per kolom atmosferische lucht van één vierkante meter die door de hele kolom wordt doorstraald met zonlicht.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "per kolom atmosferische lucht van één vierkante meter die door de hele kolom wordt doorstraald met zonlicht."

Transcriptie

1 Uitwerkingen oofdstuk 8 8 rganische chemie Praktijk zon: goed of slecht? vragen 1 Positieve ijdragen: Geen uitlaatgassen. Deze zijn schadelijk, vooral als de concentratie hoog is zoals in grote steden. Stille motoren. Dit reduceert de geluidsoverlast. oog rendement. Elektrische motoren heen een rendement rond de 90%. Dit etekent dat er weinig energie verloren gaat ij de omzetting van elektrische naar mechanische energie. Negatieve ijdragen: De tegenwoordige accu s zijn nog zwaar ten opzichte van de hoeveelheid energie die ze kunnen meenemen. Accu s maken tegenwoordig nog veel geruik van schaarse grondstoffen. Elektrische auto s zijn alleen schoon als de manier van elektriciteitsopwekking ook schoon is. 2 fk s zijn zeer staiele en relatief goedkope stoffen die niet klonteren in de compressorpompen die in koelkasten en vriesinstallaties zitten. 3 Als het kookpunt veel lager is dan 20, kan de druk in de spuitus ij een hoge uitentemperatuur (ijvooreeld als de us in de zon ligt) te hoog oplopen zodat de us explodeert. 4 Als het kookpunt veel hoger is dan 20, kan de druk in de us ij lage uitentemperaturen te laag worden zodat de stoffen in de us niet meer naar uiten gedreven kunnen worden en de us dus niet meer werkt. 5 et drijfgas in een spuitus wordt direct de atmosfeer ingespoten, terwijl de cfk s in een koelsysteem opgesloten lijven zitten. Alleen ij lekkage of reparatie kunnen deze cfk s vrijkomen. 6 Een Doson Unit (DU) komt overeen met 4, mol 3 per kolom atmosferische lucht van één vierkante meter die door de hele kolom wordt doorstraald met zonlicht Doson Units (DU) geeft een laagdikte pure ozon van 3 mm onder standaardomstandigheden. 400 DU geeft dan een laagdikte van 4 mm pure ozon onder standaardomstandigheden. 8 l l 2 2 l l 2 2 l l l + 2 l 2 2 h 2 l l + l l Uitgaande van de kloppende derde vergelijking (de derde vergelijking in het leeropdrachtenoek klopt niet!) volgt na optellen en links en rechts van de pijl tegen elkaar wegstrepen de totaalvergelijking: Dit etekent dat in deze ontledingsreactie geen l wordt verruikt en dat l in feite als katalysator werkt op de ontleding van 3. 9 Als er geen lekkages in de airco van een auto zitten, komen er in principe geen cfk s vrij. Bij reparaties aan dergelijke systemen gelden er ook strenge eisen aan de procedure om te waarorgen dat er zo min mogelijk cfk s vrijkomen. 10 Door de wereldwijde aanpak door het Montreal Protocol, waaraan sancties zijn veronden die landen in geval van overtreding moeten opleggen, is de kans groot dat de ozonlaag zich weer kan herstellen.

2 Uitwerkingen oofdstuk 8 11 et internationale eleid heeft tot doel de productie en het geruik van stoffen die de ozonlaag aantasten, te eperken en uiteindelijk geheel te stoppen. Dit doel is vastgelegd in het Montreal Protocol uit 1987 en in erop volgende amendementen en aanpassingen. et Protocol verplicht de westerse landen om vanaf 1994 geen halonen meer te produceren en te geruiken. Voor chloorfluorkoolwaterstoffen (cfk s), koolstoftetrachloride (tetra, l 4 ) en 1,1,1-trichloorethaan (methylchloroform, 3 l 3 ) geldt dat productie en consumptie in 1996 moest zijn gestopt. De Nederlandse eleidsdoelstelling was om de innenlandse verkoop van ozonlaagaantastende stoffen volledig te eëindigen. Vanaf 1995 worden in Nederland, overeenkomstig de internationale afspraken, uitsluitend hergeruikte cfk s en halonen verkocht. iermee is het eleidsdoel gehaald. onderzoeksopdrachten 12 percentage gelokkeerde uv-b-straling = ( ) 100% = 90% en percentage gelokkeerde uv-b-straling = ( ) 100% = 96,7% 13 a et is een relatief groot molecuul zonder -rugvormende groepen en slechts één -rugontvangende groep ethylhexylmethoxycinnamaat mcirkeld zijn de delen methoxy- en ethylhexylc (4-methoxyfenyl)propeenzuur 2-ethylhexaan-1-ol d Meng de stof met roomwater. Schud dit tweelagensysteem goed om het room in contact te rengen met het ethylhexylmethoxycinnamaat. Na verloop van tijd zal het roomwater ontkleuren, omdat het room heeft gereageerd met de duele inding in deze stof. e Er zit een enzeenring in deze stof; daarom is het een aromatische verinding. 14 Eigen antwoord. Praktijk Geuren en smaken vragen 1 Voor het kiezen van het juiste voedsel en de juiste partner. 2 Bij stoomextractie worden de geurstoffen die gemakkelijk vervluchtigen met de hete stoom meegenomen. Stoffen die gemakkelijk vervluchtigen heen een laag kookpunt. Bij vloeistofextractie worden alleen de geurstoffen meegenomen die hydrofoo zijn, onafhankelijk van het kookpunt. 3 Petroleumether is erg hydrofoo en lost het vet op de huid op. 4 Alcohol verdampt snel, maar lost het vet op de huid niet op.

