ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK RIJZENBURG-KONINGSWEG 17 TE ARNHEM GEMEENTE ARNHEM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK RIJZENBURG-KONINGSWEG 17 TE ARNHEM GEMEENTE ARNHEM"

Transcriptie

1 ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK RIJZENBURG-KONINGSWEG 17 TE ARNHEM GEMEENTE ARNHEM

2 Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Rijzenburg-Koningsweg 17 te Arnhem in de gemeente Arnhem Opdrachtgever Stichting het Nationale Park De Hoge Veluwe Apeldoornseweg TA Hoenderloo Project ARN.OOS.ARC Rapportnummer Status Conceptrapportage Datum 15 augustus 2013 Vestiging Auteur(s) Doetinchem Ir. E.M. ten Broeke (Prospector) Paraaf Autorisatie Drs. A.H. Schutte (Senior KNA-Archeoloog) Paraaf Econsultancy bv, Doetinchem Foto s en tekeningen: Econsultancy bv, tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. Econsultancy aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. ISSN: (Analoog rapport) ISSN: (Digitaal rapport E-depot) Econsultancy Archeologisch Rapport

3 Administratieve gegevens plangebied Projectcode en nummer ARN.OOS.ARC Toponiem Rijzenburg-Koningsweg 17 Opdrachtgever Gemeente Plaats Provincie Kadastrale gegevens Stichting het Nationale Park De Hoge Veluwe Arnhem Arnhem Gelderland Gemeente Arnhem, sectie I, nummer 1490 (ged.) Omvang plangebied Circa m 2 Kaartblad 40 A (1:25.000) Coördinaten centrum plangebied X: / Y: Bevoegde overheid Gemeente Arnhem, Afdeling Erfgoed De heer drs. M. Defilet Eusebiusbuitensingel 53 Postbus HA Arnhem Tel martijn.defilet@arnhem.nl ARCHIS2 Onderzoeksmeldingsnummer (OM-nr.) Vondstmeldingsnummer Onderzoeksnummer Bureauonderzoek N.v.t. Booronderzoek N.v.t. Archeoregio NOaA Beheer en plaats documentatie Uitvoerders Utrechts-Gelders rivierengebied Econsultancy, Doetinchem / gemeentelijk Depot Arnhem Econsultancy, Ir. E.M. ten Broeke Kwaliteitszorg Econsultancy beschikt over een eigen opgravingsvergunning, afgegeven door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De opgravingsvergunning geeft opdrachtgevers de zekerheid dat het uitvoerend bureau werkt conform de eisen die de RCE stelt op het gebied van competenties en integriteit van medewerkers en het toepassen van vigerende normen en onderzoeksprotocollen. Verder is Econsultancy lid van de Nederlandse Vereniging van Archeologische Opgravingsbedrijven (NVAO). De leden van de NVAO bieden kwalitatief hoogstaand archeologisch onderzoek. Het lidmaatschap is een waarborg voor kwaliteit en betrouwbaarheid. Tevens is Econsultancy aangesloten bij de Vereniging van Ondernemers in Archeologie (VOiA). De VOiA behartigt de belangen van meer dan 100 bedrijven in alle takken van de archeologie. Betrouwbaarheid Dit onderzoek is op zorgvuldige wijze uitgevoerd, conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving. Een booronderzoek wordt in het algemeen uitgevoerd door het steekproefsgewijs onderzoeken van de bodem, waardoor het, op basis van de resultaten van een booronderzoek, onmogelijk is garanties af te geven ten aanzien van de aan- of afwezigheid van archeologische waarden. In dit kader dient ook opgemerkt te worden dat geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Daar Econsultancy voor het verkrijgen van historische informatie afhankelijk is van deze bronnen, kan Econsultancy niet instaan voor de juistheid en volledigheid van deze informatie. Econsultancy Archeologisch Rapport

4 SAMENVATTING Econsultancy heeft in opdracht van Stichting het Nationale Park De Hoge Veluwe, namens OOST- ZEE stedenbouw, een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan Koningsweg 17 (locatie Rijzenburg) te Arnhem in de gemeente Arnhem (zie figuren 1 en 2). In het zuidelijke deel van het plangebied zal de bestaande bebouwing (voormalig restaurant) worden gerenoveerd. Ten noordoosten van deze bebouwing zal de nieuwbouw van een stal/schuur worden gerealiseerd. Vanuit westelijke en oostelijke richting (beide vanaf de bestaande Kemperbergerweg) worden een entreeweg/karrespoor in (semi-)verharding aangelegd. In het noordelijke deel van het plangebied zullen de aanwezige asfaltverharding (met eventueel aanwezige stabilisatielagen) en bovengrondse delen ter plaatse van het parkeerterrein worden verwijderd en worden heringericht als siertuin/groenstrook. Binnen het noordelijke deel van het plangebied wordt het bestaande parkeerterrein verwijderd (verwijderen aanwezige asfaltverharding en eventueel aanwezige stabilisatielagen). Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen wat de verwachtingswaarde is voor de aanwezigheid van archeologische waarden binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. Daarom is het binnen het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg uit 2007 (WAMZ), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 3). Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de voorgenomen nieuwbouw binnen het plangebied, alsmede een bestemmingsplanwijziging. Doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende en verwachte archeologische waarden, om daarmee een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied op te stellen. Het inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase) heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen, en is erop gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied. Tevens is het bedoeld om kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek en kansarme zones ervan uit te sluiten. Ook wordt gelet op het voorkomen van (diepe) verstoringen van het bodemprofiel. Indien de ondergrond tot grote diepte verstoord is, zullen eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verdwenen zijn. Met de resultaten van het archeologisch onderzoek kan worden vastgesteld of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of vervolgonderzoek en/of planaanpassing noodzakelijk is. Gespecificeerde archeologische verwachting In het plangebied kunnen archeologische resten voorkomen van Jager-Verzamelaars (Laat-Paleolithicum t/m Midden-Neolithicum). De kans op het voorkomen van resten uit deze perioden wordt middelhoog geacht. Voor archeologische resten van Landbouwers wordt de kans laag geacht. Een uitzondering vormt de hoge trefkans op het voorkomen van grafheuvels en vlakgraven uit de perioden Laat- Neolithicum t/m IJzertijd, mogelijk ook nog uit de Romeinse tijd. Archeologische resten worden in en/of direct onder de bouwvoor (eerste 30 cm) verwacht; in de top van de ijssmeltwaterafzettingen, waarin zich in het verleden een haarpodzolprofiel heeft gevormd. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen en waterputten) worden binnen 50 cm beneden het maaiveld verwacht. De eventueel aanwezige archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- en/of vuursteenstrooiïngen en inhumatie-/crematieresten. Verwacht wordt dat organische resten en bot slecht zijn geconserveerd, vanwege de zeer diepe heersende grondwaterstanden. Resten behorend tot grafheuvels worden specifiek verwacht in het opgeworpen materiaal en in de top van de ijssmeltwaterafzettingen en is afhankelijk van diepte van de aanleg ervan. Resten van vlakgraven worden verwacht in de top van de ijssmeltwaterafzettingen en is afhankelijk van diepte van de aanleg ervan ARN.OOS.ARC

5 De ontginningsboerderij de Rijzenburg is tussen 1852 en 1874 gebouwd. Resten die te relateren zijn aan dit boerenerf kunnen binnen het plangebied worden verwacht, vooral aan en direct onder het maaiveld, in de huidige bouwvoor. Belangrijker is dat er archeologische resten in de vorm van militaria worden verwacht uit de Tweede Wereldoorlog, specifiek voor de perioden juli 1943 t/m september 1944, toen de ten westen gelegen Diogenesbunker gebruikt werd zenuwcentrum van de luchtverdediging van een deel van Noordwest Europa. Hierbij kan het gaan om kleinschalige structuren, zoals verbindingsloopgraven en afvalkuilen, maar ook om persoonlijke uitrusting van soldaten en dergelijke. Resultaten inventariserend veldonderzoek Uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) blijkt dat de bodemopbouw bestaat uit ijssmeltwaterafzettingen. Dit sandrmateriaal bestaat voornamelijk uit zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig grof tot zeer grof zand, waarbij een klei- en siltfractie nagenoeg ontbreekt. Deze afzettingen behoren tot de Formatie van Drente, Laagpakket van Schaarsbergen. In deze arme grond heeft zich een haarpodzolgrond ontwikkeld. Binnen de terreindelen rondom het voormalig restaurant hebben moderne bodemverstorende ingrepen zich beperkt tot voornamelijk de bovengrond. Gemiddeld tot 30 cm -mv komt en laag grijsbruin gekleurd, zwak humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig fijn tot zeer grof zand voor, plaatselijk met enkele resten modern baksteen. Hieronder is er vaak nog een restant van een AhEp-horizont aanwezig, zoals deze waarschijnlijk aanwezig was in de tijd dat de ontginningsboerderij Rijzenburg bestond. Ter plaatse van het noordelijke deel van het plangebied, betreffende het parkeerterrein, beperken bodemverstoringen zich ook maar tot de bovengrond. Vanaf het maaiveld bestaat de eerste 30 cm uit een opgebrachte laag van bruingrijs gekleurd, zwak humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, zeer grof zand. Tussen gemiddeld 30 en 55 cm -mv, maximaal tot 60 cm -mv, komt een laag bruingrijs tot grijszwart gekleurd, zwak tot matig humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, zeer grof zand voor. Hier is door moderne bodembewerking aan-/opgebrachte grond vermengd met de AhEphorizont (oorspronkelijke minerale bovenlaag haarpodzolgrond). Er zijn geen aanwijzingen dat onder de asfaltverharding een halfverhardingslaag van puin als stabilisatielaag aanwezig is. In de oostelijke gelegen strook van het plangebied is de meest intacte bodemopbouw aangetroffen. Hier heeft alleen agrarisch bewerking en bemesting plaatsgevonden. Er is geen sprake van een plaggendek. Het bodemprofiel bestaat vanaf het maaiveld tot 45 cm -mv uit een AhEp-horizont, gevolgd door de Bhe- /Bhs-/BC-horizonten tot 120 cm -mv en vervolgens de C-horizont, waar alleen agrarische bodembewerking heeft plaatsgevonden. Conclusie De verwachte landschappelijke ligging en bodemopbouw, zoals die is weergegeven tijdens het bureauonderzoek, wordt door het verkennend booronderzoek bevestigd. Het plangebied behoud zijn middelhoge trefkans op het voorkomen van archeologische verwachting van Jager-Verzamelaars (Laat-Paleolithicum t/m Midden-Neolithicum) en zijn hoge trefkans op het voorkomen van vlakgraven uit de perioden Laat-Neolithicum t/m IJzertijd, mogelijk ook nog uit de Romeinse tijd. Ook blijft de trefkans hoog voor resten van militaria uit de Tweede Wereldoorlog, omdat er geen recente, grootschalige ingrepen hebben plaatsgevonden die hebben geleidt tot diepe bodemverstoringen. Resten van het boerenerf van de ontginningsboerderij en militaria kunnen al direct onder het maaiveld worden aangetroffen, zowel in de huidige bouwvoor als dieper gelegen ARN.OOS.ARC

6 Selectieadvies Op grond van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) wordt door Econsultancy de aanbeveling gedaan om een vervolgonderzoek te laten uitvoeren. De geplande bodemingrepen kunnen al leiden tot verstoring van mogelijk aanwezige resten van het boerenerf uit de 19 e /20 e eeuw en de Tweede Wereldoorlog. Dergelijke resten zullen een zeer lokaal voorkomen hebben maar kunnen anderzijds als direct onder het maaiveld worden verwacht. Voor het opsporen van dergelijke resten is een (verdicht) karterend booronderzoek niet de geschikte methode. Daarom wordt geadviseerd de voorgenomen grondroerende werkzaamheden archeologisch te laten begeleiden. De grondroerende werkzaamheden betreffen in eerste instantie het uitgraven van de bouwput voor de bouw van de stal/schuur ten noordoosten van de bestaande bebouwing en de aanleg van de entreewegen/karresporen in (semi-)verharding (af te graven grond ten behoeve van de aanleg van cunetzand). Voor het parkeerterrein in het noordelijke deel van het plangebied hoeft geen archeologische begeleiding plaats te vinden wanneer alleen de asfaltverharding en de aangebrachte laag tot 30 cm -mv worden weggehaald. Indien de onderliggende humeuze grond vanaf 30 cm -mv ook wordt verwijderd, dan wordt geadviseerd dit ook onder archeologische begeleiding te laten uitvoeren. Dit vanwege het feit dat aan-/opgebrachte vermengd is met de oorspronkelijke minerale bovenlaag van een haarpodzolgrond (vermenging met de AhEp-horizont), waarin resten uit de Tweede Wereldoorlog kunnen voorkomen. Ondanks de ligging in een verstoorde context kunnen deze resten informatie verschaffen over het gebruik van de ontginningsboerderij de Rijzenburg en andere militaire activiteiten in de directe omgeving (bijvoorbeeld in relatie met de ten westen gelegen de Diogenesbunker). Door middel van een archeologische begeleiding kan de aanwezigheid van resten uit de Tweede Wereldoorlog, resten van het boerenerf van de ontginningsboerderij de Rijzenburg, vuursteen vindplaatsen van Jager-Verzamelaars (Laat-Paleolithicum t/m Midden-Neolithicum) en restanten van graven uit de perioden Laat-Neolithicum t/m IJzertijd (mogelijk ook nog uit de Romeinse tijd) tijdig worden opgemerkt en gedocumenteerd. Voor de archeologische begeleiding is een Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk, dat voor aanvang van de werkzaamheden moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag, de gemeente. Bovenstaand advies vormt een selectieadvies. De resultaten van dit onderzoek zullen eerst moeten worden beoordeeld door het bevoegd gezag (gemeente Arnhem), die vervolgens een selectiebesluit neemt ARN.OOS.ARC

7 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN BUREAUONDERZOEK Methoden Afbakening van het plangebied Huidige situatie Toekomstige situatie Beschrijving van het historische gebruik Aardwetenschappelijke gegevens Archeologische waarden Korte bewoningsgeschiedenis van het Midden-Nederlandse zandlandschap, Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Beantwoording onderzoeksvragen bureauonderzoek INVENTARISEREND VELDONDERZOEK Methoden Resultaten Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek CONCLUSIE EN SELECTIEADVIES Conclusie Selectieadvies LITERATUUR BRONNEN ARN.OOS.ARC

