Bijlage A Reglement vastgoedregistratie Amsterdam Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Transcriptie

1 Bijlage, behorende bij Gemeenteblad 2011, afd. 3B, nr. 41, inclusief wijzigingen (Gemeenteblad 2013, afdeling 3B, nr. 171) en (Gemeenteblad 2014, afdeling 3B, nr. 44). Bijlage A Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. Beheerder: de directeur van de Dienst Persoons- en Geo-informatie aan wie het college het beheer van het vastgoedregister en de vastgoedregistratie heeft opgedragen. b. Brondocument: het document zoals bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet BAG. c. Catalogus: de algemene opsomming en nadere omschrijving van de gegevens zoals deze worden gebruikt in de vastgoedregistratie. d. Gemeentelijke dienst of bedrijf: hieronder wordt ook verstaan: een orgaan dat namens het gemeentebestuur van Amsterdam een publiekrechtelijke bevoegdheid uitoefent. e. Geometrie: de meetkundige vastlegging van een vastgoedobject bestaande uit een reeks coördinaat- (en hoogte)punten in het Rijksdriehoeksnetwerk (en, naar behoefte, het Normaal Amsterdams Peil). f. Kadaster: Dienst voor het kadaster en de openbare registers g. Leverancier: het bestuursorgaan dat een besluit genomen heeft, of de directeur van de gemeentelijke dienst of bedrijf die een besluit heeft voorbereid, en dus verantwoordelijk is voor het aanleveren daarvan en van daarop betrekking hebbende uitspraken en meldingen van feitelijke gebeurtenissen aan de beheerder. h. Terugmelding: een melding, bedoeld in artikel 8, eerste lid, of een verzoek, bedoeld in de verordening, artikel 3, tweede lid. i. Vastgoedgegeven: een beschrijvend kenmerk van een vastgoedobject. j. Vastgoedobject: een object dat onderdeel is van de vastgoedregistratie. k. Vastgoedregister: gemeentelijk register waarin alle door het college voorgeschreven brondocumenten ten aanzien van de in de vastgoedregistratie opgenomen vastgoedgegevens worden opgenomen. l. Verordening: de Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam m. Wkpb: de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Hoofdstuk 2: Gegevens en gebruik Artikel 2 Authenticiteit 1. De beheerder draagt er zorg voor dat de weergave van een krachtens de verordening in de vastgoedregistratie opgenomen authentiek gegeven overeenstemt met dat gegeven als opgenomen in het desbetreffende in het vastgoedregister ingeschreven brondocument. 2. Voor wat betreft de basisregistraties topografie, de geodetische infrastructuur, Amsterdams MeetboutenNET, luchtfoto s, panoramafoto s en Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) wordt de authenticiteit van de gegevens gewaarborgd door zich te houden aan de documenten zoals opgenomen in de toelichting op de Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam 2011.

2 Artikel 3 Catalogus 1. In de catalogus worden onder andere beschreven: a. de objecten van registratie b. de bij de objecten te registreren gegevens c. de aan die gegevens gestelde kwaliteitsnormen; d. de leveranciers van die gegevens. 2. De catalogus wordt vastgesteld door het college (zie Bijlage 2: Gegevenscatalogus vastgoedregistratie Amsterdam). 3. De beheerder is bevoegd de catalogus te wijzigen als nader omschreven in artikel 7. Artikel 4 Gebruik 1. Als een stadsdeel, gemeentelijk bedrijf of dienst bij het vervullen van zijn publiekrechtelijke taak een gegeven nodig heeft dat in de vastgoedregistratie beschikbaar is, gebruikt het dit, zo actueel mogelijke gegeven uit de vastgoedregistratie. 2. Een stadsdeel, gemeentelijk bedrijf of dienst kan een ander gegeven gebruiken dan een krachtens dit reglement beschikbaar authentiek gegeven, ingeval: a. bij het desbetreffende authentieke gegeven de aantekening in onderzoek is geplaatst; b. het met betrekking tot het desbetreffende authentieke gegeven een melding heeft gedaan als bedoeld in artikel 8, eerste lid; c. het door toepassing van het eerste lid zijn publiekrechtelijke taak niet naar behoren zou kunnen vervullen en hiervan een melding heeft gedaan als bedoeld in artikel 8, eerste lid, of d. bij wettelijk voorschrift anders is bepaald dan in het eerste lid. 3. Stadsdelen, gemeentelijke bedrijven en diensten maken bij informatieverstrekking aan derden gebruik van gegevens zoals die in de vastgoedregistratie zijn opgenomen, tenzij wet- of regelgeving een ander gebruik voorschrijft. 4. Voor het beschikbaar stellen van gegevens, als bedoeld in het derde lid, uit de vastgoedregistratie kan een door of namens de raad vast te stellen vergoeding worden gevraagd, welke ten hoogste kostendekkend zal zijn. 5. Een afnemer mag gegevens uit de vastgoedregistratie niet doorleveren aan een derde partij zonder deze gegevens wezenlijk te hebben aangevuld met zijn eigen gegevens. pag. 2 van30

3 Hoofdstuk 3: Organisatie Artikel 5 Beheerder 1. De directeur van de Dienst Persoons- en Geo-informatie kan ondermandaat en ondermachtiging verlenen met betrekking tot de in dit reglement genoemde taken aan door hem aan te wijzen functionarissen van de dienst. 2. De beheerder heeft ten minste de volgende taken a. het inrichten van een vastgoedregister, waarin alle brondocumenten eenduidig worden opgeslagen b. het zorg dragen voor de nodige voorzieningen van technische en organisatorische aard ten behoeve van de beschikbaarheid van de vastgoedregistratie en het vastgoedregister; c. het zorg dragen voor de nodige voorzieningen van technische en organisatorische aard ten behoeve van de beveiliging van de vastgoedregistratie en het register tegen verlies of aantasting van daarin opgenomen gegevens en tegen onbevoegde inzage, wijziging of verstrekking daarvan; d. het zorgdragen voor de inkoop en doorlevering van een afschrift van registraties onder de condities zoals overeengekomen met de eigenaar van de gegevens; e. het opnemen en verwerken van de gegevens die de leveranciers aanleveren; f. het garanderen van de kwaliteit van de op te nemen en opgenomen gegevens zoals gesteld in de catalogus; g. het verstrekken van de opgenomen gegevens overeenkomstig de afspraken met de afnemers; h. het op het gemeentelijk intranet voor de leveranciers beschikbaar houden van dit reglement, aanvullingen daarop, de catalogus vastgoedregistratie en eventuele overige regelgeving en besluiten welke van belang kunnen zijn voor de uitoefening van de taken van de leveranciers; i. het controleren van de geleverde en opgenomen gegevens; j. het aanbrengen van wijzigingen in de vastgoedregistratie op basis van in een document neergelegde resultaten van onderzoek naar mogelijke onjuistheden in die registratie als bedoeld in artikel 8, tweede en vierde lid, onder mededeling hiervan aan de leverancier van het oorspronkelijke document; k. het college gevraagd en ongevraagd adviseren over de administratieve organisatie betreffende de registratie van vastgoedgegevens; l. het opstellen van een handboek voor de uitvoering van dit reglement. 3. De beheerder heeft in ieder geval geen bevoegdheid om documenten die zijn ingeschreven in het register te vervangen, te wijzigen, bijlagen toe te voegen of te verwijderen, en het document onder een ander nummer dan het oorspronkelijke nummer op te bergen. Artikel 6 Leverancier 1. De leverancier waarborgt de kwaliteit van de door hem te leveren gegevens overeenkomstig de eisen van de catalogus, de door het college gestelde regels en het handboek. 2. De leverancier kan ambtenaren aanwijzen die besluiten en daarop betrekking hebbende uitspraken en meldingen van feitelijke gebeurtenissen, leveren aan de beheerder. pag. 3 van30

