Over wetten, werken en wezen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Over wetten, werken en wezen"

Transcriptie

1 Vertaling van de Verweesde Werken Regeling in een beslisschema voor de praktijk In opdracht van: Robert Verhoogt, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Directie Erfgoed en Kunsten), in samenwerking met Dirk Houtgraaf, Rijksdienst Cultureel Erfgoed Marc de Vries The Green Land BV 27 februari 2015

2 LEESWIJZER Deze rapportage is opgesteld door Marc de Vries (zie Bijlage 1) in opdracht van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed die op grond van de wettelijke regeling verweesde werken aan de lat staat voor de inrichting van het portaal Verweesde Werken. Het beschrijft de verplichtingen die (de wettelijke implementatie van) de Europese Richtlijn Verweesde Werken (de Richtlijn) oplegt aan de betrokken partijen en vertaalt deze in een beslisschema. Deze rapportage vormt een onderdeel (en eerste noodzakelijke stap) van een meeromvattend plan dat zal leiden tot een loket dat het proces van informatie-uitwisseling faciliteert waar de Richtlijn om vraagt en in feite de praktische implementatie is van de beschreven verplichtingen. Deze rapportage is daarom gericht op die organisaties die betrokken zullen zijn bij het vormgeven van dit loket en het gebruik daarvan (het Ministerie en Rijksdienst voornoemd in samenwerking met de organisaties betrokken bij de Digitale Collectie Nederland). In hoofdstuk 1 wordt kort de achtergrond en de inhoud van de Richtlijn beschreven, de partijen waarop deze van toepassing is en de informatierelaties die hierdoor ontstaan. Hoofdstuk 2 vertaalt deze naar de hieruit voortvloeiende verplichtingen en vervolgens in een beslisschema dat erfgoedinstellingen (en andere betrokkenen) helpt bij het juist toepassen van de Regeling. Dit beslisschema vormt dan weer de opmaat voor de volgende (buiten het bereik van deze opdracht en rapportage vallende) stap: het ontwerp van de schermen in het DCN portaal waar het loket zijn plek zal krijgen. Tenslotte nog een woord van hartelijke dank gericht aan hen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van deze rapportage, in het bijzonder Pieter Vijn (Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid), Paul Keller (Stichting Nederland Kennisland) en Walter Swagemakers, Nils van der Meer en Eric Palmen (Stichting Film Instituut Nederland (EYE)). De namen van alle betrokkenen zijn opgenomen in bijlage 2. De overige bijlagen bevatten de relevante juridische achtergronddocumenten. 2

3 INHOUDSOPGAVE LEESWIJZER DE REGELING EN DE GEVOLGEN DAARVAN Achtergrond en inhoud van de regeling Verweesde werken Betrokken partijen Proces en daaruit voortkomende Informatierelaties Om mee te nemen naar het volgende hoofdstuk SCHEMA VOOR HET NEMEN VAN BESLISSINGEN ROND DE REGELING Vaststellen toepasselijkheid van de Regeling Het vaststellen van het verweesde karakter van het Werk Het verrichten van de administratieve uitvoeringshandelingen en de rechtsgevolgen afsluitende opmerkingen BIJLAGEN Bijlage 1 Kort iets over de auteur Bijlage 2 Overzicht van met betrokkenen gevoerde gesprekken Bijlage 3 Grafische weergave componenten projectplan Bijlage 4 Officiële tekst van de Richtlijn Verweesde werken Bijlage 5 Officiële tekst wettelijke implementatie Richtlijn Verweesde Werken Bijlage 6 Officiële tekst besluit zorgvuldig onderzoek Verweesde Werken

4 1 DE REGELING EN DE GEVOLGEN DAARVAN Waarom een regeling rond verweesde werken, wat houdt deze in en welke rechten en verplichtingen vloeien eruit voort? Daar gaat dit eerste hoofdstuk over. Paragraaf 1 schetst de regeling in vogelvlucht 1 en paragraaf 2 beschrijft in detail de betrokken partijen en paragraaf 3 tenslotte kijkt naar de informatierelaties tussen deze partijen die door de Regeling ontstaan. 1.1 ACHTERGROND EN INHOUD VAN DE REGELING VERWEESDE WERKEN Verweesde werken zijn werken en naburige prestaties (hierna gezamenlijk te duiden als Werken) 2, in de zin van de Auteurswet (Aw) en de Wet naburige rechten (Wnr), die zijn ondergebracht bij erfgoedinstellingen 3 (Erfgoedinstellingen) waarvan de rechthebbende onbekend is dan wel niet gevonden kan worden. Erfgoedinstellingen hebben vaak massa s van deze Werken en tot voor kort mochten zij deze Werken niet digitaliseren en openbaar maken, simpelweg omdat de wettelijke regels dat verbieden. Dat is uiteraard zonde: de Werken zitten in de collectie, zijn vaak interessant voor het publiek, maar de Erfgoedinstelling mag er niets mee ook niet digitaliseren terwijl er wel kosten gemaakt worden. De Europese Richtlijn Verweesde Werken 4, die per 29 oktober 2014 in de Nederlandse wetgeving is opgenomen 5 en verder is uitgewerkt (de Regeling ), brengt hier verandering in. In de kern komt het erop neer dat ondanks de afwezigheid van de toestemming van rechthebbende die is immers onbekend of onvindbaar de Erfgoedinstelling het betreffende Werk toch mag digitaliseren en openbaar maken. Voorwaarde is wel dat de Erfgoedinstelling eerst een zogenaamd zorgvuldig onderzoek naar de rechthebbende heeft uitgevoerd en deze niet is gevonden dan wel bereikt. Dat zorgvuldig onderzoek bestaat goed beschouwd uit het raadplegen van een aantal voorgeschreven bronnen die geclusterd zijn per categorie Werk. Grof gezegd gaat het daarbij om 1 Het is zodanig geschreven dat, als het loket af is, het eveneens als inleidende tekst kan dienen voor de erfgoedinstellingen. Juist ook om die reden is gezocht naar een stijl en formulering die lekker weg leest. Dat impliceert ook dat juridische puristen hier en daar mogelijk wat onvolkomenheden zullen waarnemen. 2 Hierna zal ik de prestaties beschermd onder de Wnr alsmede de Wnr zelve niet meer apart duiden (tenzij dat een functie heeft), dus als ik het over Werken en de Auteurswet heb, dan vallen daar ook de prestaties beschermd onder de Wnr respectievelijk de Wnr zelve onder. 3 Omroeporganisaties zijn geen echte erfgoedinstellingen, maar omdat alle andere betrokken organisaties dat wel zijn, wordt deze term gebruikt. Daaronder vallen dus ook de omroeporganisaties. 4 RICHTLIJN 2012/28/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken, zie Bijlage 4. 5 De invoering heeft plaatsgevonden door middel van een wetswijziging in de Auteurswet en de Wet naburige rechten en een bijbehorende Algemene Maatregel van Bestuur: Wet van 8 oktober 2014 tot wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn nr. 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (de Wet) respectievelijk Besluit van 16 oktober 2014 houdende nadere regels over het uitvoeren van een zorgvuldig onderzoek in verband met de Richtlijn nr. 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (Besluit zorgvuldig onderzoek verweesde werken) (AMvB), zie Bijlage 5 respectievelijk 6. 4

5 (a) boeken, (b) kranten, magazines, dagbladen en tijdschriften; (c) visuele werken en (d) audiovisuele Werken en fonogrammen. Heeft de Erfgoedinstelling alle, voor die categorie Werken, voorgeschreven bronnen (en andere voor de hand liggende bronnen) geraadpleegd en heeft dit geen (bekende dan wel vindbare) rechthebbende(n) opgeleverd, dan mag met een gerust hart gedigitaliseerd en openbaar gemaakt worden. Let wel, de Regeling verplicht Erfgoedinstellingen op geen enkele wijze (mogelijk verweesde) Werken te digitaliseren en/of openbaar maken: dat is en blijft aan hen. Als ze dat willen, dan biedt de Regeling een veilige wettelijke weg ook al heeft de rechthebbende geen toestemming gegeven omdat deze onvindbaar dan wel onbereikbaar is gebleken. Ter ondersteuning van de uitvoering van dit zorgvuldige onderzoek draagt de Regeling de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) op een digitaal loket in te richten en dit zal gebeuren binnen het portaal van de digitale collectie Nederland (DCN), uiteraard in samenwerking met de daarbij betrokken organisaties. Dit portaal zal een gebruikersvriendelijke interface bevatten inclusief (links naar) de te raadplegen bronnen. Aldaar zullen Erfgoedinstellingen eveneens het resultaat van hun zorgvuldig onderzoek kunnen opslaan. De RCE zorgt er vervolgens voor dat dat resultaat wordt doorgeleid naar en geregistreerd in een Europees register dat zal worden beheerd door het Europees Harmonisatiebureau (het Harmonisatiebureau ) dat gevestigd is in Alicante. Erfgoedinstellingen hebben daar verder geen omkijken naar. Mocht naderhand een rechthebbende van een verweesd verklaard werk zich alsnog melden, dan is de digitalisering en openbaarmaking op zich niet onrechtmatig, maar heeft deze rechthebbende wel recht op een zogenaamde billijke vergoeding voor het gebruik dat van zijn werk is gemaakt. Over het algemeen zal die vergoeding niet hoog dan wel nihil zijn (zie hiervoor paragraaf 2.3). Het gebruik kan vervolgens uiteraard wel worden voortgezet, maar dan wel op basis van toestemming van de rechthebbende. 1.2 BETROKKEN PARTIJEN Zoals we hierboven gezien hebben noemt de Regeling een viertal partijen in de zin van mensen of organisaties met rechtspersoonlijkheid aan wie rechten en verplichtingen worden toebedeeld. Om vast te stellen op wie de Regeling nu exact van toepassing is, zijn de betrokken partijen in onderstaand schema opgenomen, met een toelichting en de vindplaats(en) in de Regeling 6 en de duiding die ze in deze rapportage verder zullen hebben. Nr Partijen Toelichting Duiding rapportage 1 a. een maker (of Een rechthebbende op het auteursrecht op een Werk van Rechthebbende(n) makers) of diens (hun) rechtverkrijgende(n) letterkunde, wetenschap of kunst als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 1, 5 of 10 van de Aw (artikel 16o Aw onder 1 en onderdeel b): - onder 1: boeken, brochures, nieuwsbladen, tijdschriften en andere geschriften; - onder 5: muziekwerken met of zonder woorden; - onder 10: filmwerken; b. een nabuurrechtheb- Een rechthebbende op een opname van een uitvoering, 6 Verwezen wordt naar de Nederlandse regelingen, dus de Wet en de AMvB. Immers, ervan uitgaande dat de wetgever de Richtlijn goed heeft omgezet, zijn dat de regels waarin we ons in Nederland aan moeten houden. 5

