GEBRUIKSHANDLEIDING VAN UW WONING Woongroep 50+ De Wiekslag

Transcriptie

1 GEBRUIKSHANDLEIDING VAN UW WONING Woongroep 50+ De Wiekslag Dronten,

2 Inhoudsopgave Gebruikshandleiding van uw woning Woongroep 50+ De Wiekslag Inhoudsopgave Welkom in uw nieuwe woning Verzekeringen Inboedelverzekering Glasverzekering Opstalverzekering Tips voor eerste bewoning Het schoonmaken van de woning Bouwvocht Droogstoken Ventilatie Ventileren is noodzaak De warmte-terug-win-installatie Schoonmaken ventielen driestanden schakelaar keuken + badkamer Afzuigkap Verwarmingsinstallatie en Warmwater Kamerthermostaat Vloerverwarming, dekvloer Vloerafwerking Service en Helpdesk Aflezen van het energieverbruik en het Energie Monitoringssysteem (EMS) Rookmelder Videofoon installatie Elektra Elektrische installatie Elektriciteitsleidingen Aardlekschakelaar Stroomstoring Aandachtspunten Riolering Waterleiding Waterleidingsbedrijf Waterleidingnet Kraan wasautomaat Sanitair Reinigen wand- en vloertegelwerk Telefoon- en kabelaansluiting Politie Keurmerk Veilig Wonen buitendeuren en ramen Hang- en sluitwerk Plafonds Algemeen onderhoud woning Algemeen onderhoud Parkeren Wijzigingen aan woning Energielabel

3 19 Zonneschermen/screens Gebruik gebouw Sleutelplan Liften Inrichting hal/trappenhuis Schoonmaak galerijen/centrale hal Bergingen Postbussen/ naamplaatjes Opstelruimte scootmobiel Gemeenschappelijke tuin Milieupas en afvoer huisvuil Deze informatie is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld op basis van de beschikbare gegevens. Het is niet uitgesloten dat er toch onjuistheden vermeld zijn. Hieraan kunnen echter geen rechten of eisen tot schadevergoeding worden ontleend. 3

4 1 Welkom in uw nieuwe woning Graag wensen wij u veel woonplezier in uw nieuwe woning. Uw woning is gebouwd in 2011/2012 en dat heeft veel voordelen. Zo is er bij de bouw rekening gehouden met nieuwe technologische ontwikkelingen. Deze zijn energiezuinig, maar vanzelfsprekend is het van belang dat u deze goed bedient. In deze informatiebrochure treft u tips aan voor de bewoning en informatie over de technische installatie in uw nieuwe huurwoning. Bewaart u deze brochure op een centrale plek, zodat u deze bij twijfel nog eens kunt raadplegen. 2 Verzekeringen 2.1 Inboedelverzekering Let erop dat u uw eigendommen bij het betrekken van de woning goed verzekerd heeft. Hiervoor dient u een inboedelverzekering af te sluiten. Bij verhuizing dient u tijdig uw nieuwe adres door te geven aan uw verzekering. 2.2 Glasverzekering De glasverzekering is via OFW geregeld. Deze wordt op het huurcontract vermeld. Hiervoor betaalt u per maand 2,50 (prijspeil ). Het glas in de kozijnen is hoogwaardig isolatieglas (HR++). Het is niet toegestaan om hier plakfolie op te plakken. Dit kan glasbreuk veroorzaken. Bovendien vervalt dan de garantie op het glas. 2.3 Opstalverzekering OFW is eigenaar van de woning en is daarom verantwoordelijk voor de opstalverzekering. Deze hoeft u als huurder niet af te sluiten. 3 Tips voor eerste bewoning 3.1 Het schoonmaken van de woning De woning wordt bezemschoon opgeleverd. Een grote schoonmaak is dus noodzakelijk. Het is raadzaam om bij het schoonmaken niet al te veel water te gebruiken (uitgezonderd het schoonmaken van de ramen). De woning bevat namelijk al veel bouwvocht en extra water doet daar geen goed aan. Gebruik liever geen agressieve schoonmaakmiddelen, zoals chloor en ammonia. Wees voorzichtig met vers schilderwerk, sanitair, tegelwerk, keukenkastjes en ruiten. Bij het schoonmaken van de ruiten dient u wel veel water te gebruiken om krassen te voorkomen. Er kunnen bijvoorbeeld nog restjes cement of zand op zitten, die gemakkelijk krassen veroorzaken. Zet bij het schoonmaken de ventilatie op de hoogste stand en zet ramen open. Kalkspatten kunt u verwijderen met water waaraan een scheutje azijn is toegevoegd; wees voorzichtig met het nog relatief verse verfwerk. Gebruik bij het afdekken van geschilderd of geïmpregneerd materiaal bij voorkeur geen bedrukt papier; de drukinkt is moeilijk te verwijderen en laat vlekken achter. 3.2 Bouwvocht Elke nieuwbouwwoning bevat een grote hoeveelheid bouwvocht. Gemiddeld wel zo n 4000 liter. Het vocht is afkomstig van natte bouwmaterialen zoals beton, cement, spuitwerk en lijm. Tijdens het bouwen kan regen de bouwmaterialen ook nat maken. Het kan wel een jaar duren voordat al het bouwvocht uit een nieuw huis is verdwenen. Hieronder vindt u een aantal tips over hoe u het beste om kunt gaan met bouwvocht en hoe u dit kwijtraakt: Laat het mechanische ventilatiesysteem altijd aan staan, trek dus nooit de stekker uit het stopcontact. Zet de eerste maanden de mechanische ventilatie zo veel mogelijk in een hoge stand (Hoogstand of stand 3). Onvoldoende ventilatie kan verkleuring van wanden en plafond tot gevolg hebben. Met name spuitwerk van plafonds en wanden van het toilet zijn tijdens het droogproces zeer gevoelig voor verkleuring door verontreinigde lucht. 4

