Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007"

Transcriptie

1 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (geconsolideerde versie, geldend vanaf tot ) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Citeertitel Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Deze versie is geldig tot Vastgesteld door Onderwerp gedeputeerde staten financiën en economie Opmerkingen m.b.t. de regeling Geen Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal Blad nr Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Algemene subsidieverordening Overijssel 2005 (geldig vanaf ) Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving) Geen Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen Datum inwerki ngtredin g Terugwe rkende kracht t/m Betreft Datum ondertekening Bron bekendmaking Kenmerk voorstel Hoofdstuk 3, paragraaf Provinciaal Blad nr. 2011/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 12 april 2011, kenmerk 2011/ Hoofdstuk 3, paragraaf Provinciaal Blad nr. 2011/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 15 februari 2011, kenmerk 2011/ Hoofdstuk 7, paragraaf Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 29 maart 2011, kenmerk 2011/

2 Datum inwerki ngtredin g Terugwe rkende kracht t/m Betreft Datum ondertekening Bron bekendmaking Kenmerk voorstel Provinciaal Blad nr. 2011/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2011/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2011/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 22 maart 2011, kenmerk 2011/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 25 januari 2011, kenmerk 2011/ Hoofdstukken 3, 5, 6, 7 en Provinciaal Blad nr. 2010/ en Provinciaal Blad nr. 2010/ Besluiten van Gedeputeerde Staten d.d. 14 december 2010, kenmerk 2010/ en 21 december 2010, kenmerk 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 19 oktober 2010, kenmerk 2010/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 28 september 2010, kenmerk 2010/ Hoofdstuk 1a, 3, 5, 6, 7, Provinciaal Blad nr. 2010/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 13 juli 2010, kenmerk 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 8 juni 2010, kenmerk 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 27 april 2010, kenmerk 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Hoofdstuk 3, 5 en Provinciaal Blad nr. 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Hoofdstuk Provinciaal Blad nr. 2010/ Hoofdstuk 1, 3, 5, 6, 7 en Provinciaal Blad nr en Hoofdstuk 5, 7 en Provinciaal Blad nr

3 Datum inwerki ngtredin g Terugwe rkende kracht t/m Betreft Datum ondertekening Bron bekendmaking Kenmerk voorstel Hoofdstuk 1, 3, 5, 6, 7 en Provinciaal Blad nr / Hoofdstuk 3, 5, 6 en Provinciaal Blad nr / Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 1, 3, 5, 6 en Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 2, 7 en Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 3, 6 en Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 5, paragraaf Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 3, paragraaf 3.6 en hoofdstuk 7, paragraaf 8a Provinciaal Blad nr en Hoofdstuk 6, 7, Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 1, 3, 5 en Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 2 paragraaf Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 3, 7 en Provinciaal Blad nr Hoofdstuk

4 Datum inwerki ngtredin g Terugwe rkende kracht t/m Betreft Datum ondertekening Bron bekendmaking Kenmerk voorstel Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 3, 6, 7, 8 en Provinciaal Blad nr nieuwe regeling Provinciaal Blad nr Hoofdstuk 1. Algemeen Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1. Begripsbepalingen Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: a. de verordening: de Algemene subsidieverordening Overijssel 2005; b. Awb: de Algemene wet bestuursrecht; c. cofinanciering: ten minste één andere partij dan de aanvrager en de provincie draagt bij in de kosten van de gesubsidieerde activiteit; d. prestatiesubsidie: de subsidie, waarbij de subsidieontvanger ten aanzien van de te subsidiëren activiteiten óf wordt gestuurd op prestaties, óf op een combinatie van prestaties, bedrijfsvoering of middelen en waartegenover geen rechtstreekse baat staat voor de provincie. e. stimuleringssubsidie: de subsidie die aan het bestaan van een organisatie bijdraagt of bepaalde activiteiten aanmoedigt of ondersteunt; f. subsidietijdvak: een aaneengesloten periode waarvoor een subsidieplafond of deelplafond is vastgesteld; g. bovengemeentelijk: de activiteiten vinden plaats in ten minste twee gemeenten; h. regionaal: de activiteiten vinden plaats in ten minste drie gemeenten; i. provinciaal: de activiteiten vinden plaats in ten minste zestien gemeenten. Artikel 1.2. Toepassingsbereik [Toelichting: Zie de toelichting bij artikel 2 van de verordening.

5 De bijdragen die OV-ondernemingen ontvangen voor het verrichten van personenvervoer zijn in de wet personenvervoer 2000 aangewezen als subsidie. Het is echter niet wenselijk dat daarop de regels uit dit uitvoeringsbesluit van toepassing zijn. De relatie tussen de provincie en de vervoersbedrijven is tailor made' en wordt beheerst door het bestek waarop door de concessiehouder en diens concurrenten is ingeschreven in een openbare aanbestedingsprocedure. Daarin liggen ook de regels vast voor de hoogte van de subsidie, bevoorschotting, de vaststelling etcetera.in het kader van het Investeringsbudget landelijk gebied (ILG) zijn de rijkssubsidieregelingen uit Programma Beheer, de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer en de Subsidieregeling Natuurbeheer, per 1 januari 2007 overgeheveld naar de provincie. De provincie heeft met het Rijk afspraken gemaakt over deze overdracht. Vanwege de aard en de complexiteit (o.a. op gebied van staatssteun, systematiek en uitvoeringsorganisatie) van deze subsidieregelingen heeft de provincie deze regelingen voor de komende twee jaar beleidsneutraal overgenomen. Dit betekent dat Provinciale Staten deze rijksregelingen, in afwijking van de systematiek van de verordening en dit uitvoeringsbesluit, zullen vaststellen in bijzondere subsidieverordeningen. Na deze twee (overgangs-)jaren zal worden bezien op welke wijze deze subsidieverordeningen kunnen worden ingepast in de provinciale subsidiestructuur. Tot dat moment zijn de regels uit dit uitvoeringsbesluit niet van toepassing op de subsidies voor (agrarisch) natuurbeheer. ] Dit besluit is van toepassing op alle door Gedeputeerde Staten te verstrekken subsidies met uitzondering van de subsidies voor de exploitatie van het openbaar vervoer en de Programma Beheer subsidies. Artikel 1.3. Subsidievormen [Toelichting: In het project Stroomlijning en sturing subsidierelaties is gedachtegoed ontwikkeld over de wijze waarop de provincie om wil gaan met organisaties waaraan zij subsidie verstrekt. Dit heeft geresulteerd in verschillende sturingsmodellen; te weten het stimuleringsmodel aan de ene kant en het (vergelijkend) prestatiemodel en het directief model aan de andere kant. Het directief model is een opschaling van het prestatiemodel. Dit betekent dat bij dat sturingsmodel niet alleen gestuurd wordt op prestaties maar ook op bedrijfsvoering en/of middelen.] 1. Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verstrekken als prestatiesubsidie of als stimuleringssubsidie. 2. Tenzij anders bepaald verstrekken Gedeputeerde Staten subsidie als prestatiesubsidie. Artikel 1.4. Subsidieplafond en wijze van behandelen van aanvragen [Toelichting: Artikel 5 van de verordening bepaalt dat Gedeputeerde Staten een subsidieplafond kunnen vaststellen en dat dit kan worden onderverdeeld in deelplafonds per subsidietijdvak of per onderdeel van provinciaal beleid. Genoemd artikel is de wettelijke grondslag als bedoeld in artikel 4:25 Awb. In de meeste gevallen zullen Gedeputeerde Staten voor de in dit uitvoeringsbesluit geregelde subsidies een subsidieplafond vaststellen dat een heel kalenderjaar geldt. Aanvragen kunnen dan ook, in afwijking van artikel 1.13., gedurende dat kalenderjaar worden ingediend. Dat is in de diverse paragrafen expliciet geregeld. Omdat de artikelen over het subsidieplafond, de indieningstermijn en de wijze van behandelen van aanvragen een drie-eenheid moeten vormen, vloeit uit deze keuze automatisch voort dat (volledige) aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst.] Indien Gedeputeerde Staten een subsidieplafond vaststellen, worden subsidieaanvragen behandeld in volgorde van ontvangst. Hierbij geldt dat wanneer de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld als datum van ontvangst van de aanvraag geldt. Artikel 1.5. Stapeling 1. Indien voor een activiteit subsidie kan worden verstrekt op grond van twee of meer paragrafen van dit uitvoeringsbesluit, dan kunnen Gedeputeerde Staten besluiten tot stapeling van de deelbijdragen. [Toelichting: Niet zelden worden provinciale bijdragen aan activiteiten van aanvragers gestapeld met subsidies van andere overheden. Stapeling kan ook bínnen de provincie, bijvoorbeeld omdat er overlap zit tussen onderdelen van provinciaal beleid. Kulturhusen zijn daarvan een goed voorbeeld. Op grond van het beleid voor vitaliteit kleine kernen kan daarvoor subsidie worden verleend. Leefbaarheid van het platteland is echter ook één van de doelstellingen in het reconstructiebeleid en ook in dat kader kan subsidie worden verleend voor de bouw van een kulturhus. Daarnaast kan stapeling zich voordoen als een activiteit bijdraagt aan meerdere provinciale beleidsdoelstellingen bijvoorbeeld als een waterschap een werk uitvoert dat bijdraagt aan de capaciteit voor waterberging en tegelijk natte natuur realiseert.] 2. Indien voor één van de deelbijdragen een maximum geldt omdat een bepaald aandeel in de financiering wordt verlangd van de aanvrager zelf of derden, dan kan de totale provinciale bijdrage niet hoger zijn dan dat maximum. [Toelichting: Dit lid heeft betrekking op stapeling uit regelingen waar dezelfde beleidsdoelstelling onder ligt of waarvan de doelstellingen min of meer in elkaars verlengde liggen. In de toelichting op het eerste lid worden kulturhusen genoemd als voorbeeld. Artikel bepaalt de maximale bijdrage voor kulturhusen op 50%. De reden daarvoor is dat we het belangrijk vinden dat ook de gemeente en andere derden bijdragen. Als de gestapelde bijdrage groter zou zijn dan 50% wordt dit beleidsuitgangspunt doorkruist. Daarnaast geldt een maximale bijdrage van ,--. Dat maximum heeft te maken met het beschikbare budget voor kulturhusen vanuit het programma Cultuur en maatschappelijke ontwikkeling. Dat bedraagt in 2006 circa ,--. Als er een aanvraag komt van een

