Samenvatting koolstofchemie 1A

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting koolstofchemie 1A"

Transcriptie

1 Samenvatting koolstofchemie 1A Homologe reeksen: Alkanen Alkenen Alkynen CnHn2+2 CnHn2 CnHn2-2 Substitutiereacties Substitutiereactie van halogenen (Cl2, F2, Br2, I2) aan alkanen verlopen alleen als er bestraald wordt met UV-licht. Voorbeeld: ethaan + chloor C2H6 + Cl2 ==> C2H5Cl1 + H1Cl1 verdieping: o.i.v. licht ontstaat uit Chloor Cl2 de zeer reactieve radicaalstof chloryl Cl1 Beschrijf deze initiatiestap met een reactie vergelijking: Cl2 ==> 2 Cl1 Het ontstaan van chloryl kunnen beschrijven met het volgende energie-diagram: Je kunt zien dat deze initiatiestap endotherm is, want het energieniveau van chloryl ligt hoger. Additiereacties Additereacties van halogenen, waterstof (H2) of water (H2O) aan alkenen of alkynen verlopen zonder dat activeringsenergie hoeft te worden toegevoegd, Reactievergelijkingen wanneer etheengas door broomwater wordt geleid: C2H4 + Br2 ==> C2H4Br2 (broom aan alkeen) ( rationele naam vd ontstane stof: 1,2-dibroomethaan) C2H4 + H2O ==> C2H6O1 (water aan alkeen) (rationele naam vd ontstane stof: ethanol) PAGINA 1

2 Heb ik te maken met een alkaan of alkeen/alkyn? Als je broomwater (in het donker) toevoegt en het wordt niet kleurloos dan had je te maken met een alkaan. (Er vindt geen reactie plaats ) Wordt het wel kleurloos dan heeft er wel reactie plaastgevonden en was de stof een alkeen of alkyn) Verbranding Volledige verbranding van ethaan: 2 C2H6 + 7 O2 ==> 4 CO2 + 6 H2O Hoeveel gram kooldioxide ontstaat er als er 10 liter ethaan volledig verbrand. C2H6 weegt 30g/mol en de dichtheid is 1,36 g/cm 3 ( x 1,36 =) g : 30 = 453 mol ethaan wordt verbrand Dus 453 : 2 x 4 = 906 mol kooldioxide 906 x 44 = 4,0 x 10 4 g kooldioxide Veel verbrandingen van koolwaterstoffen zijn exotherm, daarom kunnen ze worden gebruikt als brandstof: de chemische energie wordt daarbij omgezet in een andere soorten energie Bekendste koolwaterstof is methaan, deze fossiele brandstof zit in aardgas. Ander bekende fossiele brandstoffen steenkool, bruinkool, turf en ook aardolie. Hout is geen fossiele brandstof, want het is nog niet gefossiliseerd. De industriële revolutie begon rond 1840 (stoomtreinen) vanaf toen nam het gebruik van fossiele brandstoffen in een snel tempo toe. Vooral door de makkelijke beschikbaarheid van de brandstoffen. Een gevolg hiervan is de toenemende koolstofdioxideconcentratie in de aardatmosfeer. Volumepercentage CO2 in de aardatmosfeer op dit moment 0,04 % (één significant cijfer) Aanhangers van de broeikastheorie willen maatregelen om de CO2 emissie te beperken. Klimaatsceptici denken dat de gevolgen wel meevallen. Een verondersteld nadelig gevolgd van de toenemende koolstofdioxideconcentratie: opwarming van de aarde. Samenvatting koolstofchemie 1B Ook voor klimaatsceptici is het verstandig om het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken, omdat deze er niet zijn in oneindige voorraden. Bovendien zijn koolwaterstoffen grondstof voor veel andere stoffen. Een stof, materiaal of product waarvoor aardolie de grondstof is: (auto)brandstof, kerosine, plastic en cosmetica PAGINA 2

3 Isomeren Bij de studie naar toepassingen van koolwaterstoffen, -maar ook als je zuiver wetenschappelijk onderzoekt-, kom je erachter dat er verschillende stoffen bestaan waaraan dezelfde chemische formule moet worden toegekend. We noemen dit: isomeren. Isomeren zijn stoffen met dezelfde molecuulformule, maar met een andere structuurformule Zo bestaan er drie stoffen met de chemische formule C4H8 1-buteen 2-buteen 2-methyl-1-propeen Ook voor andere niet-metaal-verbindingen kunnen structuurformules getekend worden. Water Waterstofperoxide H-O-H H-O-O-H Ethanol Methoxymethaan Ethanol en methoxymethaan zijn isomeren van elkaar! 3 van de 4 bovenstaande stoffen reageren met natrium waarbij o.a. waterstof (H2) In de structuur formule is die eigenschap verwerkt met een O-H binding (Alle stoffen met een -O-H groep reageren met natrium) Het aantal bindingen wat een niet-metaal-element kan maken noemen we de covalentie (= het aantal streepjes). Op basis van het aantal te tekenen structuurformules kun je voorspellen hoeveel structuurisomeren (isomere stoffen) er met een zelfde chemische formule bestaan. PAGINA 3