5 Verwijder zoveel mogelijk eventueel condenswater dat van de ramen naar beneden zakt. 3.3 Droogstoken Door warmte in de woning te brengen bevordert u het drogingproces van de woning, dit wordt ook wel het droogstoken van een woning genoemd. Om uw huis droog te krijgen zonder dat de bouwmaterialen te veel krimpen kunt u als volgt handelen: Zet de thermostaat op een constante temperatuur als u niet aanwezig bent, op minimaal 18 C. Laat de binnendeuren en de keukenkastdeurtjes de eerste 3 tot 6 maanden op een kier staan. Door het aanwezige bouwvocht in de woning, in combinatie met het warm stoken van de woning, kunnen de buitendeuren krom trekken. De buitendeuren zijn voorzien van een meerpuntssluiting. Als u die gebruikt, zowel overdag als s nachts, kunt u kromtrekken voor een groot deel voorkomen. Blijvende kromming kan pas na het eerste stookseizoen worden geconstateerd. Het is raadzaam de deuren op een kier te zetten op de haakstand. Kasten, banken en andere dichte meubelstukken de eerste 3 tot 6 maanden van bewoning niet tegen de muur plaatsen maar iets er van af. Dit in verband met de kans op schimmelvorming door te weinig ventilatie achter de meubels. Mocht er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch enige schimmelvorming op bijvoorbeeld het behang ontstaan, adviseren wij u dit eerst te laten drogen. Daarna kan het restant met een droge borstel worden weggeveegd. Houdt u er rekening mee dat het wel een jaar kan duren voordat al het bouwvocht uit de woning is verdwenen. Een goede indicatie dat de woning voldoende gedroogd is t.a.v. bouwvocht, is het moment waarop geen blijvende condens meer op de binnenzijde van de ruiten aanwezig is tijdens het normale gebruik van de woning. 4 Ventilatie 4.1 Ventileren is noodzaak Uw woning is voorzien van een balansventilatie, voorzien van warmteterugwinning. Door combinatie van de afzuigventielen in het toilet, badkamer, keuken en berging en toevoerventielen in de woonkamer en slaapkamers levert dit systeem een reductie van het energieverbruik op. 4.2 De warmte-terug-win-installatie In de technische ruimte, die vanuit de galerij alleen voor de technische commissie van de woongroep toegankelijk is, hangt de WTW-unit. In de WTW-unit bevinden zich 2 filters. Deze filters moeten 1 x per maand worden gereinigd door de filters te stofzuigen. Dit zal door de huurder moeten gebeuren. In samenwerking met de Technische commissie van de Woongroep (huismeester van de Woongroep) zal, voor het schoonmaken van de filters, toegang verschaft worden naar de technische ruimte. OFW draagt zorg voor het vervangen van deze filters als het nodig is. De technische ruimte is voor de bewoners niet toegankelijk. Werking gebalanceerd ventilatiesysteem Bij gebalanceerde ventilatie vindt zowel de toevoer van buitenlucht als de afvoer van binnenlucht plaats met behulp van ventilatoren. De beide luchtstromen hebben een gelijk volume, ofwel ze zijn in balans. Bovendien wordt ongeveer 95% van de warmte uit de afvoerlucht overgedragen aan de koude toevoerlucht. Dit levert een aanzienlijke energiebesparing op. Ook het comfort is daardoor goed: u heeft geen last van koude lucht die als tocht ervaren kan worden. Het ventilatiesysteem bestaat uit een stelsel van vooral licht metalen buizen die in de wanden en plafond gemonteerd zijn. Een deel van de buizen dient voor de toevoer van de verse lucht en een deel voor de afvoer van de binnenlucht. In de diverse vertrekken zitten toevoer- en/of afzuigventielen die aangesloten zijn op het stelsel. Het systeem voert verse lucht aan in de woonkamer en slaapkamers. Tegelijkertijd wordt vanuit de keuken, de wc en de badkamer een gelijke hoeveelheid gebruikte warme lucht afgezogen. Soms zijn er nog extra afzuigventielen, bijvoorbeeld in een inpandige berging. 5

6 In de zogenaamde WTW-unit vindt de warmteterugwinning plaats: de warmte van de afvoerlucht wordt overgedragen aan de toevoerlucht. Hierbij blijven de beide luchtstromen gescheiden van elkaar. Ook zijn in de unit de beide ventilatoren ondergebracht. Het ventilatiesysteem is voorzien van een automatische bypass. De bypass zorgt ervoor dat de woning in de zomer niet teveel opwarmt, door gedurende de nacht koele, gefilterde lucht in te blazen die niet langs de warmtewisselaar wordt geleid. De inblaastemperatuur zal nooit lager dan 14 graden Celsius zijn. De bypass werkt volledig automatisch. Houdt u onder de binnendeuren een spleet van circa 1,5 cm vrij in verband met de benodigde ventilatie. Denk hieraan bij het aanbrengen van de vloerbedekking. Is de vloerbedekking erg dik, dan zult u misschien deuren moeten (laten) inkorten. 4.3 Schoonmaken ventielen De ventielen van de ventilatiesystemen dienen regelmatig door u gereinigd te worden met behulp van een zachte zeepoplossing. Let u er wel op dat de stand van de ventielen niet wordt gewijzigd of dat ventielen onderling worden verwisseld. Een ventiel dat verder wordt dichtgezet, zal minder lucht afzuigen c.q. minder lucht toevoeren. Tegenwoordig zijn alle woningen goed geïsoleerd en kierdicht. Bij het ontwerpen van uw woning en de keuze van het mechanische ventilatiesysteem is er vanuit gegaan dat het systeem nooit wordt uitgeschakeld, maar altijd blijft draaien, ook wanneer u bijvoorbeeld met vakantie bent. De mechanische ventilatie is uitgerust met zeer zuinige elektromotoren, die erop berekend zijn om permanent te draaien. U dient ervan uit te gaan dat het systeem nooit uitgeschakeld mag worden, anders heeft u geen ventilatie meer in de woning en dat zorgt voor een zeer ongezond binnenklimaat. Bovendien kan er op verschillende plekken schimmel ontstaan, wat bijvoorbeeld voor mensen met astma en dergelijke zeer ongezond kan zijn. Met name in keukens en badkamers, waarbij veel vocht wordt geproduceerd, zal dit als eerste zichtbaar zijn in de vorm van zwarte schimmel op het plafond. Afzuigventiel Inblaasventiel 6