6 gemeente waarin de bouw meer dan ,-- één miljoen euro kost zou je het hele budget in één keer kwijt kunnen zijn. Om ervoor te zorgen dat er uit dat budget meerdere kulturhusen kunnen worden ondersteund, is er een absoluut maximum opgenomen. Dit maximum laat echter onverlet dat uit andere budgetten wordt gestapeld boven het genoemde bedrag van ,--. Stapeling is dus mogelijk. Kortom, er kan een totale provinciale bijdrage worden verleend die hoger is dan ,-- zolang die niet groter is dan 50%. Eén van de budgetten waaruit kan worden gestapeld is het reconstructiebudget (mits het kulturhus past in het Uitvoeringsprogramma reconstructie). In de betreffende paragraaf is bepaald dat het maximum uit die regeling eveneens ,-- is. Daarmee komt de totale gestapelde bijdrage op maximaal 50% tot maximaal ,--.] 3. Het tweede lid is niet van toepassing als de activiteit bijdraagt aan meerdere provinciale beleidsdoelstellingen. In dat geval is stapeling van de provinciale bijdrage boven een gesteld maximum mogelijk voorzover een extra prestatie wordt geleverd om ook aan andere beleidsdoelen bij te dragen. [Toelichting: Waar het tweede lid betrekking heeft op stapeling uit regelingen waar dezelfde beleidsdoelstelling onder ligt, gaat het derde lid over stapeling uit regelingen met onderscheiden beleidsdoelstellingen. Stel dat een waterschap een werk wil uitvoeren dat bijdraagt aan de capaciteit voor waterberging (40% subsidiabel op grond van artikel 6.10) en tegelijk natte natuur realiseert (50% subsidiabel op grond van artikel 4.8., mits het past in de gebiedsuitwerking van het reconstructieplan). Om te bepalen of stapeling in dit geval mogelijk is en tot welk percentage zullen Gedeputeerde Staten bij de beoordeling van de aanvraag kijken naar de extra inspanning die moet worden geleverd gelet op de aanvullende doelstelling. Stel dat het project van het waterschap is begroot op ,--. Zou het waterschap zich alleen richten op waterberging dan zou het project kunnen worden uitgevoerd voor ,--. Dan kan 40% van ,-- uit de waterparagraaf worden gesubsidieerd. Stapeling uit het natuurbudget is mogelijk maar niet meer dan 50% van ,--. De totale bijdrage is derhalve ,--. Bij een theatervoorstelling waarin diverse minderheden meedoen en die (dus) zou kunnen worden gesubsidieerd vanuit cultuur en/of vanuit minderheden betekent de betrokkenheid van allochtonen in de meeste gevallen geen extra inspanning of kosten. In dat geval moet worden gekozen voor één van de regelingen en is stapeling geen optie.] 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing bij cofinanciering uit de Europese structuurfondsen. [Toelichting: Voor bijdragen uit de Europese structuurfondsen is een voorwaarde dat er cofinanciering komt uit de lidstaat. Het is niet gewenst dat de normale regels daarop van toepassing zijn. Met de Europese bijdrage komt het totaal dikwijls boven het maximum in een provinciale regeling uit. In sommige gevallen is in dit uitvoeringsbesluit overigens een bijzondere regeling opgenomen voor stapeling met Europees geld. Voor kulturhusen geldt bijvoorbeeld in de regel dat de provincie maximaal 50% bijdraagt maar inclusief Europese middelen bedraagt de subsidie maximaal 75%.] 5. Voorzover de voorschriften die gelden ten aanzien van de deelbijdragen van elkaar verschillen bepalen Gedeputeerde Staten bij subsidieverlening welke voorschriften van toepassing zijn. [Toelichting: De voorschriften met betrekking tot bevoorschotting, verantwoording, enz. zijn niet bij alle subsidies hetzelfde. Om te voorkomen dat een aanvrager met verschillende regimes wordt geconfronteerd hetgeen tot extra inspanningen en kosten zou leiden dienen Gedeputeerde Staten in de beschikking tot subsidieverlening te vermelden welke voorschriften van toepassing zijn. Daarbij kan derhalve worden afgeweken van de regels die normaal gelden voor de verschillende deelbijdragen. Overigens speelt naast het belang van de aanvrager ook het gelijkheidsbeginsel een rol bij de toepassing van dit artikel. Als een aanvrager aanzienlijke voordelen geniet in vergelijking met een aanvrager die geen gestapelde bijdrage ontvangt, dan zal terughoudend worden omgegaan met het afwijken van de normale voorschriften. ] Artikel 1.6. Subsidiabele kosten 1. Subsidiabele Kosten zijn de voor de activiteiten of het project noodzakelijke kosten, die aantoonbaar rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de door de aanvrager te leveren prestatie. [Toelichting: Dit artikellid is de logische kapstok om in de subsidiegrondslag alleen redelijke kosten mee te nemen. Uiteraard gaat het ons er in eerste instantie om dat de afgesproken prestatie wordt geleverd door de subsidieontvanger, maar gemeenschapsgeld is niet bedoeld om standaard organisatiekosten mee te betalen. Voorbeelden van kosten die over het algemeen niet rechtstreeks zijn toe te rekenen aan een prestatie zijn: a. interne kosten; b. personele kosten; c. verrekenbare heffingen, belastingen of lasten; d. rente-, bank-, financierings- en gerechtskosten, geldboetes en sanctiekosten; e. afschrijvingskosten; f. dat deel van de kosten dat niet noodzakelijk is voor de realisatie van de activiteit.] 2. De kosten van activiteiten zijn niet subsidiabel voorzover deze door de aanvrager van een subsidie kunnen worden teruggevorderd op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds, de Wet op de omzetbelasting 1968, of op grond van enige andere voorziening. [Toelichting: De Wet op het BTW-compensatiefonds stelt overheden in staat om in rekening gebrachte BTW voor een groot deel te compenseren. In relatie daarmee is op de algemene uitkeringen gekort. De bedoeling is dat deze korting door de ontvangsten uit het BTW-compensatiefonds gecompenseerd worden. De vraag of overheden taken in eigen beheer uitvoeren of uitbesteden wordt dan niet meer beïnvloed door de kosten van BTW. Ook gemeenten die van de provincie subsidie ontvangen kunnen een beroep doen op het BTW-compensatiefonds, maar ook andere organisaties, indien zij op gelijke voet als de overheid opereren. Het is uiteraard niet de bedoeling dat terugvorderbare bedragen ook nog eens gesubsidieerd worden. Om dat duidelijk te markeren is deze bepaling opgenomen, waarin dat gedeelte niet-subsidiabel verklaard wordt. De bepaling is algemeen geredigeerd, zodat alle potentiële terugvorderbare BTW eronder valt. Met de bepaling wordt de

7 verantwoordelijkheid voor het daadwerkelijk terugvorderen bij de subsidieontvanger gelegd. Er is geen sprake van een (verkapte) vermindering van subsidies. Ook onder werking van de Algemene subsidieverordening Overijssel 1997 was verrekenbare BTW niet subsidiabel.] Artikel 1.7. Subsidieverplichtingen [Toelichting: In afdeling Awb staan bepalingen over verplichtingen van de subsidieontvanger. De categorieën van verplichtingen genoemd in artikel 4:37, eerste lid Awb, kunnen Gedeputeerde Staten in ieder geval verbinden aan de subsidieverlening. Deze standaardverplichtingen behoeven in verband met het voorkomen van herhaalde normstelling geen herhaling in dit uitvoeringsbesluit. Daarnaast kunnen ook andere verplichtingen aan subsidieontvangers worden opgelegd. Het betreft andere doelgebonden verplichtingen (artikel 4:38 Awb) en oneigenlijke verplichtingen (artikel 4:39 Awb). Voor beide geldt dat als de subsidie berust op een wettelijke grondslag die verplichtingen ook op een wettelijke grondslag moeten berusten. De in artikel 1.6 opgenomen verplichting is aan te merken als een oneigenlijke verplichting. Vanuit Europese regelgeving geldt voor subsidieontvangers eveneens de soortgelijke verplichting om bij projecten die met subsidie vanuit Europa mogelijk worden gemaakt hiervan ter plaatse van het project melding te maken.] Gedeputeerde Staten kunnen de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot de wijze waarop bij de uitvoering van gesubsidieerde activiteiten bekend wordt gemaakt dat de provincie Overijssel daarvoor subsidie heeft verstrekt. Paragraaf 2. Stimuleringssubsidie [Toelichting: Met het verstrekken van een stimuleringssubsidie wordt tot uitdrukking gebracht dat Gedeputeerde Staten wensen bij te dragen aan het bestaan van een organisatie (de aanwezigheid). De (statutair bepaalde) doelstelling van een organisatie wordt van belang geacht. Er worden geen prestaties gevraagd en vooraf geen criteria gesteld. Ook wordt geen verantwoording achteraf gevraagd. Het is de meest elementaire vorm van subsidieverstrekking. De administratieve lasten zijn beperkt. De subsidiebeschikking stelt het bedrag van de subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde subsidiebedrag. De termijn waarbinnen op een aanvraag moet worden beslist, sluit aan bij de redelijke termijn als bedoeld in artikel 4:13 Awb. Omdat het om publieke middelen gaat, hebben Gedeputeerde Staten vastgesteld dat het niet gewenst is grote bedragen via stimuleringssubsidie en daarmee zonder verantwoording achteraf weg te zetten. Gedeputeerde Staten achten een bedrag van ,-- alleszins redelijk als bovengrens voor stimuleringssubsidie. Dit is vastgelegd in artikel Van belang is artikel 4:43 Awb dat een aantal artikelen van die Awb van toepassing verklaart op de beschikking tot subsidievaststelling in de situatie dat daaraan voorafgaand geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven (het betreft de artikelen 4:32, 4:35, tweede lid, 4:38 en 4:39 Awb). ] Artikel 1.8. Hoogte stimuleringssubsidie De subsidie bedraagt ten hoogste ,--. Artikel 1.9. Indieningstermijn aanvraag om stimuleringssubsidie Een aanvraag om stimuleringssubsidie kan gedurende het gehele jaar worden ingediend. Artikel Gegevens en bescheiden bij aanvraag stimuleringssubsidie De aanvrager van een stimuleringssubsidie overlegt bij de aanvraag in ieder geval: a. de statuten in het geval de aanvrager een rechtspersoon is, voorzover deze niet al eerder zijn overgelegd; b. een werkplan met of een verslag van de activiteiten die de aanvrager gebruikelijk uitvoert om haar doel te bereiken. Artikel Beslistermijn vaststelling stimuleringssubsidie Gedeputeerde Staten beslissen omtrent subsidievaststelling binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

8 Paragraaf 3. Prestatiesubsidie Artikel Prestatiesubsidie [Toelichting: Prestatiesubsidie kan worden verstrekt voor de looptijd van activiteiten of voor één of meer boekjaren, waarbij een boekjaar gelijk staat aan een kalenderjaar. Deze bepaling is een uitwerking van de artikelen 4:32 en 4:67 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hieruit volgt dat meerjarige subsidies kunnen worden verstrekt. Wordt een meerjarige subsidie verstrekt dan moet gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid die artikel 4:34 Awb biedt om bij de subsidieverlening een begrotingsvoorbehoud te maken. Dit is de oplossing voor het probleem dat het bij meerjarige subsidies onvermijdelijk is om subsidies te verlenen ten laste van een nog niet vastgestelde of goedgekeurde begroting. Door een begrotingsvoorbehoud te maken, kunnen Gedeputeerde Staten op de subsidieverlening terugkomen. Een begrotingsvoorbehoud is een aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden opschortende of ontbindende voorwaarde. De keuze voor de soort voorwaarde is afhankelijk van de vraag of al voor de vaststelling of goedkeuring van de begroting voorschotten moeten worden uitbetaald. Is dat het geval dan moet gekozen worden voor de vorm van de ontbindende voorwaarde. Willen Gedeputeerde Staten het begrotingsvoorbehoud inroepen en daadwerkelijk terugkomen op de subsidieverlening dan moet dat binnen de in de Awb genoemde termijn expliciet gebeuren. De leden 4 en 5 van artikel 4:34 Awb geven aan op welke wijze dat moet gebeuren. Als een subsidie wordt verstrekt voor een periode van drie jaar of langer voor steeds min of meer dezelfde activiteiten is het van belang te weten dat de subsidie dan niet zonder meer kan worden beëindigd (artikel 4:51 Awb). ] Prestatiesubsidie kan worden verstrekt voor de looptijd van activiteiten of voor één of meer boekjaren. Subparagraaf 3.1. Niet per boekjaar te verstrekken prestatiesubsidies [Toelichting: Met het verstrekken van subsidie via het prestatiemodel wordt de gedachtegang uit het Onderhandelingsakkoord en de statenmotie van juni 2004 (ingediend bij de Perspectievennota 2005) tot uitdrukking gebracht. Met maatschappelijke organisaties en instellingen willen wij outputgerichte prestatieafspraken maken, die volstrekt recht doen aan ieders verantwoordelijkheid en het maatschappelijke resultaat dat wij willen bereiken. Subsidieverstrekking wordt gestuurd op rendement. Daarbij hoort per definitie verantwoording achteraf. Uitgangspunt daarbij is dat de verantwoording zich richt op de geleverde prestaties en activiteiten en de manier waarop die aansluiten bij het provinciaal beleid. Dat kan ook, omdat vooraf (bij subsidieverlening) afspraken tussen subsidieontvanger en provincie zijn gemaakt over wat en waaraan de subsidieontvanger bij gaat dragen en wat zij daarvoor gaat doen. Daarbij wordt tevens bepaald waarover en hoe en wat de mate van verantwoording nadien moet zijn. De uitwerking van het prestatiemodel biedt ruimte om flexibel en naar instelling gedifferentieerd om te kunnen gaan met het concretiseren van prestaties en daarmee met de verantwoording achteraf.] Artikel Indieningstermijn aanvraag tot verlening prestatiesubsidie Een aanvraag om prestatiesubsidie wordt ingediend dertien weken voorafgaande aan het subsidietijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft. Artikel Gegevens en bescheiden bij aanvraag tot verlening prestatiesubsidie 1. De aanvrager van een prestatiesubsidie overlegt bij de aanvraag in ieder geval: [Toelichting: In dit artikellid wordt de aanzet gegeven voor het opschalen van prestatiesubsidie naar een prestatiesubsidie met directieve elementen, waarbij in grotere mate wordt gestuurd op bedrijfsvoering en/of middelen. Vaak zijn de statuten en het prestatieplan voldoende om een aanvraag te kunnen beoordelen. Het kan echter ook voorkomen dat voor bepaalde subsidies ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag aanvullende documenten worden gevraagd. In de hoofdstukken 2 t/m 7 van dit uitvoeringsbesluit zal dan ten aanzien van diverse subsidies verdergaande opschaling plaatsvinden. Vanuit het gedachtegoed van het project Stroomlijning en sturing subsidierelaties zijn overwegingen om hiertoe over te gaan het financiële en juridische risico voor de provincie, de kenmerken en eigenschappen van de subsidieontvanger, contextvariabelen waaronder de maatschappelijke aandacht en het op doelgerichte en doelmatige wijze inzetten van de middelen door de provincie.] a. de statuten voorzover deze niet al eerder zijn overgelegd, tenzij de aanvrager een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon is; b. een plan van de te leveren (deel)prestaties waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee na te streven effecten die bijdragen aan het realiseren van de provinciale beleidsdoelstellingen, alsmede de hoogte van de gevraagde subsidie en de onderbouwing daarvan; c. een begroting voorzover het bedrag van de subsidie afhankelijk is van de kosten van de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd.