6 Nr Partijen Toelichting Duiding rapportage bende(n) of diens (hun) rechtverkrijgende(n) fonogram of eerste vastlegging van een film, of een reproductie daarvan (artikel 10 Wnr onderdeel l) 2 De erfgoedinstellingen die een beroep kunnen doen op de Regeling, nader onder te verdelen in 3 groepen: 3 De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed dat het nationaal loket verweesde Werken beheert 4 het Harmonisatiebureau voor de Interne Markt dat de on-line database verweesde Werken beheert a. publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea of archieven: de afbakening hiervan is niet anders dan wat er al in de Auteurswet stond sinds de implementatie van de Auteursrechtrichtlijn 7 (artikel 16o aanhef lid 1 Aw jo artikel 1 onder b AMvB) b. instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed: organisaties die door de Nederlandse overheid zijn ingesteld voor het verzamelen, catalogiseren, behouden of restaureren van films en andere audiovisuele Werken of fonogrammen die deel uitmaken van het Nederlands cultureel erfgoed, zoals het Instituut voor Beeld en Geluid (artikel 16o aanhef lid 1 Aw jo artikel 1 onder b AMvB) c. publieke omroepen: de publieke media-instellingen die op grond van hoofdstuk 2 van de Mediawet 2008 bij of krachtens de wet zijn ingesteld, erkend of aangewezen om de in artikel 2.1 van die wet vastgelegde publieke mediaopdracht uit te voeren, voor zover het gaat om hun eigen producties, - op landelijke niveau: NPO, NOS, NTR en STER, de door de minister van OCW erkende omroepverenigingen, de kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag (de laatste twee tot 1/1/2016) - op regionaal en lokaal niveau de door het Commissariaat voor de Media aangewezen media-instellingen (artikel 17 Aw jo artikel 1 onder b AMvB) De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed dat onder het Ministerie van OCW ressorteert en dat op grond van de Regeling een loket zal inrichten en beheren waarin de erfgoedinstellingen registraties kunnen doen (artikel 16p lid 5 Aw jo de nota van toelichting nr. 3 bij de AMvB) Het Harmonisatiebureau voor de interne markt dat een voor het publiek toegankelijke online databank zal inrichten en beheren waaraan het nationaal loket de ontvangen meldingen kan doorgeven (artikel 6 Richtlijn jo artikel 16p lid 5 Aw) Erfgoedinstellingen (het loket van) de RCE (de on-line database van) het Harmonisatiebureau 1.3 PROCES EN DAARUIT VOORTKOMENDE INFORMATIERELATIES Nu we weten welke partijen betrokken zijn, kunnen we in kaart brengen welke informatierelaties tussen hen op grond van de Regeling ontstaan en langs welk proces deze tot stand komen. De tabel hieronder beschrijft de stappen in het proces en de illustratie daarna geeft de relaties weer die daaruit ontstaan (de nummering in de tabel correspondeert met die in de illustratie). Nr Beschrijving stappen in het proces 1. Het initiatief voor het in werking zetten van het proces ligt altijd bij de Erfgoedinstelling. Het blijft de competentie van de erfgoedinstelling. Het kan goed zijn dat een hergebruiker (een persoon die graag een Werk uit de collectie wil gebruiken) deze Erfgoedinstelling benadert met het verzoek de mogelijke verweesdheid van een werk na te gaan, maar de beslissing daartoe blijft die van de Erfgoedinstelling. 2. Als de Erfgoedinstelling besluit een onderzoek naar mogelijke verweesdheid uit te voeren, gaat het op zoek naar rechthebbenden. 3. Daartoe raadpleegt de Erfgoedinstelling (minimaal) de bronnen voor het betrefffende soort werk geduid in het loket van de RCE en andere bronnen, als de Erfgoedinstelling reden heeft aan te nemen dat elders ook relevante informatie voorhanden is. 4. De Erfgoedinstelling verzamelt vervolgens de resultaten van het onderzoek

7 Nr Beschrijving stappen in het proces 5. En de Erfgoedinstelling neemt op basis daarvan een beslissing (verweesd dan wel niet verweesd) 6. Mocht de conclusie zijn dat het Werk verweesd is, dan registreert deze dat (en enkele andere gegevens) in het portaal. 7. De RCE geeft deze registratie door aan het Harmonisatiebureau. 8. Eenieder kan het register bij het Harmonisatiebureau raadplegen en mochten een persoon menen rechthebbende te zijn, dan kan deze dat melden bij de Erfgoedinstelling, waarna deze de claim zal moeten nagaan en eventueel, bij juistheid daarvan een billijke vergoeding zal moeten voldoen en het werk off line zal moeten halen. 1.4 OM MEE TE NEMEN NAAR HET VOLGENDE HOOFDSTUK De Regeling geeft Erfgoedinstellingen de mogelijkheid Werken te digitaliseren en openbaar maken die voorheen in de kluis moesten blijven liggen omdat de toestemming van de rechthebbende daarvoor ontbrak om de simpele reden dat deze onbekend dan wel onvindbaar is. Voorwaarde is wel dat de Erfgoedinstelling een zorgvuldig onderzoek doet door minimaal een aantal verplichte bronnen te doorzoeken. De RCE zal ter facilitering hiervan een digitaal loket opzetten waarmee het tevens de verplichte registratie bij het Harmonisatiebureau zal verrichten. 7

8 2 SCHEMA VOOR HET NEMEN VAN BESLISSINGEN ROND DE REGELING In het vorige hoofdstuk hebben we gekeken naar de achtergrond en contouren van de Regeling, de betrokken partijen, de informatierelaties die op grond van de Regeling tussen hen ontstaan en het proces waarlangs dit plaatsvindt. Zaak is nu de rechten en verplichtingen die de Regeling schept en het daarbij horende proces te vertalen in een logisch beslisschema dat Erfgoedinstellingen (en de andere betrokkenen) helpt bij het juist toepassen van de Regeling. Startpunt daarbij is steeds dat een erfgoedinstelling besloten heeft een mogelijk verweesd Werk te willen digitaliseren en/of openbaar te maken, op basis van de Regeling. Daartoe dient het een drietal stappen te doorlopen. Deze stappen zijn gebaseerd op de verplichtingen die de Regeling oplegt en de praktische uitvoering daarvan. 8 Het gaat daarbij om: A. Het vaststellen van de toepasselijkheid de Regeling (paragraaf 2.1) B. Het vaststellen van het (al dan niet) verweesde karakter van het Werk (paragraaf 2.2) C. Het verrichten van de administratieve uitvoeringshandelingen (paragraaf 2.3) Deze drie stappen worden hieronder in detail beschreven en weer nader onderverdeeld in te beantwoorden vragen (met toelichting). Deze vragen worden doorgenummerd en vormen daarmee de opmaat voor de te scheppen schermen (en bijbehorende tekstveldjes in de interface) in het loket. Tevens wordt waar mogelijk verwezen naar de onderliggende artikelen, zodat daarnaar gelinkt kan worden. Om direct een helder beeld te scheppen van de per stap achtereenvolgens te beantwoorden vragen (en te nemen beslissingen), start ik steeds, na een korte inleiding, met een in een oogopslag illustratie daarvan, gevolgd door een gedetailleerde uitwerking. 2.1 VASTSTELLEN TOEPASSELIJKHEID VAN DE REGELING Inleiding In de eerste stap bestaat eruit de toepasselijkheid van de Regeling vast te stellen. Immers, als deze niet toepasselijk is, kan op de exceptie (op het auteursrecht van de rechthebbende) die de Regeling schept geen beroep worden gedaan en zal openbaarmaking en digitalisering niet toegestaan zijn, tenzij de rechthebbende daarvoor toestemming heeft gegeven. 9 In feite zijn dit dus de voorvragen die gesteld moeten worden. Pas daarna komen we toe aan de toepassing van de materiële bepalingen die de Regeling oplegt (en de rechten die het vervolgens toekent) en de uitvoering daarvan. Het vaststellen van de toepasselijkheid van de Regeling loopt langs drie logische deelvragen: 8 Ik richt me daarbij op de verplichtingen van de Erfgoedinstellingen. In de laatste paragraaf kom ik nog kort terug op de positie van de RCE. 9 Dus als een organisatie - bijvoorbeeld een privaat gefinancierde stichting ter behartiging van een cultureel belang zich bij het loket meldt dan moet de conclusie zijn dat zij nimmer verweesde werken kan hebben. Mocht zij Werken willen digitaliseren waarvan de rechthebbende onbekend is, dan zal zij eerst moeten vaststellen of er rechthebbenden zijn. Pas als ze zeker weet dat er geen rechten meer op die Werken rusten kan ze deze rechtmatig digitaliseren. Uiteraard kan dit ook met toestemming van de rechthebbenden. 8