7 4.4 driestanden schakelaar keuken + badkamer Om tijdelijk extra lucht af te voeren, is er in de keuken (en badkamer) een 3-standen schakelaar gemonteerd. Hierbij kunt u tijdens en na het koken extra afzuigen. Ook bijvoorbeeld als u een volle huiskamer met bezoek heeft en er wordt extra veel CO 2 geproduceerd (condens op de ramen), raden wij u aan de WTW op stand 2 en zo nodig op 3 te zetten. Hierdoor zal uw woning na korte tijd weer schoon en fris ruiken: 1. Afwezigheidstand (laagstand) 2. Aanwezigheidsstand (middenstand) 3. Koken/douchestand (hoogstand) In de keuken In de badkamer De woningen beschikken over een condensatieregeling (in de thermostaat). Deze regeling verhoogt de aanvoer temperatuur zodra de temperatuur in de woning te hoog wordt (waardoor het dauwpunt eerder zal worden bereikt). Daardoor neemt het koelvermogen af. Normaal gesproken zal dit hooguit enkele uren per dag en gedurende enkele dagen per jaar voorkomen, alleen op het moment van een hoge buitentemperatuur in combinatie met een hoge luchtvochtigheid. Gedurende de overige uren zal de volledige koeling weer worden benut. 4.5 Afzuigkap Wanneer u een afzuigkap wilt plaatsen, dient dit een motorloze afzuigkap te zijn die u via 1 van de 2 ventilatieventielen aan kunt sluiten op het ventilatiesysteem. Er zijn speciale kappen geschikt om aan te sluiten op balansventilatie. Leveranciers kunnen u hierbij helpen. 5 Verwarmingsinstallatie en Warmwater Dankzij een met water gevuld buizensysteem dat onzichtbaar in de vloer is verwerkt, wordt uw woning op een zeer gelijkmatige wijze warm gehouden. Dit wordt vloerverwarming genoemd. Om de warmte te kunnen verzamelen en verspreiden is de installatie voorzien van een bron met pomp. De warmtepomp installatie werkt deels op aardwarmte. De warmte (in de winter) en koelte (in de zomer) wordt door het klimaatsysteem onttrokken aan de bodem. Door het gebruik van deze duurzame energiebron stoten de woningen in De Wiekslag aanzienlijk minder broeikasgassen uit dan gewone nieuwbouwwoningen. Deze bron wordt door OFW onderhouden en gemonitord. Ook worden op het dak zogenaamde heatpipes (zonneboilers) ten behoeve van warm water en warm tapwater aangebracht. OFW onderhoudt deze installatie. Alle woningen binnen uw complex zijn voorzien van warmwater voor verwarming, beperkte koeling en warm tapwater. Voor levering hiervan sluit u, bij het tekenen van de huurovereenkomst, ook een leveringsovereenkomst af met OFW Vastgoed Beheer BV. Het warme water voor de verwarming wordt door de warmtepomp in de technische ruimte opgewarmd. Een verdeler met een pompje zorgt voor de verspreiding van het water naar de verschillende vertrekken. De verschillende afsluiters en regelventielen (opgesteld in de berging van uw appartement) op de verdeler zijn ingeregeld, zodat elke ruimte de gewenste temperatuur zal bereiken. Het is niet toegestaan hierop zelfstandig wijzigingen aan te brengen: u ontregelt het systeem 7

8 en veroorzaakt mogelijk klachten omdat uw woning onvoldoende opwarmt dan wel koelt in de zomer. U kunt op de kamerthermostaat de gewenste temperatuur instellen. Het warme tapwater dat u nodig heeft in de badkamer (wastafel en douche) en in de keuken (spoelbak) wordt eveneens verwarmd in de technische ruimte en via een ingenieus leiding-in-leiding systeem het gebouw rondgepompt. U heeft hierdoor altijd snel de beschikking over heet water. 5.1 Kamerthermostaat In de woonkamer en slaapkamer kan met een thermostaat de temperatuur worden ingesteld. Omdat het appartement zeer goed is geïsoleerd, kunnen de temperaturen in de verschillende ruimten nooit erg veel ( meer dan 2 graden Celsius) verschillen. In de zomer verlaagt het klimaatsysteem de binnentemperatuur ten opzichte van de buitentemperatuur met maximaal vier graden Celsius en zal de binnentemperatuur nooit lager zijn dan 21 graden Celsius zijn. Door de thermostaat te verstellen, wordt de temperatuur van het vloerverwarmingwater verhoogd of verlaagd ten opzichte van de door de warmtepomp berekende waarde. Een hogere waarde op de thermostaat betekent een hogere watertemperatuur in de vloer en dus een hogere ruimtetemperatuur. In tegenstelling tot wat u wellicht gewend bent, adviseren we om dag en nacht op eenzelfde temperatuur te verwarmen/koelen. Nachtverlaging resulteert in minder comfort (temperatuur komt zeer langzaam terug op de normale waarde) en niet in energiebesparing. Het systeem heeft door de massa van de vloer veel meer tijd nodig om op temperatuur te komen. Door uw thermostaat dag en nacht op één gewenste temperatuur te houden, wordt minder energie verbruikt en het comfortniveau verhoogd. Wij wijzen u erop dat het wijzigen van de temperatuur naar de gewenste hoogte wel enige uren duurt. Bij langdurige afwezigheid, langer dan 1 week, is het zinvol om de temperatuurinstelling verlagen. Uw appartement is tevens voorzien van subthermostaten in de slaapkamers. Hierop kan enkele graden verwarming of koeling ten opzichte van de hoofdverwarming ingesteld worden. Stand 1 Stand 2 In slaapkamers In woonkamer De thermostaat in de kamer is leidend. Deze communiceert met de warmtepomp. Met de instelknop kan de temperatuur van de ruimte worden beïnvloed. Met een infrarood zender wordt de vloertemperatuur gemeten. U kunt daarom geen meubels en dergelijke direct onder de thermostaat in de woonkamer plaatsen. 8

9 Ontvanger t.b.v. thermostaten 5.2 Vloerverwarming, dekvloer Uw woning wordt via de vloer op de gewenste temperatuur gehouden. In alle kamervloeren liggen leidingen waar water door wordt gepompt. Het klimaatsysteem past de temperatuur van het water automatisch aan de buitentemperatuur aan: hoe kouder het buiten wordt, des te warmer is het water dat via de vloeren wordt rondgepompt. In de zomer neemt het koele water een deel van de warmte uit de woning op. Zo blijven alle ruimtes, ook tijdens zomerdagen, op een aangenaam klimaat. In alle dekvloeren zitten kunststof leidingen voor de verwarming van uw appartement. De vloeren zijn zogenoemde zwevende dekvloeren waarop de verwarmingsleidingen liggen. Door deze constructie is er minder geluidsoverlast en een betere warmteafgifte naar uw appartement. In verband met een grote kans om de cv-leidingen te beschadigen is het niet toegestaan in de cementdekvloer te boren of te spijkeren. In de berging van de woning komen twee leidingen binnen: een leiding met warm water voor de vloerverwarming, een leiding met koud water voor de vloerkoeling. Deze twee leidingen zijn aangesloten op de verdeler van de vloerverwarming. De verdeler zorgt ervoor dat het warme (in de winter) of koele (in de zomer) water over de vloerverwarming van alle vertrekken wordt verdeeld. Een warmtemeter meet voortdurend hoeveel water de woning instroomt. Op de warmtemeter (bij de vloerverdeler in de berging van uw appartement) kan iedere bewoner zelf op ieder moment aflezen hoeveel warmte (gemeten in GigaJoules) is gebruikt. Vloerverwarmingsverdeler + warmtemeter 9