4 Artikel 7 Bijhouden catalogus en handboek 1. De beheerder overlegt periodiek met een vertegenwoordiger van de leveranciers en de gemeentelijke afnemers van de gegevens over de onderscheiden delen van de vastgoedregistratie. Hierbij kunnen alle aspecten van de registratie worden besproken. Van het overleg wordt een verslag gemaakt. De beheerder is voorzitter van het overleg. 2. De beheerder is op voorstel van het overleg als bedoeld in het eerste lid, bevoegd de catalogus te wijzigen, voor zover deze wijzigingen niet strijdig zijn met de van toepassing zijnde voorschriften uit wet- en regelgeving en uit dit reglement. Iedere leverancier en iedere gemeentelijke afnemer is bevoegd hiertoe en tot de wijziging van een handboek als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder l, voorstellen aan te dragen. Artikel 8 Terugmelding 1. Een stadsdeel, gemeentelijk bedrijf of dienst dat vastgoedgegevens heeft verkregen uit de vastgoedregistratie en gerede twijfel heeft over de juistheid van een gegeven of het ontbreken van een gegeven, doet daarvan onder opgaaf van redenen melding aan de beheerder. 2. De beheerder stelt een onderzoek in naar het betreffende gegeven en meldt zijn bevindingen uiterlijk binnen vijf werkdagen na de start van het onderzoek aan de terugmelder. 3. Indien de leverancier van het gegeven een beslissing moet nemen, zendt de beheerder de terugmelding onmiddellijk na uitvoering van het derde lid door aan de leverancier. 4. De leverancier onderzoekt het betreffende gegeven en levert de beheerder een document over het besluit over de terugmelding. 5. De leverancier levert de beheerder uiterlijk binnen een maand na de terugmelding een document met informatie over de behandelingswijze van een terugmelding en de termijn van afdoening. De beheerder informeert de terugmelder. 6. De beheerder bewaakt de voortgang van de afhandeling van de terugmeldingen en informeert onverwijld de terugmelder, als de beheerder het betreffende gegeven al dan niet heeft gewijzigd of opgenomen in de registratie. 7. Bij het structureel in gebreke blijven in het binnen zes maanden na een terugmelding afdoen van deze terugmelding als bedoeld in artikel 39, derde lid, van de Wet BAG, stelt de beheerder aan het college voor een voorziening te treffen als bedoeld in artikel 36 van de Verordening op de stadsdelen. 8. Voor de basisregistraties topografie, gebiedsindeling van Amsterdam, geodetische infrastructuur, Amsterdams MeetboutenNET, lucht- en panoramafoto s en AHN beslist de beheerder over de terugmelding uiterlijk binnen een redelijke termijn na het tijdstip waarop volgens de catalogus de bijhouding is beëindigd. De beheerder informeert onverwijld de terugmelder. 9. Als tegen het besluit, bedoeld in het vierde lid, bezwaar of beroep wordt ingesteld, plaatst de beheerder in de vastgoedregistratie bij dat gegeven de aantekening in onderzoek. Zodra op het bezwaar respectievelijk het beroep onherroepelijk is beslist, wijzigt de beheerder indien nodig het gegeven respectievelijk neemt hij dat gegeven op en verwijdert hij de aantekening in onderzoek bij dat gegeven. Artikel 9 Middelen De leveranciers en het college dragen elk de eigen kosten, voortvloeiend uit de werkzaamheden die hem in of op grond van dit reglement zijn opgedragen. pag. 4 van30

5 Hoofdstuk 4: De basisregistraties adressen en gebouwen Artikel 10 Algemene bepalingen 1. Dit hoofdstuk dient ter uitwerking van artikel 4 tot en met 6 van de verordening. 2. De leveranciers verstrekken de brondocumenten als bedoeld in de Wet BAG, artikel 10, eerste lid, en zoals nader gespecificeerd in het Handboek inwinnen BAG Amsterdam en de Catalogus BAG Amsterdam, systematisch aan de beheerder: 3. Deze documenten worden binnen een werkdag na dagtekening of onherroepelijk worden van de uitspraak digitaal aangeboden aan de beheerder. 4. Bij het structureel in gebreke blijven bij het verstrekken van de informatie stelt de beheerder aan het college voor een voorziening te treffen als bedoeld in artikel 36 van de Verordening op de stadsdelen. 5. Wijzigingen in de informatie zoals vermeld in het tweede lid, worden verwerkt in het Handboek BAG. Artikel 11 Kwaliteitsnormen De leverancier waarborgt de kwaliteit van de door hem te leveren gegevens overeenkomstig de eisen zoals vermeld in Bijlage 1. Artikel 12 Indelen van de gemeente in een of meer woonplaatsen 1. Ten behoeve van een goede registratie en eenduidigheid in de brondocumenten wordt een besluit tot de indeling van de gemeente in een of meer woonplaatsen vergezeld van een situatietekening, welke voldoet aan de volgende eisen: a. het schaalbereik is van 1:500-1:50.000; b. namen worden geschreven volgens de officiële schrijfwijze c. de geometrie voldoet aan artikel 2 van het Besluit BAG. 2. De beheerder formuleert in het Handboek BAG als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder l, de overige eisen ten behoeve van de vastlegging van de geometrie. Artikel 12a Vaststelling en naamgeving openbare ruimte De beheerder legt een voorstel tot vaststelling en naamgeving openbare ruimte ter advies voor aan de bestuurscommissie van het desbetreffende stadsdeel of aan de de (grootstedelijke) organisatie die namens het gemeentebestuur van Amsterdam het gebied beheert. Artikel 13 Toekenning nummeraanduiding 1. Ten behoeve van een goede registratie en eenduidigheid in de brondocumenten voldoen deze besluiten aan de volgende eisen. a. De nummerbeschikking kent alleen een nummeraanduiding toe aan een adresseerbaar object en voldoet aan de eisen zoals bedoeld in artikel 4 van het Besluit BAG. b. Aan een adresseerbaar object worden alleen dan verschillende nummeraanduidingen toegekend ingeval er sprake is van twee of meer ver uit elkaar liggende toegangen, zoals toegangen aan verschillende straten voor bijvoorbeeld leveranciers of personeel. c. Indien het in de beschikking gaat om meerdere bouwlagen en de situatie alleen via een bovenaanzicht niet duidelijk is weer te geven, dan worden gevelschetsen ter verduidelijking toegevoegd. Eventueel wordt dit uitgebreid met een plattegrond per verdieping. pag. 5 van30