8 LIJST VAN TABELLEN Tabel I. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal Tabel II. Verleende bouwvergunningen Tabel III. Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Tabel IV. Grondwatertrappenindeling Tabel V. Grondwatergegevens plangebied Tabel VI. Overzicht onderzoeksmeldingen Tabel VII. Gespecificeerde archeologische verwachting Tabel VIII. Hoofdlijn bodemopbouw terreindelen rondom voormalig restaurant (boringen 1 t/m 5) Tabel IX. Hoofdlijn bodemopbouw oostelijk gelegen strook (boringen 6 t/m 8) Tabel X. Hoofdlijn bodemopbouw parkeerterrein (boringen 9 t/m 11) LIJST VAN AFBEELDINGEN Figuur 1. Situering van het plangebied binnen Nederland Figuur 2. Detailkaart van het plangebied Figuur 3. Luchtfoto van het plangebied Figuur 4. Situering van het plangebied binnen de Kadastrale kaart uit 1821 (Minuutplan) Figuur 5. Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart uit 1874 (Bonneblad) Figuur 6. Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart uit 1900 (Bonneblad) Figuur 7. Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart uit 1931 (Bonneblad) Figuur 8. Luchtfoto van het plangebied d.d. 19 september 1944 Figuur 9. Luchtfoto van het plangebied, exacte datum niet bekend, waarschijnlijk kort na de capitulatie van 5 mei 1945 Figuur 10. Situering van het plangebied binnen de Topografische kaart uit 1957 Figuur 11. Situering van het plangebied binnen de Topografische kaart uit 1972 Figuur 12. Situering van het plangebied binnen de Topografische kaart uit 1990 Figuur 13. Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart van Nederland Figuur 14. Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Figuur 15. Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart van Nederland Figuur 16. Archeologische Gegevenskaart van het onderzoeksgebied Figuur 17. Situering van het plangebied binnen de archeologische verwachtingskaart Arnhem- Noord Figuur 18. Figuur 19. Boorpuntenkaart Overzichtsfoto s van het plangebied vanuit zuidwestelijke, noordwestelijke en oostelijke richting en foto s van de opgeboorde profielen van de boringen 1, 7 en 9 BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Overzicht geologische en archeologische tijdvakken Bewoningsgeschiedenis van Nederland AMZ-cyclus Inrichtingsplan Boorprofielen ARN.OOS.ARC

9 1 INLEIDING Econsultancy heeft in opdracht van Stichting het Nationale Park De Hoge Veluwe, namens OOST- ZEE stedenbouw, een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied gelegen aan Koningsweg 17 (locatie Rijzenburg) te Arnhem in de gemeente Arnhem (zie figuren 1 en 2). In het zuidelijke deel van het plangebied zal de bestaande bebouwing (voormalig restaurant) worden gerenoveerd. Ten noordoosten van deze bebouwing zal de nieuwbouw van een stal/schuur worden gerealiseerd. Vanuit westelijke en oostelijke richting (beide vanaf de bestaande Kemperbergerweg) worden een entreeweg/karrespoor in (semi-)verharding aangelegd. In het noordelijke deel van het plangebied zullen de aanwezige asfaltverharding (met eventueel aanwezige stabilisatielagen) en bovengrondse delen ter plaatse van het parkeerterrein worden verwijderd en worden heringericht als siertuin/groenstrook. Binnen het noordelijke deel van het plangebied wordt het bestaande parkeerterrein verwijderd (verwijderen aanwezige asfaltverharding en eventueel aanwezige stabilisatielagen). Het archeologisch onderzoek is noodzakelijk om te bepalen wat de verwachtingswaarde is voor de aanwezigheid van archeologische waarden binnen het plangebied en of deze door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast. Daarom is het binnen het kader van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg uit 2007 (WAMZ), voortvloeiend uit het Verdrag van Malta uit 1992, verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren (zie bijlage 3). Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de voorgenomen nieuwbouw binnen het plangebied, alsmede een bestemmingsplanwijziging. Het archeologisch onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek (hoofdstuk 3) en een inventariserend veldonderzoek (IVO-overig, verkennende fase) door middel van boringen (hoofdstuk 4). Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt een advies gegeven of vervolgstappen nodig zijn en zo ja, in welke vorm (hoofdstuk 5). 2 DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN Het onderzoek heeft tot doel inzicht te krijgen in de archeologische waarden van het plangebied. Het bureauonderzoek heeft tot doel om een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel van het plangebied op te stellen. Het verwachtingsmodel is gebaseerd op bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden in en om het plangebied. Voor het bureauonderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, die vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of -rug, nabij een veengebied, een beekdal)? Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? Het inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek heeft tot doel de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting aan te vullen en te toetsen, en is er op gericht om inzicht te krijgen in de geologische en bodemkundige opbouw binnen het plangebied. Tevens is het bedoeld om kansrijke zones te selecteren voor vervolgonderzoek en kansarme zones ervan uit te sluiten. Ook wordt gelet op het voorkomen van (diepe) verstoringen van het bodemprofiel. Indien de ondergrond tot grote diepte verstoord is, zullen eventueel aanwezige archeologische resten mogelijk verdwenen zijn ARN.OOS.ARC Pagina 1 van 25

10 Het veldonderzoek dient antwoord te geven op de volgende vragen: Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (geheel of gedeeltelijk) verstoord en indien verstoord, tot welke diepte gaat deze verstoring? Wat zijn de gevolgen van het in het plangebied aangetroffen bodemprofiel voor de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied. Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 3 en 4 juni 2013 door ir. E.M. ten Broeke (prospector). Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd op 19 juni 2013 door ir. E.M. ten Broeke (prospector). Het rapport is gecontroleerd door drs. A.H. Schutte (senior KNA-archeoloog/kwaliteitscontroleur). 3 BUREAUONDERZOEK 3.1 Methoden Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de eisen en normen zoals aangegeven in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.2, maart 2010), die is vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie en is ondergebracht bij het SIKB te Gouda. Voor de uitvoering van het bureauonderzoek gelden de specificaties LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. De resultaten van dit onderzoek worden in dit rapport weergegeven conform specificatie LS06. 1 Binnen dit onderzoek zijn de volgende werkzaamheden verricht: afbakening van het plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS01); beschrijving van de huidige en toekomstige situatie (LS02); beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03); beschrijving van bekende archeologische en historische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS04); opstellen van een gespecificeerde verwachting (LS05). Bij het uitvoeren van deze werkzaamheden zijn de volgende bronnen geraadpleegd: het Archeologische Informatie Systeem (ARCHIS); de Archeologische Monumenten Kaart (AMK); de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW); geologische kaarten, geomorfologische kaarten en bodemkaarten; de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINOLoket); de Atlas Gelderland; literatuur en historisch kaartmateriaal; de Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie (KICH); bouwhistorische gegevens; de recente topografische kaart (schaal 1:25.000); recente luchtfoto s; het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN); de archeologische verwachtingskaart Arnhem-Noord; plaatselijke (amateur-)archeoloog c.q. heemkundevereniging; 1 Beschikbaar via ARN.OOS.ARC Pagina 2 van 25

11 het NUMismatisch InformatieSysteem (NUMIS). 3.2 Afbakening van het plangebied Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het onderzoeksgebied en het plangebied. Het plangebied is het gebied waarbinnen feitelijk de bodemverstorende ingreep gaat plaatsvinden. Het onderzoeksgebied is het gebied waarover informatie is verzameld om een goed beeld te krijgen van de archeologische waarden binnen het plangebied. Dit gebied is groter dan het plangebied. In het huidige onderzoek betreft het onderzoeksgebied het gebied binnen een straal van circa 1 km rondom het plangebied. Het plangebied heeft oppervlakte van circa m² en ligt aan Koningsweg 17 (locatie Rijzenburg), circa 6,6 km ten noordwesten van de kern van Arnhem in de gemeente Arnhem (zie figuren 1 en 2). Volgens het Algemeen Hoogtebestand Nederland (AHN) bevindt het maaiveld zich van zuid naar noord op een hoogte tussen circa 38 en 38,8 m +NAP. Het plangebied is kadastraal bekend als gemeente Arnhem, sectie I, nummer 1490 (ged.). 3.3 Huidige situatie Voor het bureauonderzoek is het van belang de huidige situatie te onderzoeken. Landgebruik en bebouwing kunnen van invloed zijn op de archeologische verwachting. Het zuidelijke deel van het plangebied is bebouwd met een pand dat recentelijk nog in gebruik was als horecagelegenheid (restaurant Rijzenburg). Heden wordt het gebruik als anti-kraakpand. Direct ten oosten van de woning is nog een garage aanwezig. De omliggende terreindelen zijn in gebruik als siertuin/groenstrook. Het noordelijke deel van het plangebied is grotendeels in gebruik als parkeerterrein, welke voorzien is van een asfaltverharding. Alleen in het oostelijk gelegen terreindeel is een kleine houten schuur aanwezig. De oostelijk gelegen strook, tussen het erf Rijzenburg en de Kemperbergerweg, is in agrarisch gebruik (grasland) (zie figuur 3). Bodemloket gemeente Arnhem 2 Met het bodemloket van de gemeente Arnhem wordt inzicht geven in maatregelen die de afgelopen jaren getroffen zijn om de bodemkwaliteit binnen de provincie in kaart te brengen (bodemonderzoek) of te herstellen (bodemsanering). Ook laat het bodemloket van de gemeente Arnhem zien waar vroeger (bedrijfs-) activiteiten hebben plaatsgevonden die extra aandacht verdienen. Uit gegevens van het Bodemloket gemeente Arnhem blijkt dat ter plaatse van de schuur in het noordelijke deel van het plangebied, waar voorheen een portiersloge heeft gestaan, in 1994 door IMd Industriele Milieudiensten bv een verkennend bodemonderzoek is uitgevoerd (projectnummer ). Vanuit dit onderzoek werd de bodemopbouw als volgt beschreven: De bodem ter plaatse van de bouwlocatie bestaat uit een bruine tot zwarte bovengrond van cm -mv van matig fijn zand. De ondergrond bestaat uit geelbruin tot geelwit matig grof zand ( cm -mv). Plaatselijk zijn in de bovengrond kolen/roetresten aangetroffen. De bovengrond ten noorden van de portiersloge bleek destijds licht verontreinigd te zijn met PAK. De ondergrond bleek licht verontreinigd met aromaten. Het plaatselijk voorkomen van kolen/roetresten in de bovengrond (eerste 50 cm) geldt als aanwijzing dat er in de bovengrond enige bodemverstorende ingrepen hebben plaatsgevonden ARN.OOS.ARC Pagina 3 van 25

12 3.4 Toekomstige situatie Het toekomstige gebruik van het plangebied kan bepalend zijn voor het vervolgtraject (behoud in-situ of behoud ex-situ van archeologische waarden). De manier waarop het plangebied wordt ingericht kan tot gevolg hebben dat eventueel aanwezige archeologische waarden (deels of geheel) onverstoord (kunnen) blijven. Ook kan besloten worden de inrichting zo aan te passen dat archeologische waarden alsnog onverstoord kunnen blijven liggen. In het zuidelijke deel van het plangebied zal de bestaande bebouwing (voormalig restaurant) worden gerenoveerd. Ten noordoosten van deze bebouwing zal de nieuwbouw van een stal/schuur worden gerealiseerd. De stal/schuur zal worden voorzien van staalfunderingen tot circa 60 cm -mv. Vanuit westelijke en oostelijke richting (beide vanaf de bestaande Kemperbergerweg) worden een entreeweg/karrespoor in (semi-)verharding aangelegd. Onder deze (semi-)verharding komt een laag cunetzand te liggen op een diepte van maximaal 25 cm minus huidig maaiveld. In het noordelijke deel van het plangebied zullen de aanwezige asfaltverharding (met eventueel aanwezige stabilisatielagen) en bovengrondse delen ter plaatse van het parkeerterrein worden verwijderd, waarna het wordt ingericht als siertuin/groenstrook (zie bijlage 4). 3.5 Beschrijving van het historische gebruik In het plangebied kunnen naast archeologische sporen ook historische relicten voorkomen die nog in het landschap zichtbaar zijn. Het gaat hierbij om historisch geografische relicten zoals nederzettingsvormen en wegen- en kavelpatronen. Veel van deze bewaard gebleven historische geografie geeft door de herverkavelingen in de tweede helft van de 20 e eeuw een incompleet beeld van het historisch landschap. Historische kaarten van vóór de herverkaveling zijn een goede aanvulling op het huidige incomplete beeld. Voor de historische ontwikkeling is naast het historisch kaartmateriaal ook relevante achtergrondliteratuur geraadpleegd. Historisch kaartmateriaal De situatie van het plangebied is op verschillende historische kaarten als volgt: Tabel I. Geraadpleegd historisch kaartmateriaal 3 Bron Periode Kaartblad Schaal Omschrijving plangebied Bijzonderheden/directe omgeving Kadastrale minuut 1821 Gemeente Arnhem, Sectie I, Blad 01 1:2.500 Woeste grond/heide. Woeste grond/heide, doorsneden door enkele zandwegen. Militaire topografische kaart (Bonneblad) Militaire topografische kaart (Bonneblad) : Zuidelijke deel boerenerf Rijzenburg en bebouwd met de huidige woonboerderij en een drietal schuren. Noordelijke deel moes-/siertuin. Oostelijk gelegen strook onderdeel van boomgaard? Met direct ten zuiden bossage/park : Geen noemenswaardige veranderingen. Ontginning tot agrarisch buitengebied. Afwisseling van agrarische, heide- en bospercelen. Voorlopers van de Koningsweg en Kemperbergerweg aanwezig. Diverse agrarische percelen omgevormd tot heide/(productie)bos ARN.OOS.ARC Pagina 4 van 25

13 Tabel I. Vervolg geraadpleegd historisch kaartmateriaal 4 Bron Periode Kaartblad Schaal Omschrijving plangebied Bijzonderheden/directe omgeving Militaire topografische kaart (Bonneblad) : Oostelijk gelegen strook doorsneden door een onsluitingsweg/zandpad. Verdere toename (productie)bos Luchtfoto s Tweede Wereldoorlog 19 september 1944 en waarschijnlijk kort na de capitulatie van 5 mei :2500 Erf Rijzenburg werd gebruikt als huisvestiging Duitse militairen/officieren. Oostelijk gelegen strook doorsneden door een noord-zuid gerichte (zand)weg. Direct ten westen locaties waar geschut staat/heeft gestaan, terreindeel verder ingericht voor geschutsstellingen. Daarnaast in westelijke richting ligt de Diogenesbunker. Topografische kaart A 1: Onbebouwde terreindelen voornamelijk grasland/groenstrook/siertuin. Topografische kaart A 1: Geen noemenswaardige veranderingen. Topografische kaart A 1: Noordelijke deel ingericht als parkeerterrein. Toename bebouwing in de omgeving, o.a. voor recreatiedoeleinden. Huidige stratenpatroon aanwezig. Geen noemenswaardige veranderingen. Merendeels huidige situatie Op basis van het beschikbare historische kaartmateriaal uit het begin van de 19 e eeuw was het plangebied destijds woestegrond/heide, evenals de directe omgeving. Het gebied werd doorsneden door enkele zandwegen (zie figuur 4). Vanaf de 2 e helft van de 19 e eeuw wordt het gebied grootschalig ontgonnen voor agrarische doeleinden. Er ontstaat een mengeling van percelen heide (ten behoeve van de schapenteelt), (productie)bos (hak-/stookhout) en akkerland (zie figuur 5). Het ontstaan van erve Rijzenburg dateert van meer dan 150 jaar geleden. 5 In 1852 kocht F. Burgers, die paardenpostmeester was in Arnhem, een stuk grond, waarop hij de ontginningsboerderij liet bouwen. De precieze bouwdatum is niet bekend want er waren verschillende gevelstenen met een andere data in omloop. Op basis van het geraadpleegde historisch kaartmateriaal is wel duidelijk dat de ontginningsboerderij tussen 1852 en 1874 is gebouwd (zie figuur 5). Op onderstaande foto wordt de ontginningsboerderij afgebeeld. Uit welke jaar deze foto dateert is niet bekend. Het noordelijke deel van het plangebied was in gebruik als moes-/siertuin. De westelijk gelegen strook vormde onderdeel wat lijkt op een boomgaard of een perceel voor de teelt van bomen. Direct ten zuiden van deze strook was een bossage/park aanwezig ARN.OOS.ARC Pagina 5 van 25