10 Iedere woning beschikt over een eigen verdeler om de warmte, maar ook de koude zo comfortabel mogelijk te verdelen over de verschillende ruimtes. Alle verdelers zijn zo afgesteld dat ieder vertrek in de woning aangenaam warm wordt. De vloerverwarming van de woning wordt als volgt ingeregeld: Woonkamer, keuken en slaapkamer: 22 C Badkamer: 22 C Hal/entree, binnenberging, toiletruimte: 18 C. warmtemeter Hieronder ziet u een foto van het leidingverloop voordat de dekvloer is aangebracht. 5.3 Vloerafwerking Uw vloerverwarmingssysteem kan in de zomer de vertrekken (behalve de badkamer) ook koelen. Om zowel in de zomer als in de winter een goede warmte- of koelingoverdracht van de vloer naar het vertrek mogelijk te maken, moet de weerstand van de vloerafwerking zo laag mogelijk zijn. De isolatiewaarde van goede vloerbedekking mag in dit geval maximaal 0,09 m 2 K/W (weerstand) zijn. Indien de weerstand van de vloerafwerking hoger is, dan heeft dit een nadelig effect op de warmte- of koelingoverdracht. Het is niet verboden, maar het gevolg is dat het langer duurt voordat de ruimte de gewenste temperatuur bereikt en dat de jaarlijkse stookkosten aanzienlijk kunnen stijgen. Verdere relevante informatie: Bij een vloerafwerking geldt in principe hoe harder de vloerafwerking, hoe beter voor de werking van de vloerverwarming en - koeling. Uit onze ervaring blijkt dat de toepassing van laminaat en vergelijkbare losliggende, zwevende vloerafwerkingen een nadelige invloed hebben op de warmteafgifte aan de ruimte. De praktijk leert dat mensen die laminaat toepassen gemiddeld een hoger energieverbruik hebben; Bij losliggend tapijt (of laminaat) ontstaat er een luchtlaagje tussen de betonvloer en de vloerafwerking waardoor de isolatiewaarde stijgt. Verlijmen op de cementdekvloer is daarom beter dan los verleggen; Tapijt met een zogenaamde foamrug voldoet in het algemeen niet. Een zogenaamde geweven rug vaak wel; Vloerbedekking mag niet dikker zijn dan 10 mm en de onderlaag mag maximaal 3 mm zijn. Vinyl, marmoleum en PVC zijn het meest geschikt. Houdt u er rekening mee dat de standaard dekvloer in het appartement niet automatisch geschikt is voor het aanbrengen van vinyl, marmoleum en PVC. Vaak is nog een egalisatielaag vereist. Informeert u hierna voordat u overgaat tot aanschaf bij de betreffende winkel. Zo voorkomt u verassingen; Geen ondertapijt toepassen. Ook dit verhoogt de isolatiewaarde; Het toepassen van plavuizen is niet toegestaan, met uitzondering van plavuizen van het type quick stone. Deze worden losliggend gelegd. Raadpleeg altijd uw leverancier of het product geschikt is voor vloerverwarming (maximum temperatuur 40 C) en koeling (minimum temperatuur 18 C). Wanneer een tapijt wordt gelegd op een vloer die is voorzien van vloerverwarming, moet het tapijt voldoen aan bepaalde isolatie-eisen. 10

11 De detailhandel voor tapijt en vloerbedekking hanteert een symbool (PIT) voor tapijt dat geschikt is voor vloerverwarming. Hierbij ligt de grens echter op 0,17 m 2 K/W. Let u erop dat de weerstand niet hoger mag zijn dan 0,09 m 2 K/W. Wij adviseren u dringend erop te letten dat de warmtedoorlaatweerstand minder dan 0,09 m 2 K/W bedraagt. Wij raden u aan deze tekst mee te nemen naar de vloerbedekking leverancier. Warm water De zonnecollectoren in combinatie met het voorraadvat (van 180 liter) en warmtepomp zorgen ervoor dat er voldoende warm tapwater beschikbaar is. Het warme water komt de woning in de berging binnen. Daar bevindt zich ook de meter die het verbruik aan warm tapwater meet (in kubieke meters). Bij de tappunten in de badkamer is steeds voldoende water beschikbaar met een temperatuur van minimaal 60 C en een capaciteit van 5 liter per minuut bij het bad (indien aanwezig) en 2,5 liter per minuut bij de wastafel en de douche (volgens GIW- voorschriften). In de keuken beschikt u binnen 30 seconden over water met een temperatuur van 55 C. Het tapwater wordt aangevoerd met een temperatuur van minimaal 55 C. Bij het tappunt, warm genoeg om legionellavorming te voorkomen. Houdt er rekening mee dat u bij langdurig afwezigheid na thuiskomst beide toiletten eerst moet doorspoelen om uw woning legionella vrij te maken. WTW-unit en buffervat 5.4 Service en Helpdesk In de meterkast heeft OFW elektronica aangebracht waardoor het mogelijk is om het verwarmingssysteem op afstand uit te lezen. Eventuele storingen worden hierdoor automatisch gemeld bij installatiebedrijf Van Dorp. OFW Vastgoed Beheer B.V. beheert de technische installatie, inclusief de bron en verzorgt het onderhoud, beheer en instandhouding van deze duurzame installatie. Voor storingen belt u met: Van Dorp installaties Telefoon : ( s avonds wordt dit nummer doorgeschakeld naar de alarmcentrale van Van Dorp installaties.) 5.5 Aflezen van het energieverbruik en het Energie Monitoringssysteem (EMS) De Kwh-/elektriciteitsmeter registreert de door u gebruikte energie. Hij heeft één tariefcode. Het cijfer knippert als het daarbij behorende telwerk actief is. Het openen van de meter is niet toegestaan en kan gevaar opleveren. Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met Van Dorp Installaties (0513)