3 Uitwerkingen oofdstuk 8 5 De geurstoffen in de asisnoten heen hogere kookpunten dan in de hartnoten, omdat het langer duurt voordat ze geroken kunnen worden. 6 Petroleumether estaat uit een mengsel van alkanen. 7 Watermoleculen trekken elkaar minder sterk aan als er meer hydrofoe stoffen in het water aanwezig zijn, omdat er dan veel waterstofruggen verroken zijn. etzelfde geldt voor de roomenzeenmoleculen die met de kleine watermoleculen zwakkere vanderwaalsindingen kunnen vormen dan met elkaar. 8 2-aminopentaandizuur 9 In zouten worden in de naam geen telwoorden zoals di- geruikt. 10 et Mg 2+ -ion is 2+ geladen. 11 Na 2 10 N 4 P et is een natriumzout. et negatieve ion is groot, maar kan veel -ruggen maken én ontvangen. 13 enzaldehyde 14 tussen de 100 en et kan geen waterstofruggen maken en is niet polair. et is dus een sterk hydrofoe stof. onderzoeksopdracht 16 Eigen antwoord. Ananas: methylutanoaat; aardei: methylethanoaat; zie verder tael 5 van het leerwerkoek (lz. 108). Theorie 1 Klassen van organische verindingen 1 a 1-amino-3-room-2-chloorpropaan-1-ol 2-hydroxy-2-methylpropanal c methoxyethaan d ethyl-2-chloorpropanoaat e 4-oxopentaanzuur f 3-ethylhexaan-3-ol 2 a

4 Uitwerkingen oofdstuk 8 c l d e l Br N 2 N 2 3 Stof 1a is een primair alkanol en een primair alkaanamine, stof 1 is een secundair alkanol. 4 a n 2n. Als er sprake is van een alkadieen is de algemene formule: n 2n 2 n 2n 2 c n 2n+2 d n 2n 2. Deze formule geldt voor minimaal twee koolstofatomen, omdat die minimaal nodig zijn om een alkylakanoaat (ester) te kunnen vormen. 5 a N N 2 N a appelzuur = 2-hydroxyutaandizuur: citroenzuur = 2-hydroxypropaan-1,2,3-tricaronzuur: c druivenzuur = 2,3-dihydroxyutaandizuur: d mierenzuur = methaanzuur: e alanine = 2-aminopropaanzuur: 3 (zie ook Binas tael 671) 2 N mdat aminozuren vaak deel uitmaken van eiwitketens, worden de zijketens van aminozuren omhoog of omlaag getekend. In het geval van alanine is dat dus 3.

5 Uitwerkingen oofdstuk 8 f isopreen = 2-methyluta-1,3-dieen: 3 g valine = 2-amino-3-methylutaanzuur: N 2 Reactie van alkanen, alkenen en alkynen 8 a Dit is een sustitutiereactie, omdat een atoom wordt vervangen door een halogeen atoom. l l Dit is een additiereactie. l l l l c Dit is een tweevoudige additiereactie, omdat een halogeen reageert met een onverzadelijke koolstofverinding. 2 l l l l l d Dit is een eliminatiereactie, omdat een klein molecuul wordt afgesplitst van een koolwaterstof onder vorming van een duele inding. l l e Dit is een isomerisatiereactie, omdat voor en na de pijl een stof staat met dezelfde molecuul, maar een andere structuurformule. l l l f Dit is een eliminatiereactie, omdat een klein molecuul wordt afgesplitst van een koolwaterstof onder vorming van een duele inding. 9 a B r Br + Br 3 Br 3 Br 3 3 en Alle 3 -groepen heen identieke -atomen. Daarnaast zijn er nog twee identieke -atomen op koolstofatoom 2 en 3. Er zullen dus twee verschillende isomeren zijn. c 1-room-2,3-dimethylutaan en 2-room-2,3-dimethylutaan