14 De voorlopers van de Koningsweg en de Kemperbergerweg zijn eveneens in de 2 e helft van de 19 e eeuw ontstaan, waarschijnlijk gepaard gaand met de ontginning van het gebied. Vanaf het begin en in de 1 e helft van de 20 e eeuw neemt het areaal (productie)bos verder toe, vooral ten nadele van het areaal akkerland (zie figuren 6 en 7). Erve Rijzenburg kende veel verschillende eigenaren en in 1921 werd het gehele landgoed Kemperberg met inbegrip van erve Rijzenburg aan Anton Müller verkocht. Müller was eigenaar van De Hoge Veluwe, zodat dat gebied hiermee vergroot kon worden. In 1935 werd het gebied van Kröller Müller eigendom van de Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe zodat ook Rijzenburg hiervan deel ging uitmaken. In de oorlog werd Rijzenburg door de Duitse luchtmacht gevorderd waarna er Duitse officieren kwamen te wonen. Op luchtfoto s gemaakt door de RAF tijdens operatie Market Garden in september 1944 en waarschijnlijk in een periode direct na de capitulatie van 5 mei 1945, is te zien dat er direct ten westen van het plangebied diverse graafwerkzaamheden hebben plaatsgevonden (zie figuren 8 en 9). Het betreffen geschutstellingen, echter de stukken geschut zijn niet meer aanwezig. Iets verder ten westen ligt de Diogenesbunker. Vanuit deze bunker werden de luchtbewegingen van de Luftwaffe binnen een deel van Noordwest Europa aangestuurd als ook bombardementen op Engelse steden (zie kader hieronder). Aanwezige bebouwing rondom dit voormalige hoofdkwartier, zoals Rijzenburg, vormde een onderkomen voor stafpersoneeel. Na de Tweede Wereldoorlog werd Rijzenburg gebruikt door de mijnopruimingsdienst die er een opslagruimte voor munitie van maakte. Rijzenburg werd bouwvallig en het bestuur van de Hoge Veluwe besloot het gebouw weer op te knappen en het te veranderen in een restaurant dat in 1950 onder dezelfde naam werd geopend. Het noordelijke deel van het plangebied werd ingericht als parkeerterrein ten behoeve van het restaurant. Er vond in de omgeving van het plangebied een toename van bebouwing plaats, vooral voor recreatiedoeleinden. Het huidige stratenpatroon is dan al merendeels aanwezig (zie figuur 10). In de loop van de 2 e helft van de 20 e eeuw vinden verder geen noemenswaardige veranderingen plaats in de omgeving (zie figuren 11 en 12). Op 30 maart 1992 werd de Rijzenburg door brand in de as gelegd. Alleen de voorgevel bleef behouden. Direct na de brand besloot het bestuur van de stichting tot wederopbouw van het restaurant en in 1993 werd het geheel weer geopend. Ondanks herhaalde pogingen door verschillende uitbaters is nooit een winstgevende exploitatie gerealiseerd Sinds 2010 is het restaurant gesloten. De Diogenesbunker De Diogenesbunker vormde het commandocentrum van de Derde Jachtdivisie (3. Jagddivision) van de Luftwaffe en vormde tijdens de Tweede Wereldoorlog het zenuwcentrum van de luchtverdediging van Nederland, de noordelijke helft van België, het Ruhrgebied en een strook Duitsland langs de Nederlandse oostgrens. Diogenes had rechtstreeks contact met het hoofdkwartier van de Luftwaffe in Berlijn. De Duitsers hadden meerdere van dergelijke commandocentra. Zo lagen er bunkers in Stade bij Hamburg, in Grove en in Metz. Met de bouw van de bunker is begonnen in augustus In juli 1943 werd het gebouw opgeleverd en twee maanden hierna was ook de inrichting klaar. De bunker bestond uit drie verdiepingen waarvan één onder de grond. Het hart werd gevormd door de centrale zaal waarin zich een glazen kaart bevond, die het operatiegebied van de Duitse bezetter voorstelde. In totaal zorgden 600 personeelsleden ervoor dat alle vliegbewegingen erop bijgehouden werden. Aan het begin van Operatie Market Garden, dachten de Duitsers dat de geallieerden de bunker wilden innemen. Op de avond van 17 september 1944 probeerden de Duitsers daarom tevergeefs de betonnen kolos op te blazen. Alleen de inventaris werd volledig verwoest. Toen men was teruggetrokken naar Duisburg bleek deze actie bovendien te voorbarig, omdat de geallieerden slechts op weg waren naar de Rijnbrug in Arnhem (op de locatie van de huidige John Frost brug). Onder andere het geschut direct ten westen van de bunker, dat de bunker van luchtaanvallen moest beschermen, was reeds verplaatst en is dan ook niet zichtbaar op luchtfoto s genomen door de RAF tijdens Operatie Market Garden ARN.OOS.ARC Pagina 6 van 25

15 Na de oorlog werd het gebouw gebruikt als munitiedepot (zie onderstaande foto). Door onbekende oorzaak kwamen op 8 juni 1948 vijf mensen om het leven tijdens het verplaatsen van explosieven. Later werd het gebouw gebruikt als hulpdepot van het rijksarchiefdienst en deels als opslag voor Park de Hoge Veluwe. De bunker heeft de status rijksmonument. Explosievenopruimers met hun gevaarlijke vracht in de weer bij de Diogenesbunker Bouwhistorische gegevens Bij de gemeente Arnhem is het archief van de Bouw- en Woningtoezicht geraadpleegd (contactpersoon de heer L. Beerendonk). Tabel II geeft een opsomming van de verleende bouwvergunningen voor de onderzoekslocatie. Tabel II. Verleende bouwvergunningen Jaartal Omschrijving 1947 Verbouwen van de boerderij tot restaurant Rijzenburg, aanvraag echter ingetrokken Verbouwen van de boerderij tot restaurant Rijzenburg. Alleen renoveren van bestaande boerderij, geen grootschalige bodemingrepen Beperkte renovatie van het restaurant Rijzenburg, geen bodemingrepen Beperkte renovatie van het restaurant Rijzenburg, geen bodemingrepen Herbouwen van het restaurant Rijzenburg. Bebouwing voorzien van strook-/sleuffunderingen (staalfundering) tot circa 1,2 m -mv en in het centraal-westelijke deel isonderkelderd tot 2,5 m -mv. Resterende deel bebouwde oppervlakte voorzien van opvulzand tot 1 m -mv, dus geheel bebouwde oppervlakte is tijdens de herbouw van het restaurant afgegraven. Ten oosten van het restaurant betreft een gaarkeuken, is geheel onderkelderd tot 2,5 m -mv (voormalige mestkelder) ARN.OOS.ARC Pagina 7 van 25

16 De geraadpleegde bouwvergunningen laten zien dat na de brand in 1992 het restaurant geheel opnieuw is opgebouwd. Het bebouwde oppervlak is minimaal vergraven tot 1 m -mv of dieper (strook- /sleuffunderingen (staalfundering), onderkeldering). Hierbij zijn de oorspronkelijke ondergrondse delen van het afgebrande restaurant verwijderd (oorspronkelijke ontginningsboerderij die gerenoveerd is). Ter plaatse zal het oorspronkelijke bodemprofiel dan ook nagenoeg geheel zijn afgegraven (naar verwachting tot diep in de C-horizont bij een oorspronkelijke bodemopbouw in de vorm van een haarpodzolgrond, zie 3.6). De onbebouwde terreindelen zijn in gebruik als siertuin/groenstrook of voorzien van een grind-/tegel- of klinkerverharding. Het parkeerterrein in het noordelijke deel van het plangebied is voorzien van een klinkerverharding. In welke mate het oorspronkelijke bodemprofiel verstoord is geraakt tijdens het aanleggen van de aanwezige verhardingen en inrichting van het perceel, is moeilijk in te schatten. Mogelijk is een deel van het bodemprofiel afgegraven voor de aanleg van een stabilisatielaag onder de aanwezige verhardingen. De verhardingen kunnen echter ook direct op het oorspronkelijke bodemprofiel zijn aangelegd. 3.6 Aardwetenschappelijke gegevens Het landschap heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het nederzettingspatroon van de mens. Bij onderzoek naar archeologische sporen in een bepaald gebied is het van groot belang te weten hoe het landschap er in het verleden heeft uitgezien. Men kan meer te weten komen over dit landschap door de geologische opbouw, de bodem en de hydrologie van een gebied te bestuderen. De volgende aardwetenschappelijke gegevens zijn bekend van het plangebied: Tabel III. Aardwetenschappelijke gegevens plangebied Type gegevens Gegevensomschrijving Geologie 6 Geomorfologie 7 Bodemkunde 8 IJssmeltwaterafzettingen van de Formatie van Drente, Laagpakket van Schaarsbergen. Zuidwestelijke en oostelijke deel binnen een smeltwaterwaaier/sandr (6G1). Centrale deel binnen een droog dal, al dan niet bedekt met dekzand/löss (2R3). Haarpodzolgronden, bestaande uit grof zand (Hd30). Geologie 9 Het plangebied ligt binnen de sandrvlakte van Schaarsbergen. Ten noorden en oosten bevinden zich het stuwwallengebied van Arnhem en ten zuiden van de stuwwal van Oud Reemst, De stuwwallen zijn in het Saalien, de voorlaatste ijstijd (circa en jaar geleden) opgeduwd door een ijslob die in het huidige IJsseldal en het dal van de huidige Nederrijn lag, en vormde daarmee een glaciaal tongbekken. Het opgestuwde materiaal zelf bestaat uit dikke lagen zand, grind en klei die eerder in een vlak en laaggelegen gebied waren neergelegd door de Rijn en Maas. Deze zijn door het ijs in grote schubben over elkaar opgedrukt en vormen nu hellende lagen. Naast de Arnhem stuwwal zijn ook vele andere stuwwallen ontstaan, ten gevolge van een forse zuidelijke uitbreiding van Scandinavisch landijs waarvan de rand uiteindelijk tot in het gebied van de huidige Betuwe en het Rijk van Nijmegen kwam te liggen. Door het landijs werd de rivier de Rijn gedwongen om naar het westen toe af te buigen en ten zuiden van de landijsuitbreiding te stromen, in de vorm van een zogenaamd oerstroomdal. Door de hoge piekafvoeren van smeltwater in de zomer en de beschikbaarheid van veel (grof) sediment had de Rijn gedurende de ijstijd een vlechtend patroon. 6 De Mulder et al., Alterra, Stichting voor Bodemkartering, De Mulder et al., 2003 / Berendsen, 2008 / Boshoven et al., ARN.OOS.ARC Pagina 8 van 25

17 Al direct tijdens de vorming van de stuwwallen spoelde er in de zomer smeltwater van het landijs over de stuwwallen heen in zuidelijke richting weg. Het smeltwater nam veel zand en grind mee wat voorbij de ijsrand werd afgezet in een geleidelijk aflopende ijssmeltwatervlakte, ook wel aangeduid als een sandr of sandrvlakte. De afzettingen behoren tot de Formatie van Drente, Laagpakket van Schaarsbergen. Aan het einde van het Saalien trok het landijs zich terug en begon de zeespiegel weer te stijgen. Er brak een relatief warme periode aan, het Eemien (circa en jaar geleden). Het was vergelijkbaar met het huidige klimaat in Midden-Frankrijk. De Rijn ging weer opnieuw door het huidige IJsseldal stromen richting het noorden. Na het Eemien brak weer een nieuwe ijstijd aan, in dit geval de laatste ijstijd in onze geologische geschiedenis, het Weichselien (circa en jaar geleden). Het landijs bereikte Nederland echter niet. Wel was er toen gedurende langere periodes sprake van een zeer koud en droog klimaat. Het landschap in Nederland bestond uit een poolwoestijn, waarin vrijwel geen vegetatie aanwezig was. Onder de periglaciale omstandigheden is de ondergrond periodiek permanent bevroren en is het regen- en sneeuwsmeltwater gedwongen om over het oppervlak af te stromen. Hierdoor vond sterke erosie plaats van de stuwwallen, zo ook van de Arnhem stuwwal. De ondergrond was permanent bevroren. Doordat de ondergrond bevroren was, moest sneeuwsmeltwater en regenwater oppervlakkig afstromen. Hierdoor werden op de hellingen van de stuwwal smeltwaterdalen gevormd. Veel van deze dalen hebben een asymmetrische vorm. Deze vorm is ontstaan doordat de permafrost de zuidelijke helling eerder ontdooide dan de schaduwrijke noordelijke hellingen. De ontdooide bodem kon makkelijker eroderen en afglijden dan de bevroren helling en hierdoor ontstond aan de door de zon verwarmde kant een flauwere en langere helling. Er ontstonden zogenaamde sneeuwsmeltwaterdalen, welke vandaag de dag worden aangeduid als droge dalen. Aan het einde van deze dalen zijn de meegevoerde sedimenten tot afzetting gekomen als sneeuwsmeltwaterafzettingen, ofwel een daluitspoelingswaaier. In de tweede helft van het Wiechselien veranderde het klimaat van koud en nat naar koud en droog. In de koudste en droogste perioden, met name tijdens het Laat-Pleniglaciaal (circa en jaar geleden) en in sommige perioden van het Laat-Glaciaal (circa en jaar geleden), is de vegetatie vrijwel verdwenen. Hierdoor is op grote schaal de fijnkorrelige zandbodems gaan verstuiven. Dit zand werd als dekzand op de smeltwatervlakte en tegen de randen van de stuwwal afgezet. Langs de hoge stuwwallen werd het dekzand afgezet in de vorm van een gordel, vandaar de term gordeldekzandafzettingen. Zowel de sneeuwsmeltwaterafzettingen als de dekzandafzettingen behoren tot de Formatie van Boxtel. Het dekzand wordt specifiek aangeduid als het Laagpakket van Wierden. Het Holoceen begon ongeveer jaar geleden en duurt nog steeds voort. Door de temperatuursstijging aan het eind van de Weichselien smolten de ijskappen op het noordelijk halfrond waardoor de zeespiegel sterk steeg en er een vegetatieontwikkeling van vooral warmteminnende boomsoorten plaatsvond. Door verwaaiing van de dekzanden zijn wel lokaal stuifzandgebieden ontstaan. Bij het ontstaan hiervan speelde de mens een belangrijke rol, door beweiding, afbranden en het steken van plaggen op de heidevelden dat voornamelijk plaatsvond in de Nieuwe tijd (zie bijlage 1). De stuifzanden worden gerekend tot het Laagpakket van Kootwijk, welke tevens behoort tot de Formatie van Boxtel ARN.OOS.ARC Pagina 9 van 25