12 Op de LCD-display ziet u achtereenvolgens: Code Betekenis 1 Stand kwh-levering tarief 1 Wat is EMS? EMS staat voor Energie Management Systeem. Hiermee kunnen energiestromen beheerd worden. Het gebruik van elektriciteit, warmte, koude en water wordt duidelijk in kaart gebracht. Bij het registeren van het energieverbruik wordt op vaste tijden het verbruik afgelezen op de water-, warmte-, koude- en elektriciteitsmeter. Dit gebeurt automatisch. Naast het registreren van het verbruik van de energiestromen binnen een pand wordt ook het energieverbruik van een aantal productiemachines gemeten. Dit is bijvoorbeeld de warmtepomp, algemene verlichting etc. De energiestromen worden inzichtelijk gemaakt middels een aansluiting op het Webportaal (via internet te bereiken). Een website geeft inzicht in de energiestromen. Het gebouw wordt voorzien van diverse meters die de gegevens doorgeeft aan zogenaamde dataloggers, die hun informatie aan een centrale database doorgeven. Op deze manier worden o.a. de meetgegevens omgezet in verbruiksgegevens per appartement. Dit vormt de basis voor de energie afrekening. 6 Rookmelder In uw woning zijn twee rookmelders aangebracht. Deze melders worden gevoed door het lichtnet (230 Volt). Beide rookmelders zijn aan elkaar gekoppeld, dat wil zeggen dat ze altijd allebei afgaan. De rookmelders reageren snel op langzaam smeulende branden door middel van een luid (85 db) alarm. De rookmelders hebben een groene LED voor controle en werking van de rookmelder, een testknop en rode LED om eenvoudig de rookmelder te testen. In de rookmelder zit een (oplaadbare) back-up batterij die ervoor zorgt dat in geval van stroomstoring de rookmelder wel werkt. Het advies is om regelmatig de batterij te testen; dit kunt u doen door op het knopje van de rookmelder te drukken, waardoor het rookalarm afgaat. Wanneer de rookmelder een waarschuwingssignaal geeft, moet de batterij vervangen worden (aan het einde van zijn levensduur). Let hierbij dan op het type batterij (9 Volt oplaadbaar). Het vervangen van de batterij is voor rekening van de huurder. 12

13 7 Videofoon installatie De hoofdentree is aan de buitenzijde voorzien van een bellenpaneel, voorzien van een camera. Bij het intoetsen van het huisnummer door een bezoeker in dit hoofdtoestel verschijnt de naam van de bewoner. Op het moment dat u op de toets met het belletje drukt, verschijnt dit in het beeldscherm in de woning. De bewoner kan op zijn toestel binnen de deur open laten gaan. Bij een verhuizing zorgt OFW dat de naam van de nieuwe bewoner(s) wordt toegevoegd. De woningen op de begane grond hebben geen videofooninstallatie. 13

14 8 Elektra Op het dak van het appartementencomplex en boven acht parkeerplaatsen worden pv- cellen (zonnecellen) geplaatst hiermee wordt zonlicht omgezet in elektriciteit. Deze elektriciteit wordt mede gebruikt voor de algemene verlichting, lift en warmtepompen. Het te kort aan elektra wordt via het reguliere elektriciteitsnet aangevuld. 8.1 Elektrische installatie Uw elektrische installatie voldoet aan alle wettelijk gestelde eisen. Wij adviseren u dan ook dringend om zelf niets aan deze installatie te veranderen. U dient hiervoor toestemming te vragen aan OFW. Werkzaamheden dienen altijd door een erkend elektrotechnisch bedrijf uitgevoerd te worden. 8.2 Elektriciteitsleidingen De meeste elektraleidingen zijn in de betonvloeren weggewerkt. De exacte plaats van deze leidingen is helaas niet aan te geven. Ook in de wanden bevinden zich leidingen, deze lopen meestal naar een wandcontactdoos of schakelaar. Veiligheidshalve doet u er verstandig aan in een zone van 25cm aan weerszijden van wandcontactdozen en schakelaars van vloer tot plafond niet in de muren te boren. In de keuken is een loze leiding vanuit de meterkast aangebracht ten aanzien van mogelijke toekomstige uitbreidingen zoals boiler of verlichting. De loze leidingen zijn voorzien van een controledraad naar de meterkast. U bent zelf verantwoordelijk voor de aanvraag en aanleg voor een aansluiting van een boiler, vaatwasser of een ander elektrisch kooktoestel. 8.3 Aardlekschakelaar De elektrische installatie in uw woning is voorzien van meerdere zogenaamde aardlekschakelaars. Via een aardlekschakelaar is de stroomvoorziening in uw woning beveiligd tegen lekstroom. Zodra ergens een defect ontstaat of als er te veel stroom wordt gebruikt, schakelt de aardlekschakelaar de stroomvoorziening uit. Door de schakelaar in de meterkast in te drukken, schakelt u de stroom weer in. Bij herhaling van de stroomuitschakeling door de aardlekschakelaar doet u er verstandig aan de oorzaak op te (laten) sporen. 8.4 Stroomstoring Controleer eerst of de stroom overal in uw huis is uitgevallen. Indien dit het geval is, is er grote kans dat het niet aan de huisinstallatie ligt, maar aan het toeleverende energiebedrijf. Is dit niet het geval, ga dan naar de meterkast. In de meterkast ziet u boven de elektriciteitsmeter twee onderdelen waar u bij storing zelf iets aan kan doen: een aardlekschakelaar en twee of meer groepschakelaars. Elke groepschakelaar zorgt voor de stroomvoorziening van een deel van uw woning. De aardlekschakelaar schakelt uit in geval van een storing in één van de groepen. In geval van storing staat de aardlekschakelaar dus op 'uit'. Indien de aardlekschakelaar nog op aan staat, ligt de storing vermoedelijk aan het energiebedrijf en dient u dat te melden bij Continuon ( ) (informeert u eerst bij uw buren of zij ook een storing hebben). Indien de aardlekschakelaar op uit staat: Schakel alle groepsschakelaars uit en schakel de aardlekschakelaar weer in; schakel nu één van de groepsschakelaars weer in. Zodra de aardlekschakelaar uitvalt, heeft u de groep waarin de storing zit te pakken. Schakel de desbetreffende groepsschakelaar weer uit. Haal vervolgens alle stekkers van lampen en apparaten die op deze groepsschakelaar zijn aangesloten uit de stopcontacten. Schakel de aardlekschakelaar en de groepsschakelaar weer in. Valt de elektriciteit weer uit, bel dan team serviceonderhoud ( ) van OFW.. Er is iets mis met het leidingnet van uw woning. 14