9 2. De aanvrager maakt op verzoek bij de aanvraag melding van subsidies of andere vormen van staatssteun die de subsidieontvanger, alsmede het eventuele moederconcern en/of dochters van de onderneming of het eventuele moederconcern hebben ontvangen in de drie jaren voorafgaand aan de subsidieaanvraag. Tevens wordt melding gemaakt van eventuele andere aanvragen die in behandeling zijn op het moment van de aanvraag voor subsidie op grond van dit uitvoeringsbesluit. [Toelichting: Indien de vrijstelling voor de minimis -steun (steun aan een onderneming die een waarde van ,-- in drie jaar niet overstijgt hoeft niet te worden gemeld bij de commissie) niet van toepassing is, zal het concrete subsidiebesluit aan de Europese Commissie moeten worden voorgelegd. In artikel 5, tweede lid van de verordening is geregeld dat onze provinciale regels wijken voor de kaderregelingen of richtsnoeren van de commissie, zodat wordt voorkomen dat een situatie ontstaat waarin de samenloop van EG-regels en provinciale regels ertoe leidt dat helemaal geen subsidie kan worden verleend. Aangezien het de minimis -bedrag per onderneming geldt, kan zonder medewerking van de aanvrager niet worden vastgesteld of sprake is van de minimis -steun. In het tweede lid is daarom bepaald dat op de aanvrager de verplichting rust melding te maken van eerdere subsidies of andere steunmaatregelen. Gedeputeerde Staten zullen de aanvragers hierbij hulp bieden in de vorm van een modelverklaring bij het aanvraagformulier. Met deze verklaring wordt ook zeker gesteld dat de subsidie achteraf kan worden gewijzigd, indien na de subsidieverlening blijkt dat de vrijstelling voor de minimis -steun (toch) niet van toepassing was. Zie de artikelen 4:48, eerste lid, onder c en 4:49, eerste lid, onder b Awb.] Artikel Subsidieverplichtingen [Toelichting: De situatie kan zich voordoen dat wij subsidie willen verlenen, waarbij wij alleen op prestaties willen sturen en de subsidieontvanger die prestaties naar genoegen realiseert. In dit artikel wordt geregeld dat wij de subsidieontvanger kunnen verplichten een positief exploitatieresultaat uit te geven binnen dezelfde doelstelling als waarvoor subsidie wordt verstrekt.] Indien het bedrag van de subsidie niet afhankelijk is van de kosten van de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, kunnen Gedeputeerde Staten bij subsidieverlening bepalen dat de subsidieontvanger een eventueel positief exploitatieresultaat besteedt in het verlengde van het doel waarvoor de subsidie wordt verleend. Artikel Beslistermijn verlening prestatiesubsidie [Toelichting: In dit artikel staat het uitgangspunt vermeld dat de beslistermijn van dertien weken begint op het moment van ontvangst van een aanvraag. Voor een niet-volledige aanvraag geldt artikel 4:5 Awb. Op grond van dat artikel kunnen Gedeputeerde Staten de aanvrager een termijn geven waarbinnen hij zijn aanvraag alsnog kan aanvullen. Doet hij dat niet, dan kan de aanvraag na die termijn buiten behandeling worden gelaten. Worden de ontbrekende gegevens wel tijdig ingezonden, dan volgt behandeling van de aanvraag volgens de normale procedure. Gedurende de termijn dat de aanvrager in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, wordt de beslistermijn opgeschort (artikel 4:15 Awb). In dit algemene deel van het uitvoeringsbesluit zijn geen weigeringsgronden opgenomen. Artikel 4:35 Awb bevat een aantal niet-limitatieve algemeen geldende gronden om subsidieverlening te weigeren. Deze kunnen in de hoofdstukken 2 t/m 7 worden aangevuld met specifieke op de betreffende subsidie betrekking hebbende weigeringsgronden. Artikel 4:36 Awb maakt het sluiten van een uitvoeringsovereenkomst (eerste lid) of afdwingovereenkomst (tweede lid) mogelijk. De afdwingovereenkomst verschaft Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om in rechte nakoming te vorderen van het verrichten van de gesubsidieerde activiteit c.q. prestatie. Het geeft zekerheid over het daadwerkelijk verrichten van de activiteit/prestatie door de subsidieontvanger. Op grond van artikel 4:33, aanhef en onder a Awb, mag in de beschikking tot subsidieverlening als voorwaarde worden opgenomen dat de subsidieontvanger verplicht is mee te werken aan het sluiten van een uitvoerings- of afdwingovereenkomst. ] Gedeputeerde Staten beslissen omtrent subsidieverlening binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag om prestatiesubsidie, tenzij een uiterste termijn voor de indiening van de aanvraag geldt. De termijn van dertien weken begint in dat geval op de dag, nadat die uiterste termijn is verstreken. Artikel Voorschotverlening [Toelichting: De betaling van het subsidiebedrag en de verleende voorschotten en de terugvordering daarvan zijn geregeld in afdeling Awb. De bevoegdheid tot voorschotverlening, waarmee vooruit wordt gelopen op de betaling van het subsidiebedrag zelf, moet een wettelijke grondslag hebben. Hiertoe strekt artikel Het maximale percentage van 90% dat tot nu toe werd gehanteerd, is verlaagd naar 80% om subsidieontvangers meer te prikkelen tijdig een aanvraag om subsidievaststelling in te dienen.] Gedeputeerde Staten kunnen de subsidieontvanger voorschotten verlenen tot maximaal 80% van het verleende subsidiebedrag.

10 Artikel Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling prestatiesubsidie De subsidieontvanger dient binnen vier maanden na afloop van de activiteiten of het subsidietijdvak waarvoor subsidie is verleend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Artikel Gegevens en bescheiden bij aanvraag tot vaststelling prestatiesubsidie [Toelichting: De in dit artikel genoemde documenten zijn de verantwoordingsvarianten van de documenten genoemd in artikel 1.13., eerste lid. Als onderbouwing van het financiële verslag kunnen deugdelijke kopieën van facturen, bankafschriften, kwitanties en overige betalingsbewijzen gelden.] 1. De aanvrager van een prestatiesubsidie overlegt bij de aanvraag een verslag van de geleverde (deel)prestaties en op verzoek de kosten daarvan. 2. Indien de werkelijke kosten van de activiteiten van belang zijn voor het bepalen van het subsidiebedrag overlegt de aanvrager tevens een financieel verslag of de jaarrekening als bedoeld in artikel 2:361 van het Burgerlijk Wetboek, mits daaruit de financiële status blijkt van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend. Artikel 1.19a. Verantwoordingssystematiek specifieke uitkeringen (sisa) [Toelichting: De kern van Sisa is dat de provincie Overijssel bij het doorgeven van specifieke uitkeringen via bijvoorbeeld subsidies naar informatie vraagt die zoveel mogelijk aansluit bij de informatiebehoefte en verantwoordingsmomenten van de gemeente. Dat betekent dat de provincie in principe voldoende heeft aan een jaarverslag en de jaarrekening van de subsidieontvangende gemeente. Deze jaarstukken moeten met een bijlage, waarin de verantwoordingsinformatie staat opgenomen, ieder jaar volgend op het jaar waarover verantwoording wordt afgelegd, uiterlijk 15 juli via het CBS bij de provincie worden aangeleverd. Dit houdt in dat: De provincie Overijssel gebruik maakt van de reguliere jaarstukken van de gemeente: het jaarverslag en de jaarrekening die een accountant heeft voorzien van een rechtmatigheidsoordeel. Van de voor de specifieke uitkering door de accountant gecontroleerde apart voorgeschreven verantwoording wordt afgezien. In plaats daarvan wordt de noodzakelijke met name financiële beleidsinformatie per specifieke uitkering opgenomen in een bijlage bij de (reguliere) jaarrekening en tijdens de jaarrekening controle door de accountant gecontroleerd. Met uitzondering van de onder punt b) genoemde financiële verantwoordingsplicht blijven de voorwaarden die in de beschikking of overeenkomst hebben gestaan van kracht. Wat betreft het verantwoordingsmoment wordt aangesloten bij de procedure die voor de reguliere jaarstukken geldt: uiterlijk 15 juli van het jaar volgend op het jaar of tijdvak waar over verantwoording moet worden afgelegd aan de provincie worden de stukken via het CBS bij de provincie aangeleverd. Na ontvangst van de verantwoordingsinformatie kan de provincie Overijssel de regeling financieel vaststellen. Hierbij kan worden vertrouwd op de van de gemeente ontvangen gecertificeerde jaarstukken, welke zijn getoetst aan de afgesproken controles. Daarbij wordt ook het rapport van de bevindingen van de accountant en in het bijzonder de hierin opgenomen tabel met fouten en onzekerheden bij de vaststelling van de specifieke uitkering betrokken. Op basis van de verkregen verantwoordingsinformatie vindt vervolgens de inhoudelijke toets bij de provincie plaats. Dit kan leiden tot nadere vragen of maatregelen vanuit de provincie. ] 1. In afwijking van artikel 1.19 dienen gemeenten de regelingen die worden genoemd in de 'Kruisjeslijst ontvangende medeoverheden' jaarlijks te verantwoorden volgens het Sisa-principe. [Toelichting: De kruisjeslijst ontvangende medeoverheden (kruisjeslijst sisa) en het format worden jaarlijks aangepast en gepubliceerd op de website van het ministerie van BZK. Voor 2008 vallen de volgende regelingen onder de verantwoordingssystematiek van de sisa mede-overheden: 1. Actieplan cultuurbereik; 2. Geldstroom beeldende Kunst en Vormgeving (GBKV); 3. Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing (ISV2 ); 4. Externe Veiligheid; 5. Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU); 6. Besluit Lokatiegebonden subsidies; 7. Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL/RSL Overijssel); 8. Bodemsanering. De Sisa systematiek wordt voor bovenstaande regelingen toegepast op alle openstaande beschikkingen en/of tweezijdige rechtshandelingen waaruit informatieverplichtingen voortvloeien. Uitzondering hierop vormen: De regeling bodemsanering, daar wordt deze systematiek toegepast voor alle na 1 januari 2008 aangegane overeenkomsten; Verzoeken tot vaststelling voorzien van een accountantsverklaring die in het jaar 2008 bij de provincie zijn ingediend. U behoeft zich slechts eenmalig te verantwoorden. ] 2. Bij afronding van een project geldt de Sisa-verantwoording tevens als aanvraag tot vaststelling van de subsidie. [Toelichting: In de Invulwijzer sisa medeoverheden Overijssel is per regeling aangegeven hoe het verzoek tot vaststelling dient te worden gedaan.]