4 Zo zijn er bijvoorbeeld drie isomere pentanen: Element Covalentie Koolstof ( C ) 4 Waterstof ( H ) 1 Stikstof (N) 3 Fluor (F) 1 Chloor (Cl) 1 Broom (Br) 1 Jood (I) 1 Zuurstof (O) 2 Systematische naam van de drie isomere pentanen: n-pentaan 2-methylbutaan 2,2-dimethylpropaan Vanderwaalskracht en waterstofbruggen Met structuurformules kun je voorspellingen doen over chémische eigenschappen maar ook over twee fýsische eigenschappen van stoffen: kookpunt en oplosbaarheid in water. Als in een structuurformule van een stof een covalente O-H binding, een covalente N-H binding of een covalente F-H binding voorkomt mag je er verwachten dat de betreffende stof een hoger kookpunt heeft dan je op grond van de molmassa zou verwachten én ook dat de stof goed in water oplost. formule C3H8 C2H6O1 Molmassa (g/mol) Kookpunt (K) Oplosbaarheid in water Niet in alle verhoudingen mengbaar Ter verklaring van het onverwacht hoge kookpunt en het hydrofiele karakter van stoffen met een hydroxygroep OH of een aminogroep NH2 in de structuurformule is door chemici het concept H-brug (waterstofbrug) bedacht. Om dat concept te visualiseren stellen chemici stoffen (met een kookpunt lager dan ongeveer 450 K) voor met bolletjes die ze moleculen noemen. Bij een vaste stof tekenen ze de moleculen netjes gerangschikt in een rooster, stevig aan elkaar vast. Bij een vloeistof bewegen de moleculen los van elkaar maar wel dicht bij elkaar. Bij een gas bewegen de moleculen los van elkaar en ook ver van elkaar. PAGINA 4

5 De kracht die je moet veronderstellen om te kunnen begrijpen dat moleculen in een rooster dicht bij en aan elkaar blijven zitten hebben chemici Vanderwaalskracht genoemd. Het onverwacht hoge kookpunt van water (en andere stoffen met een OH, -NH en/of F-H in de structuurformule) kan op microniveau verklaard worden als je aanneemt dat er tussen de moleculen een extra aantrekkende kracht werkzaam is, H-bruggen (de gestippelde lijnen): Stoffen die waterstofbruggen kunnen vormen lossen goed op in water. Je mag dus verwachten dat ethanol goed oplost in water. Reacties in structuurformules Omdat er van veel stoffen isomeren bestaan zijn molecuulformules dus niet zo handig voor het gebruik in de koolstofchemie. Daarom worden chemische reacties in de koolstofchemie meestal weergegeven in structuurformules. Additiereactie: Een alkeen kan reageren met bijvoorbeeld een halogeen (F2, Cl2, Br2, I2). Hierbij 'klapt de dubbele binding open en aan weerszijde van deze opengeklapte binding zal een halogeenatoom zich binden. Bijvoorbeeld: Broom en Etheen. Er ontstaat 1,2-dibroomethaan. De additiereactie gaan ook gemakkelijk met waterstof, waterstoffluoride, waterstofchloride, waterstofbromide en water. Substitutiereactie: Onder invloed van licht kun je een alkaan laten reageren met een halogeen (F2, Cl2, Br2). Waterstofatomen uit het alkaanmolecuul worden dan vervangen. Bijvoorbeeld: Broom en Ethaan. Er ontstaat broomethaan en waterstofbromide. Wanneer broom in overmaat wordt toegevoegd zal in opeenvolgende reacties steeds een H-atoom worden vervangen door een broomatoom. Hierbij ontstaat ook steeds weer HBr. PAGINA 5

6 Bereken hoeveel mol monobroomethaan er kan ontstaan als er 45 gram ethaan volledig reageert zoals beschreven in bovenstaande reactie: Molmassa van ethaan is 30 g/mol 1 : 1 : 1 : 1 is de molverhouding Dus 45 : 30 = 1,5 mol ethaan verdwijnt er, dus ook 1,5 mol monobroomethaan ontstaat er. PAGINA 6

7 Verdieping: Bij de beantwoording van bovenstaande vraag heb je de reactievergelijking geïnterpreteerd op macroniveau, omdat je rekent in mol en gram (= macro, kun je zien) en niet per molecuul ( = micro). In BINAS-tabel 58 kun je opzoeken hoeveel energie het kost per mol om een covalente binding te verbreken: die energie wordt de bindingsenergie genoemd. Energiediagram voor de reactie waarbij uit broom bromyl ontstaat. De hoeveelheid energie die nodig is om uit 1 mol chloor chloryl te maken is 2, J Voor het laten ontstaan van bromyl uit broom hoeft de kwaliteit van de ingestraalde lichtenergie niet zo hoog te zijn als bij de reactie waarbij chloryl ontstaat uit chloor. Ook dit kun je afleiden uit de bindinsenergie, maar daarvoor is wel een redenering op microniveau nodig. Met bindingsenergieën zoals vermeld in BINAS-tabel 58 kun je berekenen hoeveel energie bij een reactie vrijkomt of nodig is. Bromering van methaan: methaan + broom à monobroommethaan + broomwaterstof Verbreken C-H-binding 4, J Verbrken Cl-Cl-binding 1, J + Totaal nodig: 6, J Ontstaan C-Br-binding 2, J Ontstaan H-Br-binding 3, J + Totaal ontstaan 6, J Dus in totaal komt er vrij : 6, J 6, J = 0, J Een beschrijving op microniveau ziet er op basis van deze vergelijking als volgt uit: in een methaanmolecuul wordt een covalente C-H-binding verbroken, in een broommolecuul wordt een covalente Br-Br-binding verbroken, er wordt een covalente C-Br-binding gevormd en er wordt een covalente H-Br-binding gevormd PAGINA 7