15 Blijft de schakelaar aan, dan kunnen de apparaten één voor één weer aangesloten worden op het stroomnet. Zodra de elektriciteit weer uitvalt, heeft u het apparaat gevonden dat de storing veroorzaakt. Heeft u alles gecontroleerd maar nog steeds geen elektriciteit, bel dan team Serviceonderhoud ( ) van OFW. 8.5 Aandachtspunten Schakel voor het aansluiten van elektrische apparatuur met een vaste verbinding altijd de betreffende groep van de installatie in de meterkast uit. De groepenindeling hangt in de meterkast. Controleer altijd voor de zekerheid met een spanningzoeker of spanningstester of er inderdaad geen spanning meer aanwezig is. Voorkom overbelasting van de elektrische installatie. Op ieder apparaat en op iedere lamp staat in "Watt" aangegeven hoe groot het elektriciteitsverbruik is. Per groep van de elektrische installatie kan maximaal Watt aan apparatuur en lampen worden aangesloten. Sluit geaarde apparaten altijd aan op geaarde wandcontactdozen. Sluit lampen altijd met een kroonsteentje aan op het aansluitpunt in het plafond. Er zijn diverse systemen in de handel waarmee u, op een door uzelf gekozen plaats, lichtpunten aan het plafond kan maken. 9 Riolering Ieder waterafvoerpunt is voorzien van een zogenoemd stankslot (sifon o.i.d.) om te voorkomen dat er rioollucht in uw woning komt. Een stankslot werkt alleen als er water in staat. Bijvoorbeeld in een vakantieperiode kan een stankslot droog komen te staan doordat het water verdampt. Wanneer u een lange tijd van huis bent, kunt u eventueel wat slaolie in de afvoerpunten laten lopen; slaolie voorkomt dat het water uit het stankslot verdampt. Indien een stankslot droog is komen te staan, moet de rioollucht verdwijnen wanneer het stankslot weer gevuld is met water en er een half uurtje is geventileerd. Als de rioollucht toch aanwezig blijft, is er waarschijnlijk meer aan de hand en dient u verdere actie te ondernemen. Reinig regelmatig de sifons, ook de vloersifon van de douchevloer. Controleer bij verstoppingen altijd eerst de sifon. Wij adviseren u alle afvoeren tenminste twee maal per jaar door te spoelen met heet sodawater. Voor rioolverstoppingen en reparaties kunt u contact opnemen met het ontstoppings en onderhouds bedrijf Jalinen, telefoonnummer ( ). LET OP: Gooi nooit iets in de toiletpot wat er niet in thuis hoort. Dit voorkomt veel ellende. 10 Waterleiding 10.1 Waterleidingsbedrijf De hardheid van het water heeft te maken met de hoeveelheid kalk die er in het water is opgelost Waterleidingnet Voor het afsluiten van het gehele waterleidingnet in uw woning kunt u de hoofdkraan nabij de watermeter gebruiken. De meeste waterleidingen zijn in de afwerkvloeren en wanden weggewerkt. De exacte plaats van deze leidingen is helaas niet aan te geven. Ook in de wanden bevinden zich leidingen, deze lopen meestal naar het betreffende sanitair. Veiligheidshalve doet u er verstandig aan niet in de vloeren te boren Kraan wasautomaat Indien de wasautomaat op een zodanige plaats staat, dat bij een storing of lekkage dit aanleiding tot overstroming of wateroverlast zou kunnen geven, raden wij aan een zogenaamde "waterstop" op de kraan te monteren. Eén van de oorzaken bij overstroming of wateroverlast is het loskomen van de vulslang. Bij gebruik van een waterstop sluit de kraan zich dan binnen enkele minuten, waardoor de schade beperkt blijft. 15

16 11 Sanitair Gebruikshandleiding van uw woning Woongroep 50+ De Wiekslag Uw sanitair en de waterkranen krijgen te maken met kalkaanslag. Kalkaanslag wordt veroorzaakt door kalk in het drinkwater. Kalk bevindt zich in de verschillende gebieden in Nederland in meer of mindere mate in het drinkwater. In de gemeente Dronten heeft u te maken met zogenaamd zacht water, dit betekent dat er in verhouding tot andere delen in Nederland weinig kalk in het drinkwater zit. Deze kalk hecht zich aan oppervlakken zoals douche koppen, kranen en badkamertegels. De kalkaanslag ontsiert uw badkamer, keuken en toilet, maar kan ook schade veroorzaken. Voor het goed blijven functioneren van uw kranen is het van belang om deze regelmatig te ontkalken. U kunt dit doen met diverse producten die in de handel te koop zijn. Ook uw sanitair, tegelwerk en eventueel glas dat vaak in contact staat met leidingwater, dient u regelmatig te reinigen. Een verwaarlozing hiervan kan blijvende schade achterlaten Reinigen wand- en vloertegelwerk Afhankelijk van de aard van de ruimte en de mate van vervuiling dient de vloer dagelijks dan wel periodiek (wekelijks) te worden gereinigd. Vloertegels Voor het normaal onderhoud kan de vloer gereinigd worden met een licht zuur product, bijvoorbeeld een sanitairreiniger. Deze verwijdert achtergebleven kalk-, urine- en zeepresten. Het gebruik van de zuurhoudende sanitairreiniger dient afgewisseld te worden met een licht-alkalisch reinigingsmiddel. Dit verwijdert het tijdens het normale gebruik ontstane loopvuil en andere vlekken. Indien het een natte ruimte betreft (bijv. keukens of sanitaire ruimtes) dient het zure reinigingsmiddel gemiddeld vaker te worden gebruikt dan het licht-alkalisch reinigingsmiddel. Indien het een droge ruimte betreft (bijv. hal of woonkamer) dan dient het alkalische reinigingsmiddel gemiddeld vaker te worden gebruikt dan het zure reinigingsmiddel. De reinigingsmiddelen dienen volgens de door de fabrikant aangegeven mengverhouding te worden verdund en toegepast. Na het aanbrengen op de vloer deze licht opschrobben (in verband met het eventuele reliëf op de tegel). Het middel laten inwerken, nogmaals licht opschrobben en daarna met voldoende schoon water naspoelen. Wandtegels Wandtegels dienen regelmatig afgenomen te worden met water en een mild schoonmaakmiddel. Eventueel kan er een lage dosering kalkverwijderaar toegevoegd. Decoratie-elementen kunt u het beste voorzichtig behandelen: zuurhoudende kalk- of cementverwijderaar kunnen natuurstenen inserto s of decoratiestrips aantasten. Aanbevolen reinigingsmiddelen voor onderhoud HMK Möller-Chemie HMK R59 (sanitair-/tegelreiniger) HMK P15 (licht-alkalisch onderhoudsmiddel) HMK R57 (licht-alkalische reiniger) HG International HG blauw (sanitairreiniger) HG Quick / Remover (licht-alkalische reiniger) Lithofin KF Sanitairreiniger Wexa (licht-alkalische reiniger) Opmerking Bij toepassing van zuurhoudende reinigingsmiddelen, zoals cementsluierverwijderaars, dient men er zeker van te zijn dat de te reinigen oppervlakken tegen zuur bestand zijn (bijv. voeg, decoratieve elementen van bijv. natuursteen of rvs). 16