11 Artikel Accountantsverklaring 1. Indien artikel 1.19, tweede lid, van toepassing is én de verleende subsidie ,-- of meer bedraagt overlegt de aanvrager bij de aanvraag tevens een accountantsverklaring ten aanzien van het financiële verslag of de jaarrekening, [Toelichting: Dit artikel verplicht de subsidieontvanger in bepaalde gevallen tot het laten verrichten van een accountantscontrole. Voor publiekrechtelijke rechtspersonen wordt een uitzondering gemaakt voor het overleggen van een accountantsverklaring in verband met het verplichte accountantsonderzoek op basis van de Provincie- of Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten.] 2. Het eerste lid is niet van toepassing op publiekrechtelijke rechtspersonen. 3. De accountantsverklaring betreft een schriftelijke verklaring omtrent de getrouwheid van het financiële verslag c.q. de jaarrekening. [Toelichting: De verklaring omtrent de getrouwheid van het financiële verslag c.q. de jaarrekening behelst de uitslag van het onderzoek of het financiële verslag c.q. de jaarrekening voldoet aan de bij of krachtens de wet gestelde verplichtingen en of het prestatieverslag, voorzover hij dat kan beoordelen, daarmee verenigbaar is.] 4. Bij subsidieverlening kunnen Gedeputeerde Staten, overeenkomstig artikel 4:79 Awb, bepalen dat de aanvrager, die geen publiekrechtelijke rechtspersoon is, bij de aanvraag tevens een accountantsverklaring overlegt over de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen. [Toelichting: Dit lid maakt het mogelijk om bij subsidieverlening aan de accountant van de subsidieontvanger tevens de taak te geven controle uit te oefenen op de naleving van de subsidieverplichtingen. Wordt dit toegepast dan zal daarbij een aanwijzing moeten worden gegeven over de reikwijdte en de intensiteit van de accountantscontrole. Omdat accountants werken conform de richtlijnen voor de accountantscontrole sluiten wij voor het voorschrijven van het soort onderzoek daarbij aan. De richtlijnen onderscheiden de beoordelingsopdracht (over de betrouwbaarheid van stukken) en de controleopdracht (over de getrouwheid van stukken).] Artikel Lagere vaststelling [Toelichting: In een situatie dat binnen een prestatiesubsidie de kosten een rol spelen bij de hoogte van de subsidie, is het niet gewenst dat de subsidieontvanger winst' maakt op een activiteit. Artikel 4:46 Awb bepaalt daarom onder meer dat subsidie lager kan worden vastgesteld als de activiteiten niet of niet geheel hebben plaatsgevonden. In aanvulling daarop bepaalt artikel dat subsidie ten opzichte van de subsidieverlening lager vastgesteld wordt als de gesubsidieerde activiteiten meer opbrengen of minder kosten dan van te voren begroot. De subsidieontvanger zou anders immers gemeenschapsgeld overhouden ( ongerechtvaardigde verrijking'). Aan de andere kant is het niet zo dat wij het subsidiebedrag verhogen als de gesubsidieerde activiteiten minder opbrengen of meer kosten dan van te voren begroot. Dit risico is voor rekening van de subsidieontvanger. Als de werkelijke kosten van activiteiten bepalend zijn voor de hoogte van de subsidie, dan worden op grond van artikel 4:46, derde lid Awb, overigens ook kosten die redelijkerwijze als niet noodzakelijk kunnen worden beschouwd, niet in aanmerking genomen. Dat betekent dat ook bij verlening de aanvraag moet worden gecorrigeerd' voor kosten die bij vaststelling als redelijkerwijs niet noodzakelijk zullen worden beschouwd. De oude subsidieregelingen kenden een aantal bepalingen waarin situaties werden geschetst waarin sprake is van redelijkerwijs niet noodzakelijke kosten (artikelen 18 en 19 van de Algemene subsidieverordening 1997). Die situaties zullen wij in ieder geval blijven hanteren bij het beoordelen van de aanvraag tot vaststelling. Het gaat dan om: lasten die ten laste van de exploitatierekening zijn gebracht waarvoor op de begroting van de subsidieontvanger voor dat jaar geen post is opgenomen, of lasten zonder noodzaak tot een onevenredig hoog bedrag die ten laste van de exploitatierekening zijn gebracht, of lasten die in de exploitatierekening zijn opgenomen met het kennelijke doel van kapitaal- of reservevorming. ] Voorzover het exploitatieresultaat bepalend is voor het bedrag van de subsidie en de activiteiten meer opbrengsten genereren danwel de kosten daarvan lager zijn dan begroot, wordt de subsidie naar rato lager vastgesteld. Artikel Beslistermijn vaststelling prestatiesubsidie Gedeputeerde Staten beslissen omtrent vaststelling van de prestatiesubsidie binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

12 Subparagraaf 3.2. Per boekjaar te verstrekken prestatiesubsidies aan rechtspersonen Artikel Toepasselijkheid andere bepalingen 1. Afdeling Awb is van toepassing op door Gedeputeerde Staten per boekjaar te verstrekken prestatiesubsidies aan rechtspersonen, waarbij in de wetstekst voor de begrippen activiteiten en activiteitenplan prestaties respectievelijk prestatieplan moet worden gelezen. [Toelichting: Dit artikel regelt dat de artikelen 4:60 t/m 4:80 Awb van toepassing zijn op per boekjaar te verstrekken prestatiesubsidies aan rechtspersonen. Deze artikelen zijn een uitwerking van en een aanvulling op de andere bepalingen van de subsidietitel. Steeds zijn naast afdeling Awb ook die andere bepalingen van toepassing. Het gros van de bepalingen van afdeling Awb geeft Gedeputeerde Staten rechtstreeks bepaalde bevoegdheden en legt subsidieontvangers rechtstreeks bepaalde verplichtingen op. Enkele bepalingen gelden echter pas als dat uitdrukkelijk in een wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening is bepaald. Het betreft de artikelen: 4:64, derde lid (vrijstelling/ontheffing accountantsverklaring bij aanvraag); 4:68 (definitie boekjaar); 4:71 (rechtshandelingen waarvoor voorafgaande toestemming van Gedeputeerde Staten 4:72 (egalisatiereserve); 4:77 (inhoud financieel verslag als subsidieontvanger in overwegende mate zijn inkomsten ontleent aan de subsidie); 4:78, vijfde lid (vrijstelling/ontheffing accountantscontrole); 4:79, eerste en tweede lid (uitbreiding accountantscontrole tot naleving subsidieverplichtingen) Awb. In de volgende twee artikelen worden de artikelen 4:72 en 4:79, eerste en tweede lid Awb, uitgewerkt. De overige onderwerpen kunnen indien gewenst in de hoofdstukken 2 t/m 7 of in een beschikking tot subsidieverlening worden uitgewerkt.] 2. De artikelen 1.16, 1.19a en 1.22 van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing. [Toelichting: Omdat in afdeling Awb niets wordt geregeld ten aanzien van de beslistermijnen op aanvragen om subsidieverlening en -vaststelling, wordt aangesloten bij de bepalingen in dit besluit voor niet per boekjaar te verstrekken prestatiesubsidies.] Artikel Egalisatiereserve [Toelichting: Een egalisatiereserve werkt als buffer, waarmee tekorten in het ene jaar kunnen worden opgevangen met overschotten in het andere jaar, zodat een doelmatige besteding en beheer van subsidiegelden kan worden bereikt. Gelet op artikel 4:72, tweede lid van de wet, komt het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend ten gunste onderscheidenlijk ten laste van de egalisatiereserve. Tot de werkelijke kosten worden niet gerekend niet-toegestane reserveringen en dotaties aan voorzieningen. Bij de vaststelling van de egalisatiereserve worden, naast de subsidie-inkomsten, ook alle inkomsten betrokken die mede ten doel hebben bij te dragen aan het realiseren van de prestatieafspraken met Gedeputeerde Staten. Te denken valt onder meer aan eigen bijdragen van afnemers van producten, incidentele en structurele subsidies van derden en sponsorbijdragen. Inkomsten van derden ten behoeve van niet-gesubsidieerde activiteiten worden buiten beschouwing gelaten. In de Algemene subsidieverordening Overijssel 1997 was gelet op artikel 4:71, eerste lid, onder g Awb, opgenomen dat de subsidieontvanger toestemming nodig heeft van Gedeputeerde Staten voor het vormen van andere reserves en voorzieningen dan een egalisatiereserve. In de subsidiepraktijk werd zo'n verzoek om toestemming echter vrijwel nooit gedaan, terwijl er wel reserves en voorzieningen werden aangelegd. Omdat het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving regels geven voor het hanteren van reserves en voorzieningen, waaraan subsidieontvangers toch al moeten voldoen, is de toestemmingsverplichting niet in dit uitvoeringsbesluit opgenomen. ] 1. Tenzij Gedeputeerde Staten bij subsidieverlening anders bepalen, vormt de subsidieontvanger een egalisatiereserve overeenkomstig artikel 4:72 Awb. 2. Per 31 december van enig subsidietijdvak mag de stand van de egalisatiereserve niet meer bedragen dan tien procent van de in het betreffende tijdvak verleende subsidie en de daarmee samenhangende inkomsten. 3. Het bedrag waarmee de egalisatiereserve wordt overschreden, wordt in mindering gebracht op de vast te stellen subsidie over het in het tweede lid bedoelde subsidietijdvak. Artikel Uitbreiding accountantscontrole [Toelichting: Zie toelichting op artikel 1.20., vierde lid.] Bij subsidieverlening kunnen Gedeputeerde Staten bepalen dat de aanvrager, die geen publiekrechtelijke rechtspersoon is, bij de aanvraag tot subsidievaststelling tevens een accountantsverklaring overlegt over de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen. Artikel 4:79 Awb is van toepassing.