6 2. Ten behoeve van een goede registratie is de volgorde bij de opbouw van een nieuw toe te kennen nummeraanduiding als volgt: a. De nummeraanduiding is gerelateerd aan een door het college vastgestelde openbare ruimte. Er kunnen geen nummeraanduidingen worden toegekend zonder deze koppeling. b. De nummeraanduiding bestaat uit een natuurlijk getal van maximaal 5 posities; c. indien nodig gevolgd door een hoofdletter (niet een I, J, O of Q in verband met verwarring met cijfers en andere letters); d. indien nodig ten slotte een volgnummer (een toevoeging bestaande uit ten hoogste vier cijfers of letters). e. Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983 (Wijze van nummeren en plaats) wordt gevolgd. 3. Indien in een bestaand pand het merendeel van de adressen van de verblijfsobjecten ongewijzigd blijft, kan aan het nieuw ontstane verblijfsobject een adres worden toegekend dat past binnen de bestaande adressen. 4. tot voor de stadsdelen: Voordat een nummeraanduiding wordt toegekend als bedoeld in de Verordening, artikel 4, eerste lid, onder b, wordt advies aan DPG gevraagd. De nummeraanduiding wordt conform dit advies toegekend, tenzij er zwaarwichtige redenen zijn dat niet te doen. vanaf : voor de grootstedelijke gebieden: De beheerder kent een nummeraanduiding toe aan een op het grondgebied van de gemeente gelegen verblijfsobject, standplaats of ligplaats als bedoeld in de Verordening, artikel 4, eerste lid, onder b. Voordat hij een nummeraanduiding toekent, stemt hij af met degene die de stand- of ligplaats vaststelt en afbakent, of het pand of verblijfsobject afbakent. Artikel 14 Uitvoering en plaatsing van naam- en nummerborden 1. Nummerborden worden aangebracht overeenkomstig het gestelde in Nederlandse norm NEN 1773, uitgave Nummerborden moeten voldoen aan de afmetingen en vormgeving zoals voorgeschreven in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave Indien niet kan worden voldaan aan het voorschrift van het eerste en tweede lid, hebben de nummerborden een mate van leesbaarheid die ten minste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met het eerste en tweede lid. 4. Het materiaal dat wordt toegepast voor de vervaardiging van al dan niet te verlichten nummerborden is in overeenstemming met het over de uitvoering van de aanduidingen gestelde in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave De naamborden moeten voldoen aan de gestelde functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, de uitvoering, de constructie, de kleursoorten en de lichttechnische eigenschappen van de toegepaste materialen, alsmede de plaatsing van naamborden zoals vervat in de Nederlandse norm NEN 1772, uitgave Artikel 15 Ambtenaren bevoegd tot het besluiten over de wijziging of opneming van een gegeven en het opmaken van een proces-verbaal van constatering Als ambtenaren bevoegd tot het:: besluiten over de wijziging of opneming van een gegeven na ontvangst van een melding als bedoeld in artikel 37 of een verzoek als bedoeld in artikel 38 van de Wet BAG, zoals bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de Wet BAG, of na ontvangst van een terugmelding; opmaken van processen-verbaal van constatering, zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b van de Wet BAG pag. 6 van30

7 aan te wijzen: a. manager afdeling BAG van de Dienst Persoons- en Geo-informatie b. manager unit Geo-informatie van de Dienst Persoons- en Geo-informatie. Artikel 16 Ambtenaren belast met vaststelling definitieve geometrie Als ambtenaren aangewezen voor de vaststelling van de definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten, zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet BAG, aan te wijzen: a. manager afdeling Basisregistratie grootschalige topografie van de Dienst Persoons- en Geo-informatie b. senior medewerker Basisregistratie grootschalige topografie van de Dienst Persoons- en Geo-informatie c. medewerker Basisregistratie grootschalige topografie van de Dienst Persoons- en Geo-informatie d. landmeter Basisregistratie grootschalige topografie van de Dienst Persoons- en Geo-informatie. Artikel 17 Loket 1. Aan de dagelijks besturen van de stadsdelen wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot het geven van inzage in het BAG-register zoals bedoeld in artikel 32, eerste lid onder a, van de Wet BAG. 2. Het dagelijks bestuur kan ondermandaat en ondermachtiging verlenen met betrekking tot de in dit artikel genoemde mandaten en machtigingen aan door het dagelijks bestuur aan te wijzen functionarissen van het stadsdeel. pag. 7 van30

8 Hoofdstuk 5: De basisregistraties groot- en kleinschalige topografie Amsterdam Artikel 18 De leveranciers verstrekken systematisch informatie aan de beheerder over topografische wijzigingen in de openbare ruimte. Artikel 19 De registratie voldoet aan de volgende eisen: a. het schaalbereik is van 1:500-1:50.000; c. namen worden geschreven volgens de officiële schrijfwijze. Artikel 20 Beschikbaarstelling basisregistratie kleinschalige topografie van 1: De algemene beschikbaarstelling vindt plaats onder de condities zoals overeengekomen met het Kadaster. 2. Met afzonderlijke afnemers kan de beheerder specifieke beschikbaarstelling afspreken. Hoofdstuk 6: De basisregistratie kadaster voor het Amsterdamse grondgebied Artikel 21 Actualisering 1. De beheerder actualiseert het afschrift van de basisregistratie kadaster na de regelmatige levering door het Kadaster. 2. Deze actualisering en algemene beschikbaarstelling wordt binnen een week na ontvangst van de gegevens van het Kadaster uitgevoerd. Artikel 22 Relatie met gemeentelijke gegevens De beheerder onderhoudt de relatie tussen de kadastrale percelen en de zich daarop bevindende objecten uit de basisregistratie gebouwen.