17 12 Telefoon- en kabelaansluiting Voor de telefoonaansluiting is een aansluitpunt in de woonkamer afgemonteerd en in de beide slaapkamers zijn deze aanwezig maar niet afgemonteerd. Voor de kabeltelevisie-aansluiting is in de woonkamer afgemonteerd en in de beide slaapkamers zijn deze aanwezig maar niet afgemonteerd. U bent zelf verantwoordelijk voor de aanvraag voor een aansluiting bij het telecombedrijf en bij de kabelexploitant. 13 Politie Keurmerk Veilig Wonen buitendeuren en ramen De buitendeuren en beweegbare ramen van uw woning voldoen aan het Politie Keurmerk Veilig Wonen Hang- en sluitwerk Het slot van uw voordeur, balkondeur en bergingsdeur zijn allen gelijksluitend. U heeft dus maar 1 sleutel nodig om deze sloten te bedienen. Voor de algemene toegangsdeuren (berging + hoofdentreedeur) ontvangt u een aparte sleutel. Sloten dienen minstens éénmaal per jaar door u gesmeerd te worden. De sloten in uw woning mogen uitsluitend met slotspray worden gesmeerd. Bij toepassing van olie of grafiet zal de cilinder na enige tijd niet meer goed functioneren. Een cilinder smeren met olie of grafiet is daarom niet gewenst. Het hang- en sluitwerk van uw woning voldoet aan de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen; u kunt dit herkennen aan R gevolgd door 1 of 2 sterren op bijv. scharnieren, sloten en cilinders. De voordeur is voorzien van meerpuntsluitingen die met één handeling bediend kan worden. Wij adviseren u, ook als u thuis bent, zoveel mogelijk de meerpuntsvergrendeling te gebruiken; hierdoor voorkomt u dat de deuren onnodig kromtrekken. Meerpuntsluiting: Kruk omhoog = deur op slot! In de deuren van uw nieuwe woning zit een meerpuntsluiting (MPS) type Ergo-Nomic van BUVA (op meerdere punten vergrendelen via één slot). Deze MPS is niet alleen ontwikkeld voor méér veiligheid, maar ook vanuit het oogpunt van bedieningsgemak. Het gebruik van deze MPS zal echter anders zijn dan dat u tot nu toe gewend bent, omdat deze MPS een voordeur- én balkon- deurfunctie heeft. Om een goede bediening te garanderen volgt hier een korte beschrijving van deze functies. 17

18 Voordeurfunctie Gebruikshandleiding van uw woning Woongroep 50+ De Wiekslag Bij het verlaten van de woning (vergelijkbaar met een normale voordeur): Deur dichttrekken De deurgreep krachtig omhoog bewegen (de haken van de MPS sluiten in de sluitkommen) en de deur is vergrendeld. Greep buitenzijde is niet meer bedienbaar Bediening van de voordeur als u weer naar binnen wilt: MPS ontgrendelen door de sleutel een halve slag te draaien. Deurgreep krachtig neerwaarts bewegen (de haken van de MPS zijn nu ingetrokken). Open de deur, stap in de woning en doe de deur weer dicht. De kruk krachtig omhoog bewegen (de haken van de MPS sluiten in de sluitkommen). o Om kromtrekken van de deur te voorkomen dient u ten alle tijden de kruk o krachtig omhoog te bewegen (de haken van de MPS sluiten in de sluitkommen) MPS vergrendelen door de sleutel een halve slag te draaien wordt niet aangeraden. Ingeval het snel verlaten van de woning dient dan eerst middels de sleutel het slot te ontsluiten (de Geen Risico Snel Naar Buiten (No-Risk Fast-Out) functie is hiermee namelijk uitgeschakeld). Door de kruk aan de binnenzijde krachtig omhoog te bewegen is de deur aan de buitenzijde vergrendeld en niet bedienbaar. U kunt nu wel altijd naar buiten zonder sleutel! LET OP Denkt u er wel aan om de sleutel aan de binnenzijde altijd uit het slot te halen. Als u dat niet doet, kan het slot van buitenaf niet geopend worden zonder schade aan te brengen. Denkt u erom dat u bij vertrek uit de woning altijd een sleutel meeneemt; binnenkomen zonder sleutel is door de goede afsluiting niet meer mogelijk zonder schade aan ramen, deuren of beglazing te veroorzaken. Balkondeur De balkon- tuindeur is voorzien van een knopcilinder aan de binnenzijde, zodat u deze altijd zonder sleutel op slot kunt doen. U kunt deze deur wel aan de buitenzijde ontgrendelen d.m.v. een sleutel (mocht iemand per ongeluk de deur op slot doen, terwijl u op het balkon bent). Overige deuren De entreedeur, galarijtoegangsdeuren en de toegang naar de bergingen is voorzien van automatische bediening. De algemene toegangsdeuren naar de bergingen is voorzien van een driepuntssluiting. De bergingsdeur zelf heeft een enkelvoudige sluiting. 18