8 Samenvatting koolstofchemie 1C Condensatiereacties Een O-H-binding in de structuurformule betekent niet alleen dat de betreffende stof met natrium kan reageren maar ook dat er door reactie met een (ander) alcohol een ether en water kan ontstaan. reactie 1 Methanol + ethanol een ether + water Wat gebeurt en dan dus: Zo ontstaat een ester en water wanneer een alcohol reageert met een carbonzuur reactie 2 2-propanol + ethaanzuur een ester + water Wat gebeurt en dan dus: PAGINA 8

9 Wanneer een amine reageert met een carbonzuur ontstaat een amide en water reactie 3 Ethaanamine + propaanzuur een amide + water Wat gebeurt en dan dus: Bij esters en amiden is de stam van de systematische naam niet afgeleid van de langste onvertakte keten van C s in de structuurformule maar van de naam van het carbonzuur waaruit ester of amide kunnen ontstaan. Stof ontstaan bij reactie: reactie 2 Ester Structuurformule Rationele naam reactie 3 Amide reactie 1 Ether Polymerisatie Bij condensatiepolymerisatie wordt uitgegaan van moleculen die twee functionele groepen hebben, bijvoorbeeld een combinatie van carbonzuurgroepen (-COOH), aminegroepen (-NH2) en alcoholgroepen (-OH). Polymeren die door condensatiepolymerisatie worden gevormd zijn: Polyamide: door reactie van carbonzuurgroepen met aminegroepen. Polyester: door reactie van carbonzuurgroepenen met alcoholgroepen (zie reactievergelijking) PAGINA 9

10 Polycondensatie komt voor bij maken van eiwitten uit losse aminozuren (zie onderstaande vergelijking) en het maken van vetten uit vetzuren en een alcohol. Het omgekeerde van polycondensatie is hydrolyse. Hydrolyse: ester +water ==> alcohol + carbonzuur Reacties waarbij een ester met water reageert tot een alcohol en een carbonzuur noemen we een hydrolyse (hydro=water, lyse=kapot maken) Zoals je kunt zien is deze hydrolyse de omgekeerde reactie van een verestering (=vorming van een ester) Niet-aflopende reactie, evenwichtstoestand, evenwichtsverschuiving Een reactie die niet doorgaat totdat één van de beginstoffen helemaal verdwenen is, wordt een niet-aflopende reactie genoemd. We geven een niet aflopende reactie aan met een dubbele pijl (zie onder) Een voorbeeld van een niet aflopende reactie is de vorming van een ester. Als een alcohol en een carbonzuur onder de juiste omstandigheden worden samengevoegd zal er een verestering PAGINA 10

11 plaatsvinden. Er ontstaat een ester en water. Echter een ester en water kunnen ook samen weer een alcohol en een carbonzuur vormen (hydrolyse). Hierdoor zullen de beginstoffen nooit helemaal verdwijnen. De concentratie van de stoffen in het mengsel van stoffen zal na verloop van tijd niet meer veranderen. Die samenstelling noemen we de evenwichtstoestand. In het mengsel zal deze evenwichtstoestand zoveel mogelijk worden gehandhaafd. Wanneer men de concentratie van een stof in het mengsel verandert zal het evenwicht gaan verschuiven. Bijvoorbeeld: - Als er wat ester verdwijnt doordat het verdampt zal er ester bij geproduceerd moeten worden om de evenwichtstoestand te herstellen. We zeggen dan 'het evenwicht verschuift naar rechts'. - Als er wat extra water wordt toegevoegd aan het mengsel zal er wat water moeten verdwijnen. Het 'evenwicht verschuift naar links' PAGINA 11

12 Bijlage: Systematische naamgeving in de koolstofchemie Als we in de koolstofchemie stoffen via de systematische naamgeving gaan benoemen stellen we ons de volgende vragen: 1. Wat is de langste keten (hoofdketen)? 2. Welke zijgroep en/of karakteristieke groep is hieraan gebonden? 3. Hoeveel zijgroepen en/of karakteristieke groepen zijn aanwezig? 4. Welke groep heeft de hoogste prioriteit (voorrangsregels)? 5. Op welke plaats bevinden de groepen zich? De langste onvertakte koolstofketen vormt de hoofdketen. De naam van de hoofdketen is de stamnaam. Aantal C atomen in hoofdketen stamnaam 1 methaan 2 ethaan 3 propaan 4 butaan 5 pentaan 6 hexaan 7 heptaan 8 octaan 9 nonaan 10 decaan Alle koolstofatomen/-ketens die niet tot de hoofdketen behoren zijn zijgroepen. We noemen deze ook wel akylgroepen. Alkylgroep -CH3 -CH2-CH3 -CH2-CH2-CH3 Naam methyl ethyl propyl (1-methylethyl) of isopropyl Zijgroepen kunnen ook iets anders zijn dan een alkylgroep. Deze zijgroepen noemen we karakteristieke (of functionele) groepen. Dit zijn bijvoorbeeld de halogeenatomen (-F, -Cl, -Br, - I). PAGINA 12