9 Hoofdstuk 7: De gemeentelijke beperkingenregistratie en -register Artikel 23 Leveranciers Aan de dagelijks besturen van de stadsdelen en aan de directeuren van gemeentelijke diensten en bedrijven wordt machtiging verleend met betrekking tot de uitvoering artikel 5 tot en met 8 van de Wkpb: het met kadastrale aanduiding en de geometrische contour aan de beheerder ter inschrijving in het gemeentelijke beperkingenregister aanbieden van gemeentelijke beperkingenbesluiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wkpb, die het stadsdeelbestuur heeft vastgesteld of waarvan de vaststelling de gemeentelijke dienst of bedrijf heeft voorbereid, daarop betrekking hebbende beslissingen in administratief beroep, rechterlijke uitspraken en vervallenverklaringen als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Wkpb. Artikel 24 Loket 1. Aan de dagelijks besturen van de stadsdelen wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot de uitvoering van de volgende taken en bevoegdheden: a. het geven van inzage in het gemeentelijke beperkingenregister en de gemeentelijke beperkingenregistratie (artikel 9, eerste lid, Wkpb en artikel 12 Uitvoeringsbesluit Wkpb) en in kadastrale registratie (artikel 15a Wkpb); b. het afgeven of toezenden van een afschrift, uittreksel of verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wkpb.(artikel 13 Uitvoeringsbesluit Wkpb); c. het waarmerken van een afschrift of uittreksel als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wkpb door in het afschrift of uittreksel de ondertekende verklaring op te nemen Voor eensluidend afschrift of Voor eensluidend uittreksel, onder vermelding van de datum van verstrekking van het afschrift of uittreksel (artikel 14 Uitvoeringsbesluit Wkpb). 2. Het dagelijks bestuur kan ondermandaat en ondermachtiging verlenen met betrekking tot de in dit artikel genoemde mandaten en machtigingen aan door het dagelijks bestuur aan te wijzen functionarissen van het stadsdeel Artikel 25 Beheerder Aan de beheerder wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot de uitvoering van de volgende taken en bevoegdheden: 1. het geven van inzage in het gemeentelijke beperkingenregister en de gemeentelijke beperkingenregistratie (artikel 9, eerste lid, Wkpb en artikel 12 Uitvoeringsbesluit Wkpb) en in kadastrale registratie (artikel 15a Wkpb); 2. het afgeven of toezenden van een afschrift, uittreksel of verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wkpb.(artikel 13 Uitvoeringsbesluit Wkpb); 3. het waarmerken van een afschrift of uittreksel als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wkpb door in het afschrift of uittreksel de ondertekende verklaring op te nemen Voor eensluidend afschrift of Voor eensluidend uittreksel, onder vermelding van de datum van verstrekking van het afschrift of uittreksel (artikel 14 Uitvoeringsbesluit Wkpb); 4. alle andere taken en bevoegdheden genoemd in de Wkpb en het Uitvoeringsbesluit Wkpb. Artikel 26 Financiële verantwoordelijkheid 1. De financiële verantwoordelijkheid van het niet tijdig, het onvolledig of het onjuist aanbieden aan de beheerder van: een beperkingenbesluit als bedoeld in de Wkpb, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep, rechterlijke uitspraak of pag. 9 van30

10 een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Wkpb wordt toegerekend aan de leverancier. 2. De financiële verantwoordelijkheid van het niet tijdig, het onvolledig of het onjuist geven van inzage in of verstrekken informatie over de beperkingenregistratie en het beperkingenregister wordt toegerekend aan het stadsdeel en de beheerder waaraan iemand inzage of informatie heeft gevraagd. 3. De financiële verantwoordelijkheid van het niet tijdig, het onvolledig of het onjuist doorgeven van informatie binnen de gemeente of van de gemeente naar de landelijke voorziening als bedoeld in artikel 10 van de Wkpb, wordt toegerekend aan het stadsdeel, het gemeentelijk bedrijf of de dienst die daarvoor verantwoordelijk is. 4. De financiële verantwoordelijkheid betreft in elk geval alle financiële gevolgen van het niet tijdig, het onvolledig of het onjuist: aanbieden van een beperkingenbesluit; geven van inzage in of verstrekken informatie over de beperkingenregistratie en het beperkingenregister; of doorgeven van informatie binnen de gemeente of van de gemeente naar de landelijke voorziening als bedoeld in artikel 10 van de Wkpb, dus naast de te vergoeden schade ook alle procedurele kosten. Hoofdstuk 8: De registratie en register gebiedsindeling van Amsterdam Artikel De leverancier verstrekt de beheerder systematisch besluiten: a. ter vaststelling, wijziging of beëindiging van een gebied b. van de gemeenteraad over welke bevoegdheden zijn teruggenomen van stadsdelen in een grootstedelijk project. 2. Binnen een werkdag na ontvangst van het besluit wordt dit digitaal aangeboden aan de beheerder met informatie zoals genoemd in het Handboek Registratie en register Gebiedsindeling van Amsterdam Artikel De beheerder zorgt voor inschrijving binnen vier weken na de dagtekening van het besluit. 2. De registratie voldoet aan de volgende eisen: a. het schaalbereik is van 1:500-1:50.000; c. namen worden geschreven volgens de officiële schrijfwijze. Hoofdstuk 9: De registratie Amsterdams MeetboutenNET Artikel 29 Beschikbaarstelling 1. De beheerder stelt de locatie van de deformatiebouten aan eenieder beschikbaar. 2. De algemene beschikbaarstelling van de registratie Amsterdams MeetboutenNET vindt plaats onder de condities zoals overeengekomen met de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. pag. 10 van30

11 Hoofdstuk 10: Slotbepalingen Artikel 30 Klachten Aan de beheerder alsmede de dagelijks besturen van de stadsdelen wordt mandaat en machtiging verleend met betrekking tot het behandelen en afdoen van klachten met inachtneming van Titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover die betrekking hebben op de hierboven gemandateerde en gemachtigde bevoegdheden. Artikel 31 Bepaling over mandaat Te bepalen, dat de hier verstrekte mandaten gelden onder de voorwaarden, dat geschillen omtrent de toepassing van deze mandaten aan het college worden voorgelegd. pag. 11 van30

12 Toelichting op het A. Algemene toelichting bij het reglement Doel vastgoedregistratie Uitgangspunt voor de vastgoedregistratie is dat de overheid een bepaald gegeven slechts eenmaal verzamelt en registreert en vervolgens - waar toegestaan - gebruikt of raadpleegt (eenmalige inwinning, meervoudig gebruik). Tegenhanger van de afnameplicht is dat bestuursorganen moeten terugmelden aan de beheerder, als ze denken dat er iets niet klopt in de vastgoedregistratie. Dat vrijwaart burgers en bedrijven van onnodige gegevensverstrekking. Tegelijkertijd verschaffen dergelijke authentieke registraties de overheid een betere kwaliteit van informatie. Daardoor kan de overheid efficiënter en effectiever werken bijvoorbeeld bij de handhaving van de openbare orde en de bestrijding van fraudepraktijken, de voorbereiding van nieuw beleid en het communiceren (bijvoorbeeld door het gemakkelijk, uniform en voordelig geografische informatie op internet presenteren aan burgers en collega-ambtenaren met behulp van de meest recente gegevens uit de vastgoedregistratie). Doelen van het reglement Om dit doel van de vastgoedregistratie te bereiken, hebben wetten en contracten de kaders gesteld voor de gemeentelijke Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam In deze verordening heeft de gemeenteraad de opdracht gegeven aan het college om een Reglement vastgoedregistratie Amsterdam vast te stellen, dat noodzakelijk is om de kwaliteit van de vastgoedregistratie te waarborgen en de standaardisatie van gegevens en gegevensleveringen mogelijk te maken. De doelen van het reglement zijn de volgende. Het regelen van de werking van de vastgoedregistratie binnen de gemeente om de kwaliteit van de vastgoedregistratie te waarborgen en de standaardisatie van gegevens en gegevensleveringen mogelijk te maken. Wetgeving bepaalt de afname- en terugmeldplicht voor de basisregistraties; het reglement stelt deze eenmalige inwinning en meervoudig gebruik vast voor de overige registraties. Het leggen van onderlinge relaties binnen de vastgoedregistratie om samenhang, regie en synergie te creëren. Het mandateren van de directeur van de Dienst Persoons- en Geo-informatie tot het beheer van de vastgoedregistratie, de leveranciers van informatie binnen de gemeente en de dagelijks besturen van de stadsdelen tot het verstrekken van informatie, ambtenaren bevoegd tot het opmaken van processen-verbaal van constatering en tot het vastellen van definitieve geometrie, en het mogelijk maken van ondermandaat en ondermachtiging. Vanwege het laatste doel omvat het reglement ook een mandaatbesluit. Op zijn beurt geeft het college in het reglement de opdracht aan DPG, de beheerder van de vastgoedregistratie, om een handboek op te stellen voor de uitvoering van dit reglement. Per onderdeel van de vastgoedregistratie kan een handboek worden opgesteld. Wijziging reglement Het bestaande Reglement Vastgoedregistratie Amsterdam moet in navolging van de verordening worden gewijzigd. Op 11 juli 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders het Reglement Vastgoedregistratie Amsterdam vastgesteld op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening 1994 (APV-1994). De concept-wetgeving basisregistraties adressen en gebouwen pag. 12 van30