13 Artikel Voorschotverlening 1. Gedeputeerde Staten kunnen de subsidieontvanger voorschotten verlenen tot maximaal 100% van het verleende subsidiebedrag. 2. De voorschotten worden per midden van de maand beschikbaar gesteld. Subparagraaf 3.3. Vergelijkingsprocedure [Toelichting: De vergelijkingspocedure is van toepassing op het op basis van vergelijking verstrekken van subsidie aan één of meer subsidieontvanger voor het gedurende een subsidietijdvak uitvoeren van dezelfde of in hoofdzaak dezelfde prestaties die bijdragen aan één of meer doelen van provinciaal beleid. Een transparant en vergelijkingsgerichte subsidieprocedure strekt ertoe dat een breder scala van potentiële subsidieaanvragers wordt aangetrokken en dat economisch-voordelige prestaties aan provinciale doelen bijdragen. Gedeputeerde Staten staan hiermee een zo efficiënt mogelijk gebruik van provinciale gelden voor. Deze procedure beoogt een vereenvoudigde evenknie te zijn van de welbekende (europese) aanbestedingsprocedure. Het voordeel van deze analogie is dat er bij het volgen van de vergelijkingsprocedure sprake zal zijn van marktconformiteit, waardoor staatssteun niet aan de orde zal zijn. Bij het plaatsen van uitvragen zullen Gedeputeerde Staten de door het Europese Hof van Justitie ontwikkelde basisnormen voor het plaatsen van overheidsopdrachten analoog toepassen. Dit betekent dat Gedeputeerde Staten zich verplichten tot transparantie, non-discriminatie en gelijke behandeling en evenredigheid. ] Artikel Toepasselijkheid Deze subparagraaf is van toepassing indien dat in dit uitvoeringsbesluit of bij besluit van Gedeputeerde Staten is bepaald. Artikel Uitvraag 1. Gedeputeerde Staten stellen ten behoeve van de vergelijkingsprocedure een uitvraag vast. 2. Een uitvraag bestaat uit een programma van eisen en een beoordelingsprocedure. Artikel Kennisgeving [Toelichting: De transparantieverplichting houdt in dat een passende mate van openbaarheid wordt gegarandeerd aan elke potentiële aanvrager om subsidie. Potentiële subsidieaanvragers moeten toegang kunnen hebben tot alle relevante informatie over een uitvraag om desgewenst belangstelling te kunnen tonen. Daarom zal voor iedere uitvraag onderzocht moeten worden welk medium het meest geschikt is voor de bekendmaking van die betreffende uitvraag. Hierbij zullen gedeputeerde Staten zich laten leiden door de omvang van het belang van de uitvraag voor de samenleving. Hoe groter dat belang, hoe meer ruchtbaarheid aan de uitvraag gegeven zal worden. Passende en algemeen gebruikte media zijn bijvoorbeeld internet, het Provinciaal Blad en regionale kranten. De inhoud van de kennisgeving moet voldoende transparant zijn en mag dus beperkt blijven tot een korte beschrijving van de essentiële gegevens van de uitvraag en de beoordelingsprocedure. Dit kan zo nodig worden aangevuld met informatie die beschikbaar is via internet en/of opvraagbaar is bij de provincie. Van belang is dat de kennisgeving en eventuele aanvullende documentatie die informatie zullen bevatten die organisaties en instellingen redelijkerwijs nodig hebben om te beslissen of zij een subsidieaanvraag zullen indienen. ] Gedeputeerde Staten geven op geschikte wijze kennis aan de uitvraag. Artikel Programma van eisen Het programma van eisen bevat in elk geval: a. een beschrijving van de provinciale doelstellingen; b. een beschrijving van de te leveren prestaties; c. de eisen waaraan de aanvrager moet voldoen; [Toelichting: Met het opnemen van selectiecriteria kan op voorhand het aantal instellingen en organisaties worden beperkt, die mogelijk zullen reageren op de uitvraag. Gedacht kan worden aan objectieve criteria als bijvoorbeeld ervaring in de desbetreffende sector, omvang en infrastructuur van de organsisatie, technische en professionele vaardigheden. Een andere mogelijkheid is het opstellen van een lijst van gekwalificeerde organisaties en instellingen voor bijvoorbeeld een specifiek onderdeel van provinciaal beleid. Gedeputeerde Staten kunnen vervolgens uit deze lijst specifieke organisaties en instellingen selecteren en uitnodigen te reageren op een bepaalde uitvraag.] d. de criteria waaraan de te leveren prestaties moeten voldoen; e. de termijn voor het indienen van aanvragen, die in ieder geval zes weken bedraagt;

14 f. het subsidieplafond; g. het aantal te subsidiëren partijen; h. de looptijd van de prestatiesubsidie; i. de wijze van subsidieverstrekking. Artikel Beoordelingsprocedure [Toelichting: Het is van belang dat het uiteindelijke besluit over het vertrekken van subsidie in overeenstemming is met de vooraf vastgestelde procedurevoorschriften en dat volledig de hand wordt gehouden aan de beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling. Dit betekent dat alle subsidieaanvragers voor een bepaalde uitvraag altijd toegang hebben tot dezelfde hoeveelheid informatie en geen van die subsidieaanvragers op ongerechtvaardigde wijze wordt bevoordeeld.] 1. Gedeputeerde Staten plaatsen de subsidieaanvragen op basis van de in het programma van eisen opgenomen eisen en criteria als bedoeld in artikel 1.30., onderdeel c en d, in een prioriteitsvolgorde. 2. Gedeputeerde Staten verstrekken subsidie in volgorde van de vastgestelde prioriteit aan het aantal partijen als bedoeld in artikel 1.30., onderdeel g. 3. In afwijking van het tweede lid kunnen Gedeputeerde Staten in de uitvraag bepalen dat de subsidie wordt verstrekt aan het aantal partijen als bedoeld in artikel 1.30., onderdeel g, die de gevraagde prestaties tegen de laagste prijs kunnen leveren. Hoofdstuk 2. Bijzondere bepalingen Bestuurlijke Aangelegenheden Paragraaf 1. Integrale veiligheid [ingetrokken] Paragraaf 2. Jeugd en veiligheid [ingetrokken] Paragraaf 3. Samenwerking Overijssel Kurzeme (Letland) [Toelichting: De provincie stimuleert samenwerkingsverbanden tussen partners in Overijssel en in Kurzeme (Letland). Voor dat doel is een stimuleringssubsidie in het leven geroepen, die betrekking heeft op twee vormen van samenwerking. Partners die uitsluitend of met name gericht zijn op het bieden van humanitaire hulpverlening kunnen op jaarbasis een stimuleringssubsidie van 700 tegemoet zien. Dit bedrag moet worden gezien als een tegemoetkoming in reis-, verblijf- en transportkosten die met de activiteiten zijn gemoeid. Partners die zich uitsluitend of met name richten op het uitwisselen van kennis of ervaring kunnen voor een project een stimuleringssubsidie van maximaal 400 per persoon aanvragen.] Artikel Criterium Een aanvraag voor een subsidie in het kader van de samenwerking Overijssel Kurzeme (Letland) moet voldoen aan de volgende criteria: a. de aanvrager dient voor te komen in het Werkplan samenwerking Overijssel-Kurzeme (Letland) 2006;

15 b. het project of de activiteit moet concreet bijdragen aan de uitwisseling van kennis en ervaring of onderdeel zijn van bredere activiteiten op het gebied van humanitaire hulpverlening. Artikel Stimuleringssubsidie In afwijking van artikel 1.3., tweede lid, verstrekken Gedeputeerde Staten een subsidie in het kader van de samenwerking Overijssel Kurzeme (Letland) in de vorm van een stimuleringssubsidie. Artikel Grondslag subsidie De subsidie bedraagt maximaal 400,-- per persoon die deelneemt aan een kennisuitwisselingsproject of op jaarbasis 700,-- voor activiteiten op het gebied van humanitaire hulpverlening. Hoofdstuk 3. Bijzondere bepalingen Economie, Milieu en Toerisme Paragraaf 1. Operationeel Programma EFRO Artikel 3.1. Criteria Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verlenen aan projecten die passen binnen: het Operationeel programma EFRO Regio Oost-Nederland, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie d.d. 27 juli 2007, nr. C(2007) Artikel 3.2 tot en met 3.15 [vervallen] Paragraaf 2. Overijssel werkt! Subparagraaf 2.1. Bedrijfsverplaatsingen [vervallen per 1 januari 2008] Subparagraaf 2.2. Algemeen Artikel Toepasselijkheid Deze subparagraaf is van toepassing op de subparagrafen 2.3 tot en met Artikel Subsidiabele activiteiten [Toelichting: Dit artikel is bedoeld als vangnet voor de beleidslijnen binnen het Meerjarig Economisch Uitvoeringsperspectief. Wanneer Gedeputeerde Staten van oordeel zijn, dat de te subsidiëren activiteit niet wordt beoogd onder de hierna volgende subparagrafen 2.4 tot en met 2.7, maar wel past binnen het MEUP, dan kunnen Gedeputeerde Staten een aanvraag honoreren.

16 Overigens beoogt het provinciebestuur met het Meerjarig Economisch Uitvoeringsperspectief provincie Overijssel (MEUP) uitdrukkelijk een verbinding te leggen met andere beleidsvelden die kunnen bijdragen aan het thema. Bijvoorbeeld met cultuur, zorg, wonen, platteland. Deze integraliteit willen wij bij de uitvoering vasthouden.] Gedeputeerde Staten kunnen subsidie verlenen voor de kosten van activiteiten die passen binnen de thema s van Overijssel werkt! en plaatsvinden in Overijssel. Artikel Gedeputeerde Staten verstrekken subsidie voor de in een uitvraag als bedoeld in paragraaf genoemde prestaties aan in ieder geval die organisaties die integraal uitvoering geven aan het economische beleid van de provincie. Subparagraaf 2.3. Verbeteren vestigingsklimaat bedrijfsleven [Toelichting: Een korte toelichting op de in deze subparagrafen gebruikte begrippen: Parkmanagement is het in een publiek-private samenwerking sturen van vorm, voorzieningen en beheer van een bedrijventerrein, met als doel het structureel op peil houden van het gewenste kwaliteitsniveau van de bedrijfsomgeving. Parkmanagement geeft sturing aan de inrichting en het beheer van het (bebouwde) terrein, de initiatie en de exploitatie van zowel collectieve als individuele voorzieningen en diensten. Daarnaast analyseert en organiseert parkmanagement samenwerkings-mogelijkheden, met als doel het verkrijgen en behouden van een hoog kwaliteitsniveau van zowel de openbare als de private ruimte. Belemmeringen zijn bijvoorbeeld administratieve lasten voor ondernemers. Een bedrijventerrein is een terrein dat bestemd en geschikt is voor gebruik door één of meer bedrijven uit de sectoren industrie, nijverheid en/of commerciële en niet-commerciële dienstverlening, daaronder niet begrepen een terrein dat in overwegende mate bestemd is voor kantoren, detailhandel of horeca. Een masterplan is een plan waarin op basis van kansen- en knelpuntenanalyse is vastgelegd (a) hoe kansrijk de herstructurering voor het betrokken bedrijventerrein is, (b) hoe betrokken ondernemers en overheden gezamenlijk de aanpak van de herstructurering vorm willen geven, (c) hoe daarvoor de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden verdeeld en (d) op basis waarvan besluiten daartoe kunnen worden genomen. Een herstructureringsproject is een samenhangend geheel van activiteiten, zijnde alle eenmalige ingrepen in het bedrijventerrein die niet onder regulier onderhoud vallen, die tot doel hebben de veroudering van het terrein als geheel te bestrijden en gericht is op de verbetering van het vestigingsklimaat op het bedrijventerrein. Herstructurering is een koepelbegrip voor vier typen van maatregelen die genomen kunnen worden om de veroudering van bedrijventerreinen tegen te gaan: beperkte herstructurering: grote opknapbeurt van veelal de openbare ruimte bij fysieke veroudering; revitalisering: forse integrale verbetering van het terrein waarbij de huidige economische functiesbehouden blijven; herprofilering: herstructurering waarbij de economische functie van het terrein een andere wordt; transformatie: herstructurering waarbij de economische functie verdwijnt en hier bijvoorbeeld woningbouw voor in de plaats komt. In dit geval wordt het terrein onttrokken aan de voorraad bedrijventerreinen. Als opbrengst wordt in aanmerking genomen de opbrengst uit uitgifte, verhuur en verpachting van grond en de opbrengst uit verhuur en verkoop van gebouwen. Met een draagvlakverklaring wordt een document bedoeld waaruit blijkt dat alle betrokken partijen de noodzaak van uitvoering van de subsidiabele activiteit onderschrijven. Bij zorgvuldig ruimtegebruik wordt de grond en opstallen zodanig benut, dat het grondbeslag per eenheid economische activiteit of werknemer wordt beperkt en de bedrijfseconomische positie en de kwaliteit van het bedrijventerrein gelijk blijft of verbetert. Zorgvuldig ruimtegebruik kan plaatsvinden in vier dimensies: a. intensivering van ruimtegebruik/verdichten; b. functiemenging; c. verticaal bouwen, de hoogte of de diepte in; d. tijd. Zorgvuldig ruimtegebruik is eng verweven met onderwerpen als herstructurering, duurzaamheid, parkmanagement, criminaliteitsbestrijding en architectuur.] Artikel Subsidiabele activiteiten 1. Binnen het thema Verbeteren vestigingsklimaat bedrijfsleven ligt de prioriteit op het ondersteunen van activiteiten gericht op de ontwikkeling van bedrijventerreinen in een regionale samenhang en het voorkomen van herstructurering van bedrijventerreinen in de toekomst. In dat kader kan subsidie worden gevraagd voor: a. strategische planvorming ten aanzien van bovenlokale en bovenregionale bedrijventerreinen; b. activiteiten gericht op verduurzaming van bedrijventerreinen, zoals parkmanagement, zorgvuldig ruimtegebruik, veiligheid, energie, hergebruik afvalstoffen en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. 2. Verder kan subsidie worden gevraagd voor: a. activiteiten gericht op het wegnemen van belemmeringen voor bedrijven om te ondernemen;