6 Uitwerkingen oofdstuk 8 d Vóór de reactie zijn er 14 -atomen. Er zijn 12 -atomen aan 3 -groepen, dus zal het 1-roomisomeer % = 85,7% voorkomen. et 2-room-isomeer zal dus % = 14,3% voorkomen a 2 N N 2 uta-1,3-dieen hexaan-1,6-diamine hexaan-1,6-diamine 2 l l l 1,4-dichloorutaan c l l 2 N N N 2 l d hexaan-1,6-dinitril e N N N N 2 hexaan-1,6-diamine 3 Reacties van alkanolen, alkaanzuren en alkaanamines 11 a 2 Dit is een condensatiereactie, want er wordt een klein molecuul afgesplitst. 2 Dit is een hydrolyse, want het is een reactie met water waarij de uitgangsstoffen weer gevormd worden. c 2 N N 2 Dit is een condensatiereactie; er wordt een klein molecuul afgesplitst. d 3 2- r r Dit is een oxidatiereactie, want een alcoholgroep wordt een keton. e 3 3 N N 3 3 Dit is een zuur-asereactie, want er is overdracht van +. f 3 r r Dit is een oxidatiereactie, want een aldehyde wordt een caronzuur.

7 Uitwerkingen oofdstuk 8 g Dit is een zuur-asereactie, want er is overdracht van r r 3+ 3-methylpentaan-1-ol 3-methylpentanal r r methylpentanal 3-methylpentaanzuur 4 Eigenschappen van organische verindingen 13 De twee koolstof ketens in alkylalkanoaten (esters) zijn veronden met een -atoom en heen ovendien een duelgeonden -atoom. Daarnaast zijn er alleen maar --atoomindingen. Alkylalkanoaten kunnen dus geen waterstofruggen vormen. et duelgeonden -atoom kan een waterstofrug ontvangen. Alleen korte esters kunnen redelijk oplossen in water, ij langere koolstof ketens overheerst het hydrofoe karakter. m deze redenen heen esters ook relatief lage kookpunten. 14 Uit afeelding 9 lijkt dat een -groep sterkere -ruggen vormt dan een N 2 -groep. Daarom zullen de indingen tussen utaan-1-ol-moleculen sterker zijn dan die tussen utaan-1-aminemoleculen. et smeltpunt van utaan-1-ol zal dus hoger liggen dan dat van utaan-1-amine. +15 a 2 R R R 2 R 2 R zou dan in het geval van glyceryltriutanoaat gelijkstaan met 3 7 c Als ij oxidatie de duele indingen verroken worden en er ij ieder uiteinde een caronzuur ontstaat, kunnen de volgende soorten alkaanzuren ontstaan: 16 D: langste -keten 6; methylzijketentak op derde plaats van uiteinde 17 : pentanal, 2-methylutanal, 3-methylutanal en dimethylpropanal 18 B: onverzadigd wil zeggen met =-indingen 19 a Voor de molverhouding propanoaat : propaanzuur geruik je de evenwichtsvoorwaarde van propaanzuur in water: K z = [ + ][ ] = 1,4 10 [ 3 2 ] 5 Bij p = 7,5 is er minder van de ase propanoaat aanwezig dan ij p = 8,0.

8 Uitwerkingen oofdstuk 8 Vul dus in: [ 3 + ] = 10 7,5 = 3, mol L 1 : K z = 3, [ 3 2 ] = 1,4 10 [ 3 2 ] 5, dus: K z = [ ] = 1, = 4 10 [ 3 2 ] 3,2 10 De molverhouding propanoaat : propaanzuur in de dikke darm is dus ten minste : 1. et antwoord is in één significant cijfer, omdat alleen de cijfers achter de komma in de p-waarde significant zijn voor de [ 3 + ]. c of De partieel positieve kant van de -atomen ( +) in water is gericht naar het partieel ( ) of geheel negatieve zuurstofatomen. d e a Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. Een paar juiste antwoorden zijn: : () 3 x (N 3 ) x () 3 x (N 2 ) x 6 10 x 2x+5 N x In het leeropdrachtenoek moet het massapercentage N in cellulosenitraat in vraag 20 12,1 massa-% zijn. Binas tael 98 of 99: De massa van een mol cellulosenitraateenheden = de massa van een mol glucose-eenheden (180,16 g) de massa van 1 watermolecuul (18,015 g )+ de massa van de nitraatgroepen waarij per nitraatgroep een -atoom van de groepen is afgescheiden (46,006 1,008 = 44,998 g) :180,16 18,015 + x 44,998 = 162,15 + x 44,998g. ierij is x het aantal nitraatgroepen per cellulosenitraateenheid. De massa van N in een mol cellulosenitraateenheden is: x 14,01 g 14,01 x et massapercentage N is dan: 100% = 12,1% 162, ,998 x 12,1 162,15 oplossen van x geeft dan: x = = 2,29 gemiddeld aantal hydroxylgroepen per cellulosenitraateenheid. Dit is een gemiddeld getal ij een mol cellulosenitraateenheden. 14, ,1 44,998 In het geval van één cellulosenitraateenheid is een aantal van 2,29 nitraatgroepen natuurlijk niet mogelijk. c 2 ( N 3 ) n 3n 2 + 9n + 3n N 2 + 7n 2 d Water kan geruikt worden voor het lussen van een cellulosenitraat rand omdat het de randende materialen voldoende kan afkoelen. e et salpeterzuur dat ij de hydrolyse van cellulosenitraat ontstaat, kan in een redoxreactie rea geren met het zilver. et azijnzuur (ethaanzuur) dat ij de hydrolyse van cellulose-acetaat ontstaat, (is geen oxidator en) kan niet reageren met zilver.