19 14 Plafonds Gebruikshandleiding van uw woning Woongroep 50+ De Wiekslag Alle plafonds en de wanden boven het tegelwerk in de toiletruimte en de keuken zijn afgewerkt met een witte spuitpleister. Indien u de plafonds/wanden wilt overschilderen, adviseren wij u onder andere het volgende: Alle verlichtingsarmaturen/schakelmateriaal verwijderen De ventielen van het ventilatiesysteem verwijderen Het plafond/wanden afstoffen met een zachte borstel of handveger; Bij voorkeur met een schapenvachtroller een latexmuurverf aanbrengen; het beste resultaat wordt verkregen als u de muurverf in twee lagen kort na elkaar aanbrengt, waarbij u de verf enigszins verdunt door circa 5% water toe te voegen; Wij adviseren u om gebruik te maken van een goede latexmuurverf. Laat u bij de doe-het-zelfzaak of vakhandel goed informeren over het gebruik van de latex; b.v. is voorstrijken noodzakelijk? LET OP: Afwijkende kleuren op het plafond zijn niet toegestaan. Bij twijfel altijd OFW raadplegen. 15 Algemeen onderhoud woning 15.1 Algemeen onderhoud Het appartement waarin u gaat wonen moet onderhouden worden. Onderhoud is een zaak die u aangaat als huurder en OFW als verhuurder. OFW heeft hiervoor de folder Onderhoud gemaakt. Hierin staat omschreven wie er moet betalen als er wat kapot gaat in of aan uw woning. Deze folder wordt verstrekt bij het tekenen van de huurovereenkomst, of op verzoek in onze woonwinkel. Zie ook de bepalingen hierover in de beheerovereenkomst. 16 Parkeren U kunt vrij parkeren op de parkeerplaatsen bij het complex. 17 Wijzigingen aan woning Alvorens u wijzigingen gaat aanbrengen in de door u gehuurde woning, heeft uw toestemming nodig van OFW. Dit betreft zowel wijzigingen aan de binnenzijde als aan de buitenzijde van de woning. Deze toestemming moet u altijd schriftelijk aanvragen. OFW heeft een folder gemaakt Wonen naar wens. Hierin is naast veel informatie over wat wel en wat niet is toegestaan ook een aanvraagformulier voor woningverandering te vinden. U kunt deze folder downloaden van de website van OFW ( of afhalen of aanvragen in de woonwinkel van OFW ( ). 18 Energielabel OFW heeft al haar woningen laten inventariseren op energieprestaties. De woningen zijn ingedeeld in 7 categorieën (labels), van A t/m G. Een woning met een A-label is zeer efficiënt en dus zuiniger dan een woning met een G-label. Een woning met een D-label heeft een gemiddeld energieverbruik. Uw woning heeft een A-label. 19

20 19 Zonneschermen/screens Het is niet toegestaan eigen zonwering aan de buitenzijde aan te brengen. Wanneer u zonwering aan wilt brengen verzoeken wij u vooraf contact op te nemen met OFW, zodat u weet aan welke richtlijnen de zonwering dient te voldoen. OFW raadt de huurders sterk aan, gezien de hoge isolatiewaarde van de buitenschil, zonwering toe te passen. Zo kan de zoninstraling en daarmee de opwarming van uw appartement worden beperkt. Screens Merk Husol Type Excellent 85 Kleur doek S-956 Kleur koof en geleiders Ral 9010 Knikarm: Merk Husol Type Picca Kleur doek T 515 BLK trad Kleur koof en geleiders Ral Gebruik gebouw 20.1 Sleutelplan Iedere bewoner krijgt bij het tekenen van het huurcontract standaard twee hoofdsleutels voor de centrale toegang. Deze twee hoofdsleutels zijn zogenaamde beschermde sleutels en kunnen alleen via OFW bijbesteld worden. De kosten van deze sleutels bedragen 20,00 per stuk. Wij wijzen u erop dat hoe meer sleutels er in omloop zijn hoe gevoeliger het systeem wordt. Tevens ontvangt u 6 sleutels voor het betreden van uw eigen appartement en berging op de begane grond Liften Bij de centrale hal is een lift gesitueerd. Deze lift voldoet aan Woonkeur: is voorzien van een spiegel, aan beide zijden een leuning en een klapstoeltje. Ouderen kunnen daardoor even gaan zitten. Indien er iemand in de lift vast zit, is er in de lift een voorziening getroffen waarmee rechtstreeks contact kan worden gelegd met een hulpdienst (de firma Kone Liften) Inrichting hal/trappenhuis De wanden van de hal zijn voorzien van stucwerk of schoon metselwerk. Op de vloer ligt een schoonloopmat en verder is de vloer voorzien van vloertegels. Het is niet toegestaan om, zonder toestemming van OFW, hier spullen te plaatsen c.q. op te hangen. Tevens mogen er geen fietsen, scootmobiels, etc. geplaatst worden in de hal Schoonmaak galerijen/centrale hal De woongroep draagt zorg voor de schoonmaak van de galerijen, de centrale hal en het buitenterrein overeenkomstig de bepalingen van de beheerovereenkomst Bergingen Alle appartementen beschikken, naast de inpandige berging over een individuele externe berging. De bergingen liggen op de begane grond. Bij het verdelen van de bergingen is natuurlijk gekeken dat ze zo dicht mogelijk bij de appartementen liggen. U kunt de berging gebruiken voor uw fiets of voor de opslag van enkele spullen. Deze bergingen zijn voorzien van verlichting en een stopcontact, welke is aangesloten op uw appartement. Bij het ontvangen van de sleutel laat OFW u zien, waar uw berging is Postbussen/ naamplaatjes In de centrale hal treft u de postbussen aan. OFW zorgt eenmalig voor de naamplaatjes en de wel/geen reclame plaatjes op deze postbussen en voor naamplaatjes bij de eigen voordeur. Aangezien de woongroep geen huismeester afneemt van OFW moet de woongroep bij mutatie van de woning zelf zorgen voor nieuwe (naam)plaatjes. De aanschafkosten komen voor rekening van de woongroep. 20

21 20.7 Opstelruimte scootmobiel De opstelruimte voor de scootmobiel is bij de eigen woning. Ook is hier een stopcontact voor het opladen aanwezig Gemeenschappelijke tuin De appartementen op de begane grond krijgen een terras van betontegels van 30 x 30 cm overeenkomstig de tekening. Als afscheiding tussen de appartementen is door OFW een privacy scherm aangebracht. Dit scherm wordt onderhouden door OFW en mag niet geschilderd worden. Bewoners mogen hier geen andere schutting bij plaatsen. De woongroep is verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van de gemeenschappelijke tuin. Het onderhoud van de haagjes die worden aangebracht als terreingrens van de woongroep is voor rekening van OFW. 21 Milieupas en afvoer huisvuil Voor het aanvragen van de rode (milieu)container en de milieupas van de gemeente Dronten, moet u zelf bellen met de gemeente ( ). Bestellen kan na ontvangst van de sleutels van uw woning. Het huisvuil wordt ondergronds verzameld. Deze ondergrondse huisvuilcontainer is niet bedoeld voor verhuisafval. U dient dit zelf naar de milieustraat te brengen. Plastic afval dient u zelf aan te bieden. Het glas kunt u deponeren in de glascontainers elders in Dronten. 21

22