17 b. activiteiten die zijn gericht op het promoten en versterken van het Overijssels ondernemingsklimaat en het aantrekken van nieuwe bedrijvigheid. Artikel Grondslag voor de subsidie 1. De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van , De volgende kosten zijn niet subsidiabel: a. interne kosten; b. verrekenbare belastingen, heffingen of lasten; c. rente, bank, financierings- en gerechtskosten, geldboetes en sanctiekosten; d. afschrijvingskosten; e. kosten van planschade; f. kosten van werkzaamheden die verband houden met bodemsanering. Subparagraaf 2.4. Herstructurering van bedrijventerreinen Artikel Subsidiabele activiteiten Binnen het thema Herstructurering van bedrijventerreinen kan subsidie worden gevraagd voor: a. het opstellen van masterplannen voor een duurzame herstructurering van bestaande bedrijventerreinen; b. het oplossen van knelpunten bij de herstructurering van bestaande bedrijventerreinen; c. de uitvoering van herstructurering van bestaande bedrijventerreinen. Artikel Criteria 1. Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3.27, sub b, moeten voldoen aan de volgende criteria: a. het betreft een knelpunt op organisatorisch vlak, op het gebied van kennis of op juridisch gebied; b. het ontstaan van het knelpunt is aantoonbaar onvoorzien; c. het knelpunt belemmert de herstructurering, waardoor op korte termijn een oplossing is geboden. 2. Aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3.27, sub c, moeten voldoen aan de volgende criteria: a. de aanvraag is afkomstig van een gemeente in de provincie Overijssel; b. het betreft een bedrijventerrein ouder dan tien jaar, gemeten vanaf het moment van eerste bedrijfsvestiging op het betreffende bedrijventerrein; c. de financiering van het herstructureringsproject is na de verlening van de subsidie sluitend; d. er is draagvlak bij de betrokken partijen; e. het door het herstructureringsproject bereikte kwaliteitsniveau van het bedrijventerrein blijft ook na afloop van de subsidieperiode in stand. Artikel Grondslagen voor de subsidie [Toelichting: De provincie wil maximaal ,-- bijdragen aan de 'grotere' herstructureringsprojecten, zoals revitalisering en herprofilering. Dit kunnen bijvoorbeeld projecten zijn die van de minister van Economische Zaken een subsidie hebben ontvangen op grond van het Besluit subsidies topprojecten herstructurering bedrijventerreinen (Staatsblad 200, 629). Bij revitalisering en herprofilering gaat het ook om verwerving en herontwikkeling van kavels. Onder beperkte herstructurering verstaan wij een grote opkanpbeurt van met name de openbare ruimte van een bedrijventerrein.] 1. De subsidie als bedoeld in artikel 3.27, onder a, bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van , De subsidie als bedoeld in artikel 3.27, onder b, bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van , De subsidie als bedoeld in artikel 3.27, onder c, bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van ,--, met dien verstande dat: a. marktconforme opbrengsten die gedurende de looptijd van het project worden gerealiseerd, worden van de kosten afgetrokken; b. ingeval dat gebouwen of grond op het moment van subsidievaststelling nog niet zijn verkocht, verpacht of verhuurd, worden de verwachte opbrengsten uiterlijk drie maanden voorafgaand aan het moment van indiening van de aanvraag om subsidievaststelling door een onafhankelijke taxateur vastgesteld; c. ingeval sprake is van een beperkte herstructurering bedraagt de subsidie maximaal , De volgende kosten zijn niet subsidiabel: a. interne kosten; b. verrekenbare belastingen, heffingen of lasten; c. rente, bank, financierings- en gerechtskosten, geldboetes en sanctiekosten;

18 d. afschrijvingskosten; e. kosten van planschade; f. kosten van werkzaamheden die verband houden met bodemsanering. Artikel Vaststelling subsidie In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 1, paragraaf 3, gaat aan de beslissing op een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 3.27, sub b, geen besluit tot subsidieverlening vooraf. Artikel Aanvullende stukken bij de aanvraag [Toelichting: Met een draagvlakverklaring wordt een document bedoeld waaruit blijkt dat alle betrokken partijen de noodzaak van uitvoering van de subsidiabele activiteit onderschrijven.] 1. In afwijking van artikel 1.19 overlegt de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 3.27, sub b, bij de aanvraag tevens een offerte voor het oplossen van het ontstane knelpunt. 2. In afwijking van artikel 1.19 overlegt de aanvrager van een subsidie als bedoeld in artikel 3.27, sub c, bij de aanvraag tevens: a. een door het gemeentebestuur vastgesteld masterplan; b. een draagvlakverklaring; c. een plan van aanpak hoe na afloop van het herstructureringsproject het bereikte kwaliteitsniveau van het bedrijventerrein wordt gewaarborgd. Subparagraaf 2.5. Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie Artikel 3.32 Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder: a. "detachering": tijdelijke indienstneming van personeel door een begunstigde gedurende een bepaalde periode, waarna het personeel het recht heeft naar zijn vorige werkgever terug te keren; b. "experimentele ontwikkeling": het verwerven, combineren, vormgeven en gebruiken van bestaande wetenschappelijke, technische, zakelijke en andere relevante kennis en vaardigheden voor plannen, schema's of ontwerpen van nieuwe, gewijzigde of verbeterde producten, procédés of diensten. Hieronder kan tevens de conceptuele formulering en het ontwerp van alternatieve producten, procédés of diensten worden verstaan. Deze activiteiten kunnen ook het maken van ontwerpen, tekeningen, plannen en andere documentatie omvatten, mits zij niet voor commercieel gebruik zijn bestemd. De ontwikkeling van commercieel bruikbare prototypes en proefprojecten valt eveneens onder experimentele ontwikkeling indien het prototype het commerciële eindproduct is en de productie ervan te duur is om alleen voor demonstratie- en validatie doeleinden te worden gebruikt. Bij commercieel gebruik van demonstratie- of proefprojecten worden eventuele inkomsten die hieruit voortvloeien, op de in aanmerking komende kosten in mindering gebracht. c. "fundamenteel onderzoek": experimentele of theoretische activiteiten die voornamelijk worden verricht om nieuwe kennis te verwerven over de fundamentele aspecten van verschijnselen en waarneembare feiten, zonder dat hiermee een rechtstreekse praktische toepassing of gebruik wordt beoogd; d. "grote ondernemingen": ondernemingen die niet onder de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen vallen; e. "hooggekwalificeerd personeel": universitair geschoolde onderzoekers, ingenieurs, ontwerpers en marketingmanagers met een tertiaire opleiding en ten minste vijf jaar relevante beroepservaring. Doctoraatsopleidingen kunnen meetellen als relevante beroepservaring; f. "industrieel onderzoek": planmatig of kritisch onderzoek dat is gericht op het opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden met het oog op de ontwikkeling van nieuwe producten, procédés of diensten, of om bestaande producten, procédés of diensten aanmerkelijk te verbeteren (zie ook artikel 3.32 k). Het omvat de vervaardiging van onderdelen van complexe systemen, die noodzakelijk is voor industrieel onderzoek, met name voor algemene validering van technologieën, met uitzondering van prototypes als bedoeld in punt b); de kosten van de experimentele ontwikkeling en het testen van producten, procédés en diensten komen eveneens in aanmerking, voor zover deze niet voor industriële toepassing of commerciële exploitatie kunnen worden gebruikt of geschikt gemaakt. Onder experimentele ontwikkeling wordt niet verstaan de routinematige of periodieke wijziging van bestaande producten, productielijnen, fabricageprocessen, diensten en andere courante activiteiten, zelfs indien deze wijzigingen verbeteringen kunnen inhouden (zie ook 3.32 k); g. "innovatieclusters": groeperingen van onafhankelijke ondernemingen innovatieve starters, kleine, middelgrote en grote ondernemingen, maar ook onderzoeksorganisaties die in een bepaalde sector en regio actief zijn en die tot doel hebben innovatieve activiteiten te stimuleren door het bevorderen van intensieve kruisbestuiving, het delen van faciliteiten en de uitwisseling van kennis en deskundigheid, en door daadwerkelijk bij te dragen aan technologieoverdracht, netwerking en informatieverspreiding tussen de ondernemingen binnen het cluster. Nederland streeft er naar om een goed evenwicht tot stand te brengen tussen het MKB en grote ondernemingen

19 binnen het cluster, een bepaalde kritische massa te bereiken, met name via specialisatie in een bepaald OO&I gebied, en rekening te houden met bestaande clusters in Nederland en op Gemeenschapsniveau. h. "kleine en middelgrote ondernemingen" of "MKB", "kleine ondernemingen" en "middelgrote ondernemingen": ondernemingen in de zin van Verordening (EG) nr. 70/2001, of een verordening die deze verordening vervangt; i. "onderzoeksorganisatie": een entiteit, zoals een universiteit of kennisinstelling, ongeacht haar rechtsvorm (publiek- of privaatrechtelijke organisatie) of financieringswijze, die zich in hoofdzaak bezighoudt met het verrichten van fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimentele ontwikkeling en het verspreiden van de resultaten daarvan door middel van onderwijs, publicaties of technologieoverdracht. Alle winst wordt opnieuw geïnvesteerd in die activiteiten, in de verspreiding van de resultaten daarvan, of in onderwijs. Ondernemingen die invloed over een dergelijke entiteit kunnen uitoefenen door middel van bijvoorbeeld aandeelhouders of leden, genieten geen preferente toegang tot de onderzoekscapaci teit van een dergelijke entiteit of tot de resultaten van haar onderzoek; j. "organisatie-innovatie": de toepassing in een onderneming van een nieuwe organisatiemethode in de bedrijfsvoering, in de organisatie op de werkvloer of in de externe betrekkingen. De volgende activiteiten vallen nadrukkelijk niet onder organisatie-innovatie: veranderingen in de bedrijfsvoering, in de organisatie op de werkvloer of in de externe betrekkingen die sterk gelijken op organisatiemethoden die in de onderneming reeds in gebruik zijn, veranderingen in de managementstrategie, fusies en acquisities, het niet meer gebruiken van een procédé, eenvoudige vervangings- en uitbreidingsinvesteringen, veranderingen die louter het gevolg van prijswijzigingen voor productiefactoren zijn, aanpassingen op maat, gebruikelijke seizoens- of andere cyclische veranderingen en het verhandelen van nieuwe of sterk verbeterde producten; k. "procesinnovatie": de toepassing van een nieuwe of sterk verbeterde productie- of leveringsmethode (met inbegrip van aanzienlijke veranderingen in technieken, uitrusting en/of software). In de Oslo manual 1 wordt de definitie van procesinnovatie nader gespecificeerd. De volgende activiteiten vallen nadrukkelijk niet onder procesinnovatie: geringe veranderingen of verbeteringen, een verhoging van de productie- of dienstverleningscapaciteit door de toevoeging van productie- of logistieke systemen die sterk gelijken op die welke reeds in gebruik zijn, het niet meer gebruiken van een procédé, eenvoudige vervangings- en uitbreidingsinvesteringen, veranderingen die louter het gevolg van prijswijzigingen voor productiefactoren zijn, aanpassingen op maat, gebruikelijke seizoens- of andere cyclische veranderingen en het verhandelen van nieuwe of sterk verbeterde producten; l. "steunintensiteit": het totale steunbedrag, uitgedrukt als een percentage van de in aanmerking komende kosten van het project. Alle cijfers die worden gebruikt, zijn de cijfers vóór aftrek van belastingen of andere heffingen. Wordt steun in een andere vorm dan een subsidie verleend (bijvoorbeeld een zachte lening), dan is het steunbedrag het subsidie-equivalent van de steun. Van steun die in tranches wordt uitgekeerd, wordt door discontering de waarde op het ogenblik van de verlening ervan berekend. De rentevoet die voor discontering en voor de berekening van het steunbedrag bij een zachte lening moet worden gehanteerd, is de referentierentevoet die geldt op het ogenblik van de steunverlening. De steunintensiteit wordt per begunstigde berekend; m. "terugbetaalbaar voorschot": een lening voor een project die in één of meer tranches wordt betaald en waarbij de voorwaarden voor terugbetaling afhangen van de uitkomst van het project; Artikel 3.33 Criteria Subsidie kan worden verleend aan projecten die passen binnen de doelstellingen van de volgende modules zoals opgenomen in de Omnibus Decentraal (goedgekeurd door de Europese Commissie op 3 april 2008): Module 1: Onderzoek en Ontwikkeling Module 2: Technische haalbaarheidsstudies Module 3: Industriële eigendomsrechten voor het MKB Module 4: Innovatieve starters Module 5: Proces en organisatie innovatie in dienstverlening Module 6: Innovatie advies en innovatieondersteuning Module 7: Inhuur van hoog gekwalificeerd personeel Module 8: Innovatieclusters De bijbehorende steunplafonds voor deze modules zijn als volgt: Tabel Bedrijfsgrootte Steunplafond: Klein Steunplafond: Medium Steunplafond: Groot Module 1 Industrieel ondezoek Industrieel onderzoek met: - samenwerking ondernemingen (bij grote onderneming geldt grensoverschrijdend of samenwerking met MKB) - samenwerking onderneming en onderzoeksorganisatie 70% 80% 45% 60% 75% 35% 50% 65% 25% Experimentele ontwikkeling 60% 50% 40% Experimentele ontwikkeling met: - samenwerking ondernemingen (bij grote onderneming geldt grensoverschrijdend of samenwerking met MKB)