13 (BAG) is richtinggevend geweest voor dit reglement van In het reglement lag de nadruk dan ook sterk op de basisregistraties adressen en gebouwen. Het voorliggende reglement regelt meer zaken wat betreft de andere registraties, die de directeur DPG nu al beheert, inkoopt en doorlevert binnen de gemeente. De beleidsregels en het model-mandaatbesluit van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Wet BAG hebben tot inspiratie gediend voor het reglement. Regelgeving die verspreid was in verschillende besluiten van het college, is in dit reglement bijeengebracht om meer overzicht op het terrein van de vastgoedregistratie te krijgen. Databanken- en auteursrecht De vastgoedregistratie valt onder het auteursrecht, zoals vastgelegd in de Algemene leveringsvoorwaarden geo-informatie van Dienst Persoons- en Geo-informatie, 5 augustus 2010, artikel 9, en het databankenrecht bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Databankenwet (op grond van de Databankenverordening Amsterdam, Gemeenteblad 2001, afd. 1, nr. 918), zoals vastgelegd in de Gebruiksovereenkomst geografische informatie DPG. Daarnaast behoudt de Wet BAG, artikel 33, het auteurs- en databankenrecht voor aan het college dat de gegevens uit de BAG verstrekt. Voorts gelden specifieke afspraken voor de beschikbaarstelling van de basisregistratie kadaster, Amsterdams MeetboutenNET, luchtfoto s, panoramafoto s en AHN. Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid De opgaaf voor de gemeente is om de gegevens in de vastgoedregistratie op het niveau te krijgen van een authentieke registratie. Kenmerkend voor een authentieke registratie is dat de gemeentelijke organisatieonderdelen en zo mogelijk ook andere overheids- en private personen en organisaties die, in verschillende processen in samenhang met andere gegevens, voldoende betrouwbaar achten om, verplicht en zonder nader onderzoek, te gebruiken. Authentieke gegevens mogen bovendien in beginsel niet meermalen worden opgevraagd bij burgers en bedrijven (vergelijk Wet BAG, TK , , nr. 3, p. 23). Keerzijde hiervan is dat de burger die vertrouwt op de kwaliteit, schade kan leiden doordat de kwaliteit niet voldoende was. Deze burger kan dan de gemeente aansprakelijk stellen vanwege een onrechtmatige daad (Burgerlijk Wetboek, artikel 6:162). Welk onderdeel van de gemeente precies verantwoordelijk is voor de eventueel gemaakte fout is in dat stadium niet relevant. In de gemeentelijke praktijk zal het verzekeringsbedrijf van de gemeente (VGA) de claim onderzoeken. Pas als blijkt dat de gemeente aansprakelijk is, zal verder worden onderzocht wie de schade moet vergoeden. Gelet op deze bestaande praktijk is er van af gezien om in het reglement aansprakelijkheid te regelen, behalve waar de speciale wet dit wel regelt, de Wkpb (artikel 13). Welke gegevens in de vastgoedregistratie? In de vastgoedregistratie Amsterdam (VRA) zijn twaalf registraties opgenomen (zie bijlage 1 bij de verordening, Kaart met welk gebied de registraties beslaan ): a. een basisregistratie adressen als bedoeld in artikel 2, onder a, van de Wet BAG b. een basisregistratie gebouwen als bedoeld in artikel 2, onder b, van de Wet BAG; c. een basisregistratie grootschalige topografie voor het grondgebied van de gemeente Amsterdam en een deel van de gemeente Ouder-Amstel gelegen tussen de A-2 en de spoorlijn Amsterdam-Utrecht (de corridor ) d. een basisregistratie kleinschalige topografie voor het grondgebied van de gemeente Amsterdam en omgeving; pag. 13 van30

14 e. een basisregistratie kadaster voor het Amsterdamse grondgebied, bestaande uit de administratieve gegevens over onroerende zaken en de landelijke kadastrale kaart voor het Amsterdamse grondgebied; f. een gemeentelijke beperkingenregistratie en -register g. een registratie en register gebiedsindeling van Amsterdam; h. geodetische infrastructuur; i. een registratie Amsterdams MeetboutenNET; j. een registratie luchtfoto s; k. een registratie panoramafoto s; l. een registratie Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Vanuit overwegingen voor een praktisch beheer is er voor gekozen om het register met brondocumenten geheel digitaal in te richten. De inrichting van dit register maakt de ontwikkeling van een digitaal depot met allerlei soorten besluiten, uitspraken en meldingen van feitelijke gebeurtenissen mogelijk, maar dit valt buiten het kader van dit voorstel. B. Toelichting per artikel Artikel 1: De definities zijn ter wille van de leesbaarheid alfabetisch gerangschikt. Artikel 1, onder b: Het brondocument dat gebruikt kan worden voor de registratie is het besluit van het daartoe bevoegde orgaan of een gewaarmerkt afschrift van dit besluit. De waarmerking dient om zeker te zijn dat de kopie overeenkomstig het origineel is. Aan digitale documenten worden aparte (technische) eisen gesteld. De beheerder formuleert de eisen voor het digitale document. Andere brondocumenten zijn uitspraken en meldingen van feitelijke gebeurtenissen bijvoorbeeld de oplevering van een verblijfsobject of de start van de sloop. Artikel 1, onder c: Het woord catalogus sluit aan bij het landelijk gehanteerde taalgebruik. Artikel 1, onder d: Met behulp van de geometrie is ruimtelijke weergave (de weergave op een kaart) mogelijk. Artikel 1, onder g: Hier is niet gekozen voor de term bronhouder, omdat in het stelsel van basisregistraties (zie bijvoorbeeld TK , , nr. 3, p. 4) de bronhouder verantwoordelijk is voor decentrale registraties. In dit reglement is de beheerder namens het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk voor de registraties. Artikel 3, eerste lid, onder c: Artikel 3, eerste lid, van de verordening bepaalt dat het college de kwaliteitsnormen voorschrijft. Artikel 4, eerste lid: Wetgeving bepaalt de afname- en terugmeldplicht voor de basisregistraties; het reglement bepaalt dit voor de overige registraties. Voor de terugmeldplicht, zie artikel 8. Er kan vertraging zitten tussen het moment waarop een gegeven in de vastgoedregistratie zit, en de beschikbaarheid voor een afnemer. Daarom is gekozen voor de formulering: zo actueel mogelijke gegeven uit de vastgoedregistratie. Het verplichte gebruik van gegevens uit de registratie geldt niet voor de basisregistratie kadaster, omdat het hier om een afschrift van een basisregistratie gaat. Het is mogelijk pag. 14 van30

