Noord-Holland

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017 Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017 De gemeenteraad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 15 november 2016; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien

Nadere informatie

A. ALGEMENE BEPALINGEN.

A. ALGEMENE BEPALINGEN. De raad der gemeente het Bildt; overwegende; dat het gewenst is een subsidieverordening vast te stellen voor de korpsen in de gemeente het Bildt, zulks ter uitvoering van de Algemene Subsidie Verordening:

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Samenvatting Deze verordening geeft aan welke begrippen bij subsidies worden gebruikt, welke soorten subsidies er zijn, welke regels er gelden voor aanvragen,

Nadere informatie

Subsidieregeling Onderwijs en Kinderopvang Weert 2017

Subsidieregeling Onderwijs en Kinderopvang Weert 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Weert. Nr. 21810 10 februari 2017 Subsidieregeling Onderwijs en Kinderopvang Weert 2017 Burgemeester en wethouders van Weert; gelet op artikel 3 van de Algemene

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Nummer: 23-03-15/06 De raad der gemeente Hellevoetsluis; gehoord de commissie algemene zaken en middelen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17-03-2015, nummer:23-03-15/06; besluit:

Nadere informatie

Subsidieverordening Duurzaamheidslening hernieuwbare energie (zonnelening)

Subsidieverordening Duurzaamheidslening hernieuwbare energie (zonnelening) Subsidieverordening Duurzaamheidslening hernieuwbare energie (zonnelening) (geconsolideerde versie, geldend vanaf 7-2-2015) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam

Nadere informatie

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Vastgesteld bij besluit van de Regioraad van 26 juni 2007, nr. ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM 1 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland Gedeputeerde Staten van Flevoland, overwegende dat: Provinciale Staten op de begroting onder vermelding van Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied 2017-2019 financiële middelen beschikbaar hebben gesteld

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011

Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011 Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 9-10-2014 tot 1-1-2015) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011

Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011 Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 4-4-2013 tot 4-5-2013) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Besluit tot vaststelling van de Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe; op het voorstel

Nadere informatie

BIJLAGE 1. Model l Controleprotocol algemene subsidieverordening Gemeente Dordrecht

BIJLAGE 1. Model l Controleprotocol algemene subsidieverordening Gemeente Dordrecht BIJLAGE 1 Model l Controleprotocol algemene subsidieverordening Gemeente Dordrecht Inhoud 1. Inleiding 4 1.1 Wettelijk kader 4 1.1.1 Obj eet van controle 4 1.1.2 Relevante geldstroom. 5 1.1.3 Betrokken

Nadere informatie

Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005

Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005 CVDR Officiële uitgave van Limburg. Nr. CVDR84579_1 27 februari 2017 Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005 SUBSIDIEVERORDENING ZORGAANBIEDERS JEUGDZORG PROVINCIE LIMBURG 2005

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân:

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân: PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Fryslân. Nr. 152 12 januari 2016 Uitvoeringsregeling van 1 januari 2016, houdende regels betreffende de subsidiëring vanactiviteiten waarmee de verkeersveiligheid

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake de Algemene subsidieverordening Gemeente Hoom 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake de Algemene subsidieverordening Gemeente Hoom 2015; Registratie nummer: 1128707 Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2015 De raad van de gemeente Hoom; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-10-2005 tot 31-10-2005) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening. Datum :

Algemene Subsidieverordening. Datum : Algemene Subsidieverordening Gemeente Deurne 2017 Datum : Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Artikel 2 Reikwijdte... 3 Artikel 3 Subsidieregelingen... 3 Artikel 4 Bevoegdheden... 3 Artikel

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening GOES 2011

Algemene subsidieverordening GOES 2011 Algemene subsidieverordening GOES 2011 De raad van de gemeente Goes; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juni 2011; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; b e s

Nadere informatie

Gelet op: Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op: Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Onderwerp Wijziging van de Algemene subsidieverordening 2013 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Artikel 143 en 145

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zuid-Holland. Nr. 1831 30 maart 2016 Besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 23 maart 2016 tot wijziging van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht TOELICHTING

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht TOELICHTING ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht TOELICHTING Artikel 1. Begripsomschrijvingen In dit artikel zijn begripsbepalingen opgenomen, die volgen uit het staatssteunproof maken van de concept ASV.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3714 25 januari 2017 Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie Het bestuur van stichting Fonds