9 Uitwerkingen oofdstuk 8 21 a De juiste antwoorden zijn de drie mogelijke structuurformules van myrceen voor de reactiepijl: 1: : : De isopreenregel houdt in dat terpenen als myrceen opgeouwd zijn uit eenheden methyluta-1,3- dieen. Dan is de eerste structuur de meest waarschijnlijke structuurformule van myrceen, omdat daarin twee methyluta-1,3-dieen eenheden zichtaar zijn: c Dihydromyrceen is myrceen zoals is getekend in opgave 21 waarij de twee duele indingen rechts op de tekening zijn vervangen door één duele inding. Als deze stof reageert met permanganaat, moet dit leiden tot de producten die in de opgave genoemd zijn: dihydromyrceen Producten na reactie met permanganaat

Eindexamen scheikunde vwo 2010 - II

Eindexamen scheikunde vwo 2010 - II Beoordelingsmodel Alcoholintolerantie 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: et is de omzetting van een (primaire) alcohol tot een alkanal; daarbij reageert de (primaire) alcohol met

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde pilot vwo II

Eindexamen scheikunde pilot vwo II Beoordelingsmodel Zelfherstellende verf 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: C C C ( ) 6 C dubbele binding tussen en C in de isocyanaatgroepen 1 dubbele binding tussen C en in de isocyanaatgroepen

Nadere informatie

Koolstofverbindingen 2

Koolstofverbindingen 2 Koolstofverbindingen 2 Een samenvatting van hoofdstuk 15 1 Inleiding Koolstofverbindingen uit hoofdstuk 5 algemene voorbeeld naam formule Alkanen C n H 2n+2 2,3-dimethylbutaan Alkenen C n H 2n 2-methyl-2-

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE ATIALE SEIKUDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRDE 1 (de week van) woensdag 2 februari 2011 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 15 deelvragen.

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde vwo II

Eindexamen scheikunde vwo II Beoordelingsmodel aarverzorging maximumscore 3 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: N 2 2 2 N N 2 2 S de peptidebindingen juist getekend de zijketens juist getekend het begin van de structuurformule

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde havo 2001-II Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo I

Eindexamen scheikunde 1 vwo I Beoordelingsmodel PKU 1 maximumscore 3 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: CH 3 S H 2 N CH 2 CH 2 C H O C N H OH CH 2 C H O C N H HO CH 3 CH C H O C peptidebindingen juist getekend 1 het begin

Nadere informatie

Domein C: Koolstofchemie. Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren

Domein C: Koolstofchemie. Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren Domein C: Koolstofchemie Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren 28 verband leggen tussen de structuur van synthetische polymeren en de eigenschappen en toepassingen: (supersterke) vezel; kabel;

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correctievoorschrift VW 2010 tijdvak 2 scheikunde tevens oud programma scheikunde 1,2 herziene versie et correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2003-II

Eindexamen scheikunde havo 2003-II 4 Antwoordmodel Superzwaar 1 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 50 (neutronen). opzoeken van het atoomnummer van krypton (36) 1 berekening van het aantal neutronen: 86 verminderd met het atoomnummer

Nadere informatie

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde verzicht van reactievergelijkingen Scheikunde Algemeen Verbranding Een verbranding is een reactie met zuurstof. ierbij ontstaan de oxiden van de elementen. Volledige verbranding Bij volledige verbranding

Nadere informatie

Oefenopgaven Polymeerchemie

Oefenopgaven Polymeerchemie Oefenopgaven Polymeerchemie VWO ANTWOORDMODEL Haarkleuring (2004-I) Het juiste antwoord kan als volgt zijn genoteerd: structuurformule van serine juist structuurformule van asparaginezuur juist Wanneer

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo II

Eindexamen scheikunde havo II Beoordelingsmodel MTBE 1 maximumscore 3 2 C 5 12 O + 15 O 2 10 CO 2 + 12 2 O alleen C 5 12 O en O 2 voor de pijl 1 alleen CO 2 en 2 O na de pijl 1 juiste coëfficiënten 1 Indien een reactievergelijking

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Eindexamen vwo scheikunde pilot I Duurzame productie van waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 12 O 6 + 4 H 2 O 4 H 2 + 2 CH 3 COO + 2 HCO 3 + 4 H + molverhouding CH 3 COO : HCO 3 = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

Eindexamen scheikunde havo 2007-II Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2008-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2008-II Beoordelingsmodel De nylonbacterie 1 maximumscore 3 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 2,0 10 2. notie dat N 2 2 2 2 2 de repeterende eenheid is van een molecuul nylon-6 (eventueel impliciet)

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist

Nadere informatie

TF2 6VWO H 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Antwoorden oefenopgaven