13 In de systematische naamgeving gelden een aantal regels met betrekking tot zijgroepen: De plaats van de zijgroepen worden aangegeven met een plaatsnummer. De plaatsnummers moeten zo klein mogelijk zijn. Als er geen verwarring mogelijk is mag je het plaatsnummer weglaten. Als er van een zijgroep meer dan één in de structuurformule voorkomt krijgt de naam van die zijgroep een numeriek voorvoegsel (di, tri, tetra, enzovoorts). Iedere zijgroep moet wel zijn eigen plaatsnummer krijgen. Het numeriek voorvoegsel mono wordt meestal weggelaten. Bij verschillende zijgroepen in een structuurformule houden we een alfabetische volgorde aan. Hierbij let je niet op de numerieke voorvoegsels. Een dubbele of drievoudige binding tussen de koolstofatomen is ook een karakteristieke groep. Bij aanwezigheid van een dubbele binding verandert de -aan in de stamnaam in -een. Dit zijn de alkenen. Bij aanwezigheid van een drievoudige binding verandert de -aan in de stamnaam in -yn. Dit zijn de alkynen. Bij meerdere dubbele of drievoudige bindingen in een structuurformule wordt het aantal aangegeven met een numeriek voorvoegsel (bv. bij twee dubbele bindingen -dieen). Iedere dubbele of drievoudige binding krijgt een plaatsnummer (het nummer waar de binding begint). Alcoholen Het kenmerk van alcohol is de -OH groep (hydroxylgroep). Als in een alkaanmolecuul één H atoom wordt verwisselt voor een OH groep, is het een alkanol. 1-propanol is een primaire alkanol. 2-propanol is een secundair alkanolen. Het aantal C atomen dat aan het C atoom zit gebonden, waaraan ook de hydroxylgroep zit bepaald of het een primaire, secundaire of tertiaire alcohol is. Aldehyden en ketonen: Aldehyden zijn stoffen met aan een primair koolstofatoom een zuurstofatoom gebonden met een dubbele binding. Deze stoffen hebben het achtervoegsel "al": alkanal. Een bekend voorbeeld is methanaloplossing: formaline, beter bekend als sterk water. Ketonen zijn stoffen met aan een secundair koolstofatoom een zuurstofatoom gebonden met een dubbele binding. Deze stoffen hebben het achtervoegsel "on": alkanon. Een bekend voorbeeld is propanon: aceton. Ethers (Alkoxyalkanen): Ethers zijn isomeren van alcoholen, maar zij hebben een R-O-R groep als karakteristieke groep (waarbij R een willekeurige koolwaterstofketen voorstelt). Deze stoffen zijn voorbeelden van ethers, stoffen die amper reageren en heel erg brandbaar zijn. PAGINA 13

14 Aminen en alkaanzuren Aminen zijn alkanen met een -NH2 groep. Deze stoffen krijgen het achtervoegsel "amine" of het voorvoegsel "amino". Alkaanzuren zijn alkanen die een een -COOH groep hebben. Aan het C atoom zit dan een OH groep vast en een O groep met dubbele binding. Zulke stoffen krijgen het achtervoegsel "zuur". Voorrangsregels: Let op: In namen wordt maar 1 achtervoegsel gebruikt (bijv: -ol, -al, -on) Het achtervoegsel dat het hoogst vermeld staat in BiNaS tabel 66D heeft daarbij 'voorrang'. De andere karakteristieke groep(en) vind je als voorvoegsel terug. Bijvoorbeeld: de hier afgebeelde stof heeft een primaire =O groep en -OH groep. Volgens tabel 66D heeft de =O groep de hoogste prioriteit en krijgt deze groep het achtervoegsel. De naam zal dus eindigen op -al. De -OH groep krijgt het voorvoegsel (=hydroxy). De naam wordt dus 3-hydroxy-butanal. PAGINA 14

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 en 3 Samenvatting door een scholier 2082 woorden 9 oktober 2005 6,4 56 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde, hoofstuk 2 en 3 Par. 2.1 Fossiele brandstoffen Fossiele

Nadere informatie

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 5: ORGANISCHE CHEMIE OVERZICHT 1. Structuur van het koolstofatoom 2. Isomerie 3. De verzadigde koolwaterstoffen of alkanen 4. De alkenen 5. De alkynen 6. De alcoholen

Nadere informatie

Koolstofverbindingen 2

Koolstofverbindingen 2 Koolstofverbindingen 2 Een samenvatting van hoofdstuk 15 1 Inleiding Koolstofverbindingen uit hoofdstuk 5 algemene voorbeeld naam formule Alkanen C n H 2n+2 2,3-dimethylbutaan Alkenen C n H 2n 2-methyl-2-

Nadere informatie

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4 Koolstofchemie I Scheikunde Havo 4 2.5 Karakteris@eke groepen series in de koolstofchemie: homologe reeksen alcoholen aminen carbonzuren homologe reeksen alkanen alkenen alkanolen CH 4 methaan C 2 H 6

Nadere informatie

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4

Koolstofchemie I. Scheikunde Havo 4 Koolstofchemie I Scheikunde Havo 4 2.4 Alkanen en alkenen alkanen ruimtelijke bouw van de moleculen isomerie naamgeving toepassingen alkanen (zelf doornemen) onvolledige verbranding (zelf doornemen) alkenen

Nadere informatie

Samenvattingen koolstofchemie

Samenvattingen koolstofchemie Samenvattingen koolstofchemie Algemeen Notaties Structuurformule: Een structuurformule is een getekende weergave van een molecuul waar alle verbindingen te zien zijn. Voorbeelden: 4.3C op bladzijde 134

Nadere informatie

Domein C: Koolstofchemie. Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren

Domein C: Koolstofchemie. Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren Domein C: Koolstofchemie Subdomein: Toepassingen van synthetische polymeren 28 verband leggen tussen de structuur van synthetische polymeren en de eigenschappen en toepassingen: (supersterke) vezel; kabel;

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

4.2 Koolstofchemie. Alkanen Een alkaan is een koolwaterstof die uit moleculen bestaat waarin C-atomen en H-atomen voorkomen in de verhouding:

4.2 Koolstofchemie. Alkanen Een alkaan is een koolwaterstof die uit moleculen bestaat waarin C-atomen en H-atomen voorkomen in de verhouding: 4.2 Koolstofchemie Koolwaterstoffen Alle koolstofverbindingen die alleen koolstofatomen (C) en waterstofatomen (H) bevatten, heten koolwaterstoffen. De groep van de koolwaterstoffen kun je weer verder

Nadere informatie

1.4 De langste koolstofketen wordt zodanig genummerd, dat de zijketens op de plaatsen met de laagste nummers komen, bijvoorbeeld.