9 1. Is de Regeling van toepassing op deze instelling? 2. Is de Regeling van toepassing op dit Werk? 3. Is de Nederlandse regeling van toepassing? Eén oogopslag illustratie Deze eerste stap en de bijbehorende vragen en beslissingen is schematisch als volgt te illustreren: Uitwerking van de vragen 1. Is de Regeling van toepassing op deze instelling? Dit is uiteraard de eerste vraag die gesteld moet worden. Als immers de instelling geen erfgoedinstelling is in de zin van de Regeling, dan zal de exceptie nooit op haar van toepassing kunnen zijn. De Regeling bevat een gedetailleerde beschrijving die hieronder is weergegeven, inclusief de vindplaats in de regeling. Definitie instelling opgenomen in de Regeling Vindplaats 9

10 Definitie instelling opgenomen in de Regeling a. publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea of archieven: de afbakening hiervan is niet anders dan wat er al in de Auteurswet stond sinds de implementatie van de Auteursrechtrichtlijn 10 b. instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed: organisaties die door de Nederlandse overheid zijn ingesteld voor het verzamelen, catalogiseren, behouden of restaureren van films en andere audiovisuele Werken of fonogrammen die deel uitmaken van het Nederlands cultureel erfgoed, zoals het Instituut voor Beeld en Geluid c. publieke omroepen: de publieke media-instellingen die op grond van hoofdstuk 2 van de Mediawet 2008 bij of krachtens de wet zijn ingesteld, erkend of aangewezen om de in artikel 2.1 van die wet vastgelegde publieke mediaopdracht uit te voeren, voor zover het gaat om hun eigen producties - op landelijke niveau: NPO, NOS, NTR en STER, de door de minister van OCW erkende omroepverenigingen, de kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag (de laatste twee tot 1/1/2016) - op regionaal en lokaal niveau de door het Commissariaat voor de Media aangewezen media-instellingen Vindplaats artikel 16o aanhef lid 1 Aw jo artikel 1 onder b AMvB artikel 16o aanhef lid 1 Aw jo artikel 1 onder b AMvB artikel 17 Aw jo artikel 1 onder b AMvB 2. Is de Regeling van toepassing op dit Werk? De Regeling stelt drie eisen aan het Werk: a. Het Werk moet opgenomen zijn in de collectie van de erfgoedinstelling b. Het moet gaan om een soort Werk waarop de Regeling ziet c. Het Werk moet al eerder openbaar gemaakt zijn a. Is het Werk opgenomen in de collectie van de erfgoedinstelling? Het Werk moet en dat het opgenomen is in de verzameling van de desbetreffende erfgoed-organisatie. Geleende Werken komen dus niet in aanmerking. (artikel 16o lid 1 onder a Aw) b. Is het Werk een soort Werk dat onder de Regeling valt? Niet alle auteursrechtelijk beschermde Werken vallen onder de Regeling. Een belangrijke uitzondering is bijvoorbeeld de fotografische Werken: de Regeling is niet op dit soort Werk van toepassing (tenzij de foto geïncorporeerd is in een ander Werk waarop de Regeling wel van toepassing is, hier komen we nog op). Het moet dus gaan om een Werk dat genoemd wordt in de Regeling. Dit zijn: Soort Werk Boeken, brochures, nieuwsbladen, tijdschriften en andere geschriften Muziekwerken met of zonder woorden Visuele Werken, met inbegrip van kunstvoorwerpen, fotografie, illustraties, vormgeving, architectuur, schetsen van de laatstgenoemde Werken en andere dergelijke Werken die opgenomen zijn in boeken, dagbladen, kranten en tijdschriften of andere Werken FilmWerken Vindplaats artikel 16o lid 1 Aw jo artikel 10 lid 1 onder 1 Aw artikel 16o lid 1 Aw jo artikel 10 lid 1 onder 5 Aw artikel 2 onder c AMvB Artikel 17 Aw lid 1 Aw jo artikel 10 lid 1 onder 10 Aw Losse fotografische afbeeldingen vallen (vooralsnog) niet onder het toepassingsbereik van de Richtlijn. Foto s die onderdeel uitmaken van gepubliceerde schriftelijke Werken echter weer wel

11 c. Is het Werk openbaar gemaakt? Voor alle Werken geldt het vereiste dat het Werk voor het eerst openbaar moet zijn gemaakt in een lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte. 11 Een Werk geldt als uitgegeven wanneer het met toestemming van de maker in druk is verschenen of in het algemeen wanneer het met toestemming van de maker een zodanig aanbod van exemplaren daarvan van welk aard dan ook, heeft plaatsgevonden dat daardoor, gelet op de aard van het Werk wordt voorzien in de redelijke behoeften van het publiek (artikel 47 Aw). Uitzondering: met toestemming in collectie opgenomen Werken Als het Werk dus niet openbaar gemaakt is, valt het buiten de regeling en kan het nooit verweesd raken in de zin van de Regeling. Hierop geldt een uitzondering: Werken die met toestemming van de rechthebbende zijn opgenomen in de collectie van de Erfgoedinstelling en waarvan redelijkerwijs aannemelijk is dat de rechthebbende zich niet tegen de reproductie en beschikbaarstelling zou verzetten. Dit speelt vooral bij nalatenschappen van persoonlijke archieven. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de afspraak dat bij de schenking is afgesproken dat inzage alleen ter plaatse mogelijk is. Bestaat zo n afspraak, dan kan die toestemming dus niet verondersteld worden en kan het Werk niet rechtmatig gedigitaliseerd en openbaar gemaakt worden. (artikel 16o lid 3) 3. Is de Nederlandse regeling van toepassing? Die eerste openbaarmaking, waarover we net spraken, moet wel in Nederland hebben plaatsgevonden. Als dit niet het geval is, dan is niet de Nederlandse regeling op het Werk van toepassing en moet het zorgvuldig onderzoek in een andere Lidstaat plaatsvinden, aangenomen dat het Werk voor het eerste openbaar gemaakt is in een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte. Is dat echter buiten het EU en EER territoir gebeurd, dan kan de Regeling nooit van toepassing zijn op dat Werk. Het ligt voor de hand dat via het Harmonisatiebureau links beschikbaar gesteld worden naar de nationale loketten van de lidstaten. (artikel 16p lid 2 Aw, eerste volzin). Op deze hoofdregel je moet het onderzoek doen in het land waar de eerste openbaarmaking heeft plaatsgevonden gelden 3 uitzonderingen. Uitzondering 1: filmwerken Bij filmwerken ligt het iets gecompliceerder. Het zorgvuldig onderzoek moet plaatsvinden in de lidstaat waar de producent zijn zetel of gewone verblijfplaats heeft. Zijn er meer producenten, gevestigd in verschillende lidstaten, dan dient het zorgvuldig onderzoek in al die lidstaten te geschieden. (artikel 16p lid 2 Aw, tweede volzin) Uitzondering 2: geïncorporeerde Werken Deze ruimte bestaat uit het grondgebied van de 28 Europese Lidstaten en dat van Zwitserland, IJsland, Noorwegen en Liechtenstein. De beoordeling daarvan werkt terug : als een Werk openbaar is gemaakt in een land voordat deze toetrad tot de EU, dan wordt dat Werk thans dus op het moment van beoordeling geacht openbaar gemaakt te zijn in het EU/EEA territoir. 12 Een geïncorporeerd Werk is een Werk dat onderdeel uitmaakt van een ander Werk, dus bijvoorbeeld een film waarin schilderijen worden getoond. 11