15 om ook rechtstreeks bij het Kadaster informatie te vragen. Het verplichte gebruik geldt wel voor de basisregistratie kleinschalige topografie, omdat die ten eerste aangevuld is met plus-informatie relevant voor de gemeente, en ten tweede DPG de basisregistratie kleinschalige topografie sneller actualiseert dan het Kadaster Artikel 4, tweede lid, onder a en b, wijst op de beperkingen in de betrouwbaarheid van de gegevens in de vastgoedregistratie (vergelijk artikel 35, tweede lid, van de Wet BAG). Artikel 4, tweede lid, onder c: Het verplichte gebruik geldt uiteraard niet als het stadsdeel, gemeentelijke dienst of bedrijf een gegeven nodig heeft dat níet in de vastgoedregistratie beschikbaar is, zoals een luchtfoto met een groter detailniveau dan beschikbaar in de registratie luchtfoto s. Artikel 4, derde lid: Een voorbeeld van een wet die een ander gebruik voorschrijft, is als de Wet openbaarheid van bestuur, beperkingen oplegt aan het openbaar maken van gegevens. Artikel 4, vierde lid: De vergoedingen zoals hier bedoeld zijn opgenomen in de legesverordening van de gemeente en van de stadsdelen. Artikel 4, vijfde lid: Met wezenlijk te hebben aangevuld met zijn eigen gegevens wordt bedoeld: aangevuld met gegevens uit het bedrijfsproces van de afnemer van gegevens uit de vastgoedregistratie. Als de beheerder zelf levert aan die derde partij, krijgt zij immers ook terugmeldingen van die derde partij op grond van artikel 8 van het reglement. Het Kadaster als beheerder van de basisregistratie kleinschalige topografie (BRT) en van de landelijke voorziening voor de BAG en voor de Wkpb, mag daarentegen wel gewijzigd doorleveren aan een derde partij. Ook wordt met derde partij niet een organisatie bedoeld, die de afnemer ondersteunt bij het verrichten van zijn taak. In dat geval is de afnemer verantwoordelijk voor het gebruik van de gegevens.. Artikel 5, tweede lid, onder f: Een van de middelen om de kwaliteit te garanderen is het inrichten van het terugmeldproces zoals bedoeld in artikel 8. Artikel 5, tweede lid, onder g: Binnen de gemeente stellen de verschillende afnemers verschillende eisen aan de leveringen per gegevens. De beheerder maakt afspraken met de afnemers over de wijze van leveren, periodes, etc. Artikel 5, tweede lid, onder i, regelt de taak van de beheerder om te controleren. De controle van de gegevens is in het algemeen een marginale controle of een waarschijnlijkheidscontrole. In principe is de beheerder lijdelijk in de registratie; de leverancier is verantwoordelijk voor de juist- en volledigheid van wat hij aanlevert (vergelijk artikel 26, eerste lid) Artikel 5, tweede lid, onder j, regelt de taak van de beheerder om zelfstandig wijzigingen in de vastgoedregistratie aan te brengen en daarmee dus voorbij te gaan aan de bevoegdheden van de leveranciers. Dit artikel is nadrukkelijk bedoeld voor uitzonderingen, indien er een gewichtige reden is om aan de vastgestelde verdeling van taken en bevoegdheden voorbij te gaan. Normaal gesproken wordt een wijziging alleen verwerkt in de registratie als deze afkomstig is van de aangewezen leverancier. Als de beheerder zelfstandig een wijziging aanbrengt kan dat alleen op basis van een pag. 15 van30

16 authentiek document, waarin de resultaten zijn neergelegd van een onderzoek naar mogelijke onjuistheden in die registratie. Artikel 5, tweede lid, onder k en l, geeft de beheerder een actieve rol om de kwaliteit van de registratie te borgen. Artikel 5, tweede lid, onder l, geeft de beheerder de bevoegdheid om eisen te stellen aan de brondocumenten, en de aanlevering, de registratie en de ontsluiting ervan, teneinde een optimale registratie en ontsluiting van het register te kunnen verzorgen. Per onderdeel van de vastgoedregistratie kan een handboek worden opgesteld. Artikel 5, derde lid: Vormen van wijzigen zijn bijvoorbeeld antedateren of kantlijnaantekeningen te maken. Artikel 6, tweede lid: Een ondermandaatbesluit van de leverancier is niet nodig, omdat de gemeente één rechtspersoon is en omdat het gaat om een feitelijke handeling, de aanlevering. Aanwijzing is nodig om daarmee de juistheid van de aan te leveren brondocumenten te waarborgen. Artikel 7: Het wijzigen van de catalogus kan worden overgelaten aan de beheerder. Overeenstemming met het leveranciers en afnemersoverleg is noodzakelijk als het een wijziging betreft die gevolgen heeft voor de levering van het gegeven. Het is denkbaar dat de levering van dit nieuwe of gewijzigde gegeven op onoverkomelijke bezwaren stuit. In dat geval is een beslissing van het college nodig. De bezwaren kunnen te maken hebben met systeemeisen, waarbij aanpassing van een systeem erg hoge kosten met zich meebrengt of als de kosten voor inwinning van de gegevens niet acceptabel zijn. Artikel 8: Terugmeldingen zijn nodig om de kwaliteit van de gegevens hoog te houden en zo het gebruik te stimuleren. De afnemers van de gegevens, de beheerder, en de leverancier van het gegeven dienen dit belang allemaal te beseffen. Snel en accuraat reageren is de opdracht, omdat de afnemers van de gegevens de juiste informatie nodig hebben voor de uitvoering van hun taken. Als een onderdeel van de gemeente een melding heeft gedaan over een gegeven als bedoeld in het eerste lid, kan het een ander gegeven gebruiken dan een krachtens dit reglement beschikbaar authentiek gegeven (zie artikel 4, tweede lid, onder b). De beheerder beoordeelt of de terugmelding correct is: heeft de terugmelder een juist gegeven gebruikt, kan de beheerder een beslissing nemen of moet de leverancier van het gegeven worden ingeschakeld? De beheerder richt met gebruikmaking van zijn taak op grond van artikel 5, tweede lid, onder f, het terugmeldproces in. Als de beheerder, namens het college, niet binnen twee werkdagen na de terugmelding heeft besloten over de wijziging respectievelijk opneming van het betreffende gegeven in de BAG, plaatst hij in de BAG bij dat gegeven de aantekening in onderzoek (Wet BAG, artikel 39, tweede lid). Als bij het desbetreffende authentieke gegeven de aantekening in onderzoek is geplaatst, kan een onderdeel van de gemeente een ander gegeven gebruiken dan een krachtens dit reglement beschikbaar authentiek gegeven (zie artikel 4, tweede lid, onder a). De leverancier onderzoekt het desbetreffende authentieke gegeven en neemt zo spoedig mogelijk doch niet later dan zes maanden na ontvangst van de terugmelding een beslissing omtrent wijziging respectievelijk opneming van het desbetreffende authentieke gegeven (Wet BAG, artikel 39, derde lid). Aan overschrijding van deze termijn verbindt de Wet BAG en dit reglement geen rechtsgevolg. Het zevende lid verwoordt het pag. 16 van30