18 Daarnaast zijn er in (lokale) beekdalen afzettingen gevormd bestaande uit leem, veen en zand. Deze afzettingen worden gerekend tot het Laagpakket van Singraven, welke tevens behoren tot de Formatie van Boxtel. Vaak nemen deze beekdalen dezelfde positie in als de in de laatste ijstijd gevormde sneeuwsmeltwaterdalen (nu aangeduid als droge dalen). Of dergelijke beekdalen nog watervoerend zijn is afhankelijk van de omvang van het stroomgebied en de opbouw van de ondergrond (doorlatendheid). DINO 10 Het Dinoloket is de centrale toegangspoort tot Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINO). Het DINO-systeem is de centrale opslagplaats voor geowetenschappelijke gegevens over de diepe en ondiepe ondergrond van Nederland. Het archief omvat diepe en ondiepe boringen, grondwatergegevens, sonderingen, geo-elektrische metingen, resultaten van geologische, geochemische en geomechanische monsteranalyses, boorgatmetingen en seismische gegevens. De site wordt beheerd door TNO. In het Dinoloket zijn enkele boringen bestudeerd. 11 Hieruit blijkt dat de ondergrond tot circa 34 m -mv bestaat uit grindrijk, matig fijn tot zeer grof zand. Deze afzettingen betreffen ijssmeltwaterafzettingen, behorend tot de Formatie van Drente, Laagpakket van Schaarsbergen. Geomorfologie De Geomorfologische kaart geeft de mate van reliëf en de vormen die in het landschap te onderscheiden zijn weer. Volgens de Geomorfologische kaart van Nederland (1:50.000) liggen het zuidwestelijke en oostelijke deel van het plangebied binnen een smeltwaterwaaier/sandr (6G1, zie figuur 13). Het centrale deel ligt binnen een droog dal, al dan niet bedekt met dekzand/löss (2R3). Het droog dal kan in het Vroeg- Holoceen en periodiek tijdens het Midden- en Laat-Holoceen nog actief watervoerend zijn geweest. Indien dit het geval is geweest was er destijds sprake van een beek met bijbehorend beekdal. Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 12 Het Actueel Hoogtebestand Nederland vormt een belangrijke aanvullende informatiebron voor de landschapsanalyse. Dit met behulp van laseraltimetrie verkregen digitale bestand vormt een gedetailleerd beeld van het huidige reliëf in het plangebied. Het AHN laat de ligging zien van het plangebied binnen de sandrvlakte van Schaarsbergen (zie figuur 14). De hoger gelegen gebieden ten noorden en oosten betreffen respectievelijk het stuwwalengebied van Oud Reemst en Arnhem. Over de lengteas van de sandrvlakte is het lager gelegen droog dal goed zichtbaar, met enkele zijwaartse vertakkingen. Het plangebied lijkt buiten deze vertakkingen te liggen, in tegenstelling tot hoe het plangebied gekarteerd is op de Geomorfologische kaart van Nederland. Bodemkunde Volgens de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) is het plangebied gekarteerd als een haarpodzolgrond, bestaande uit grof zand (Hd30, zie figuur 15). Haarpodzolgronden zijn (droge) humuspodzolgronden met een dunne A-horizont en meestal een duidelijke E-horizont die vanwege zijn grijze kleur loodzandlaag wordt genoemd. De humus in de zwarte Bh-horizont is amorf (slecht biologisch afbreekbaar). Daaronder kunnen roestbandjes voorkomen, waarin de ijzerverbindingen zijn neergeslagen, of er komen grillige zwarte bandjes (humusfibers) voor. De vorming van deze bodem in grof zand duidt eveneens op het ontbreken van dekzand DINO boornummers: B33B0328 en B33B ARN.OOS.ARC Pagina 10 van 25

19 Grondwatertrap en gegevens uit de Atlas Gelderland 13 Grondwatertrappen zijn een indicatie voor de diepte van de grondwaterstand en de seizoensfluctuatie daarvan. De grondwatertrappenindeling is gebaseerd op de gemiddeld hoogste (GHG) en de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG). Hiermee worden de winter- en zomergrondwaterstanden gekarakteriseerd in een jaar met een gemiddelde neerslag en verdamping. In stedelijk gebied zijn geen grondwatertrappen bepaald. Deze worden als witte vlekken op de Bodemkaart van Nederland (1:50.000) weergegeven. Tabel IV geeft een overzicht van de klassengrenzen die worden aangehouden bij de indeling van de grondwatertrappen. De trappen worden vastgesteld op een schaal van I tot VII van respectievelijk extreem nat tot extreem droog. Bij sommige grondwatertrappen is een ' of een '' weergegeven: het gaat hier om tussenliggende grondwatertrappen die een drogere variant vertegenwoordigen. Tabel IV. Grondwatertrappenindeling 14 Grondwatertrap I II' III' IV V' VI VII" GHG (cm -mv) - - <40 >40 < >80 GLG (cm -mv) < >120 >120 >120 ') Bij deze grondwatertrappen wordt een droger deel onderscheiden ") Een met een ' of een '' achter de code als onderverdeling aangegeven "zeer droog deel" heeft een GHG dieper dan 140 cm beneden maaiveld Door grootschalige ingrepen in het geohydrologisch systeem wijken de huidige grondwatertrappen in veel gebieden af van de grondwatertrappen die in het verleden voor kwamen. Om dit aan te geven is tevens een inschatting gemaakt van historische grondwatertrappen, welke een indicatie vormen voor de grondwatertrappen zoals die in het jaar 1950 voor kwamen. Deze historische grondwatertrappen zijn gekarteerd op schaal 1: Voor het plangebied zijn de volgende gegevens bekend: Tabel V. Grondwatergegevens plangebied GHG GLG GVG Grondwatertrap Historische grondwatertrap VII" VII" GHG: gemiddeld hoogste grondwaterstand in cm -mv GLG: gemiddeld laagste grondwaterstand in cm -mv GVG: gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand in cm -mv Gebiedsdelen met een goede ontwatering (Grondwatertrap VI en VII) zijn zeer geschikt voor landbouw en vormden mede daarom, vooral in het verleden, een aantrekkelijk vestigingsgebied. Tevens is het grondwaterpeil een indicatie voor de conservering van metalen en organische resten. Het plangebied heeft een grondwatertrap en een historische grondwatertrap VII". Het plangebied zal altijd te maken hebben gehad met een diepe grondwaterstand. Door de diepe grondwaterstand is te verwachten dat metalen en organische resten slecht zijn geconserveerd Locher & Bakker, ARN.OOS.ARC Pagina 11 van 25

20 3.7 Archeologische waarden Voor de uitkomst van het bureauonderzoek is het van belang de bekende archeologische waarden (al dan niet volledig onderzocht) te beschrijven. Een belangrijke informatiebron is het landelijke ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS), dat beheerd wordt door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). In dit systeem worden alle archeologische gegevens verzameld en via internet zijn deze door bevoegden te raadplegen. De bekende archeologische waarden staan afgebeeld op figuur 16, een kaart met daarop, binnen een straal van 1 km rondom het plangebied, de indicatieve archeologische waarde en de in ARCHIS geregistreerde AMK-terreinen, waarnemingen, vondstmeldingen en onderzoeksmeldingen. Archeologische verwachtingskaart Arnhem-Noord 15 Sinds 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg van kracht (WAMZ). Het doel van deze wet is te voorkomen dat archeologische waarden uit het verleden verloren gaan. In deze wet zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het beheer van het bodemarchief binnen hun grondgebied. Voor een goed beheer van dit bodemarchief gebruikt de gemeente een archeologische beleidskaart. De Archeologische beleidskaart geeft een gemeentebreed overzicht van bekende en te verwachten archeologische waarden. De kaart maakt inzichtelijk waar en bij welke ruimtelijke ingrepen een archeologisch onderzoek verplicht is en wordt als toetsingskader gebruikt voor ruimtelijke procedures. Volgens de archeologische verwachtingskaart Arnhem-Noord ligt het plangebied in een gebied met een lage archeologische verwachting, maar wel met een verhoogde kans specifiek voor de aanwezigheid van grafheuvels (zie figuur 17). Dit vanwege de ligging van het plangebied nabij een droog dal die in het Vroeg-Holoceen en mogelijk periodiek tijdens het Midden- en Laat-Holoceen nog actief watervoerend was. Uit de verspreiding van de grafheuvels binnen het zuidelijk gebied van de Veluwe blijkt dat grafheuvels in het Laat-Neolithicum uitsluitend werden aangelegd in de lager gelegen gebieden. Hierbij bestaat aanvankelijk een voorkeur voor vlakke terreinen. Mogelijk werd het droog dal als ritueel element beschouwd bij de aanleg van de grafheuvels. Op het eind van het Laat-Neolithicum komen ook meer reliëfrijkere terreinen in aanmerking. Indicatieve archeologische waarde De IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarde) geeft voor heel Nederland de trefkans aan op het voorkomen van archeologische resten. Die trefkans is aangegeven in vier categorieën (per landen waterbodem): een hoge, middelhoge, lage en zeer lage verwachting. Bebouwde gebieden, waarvan geen bodemkundige of geologische gegevens bekend zijn, zijn niet gekarteerd. De IKAW is voornamelijk gebaseerd op de relatie die er bestaat tussen de bodemkundige of geologische kwalificaties en de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Een punt van aandacht daarbij is dat de IKAW grotendeels is gebaseerd op kaarten met een schaal van 1: De grenzen op de kaart zijn in werkelijkheid globale overgangen, abrupte overgangen zijn het gevolg van bodemkundige of geologische kwalificaties. Op lokaal schaalniveau is de kaart daarom minder betrouwbaar. Omdat de gemeentelijke beleidsadvieskaart een hoger detailniveau heeft dan de IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarde) is de IKAW voor het onderzoek niet geraadpleegd. 15 Boshoven et al., ARN.OOS.ARC Pagina 12 van 25

21 AMK-terreinen binnen het onderzoeksgebied De Archeologische Monumentenkaart (AMK) bevat een overzicht van archeologische terreinen in Nederland, welke ook wel worden aangeduid als monumenten. De terreinen zijn beoordeeld op verschillende criteria (kwaliteit, zeldzaamheid, representativiteit, ensemblewaarde en belevingswaarde). Op grond daarvan zijn de terreinen ingedeeld in vier categorieën; terreinen met archeologische waarde, een hoge archeologische waarde, een zeer hoge archeologische waarde of een zeer hoge archeologische waarde met een beschermde status. Binnen zowel het plangebied als het onderzoeksgebied liggen géén AMK-terreinen (zie figuur 16). In het verleden uitgevoerde archeologische onderzoeken binnen het onderzoeksgebied Binnen het onderzoeksgebied zijn in de afgelopen jaren door verschillende archeologische bedrijven en instellingen in totaal 2 archeologische onderzoeken uitgevoerd. Het gaat daarbij alleen om prospectief onderzoek (bureau- en booronderzoek) (zie tabel VI en figuur 16). Tabel VI. Overzicht onderzoeksmeldingen Onderzoeksmeldingsnr. Situering t.o.v. plangebied Aard, uitvoerder en resultaten van het onderzoek meter ten zuiden Type onderzoek: booronderzoek Toponiem: A12 Veenendaal-Duitse Grens Uitvoerder: RAAP Archeologisch Adviesbureau Datum: Onderzoeksnummer: Resultaat: Betreft de trajecten 8 en 9 die onderzocht zijn ten behoeve van de toekomstige verbreding van de Rijksweg A12. Uit het onderzoek blijkt dat de bodem overwegend sterk grindig is en dat de bodem op wisselende diepte soms uit grind bestaat. De bodemprofielen (een podzolbodem) zijn grotendeels intact. Geconstateerd is dat de bodem incidenteel (lokaal) verstoord is. In de boringen zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van (een) archeologische vindplaats(en). Geadviseerd is binnen de bewuste trajecten geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden meter ten noordoosten Type onderzoek: booronderzoek Toponiem: Arnhem, Koningsweg Uitvoerder: Arcadis Datum: Onderzoeksnummer: en Resultaat: Uit het onderzoek blijkt dat de bodem overal tot circa 1 m -mv verstoord is, tot in C-horizont. Geadviseerd is geen vervolgonderzoek te laten uitvoeren. Waarnemingen binnen het onderzoeksgebied In ARCHIS staan alle bekende archeologische waarnemingen geregistreerd. Binnen het plangebied zijn geen waarnemingen geregistreerd. Binnen zowel het plangebied als het onderzoeksgebied staan géén waarnemingen geregistreerd (zie figuur 16). Vondstmeldingen binnen het onderzoeksgebied In ARCHIS staan vondstmeldingen geregistreerd. Nadat deze zijn gecontroleerd worden het waarnemingen. Tot die tijd staan ze als vondstmeldingen geregistreerd. Binnen zowel het plangebied als het onderzoeksgebied zijn géén vondstmeldingen geregistreerd (zie figuur 16). NUMIS NUMIS, oftewel het NUMismatisch InformatieSysteem, is een database waarin beschrijvingen zijn te vinden van in Nederland gevonden munten, penningen en andere numismatische voorwerpen. In NUMIS zijn alle bij het Geldmuseum bekende schatvondsten beschreven. Van de losse vondsten is vooral materiaal van vóór het jaar 1600 na Christus opgenomen. 16 Het raadplegen van NUMIS heeft voor het plangebied géén aanvullende informatie opgeleverd met betrekking tot archeologie ARN.OOS.ARC Pagina 13 van 25