12 Het onderzoek naar de rechthebbende op geïncorporeerde Werken dient plaats te vinden in de lidstaat waar de zoektocht naar rechthebbenden op het Werk waarvan het geïncorporeerde Werk deel uitmaakt, plaatsvindt. Anders gezegd: ook al is het geïncorporeerde Werk elders voor het eerst openbaar gemaakt de foto van in een in Nederlands boek werd voor het eerst openbaar gemaakt in Frankrijk dan is toch de Nederlandse regeling van toepassing op het onderzoek naar de mogelijke verweesdheid van de foto. (artikel 16p lid 1 Aw, eerste volzin) Uitzondering 3: niet gepubliceerde Werken Daar gaat de hoofdregel niet voor op en daarvoor geldt dat de Nederlandse regeling van toepassing is als de Erfgoedinstelling in Nederland gevestigd is. (artikel 16p lid 3 Aw). Na het doorlopen van deze 3 stappen, hebben we de (al dan niet) toepasselijkheid van de Regeling vastgesteld en kunnen we door naar stap HET VASTSTELLEN VAN HET VERWEESDE KARAKTER VAN HET WERK Inleiding De volgende stap is dus het toepassen van die regels op het Werk in kwestie teneinde vast te stellen of het daadwerkelijk om een verweesd Werk gaat. Daarvan is sprake wanneer de rechthebbende op het Werk, na zorgvuldig onderzoek, als bedoeld in artikel 16p Aw, niet is geïdentificeerd en opgespoord. (artikel 16o lid 1 onder b Aw) De af te lopen te vragen luiden daarom: 4. Over wat voor soort Werk hebben we het? 5. Is er een rechthebbende te identificeren en te vinden en wat zijn de consequenties daarvan? Zoals hieronder zal blijken, bestaat er een fundamenteel verschil tussen de regels die gelden voor filmwerken en regels die gelden voor alle overige Werken en vooral ook de complexiteit daarvan. 13 Om die reden wordt al in een vroeg stadium van het beslisschema een knip gemaakt tussen filmwerken en overige Werken. Eén oogopslag illustratie Deze tweede stap en de bijbehorende vragen en beslissingen is schematisch als volgt te illustreren (drie illustraties: 2a voor alle werken, 2b en 2c alleen voor filmwerken): 13 Het beslisschema voor de filmwerken is grotendeels gebaseerd op het werk dat is uitgevoerd door EYE. 12

13 13

14 14

15 15

16 4. Uitwerking van de vragenover wat voor werken hebben we het? Bij het speuren naar de rechthebbende moet (in ieder geval) gebruik worden gemaakt van de bronnenlijst die beschikbaar wordt gesteld in het nationale loket van de RCE (artikel 2 van de AMvB jo artikel 16p lid 1 Aw). De bronnen verschillen per categorie Werk, zoals uit onderstaand schema blijkt (artikel 2 AMvB): Categorisering van Werken in AMvB gepubliceerde boeken (artikel 2 onder a AMvB) kranten, magazines, dagbladen en tijdschriften (artikel 2 onder b AMvB) visuele Werken, met inbegrip van kunstvoorwerpen, fotografie, illustraties, vormgeving, architectuur, schetsen van de laatstgenoemde Werken en andere dergelijke Werken die opgenomen zijn in boeken, dagbladen, kranten en tijdschriften of andere Werken (artikel 2 onder c AMvB) audiovisuele Werken en fonogrammen (artikel 2 onder d AMvB) Opsomming van te raadplegen bronnen volgens AMvB 1. de nationale bibliotheekverzameling van de Koninklijke Bibliotheek, bedoeld in artikel 1.5, tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en catalogi van openbare bibliotheken en bibliotheken van universiteiten; 2. databanken van verenigingen van uitgevers en schrijvers; 3. databanken en registers van schrijvers, artiesten en hun houders van auteursrechten; 4. de databank van het internationaal standaardnummer voor boeken en andere databanken die in druk verschenen boeken catalogiseren; 5. databanken van de desbetreffende organisaties voor collectief auteursrechtenbeheer, organisaties die reproductierechten beheren in het bijzonder; en 6 databanken en registers die virtuele internationale trefwoordenlijsten en toegankelijke registers van informatie over rechten en verweesde Werken omvatten; 1. de bronnen genoemd onder a, onderdelen 1 en 5; 2. de databank voor periodieke publicaties van het internationaal standaardnummer voor seriële publicaties; 3. databanken van verenigingen van uitgevers, auteurs en journalisten; 1. de bronnen genoemd onder a en b (van de AMvB); 2. databanken van verenigingen van makers van visuele Werken; 3. databanken van de desbetreffende organisaties voor collectief auteursrechtenbeheer, voor visuele kunsten in het bijzonder en met inbegrip van organisaties die reproductierechten beheren; en 4. voor zover van toepassing databanken van beeld- of fotoagentschappen; 1. het media-archief dat door een door Onze Minister aangewezen instelling op grond van de Mediawet 2008 in stand wordt gehouden; 2. databanken van verenigingen van producenten of van andere relevante verenigingen die bij deze Werken een specifieke categorie van rechthebbenden vertegenwoordigen; 3. databanken van instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed en openbare bibliotheken; 4. databanken met desbetreffende standaarden en identificatiecodes zoals internationaal standaardnummer voor audiovisueel materiaal, internationale standaardcode voor muziekwerken en internationale standaardcode voor geluidsopnamen; 5. databanken van de desbetreffende organisaties voor collectief auteursrechtenbeheer, in het bijzonder voor auteurs, uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en audiovisuele producenten; en 6. informatie op de verpakking van het Werk waaronder aftitelingslijsten of medewerkerslijsten. Hierbij nog enkele opmerkingen: a. Het betreft geen limitatieve lijst: ook algemene zoekmachines moeten gebruikt worden. b. Als er aanwijzingen zijn dat ook in een andere lidstaat informatie over een mogelijk rechthebbende aanwezig is, moeten ook de in die lidstaat aangewezen bronnen voor zorgvuldig onderzoek doorlopen worden (artikel 16p lid 4). 16

17 c. De Regeling bevat ook de bepaling dat als een verweesd Werk reeds is opgenomen in de databank van het Harmonisatiebureau, geen nader onderzoek verricht hoeft te worden (uiteraard voor gebruik conform de Regeling). Anders gezegd: het kan geen kwaad eerst even in die database te kijken, zeker naarmate deze beter gevuld raakt. (artikel 16p lid 6 Aw). d. Voorts geldt dat als het Werk andere geïncorporeerde Werken bevat, ook deze Werken, waar ook fotowerken onder vallen, moeten aan het zorgvuldig onderzoek worden onderworpen. Voor die geïncorporeerde werken moet dus weer hetzelfde beslisschema doorlopen worden. 5. Is er een rechthebbende te identificeren en te vinden en wat zijn de consequenties daarvan? Bij het uitvoeren van het onderzoek, zoals uit de illustraties hierboven moge blijken - en dan vooral bij de filmwerken - moeten tal van achtereenvolgende deelvragen worden beantwoord. Deze zijn opgenomen in de eén oogopslag illustratie. Al deze stappen corresponderen in feite met schermpjes in de te bouwen interface, met een toelichting. De gebruiker moet immers snappen waarover hij moet besluiten. Anders gezegd: de gebruiker behoeft niet de juridische regels te begrijpen, maar hij moet wel in staat gesteld worden de goede beslissingen te nemen. De zoektocht zal uiteindelijk de volgende antwoorden kunnen opleveren (deze worden in de illustraties gemarkeerd in groen en rood): a. Het Werk is niet langer beschermd, omdat de termijn van bescherming is verlopen. Het Werk bevindt zich dan in het publieke domein en omdat het niet meer beschermd is, kan het per definitie niet verweesd zijn. Gebruik van dat Werk zal over het algemeen toegestaan zijn. Hier eindigt dus het (verweesde Werken) proces. b. Alle rechthebbenden (één of meer) zijn geïdentificeerd en opgespoord. Er is dan geen sprake van een verweesd Werk, zodat de exceptie die de Regeling schept niet van toepassing is op dat Werk. Digitalisering en beschikbaarstelling mag niet zonder toestemming van de rechthebbende, conform de hoofdregel van het auteursrecht. Hier eindigt dus het (verweesde Werken) proces. c. Er zijn meerdere rechthebbenden, en tenminste één is geïdentificeerd en opgespoord. Indien na de zorgvuldige zoektocht een of meer rechthebbenden zijn opgespoord maar niet alle rechthebbenden, is er formeel geen sprake van een verweesd Werk. De Regeling bepaalt dat ondanks het feit dat niet alle rechthebbenden zijn opgespoord toch de bepalingen inzake verweesde Werken van toepassing zijn, op voorwaarde dat de wel geïdentificeerde rechthebbende(n) toestemming heeft (hebben) verleend voor het gebruik. De Erfgoedinstelling moet dan wel de niet-opgespoorde rechthebbenden (ook) vermelden. (artikel 16o, derde lid Aw). In dat geval gaan we dus door naar stap 3 (uitgewerkt in paragraaf 2.3). d. Er is geen (enkele) rechthebbende geïdentificeerd en opgespoord. Er is dan sprake van een verweesd Werk en, mits voldaan is aan de daaropvolgende administratieve verplichtingen, mag het Werk gereproduceerd en beschikbaar gesteld worden. In dat geval gaan we dus door naar stap 3 (als gezegd uitgewerkt in paragraaf 2.3). 17

18 2.3 HET VERRICHTEN VAN DE ADMINISTRATIEVE UITVOERINGSHANDELINGEN EN DE RECHTSGEVOLGEN Inleiding De laatste stap bestaat uit het verrichten van de noodzakelijke administratieve handelingen ter registratie van het (gedeeltelijk) verweesde Werk. We komen dus alleen bij deze laatste stap aan als we te maken hebben met een geheel of gedeeltelijk verweesd Werk. Met andere woorden, pas als de Regeling van toepassing is (stap 1) en de toepassing daarvan heeft geleid dat we te maken hebben met een verweesd Werk (stap 2), is het nodig om de laatste stap te zetten. Voor Werken die in het publieke domein zitten of waarvan alle rechthebbenden bekend en opgespoord zijn, zal stap 3 dus nooit gezet hoeven worden (deze kunnen immers nooit verweesd zijn). Eén oogopslag illustratie Deze stap en de bijbehorende vragen en beslissingen is schematisch als volgt te illustreren: Uitwerking van de vragen 18