TF2 6VWO H 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Antwoorden oefenopgaven TF2 6VW 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Antwoorden oefenopgaven Benzine (1993-II opgave I) Bij het maken van benzine wordt vaak een stof toegevoegd die de volgende structuurformule heeft: 3 3 3 3 4p 1 Geef

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2007-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Aspirinebereiding 1 maximumscore 2 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat reactie 2 een additiereactie is. de C = C binding in het keteenmolecuul verdwijnt 1 conclusie 1 Indien

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2006-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2006-I 4 Beoordelingsmodel MZA Maximumscore 4 1 stof I: cis-buteendizuur stereo-isomeer van stof I: trans-buteendizuur buteen als stamnaam 1 dizuur als achtervoegsel 1 voorvoegsel cis bij de naam van stof I en

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-I

Eindexamen scheikunde havo 2001-I Eindexamen scheikunde havo -I 4 Antwoordmodel Nieuw element (in de tekst staat:) deze atomen zijn eerst ontdaan van een aantal elektronen dus de nikkeldeeltjes zijn positief geladen Indien in een overigens

Nadere informatie

In deze moleculen bevinden zich een of meer dubbele of drievoudige bindingen.

In deze moleculen bevinden zich een of meer dubbele of drievoudige bindingen. Alkenen en alkynen algemene formule van ALKENEN ALKANEN n 2n In deze moleculen bevinden zich een of meer dubbele of drievoudige bindingen. Alkenen en alkynen algemene formule van alkenen n 2n algemene

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correctievoorschrift VW 2010 tijdvak 2 scheikunde (pilot) herziene versie et correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Ky-auto 1 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat de elektrode waaraan zuurstof reageert de positieve elektrode is. zuurstof is de oxidator / neemt elektronen op / zuurstofmoleculen

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2006-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2006-II 4 Beoordelingsmodel ollageen 1 et antwoord kan als volgt zijn genoteerd: 3 S 2 2 2 2 2 N N 2 N peptidebindingen juist getekend 1 het begin van de structuurformule weergegeven met N met N met N en het einde

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde I

Eindexamen vwo scheikunde I Waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 1 O 6 + 4 H O 4 H + CH COO + HCO + 4 H + molverhouding CH COO : HCO = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor H + gelijk aan de som van de coëfficiënten

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

H C H. 4-amino-2-pentanon propylmethanoaat 4-hydroxy-2-methyl-2-buteenzuur. 2,3-dihydroxypropanal

H C H. 4-amino-2-pentanon propylmethanoaat 4-hydroxy-2-methyl-2-buteenzuur. 2,3-dihydroxypropanal efenopgaven hoofdstuk 12 1 pgave 1 Geef de systematische naam van de volgende stoffen: 2 2 2 4-amino-2-pentanon propylmethanoaat 4-hydroxy-2-methyl-2-buteenzuur 2 2 -methoxycycolpentaancarbonzuur de ester

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2003-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel N 1 N + N N en voor de pijl en N na de pijl 1 bij juiste formules voor en na de pijl: juiste coëfficiënten 1 Een voorbeeld van een juist energiediagram is: E 1 mol N -0,815. 10 5 J 1 mol

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-I 4 Antwoordmodel Vitamine C 1 De koolstofatomen met de nummers 4 en 5 zijn asymmetrisch. één asymmetrisch koolstofatoom aangeduid 1 het tweede asymmetrische koolstofatoom aangeduid 1 Indien behalve de nummers

Nadere informatie

TF2 6VWO H 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Oefenopgaven

TF2 6VWO H 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Oefenopgaven TF2 6VW, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 efenopgaven Benzine (1993-II opgave I) Bij het maken van benzine wordt vaak een stof toegevoegd die de volgende structuurformule heeft: 3 3 3 3 4p 1 Geef de systematische

Nadere informatie

Samenvatting koolstofchemie 1A

Samenvatting koolstofchemie 1A Samenvatting koolstofchemie 1A Homologe reeksen: Alkanen Alkenen Alkynen CnHn2+2 CnHn2 CnHn2-2 Substitutiereacties Substitutiereactie van halogenen (Cl2, F2, Br2, I2) aan alkanen verlopen alleen als er

Nadere informatie

SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN

SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN Auteurs Tessa Lodewijks Toon de Valk Eindredactie Aonne Kerkstra Eerste editie Malmerg s-hertogenosch www.nova-malmerg.nl 5 Koolstofverindingen Praktijk Glycol vragen 1 a

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-II Beoordelingsmodel Brons 1 maximumscore 4 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 78,3(%). berekening van het aantal mmol S 2 3 2 : 18,3 (ml) vermenigvuldigen met 0,101 (mmol ml 1 ) 1 omrekening van

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

Eindexamen scheikunde havo 2008-I Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +

Nadere informatie

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt

Nadere informatie

Frank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen.

Frank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen. UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 november 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2007-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2007-II Beoordelingsmodel EcoEthanol TM 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: Er komt minder broeikasgas / de toename van het 2 gehalte in de atmosfeer wordt minder / het gaat de opwarming van

Nadere informatie

Hertentamen Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers i.o. en operatie-assistenten i.o.