Nadere informatie

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht; b e s l u i t :

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht; b e s l u i t : De raad van de gemeente Gooise Meren; overwegende dat: - in verband met de wens om maatwerk in subsidiëring mogelijk te maken en uit oogpunt van deregulering en vereenvoudiging van het subsidieproces een

Nadere informatie

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 CVDR Officiële uitgave van Buren. Nr. CVDR85564_4 18 april 2017 Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In

Nadere informatie

Beleidsregels subsidieverlening arbeidsmarkt - onderwijs - sociale innovatie

Beleidsregels subsidieverlening arbeidsmarkt - onderwijs - sociale innovatie Beleidsregels subsidieverlening arbeidsmarkt - onderwijs - sociale innovatie (geconsolideerde versie, geldend vanaf 29-4-2010 tot 1-1-2011) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD

Hoofdstuk 2 SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD CVDR Officiële uitgave van Maassluis. Nr. CVDR122735_2 17 april 2018 Algemene Subsidieverordening Maassluis 2011 gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 maart 2012, ADV-12-00707,

Nadere informatie

Beleidsregels Algemene subsidieverordening Gouda 2003 (zoals gewijzigd op 28 november 2006)

Beleidsregels Algemene subsidieverordening Gouda 2003 (zoals gewijzigd op 28 november 2006) Beleidsregels Algemene subsidieverordening Gouda 2003 (zoals gewijzigd op 28 november 2006) 1 Inleiding Voorgesteld wordt de beleidsregels te wijzigen en aanvullingen op te nemen, zoals in onderstaande

Nadere informatie

Controleprotocol provincie Utrecht

Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol voor de accountantscontrole bij door de provincie Utrecht gesubsidieerde instellingen Januari 2010 Controleprotocol provincie Utrecht 1 van 7 Controleprotocol

Nadere informatie

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016.

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ermelo. Nr. 30596 16 maart 2016 Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016 Burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo; overwegende

Nadere informatie

Subsidieregeling deskundigheidsbevordering vrijwilligers

Subsidieregeling deskundigheidsbevordering vrijwilligers Subsidieregeling deskundigheidsbevordering vrijwilligers (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-10-1998 tot 1-1-2006) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

Gedeputeerde Staten van Drenthe, Gedeputeerde Staten van Drenthe, Gelet op de Voorwaarden voor projecten uitgevoerd in het kader van Pieken in de Delta Noord- Nederland, het Operationeel programma Noord-Nederland 2007-2013 en de Algemene

Nadere informatie

Toelichting. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. I. Algemene toelichting. II Artikelgewijze toelichting. Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Toelichting. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. I. Algemene toelichting. II Artikelgewijze toelichting. Artikel 1 Begripsomschrijvingen Toelichting I. Algemene toelichting De gemeente verleent op vele terreinen subsidies aan instellingen en bewoners van Veenendaal. In de in 2007 vastgestelde Algemene subsidieverordening gemeente Veenendaal

Nadere informatie

vast te stellen de Subsidieregeling stimulering projecten sociale huur Fryslân:

vast te stellen de Subsidieregeling stimulering projecten sociale huur Fryslân: Subsidieregeling van 13 december 2016, nr. 1372808, betreffende de subsidiëring van projecten inzake de realisatie van sociale huurwoningen in de provincie Fryslân Gedeputeerde Staten van Fryslân, gelet

Nadere informatie

Vast te stellen de Subsidieverordening opvang en begeleiding van kwetsbare burgers

Vast te stellen de Subsidieverordening opvang en begeleiding van kwetsbare burgers De raad van de gemeente Enschede; Gelezen het voorstel van het college van (datum; DMO, nummer); Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haren Nr. 107361 23 mei 2018 Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018 Subsidieregeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

Nadere informatie

Controleprotocol subsidies gemeente Amersfoort

Controleprotocol subsidies gemeente Amersfoort Controleprotocol subsidies gemeente Amersfoort Controleprotocol voor de accountantscontrole bij door de gemeente Amersfoort gesubsidieerde organisaties November 2014 # 4174019 Algemeen Op grond van de

Nadere informatie