17 eindresultaat van het toepassen van het gele en rode kaartensysteem zoals ook bij de unit Burgerzaken van DPG bestaat. Dit systeem omvat: 1. het stellen van normen om de kwaliteit te kunnen meten; 2. het periodiek rapporteren over deze kwaliteit; 3. zonodig waarschuwen (= gele kaart) bij onvoldoende prestatie; 4. als de leverancier structureel in gebreke blijft in het binnen zes maanden na een terugmelding afdoen van deze melding of dit verzoek: het treffen van een voorziening door het college (= rode kaart) als bedoeld in artikel 36 van de Verordening op de stadsdelen (zie het gemeenteraadsbesluit Beschikbaar stellen krediet voor verbetering kwaliteit Basisregistratie Adressen en Gebouwen ; Gemeenteblad , afd. 3A, nr. 136/262). Artikel 36 stelt: Wanneer ter uitvoering van deze of een andere gemeentelijke verordening de vereiste medewerking door de deelraad of het dagelijks bestuur, niet of onvoldoende wordt verleend, voorziet het college daarin, op kosten van het desbetreffende stadsdeelbestuur. Het achtste lid is geïnspireerd door artikel 7o, derde lid, van de Kadasterwet en de Memorie van toelichting op de Wet basisregistraties kadaster en topografie (TK , , nr. 3, p. 15). Een terugmelding op deze registraties kan langer dan zes maanden in onderzoek zijn, omdat een burger niet in zijn recht of belang wordt getroffen door een verkeerd authentiek gegeven in deze registraties. Terugmeldingen over de basisregistratie kadaster moeten rechtstreeks aan het Kadaster, bronhouder van de basisregistratie kadaster, worden gedaan conform artikel 7n.1 van de Kadasterwet. Artikel 9 geeft aan dat er geen onderlinge betalingen plaatsvinden voor het leveren of bijhouden van de gegevens. Artikel 10 is geformuleerd op grond van artikel 32 en 36 van de Verordening op de stadsdelen (zie het gemeenteraadsbesluit Beschikbaar stellen krediet voor verbetering kwaliteit Basisregistratie Adressen en Gebouwen ; Gemeenteblad , afd. 3A, nr. 136/262). Het geeft aan wanneer welke gegevens geleverd moeten worden om de BAG en de landelijke voorziening-bag te vullen en actueel te houden. De vrijwillige aanlevering van brondocumenten van de stadsdelen en de DMB is een te wankele basis om de kwaliteit van de BAG te waarborgen, ook geconstateerd door de ACAM (Quick Scan BAG, juni 2009) en de Rekeningencommissie. Deze kwaliteit wordt steeds belangrijker, omdat door het verplichte gebruik door bestuursorganen steeds meer processen afhankelijk worden van de gegevens uit de BAG. De te leveren gegevens zijn voorhanden bij de stadsdelen en de DMB; het gaat erom dat de levering aan DPG wordt ingebouwd in de werkprocessen. De besluiten zijn de besluiten die het stadsdeelbestuur als bevoegd gezag neemt of de DMB voorbereidt voor het college. De andere informatie bestaat uit meldingen over de voortgang van de bouwwerkzaamheden en over de uitvoering van de handhavingstaken, die voortvloeien uit de taak van het stadsdeelbestuur en, namens het college, DMB tot handhaving van en toezicht op de bouwverordening. Artikel 10, tweede lid, onder a: De situatietekening dient om de ligging van de objecten topografisch te kunnen weergeven. De voorlopige pandgeometrie is de niet-ingemeten pandgeometrie en positie van de verblijfsobjecten. Dit wordt uitgewerkt in het Handboek BAG (opgesteld op grond van artikel 5, tweede lid, onder l). De toepasbare techniek verandert regelmatig. De te formuleren eisen die zodanig te zijn dat wordt voldaan aan de eisen van de pag. 17 van30

18 Catalogus BAG van VROM. Volgens deze wordt een pand met de verblijfsobjecten direct geregistreerd na de vergunningverlening. Voor de situatietekeningen in de nieuwbouwgebieden kan de situatietekening worden ingepast in het stedenbouwkundig plan (Plaberum, fase 3, Programma en ontwerp). Daarnaast mag er ingepast worden in de geodetische infrastructuur. Artikel 10, derde lid: De termijn geldt voor besluiten, uitspraken en meldingen van feitelijke gebeurtenissen, opdat de gemeente Amsterdam de termijn als genoemd in artikel 12 en 16 van de Wet BAG kan halen. Sinds de invoering van de Wabo kunnen de stadsdelen en de DMB gebruik maken van de gemeenschappelijke voorziening Wabo. De precieze te leveren brondocumenten worden beschreven in het Handboek BAG (opgesteld op grond van artikel 5, tweede lid, onder l). Artikel 10, vierde lid verwoordt het eindresultaat van het toepassen van het gele en rode kaartensysteem zoals ook bij de unit Burgerzaken van DPG bestaat. Artikel 11: geeft niet alleen aan welke de kwaliteitseisen zijn, maar ook dat de leverancier de naleving moet borgen. Dit betekent niet alleen dat de uitvoering moet zijn belegd in de organisatie (taken benoemen, taken toewijzen, mandaatbesluit), maar dat de uitvoering ook wordt gecontroleerd. De kwaliteitseisen zijn gebaseerd op de eisen zoals die staan in de Wet BAG en de daaruit voortvloeiende documenten. Artikel 12: Artikel 19 van de Wet BAG schrijft de gegevens voor die de registratie over woonplaatsen moet bevatten. Artikel 12, tweede lid: Het vastleggen in de registratie van de geometrie met de juiste kwaliteitseisen is niet mogelijk aan de hand van een analoge tekening. De geometrie is alleen vast te leggen door een digitale weergave. De formulering van de technische eisen waar deze digitale weergave aan moet voldoen, wordt overgelaten aan de beheerder. De toepasbare techniek verandert regelmatig. Artikel 13: Artikel 21 van de Wet BAG schrijft de gegevens voor die de registratie over nummeraanduidingen moet bevatten. Artikel 13, eerste lid, onder a: De rechter heeft op 18 januari 2006 in hoger beroep de uitspraak gedaan dat nummerbeschikkingen gericht zijn op rechtsgevolg (nummer /1), en dus beschikkingen zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Zie de toelichting op artikel 4, eerste lid, onder b, van de verordening. Artikel 13, tweede lid, onder b-d: De Catalogus BAG van het ministerie van VROM, 2009, p. 71, bepaalt dat dit natuurlijke getal, het huisnummer, uit maximaal 5 posities bestaat. De hoofdletter en het volgnummer heten in de Wet BAG: huisletter respectievelijk huisnummertoevoeging. De Catalogus BAG 2009, p. 72, bepaalt dat de huisnummertoevoeging kan bestaan uit cijfers of letters. Artikel 13, vierde lid: Het doel van dit lid is uniformiteit, juiste nummerbeschikkingen en dienstverlening aan burgers en bedrijven (waaronder vindbaarheid). pag. 18 van30