19 Deze derde en laatste stap valt uiteen in een tweetal vragen: 6. Welke gegevens moeten de erfgoedinstellingen registreren? 7. Wat zijn de rechtsgevolgen en wat moeten de erfgoedinstellingen doen in het geval een rechthebbende zich alsnog meldt? 6. Welke gegevens moeten de Erfgoedinstellingen registreren? Na zorgvuldig onderzoek moet de erfgoedinstelling een aantal gevens aan het loket van de RCE aanleveren, die deze 1 op 1, zonder controleplicht, moet doorleiden aan het Harmonisatiebureau. Het gaat om de volgende gegevens: a. de resultaten van het zorgvuldig onderzoek dat door de organisaties is verricht en dat tot de conclusie heeft geleid dat het Werk verweesd is; b. de wijze waarop het Werk zal worden gebruikt; c. de contactgegevens van de organisaties; en d. voor zover van toepassing, iedere wijziging in de status van het Werk. Het ligt voor de hand dat deze verplichting grotendeels technisch vorm gegeven wordt in het nationale loket. Deze gegevens moeten overigens ook aangeleverd worden als het Werk reeds in de database van het Harmonisatiebureau is opgenomen. 7. Wat zijn de rechtsgevolgen en wat moeten de erfgoedinstellingen doen in het geval een rechthebbende zich alsnog meldt? We zijn nu op het einde van het proces aangekomen: als en zodra deze stappen doorlopen zijn, ontstaat de exceptie en dus het recht van de erfgoedinstelling om het Werk te reproduceren en beschikbaar te stellen. Dat moet wel gebeuren in het kader van de uitoefening van een publieke taak, in het bijzonder het behouden en restaureren van de Werken en het verstrekken van voor culturele en onderwijsdoeleinden bestemde toegang tot de Werken uit de eigen verzameling. (artikel 16o lid 1 onder c Aw). Dit gebruik kan dus nooit en inbreuk op het auteursrecht opleveren. Dit wordt echter anders als een rechthebbende zich alsnog meldt. De Regeling verbindt hier drie rechtsgevolgen aan (artikel 16q Aw). a. De erfgoedinstelling moet het gebruik van het (dan niet meer verweesde) Werk staken De toelichting op de Regeling meldt daarbij wel dat degene die claimt rechthebbende te zijn afdoende zal moeten aantonen dat dat ook echt zo is. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan het overleggen van een testament waarin het Werk wordt vermaakt aan deze persoon. In de praktijk zal moeten blijken hoe hard dit zal lopen. Het lijkt in ieder geval raadzaam om, zodra een dergelijke claim wordt ingediend, (de beeltenis van) het Werk off line te halen, hangende de beoordeling. Uiteraard staat het de erfgoedinstelling vrij alsnog afspraken te maken met de rechthebbende om het gebruik (op een andere basis) voort te zetten. b. De erfgoedinstelling moet de status van het Werk veranderen Nu het Werk niet langer verweesd is, moet de registratie daarvan aangepast worden. De erfgoedinstelling dient deze melding te doen bij het loket zodat de RCE deze wijziging kan doorgeven aan het Harmonisatiebureau. 19

20 c. De rechthebbende verkrijgt een recht op een billijke vergoeding Tenslotte verkrijgt de rechthebbende een recht op een billijke vergoeding verschuldigd voor het gebruik dat is gemaakt door de erfgoedinstelling. De Memorie van toelichting zegt hierover: Het staat de lidstaten vrij om de omstandigheden te bepalen waaronder de betaling van een dergelijke vergoeding kan worden georganiseerd. Ten behoeve van het bepalen van de mogelijke hoogte van de billijke vergoeding moet naar behoren rekening worden gehouden met onder andere de doelstellingen van de lidstaten ter bevordering van culturele activiteiten, het niet-commerciële karakter van het gebruik door de organisaties in kwestie om taken van openbaar belang te vervullen zoals het bevorderen van leren en cultuur verspreiding en de eventuele schade voor de rechthebbenden (overweging 18). Dit alles brengt met zich dat afhankelijk van de omstandigheden de billijke vergoeding onder omstandigheden van beperkte omvang of zelfs nihil kan zijn. De billijke vergoeding zal in onderling overleg tussen de rechthebbende en de erfgoed-organisatie moeten worden bepaald. Dit lijkt erop te wijzen dat de vergoeding niet hoog zal kunnen zijn. Dat is ook logisch want de vergoeding moet gerelateerd worden aan de inkomsten die de Erfgoedinstelling als gevolg van het digitaliseren en openbaar maken van dat specifieke werk heeft gegenereerd. Afgezien van praktische bezwaren zal dat, nu veel van deze data gratis en voor niets beschikbaar gesteld worden, per definitie niet veel kunnen zijn. 2.4 AFSLUITENDE OPMERKINGEN We hebben in dit hoofdstuk de stappen doorlopen die een erfgoedinstelling zal willen zetten bij het bepalen of een Werk verweesd is. Dan immers kan ze deze veilig digitaliseren en openbaar maken, omdat het verbodsrecht van de (onvindbare) rechthebbende niet van toepassing is. Dit vormt de opmaat voor de te ontwerpen schermen in de interface die in het loket van het RCE gecreëerd zal worden. Daarbij heb ik de minimale verplichtingen aangehouden die de Regeling oplegt. Dat gezegd zijnde, is het goed te realiseren dat de Regeling partijen, het RCE (en daarmee het Ministerie van OCW), de ruimte laat de Regeling te benutten om eveneens andere doelstellingen na te streven. Een voorbeeld: De wettelijke omschrijving van de door de Erfgoedinstelling aan te leveren gegevens zoals omschreven onder vraag 6 hierboven - is, met uitzondering van onderdeel c, vrij abstract en generiek geformuleerd. Dit laat dus ruimte voor een eigen (niet vanuit Brussel of Alicante opgelegde) invulling die past binnen de gezamenlijke doelstellingen van de betrokken organisaties en de hier gebruikte standaarden en metadata. De soepele uitvoerbaarheid van de Regeling zal mede afhankelijk zijn van de nadere invulling van deze verplichting en de facilitering daarbij van de zijde het loket van de RCE. De toelichting op de AMvB zegt hierover: Artikel 16p van de Aw biedt de mogelijkheid om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur deze gegevens nader uit te Werken. Een inhoudelijke uitwerking wordt vooralsnog niet nodig geacht. Hooguit zal een concretisering worden voorgeschreven van bijvoorbeeld de aan te leveren contactgegevens van de organisatie. Die nadere regels zullen bij ministeriële regeling 20

21 worden vastgesteld, bijvoorbeeld in de vorm van de vaststelling van een formulier voor aanlevering van de gegevens. Je zou hier ook kunnen denken aan gebruik van een veld waaruit blijkt wanneer het Werk in het publiek domein terecht komt. Ik merk ik ook nog op dat er in het veld nogal wat scepsis bestaat over de wijze waarop het Harmonisatiebureau de zaken aan haar kant georganiseerd heeft. Zo is klaarblijkelijk de invoerkant buitengewoon onduidelijk en is niet aangesloten bij bestaande (semantische beschrijvingen) van metadata in de sectoren. Daarnaast mist men ook vooral de praktische toepasbaarheid zoals de mogelijkheid om in bulk aanmeldingen te doen. Tenslotte is uit de gevoerde gesprekken ook naar voren gekomen dat men nog moet zien hoe hard het zal lopen: op dit moment bevatten openbare collecties van Erfgoedinstellingen tal van Werken waarvan het onduidelijk is of ze verweesd zijn en daar vloeit eigenlijk nauwelijks bloed uit. De vraag is dus of de stok gevoeld zal worden, zeker bij afwezigheid van wortels. Een overweging om mee te nemen bij het nader vormgeven van het portaal! 21

22 BIJLAGEN Bijlage 1 Kort iets over de auteur Bijlage 2 Overzicht van met betrokkenen gevoerde gesprekken Bijlage 3 Grafische weergave componenten projectplan Bijlage 4 Officiële tekst van de Richtlijn Verweesde werken Bijlage 5 Officiële tekst wettelijke implementatie Richtlijn Verweesde Werken Bijlage 6 Officiële tekst besluit zorgvuldig onderzoek Verweesde Werken 22

23 BIJLAGE 1 KORT IETS OVER DE AUTEUR Marc is al meer dan 15 jaar werkzaam op het kruispunt van ICT, recht en bestuurlijke processen. Vanuit een zeer gedegen juridische en economische achtergrond adviseert hij overheden uit alle lagen (EU, nationaal, provincies en gemeenten). Hij doet dit met passie en overtuiging, zonder de bestuurlijke en economische realiteit uit het oog te verliezen. Daarnaast publiceert Marc regelmatig en draagt hij daar graag uit voor in binnen- en buitenland. Hij is een van de oprichters van The Green Land BV, een bedrijf dat zich richt op het beantwoorden van vragen en uitvoeren van plannen rond Open Data. The Green Land BV Marc de Vries marc@thegreenland.eu 23