Hertentamen Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers i.o. en operatie-assistenten i.o. Hertentamen Inleiding Scheikunde voor anesthesiemedewerkers i.o. en operatie-assistenten i.o. voorjaar 2008 - Antwoorden docent: drs. Ruben E. A. Musson Deze toets bestaat uit 25 vragen waarvan sommige

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo I

Eindexamen scheikunde havo I pgave (mono)stikstofmono-oxide Indien als antwoord stikstofoxide is gegeven 2 Een juiste verklaring leidt tot de uitkomst 7 (elektronen). elk atoom bevat 8 elektronen in totaal bevat het 2 - ion dus 2

Nadere informatie

Oefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel

Oefenvraagstukken 5 HAVO Hoofdstuk 13 Antwoordmodel Oefenvraagstukken 5 AVO oofdstuk 13 Antwoordmodel Reactieomstandigheden 1 + 2 et zuur was in overmaat aanwezig dus de hoeveelheid O 2 is afhankelijk van de hoeveelheid ao 3. Alle drie gaan uit van dezelfde

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Ademtest 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Een ureummolecuul bevat NH 2 groepen / N-H bindingen, zodat er waterstbruggen (met watermoleculen) gevormd kunnen worden. (Dus ureum is

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde vwo I

Eindexamen scheikunde vwo I Beoordelingsmodel Ureum 1 maximumscore 3 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat in ureum het massapercentage hoger is dan in ammoniumnitraat. de formule van ammoniumnitraat is 4 3 1 de massa van

Nadere informatie

1 De bouw van stoffen

1 De bouw van stoffen Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Epoxypropaan 1 maximumscore 3 methoxyetheen stamnaam etheen 1 voorvoegsel methoxy 2 Indien een naam is gegeven waarin als enige fout een onjuist voorvoegsel voorkomt, maar uit de naam

Nadere informatie

scheikunde vwo 2016-II

scheikunde vwo 2016-II Chillen bij 60 C 1 maximumscore 4 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: de peptidebindingen juist weergegeven 1 de restgroepen juist weergegeven 1 structuurformule van H 2 O en juiste waterstofbrug

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Oefentoets polymeren havo en vwo

Oefentoets polymeren havo en vwo Oefentoets polymeren havo en vwo Opgave 1 Kunststofrecycling Sinds een aantal jaar wordt in Nederland kunststof op verschillende manieren apart ingezameld. In het scheikundige tijdschrift chemische feitelijkheden

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2004-I

Eindexamen scheikunde havo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Rookmelder 1 aantal protonen: 93 aantal neutronen: 144 naam van element X: neptunium aantal protonen: 93 1 aantal neutronen: 241 verminderen met het genoemde aantal protonen en verminderen

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Opgave 10.1 Toepassingen van aardolie 1. benzine, brandstof voor motoren 2. asfalt, voor het maken van wegen 3. plastics, voor het maken van

Nadere informatie

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel SE voorbeeldtoets 5AV antwoordmodel Stikstof Zwaar stikstofgas bestaat uit stikstofmoleculen waarin uitsluitend stikstofatomen voorkomen met massagetal 15. 2p 1 oeveel protonen en hoeveel neutronen bevat

Nadere informatie

Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN

Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN Oefenopgaven ANALYSETECHNIEKEN vwo Massaspectrometrie en IR-spectrometrie OPGAVE 1 MTBE is een stof die aan benzine wordt toegevoegd voor een betere verbranding (de klopvastheid wordt vergroot). Door middel

Nadere informatie

Isomeren van C4H8O2. EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1997, TWEEDE TIJDVAK, opgaven

Isomeren van C4H8O2. EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1997, TWEEDE TIJDVAK, opgaven EXAMEN SEIKUNDE VW 1997, TWEEDE TIJDVAK, opgaven 1 Buteendizuuranhydride 1997-II(I) Butaan ( 4H 10) wordt onder andere gebruikt als grondstof voor de bereiding van buteendizuuranhydride. De molecuulformule

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo II

Eindexamen scheikunde 1 vwo II Beoordelingsmodel Cacaoboter 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: De warmte die nodig is voor het smelten, wordt aan de mond onttrokken. Smelten is (kennelijk) een endotherm proces.