19 Artikel 16 verwijst naar artikel 8 van de Wet BAG, dat bepaalt dat voor de vaststelling van de geometrie genoemde ambtenaren elke plaats mogen betreden, dus ook zonder toestemming. Artikel 8 van de Wet BAG stelt op zijn beurt dat artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden geldt: Voor het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is een schriftelijke machtiging vereist, tenzij en voor zover bij wet aan rechters, rechterlijke colleges, leden van het openbaar ministerie, burgemeesters, gerechtsdeurwaarders en belastingdeurwaarders de bevoegdheid is toegekend tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner. De machtiging wordt zo mogelijk getoond. Er is dus een pasje nodig waarmee de ambtenaar kan aantonen dat hij gemachtigd is. Artikel 17 gaat met name over de brondocumenten die in het BAG-register zijn opgenomen. Niet de stadsdelen maar DPG verleent eenieder inzage in de BAG-registratie en verstrekt eenieder de in de BAG-registratie opgenomen gegevens op grond van de Verordening op de vastgoedregistratie Amsterdam 2011, art. 2, tweede lid, en 3, en de Verordening op de stadsdelen, Bijlage paragraaf III Informatie- en archiefbeheer van de A-lijst, punt 12. Met eenieder is met name de burger van Amsterdam bedoeld. Organisaties buiten de gemeente Amsterdam zullen vooral gegevens afnemen van de landelijke voorziening- BAG en onderdelen van de gemeente Amsterdam zullen met name gegevens afnemen via een aansluiting op de vastgoedregistratie, omdat daarbij ook zogenaamde BAG+gegevens worden meegeleverd die voor de gemeentelijke processen nodig zijn en die de Wet BAG niet voorschrijft. Als het brondocument kan worden herleid tot een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijk persoon (bijvoorbeeld via postcode, telefoonnummer en bouwtekening vanwege gevaar van inbraak), mag dit brondocument slechts worden verstrekt indien dit voortvloeit uit het doel, genoemd in artikel 3 van de Wet BAG, en de afnemer bevoegd is die gegevens te verwerken op één van de gronden, genoemd in artikel 8, onderdelen a en c tot en met f, van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wet BAG, artikel 4, derde lid). Artikel 18 is geformuleerd op grond van artikel 32 van de Verordening op de stadsdelen. Het geeft aan welke gegevens leveranciers systematisch moeten leveren aan de beheerder. Het Handboek basisregistratie grootschalige topografie regelt om welke informatie het gaat en de wijze waarop zij moet worden verstrekt. De toepasbare techniek verandert regelmatig. De informatie is voorhanden bij de stadsdelen en Haven Amsterdam (bijvoorbeeld de afdeling weg- en groenbeheer). Artikel 20 heeft het over de basisregistratie kleinschalige topografie (BRT), dat wil zeggen de kleinschalige basiskaart Amsterdam (KBKA-10) met een schaal van 1: De gemeente Amsterdam levert de BRT aan het Kadaster, die de BRT levert aan afnemers buiten de gemeente Amsterdam (Overeenkomst tussen het Kadaster en de gemeente Amsterdam inzake levering van topografische gegevens van de gemeente Amsterdam aan het Kadaster ten behoeve van de basisregistratie topografie, 18 november 2009, artikel 6, achtste lid). Artikel 21, eerste lid: Binnen de afspraken die de VNG landelijk heeft gemaakt, levert het Kadaster nu nog maandelijks de mutaties in het bestand aan de gemeente op grond van de overeenkomst tussen het Kadaster en de gemeente Amsterdam betreffende de verstrekking van grote hoeveelheden gegevens uit de kadastrale registratie, 19 juni Deze mutaties worden vervolgens verwerkt in de vastgoedregistratie. Artikel 4, tweede lid, bepaalt dat een gemeentelijke instantie gegevens uit de basisregistratie kadaster rechtstreeks en tegen betaling kan afnemen van het Kadaster, pag. 19 van30

20 als deze instantie zijn publiekrechtelijke taak niet naar behoren kan vervullen door gebruik te maken van de kadastergegevens uit de gemeentelijke vastgoedregistratie, omdat de kadastergegevens in de gemeentelijke vastgoedregistratie twee maanden oud kunnen zijn. Als het Kadaster de gemeente dagelijks mutaties in de basisregistratie kadaster doorgeeft of nog beter data levert zonder vertraging is dit probleem opgelost. Artikel 22: De relatie tussen de kadastrale percelen en de zich daarop bevindende adresseerbare objecten maakt het mogelijk om te kunnen zien welke objecten met welke adressen op een kadastraal perceel liggen. Hiermee wordt het voor gebruikers van de gegevens mogelijk om terug te kunnen vinden wie bijvoorbeeld de eigenaar is van een verblijfsobject. De beheerder legt de relatie en is daarmee ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van de relatie. Dit artikel vervalt op 1 juli 2011, als de afnameplicht van de BAG voor bestuursorganen inclusief het Kadaster - ingaat. Dan moet het Kadaster de adresgegevens afnemen van de BAG. Artikel 23: Zoals ook andere bestuursorganen dan de gemeentelijke organen beperkingenbesluiten moeten aanleveren aan het Kadaster voor de openbare registers (Wkpb, artikel 15, eerste lid), moet ook het dagelijks bestuur of de raad van een stadsdeel beperkingenbesluiten aanleveren aan de directeur van de DPG, die valt onder een ander bestuursorgaan, het college van B&W. Voor andere gemeenten regelt de Wkpb dit niet, omdat dit werkproces valt onder de verantwoordelijkheid van één bestuursorgaan, het college. Dit artikel voorkomt onduidelijkheid in verantwoordelijkheid en bevoegdheid. Niet gemachtigd is dat een vervallenverklaring moet worden opgemaakt, als bij het bestuursorgaan dat het beperkingenbesluit heeft genomen (in plaats van bij het college), bekend is geworden dat deze beperking is vervallen. Deze bevoegdheid moet worden geregeld in de regelgeving inzake het betreffende beperkingenbesluit. Het aanleveren van beperkingen met een geometrische contour heeft drie voordelen. Ten eerste is hiermee het gebied waarop de beperking betrekking heeft, preciezer aan te geven dan met een kadastraal perceel. Zo kan het zijn dat een pand of brug binnen een groter kadastraal perceel gemeentelijk monument wordt. De drie bruggen met een rode ovaal besmetten het hele kadastrale perceel van de Oude Zijds Achterburgwal met de beperking gemeentelijk monument. Een ruimtelijke contour zou aangeven dat het alleen om deze bruggen gaat. Ten tweede, als een beperkingenbesluit met geometrische contour in concept wordt aangeleverd, kan DPG de bijbehorende kadastrale aanduidingen leveren. Dan hoeft de leverancier van het beperkingenbesluit die aanduidingen zelf niet uit te zoeken. Ten slotte blijft die contour dan dezelfde, ook al worden er later kadastrale percelen gesplitst of samengevoegd. DPG hoeft de leverancier van het beperkingenbesluit dan bij splitsing of samenvoeging niet lastig te vallen met de vraag of de beperking op de nieuwe percelen betrekking heeft. pag. 20 van30