22 3.8 Korte bewoningsgeschiedenis van het Midden-Nederlandse zandlandschap 17,18 De meest bekende oudste archeologische vondsten zijn afkomstig uit gestuwde afzettingen bij Rhenen, maar zijn ook gedaan nabij Arnhem. Ze stammen uit het Saalien, maar mogelijk zelfs uit het Waalien. Deze vondsten ligging niet in hun oorspronkelijke context maar zijn door het landijs verplaatst. Permanente bewoning in het Midden-Nederlandse zandlandschap vond plaats vanaf het Neolithicum. De eerste nederzettingen ontstonden op de middelhoge zandgronden, aan de randen van de stuwwallen. In de Vroege-Middeleeuwen werd de basis gelegd voor het ontstaan van flankesdorpen. In deze dorpen stonden de huizen langs één kant van het akkerbouwcomplex. Meestal hadden de dorpen een brink, waar het vee te drinken kreeg. De brink lag meestal 'open' in het veld. De gemeenschappelijke weidegronden bevonden zich aan het uiteinde van de stuwwallen, in dit geval binnen het destijds nog onbedijkte uiterwaardengebied van de Rijn. Rond het jaar 1000 vond een geleidelijke omslag plaats in het agrarische bedrijfssysteem. De heidevelden, die al in de Bronstijd voorkwamen en waarvan delen zich tot in de Vroege-Middeleeuwen gehandhaafd kunnen hebben, namen nu door een intensiever wordend bodemgebruik sterk in omvang toe. Er ontstonden aaneengesloten bouwlandcomplexen, die in het Midden-Nederlandsche zandlandschap bekend staan als engen of enken. In het algemeen wordt de term "es" gebruikt. De voedselarme zandgronden werden vaak bemest met potstalmest, een mengsel van stalmest, huisafval, bosstrooisel, heideplaggen en zand. Tot voor kort nam men aan dat het potstalsysteem al volop in de Middeleeuwen in gebruik was. Opgravingen van Middeleeuwse boerderijen laten tot dusver echter geen overtuigende sporen zien van het gebruik van het potstalsysteem destijds. Het is daarmee kenmerkend voor het agrarisch gebied van de Nederlandse zandgronden in de Nieuwe tijd. Een algemene ontwikkeling van de bewoningsgeschiedenis van Nederland wordt weergegeven in bijlage 2. Een uitgebreide bewonings- en ontginningsgeschiedenis van het gebied van Arnhem-Noord wordt weergegeven in de rapportage behorende bij de archeologische verwachtingskaart Arnhem- Noord Berendsen, Barends et al, Boshoven et al., ARN.OOS.ARC Pagina 14 van 25

23 3.9 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Op grond van het bureauonderzoek is de volgende gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld: Tabel VII. Gespecificeerde archeologische verwachting Archeologische periode Gespecificeerde verwachting Te verwachten resten en/of sporen Relatieve diepte t.o.v. het maaiveld (Laat-)Paleolithicum t/m Midden-Neolithicum Middelhoog Vuursteenstrooiïngen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen In de top van de ijssmeltwaterafzettingen Laat-Neolithicum -Laag -Akkerlaag en/of nederzettingssporen, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen, houtskool en gebruiksvoorwerpen -In de top van de ijssmeltwaterafzettingen -Hoog -Grafheuvels en vlakgraven -In de top van de ijssmeltwaterafzettingen en afhankelijk van diepte aanleg, bij grafheuvels in het opgeworpen materiaal Bronstijd -Laag -Akkerlaag en/of nederzettingssporen, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen, metaalresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen -In de top van de ijssmeltwaterafzettingen -Hoog -Grafheuvels en vlakgraven -In de top van de ijssmeltwaterafzettingen en afhankelijk van diepte aanleg, bij grafheuvels in het opgeworpen materiaal IJzertijd - Romeinse tijd -Laag Akkerlaag en/of nederzettingssporen, rituele plaatsen: kleine fragmenten aardewerk, natuursteen en vuurstenen gebruiksvoorwerpen, metaalresten, houtskool, botresten en gebruiksvoorwerpen -In de top van de ijssmeltwaterafzettingen -Hoog -Vlakgraven -In de top van de ijssmeltwaterafzettingen en afhankelijk van diepte aanleg Middeleeuwen Laag Bewoningssporen van een (boeren)erf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen Nieuwe tijd Laag Bewoningssporen van een (boeren)erf: kleine fragmenten aardewerk, metaalresten, glasresten, houtskool, botresten, organische resten en gebruiksvoorwerpen Tweede Wereldoorlog Hoog Resten van militaria (verbindingsloopgraven, afvalkuilen, persoonlijke uitrusting van soldaten e.d.) In de top van de ijssmeltwaterafzettingen In de top van de ijssmeltwaterafzettingen Afhankelijk van het gebruik van de onbebouwde terreindelen rondom boerderij Rijzenburg. Uit de verzamelde aardwetenschappelijke gegevens blijkt dat het plangebied binnen een ijssmeltwatervlakte (sandr) ligt, met direct ten zuidoosten een droog dal. Voor Jagers-Verzamelaars (Laat-Paleolithicum t/m Vroeg-Neolithicum) had het plangebied een gunstige ligging als tijdelijke nederzettingslocatie (jachtkampementen), zeker wanneer het ten zuidoosten gelegen droog dal nog actief watervoerend was (beekdal). Het beekdal vormde een bron van (drink)water en een geschikte jachtlocatie (drinkplaats voor wild). Voor Landbouwers zal het plangebied minder geschikt zijn geweest. Het plangebied ligt in een landschap waar bodems zijn ontwikkeld met een relatief lage natuurlijke vruchtbaarheid. Daarnaast is de verwachting dat het bodemmateriaal zeer grind en zelfs stenenrijk is, waardoor de grond lastig te bewerken is voor landbouwdoeleinden ARN.OOS.ARC Pagina 15 van 25

24 Het vlakke terrein naast een droog dal (beekdal wanneer watervoerend) werd wel uitgekozen als locatie voor grafheuvels. Uit de verspreiding van de grafheuvels binnen het zuidelijk gebied van de Veluwe blijkt dat grafheuvels in het Laat-Neolithicum uitsluitend werden aangelegd in de lager gelegen gebieden. Mogelijk werd het droog dal/beekdal als ritueel element beschouwd bij de aanleg van de grafheuvels. In de directe omgeving van het plangebied zijn tot op heden nog geen archeologische resten aangetroffen. Daarentegen is het aantal in ARCHIS aangemelde onderzoeken zeer beperkt. De voormalige boerderij Rijzenburg, die in 1992 is afgebrand, werd in de Tweede Wereldoorlog gebruikt als onderkomen voor stafpersoneel van de Diogenesbunker. Deze bunker is nog steeds aanwezig en staat circa 150 meter ten westen van het plangebied. Tussen de bunker en het plangebied zijn destijds geschutstellingen aangelegd (luchtafweergeschut). Op basis van luchtfoto s van de RAF lijken er binnen het plangebied zelf geen graafwerkzaamheden te hebben plaatsgevonden, hoewel kleine verbindingsloopgraven of afvalkuilen hierop niet of nauwelijks zichtbaar zijn. Op basis van bovenstaande uitgangspunten kunnen er in het plangebied archeologische resten voorkomen van Jager-Verzamelaars (Laat-Paleolithicum t/m Midden-Neolithicum). De kans op het voorkomen van resten uit deze perioden wordt middelhoog geacht (zie tabel VII). Voor archeologische resten van Landbouwers wordt de kans laag geacht. Een uitzondering vormt de hoge trefkans op het voorkomen van grafheuvels en vlakgraven uit de perioden Laat-Neolithicum t/m IJzertijd, mogelijk ook nog uit de Romeinse tijd. Archeologische resten worden in en/of direct onder de bouwvoor (eerste 30 cm) verwacht; in de top van de ijssmeltwaterafzettingen, waarin zich in het verleden een haarpodzolprofiel heeft gevormd. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen en waterputten) worden binnen 50 cm beneden het maaiveld verwacht. De eventueel aanwezige archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- en/of vuursteenstrooiïngen. Verwacht wordt dat organische resten en bot slecht zijn geconserveerd, vanwege de zeer diepe heersende grondwaterstanden. Resten behorend tot grafheuvels worden specifiek verwacht in het opgeworpen materiaal. Resten van vlakgraven worden verwacht in de top van de ijssmeltwaterafzettingen en is afhankelijk van diepte van de aanleg ervan. De ontginningsboerderij de Rijzenburg is tussen 1852 en 1874 gebouwd. Resten die te relateren zijn aan dit boerenerf kunnen binnen het plangebied worden verwacht, vooral aan en direct onder het maaiveld, in de huidige bouwvoor. Ook worden er archeologische resten in de vorm van militaria verwacht uit de Tweede Wereldoorlog, specifiek voor de perioden juli 1943 t/m september 1944, toen de ten westen gelegen Diogenesbunker gebruikt werd zenuwcentrum van de luchtverdediging van een deel van Noordwest Europa. Hierbij kan het gaan om kleinschalige structuren, zoals verbindingsloopgraven en afvalkuilen, maar ook om persoonlijke uitrusting van soldaten en dergelijke. Bodemverstoring Als gevolg van bodemingrepen kunnen vindplaatsen geheel of gedeeltelijk verstoord zijn. De waarde van archeologische vindplaatsen wordt grotendeels bepaald door de mate waarin vondsten in situ bewaard zijn gebleven in de bodem en/of grondsporen intact zijn. Het zuidelijke deel van het plangebied is bebouwd met een pand dat wordt gebruikt voor horecadoeleinden (restaurant). Voorheen heeft ter plaatse een woonboerderij gestaan, maar is in 1992, afgezien van de voorgevel, volledig door brand in de as gelegd. na de brand in 1992 het restaurant geheel opnieuw is opgebouwd. Het bebouwde oppervlak is minimaal vergraven tot 1 m -mv of dieper (strook- /sleuffunderingen (staalfundering), onderkeldering). Hierbij zijn de oorspronkelijke ondergrondse delen van het afgebrande restaurant verwijderd (oorspronkelijke ontgnningsboerderij die gerenoveerd is). Ter plaatse zal het oorspronkelijke bodemprofiel dan ook nagenoeg geheel zijn afgegraven, waardoor binnen het bebouwde oppervlak in het verleden eventueel aanwezige archeologische resten of sporen zijn ver-/weggegraven ARN.OOS.ARC Pagina 16 van 25

25 Tevens kunnen bodemverstoringen hebben plaatsgevonden tijdens aanleg/onderhoud van de omliggende siertuin. In hoeverre de aanleg van de aanwezige verhardingen en inrichting van het perceel/het parkeerterrein heeft geleid heeft tot verstoring van het oorspronkelijke bodemprofiel, is onbekend Beantwoording onderzoeksvragen bureauonderzoek Voor het bureauonderzoek is een drietal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het bureauonderzoek de daarvoor benodigde gegevens heeft opgeleverd. Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen binnen het plangebied uit het verleden? Is er bijvoorbeeld informatie bekend over vroegere ontgrondingen, bodemsaneringen, egalisaties, diepploegen of landinrichting? Het zuidelijke deel van het plangebied is bebouwd met een pand dat wordt gebruikt voor horecadoeleinden (restaurant). Voorheen heeft ter plaatse een woonboerderij gestaan, maar is in 1992, afgezien van de voorgevel, volledig door brand in de as gelegd. na de brand in 1992 het restaurant geheel opnieuw is opgebouwd. Het bebouwde oppervlak is minimaal vergraven tot 1 m -mv of dieper (strook-/sleuffunderingen (staalfundering), onderkeldering). Hierbij zijn de oorspronkelijke ondergrondse delen van het afgebrande restaurant verwijderd (oorspronkelijke ontgnningsboerderij die gerenoveerd is). Ter plaatse zal het oorspronkelijke bodemprofiel dan ook nagenoeg geheel zijn afgegraven, waardoor binnen het bebouwde oppervlak in het verleden eventueel aanwezige archeologische resten of sporen zijn ver-/weggegraven. Tevens kunnen bodemverstoringen hebben plaatsgevonden tijdens aanleg/onderhoud van de omliggende siertuin. In hoeverre de aanleg van de aanwezige verhardingen en inrichting van het perceel/het parkeerterrein heeft geleid heeft tot verstoring van het oorspronkelijke bodemprofiel, is onbekend. Ligt het plangebied binnen een landschappelijke eenheid, welke vanuit archeologisch oogpunt een specifieke aandachtslocatie kan betreffen (zoals een relatief hoge dekzandkop of - rug, nabij een veengebied of een beekdal)? Uit de verzamelde aardwetenschappelijke gegevens blijkt dat het plangebied binnen een ijssmeltwatervlakte (sandr) ligt, met direct ten zuidoosten een droog dal. Voor Jagers-Verzamelaars (Laat-Paleolithicum t/m Vroeg-Neolithicum) had het plangebied een gunstige ligging als tijdelijke nederzettingslocatie (jachtkampementen), zeker wanneer het ten zuidoosten gelegen droog dal nog actief watervoerend was (beekdal). Het beekdal vormde een bron van (drink)- water en een geschikte jachtlocatie (drinkplaats voor wild). Voor Landbouwers zal het plangebied minder geschikt zijn geweest. Het plangebied ligt in een landschap waar bodems zijn ontwikkeld met een relatief lage natuurlijke vruchtbaarheid. Daarnaast is de verwachting dat het bodemmateriaal zeer grind en zelfs stenenrijk is, waardoor de grond lastig te bewerken is voor landbouwdoeleinden. Het vlakke terrein naast een droog dal (beekdal wanneer watervoerend) werd wel uitgekozen als locatie voor grafheuvels. Uit de verspreiding van de grafheuvels binnen het zuidelijk gebied van de Veluwe blijkt dat grafheuvels in het Laat- Neolithicum uitsluitend werden aangelegd in de lager gelegen gebieden. Mogelijk werd het droog dal/beekdal als ritueel element beschouwd bij de aanleg van de grafheuvels ARN.OOS.ARC Pagina 17 van 25

26 Wat is de gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied? In het plangebied kunnen archeologische resten voorkomen van Jager-Verzamelaars (Laat- Paleolithicum t/m Midden-Neolithicum). De kans op het voorkomen van resten uit deze perioden wordt middelhoog geacht. Voor archeologische resten van Landbouwers wordt de kans laag geacht. Een uitzondering vormt de hoge trefkans op het voorkomen van grafheuvels en vlakgraven uit de perioden Laat-Neolithicum t/m IJzertijd, mogelijk ook nog uit de Romeinse tijd. Archeologische resten worden in en/of direct onder de bouwvoor (eerste 30 cm) verwacht; in de top van de ijssmeltwaterafzettingen, waarin zich in het verleden een haarpodzolprofiel heeft gevormd. Archeologische sporen (uitgezonderd diepe paalsporen en waterputten) worden binnen 50 cm beneden het maaiveld verwacht. De eventueel aanwezige archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- en/of vuursteenstrooiïngen. Verwacht wordt dat organische resten en bot slecht zijn geconserveerd, vanwege de zeer diepe heersende grondwaterstanden. Resten behorend tot grafheuvels worden specifiek verwacht in het opgeworpen materiaal. Resten van vlakgraven worden verwacht in de top van de ijssmeltwaterafzettingen en is afhankelijk van diepte van de aanleg ervan. De ontginningsboerderij de Rijzenburg is tussen 1852 en 1874 gebouwd. Resten die te relateren zijn aan dit boerenerf kunnen binnen het plangebied worden verwacht, vooral aan en direct onder het maaiveld, in de huidige bouwvoor. Belangrijker is dat er archeologische resten in de vorm van militaria worden verwacht uit de Tweede Wereldoorlog, specifiek voor de perioden juli 1943 t/m september 1944, toen de ten westen gelegen Diogenesbunker gebruikt werd zenuwcentrum van de luchtverdediging van een deel van Noordwest Europa. Hierbij kan het gaan om kleinschalige structuren, zoals verbindingsloopgraven en afvalkuilen, maar ook om persoonlijke uitrusting van soldaten en dergelijke. 4 INVENTARISEREND VELDONDERZOEK 4.1 Methoden Het inventariserend veldonderzoek is uitgevoerd in de vorm van een verkennend booronderzoek, conform de eisen van de KNA, versie 3.2, specificatie VS03. Voor het inventariserend veldonderzoek is op 21 januari 2013 door ir. E.M. ten Broeke (prospector) een Plan van aanpak (PvA) opgesteld. In totaal zijn er 11 boringen gezet (zie figuur 18). Er is geboord tot een diepte van maximaal 220 cm -mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm. De boringen zijn verspreid binnen het plangebied gezet. De boringen zijn lithologisch conform de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode beschreven. 20 De boringen zijn met meetlinten ingemeten (x- en y-waarden). Van alle boringen is de maaiveldhoogte afgeleid van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). In figuur 19 worden overzichtsfoto s van het plangebied en foto s van het opgeboorde profiel ter plaatse van de boringen 1, 7 en 9 weergegeven. Aan de hand van het opgeboorde materiaal is beoordeeld of er wel, niet of deels sprake is van een gaaf bodemprofiel. Tevens is gekeken naar de aanwezigheid van mogelijke vegetatie- en/of cultuurlagen, die zichtbaar zijn als bodemverkleuringen. Het opgeboorde materiaal is in het veld door middel van versnijden/verkruimelen geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische indicatoren, zoals fragmenten vuursteen, aardewerk, houtskool, verbrande leem en bot. 20 Bosch, ARN.OOS.ARC Pagina 18 van 25