1.4 De langste koolstofketen wordt zodanig genummerd, dat de zijketens op de plaatsen met de laagste nummers komen, bijvoorbeeld. 1. Alkanen 1.1 Naamgeving alkanen 4 methaan () 8 decaan ethaan () 9 undecaan propaan () 10 dodecaan () 2 butaan () 11 tridecaan () 3 pentaan () 12 tetradecaan () 4 hexaan () 13 pentadecaan () 5 heptaan

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Opgave 10.1 Toepassingen van aardolie 1. benzine, brandstof voor motoren 2. asfalt, voor het maken van wegen 3. plastics, voor het maken van

Nadere informatie

6,5. Samenvatting door een scholier 2979 woorden 6 april keer beoordeeld. Scheikunde

6,5. Samenvatting door een scholier 2979 woorden 6 april keer beoordeeld. Scheikunde Samenvatting door een scholier 2979 woorden 6 april 2011 6,5 34 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie H2 Koolstofchemie I 2.1. Koolstof In koolstofverbindingen komen vaak waterstof, zuurstof en

Nadere informatie

Koolstofverbindingen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Koolstofverbindingen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Emiel D 15 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/60781 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10

Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Uitwerkingen Basischemie laboratoriumonderwijs hoofdstuk 10 Opgave 10.1 Toepassingen van aardolie 1. benzine, brandstof voor motoren 2. asfalt, voor het maken van wegen 3. plastics, voor het maken van

Nadere informatie

Koolstofchemie. Lisette Wijkhuijs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Koolstofchemie. Lisette Wijkhuijs. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Lisette Wijkhuijs 10 april 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/97543 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 8 Koolstofchemie

Oefenvragen Hoofdstuk 8 Koolstofchemie Oefenvragen Hoofdstuk 8 Koolstofchemie Vraag 1 Bekijk de afbeelding van de gefractioneerde destillatie, waarin acht nummers zijn toegevoegd en de namen van de fracties zijn weggelaten. Kruis voor elke

Nadere informatie

3 h3 organische chemie. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

3 h3 organische chemie. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Its Academy 08 may 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/51236 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

H4sk-h3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

H4sk-h3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Willem de Zwijgerteam 20 september 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/65592 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1

Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Samenvatting Pulsar Chemie (Scheikunde): boek 1 Hoofdstuk 1: Zouten 1: Atoombouw Reactie: hergroepering van atomen van het beginmolecuul naar het eindmolecuul Elektron: negatief geladen deeltje, onderdeel

Nadere informatie

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + 2.2 Elektrisch geleidingsvermogen Demo 2.1 Geleidt stroom als vaste stof: ja / nee Geleidt stroom als vloeistof: ja/nee Opgebouwd uit welke atoomsoorten?

Nadere informatie

Extra oefenopgaven H2 [naamgeving koolwaterstoffen, rekenen met molair volume]

Extra oefenopgaven H2 [naamgeving koolwaterstoffen, rekenen met molair volume] Extra oefenopgaven H2 [naamgeving koolwaterstoffen, rekenen met molair volume] Gebruik bij deze opdrachten BINAS-tabellen 7 / 66C / 66D. Naamgeving koolwaterstoffen Bij de naamgeving kun je het onderstaande

Nadere informatie

In deze moleculen bevinden zich een of meer dubbele of drievoudige bindingen.

In deze moleculen bevinden zich een of meer dubbele of drievoudige bindingen. Alkenen en alkynen algemene formule van ALKENEN ALKANEN n 2n In deze moleculen bevinden zich een of meer dubbele of drievoudige bindingen. Alkenen en alkynen algemene formule van alkenen n 2n algemene

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde

Overzicht van reactievergelijkingen Scheikunde verzicht van reactievergelijkingen Scheikunde Algemeen Verbranding Een verbranding is een reactie met zuurstof. ierbij ontstaan de oxiden van de elementen. Volledige verbranding Bij volledige verbranding

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 4: voeding

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 4: voeding Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 4: voeding Samenvatting door Remco 1344 woorden 31 maart 2015 6,3 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 4.1 Voedsel Voedsel is leven Voeding is noodzakelijk

Nadere informatie

Oefenopgaven KOOLSTOFCHEMIE I

Oefenopgaven KOOLSTOFCHEMIE I Oefenopgaven KOOLSTOFCHEMIE I vwo Inleiding Maak eerst de opgaven over dit onderwerp die bij havo staan. In dit document vind je alleen aanvullende opgaven. OPGAVE 1 Er zijn verschillende stoffen met de

Nadere informatie

H4SK-H3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

H4SK-H3. Willem de Zwijgerteam. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Willem de Zwijgerteam 28 February 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/65592 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