24 BIJLAGE 2 OVERZICHT VAN MET BETROKKENEN GEVOERDE GESPREKKEN Onderstaande tabel bevat een overzicht van de gesprekken die ik bij het opstellen van deze rapportage gevoerd heb. Naam persoon Werkzaam bij organisatie Datum gesprek Dirk Houtgraaf Rijksdienst Cultureel Erfgoed 9 december 2014 (kick off), 20 januari 2015 (presentatie versie 1) 26 februari 2015 (presentatie eindversie) Kris Roderburg Rijksdienst Cultureel Erfgoed 9 december 2014 (kick off) Marco de Niet Digitaal Erfgoed Nederland 9 december 2014 (kick off) Hans Schraven Rijksdienst Cultureel Erfgoed 9 december 2014 (kick off) 20 januari 2015 (presentatie versie 1) 26 februari 2015 (presentatie eindversie) Pieter Vijn Beeld en Geluid 17 december, 9 januari 2015 (met Paul Keller) 20 januari 2015 (presentatie versie 1) 26 februari 2015 (presentatie eindversie) Walter Swagemakers EYE 16 december 2014 Nils van der Meer EYE 16 december februari 2015 Eric Palmen EYE 16 december februari 2015 Paul Keller Kennisland 9 januari

25 BIJLAGE 3 GRAFISCHE WEERGAVE COMPONENTEN PROJECTPLAN Onderstaand plaatje geeft een overzicht van de voorziene componenten van het alomvattende plan ter praktische implementatie van de verplichtingen van de Richtlijn Verweesde Werken. Deze rapportage is de materialisatie van onderdeel 1. Documentatie Europa 1 2 Input Werkgroep Auteursrecht Thesaurus alle copyright termen Stroomschema auteursrecht controle Stroomschema op uitwisseling met Spanje Communicatie & input veld 3 Vertaling stroomschema naar dummy schermen Advies over technische implementatie 5 werkpakketten 4 Bouw 5 Communicatie veld 25

26 BIJLAGE 4 OFFICIËLE TEKST VAN DE RICHTLIJN VERWEESDE WERKEN NL Publicatieblad van de Europese Unie L 299/5 RICHTLIJN 2012/28/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 53, lid 1, en de artikelen 62 en 114, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1), Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2), Overwegende hetgeen volgt: (1) Publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea, alsook archieven, instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed en publieke omroeporganisaties, die in de lidstaten gevestigd zijn, houden zich bezig met grootschalige digitalisering van hun verzamelingen of archieven om Europese digitale bibliotheken te kunnen oprichten. Zij dragen bij tot het behoud en de verspreiding van het Europese culturele erfgoed, dat tevens essentieel is voor de oprichting van Europese digitale bibliotheken, zoals Europeana. Technologieën voor het grootschalig digitaliseren van gedrukt materiaal en voor het zoeken en indexeren vergroten de onderzoekswaarde van de bibliotheekverzamelingen. De oprichting van grote onlinebibliotheken bevordert elektronische zoek- en opsporingsinstrumenten, wat nieuwe ontdekkingsbronnen oplevert voor onderzoekers en academici die anders genoegen zouden moeten nemen met meer traditionele en analoge zoekmethoden. (2) De noodzaak om het vrije verkeer van kennis en innovatie binnen de interne markt te bevorderen, vormt een belangrijk onderdeel van de Europa 2020-strategie, zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie, getiteld "Europa 2020: Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei", die als een van de vlaggenschipinitiatieven van deze strategie de ontwikkeling van een digitale agenda voor Europa omvat. (3) Het invoeren van een rechtskader om de digitalisering en verspreiding te vergemakkelijken van werken en ander, door het auteursrecht of naburige rechten beschermd materiaal, waarvan de rechthebbende niet is geïdentificeerd of waarvan de rechthebbende, zelfs indien hij wel is geïdentificeerd, niet is opgespoord - de zogeheten verweesde werken - is een van de voornaamste actiepunten van de digitale agenda voor Europa, zoals vermeld in de mededeling van de 26

27 Commissie, getiteld "Een digitale agenda voor Europa". Deze richtlijn is gericht op het specifieke probleem van de wettelijke bepaling van de status van verweesd werk en de gevolgen daarvan wat betreft de toegestane gebruikers en toegestane gebruikswijzen van als verweesde werken beschouwde werken of fonogrammen. (4) Deze richtlijn doet geen afbreuk aan specifieke oplossingen die in de lidstaten worden ontwikkeld voor het aanpakken van kwesties inzake digitalisering op grote schaal, zoals in het geval van werken die niet meer in de handel zijn. Bij dergelijke oplossingen wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken van verschillende soorten inhoud en de verschillende gebruikers en uitgegaan van de instemming van de betrokken belanghebbenden. Deze benadering werd ook gevolgd in het memorandum van overeenstemming inzake de digitalisering en de beschikbaarstelling van werken die niet meer in de handel zijn, dat op 20 september 2011 werd ondertekend door vertegenwoordigers van Europese bibliotheken, auteurs, uitgevers en organisaties voor collectief auteursrechtenbeheer, in aanwezigheid van de Commissie. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan dat memorandum van overeenstemming, waarin de lidstaten en de Commissie worden opgeroepen ervoor te zorgen dat vrijwillig gesloten overeenkomsten tussen de gebruikers, rechthebbenden en organisaties voor collectief auteursrechtenbeheer om het gebruik van werken die niet meer in de handel zijn te licentiëren op basis van de daarin vastgelegde beginselen, de vereiste rechtszekerheid genieten in een nationale en grensoverschrijdende context. (5) Het auteursrecht is de economische basis voor de creatieve sector, aangezien het zowel bevorderlijk is voor innovatie en creatie als voor investeringen en productie. De grootschalige digitalisering en verspreiding van werken is daardoor een middel om het cultureel erfgoed van Europa te beschermen. Het auteursrecht is een belangrijk middel om ervoor te zorgen dat de creatieve sector beloond wordt voor zijn werk. (6) De exclusieve rechten van rechthebbenden inzake reproductie van hun werken en ander beschermd materiaal en inzake beschikbaarstelling ervan voor het publiek, zoals geharmoniseerd bij Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (3), vereisende toestemming van de rechthebbenden voorafgaand aan de digitalisering en de beschikbaarstelling voor het publiek van een werk of ander beschermd materiaal. (7) Voor verweesde werken is het niet mogelijk om dergelijke voorafgaande toestemming te verkrijgen voor handelingen van reproductie of beschikbaarstelling voor het publiek. (8) Uiteenlopende benaderingen in de lidstaten van de erkenning van de status van verweesd werk kunnen de werking van de interne markt alsook het gebruik van en de grensoverschrijdende toegang tot verweesde werken belemmeren. Dergelijke uiteenlopende benaderingen kunnen ook leiden tot beperkingen van het vrije verkeer van goederen en diensten die culturele inhoud hebben. Daarom is het verzekeren van de wederzijdse erkenning van een dergelijke status aangewezen, omdat dit verweesde werken in alle lidstaten toegankelijk zal maken. (9) In het bijzonder is een gemeenschappelijke benadering om de status van verweesd werk en de toegestane gebruikswijzen van verweesde werken te bepalen nodig om rechtszekerheid op de interne markt te garanderen met betrekking tot het gebruik van verweesde werken door publiek toegankelijke bibliotheken, onderwijsinstellingen en musea, alsook door archieven, instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed en publieke omroeporganisaties. (10) Cinematografische of audiovisuele werken en fonogrammen die zijn opgenomen in de archieven van publieke omroeporganisaties en die door hen zijn geproduceerd, omvatten verweesde werken. Rekening houdend met de bijzondere positie van omroeporganisaties als producenten van fonogrammen en audiovisueel materiaal en de noodzaak om maatregelen te nemen om het fenomeen van verweesde werken in de toekomst te beperken, is het aangewezen een einddatum te bepalen voor de toepassing van deze richtlijn op werken en fonogrammen in de archieven van 27

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz, enz, enz. Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn nr. 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

RICHTLIJN 2012/28/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken

RICHTLIJN 2012/28/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken 27.10.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 299/5 RICHTLIJN 2012/28/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken (Voor

Nadere informatie

PI 61 AUDIO 18 CULT 37 CODEC 926

PI 61 AUDIO 18 CULT 37 CODEC 926 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 mei 2011 (OR. en) 10832/11 nterinstitutioneel dossier: 2011/0136 (COD) PI 61 AUDIO 18 CULT 37 CODEC 926 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 26 mei 2011 Nr. Comdoc.: COM(2011)

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de implementatie van de Richtlijn nr. 2012/28/EU inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 912 Wijziging van de Auteurswet, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter implementatie van Richtlijn (EU) 2017/1564 van het Europees

Nadere informatie

Verweesde werken: naar een Europese Oplossing? Joris DEENE Advocaat Everest Gastdocent UGent Juridisch adviseur SA&S

Verweesde werken: naar een Europese Oplossing? Joris DEENE Advocaat Everest Gastdocent UGent Juridisch adviseur SA&S Verweesde werken: naar een Europese Oplossing? Joris DEENE Advocaat Everest Gastdocent UGent Juridisch adviseur SA&S 31/05/2012 Inleiding Titel Verweesde werken Een auteursrechtelijk beschermd werk waarvan

Nadere informatie

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0279 (COD) 7566/17 PI 33 CODEC 463 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers.