27 4.2 Resultaten Geologie en bodem De resultaten van de boringen zijn opgenomen in de vorm van boorprofielen en worden in bijlage 5 weergegeven. De hoofdlijn van de opbouw van de bodem kan als volgt worden weergegeven: Tabel VIII. Hoofdlijn bodemopbouw terreindelen rondom voormalig restaurant (boringen 1 t/m 5) Diepte (cm -mv) Samenstelling Interpretatie Vanaf maaiveld tot gemiddeld 30 Tussen gemiddeld 30 en 40 Tussen gemiddeld 40 en 110 Vanaf gemiddeld 110 Grijsbruin gekleurd, zwak humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig fijn tot zeer grof zand Grijszwart gekleurd, matig humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig fijn tot zeer grof zand Donkerzwartbruin naar bruingeel naar lichtbruingeel gekleurd, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig fijn tot zeer grof zand Beigegeel gekleurd, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig fijn tot zeer grof zand Recent geroerde/verstoorde bovenlaag, AhEp-horizont AhEp-horizont, (sub-)recent geroerd/verstoord Bhe-/Bhs-/BC-horizont, intacte haarpodzolgrond C-horizont, ijssmeltwaterafzettingen (sandr) Binnen de terreindelen rondom het voormalig restaurant hebben moderne bodemverstorende ingrepen zich beperkt tot voornamelijk de bovengrond. Gemiddeld tot 30 cm -mv komt en laag grijsbruin gekleurd, zwak humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig fijn tot zeer grof zand voor, plaatselijk met enkele resten modern baksteen. Hieronder komt vaak nog een dunne laag grijszwart gekleurd, matig humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig fijn tot zeer grof zand voor, tussen gemiddeld 30 en 40 cm -mv. Dit betreft nog een restant van de AhEp-horizont zoals deze waarschijnlijk aanwezig was in de tijd dat de ontginningsboerderij Rijzenburg bestond. Hieronder is een intact verloop van een haarpodzolgrond aanwezig, bestaande van boven naar beneden uit een sequentie van een Bhe-, Bhs- en BC-horizont. In de bovenste donkerbruinzwart gekleurde Bhe-horizont heeft al een sterke uitspoeling van ijzer en aluminium plaatsgevonden, dat vervolgens met humus als dunne huidjes rondom de zandkorrels in de Bhs-horizont is neergeslagen. Vanaf gemiddeld 110 cm -mv bevindt zich het oorspronkelijke moedermateriaal (C-horizont) en betreffen ijssmeltwaterafzettingen (sandr). Deze afzettingen behoren tot de Formatie van Drente, Laagpakket van Schaarsbergen. Kenmerkend van sandrmateriaal is het vrijwel ontbreken van enige klei- en siltfractie. Deze fijne fractie is door het ijssmeltwater verder naar het zuiden afgevoerd, waardoor de grove fractie dominant aanwezig is. Dit grove materiaal heeft een zeer zwak bufferend vermogen, waardoor er sprake is van een lage ph en podzolisering als bodemvormend proces sterk heeft plaatsgevonden. De landschappelijke ligging als de verwachte bodemopbouw, zoals weergegeven in 3.6, wordt bevestigd. Enige mate van verstoring is opgetreden ter plaatse van boring 3, gezet binnen het terreindeel dat in gebruik was als buitenterras van het restaurant. De verstoringsdiepte beperkt zich tot 60 cm -mv, waarbij de geroerde/verstoorde laag deels bestaat uit een vermengde AhEp-horizont. De bodem is hier intact vanaf een restant van de Bhe-horizont. Een duidelijk diep verstoord bodemprofiel is alleen waargenomen in boring 2, tot 140 cm -mv. Bij een gemiddelde diepte van de overgang van de BCnaar de C-horizont rond 120 cm -mv is de bodem ter plaatse van boring 2 verstoord tot 20 cm in de oorspronkelijke top van de C-horizont. Waarom alleen de bodem diep zo diep verstoord is, is onduidelijk. Het kan gaan om een zeer lokale diepe verstoring, waar toevallig een boring in is gezet ARN.OOS.ARC Pagina 19 van 25

28 Tabel IX. Hoofdlijn bodemopbouw oostelijk gelegen strook (boringen 6 t/m 8) Diepte (cm -mv) Samenstelling Interpretatie Vanaf maaiveld tot 45 Tussen 45 en 120 Vanaf gemiddeld 120 Grijszwart gekleurd, matig humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig grof tot zeer grof zand Donkerzwartbruin naar bruingeel naar lichtbruingeel gekleurd, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig grof tot zeer grof zand Beigegeel gekleurd, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig grof tot zeer grof zand AhEp-horizont, huidige bouwvoor Bhe-/Bhs-/BC-horizont, intacte haarpodzolgrond C-horizont, ijssmeltwaterafzettingen (sandr) De boringen gezet in de oostelijk gelegen strook van het plangebied laat een meest, nagenoeg geheel intacte bodemopbouw zien. Tot gemiddeld 45 cm -mv komt grijszwart gekleurd, matig humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig grof tot zeer grof zand voor en betreft de AhEp-horizont. Vervolgens is hieronder weer een volledig intacte sequentie van bodemhorizonten te zien, in de vorm van de Bhe-/Bhs/BC- en uiteindelijk de C-horizont. De minerale bovenlaag is vrij dik, maar er zijn geen aanwijzingen dat er sprake is van een plaggendek. Waarschijnlijk is door intensieve, moderne bodembemesting een vrij dikke humeuze bovenlaag ontstaan die voldoende nutriënten kan aanleveren aan gewassen. De aanwezige haarpodzolgrond betreft namelijk mineralogisch gezien van oorsprong een zeer arme grond en zal zonder intensieve bemesting niet geschikt zijn als landbouwgrond. Tabel X. Hoofdlijn bodemopbouw parkeerterrein (boringen 9 t/m 11) Diepte (cm -mv) Samenstelling Interpretatie Vanaf maaiveld tot gemiddeld 30 Tussen gemiddeld 30 en 55, maximaal 60 Vanaf gemiddeld 55 Vanaf gemiddeld 120 Bruingrijs gekleurd, zwak humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, zeer grof zand Grijszwart gekleurd, matig humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, zeer grof zand Donkerzwartbruin naar bruingeel naar lichtbruingeel gekleurd, zwak siltig, zwak tot matig grindig, zeer grof zand Beigegeel gekleurd, zwak siltig, zwak tot matig grindig, zeer grof zand Geroerde/verstoorde laag, opgebrachte laag Geroerde/verstoorde laag, deels opgebrachte grond vermengd met AhEp-horizont (oorspronkelijke minerale bovenlaag haarpodzolgrond) Intact deel van haarpodzolgrond vanaf (een deel van) de Bhe-horizont C-horizont, ijssmeltwaterafzettingen (sandr) Ter plaatse van het noordelijke deel van het plangebied, betreffende het parkeerterrein, beperken bodemverstoringen zich ook maar tot de bovengrond. Tot gemiddeld 30 cm -mv komt een laag Bruingrijs gekleurd, zwak humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, zeer grof zand voor en betreft een opgebrachte laag grond. Tussen gemiddeld 30 en 55 cm -mv, maximaal tot 60 cm -mv, komt een laag grijszwart gekleurd, matig humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, zeer grof zand voor. Hier is door moderne bodembewerking aan-/opgebrachte grond vermengd met de AhEp-horizont (oorspronkelijke minerale bovenlaag haarpodzolgrond). Er zijn geen aanwijzingen dat onder de asfaltverharding een halfverhardingslaag van puin als stabilisatielaag aanwezig is. Vanaf gemiddeld 55 is de bodem intact vanaf (een deel van) de Bhe-horizont. De aanleg van het parkeerterrein lijkt dus niet te hebben geleid tot diepe bodemverstoringen ARN.OOS.ARC Pagina 20 van 25

29 Archeologie In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren waargenomen. Het gaat hier echter om een verkennend bodemonderzoek, dat zich richt op de bodemopbouw en mogelijke bodemverstoringen die de archeologische trefkans kunnen beïnvloeden en niet zo zeer op het onderzoeken op de aanwezigheid van archeologische vondsten en/of sporen. 4.3 Beantwoording onderzoeksvragen veldonderzoek Voor het veldonderzoek is een aantal onderzoeksvragen opgesteld. Hieronder worden deze vragen beantwoord voor zover het veldonderzoek de daarvoor benodigde gegevens heeft opgeleverd; Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? Binnen het plangebied bestaat de bodemopbouw uit ijssmeltwaterafzettingen. Dit sandrmateriaal bestaat voornamelijk uit zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig grof tot zeer grof zand, waarbij een klei- en siltfractie nagenoeg ontbreekt. Deze afzettingen behoren tot de Formatie van Drente, Laagpakket van Schaarsbergen. In deze arme grond heeft zich een haarpodzolgrond ontwikkeld. Is het bodemprofiel binnen het plangebied intact of (binnen een deel van het plangebied) verstoord, en indien verstoord tot hoe diep gaat deze verstoring? Binnen de terreindelen rondom het voormalige restaurant en het parkeerterein beperken de verstoringen zich voornamelijk tot de bovengrond (eerste 50 cm). Hieronder is de oorspronkelijke haarpodzolgrond nog intact vanaf de Bhe-horizont. Alleen de oorspronkelijke minerale bovengrond (AhEp-horizont) is aangetast door moderne bodemingrepen. Bij één boring gezet ten noordwesten van het voormalige restaurant is een diep verstoord bodemprofiel waargenomen tot 140 cm -mv (naar verwachting 20 in de top van de C-horizont). Het kan gaan om een zeer lokale diepe verstoring, waar toevallig een boring in is gezet. Er dient ook rekening te worden gehouden dat lokale verstoringen ook verstoringen van het boerenerf uit de 19 e /20 e eeuw en Tweede Wereldoorlog kunnen betreffen. Nagenoeg intacte bodemprofielen zijn aangetroffen in de oostelijk gelegen strook van het plangebied. Hier heeft alleen agrarisch bewerking en bemesting plaatsgevonden. Er is geen sprake van een plaggendek. Het bodemprofiel bestaat uit vanaf het maaiveld tot 45 cm -mv uit een AhEp-horizont, gevolgd door de Bhe-/Bhs-/BC-horizonten tot 120 cm -mv en vervolgens de C-horizont. Wat zijn de gevolgen van het in het plangebied aangetroffen bodemprofiel op de gespecificeerde archeologische verwachtingswaarde van het plangebied. Het plangebied behoud zijn middelhoge trefkans op het voorkomen van archeologische verwachting van Jager-Verzamelaars (Laat-Paleolithicum t/m Midden-Neolithicum) en zijn hoge trefkans op het voorkomen van vlakgraven uit de perioden Laat-Neolithicum t/m IJzertijd, mogelijk ook nog uit de Romeinse tijd. Van grafheuvels zijn geen fysieke kenmerken waargenomen tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden en de inspectie van het terrein. Tevens hebben vrij recente, grootschalige ingrepen binnen het plangebied (aanleg parkeerterrein, inrichting van de parkachtige tuin rondom het voormalig restaurant) niet geleidt tot diepe bodemverstoringen, waardoor verstoringen uit de 19 e /20 e eeuw behorend bij het boerenerf en de Tweede Wereldoorlog, zoals verbindingsloopgraven en afvalkuilen, ook nog intact aanwezig kunnen zijn ARN.OOS.ARC Pagina 21 van 25

30 5 CONCLUSIE EN SELECTIEADVIES 5.1 Conclusie Het bureauonderzoek toonde aan dat er zich mogelijk archeologische waarden in het plangebied zouden kunnen bevinden. Daarom is aansluitend een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd, in de vorm van een verkennend booronderzoek. De aangetroffen bodemopbouw bestaat uit ijssmeltwaterafzettingen. Dit sandrmateriaal bestaat voornamelijk uit zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig grof tot zeer grof zand, waarbij een klei- en siltfractie nagenoeg ontbreekt. Deze afzettingen behoren tot de Formatie van Drente, Laagpakket van Schaarsbergen. In deze arme grond heeft zich een haarpodzolgrond ontwikkeld. Binnen de terreindelen rondom het voormalig restaurant hebben moderne bodemverstorende ingrepen zich beperkt tot voornamelijk de bovengrond. Gemiddeld tot 30 cm -mv komt en laag grijsbruin gekleurd, zwak humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, matig fijn tot zeer grof zand voor, plaatselijk met enkele resten modern baksteen. Hieronder is er vaak nog een restant van een AhEp-horizont aanwezig, zoals deze waarschijnlijk aanwezig was in de tijd dat de ontginningsboerderij Rijzenburg bestond. Ter plaatse van het noordelijke deel van het plangebied, betreffende het parkeerterrein, beperken bodemverstoringen zich ook maar tot de bovengrond. Vanaf het maaiveld bestaat de eerste 30 cm uit een opgebrachte laag van bruingrijs gekleurd, zwak humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, zeer grof zand. Tussen gemiddeld 30 en 55 cm -mv, maximaal tot 60 cm -mv, komt een laag bruingrijs tot grijszwart gekleurd, zwak tot matig humeus, zwak siltig, zwak tot matig grindig, zeer grof zand voor. Hier is door moderne bodembewerking aan-/opgebrachte grond vermengd met de AhEphorizont (oorspronkelijke minerale bovenlaag haarpodzolgrond). Er zijn geen aanwijzingen dat onder de asfaltverharding een halfverhardingslaag van puin als stabilisatielaag aanwezig is. In de oostelijke gelegen strook van het plangebied is de meest intacte bodemopbouw aangetroffen. Hier heeft alleen agrarisch bewerking en bemesting plaatsgevonden. Er is geen sprake van een plaggendek. Het bodemprofiel bestaat vanaf het maaiveld tot 45 cm -mv uit een AhEp-horizont, gevolgd door de Bhe- /Bhs-/BC-horizonten tot 120 cm -mv en vervolgens de C-horizont, waar alleen agrarische bodembewerking heeft plaatsgevonden. De verwachte landschappelijke ligging en bodemopbouw, zoals die is weergegeven tijdens het bureauonderzoek, wordt door het verkennend booronderzoek bevestigd. Het plangebied behoud zijn middelhoge trefkans op het voorkomen van archeologische verwachting van Jager-Verzamelaars (Laat-Paleolithicum t/m Midden-Neolithicum) en zijn hoge trefkans op het voorkomen van vlakgraven uit de perioden Laat-Neolithicum t/m IJzertijd, mogelijk ook nog uit de Romeinse tijd. Ook blijft de trefkans hoog voor resten van het boerenerf van de ontginningsboerderij de Rijzenburg en van militaria uit de Tweede Wereldoorlog, omdat er geen recente, grootschalige ingrepen hebben plaatsgevonden die hebben geleidt tot diepe bodemverstoringen. Resten van het boerenerf en de militaria kunnen al direct onder het maaiveld worden aangetroffen, zowel in de huidige bouwvoor als dieper gelegen ARN.OOS.ARC Pagina 22 van 25