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2000-II

Eindexamen scheikunde havo 2000-II Eindexamen scheikunde havo -II 4 Antwoordmodel Lood Een juiste afleiding leidt tot de uitkomst (neutronen). berekening van het aantal neutronen in een U-38 atoom en berekening van het aantal neutronen

Nadere informatie

Examen HAVO en VHBO. Scheikunde oude stijl

Examen HAVO en VHBO. Scheikunde oude stijl Scheikunde oude stijl Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 1 VHBO Tijdvak 2 Vrijdag 26 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat

Nadere informatie

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof. 1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I Eindexamen scheikunde 1 vwo 004-I 4 Beoordelingsmodel Zink 1 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: IJzerionen zijn Fe + of Fe 3+ en sulfide-ionen zijn en dat leidt tot de formule Fe of Fe

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Eindexamen vwo scheikunde pilot I Biodiesel uit plantaardig afval 16 maximumscore 2 De verbrandingswarmte van 1,0 L ethaanzuur bedraagt 3 1, 0 1, 05 10 5 6 8,72 10 10 = 15(MJ). 60,05 (Dit is kleiner dan 24 MJ L 1.) berekening van het aantal

Nadere informatie

::s. .c e en. _ Examen VWO. ~.- Cl)

::s. .c e en. _ Examen VWO. ~.- Cl) _ Examen VWO ~ Voorbereidend C Wetenschappelijk Onderwijs ::s ~.- Cl).c e en Tijdvak 1 Maandag 24 mei 13.30-16.30 uur Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden aan het

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Etheen 1 Het juiste antwoord kan als volgt zijn weergegeven: 2 H 2 H 2 H 2 H 2 H H H H H H H H + 2H 2 2 H + H H H H H H H 2 voor de pijl 1 formule van glucose en het overgebleven fragment

Nadere informatie

scheikunde vwo 2017-I

scheikunde vwo 2017-I PAL 1 maximumscore 1 NH 3 2 maximumscore 4 Een juist antwoord kan als volgt zijn weergegeven: de restgroepen juist weergegeven en 1 de peptidebindingen juist weergegeven en de rest van de structuurformule

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2000-I

Eindexamen scheikunde havo 2000-I 4 Antwoordmodel et goud der dwazen aantal protonen: 3 aantal elektronen: 34 aantal protonen: 3 aantal elektronen: aantal protonen plus Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: de geleidbaarheid bepalen,

Nadere informatie

Oefenopgaven analysetechnieken Scheikunde 2

Oefenopgaven analysetechnieken Scheikunde 2 Oefenopgaven analysetechnieken Scheikunde 2 Massaspectrometrie en IR-spectrometrie In het eindexamen van 2001 (eerste tijdvak) komt een opgave voor over MTBE. Dat is een stof die aan benzine wordt toegevoegd

Nadere informatie

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE OVERZICHT 1. Structuur van het koolstofatoom 2. Isomerie 3. De verzadigde koolwaterstoffen of alkanen 4. De alkenen 5. De alkynen 6. De alcoholen

Nadere informatie

Examen VWO. Scheikunde

Examen VWO. Scheikunde Scheikunde Examen VW Voorbereidend Wetenschappelijk nderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 26 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2005-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Alcoholtest 1 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat de werking van het enzym aldehydedehydrogenase wordt geblokkeerd. (misselijkheid betekent) aceetaldehyde wordt niet omgezet

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-II Eindexamen scheikunde -2 vwo 200-II 4 Antwoordmodel Dizuren 6 0 + 4 2 2 6 0 4 + 4 2 6 0 voor de pijl en 6 0 4 na de pijl 2 2 voor de pijl en 2 na de pijl juiste coëfficiënten Indien de vergelijking 6 0

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.

Nadere informatie

Stabilisator voor PVC

Stabilisator voor PVC Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 21 juli 2017

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 21 juli 2017 UITWERKING CCVS-TENTAMEN 21 juli 2017 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde vwo I

Eindexamen scheikunde vwo I Beoordelingsmodel Nikkel 1 maximumscore 3 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Je moet een bekende hoeveelheid van de gassen die de fabriek uitstoot, nemen. De hoeveelheid jood die in de joodoplossing

Nadere informatie

Koolstofdioxide1985-II(I)

Koolstofdioxide1985-II(I) EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1985, TWEEDE TIJDVAK, opgaven Koolstofdioxide1985-II(I) Lucht bevat koolstofdioxide. Als lucht in water wordt geleid stelt zich onder andere het volgende evenwicht in: CO 2(g) CO

Nadere informatie

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4 Koolstofchemie I Scheikunde Havo 4 2.5 Karakteris@eke groepen series in de koolstofchemie: homologe reeksen alcoholen aminen carbonzuren homologe reeksen alkanen alkenen alkanolen CH 4 methaan C 2 H 6

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATINALE SHEIKUNDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRNDE 1 (de week van) woensdag 4 februari 2009 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 13 deelvragen

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2004-II

Eindexamen scheikunde havo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Zink 1 aantal protonen: 30 aantal elektronen: 30 aantal neutronen: 34 aantal protonen: 30 1 aantal elektronen = aantal protonen 1 aantal neutronen: massagetal aantal protonen 1 2 2

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Springst 1 maximumscore 2 Het is een homogeen mengsel, want alle reactieproducten zijn gassen / zijn op deeltjesniveau/moleculair niveau verdeeld. alle reactieproducten zijn gassen / zijn op deeltjesniveau/moleculair

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo I

Eindexamen scheikunde 1 vwo I Eindexamen scheikunde vwo 200 I 4 Antwoordmodel Dizuren Voorbeelden van goede antwoorden zijn: Bij de productie met salpeterzuur moet er een voorziening komen om te vermijden dat stikstdioxide in het milieu