1 De bouw van stoffen

1 De bouw van stoffen Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW. OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje

Nadere informatie

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof. 1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch

Nadere informatie

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm. PEARL GTL Oliemaatschappijen zoals Shell willen aan de nog steeds stijgende vraag naar benzine en diesel kunnen blijven voldoen én ze willen de eindige olievoorraad zoveel mogelijk beschikbaar houden als

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9 Samenvatting door Dylan 551 woorden 30 december 2016 9 4 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Aardolie ( onzuivere stof ) - Organisch materiaal -

Nadere informatie

SCHEIKUNDE HAVO 5 KOOLSTOFCHEMIE - ANTWOORDEN

SCHEIKUNDE HAVO 5 KOOLSTOFCHEMIE - ANTWOORDEN SEIKUNDE V 5 KLSTFEMIE - NTWRDEN 1 SEIKUNDE V 5 KLSTFEMIE - NTWRDEN KLWTERSTFFEN PDRT 1 NIVEU: 1 Stof, E, F en G zijn alkanen. Ze voldoen aan de algemene formule n n+2. Stof en D kunnen alkenen zijn. Ze

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

Inleiding. in de. koolstofchemie

Inleiding. in de. koolstofchemie uitgevoerd door: ingeleverd dd: Inleiding in de koolstofchemie Werkblad voor 4 VWO 1 Inleiding Organische chemie is de scheikunde van organische stoffen, van verbindingen met koolstof. Levende organismen

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18

Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18 Scheikunde Chemie Overal Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 15 Hoofdstuk 18 Reactietypen Substitutiereactie Een atoom(groep) wordt vervangen door een andere atoomgroep. Bij halogenen gebeurt dat alleen onder straling.

Nadere informatie

Oefenopgaven Polymeerchemie

Oefenopgaven Polymeerchemie Oefenopgaven Polymeerchemie VWO ANTWOORDMODEL Haarkleuring (2004-I) Het juiste antwoord kan als volgt zijn genoteerd: structuurformule van serine juist structuurformule van asparaginezuur juist Wanneer

Nadere informatie

H C H. 4-amino-2-pentanon propylmethanoaat 4-hydroxy-2-methyl-2-buteenzuur. 2,3-dihydroxypropanal

H C H. 4-amino-2-pentanon propylmethanoaat 4-hydroxy-2-methyl-2-buteenzuur. 2,3-dihydroxypropanal efenopgaven hoofdstuk 12 1 pgave 1 Geef de systematische naam van de volgende stoffen: 2 2 2 4-amino-2-pentanon propylmethanoaat 4-hydroxy-2-methyl-2-buteenzuur 2 2 -methoxycycolpentaancarbonzuur de ester

Nadere informatie

1. Beschrijf met behulp van structuurformules het mechanisme voor de vorming van ethaanthiol.

1. Beschrijf met behulp van structuurformules het mechanisme voor de vorming van ethaanthiol. OEFENOPGAVEN Reactiemechanisme, mesomerie Thioverbindingen Wanneer men broomethaan met een oplossing van kaliumwaterstofsulfide (K + HS - ) laat reageren, ontstaat onder andere ethaanthiol, CH 3 CH 2 SH.

Nadere informatie

3 H3 Organische chemie. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

3 H3 Organische chemie. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Its Academy Laatst gewijzigd 08 May 2015 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/51236 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

Een inleiding. in de. organische chemie

Een inleiding. in de. organische chemie 1 Een inleiding in de organische chemie Werkblad voor 3-/V Inleiding rganische chemie is de scheikunde van organische stoffen, van verbindingen met koolstof. Levende organismen worden grotendeels uit deze

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met

Nadere informatie

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel

SE voorbeeldtoets 5HAVO antwoordmodel SE voorbeeldtoets 5AV antwoordmodel Stikstof Zwaar stikstofgas bestaat uit stikstofmoleculen waarin uitsluitend stikstofatomen voorkomen met massagetal 15. 2p 1 oeveel protonen en hoeveel neutronen bevat

Nadere informatie

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 juli 2015

UITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 juli 2015 UITWERKING CCVS-TENTAMEN 27 juli 2015 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016 Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten

WATER. Krachten tussen deeltjes. Intramoleculaire en intermoleculaire krachten WATER Krachten tussen deeltjes Intramoleculaire en intermoleculaire krachten Intramoleculaire en intermoleculaire krachten De atomen in een molecuul blijven samen door intramoleculaire krachten (atoombinding)

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

Eindexamen scheikunde havo 2008-I Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.

Nadere informatie

Koolstofchemie versie

Koolstofchemie versie Koolstofchemie versie 20-01-2017 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek

Nadere informatie

Opgave 7 (H3) 16 Geef de structuurformules en de namen van de vijf isomere koolwaterstoffen met de molecuulformule

Opgave 7 (H3) 16 Geef de structuurformules en de namen van de vijf isomere koolwaterstoffen met de molecuulformule De eerste vier pagina s van deze oefenvraagstukken hebben betrekking op de hoofdstukken 2, 3 en 6. Vanaf pagina vijf zijn vraagstukken opgenomen die betrekking hebben de hoofdstukken 10 en 12. pgave 1

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Ky-auto 1 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat de elektrode waaraan zuurstof reageert de positieve elektrode is. zuurstof is de oxidator / neemt elektronen op / zuurstofmoleculen

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 (de week van) woensdag 3 februari 2010 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