31 5.2 Selectieadvies Op grond van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) wordt door Econsultancy de aanbeveling gedaan om een vervolgonderzoek te laten uitvoeren. De geplande bodemingrepen kunnen al leiden tot verstoring van mogelijk aanwezige resten van het boerenerf uit de 19 e /20 e eeuw en de Tweede Wereldoorlog. Dergelijke resten zullen een zeer lokaal voorkomen hebben maar kunnen anderzijds als direct onder het maaiveld worden verwacht. Voor het opsporen van dergelijke resten is een (verdicht) karterend booronderzoek niet de geschikte methode. Daarom wordt geadviseerd de voorgenomen grondroerende werkzaamheden archeologisch te laten begeleiden. De grondroerende werkzaamheden betreffen in eerste instantie het uitgraven van de bouwput voor de bouw van de stal/schuur ten noordoosten van de bestaande bebouwing en de aanleg van de entreewegen/karresporen in (semi-)verharding (af te graven grond ten behoeve van de aanleg van cunetzand). Voor het parkeerterrein in het noordelijke deel van het plangebied hoeft geen archeologische begeleiding plaats te vinden wanneer alleen de asfaltverharding en de aangebrachte laag tot 30 cm -mv worden weggehaald. Indien de onderliggende humeuze grond vanaf 30 cm -mv ook wordt verwijderd, dan wordt geadviseerd dit ook onder archeologische begeleiding te laten uitvoeren. Dit vanwege het feit dat aan-/opgebrachte vermengd is met de oorspronkelijke minerale bovenlaag van een haarpodzolgrond (vermenging met de AhEp-horizont), waarin resten uit de Tweede Wereldoorlog kunnen voorkomen. Ondanks de ligging in een verstoorde context kunnen deze resten informatie verschaffen over het gebruik van de ontginningsboerderij de Rijzenburg en andere militaire activiteiten in de directe omgeving (bijvoorbeeld in relatie met de ten westen gelegen de Diogenesbunker). Door middel van een archeologische begeleiding kan de aanwezigheid van resten uit de Tweede Wereldoorlog, resten van het boerenerf van de ontginningsboerderij de Rijzenburg, vuursteen vindplaatsen van Jager-Verzamelaars (Laat-Paleolithicum t/m Midden-Neolithicum) en restanten van graven uit de perioden Laat-Neolithicum t/m IJzertijd (mogelijk ook nog uit de Romeinse tijd) tijdig worden opgemerkt en gedocumenteerd. Voor de archeologische begeleiding is een Programma van Eisen (PvE) noodzakelijk, dat voor aanvang van de werkzaamheden moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag, de gemeente. Bovenstaand advies vormt een selectieadvies. De resultaten van dit onderzoek zullen eerst moeten worden beoordeeld door het bevoegd gezag (gemeente Arnhem), die vervolgens een selectiebesluit neemt. Econsultancy Doetinchem, 15 augustus ARN.OOS.ARC Pagina 23 van 25

32 LITERATUUR Alterra, 2003: Digitale Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1: Barends, S., H.G. Baas, M.J. de Harde, J. Renes, T. Stol, J.C. van Triest, R.J. de Vries, F.J. van Woudenberg, 2005: Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografische benadering. Uitgeverij Matrijs, Utrecht. Berendsen, H.J.A. 2008: Fysische Geografie van Nederland, deel 1: De vorming van het land. Inleiding in de geologie en de geomorfologie. Van Gorcum, Assen. Berendsen, H.J.A. 2005: Fysische Geografie van Nederland, deel 4: Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio's. Van Gorcum, Assen. Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNOrapport, NITG A). Boshoven, E.H., Beusink, A., Krekelbergh, N.J. & Tebbens, L.A., Archeologische verwachtingskaart Arnhem-Noord. BAAC rapport Locher, W.P. & Bakker, H. de, 1990: Bodemkunde van Nederland. Deel 1: Algemene bodemkunde. Malmberg Den Bosch, 2 e druk. Mulder, E.F.J. de, Geluk, M.C., Ritsema, I.L., Westerhoff, W.E., Wong, T.E. 2003: De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen. Stichting voor Bodemkartering, 1974: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad 40 West/Arnhem ARN.OOS.ARC Pagina 24 van 25

33 BRONNEN AHN: internetsite, juni Archeologisch informatiesysteem Archis2, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort, juni Atlas Gelderland: internetsite, januari Bodemloket gemeente Arnhem, internetsite, juni # Dinoloket: internetsite, juni Numis: internetsite, juni SIKB; internetsite, juni Wat Was Waar; internetsite, juni ARN.OOS.ARC Pagina 25 van 25

34 Figuur 1. Situering van het plangebied binnen Nederland Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Situering van het plangebied binnen Nederland (bron: Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

35 Figuur 2. Detailkaart van het plangebied Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Detailkaart van het plangebied (bron: Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

36 Figuur 3. Luchtfoto van het plangebied Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Luchtfoto van het plangebied (bron: gspot:lufo_2010) Legenda ARN.OOS.ARC

37 Figuur 4. Situering van het plangebied binnen de Kadastrale kaart uit 1821 (Minuutplan) Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Situering van het plangebied binnen de Kadastrale kaart uit 1821 (Minuutplan) (bron: Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

38 Figuur 5. Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart uit 1874 (Bonneblad) Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart uit 1874 (Bonneblad) (bron: Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

39 Figuur 6. Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart uit 1900 (Bonneblad) Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart uit 1900 (Bonneblad) (bron: Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

40 Figuur 7. Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart uit 1931 (Bonneblad) Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Situering van het plangebied binnen de Militaire topografische kaart uit 1931 (Bonneblad) (bron: Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

41 Figuur 8. Luchtfoto van het plangebied d.d. 19 september 1944 Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Luchtfoto van het plangebied d.d. 19 september 1944 (bron: Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

42 Figuur 9. Luchtfoto van het plangebied, exacte datum niet bekend, waarschijnlijk kort na de capitulatie van 5 mei 1945 Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Luchtfoto van het plangebied, exacte datum onbekend (bron:gemeente Arnhem) Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

43 Figuur 10. Situering van het plangebied binnen de Topografische kaart uit 1957 Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Situering van het plangebied binnen de Topografische kaart uit 1957 (bron: Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

44 Figuur 11. Situering van het plangebied binnen de Topografische kaart uit 1972 Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Situering van het plangebied binnen de Topografische kaart uit 1972 (bron: Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

45 Figuur 12. Situering van het plangebied binnen de Topografische kaart uit 1990 Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Situering van het plangebied binnen de Topografische kaart uit 1990 (bron: Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

46 Figuur 13. Situering van het plangebied binnen de Geomorfologische kaart van Nederland ARN.OOS.ARC

47 Figuur 14. Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Arnhem (gemeente Arnhem) - Locatie Rijzenburg, Koningsweg 17 Situering van het plangebied binnen het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Legenda Plangebied ARN.OOS.ARC

48 Figuur 15. Situering van het plangebied binnen de Bodemkaart van Nederland ARN.OOS.ARC

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

Heesch - Beellandstraat

Heesch - Beellandstraat Archeologische Quickscan Heesch - Beellandstraat Gemeente Bernheze 1 Steller Drs. A.A. Kerkhoven Versie Concept 1.0 Projectcode 12110023 Datum 22-11-2012 Opdrachtgever LWM Ewislaan 12 1852 GN Heiloo Uitvoerder

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1. Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MULLIGENWEG 7-9 TE OLDEBROEK - LOO GEMEENTE OLDEBROEK Archeologisch bureauonderzoek Mulligenweg 7-9 te Oldebroek - Loo in de gemeente Oldebroek Opdrachtgever maatschap OOSTZEE

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK HOOFDSTRAAT 79 TE APELDOORN GEMEENTE APELDOORN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK HOOFDSTRAAT 79 TE APELDOORN GEMEENTE APELDOORN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK HOOFDSTRAAT 79 TE APELDOORN GEMEENTE APELDOORN Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend

Nadere informatie

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt

Adviesdocument 434. Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel. Projectcode: 14714VENCB. Opdrachtgever: Aveco de Bondt Adviesdocument 434 Project: Adviesdocument, N.C.B.-laan te Veghel, gemeente Veghel Projectcode: 14714VENCB Opdrachtgever: Aveco de Bondt Initiatiefnemer: G. van Hemert Onroerend Goed BV Datum: 6 mei 2010

Nadere informatie

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HOSBEKKEWEG 2 TE BORNE GEMEENTE BORNE

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HOSBEKKEWEG 2 TE BORNE GEMEENTE BORNE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HOSBEKKEWEG 2 TE BORNE GEMEENTE BORNE Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Hosbekkeweg 2 te Borne in de gemeente Borne Opdrachtgever

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK Archeologische begeleiding van de sanering van zinkassen Heijerstraat 26 te Westerhoven in de gemeente

Nadere informatie

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De

Nadere informatie

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT

BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT BUREAUONDERZOEK MOLENAKKERSTRAAT TE GEMERT WONINGCORPORATIE 'GOED WONEN' 26 mei 2010 074704539:0.1 B02034.000139.0120 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Onderzoeksgebied 5 1.3 Doel

Nadere informatie

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: Groningen Slochteren Slochteren toponiem: Hoofdweg 39 bevoegd gezag:

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B O O R O N D E R Z O E K Oldebroek, Vierhuizenweg, gemeente Oldebroek (Gld.) Een inventariserend veldonderzoek verkennende fase ArGeoBoor rapport 1379 auteur:

Nadere informatie

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport V-09.0172 januari 2010 Status definitief Auteur(s) drs. A. Buesink drs. M.A. Tolboom H.M.M. Geerts ARCHEOLOGIE

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK PARK WELDAM 16 EN 18 TE HOEVELAKEN GEMEENTE NIJKERK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK PARK WELDAM 16 EN 18 TE HOEVELAKEN GEMEENTE NIJKERK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK PARK WELDAM 16 EN 18 TE HOEVELAKEN GEMEENTE NIJKERK Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Park Weldam 16 en 18 te Hoevelaken

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MIDDELAARSEWEG (ONG.) TE HOEVELAKEN GEMEENTE NIJKERK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MIDDELAARSEWEG (ONG.) TE HOEVELAKEN GEMEENTE NIJKERK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK MIDDELAARSEWEG (ONG.) TE HOEVELAKEN GEMEENTE NIJKERK Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Middelaarseweg (ong.) te Hoevelaken

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK PRINSENLAAN 80 TE GROENEKAN GEMEENTE DE BILT

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK PRINSENLAAN 80 TE GROENEKAN GEMEENTE DE BILT ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK PRINSENLAAN 8 TE GROENEKAN GEMEENTE DE BILT Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Prinsenlaan 8 te Groenekan in de gemeente

Nadere informatie

Archeologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk)

Archeologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk) Archeologische Quickscan Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk) 1 Australiëlaan 5-a 3526 AB Utrecht T: 030-7620705 F: 030 7620706 E: informatie@transect.nl Auteur Drs. A.A. Kerkhoven

Nadere informatie

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013 NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies Q U I C K S C A N B U R E A U O N D E R Z O E K B O O R O N D E R Z O E K A D V I E S Zevenhuizen Dwarshaspel 12 Gemeente Leek Een bureauonderzoek ArGeoBoor

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CALLENBACHSTRAAT 11 TE NIJKERK GEMEENTE NIJKERK

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CALLENBACHSTRAAT 11 TE NIJKERK GEMEENTE NIJKERK ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CALLENBACHSTRAAT 11 TE NIJKERK GEMEENTE NIJKERK Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Callenbachstraat 11 te Nijkerk in de

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek 39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN KARTEREND BOORONDERZOEK PINKENBERGSEWEG 5F TE VELP GEMEENTE RHEDEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN KARTEREND BOORONDERZOEK PINKENBERGSEWEG 5F TE VELP GEMEENTE RHEDEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN KARTEREND BOORONDERZOEK PINKENBERGSEWEG 5F TE VELP GEMEENTE RHEDEN Archeologisch bureauonderzoek en karterend booronderzoek Pinkenbergseweg 5f te Velp in de gemeente Rheden

Nadere informatie

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek voor de locatie Stadhouderslaan te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug (U.

-Rapporten. Een archeologisch bureau-onderzoek voor de locatie Stadhouderslaan te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug (U. Een archeologisch bureau-onderzoek voor de locatie Stadhouderslaan te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug (U.) concept versie -Rapporten W.J.F. Thijs & A.J. Wullink ARC-Rapporten 2008-61 Geldermalsen

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document Archeologische Quickscan Plangebied Bestemmingsplan Burgerfarm, Middenweg 56, Dirkshorn, gemeente Schagen Adviesnummer 17059 Opsteller drs. C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum 31-03-2017 Advies

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK DOCTOR J.P. KRUIMELLAAN (ONG.) TE GARDEREN GEMEENTE BARNEVELD

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK DOCTOR J.P. KRUIMELLAAN (ONG.) TE GARDEREN GEMEENTE BARNEVELD ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK DOCTOR J.P. KRUIMELLAAN (ONG.) TE GARDEREN GEMEENTE BARNEVELD Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KAR- TEREND BOORONDERZOEK TERBORGSEWEG (ONG.) TE DOETINCHEM GEMEENTE DOETINCHEM

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KAR- TEREND BOORONDERZOEK TERBORGSEWEG (ONG.) TE DOETINCHEM GEMEENTE DOETINCHEM ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KAR- TEREND BOORONDERZOEK TERBORGSEWEG (ONG.) TE DOETINCHEM GEMEENTE DOETINCHEM Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend

Nadere informatie

30 sept 2014 65848 OU2010006

30 sept 2014 65848 OU2010006 Verkennend archeologisch booronderzoek Grolseweg 19 te Beltrum, gemeente Berkelland (GE) Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Berkelland datum: zaaknr: nr: 30 sept 2014 65848 OU2010006

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LOOSTERWEG ZUID 15 TE LISSE GEMEENTE LISSE

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LOOSTERWEG ZUID 15 TE LISSE GEMEENTE LISSE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK LOOSTERWEG ZUID 15 TE LISSE GEMEENTE LISSE Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Loosterweg Zuid 15 te Lisse in de gemeente

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop

Nadere informatie

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1. 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.