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers. EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE Brussel, 28 maart 2018 Rev1 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.7.2010 COM(2010)381 definitief 2010/0205 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD houdende wijziging van Richtlijn 2008/9/EG tot vaststelling van nadere voorschriften

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 20.9.2017 L 242/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/1563 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 september 2017 inzake de grensoverschrijdende uitwisseling tussen de Unie

Nadere informatie

Auteursrecht en exploitatie van het culturele patrimonium. Benoît Michaux UNamur

Auteursrecht en exploitatie van het culturele patrimonium. Benoît Michaux UNamur Auteursrecht en exploitatie van het culturele patrimonium Benoît Michaux UNamur Digitale bibliotheken COM 2005 Patrimonium toegankelijk voor iedereen digitaliseren toegang bewaring 2 Stakeholders bibliotheken

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reda namens de Verts/ALE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reda namens de Verts/ALE-Fractie 6.9.2018 A8-0245/194 194 Overweging 21 bis (nieuw) (21 bis) Er moet worden erkend dat het publiek er belang bij heeft om zonder onnodige beperkingen als gevolg van exclusieve rechten aan de publieke sfeer

Nadere informatie

In 1. De aard van het auteursrecht wordt na artikel 2 een artikel toegevoegd, dat luidt:

In 1. De aard van het auteursrecht wordt na artikel 2 een artikel toegevoegd, dat luidt: Wetsvoorstel houdende wijziging van de Auteurswet, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/PM van het Europees parlement en de Raad van

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) 2016/0279 (COD) PE-CONS 24/17 PI 67 CODEC 856 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.3.2013 COM(2013) 109 final 2013/0065 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de WIPO inzake

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement Ontwerpadvies Helga Stevens. PE v01-00

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement Ontwerpadvies Helga Stevens. PE v01-00 Europees Parlement 2014-2019 Commissie werkgelegenheid en sociale zaken 2016/0279(COD) 15.12.2016 AMENDEMENTEN 7-36 Ontwerpadvies Helga Stevens (PE595.501v01-00) Grensoverschrijdende uitwisseling tussen

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Isabella Adinolfi namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Isabella Adinolfi namens de EFDD-Fractie 6.9.2018 A8-0245/179 179 Overweging 35 (35) De bescherming die uit hoofde van deze richtlijn aan uitgevers van perspublicaties wordt verleend, mag geen afbreuk doen aan de rechten van auteurs en andere

Nadere informatie

Verhuurrichtlijn RICHTLIJN 2006/115/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

Verhuurrichtlijn RICHTLIJN 2006/115/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006 Verhuurrichtlijn RICHTLIJN 2006/115/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Wijziging van de Wet op de naburige rechten in verband met de omzetting van Richtlijn 2011/77/EU van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 tot wijziging van Richtlijn 2006/116/EG betreffende

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2017/1564 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2017/1564 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD L 242/6 20.9.2017 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2017/1564 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 september 2017 inzake bepaalde toegestane vormen van gebruik van bepaalde werken en ander materiaal die

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.8.2013 COM(2013) 577 final 2013/0280 (CNS) C7-0268/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van de Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de Franse

Nadere informatie

Duurrichtlijn RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

Duurrichtlijn RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006 Duurrichtlijn RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten (gecodificeerde versie)

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 672592/674153 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het in licentie geven van fragmenten van het NOS Jeugdjournaal en het produceren van aanvullend audiovisueel materiaal ten behoeve

Nadere informatie

Cyberlaw en auteursrechten

Cyberlaw en auteursrechten Cyberlaw en auteursrechten ABD-BVD 26 januari 2006 Jos Dumortier http://www.ibbt.be http://www.icri.be http://www.lawfort.be Wetgeving auteursrechten Lappendeken - Overgangsperiode Basis: Europese richtlijnen

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, 29.4.2014 Publicatieblad van de Europese Unie L 127/129 RICHTLIJN 2014/46/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 3 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 1999/37/EG van de Raad inzake de kentekenbewijzen

Nadere informatie

Inleiding tot het auteursrecht. Lucie Guibault 30 september 2011

Inleiding tot het auteursrecht. Lucie Guibault 30 september 2011 Inleiding tot het auteursrecht Lucie Guibault 30 september 2011 Inhoud Verkrijgen van rechten Auteursrechthebbende Het werk Omvang van rechten Morele rechten Beperkingen op het auteursrecht 2 Het Auteursrecht

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 11.10.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 265/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2011/77/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 september 2011 tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht ARTIKEL I De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: Tekst voorontwerp Artikel 2 1.

Nadere informatie

RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006 L 372/12 NL Publicatieblad van de Europese Unie 27.12.2006 RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2006 betreffende de beschermingstermijn van het auteursrecht en van

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.8.2016 COM(2016) 508 final 2016/0248 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt van de Unie met betrekking tot de wijzigingen van de bijlagen

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 162/14 23.6.2017 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1111 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot procedures en formulieren voor de verstrekking

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief

Nadere informatie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0251 (CNS) 12848/1/18 REV 1 FISC 397 ECOFIN 881 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

Bureau M.F.J Bockstael - 2016. Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten:

Bureau M.F.J Bockstael - 2016. Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten: Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten: - vermogensrechten - morele rechten De vermogensrechten (economische rechten) geven de auteur

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT Europees Parlement 2014-2019 Geconsolideerd wetgevingsdocument 6.7.2017 EP-PE_TC1-COD(2016)0278 ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT in eerste lezing vastgesteld op 6 juli 2017 met het oog op de vaststelling

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785 NOTA van: aan: Betreft: het Voorzitterschap het Strategisch Comité immigratie, grenzen en asiel initiatief

Nadere informatie

Inleiding, toelichting... 2. Algemene bepalingen... 2. Artikel 1: Begripsbepalingen... 2. Artikel 2: Reikwijdte... 3. Artikel 3: Doel...

Inleiding, toelichting... 2. Algemene bepalingen... 2. Artikel 1: Begripsbepalingen... 2. Artikel 2: Reikwijdte... 3. Artikel 3: Doel... PRIVACYREGLEMENT REGIORECHT ANTI-FILESHARINGPROJECT INHOUD Inleiding, toelichting... 2 Algemene bepalingen... 2 Artikel 1: Begripsbepalingen... 2 Artikel 2: Reikwijdte... 3 Artikel 3: Doel... 3 Rechtmatige

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN L 146/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/879 VAN DE COMMISSIE van 2 juni 2016 tot vaststelling van de nadere regelingen met betrekking tot de conformiteitsverklaring

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2017 COM(2017) 164 final 2017/0075 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de bilaterale overeenkomst tussen de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Consultatieversie Nota van wijziging artikel 45d Auteurswet (maart 2014)

Consultatieversie Nota van wijziging artikel 45d Auteurswet (maart 2014) Consultatieversie Nota van wijziging artikel 45d Auteurswet (maart 2014) Artikel I, onderdeel C, komt te luiden: Artikel 45d Auteurswet 1. Tenzij de makers en de producent schriftelijk anders zijn overeengekomen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 333 Wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met grensoverschrijdende

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.5.2019 COM(2019) 221 final 2019/0107 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot machtiging van Duitsland om zijn huidige bilaterale overeenkomst

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Juridisch kader. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 660205/683814 Betreft: afwijzing aanvraag nevenactiviteit Het oprichten en exploiteren van de Businessclub L1Business en het organiseren van evenementen voor de leden van L1Business in

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0248 (NLE) 11723/16 TRANS 324 VOORSTEL van: ingekomen: 17 augustus 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.3.2016 COM(2016) 133 final 2016/0073 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in de Gemengde Commissie die

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.9.2018 COM(2018) 642 final 2018/0333 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Europees

Nadere informatie

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING Publicatieblad van de Europese Unie L 112 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 62e jaargang 26 april 2019 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Nadere informatie

DE NIEUWE EU AUTEURSRECHTRICHTLIJN J. Deene

DE NIEUWE EU AUTEURSRECHTRICHTLIJN J. Deene DE NIEUWE EU AUTEURSRECHTRICHTLIJN J. Deene Op 17 mei 2019 verscheen de tekst van Richtlijn 2019/790 van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eenheidsmarkt (hierna: de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36050 27 juni 2017 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 26 juni 2017, nr. IENM/BSK-2017/74109, tot

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2013 COM(2013) 307 final 2013/0159 (E) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de toepassing van Reglement nr. 41 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde

Nadere informatie

Besluit. A. Aard en strekking besluit

Besluit. A. Aard en strekking besluit Besluit Kenmerk: 605187/652520 Betreft: Generiek toestemmingsbesluit nevenactiviteiten cluster 1, de verkoop van programma s en fragmenten door landelijke publieke media-instellingen aan derden aan de

Nadere informatie

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Zijne Excellentie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De weledelgestrenge heer mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag Postadres: Postbus 15072 1001 MB Amsterdam Bezoekadres: Herengracht

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 651073/653125 Betreft: generieke toestemming aan de NPO en de landelijke publieke media-instellingen voor de nevenactiviteit het in licentie geven van programmamateriaal van de LPMI aan

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 109 17 juni 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 juni 2009,

Nadere informatie

REPARTITIEREGLEMENT StOP NL

REPARTITIEREGLEMENT StOP NL REPARTITIEREGLEMENT StOP NL Overwegingen I. StOP NL heeft ten doel het op doelmatige wijze behartigen en bevorderen van de belangen van Producenten van Filmwerken en hun rechtverkrijgenden, in het bijzonder

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 mei 2005 (08.06) (OR. fr) PUBLIC 9506/05 LIMITE CAB 19 JUR 221 INLEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers

Nadere informatie

Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten?

Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten? Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten? Dirk Visser, Leiden, 17 oktober 2017 Relevante wetten: Auteurswet Wet op de naburige rechten

Nadere informatie

Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten? Dirk Visser, Leiden, 17 oktober 2017

Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten? Dirk Visser, Leiden, 17 oktober 2017 Is het toegestaan om zonder toestemming van de docent een hoorcollege op te nemen en op facebook te zetten? Dirk Visser, Leiden, 17 oktober 2017 Relevante wetten: Auteurswet Wet op de naburige rechten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit billijke vergoeding artikel 25c Auteurswet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Besluit billijke vergoeding artikel 25c Auteurswet STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 66660 9 december 2016 Besluit billijke vergoeding artikel 25c Auteurswet Het onderstaande ontwerpbesluit bevat in artikel

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 17.6.2016 L 160/29 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/960 VAN DE COMMISSIE van 17 mei 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44665 8 december 2015 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 7 december 2015, nr. IENM/BSK-2015/161734,

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 26.4.2019 L 112/11 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/661 VAN DE COMMISSIE van 25 april 2019 betreffende het waarborgen van de vlotte werking van het elektronisch quotaregister voor het op de markt brengen

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2012 COM(2012) 449 final 2012/0217 (COD)C7-0215/12 Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de toekenning van tariefcontingenten voor

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.8.2018 COM(2018) 567 final 2018/0298 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 391/2009 wat betreft

Nadere informatie

Betreft: onrechtmatige besteding van het budget zoals bedoeld in artikel 2.153, tweede lid, Mediawet 2008.

Betreft: onrechtmatige besteding van het budget zoals bedoeld in artikel 2.153, tweede lid, Mediawet 2008. Sanctiebeschikking Kenmerk: 25757/2012005156 Betreft: onrechtmatige besteding van het budget zoals bedoeld in artikel 2.153, tweede lid, Mediawet 2008. Sanctiebesluit van het Commissariaat voor de Media

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 575 Besluit van 27 november 2002, houdende regels met betrekking tot het reprografisch verveelvoudigen van auteursrechtelijk beschermde werken

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /626132

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /626132 AANTEKENEN AVRO en TROS T.a.v. de besturen Postbus 2 1200 JA HILVERSUM Datum Onderwerp 27 mei 2014 Nevenactiviteit cluster11 het (doen) uitgeven Zappsport WK magazine Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 637217/638482 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het in licentie geven van fragmenten aan mediabedrijven buiten de publieke mediadienst overeenkomstig de fragmentenregeling zoals

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2016 COM(2016) 818 final 2016/0411 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1008/2008 inzake gemeenschappelijke

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE L 3/41 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2016 betreffende het gezamenlijk indienen en het uitwisselen van gegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 september 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 september 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 14 september 2017 (OR. en) 11563/17 API 95 INF 139 JUR 376 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD over het opengegevensbeleid van de

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.5.2018 COM(2018) 249 final 2018/0117 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

Auteursrechten in de praktijk van erfgoedinstellingen

Auteursrechten in de praktijk van erfgoedinstellingen Auteursrechten in de praktijk van erfgoedinstellingen Marco de Niet (Digitaal Erfgoed Nederland) Congres Archiefinnovatie Nieuwegein, 07-04-2015 Nieuwsuur, 4-3-2016 Data van erfgoedinstellingen waarop

Nadere informatie

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties

College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Besluit van het College van Toezicht Auteursrechten uit hoofde van artikel 3 van het Besluit van 5 november 2007, houdende aanwijzing van de voorwerpen, bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet 1912, en

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.4.2019 C(2019) 2962 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 25.4.2019 betreffende het waarborgen van de vlotte werking van het elektronisch quotaregister

Nadere informatie

ADVIES VAN DE BETROKKEN MILIEUS*

ADVIES VAN DE BETROKKEN MILIEUS* RAAD VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM SECTIE «AUTEURSRECHT EN NABURIGE RECHTEN» ADVIES VAN DE BETROKKEN MILIEUS* BETREFFENDE DE "OMZETTING VAN DE RICHTLIJN 2012/28/EU INZAKE BEPAALDE TOEGESTANE GEBRUIKSWIJZEN

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.4.2015 COM(2015) 155 final 2015/0080 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet

Nadere informatie

Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot Voorstel voor een besluit (COM(2016)0400 C8-0223/ /0186(COD))

Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot Voorstel voor een besluit (COM(2016)0400 C8-0223/ /0186(COD)) 7.6.2017 A8-0061/ 001-018 AMENDEMENTEN 001-018 ingediend door de Commissie cultuur en onderwijs Verslag Santiago Fisas Ayxelà Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot 2033 A8-0061/2017

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 640866/660607 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Het op aanvraag verkopen van CD s en DVD s met video- en audiofragmenten uit door RTV Oost geproduceerde en uitgezonden radio- en

Nadere informatie

Modernisering van de btw voor grensoverschrijdende b2c-e-commerce. Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD

Modernisering van de btw voor grensoverschrijdende b2c-e-commerce. Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.12.2016 COM(2016) 756 final 2016/0372 (NLE) Modernisering van de btw voor grensoverschrijdende b2c-e-commerce Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.12.2012 COM(2012) 682 final 2012/0321 (NLE) C7-0421/12 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad betreffende een

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van, 2015,,

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van, 2015,, AMBTELIJK CONCEPT Besluit van houdende wijziging van het Besluit uitvoering Tabakswet en de bijlage bij de Tabakswet in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/40/EU inzake de productie, de presentatie

Nadere informatie

Massadigitalisering benadering Commissie Digiti E. bijeenkomst FJC massadigitalisering

Massadigitalisering benadering Commissie Digiti E. bijeenkomst FJC massadigitalisering Massadigitalisering benadering Commissie Digiti E bijeenkomst FJC massadigitalisering 29.01.2009 Ontstaan van het probleem groei informatiemaatschappij schept vraag naar vee nieuwe technologieën maken

Nadere informatie

Besluit toestemming nevenactiviteit

Besluit toestemming nevenactiviteit Besluit toestemming nevenactiviteit Kenmerk: 630918/632779 Betreft: toestemming voor nevenactiviteit Licentieverlening voor het gebruik van het woorden beeldmerk van NCRV en SpangaS ten behoeve van een

Nadere informatie

Auteurswet. Hoofdstuk IV Bijzondere bepalingen betreffende het volgrecht (Artikelen 43-45)

Auteurswet. Hoofdstuk IV Bijzondere bepalingen betreffende het volgrecht (Artikelen 43-45) Auteurswet geldend op 12-03 - 2015 Aanhef Hoofdstuk I Algemeene bepalingen (Artikelen 1-25a) Hoofdstuk II De uitoefening en de handhaving van het auteursrecht en bepalingen van strafrecht (Artikelen 26-36c)

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.7.2016 C(2016) 4407 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 14.7.2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Wet van 23 september 1912, houdende nieuwe regeling van het auteursrecht

Wet van 23 september 1912, houdende nieuwe regeling van het auteursrecht (Tekst geldend op: 14-09-2015) Wet van 23 september 1912, houdende nieuwe regeling van het auteursrecht Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz.,

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 29.12.2017 L 348/1 I (Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2017/2454 VAN DE RAAD van 5 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad betreffende de administratieve

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.10.2014 C(2014) 7993 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE van 31.10.2014 tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2014/32/EU wat betreft het debietsbereik

Nadere informatie

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit

Besluit. A. Verloop van de procedure. B. Relevante bepalingen. C. Status van de activiteit Besluit Kenmerk: 658054/658750 Betreft: toestemming voor nevenactiviteiten Licentieverlening aan het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid ten behoeve van het organiseren van Top 2000 arrangementen

Nadere informatie

OVERWEGENDE DAT: DEFINITIES:

OVERWEGENDE DAT: DEFINITIES: AANHANGSEL VOD EXPLOITATIE Bepalingen ten behoeve van de opdrachtovereenkomst tussen de hoofdregisseur/ scenarioschrijver/ hoofdrolspeler en producent/omroep. OVERWEGENDE DAT: A. RODAP en de collectieve

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN JURIDISCHE ZAKEN

DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN JURIDISCHE ZAKEN DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSONDERSTEUNENDE AFDELING C: RECHTEN VAN DE BURGER EN CONSTITUTIONELE ZAKEN JURIDISCHE ZAKEN Documenten over de burgerlijke staat - de uitdaging voor ambtenaren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 275 Besluit van 18 mei 1995, houdende vaststelling van maatstaven die bij het in artikel 7a, eerste lid, van de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen

Nadere informatie