SCHEIKUNDE samenvatting boek 1, H1 t/m H7

SCHEIKUNDE samenvatting boek 1, H1 t/m H7 SCEIKUNDE samenvatting boek 1, 1 t/m 7 OOFDSTUK 1: ZOUTEN 1.1 atoombouw elektronen (-) protonen (+) neutronen aantal protonen: gelijk aan het atoomnummer aantal elektronen: hangt af van de lading atoom:

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo I

Eindexamen scheikunde 1 vwo I Beoordelingsmodel Biobrandstofcel 1 maximumscore 2 berekening van de afname van het aantal mmol glucose per liter en van de toename van het aantal mmol Fe 2+ per liter in 150 uur: 1,03 ± 0,01 (mmol L 1

Nadere informatie

Structuurformules. isomerie. Systematische naamgeving

Structuurformules. isomerie. Systematische naamgeving Samenvatting scheikunde hoofdstuk 7, 10 en 11 Hoofdstuk 7 koolstofverbindingen 7.2 alkanen en alkenen Koolwaterstoffen De koolstofverbindingen zijn onderverdeeld in subgroepen o Een daarvan is de groep

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2007-II

Eindexamen scheikunde havo 2007-II Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Organische chemie - Koolwaterstoffen... 3

Hoofdstuk 3: Organische chemie - Koolwaterstoffen... 3 Hoofdstuk 3: Organische chemie - Koolwaterstoffen... 3 1. Alkanen... 3 1.1. Inleiding... 3 1.2. Bouw... 3 1.3. Naamgeving... 3 1.4. Isomerie... 4 1.5. Fysische eigenschappen... 4 1.6. Chemische eigenschappen...

Nadere informatie

12 Additiereactie. Er verdwijnt een dubbele binding door toevoeging van een broommolecuul.

12 Additiereactie. Er verdwijnt een dubbele binding door toevoeging van een broommolecuul. Antwoorden oefenvraagstukken 2, 3, 6, 0 en 2 pgave (2) Dit is geen chemische reactie, want er ontstaan geen nieuwe stoffen. Bij een kraakproces ontstaan uit dodecaan, 2 26 (l), twee verschillende stoffen.

Nadere informatie

WATER. Krachten tussen deeltjes

WATER. Krachten tussen deeltjes WATER Krachten tussen deeltjes Krachten tussen deeltjes (1) Atoombinding en molecuulbinding De atomen in een molecuul blijven samen door het gemeenschappelijk gebruik van één of meer elektronenparen (=

Nadere informatie

Koolstofverbindingen I: alkanen en cyclo-alkanen

Koolstofverbindingen I: alkanen en cyclo-alkanen Overstap AVO5 naar VWO5 scheikunde: wat je moet kennen en kunnen m.b.t. koolstofverbindingen Marnix ollege Ede Koolstofverbindingen I: alkanen en cyclo-alkanen 7.1 Afbakening van en belang van koolstofverbindingen

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Eindexamen havo scheikunde pilot II

Eindexamen havo scheikunde pilot II Zelfbruiners 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Bij de reactie reageert de dubbele binding tot een enkele binding / verdwijnt de dubbele binding, dus het is een additiereactie. de

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde I

Eindexamen vwo scheikunde I Waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 1 O 6 + 4 H O 4 H + CH COO + HCO + 4 H + molverhouding CH COO : HCO = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor H + gelijk aan de som van de coëfficiënten

Nadere informatie

Herhaling koolstoffen

Herhaling koolstoffen Herhaling koolstoffen Hoofdstuk 17 Welkom Zwakke punten Herhaling H15 Extra opgaven H17 Periode 1 V6 Koolstofchemie III. 15.2 ReacGetypen SubsGtuGereacGe C 6 H 14 + Br 2 (aq) à C 6 H 13 Br + H + + Br -

Nadere informatie

SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN

SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN SCHEIKUNDE 4 HAVO UITWERKINGEN Auteurs Tessa Lodewijks Toon de Valk Eindredactie Aonne Kerkstra Eerste editie Malmerg s-hertogenosch www.nova-malmerg.nl 5 Koolstofverindingen Praktijk Glycol vragen 1 a

Nadere informatie

Opgave 1: Turners. (1) 1 Geef de systematische naam van het zouthydraat dat ontstaat bij het opnemen van water door magnesium.

Opgave 1: Turners. (1) 1 Geef de systematische naam van het zouthydraat dat ontstaat bij het opnemen van water door magnesium. Lyceum Oudehoven oefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen juni 2016 Leerjaar: 4 AVO Vak: Scheikunde Datum: 24-06-2015 Tijd: 13:00-14:30 Uitdelen: 1 opgavenboekje + lijn foliopapier Toegestaan: BINAS Er

Nadere informatie

TF2 6VWO H 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Antwoorden oefenopgaven

TF2 6VWO H 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Antwoorden oefenopgaven TF2 6VW 2, 3, 6, 7, 12, 14, 16 en 17 Antwoorden oefenopgaven Benzine (1993-II opgave I) Bij het maken van benzine wordt vaak een stof toegevoegd die de volgende structuurformule heeft: 3 3 3 3 4p 1 Geef

Nadere informatie

Bij het opstellen van de Lewisstructuur houd je rekening met de octetregel en het aantal valentie-elektronen.

Bij het opstellen van de Lewisstructuur houd je rekening met de octetregel en het aantal valentie-elektronen. Scheikunde SE4 Hoofdstuk 12 Paragraaf 2 Begrippenlijst: Valentie-elektronen: De elektronen in de buitenste schil van de atomen. Lewisstructuur: Elektronenformule. Octetregel: In elke schil van de atoom

Nadere informatie

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin.

Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. Alleen de metalen zullen de stroom geleiden omdat deze vrije elektronen hebben, dit zijn dus alleen kalium en tin. De metalen en de zouten zullen in gesmolten toestand stroom geleiden, de metalen hebben

Nadere informatie

Rekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Rekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week Rekenen aan reacties Scheikunde iveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3 Deze les Molair volume Reactievergelijkingen kloppend maken Samenvatting Vragen uiswerk voor volgende week Bestuderen oofdstuk 4: Chemische

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt

Nadere informatie

A C3H6 C C9H18 B C7H16 D C18H34

A C3H6 C C9H18 B C7H16 D C18H34 KLWTERSTEN EINDBS LEVEL 2 KLWTERSTEN EINDBS LEVEL 2 Geef van de onderstaande stoffen aan of het verzadigde of onverzadigde verbindingen zijn. 3 3 Geef van de onderstaande stoffen aan of het verzadigde

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2, Paragraaf 1, 2 en 3 Samenvatting door een scholier 1892 woorden 19 augustus 2010 5,4 17 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Scheikunde.. Hfst 1 & 2.1,

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I Eindexamen scheikunde 1 vwo 004-I 4 Beoordelingsmodel Zink 1 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: IJzerionen zijn Fe + of Fe 3+ en sulfide-ionen zijn en dat leidt tot de formule Fe of Fe

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2006-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2006-I 4 Beoordelingsmodel MZA Maximumscore 4 1 stof I: cis-buteendizuur stereo-isomeer van stof I: trans-buteendizuur buteen als stamnaam 1 dizuur als achtervoegsel 1 voorvoegsel cis bij de naam van stof I en

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo II

Eindexamen scheikunde havo II Opgave aantal protonen : 48 aantal elektronen : 46 aantal protonen: 48 aantal elektronen: aantal protonen minus 2 2 selenide ion : Se 2- cadmium(ii)selenide : dse selenide-ion: Se 2- formule cadmiumselenide

Nadere informatie

Bindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11

Bindingen. Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 Bindingen Suiker Suiker heeft de molecuulformule C 12 H 22 O 11 1. Leg uit dat suiker een moleculaire stof is 2. Van suiker is de oplosbaarheid in water zeer hoog. Leg uit waarom suiker zo goed in water

Nadere informatie

LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007

LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007 LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007 docent: drs. Ruben E. A. Musson Het gebruik van uitsluitend BINAS is toegestaan. 1. Welk van de volgende processen

Nadere informatie

scheikunde vwo 2016-I

scheikunde vwo 2016-I Nitromusks 1 maximumscore Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Het koolstofatoom met de methylgroep is een asymmetrisch koolstofatoom, dus er zijn (twee) spiegelbeeldisomeren. Het C atoom met de CH

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

Eindexamen scheikunde havo 2002-I 4. Antwoordmodel Rood kwik 1 Een juiste afleiding leidt tot de lading 5+. berekening van de lading van twee kwik(ii)ionen en zeven oxide-ionen: tweemaal 2+ optellen bij zevenmaal 2-1 conclusie 1 Indien

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE SKILL TREE MOLEUULFORMULES Een molecuulformule geeft precies aan welke atoomsoorten en hoe vaak deze atoomsoorten in een molecuul voorkomen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van indexen. Deze indexen staan

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2000-II

Eindexamen scheikunde havo 2000-II Eindexamen scheikunde havo -II 4 Antwoordmodel Lood Een juiste afleiding leidt tot de uitkomst (neutronen). berekening van het aantal neutronen in een U-38 atoom en berekening van het aantal neutronen

Nadere informatie

Frank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen.

Frank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen. UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 november 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

1 Alkanen. 1 Alkanen C n H 2n+2

1 Alkanen. 1 Alkanen C n H 2n+2 oofdstuk - Alkanen 5 Alkanen Alkanen n n+ Alkanen zijn koolwaterstoffen (moleculen waarin enkel koolstof- en waterstofatomen voorkomen) waarin de koolstofatomen uitsluitend aan elkaar gebonden zijn door

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde vwo 2010 - II

Eindexamen scheikunde vwo 2010 - II Beoordelingsmodel Alcoholintolerantie 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: et is de omzetting van een (primaire) alcohol tot een alkanal; daarbij reageert de (primaire) alcohol met

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde pilot I

Eindexamen vwo scheikunde pilot I Biodiesel uit plantaardig afval 16 maximumscore 2 De verbrandingswarmte van 1,0 L ethaanzuur bedraagt 3 1, 0 1, 05 10 5 6 8,72 10 10 = 15(MJ). 60,05 (Dit is kleiner dan 24 MJ L 1.) berekening van het aantal

Nadere informatie

Aminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren.

Aminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Activiteit 5 Peptidebindingen en Penicilline Aminozuren Kleine stukjes eiwit kunnen de celwand van een bacterie sterker maken. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. In de natuur komen ongeveer 100 verschillende

Nadere informatie

10.1 Gaschromatografie van geurstoffen dragergas detector hromatogram retentietijd oppervlakte

10.1 Gaschromatografie van geurstoffen dragergas detector hromatogram retentietijd oppervlakte 10.1 Gaschromatografie van geurstoffen Bij gaschromatografie verdeelt een stof zich over een mobiele fase, de gasstroom en een stationaire fase, de stof die stilstaat en waar het gas langs stroomt. Door

Nadere informatie