20 Bedrijfsgrootte - samenwerking onderneming en onderzoeksorganisatie Steunplafond: Klein Steunplafond: Medium Steunplafond: Groot Module 2 Technische haalbaarheidstudies ter voorbereiding van activiteiten op het gebied van industrieel onderzoek Technische haalbaarheidstudies ter voorbereiding van activiteiten op het gebied van experimentele ontwikkeling 75% 50% 75% 50% 65% 40% Module 3 Steun aan MKB voor kosten van verkrijging en validering van octrooien en andere industriële eigendomsrechten Conform module 1 Conform module 1 n.v.t. Module 4 Steun voor innovatieve starters 1 mlj n.v.t. n.v.t. Module 5 Steun voor proces en organisatie innovatiediensten 35% 25% 15% Module 6 Steun voor innovatie adviesdiensten en voor diensten inzake innovatieondersteuning 200 k of 50% 200 k of 50% n.v.t. Module 7 Module 8 Uitlenen van hooggekwalificeerd personeel vanuit een onderzoeksorganisatie of grote onderneming bij MKB Investeringssteun ten behoeve van het opzetten, uitbreiden en aansturen van innovatieclusters 50% 50% n.v.t. 35% 25% 15% Subparagraaf Module 1: Onderzoek en ontwikkeling Artikel 3.34 Subsidiabele kosten In afwijking van artikel 1.6 komen de volgende kosten voor subsidiëring in aanmerking: a. personeelskosten voor onderzoekers, technici en ander ondersteunend personeel voor zover zij zich met het onderzoeksproject bezighouden; b. kosten van apparatuur en uitrusting voor zover en voor zolang zij voor het onderzoeksproject worden gebruikt. Indien deze apparatuur en uitrusting niet tijdens hun volledige levensduur voor het onderzoeksproject worden gebruikt, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens een goede boekhoudpraktijk, als in aanmerking komende kosten beschouwd; c. kosten van gebouwen en grond voor zover en voor zolang zij voor het onderzoeksproject worden gebruikt. Wat gebouwen betreft, worden alleen de afschrijvingskosten overeenstemmend met de looptijd van het project, berekend volgens een goede boekhoudpraktijk, als in aanmerking komende kosten beschouwd. Wat grond betreft, komen de kosten voor de commerciële overdracht of daadwerkelijk gemaakte investeringskosten in aanmerking; d. kosten van contractonderzoek, technische kennis en octrooien die tegen marktprijzen worden verworven bij of waarvoor een licentie wordt verleend door externe bronnen, mits de transactie conform het arm's length-beginsel 2 plaatsvond en er geen sprake is van collusie3. Voorts ook kosten voor consultancy en gelijkwaardige diensten die uitsluitend voor de onderzoeksactiviteiten worden gebruikt; e. extra algemene vaste kosten die rechtstreeks uit het onderzoeksproject voortvloeien; f. andere exploitatiekosten, waaronder die voor materiaal, leveranties en dergelijke producten, die rechtstreeks uit de onderzoeksactiviteit voortvloeien. Artikel 3.35 Grondslag voor de subsidie 1. De subsidie bedraagt maximaal: a. 50% van de totale subsidiabele kosten voor industrieel onderzoek b. 25% van de totale subsidiabele kosten voor experimentele ontwikkeling 2. De maximale percentages kunnen als volgt worden verhoogd: a. ingeval van middelgrote ondernemingen met 10 procentpunten en ingeval van kleine ondernemingen met 20 procentpunten. b. een verhoging met 15 procentpunt tot een maximum steunintensiteit van 80% (in het geval van een kleine onderneming) is mogelijk wanneer aan minstens één van de volgende voorwaarden is voldaan (zie ook tabel bij artikel 3.33): [Toelichting: Voor de toepassing van de punten i) en ii) geldt uitbesteding niet als daadwerkelijke samenwerking. Bij samenwerking tussen een onderneming en een onderzoeksorganisatie zijn de in deze omnibusregeling bepaalde maximum steunintensiteiten en verhogingen niet van toepassing op de onderzoeksorganisatie.]

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 23-7-2008 tot 1-9-2008) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 15-11-2006 tot 20-12-2006) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-10-2010 tot 21-10-2010) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling

Nadere informatie

Artikel 1.4. Subsidieplafond en wijze van behandelen van aanvragen 3

Artikel 1.4. Subsidieplafond en wijze van behandelen van aanvragen 3 CVDR Officiële uitgave van Overijssel. Nr. CVDR34868_34 29 november 2016 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2007 Hoofdstuk 1. Algemeen Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 15-2-2006 tot 28-2-2006) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998. Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen Artikel 1 1. In deze verordening wordt verstaan onder provinciebestuur: het bevoegde orgaan van

Nadere informatie

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR244162_9 14 juli 2017 Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 Provinciale Staten van Groningen; Besluiten: Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Algemene subsidieverordening Texel 2016 Algemene subsidieverordening Texel 2016 ASV Texel 2016 Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 maart 2016 onder nummer 019 Gemeenteblad Texel 2016 nr 35 datum 24-03-2016 Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR39116_10. Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel Hoofdstuk 1. Algemeen Paragraaf 1. Algemene bepalingen

CVDR. Nr. CVDR39116_10. Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel Hoofdstuk 1. Algemeen Paragraaf 1. Algemene bepalingen CVDR Officiële uitgave van Overijssel. Nr. CVDR39116_10 29 november 2016 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005 Hoofdstuk 1. Algemeen Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1. Begripsbepalingen

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Landsmeer. Nr. 115833 22 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland; Provinciale Staten van Fryslân, Groningen en Drenthe: gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 De raad van de gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van , , inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Algemene Subsidieregeling 2008

Algemene Subsidieregeling 2008 Algemene Subsidieregeling 2008 Paragraaf 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. gemeentebestuur: het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van besluiten betreffende

Nadere informatie

Provinciaal blad nr. 2011/0121942

Provinciaal blad nr. 2011/0121942 Provinciaal blad nr. 2011/0121942 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2011 besluit van: Gedeputeerde Staten d.d. 24 mei 2011 kenmerk: 2011/0096361 gepubliceerd op: 30 juni 2011 inwerkingtreding op:

Nadere informatie

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt-

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt- Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake actualisering gemeentelijk subsidiebeleid. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Awb: de Algemene

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014 De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 maart 1014, nr. 1104516; gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat: - de sinds

Nadere informatie

A. ALGEMENE BEPALINGEN

A. ALGEMENE BEPALINGEN No. 070505 St. Annaparochie, 31 mei 2007. De raad der gemeente het Bildt; overwegende; dat de raad bij besluit dd. 11 november 2002 de Algemene Subsidie Verordening heeft vastgesteld; dat het in aanvulling

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006

Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006 Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006 Deze verordening is op 3 mei 2006 gepubliceerd in het Weekblad Oosterhout en vanaf 14 juni 2006 van kracht in de gemeente Oosterhout April 2006 pagina:2 Nr.

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING ALMERE 2011 De raad van de gemeente Almere; Gezien het voorstel van het college; Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene

Nadere informatie

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK De raad van de gemeente Moerdijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van >, , inzake de Algemene

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2015, nr... ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING WESTSTELLINGWERF 2016 De raad van de gemeente Weststellingwerf; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer 006042/c; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 pagina 1 van 13 Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 Regelgeving Algemeen register Algemeen bestuur Overige zaken betreffende algemeen bestuur Regeling Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Artikel 1. Begripsomschrijvingen a. Activiteit: het resultaat van samenhangend handelen van een organisatie, meetbaar in tijd, kwantiteit, kwaliteit

Nadere informatie

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015.

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015. Vergadering d.d. : 30 september 2014 Agendapunt : 7.2 Registratienummer : 512102 Onderwerp : Algemene subsidieverordening 2015 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel

Algemene subsidieverordening Texel Algemene subsidieverordening Texel Gemeenteblad Texel 2016 nr 36 datum 24-03-2016 INTREKKING Algemene subsidieverordening Texel 2011 De raad van de gemeente Texel gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 citeertitel: Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 vastgesteld bij besluit van: 15 februari 2018 Algemene subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 1 Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 GRONDSLAG 1. Op grond van artikel 2, lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Medemblik (ASV) kan het college nadere regels stellen

Nadere informatie

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke Zorg en Welzijn Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56;

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56; Nr. S6a DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56; gehoord de commissie Economie en Wonen d.d. 4 september 2018; gelet op het bepaalde

Nadere informatie

Subsidieverordening Hollands Kroon

Subsidieverordening Hollands Kroon Subsidieverordening Hollands Kroon De gemeenteraad van Hollands Kroon, Besluit: vast te stellen de navolgende 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Bij de toepassing

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2011 Nummer: 35 Uitgifte: 23 december 2011 Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011

Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011 Uitvoeringsbesluit Subsidies Overijssel 2011 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 17-11-2011) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling Uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016 Leeswijzer modelbepalingen - [datum] of [naam gemeente] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel II. - [iets] = facultatief, zie bijvoorbeeld artikel I bij artikel 9, derde de lid, onder

Nadere informatie

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; De raad van de gemeente Nederweert; Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; dat maatschappelijke ontwikkelingen aanleiding zijn geweest om het bestaande beleid

Nadere informatie

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008; Gelet op artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 145 van de Provinciewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, Verordening van 4 oktober 2006, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot het verstrekken van subsidie (Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006) Provinciale Staten van Fryslân, gelet op

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Regio Achterhoek 2008

Algemene subsidieverordening Regio Achterhoek 2008 Het Algemeen Bestuur van de Regio Achterhoek; gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van de Regio Achterhoek van 22 oktober 2008; BESLUIT: vast te stellen de navolgende Algemene Subsidieverordening

Nadere informatie

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerhugowaard. Nr. 63717 23 mei 2016 Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014 Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2014 Nr.RB2016030/RB2013232

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019. PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Drenthe Nr. 2529 4 april 2019 Algemene subsidieregeling SNN 2019 Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 2 april 2019, kenmerk 5.1/2019000925,

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017 Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 207 Aanhef De raad van de gemeente Bunnik, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 206; Gelet op artikel 49 van de

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo, ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO De raad van de gemeente Tynaarlo, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 september 2010, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening van 23 maart, 13 en 20 april 2016 van Provinciale Staten van Drenthe, Fryslân en Groningen, houdende bepalingen met betrekking tot de verstrekking van subsidies van het Samenwerkingsverband

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 16 juni 2014, nummer 2014-046; (gewijzigd n.a.v. de raadsvergadering van 7 oktober 2014) overwegende dat - het juridisch

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 De raad van de gemeente Werkendam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012, gelet op - artikel 149

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 16 juni, nummer -046; overwegende dat - het juridisch toetsingskader voor de subsidieverstrekking verbetering behoeft

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening 2014

Algemene subsidieverordening 2014 Algemene subsidieverordening 2014 De raad van de gemeente Reimerswaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 april 2014, 14.008846, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Wierden Nr. 163204 20 september 2017 Algemene subsidieverordening gemeente Wierden 2015 Burgemeester en wethouders van Wierden maken (ter uitvoering van het