Nadere informatie

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat 88-126 OMnummer: 61324 Datum: 23-04-2014 Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat 88-126 (QSnr 14-036) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Stadsdeel Oost Contactpersoon: Robbert Leenstra Postbus:

Nadere informatie

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen

Nadere informatie

CONCEPTRAPPORTAGE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEUVELSTRAAT 3 TE STOKKUM GEMEENTE MONTFERLAND

CONCEPTRAPPORTAGE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEUVELSTRAAT 3 TE STOKKUM GEMEENTE MONTFERLAND CONCEPTRAPPORTAGE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEUVELSTRAAT 3 TE STOKKUM GEMEENTE MONTFERLAND DIT RAPPORT BESTAAT UIT TWEE DELEN: ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK, UITGEVOERD

Nadere informatie

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: 110301.001725) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ Nijkerk Het betreft het plangebied voor het toekomstige

Nadere informatie

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)

OMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01) OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der

Nadere informatie

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Veenhuizen (Dalen) Veenhuizerweg 10 (Gemeente Coevorden) Een bureauonderzoek Veenhuizen op een kaart uit de periode 1830-1850

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BROEKSTRAAT 2A TE HEUSDEN GEMEENTE ASTEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BROEKSTRAAT 2A TE HEUSDEN GEMEENTE ASTEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BROEKSTRAAT 2A TE HEUSDEN GEMEENTE ASTEN Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Broekstraat 2a te Heusden in de gemeente Asten

Nadere informatie

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede) (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door middel van een veldverkenning en karterend booronderzoek J. Walstra R. van Lil Colofon ADC Rapport 930 (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door

Nadere informatie

Locatie OPZ, Stelenseweg, Geel

Locatie OPZ, Stelenseweg, Geel Programma van Maatregelen Auteur: J.A.G. van Rooij (veldwerkleider) Autorisatie: P. Hazen (OE/ERK/Archeoloog/2015/00072) 1 Inleiding Op het terrein van het OPZ in Geel, is een vijftal nieuwe gebouwen gepland,

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard

Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 201 Archeologisch onderzoek locaties Oranjehof en Appelgaard Inventariserend veldonderzoek

Nadere informatie

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn Document: Archeologische Quickscan Plangebied: Oosterdijk 54, Oosterdijk, gemeente Enkhuizen Adviesnummer: 16078 Opsteller: F.C. Schinning (archeoloog) & C.M. Soonius (regio-archeoloog) Datum: 09-05-2016

Nadere informatie

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg

Nadere informatie

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Bureau voor Archeologie Rapport 273 Driekoppenland, Noorden, gemeente Nieuwkoop: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen, karterende fase 2 Colofon titel: auteur:. Driekoppenland, Noorden, gemeente Nieuwkoop: een inventariserend

Nadere informatie

Bijlage 11 Archeologisch onderzoek

Bijlage 11 Archeologisch onderzoek Bijlage 11 Archeologisch onderzoek Woningbouwlocatie Laan van Westenenk 501-701 ontwerp, september 2015 1243 Rapport E. Goossens, TNO-terrrein te, Gemeente. Archeologisch vooronderzoek: bureauonderzoek

Nadere informatie

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend booronderzoek Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK VALBURGSEWEG 129 TE ELST GEMEENTE OVERBETUWE

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK VALBURGSEWEG 129 TE ELST GEMEENTE OVERBETUWE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN GECOMBINEERD VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK VALBURGSEWEG 129 TE ELST GEMEENTE OVERBETUWE Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Pagina 1 van 7 Projectnummer: P11155 Datum: 5 augustus 2011 Plan: bouwplan voor de uitbreiding van een varkensbedrijf op het

Nadere informatie

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda *OMWB524761* Postbus 75 5000 AB Tilburg 013 206 01 00 info@omwb.nl http://www.omwb.nl Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda Vooronderzoek

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Quickscan Archeologie Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Steller Versie Drs. A.A. Kerkhoven Definitief-2 Projectcode 12110029 Datum 04-02-2013 Opdrachtgever Uitvoerder

Nadere informatie

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek Administratieve gegevens provincie: gemeente: plaats: toponiem: bevoegd gezag: opdrachtgever:

Nadere informatie

DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT

DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT Rapportage doorlatendheidsonderzoek Wouterij 55 te Koewacht Opdrachtgever Rho Adviseurs voor leefruimte Nieuwstraat 27 4331 JK Middelburg Rapportnummer

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K A R C H E O L O G I E Geesbrug, Geeserraai 4a (Coevorden), bouw werktuigenberging Een Bureauonderzoek Het plangebied op een

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CRAMA-HUSKEN-DE VRANK TE HEERLEN GEMEENTE HEERLEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CRAMA-HUSKEN-DE VRANK TE HEERLEN GEMEENTE HEERLEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK CRAMA-HUSKEN-DE VRANK TE HEERLEN GEMEENTE HEERLEN Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Crama-Husken-de Vrank te Heerlen in

Nadere informatie

Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden

Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden opdrachtgever

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK ESCHRAND TE VRAGENDER GEMEENTE OOST GELRE

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK ESCHRAND TE VRAGENDER GEMEENTE OOST GELRE ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK ESCHRAND TE VRAGENDER GEMEENTE OOST GELRE Archeologisch onderzoek Eschrand te Vragender in de gemeente Oost Gelre Opdrachtgever Gemeente Oost Gelre Postbus 17 713 AA Lichtenvoorde

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN SUCHTELENSTRAAT 26 TE BEUNINGEN GEMEENTE BEUNINGEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN SUCHTELENSTRAAT 26 TE BEUNINGEN GEMEENTE BEUNINGEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK BURGEMEESTER VAN SUCHTELENSTRAAT 26 TE BEUNINGEN GEMEENTE BEUNINGEN Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Burgemeester van

Nadere informatie

MEMO. Projectgegevens

MEMO. Projectgegevens MEMO Van : W.J. Weerheijm (Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie) Aan : Dhr. W. Nouwens (Amerpoort) Onderwerp : Archeologisch onderzoek Mariaoordlaan Baarn Datum : 23 juli 2013 Ons kenmerk : V13-29344/2677/WW

Nadere informatie

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist K oen Hebinck 347 Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist Koen Hebinck Zuidnederlandse Archeologische

Nadere informatie

BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG 59-61 TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS Bodemintactheidsonderzoek Zwarte Plakweg 59-61 te America in de gemeente Horst aan de Maas Opdrachtgever Pijnenburg

Nadere informatie

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Gemeente Breda Ruimtelijke Ontwikkeling Bureau Cultureel Erfgoed Erfgoedbesluit 2009-22 V&L Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg Ruimtelijke Ontwikkeling Controle

Nadere informatie

Rapport. wonen limburg. BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen. Vooronderzoek conform NEN 5725

Rapport. wonen limburg. BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen. Vooronderzoek conform NEN 5725 Rapport wonen limburg BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen Vooronderzoek conform NEN 5725 Wonen limburg Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Vooronderzoek conform NEN 5725... 2 2.1 Locatiebeschrijving...

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK UITWERKINGSPLAN AKKERS TE ROELOFARENDSVEEN GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK UITWERKINGSPLAN AKKERS TE ROELOFARENDSVEEN GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK UITWERKINGSPLAN AKKERS TE ROELOFARENDSVEEN GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM Archeologisch onderzoek uitwerkingsplan Akkers te Roelofarendsveen in de gemeente Kaag en Braassem Opdrachtgever

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Gieterveen, Streek 17 (Gemeente Aa en Hunze) Een verkennend booronderzoek. Plangebied (paars) op een topografische

Nadere informatie

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer

Nadere informatie

Bijlage III Archeologisch bureauonderzoek

Bijlage III Archeologisch bureauonderzoek Bijlage III Archeologisch bureauonderzoek Project afwijkingsbesluit 46 Bureauonderzoek Spierkesweg 9 te Sint-Oedenrode E. van der Klooster Archeodienst Rapport 294 Onderzoeksmelding: 57118 In opdracht

Nadere informatie

Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen

Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen Archeologie Quickscan Archeologie Bedrijventerrein Zwanegat te Zevenbergen Gemeente Moerdijk Het plangebied op een kaart uit 1870 (bron: www.watwaswaar.nl) In opdracht van : AGEL adviseurs Auteur : drs.

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KARREVELD 10 TE HEIBLOEM GEMEENTE LEUDAL

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KARREVELD 10 TE HEIBLOEM GEMEENTE LEUDAL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK KARREVELD 10 TE HEIBLOEM GEMEENTE LEUDAL Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Karreveld 10 te Heibloem in de gemeente Leudal

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MACKAYWEG 4 TE TIENRAY GEMEENTE MEERLO-WANSSUM

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MACKAYWEG 4 TE TIENRAY GEMEENTE MEERLO-WANSSUM ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK MACKAYWEG 4 TE TIENRAY GEMEENTE MEERLO-WANSSUM Project: MEE.BER.ARC Rapportnummer: 09081543 Status: conceptrapportage Datum: 20 augustus 2009 Opdrachtgever: Bergs Advies bv

Nadere informatie

RAAP-NOTITIE 2891. Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

RAAP-NOTITIE 2891. Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek RAAP-NOTITIE 2891 Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek Colofon Opdrachtgever: NIBAG Milieu Advies Titel: Plangebied Burloseweg,

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK WATERLOSEWEG 3A TE BEESEL GEMEENTE BEESEL

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK WATERLOSEWEG 3A TE BEESEL GEMEENTE BEESEL ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK WATERLOSEWEG 3A TE BEESEL GEMEENTE BEESEL Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Waterloseweg 3a te Beesel in de gemeente Beesel

Nadere informatie

Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022

Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022 Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022 Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek J.A.G. van Rooij A.G. de Boer 2 Colofon ADC Rapport 2022 Een

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD DORDRECHT, SPUIBOULEVARD 273-287 Waarneming van een deel van de stadsmuur M.C. Dorst De stadsmuur met de Beulstoren op een tekening van Schouman uit 1747 (Erfgoedcentrum DIEP, inventarisnr. 551_30093).

Nadere informatie

HISTORISCH BODEMONDERZOEK WISSELSTRAAT 6 TE VOLKEL

HISTORISCH BODEMONDERZOEK WISSELSTRAAT 6 TE VOLKEL HISTORISCH BODEMONDERZOEK WISSELSTRAAT 6 TE VOLKEL historisch bodemonderzoek Wisselstraat 6 te Volkel Opdrachtgever Dhr. W. Vloet Eeuwsels 39 5408 AJ Volkel Rapportnummer 3724.001 Versienummer Status D1

Nadere informatie

memo Locatiegegevens: Inleiding

memo Locatiegegevens: Inleiding memo van Bram Silkens afdeling RB Datum Contact 28-04-2016 Walcherse Archeologische Dienst (gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen) postbus 70 4330 AB Middelburg b.meijlink@middelburg.nl (06-52552925)

Nadere informatie

Bijlage 4. Quickscan archeologie

Bijlage 4. Quickscan archeologie Bijlage 4 Quickscan archeologie Quickscan Archeologie Reuselhof 1-29, Moergestel Gemeente Oisterwijk In opdracht van : AGEL Adviseurs Auteur : drs. M. Horn Redactie : dr. A.W.E. Wilbers Projectnummer :

Nadere informatie

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde). Projectnummer 2013-11-002: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw Landgoed Huize Winfried Natuurbegraven Nederland T.a.v. de heer W. Peters Postbus 29 5201 AA s-hertogenbosch Betreft: Variatie in

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN INVENTARISEREND BOORONDERZOEK BEENEKUSSTEEG 1 TE MARIËNVELDE GEMEENTE OOST GELRE

EINDRAPPORTAGE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN INVENTARISEREND BOORONDERZOEK BEENEKUSSTEEG 1 TE MARIËNVELDE GEMEENTE OOST GELRE EINDRAPPORTAGE ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN INVENTARISEREND BOORONDERZOEK BEENEKUSSTEEG 1 TE MARIËNVELDE GEMEENTE OOST GELRE DIT RAPPORT BESTAAT UIT TWEE DELEN: ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK, UITGEVOERD

Nadere informatie

Monumentenhuis Brabant bv

Monumentenhuis Brabant bv Beoordeling en advies archeologische onderzoeksrapporten Monumentenhuis Brabant bv Titel rapport Soort onderzoek Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase Natuurbegraafplaats op Landgoed De Utrecht

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf

Nadere informatie

Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen

Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen Adviesnotitie (Quickscan) Middenweg te Horssen (gemeente Druten) Colofon Opdrachtgever: HSRO bv Contactpersoon: Dhr. J. van Lierop Hoogstraat 1 6654 BA AFFERDEN Projectnummer: S090135 Titel: Adviesnotitie

Nadere informatie

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2009/741

Colofon. ARC-Rapporten ARC-Projectcode 2009/741 Een verkennend archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen op het Landgoed Sandtstaete aan de Kasteellaan te Loon op Zand (NB) -Rapporten A.J. Wullink & J.J.A. Wijnen ARC-Rapporten

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek 11-8-2010 Pagina 1 van 5 PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek LOCATIE Haelen, Wienboomweg PROJECT 2010/383 OPSTELLER Projectleider Medeopstellers drs. A.J. Wullink Postbus 66, 4190 CB Geldermalsen

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Duifhuizerweg 10 te Uden(gemeente Uden) Een verkennend booronderzoek voor de nieuwbouw van een woning. Afbeelding

Nadere informatie

Toekomststraat, Hasselt

Toekomststraat, Hasselt Toekomststraat, Hasselt Programma van Maatregelen Auteur: T. Van Mierlo (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) Toekosmtstraat, Hasselt, Een programma van Maatregelen

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Ursem, Mijzendijk 4 (Gemeente Koggenland) Een bureauonderzoek Plangebied op een kaart uit 1899. (Bron: Bureau Militaire Verkenningen

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Deutersestraat 20 te Cromvoirt in de gemeente Vught

Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Deutersestraat 20 te Cromvoirt in de gemeente Vught Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Deutersestraat 2 te Cromvoirt in de gemeente Vught Opdrachtgever Caravancentrum Cromvoirt Deutersestraat 2 5266 AX Cromvoirt Project VUG.C5S.ARC

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK Bodegraven, Meije 115 (Gemeente Bodegraven Reeuwijk) Een verkennend en karterend booronderzoek Afbeelding 1: Ligging

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEINSEWEG TE SITTARD GEMEENTE SITTARD-GELEEN

ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEINSEWEG TE SITTARD GEMEENTE SITTARD-GELEEN ARCHEOLOGISCH BUREAUONDERZOEK EN VERKENNEND BOORONDERZOEK HEINSEWEG TE SITTARD GEMEENTE SITTARD-GELEEN Archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek Heinseweg te Sittard in de gemeente Sittard-Geleen

Nadere informatie