Nadere informatie

Grensvlakpolymerisatie

Grensvlakpolymerisatie Grensvlakpolymerisatie 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: De reactor wordt gekoeld (dus er komt energie vrij). De reactie is dus exotherm. de reactor wordt gekoeld 1 conclusie 1

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo II

Eindexamen scheikunde havo II Opgave aantal protonen : 48 aantal elektronen : 46 aantal protonen: 48 aantal elektronen: aantal protonen minus 2 2 selenide ion : Se 2- cadmium(ii)selenide : dse selenide-ion: Se 2- formule cadmiumselenide

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting door een scholier 2082 woorden 9 oktober 2005 6,4 56 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde, hoofstuk 2 en 3 Par. 2.1 Fossiele brandstoffen Fossiele

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Opgave 10.1 Toepassingen van aardolie 1. benzine, brandstof voor motoren 2. asfalt, voor het maken van wegen 3. plastics, voor het maken van

Nadere informatie

scheikunde vwo 2017-II

scheikunde vwo 2017-II Kerosine uit zonlicht maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste berekening is: E = ( 2,42 0 5 ) + 0,5 ( 3,935 0 5 ) + 0,5 (,05 0 5 ) = +3,84 0 5 (J mol ). juiste verwerking van de vormingswarmten van

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

Inhoudsopgave. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen C1 54 de stofklassen op basis van de functionele groep herkennen.

Inhoudsopgave. LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen C1 54 de stofklassen op basis van de functionele groep herkennen. Inhoudsopgave Carbonzuren en carbonzuurderivaten... 2 1. Karakteristieke groep en naamgeving... 2 2. Toepassingen en voorkomen... 2 3. Fysische eigenschappen... 3 3.1. Kook- en smeltpunt... 3 3.2. Oplosbaarheid...

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016 NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 2 af te nemen in de periode van 23 tot en met 30 maart 2016 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 9 onderwerpen en 3 opgaven

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. na de pijl 1. + HCl NH 4. O NH OH gevolgd door H + + OH H 2

Vraag Antwoord Scores. na de pijl 1. + HCl NH 4. O NH OH gevolgd door H + + OH H 2 Ademtest 1 maximumscore 2 NH 3 + H + NH 4 + H + voor de pijl 1 NH 3 voor de pijl en NH + 4 na de pijl 1 Indien als antwoord is gegeven NH 3 + HCl NH 4 Cl 1 Wanneer een antwoord is gegeven als: NH 3 + H

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde pilot havo I

Eindexamen scheikunde pilot havo I Beoordelingsmodel uderdomsbepaling 1 maximumscore 1 edelgassen Indien het antwoord groep 18 is gegeven 0 Scores 2 maximumscore 2 aantal protonen aantal neutronen aantal elektronen in 40 K en in 40 Ar ongelijk

Nadere informatie

Opgave 1: Turners. (1) 1 Geef de systematische naam van het zouthydraat dat ontstaat bij het opnemen van water door magnesium.

Opgave 1: Turners. (1) 1 Geef de systematische naam van het zouthydraat dat ontstaat bij het opnemen van water door magnesium. Lyceum Oudehoven oefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen juni 2016 Leerjaar: 4 AVO Vak: Scheikunde Datum: 24-06-2015 Tijd: 13:00-14:30 Uitdelen: 1 opgavenboekje + lijn foliopapier Toegestaan: BINAS Er

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde pilot vwo I

Eindexamen scheikunde pilot vwo I Beoordelingsmodel De bereiding van nikkel uit erts 1 maximumscore 3 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Je moet een bekende hoeveelheid van de gassen die de fabriek uitstoot, nemen. De hoeveelheid

Nadere informatie

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE Oefenopgaven CEMISCE INDUSTRIE havo OPGAVE 1 Een bereidingswijze van fosfor, P 4, kan men als volgt weergeven: Ca 3 (PO 4 ) 2 + SiO 2 + C P 4 + CO + CaSiO 3 01 Neem bovenstaande reactievergelijking over

Nadere informatie

Oefenopgaven KOOLSTOFCHEMIE II

Oefenopgaven KOOLSTOFCHEMIE II efenopgaven KLSTFEMIE II vwo Inleiding Maak eerst de opgaven over dit onderwerp die bij havo staan. In dit document vind je alleen aanvullende opgaven. PGAVE 1 Als men 2 methylbutanal in water oplost,

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2001-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2001-I Eindexamen scheikunde vwo -I 4 Antwoordmodel Parkeerkaartje Het juiste antwoord is: S O 8 - + I - SO4 - + I S O 8 - voor de pijl en SO4 - na de pijl I - voor de pijl en I na de pijl Indien de volgende

Nadere informatie

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Hoofdstuk 1: Zouten 1: Atoombouw Reactie: hergroepering van atomen van het beginmolecuul naar het eindmolecuul Elektron: negatief geladen deeltje, onderdeel

Nadere informatie