Nadere informatie

Sector: I. Nr. : 90.8

Sector: I. Nr. : 90.8 Sector: I Nr. : 90.8 De raad van de gemeente Ferwerderadiel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 oktober 2001, nummer 7/90.01; gelet op de artikelen 148 en 149 van de Gemeentewet

Nadere informatie

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 Raadsvergadering : 25 februari 2016 Agendanr. : 6d Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 januari

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Algemene subsidieverordening gemeente Oldebroek Nr. 65148 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juli 2010; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005

Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005 Uitvoeringsbesluit subsidies Overijssel 2005 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 1-10-2005 tot 31-10-2005) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel Officiële naam regeling

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Samenvatting Deze verordening geeft aan welke begrippen bij subsidies worden gebruikt, welke soorten subsidies er zijn, welke regels er gelden voor aanvragen,

Nadere informatie

BIJLAGE 1. Model l Controleprotocol algemene subsidieverordening Gemeente Dordrecht

BIJLAGE 1. Model l Controleprotocol algemene subsidieverordening Gemeente Dordrecht BIJLAGE 1 Model l Controleprotocol algemene subsidieverordening Gemeente Dordrecht Inhoud 1. Inleiding 4 1.1 Wettelijk kader 4 1.1.1 Obj eet van controle 4 1.1.2 Relevante geldstroom. 5 1.1.3 Betrokken

Nadere informatie

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Provinciaal blad 2008 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland van 17 januari 2008, nr. 2008-4492 tot bekendmaking van de subsidieverordening reserve cofinanciering Europese projecten Noord-Holland

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Provinciaal blad 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 14 december 2005, nr. 2005/59635 tot bekendmaking van de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006. Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg min i in mi in in ii BM1500213 De raad van de gemeente Steenbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op: artikel 149 van de Gemeentewet besluit vast te stellen

Nadere informatie

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Vastgesteld bij besluit van de Regioraad van 26 juni 2007, nr. ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING STADSREGIO AMSTERDAM 1 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen; CVDR Officiële uitgave van Harlingen. Nr. CVDR27949_1 16 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2006 Raad : 6 december 2006.... DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN; overwegende dat

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017 Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017 De gemeenteraad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 15 november 2016; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien

Nadere informatie

Het dagelijks bestuur van de Sociaal-Economische Raad;

Het dagelijks bestuur van de Sociaal-Economische Raad; Subsidiebesluit SER Besluit van het dagelijks bestuur van de Sociaal-Economische Raad van 19 december 2003 tot vantoepassingverklaring van afdeling 4.2.8 van de Algemene wet bestuursrecht op door de Raad

Nadere informatie

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017 Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - algemene groepsvrijstellingsverordening:

Nadere informatie

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren;

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren; Ontwerpbesluit nr. Provinciale Staten van Noord-Holland; overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren; voorts overwegende dat het uit een oogpunt

Nadere informatie

2. De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de budgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn.

2. De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de budgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn. De raad van de gemeente Waalwijk; Gezien het voorstel van het college van 21 oktober 2014; Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT:

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD

Hoofdstuk 2 SUBSIDIEPLAFOND EN BEGROTINGSVOORBEHOUD CVDR Officiële uitgave van Maassluis. Nr. CVDR122735_2 17 april 2018 Algemene Subsidieverordening Maassluis 2011 gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 maart 2012, ADV-12-00707,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake de Algemene subsidieverordening Gemeente Hoom 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake de Algemene subsidieverordening Gemeente Hoom 2015; Registratie nummer: 1128707 Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2015 De raad van de gemeente Hoom; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening GOES 2011

Algemene subsidieverordening GOES 2011 Algemene subsidieverordening GOES 2011 De raad van de gemeente Goes; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juni 2011; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; b e s

Nadere informatie

Gelet op: Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op: Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Onderwerp Wijziging van de Algemene subsidieverordening 2013 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland, Gelet op: Artikel 143 en 145

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

PROVINCIAAL BLAD. Artikel 143 en 145 van de Provinciewet en artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zuid-Holland. Nr. 1831 30 maart 2016 Besluit van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 23 maart 2016 tot wijziging van de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005

Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005 CVDR Officiële uitgave van Limburg. Nr. CVDR84579_1 27 februari 2017 Subsidieverordening Zorgaanbieders Jeugdzorg provincie Limburg 2005 SUBSIDIEVERORDENING ZORGAANBIEDERS JEUGDZORG PROVINCIE LIMBURG 2005

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening. Datum :

Algemene Subsidieverordening. Datum : Algemene Subsidieverordening Gemeente Deurne 2017 Datum : Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Artikel 2 Reikwijdte... 3 Artikel 3 Subsidieregelingen... 3 Artikel 4 Bevoegdheden... 3 Artikel

Nadere informatie

Deze nadere regels subsidies zijn de nadere regels zoals genoemd in de Algemene subsidieverordening gemeente Goes 2010 (hierna subsidieverordening).

Deze nadere regels subsidies zijn de nadere regels zoals genoemd in de Algemene subsidieverordening gemeente Goes 2010 (hierna subsidieverordening). 1. Inleiding In deze nadere regels subsidies gemeente Goes zijn de regels opgenomen die het college van burgemeester en wethouders van Goes (hierna college) hanteert bij het verlenen van subsidie. Deze

Nadere informatie

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland

Nadere regels Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied Flevoland Gedeputeerde Staten van Flevoland, overwegende dat: Provinciale Staten op de begroting onder vermelding van Fonds Leefbaarheid Landelijk Gebied 2017-2019 financiële middelen beschikbaar hebben gesteld

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

Gedeputeerde Staten van Drenthe, Gedeputeerde Staten van Drenthe, Gelet op de Voorwaarden voor projecten uitgevoerd in het kader van Pieken in de Delta Noord- Nederland, het Operationeel programma Noord-Nederland 2007-2013 en de Algemene

Nadere informatie

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Weert. Nr. 21832 10 februari 2017 Subsidieregeling Professionele Instellingen Weert 2017 Burgemeester en wethouders van Weert; gelet op artikel 3 van de Algemene

Nadere informatie

A. ALGEMENE BEPALINGEN.

A. ALGEMENE BEPALINGEN. De raad der gemeente het Bildt; overwegende; dat het gewenst is een subsidieverordening vast te stellen voor de korpsen in de gemeente het Bildt, zulks ter uitvoering van de Algemene Subsidie Verordening:

Nadere informatie

de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 als volgt te wijzigen:

de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 als volgt te wijzigen: Nr. Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Noord-Holland, overwegende dat in de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2007 verzuimd is de bevoegdheid tot het vaststellen van subsidieplafonds aan gedeputeerde

Nadere informatie

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Besluit tot vaststelling van de Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013 Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Veluwe; op het voorstel

Nadere informatie

Beleidsregels Algemene subsidieverordening Gouda 2003 (zoals gewijzigd op 28 november 2006)

Beleidsregels Algemene subsidieverordening Gouda 2003 (zoals gewijzigd op 28 november 2006) Beleidsregels Algemene subsidieverordening Gouda 2003 (zoals gewijzigd op 28 november 2006) 1 Inleiding Voorgesteld wordt de beleidsregels te wijzigen en aanvullingen op te nemen, zoals in onderstaande

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 93, 95, 123 en 125 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en gelet op Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op de artikelen 93, 95, 123 en 125 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en gelet op Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; 1 VERORDENING van het Bedrijfschap Horeca en Catering van 7 oktober 2009, houdende regels terzake van het verstrekken van subsidies (Subsidieverordening Bedrijfschap Horeca en Catering) No. Ho 06/2009

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Ede 2017

Algemene subsidieverordening Ede 2017 Algemene subsidieverordening Ede 2017 De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 mei 2017; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de

Nadere informatie

Subsidieregeling Onderwijs en Kinderopvang Weert 2017

Subsidieregeling Onderwijs en Kinderopvang Weert 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Weert. Nr. 21810 10 februari 2017 Subsidieregeling Onderwijs en Kinderopvang Weert 2017 Burgemeester en wethouders van Weert; gelet op artikel 3 van de Algemene

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV ; Voorstelnummer: 2016-067 De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV16.0250; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ommen. Nr. 52126 16 juni 2015 Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen De raad van de gemeente Ommen; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 CVDR Officiële uitgave van Buren. Nr. CVDR85564_4 18 april 2017 Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In

Nadere informatie

Controleprotocol provincie Utrecht

Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol provincie Utrecht Controleprotocol voor de accountantscontrole bij door de provincie Utrecht gesubsidieerde instellingen Januari 2010 Controleprotocol provincie Utrecht 1 van 7 Controleprotocol

Nadere informatie

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016.

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ermelo. Nr. 30596 16 maart 2016 Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016 Burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo; overwegende

Nadere informatie

Controleprotocol subsidies gemeente Amersfoort

Controleprotocol subsidies gemeente Amersfoort Controleprotocol subsidies gemeente Amersfoort Controleprotocol voor de accountantscontrole bij door de gemeente Amersfoort gesubsidieerde organisaties November 2014 # 4174019 Algemeen Op grond van de

Nadere informatie

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEVE ENERGIEPROJECTEN BESTAANDE BOUW WONINGCORPORATIES 2012

SUBSIDIEREGELING INNOVATIEVE ENERGIEPROJECTEN BESTAANDE BOUW WONINGCORPORATIES 2012 SUBSIDIEREGELING INNOVATIEVE ENERGIEPROJECTEN BESTAANDE BOUW WONINGCORPORATIES 2012 SUBSIDIEVERSTREKKING Artikel 1, Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. voorwaarden: de voorwaarden

Nadere informatie

Controleprotocol algemene subsidieverordening gemeente Hoogeveen

Controleprotocol algemene subsidieverordening gemeente Hoogeveen Controleprotocol algemene subsidieverordening gemeente Hoogeveen Inhoud 1. Inleiding 2 1.1 Wettelijk kader 2 1.1.1 Object van controle 2 1.1.2 Relevante geldstroom 2 1.1.3 Betrokken partijen 3 1.1.4 Controle-

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân:

PROVINCIAAL BLAD. vast te stellen de Subsidieregeling gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid Fryslân: PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Fryslân. Nr. 152 12 januari 2016 Uitvoeringsregeling van 1 januari 2016, houdende regels betreffende de subsidiëring vanactiviteiten waarmee de verkeersveiligheid

Nadere informatie

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht; b e s l u i t :

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht; b e s l u i t : De raad van de gemeente Gooise Meren; overwegende dat: - in verband met de wens om maatwerk in subsidiëring mogelijk te maken en uit oogpunt van deregulering en vereenvoudiging van het subsidieproces een

Nadere informatie

DIT PROJECT WORDT MEDEGEFINANCIERD DOOR HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING. Gedeputeerde Staten van Drenthe,

DIT PROJECT WORDT MEDEGEFINANCIERD DOOR HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING. Gedeputeerde Staten van Drenthe, Gedeputeerde Staten van Drenthe, Gelet op de Voorwaarden voor projecten uitgevoerd in het kader van Pieken in de Delta Noord- Nederland, het Operationeel programma Noord-Nederland 2007-2013 en de Algemene

Nadere informatie

Toelichting. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. I. Algemene toelichting. II Artikelgewijze toelichting. Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Toelichting. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. I. Algemene toelichting. II Artikelgewijze toelichting. Artikel 1 Begripsomschrijvingen Toelichting I. Algemene toelichting De gemeente verleent op vele terreinen subsidies aan instellingen en bewoners van Veenendaal. In de in 2007 vastgestelde Algemene subsidieverordening gemeente Veenendaal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3714 25 januari 2017 Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie Het bestuur van stichting Fonds

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Nummer: 23-03-15/06 De raad der gemeente Hellevoetsluis; gehoord de commissie algemene zaken en middelen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17-03-2015, nummer:23-03-15/06; besluit:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. Inleidende bepalingen. De gemeenteraad Gooise Meren. Gelezen het voorstel van 9348

HOOFDSTUK 1. Inleidende bepalingen. De gemeenteraad Gooise Meren. Gelezen het voorstel van 9348 De gemeenteraad Gooise Meren Gelezen het voorstel van 9348 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 28 wet algemene regels herindeling. overwegende

Nadere informatie